Cover
Comença ara de franc Hoofdstuk Rijk basismilieu (1).docx
Summary
# Inrichting van de klas als een rijke leeromgeving
Dit hoofdstuk behandelt de principes en stappen voor het inrichten van een kleuterklas die fungeert als een stimulerende en rijke leeromgeving, met aandacht voor hoeken, speelzones en het belang van de fysieke ruimte.
## 1\. De kracht van de omgeving
De omgeving waarin kleuters zich bevinden, heeft een significante invloed op hoe zij zich voelen, gedragen en leren. Een klasruimte moet kinderen stimuleren tot leren door hun zintuigen te prikkelen, nieuwsgierigheid en verwondering op te wekken, en hun intellect te stimuleren. Deze omgeving is dynamisch en evolueert voortdurend. Spel is voor kleuters een essentiële manier om te leren, ervaringen te verwerken en vaardigheden in te oefenen. Daarom is het cruciaal om de klasinrichting zodanig te organiseren dat kinderen er volop kunnen spelen en zich kunnen ontwikkelen.
## 2\. Aandachtspunten bij het inrichten van de klas
Het inrichten van een klas als een rijke leeromgeving kan worden opgedeeld in vijf stappen.
### 2.1 Stap 1: Richt het lokaal in als een architect
Dit houdt in dat de ruimte strategisch wordt ingedeeld, met aandacht voor de functionaliteit en sfeer.
#### 2.1.1 Indeling van de ruimte in hoeken of zones
* **Definitie:** Een hoek is een duidelijk herkenbare zone voor een specifiek type activiteit met toegankelijk materiaal. Beslotenheid is een kenmerk, maar dit hoeft niet per se door fysieke afscheidingen te gebeuren. De term 'speelzones' benadrukt ook de flexibiliteit en openheid.
* **Voordelen van werken in hoeken:**
* Mogelijkheid tot diverse activiteiten tegelijkertijd op verschillende plekken.
* Minder afleiding door beslotenheid, wat leidt tot meer concentratie op het spel.
* Faciliteert keuzes maken door een geordend, breed aanbod.
* Elke hoek is herkenbaar door specifieke inrichting en uitrusting, wat de klas overzichtelijk maakt.
* Vormt een directe uitnodiging tot spontaan spel.
* **Criteria bij het indelen van de ruimte:**
* Plaats luide en rustige hoeken niet naast elkaar.
* Zorg voor logische nabijheid (bv. water bij de zandtafel).
* Faciliteer uitwisseling tussen gerelateerde hoeken (bv. bouwhoek en huishoek).
* Zorg voor voldoende afstand tussen hoeken die gescheiden functies hebben (bv. winkel en huishoek).
* Voorzie voldoende licht in leeshoeken en beeldende hoeken.
* Vermijd dat de ontdektafel op een drukke doorlooproute staat.
* Creëer voldoende open ruimte voor beweging en zelf-inrichting.
* Beperk het aantal tafels en stoelen.
* Denk na over de grootte van hoeken: ruime hoeken voor samenspel en rustige hoeken voor individueel spel.
#### 2.1.2 Recente tendens: 'Klas van de toekomst'
Deze tendens kenmerkt zich door flexibiliteit, mobiliteit en een prikkelarme inrichting.
* **Kenmerken:**
* Weinig of geen hoeken, met een centraal 'eiland' voor materiaal en speelruimte.
* Flexibel meubilair (kleine tafels, poefen, matjes).
* Minder tafels en stoelen, meer beweging.
* Mobiel en overzichtelijk meubilair voor flexibel gebruik.
* Minder en neutraler materiaal, wat fantasie aanwakkert.
* Prikkelarme en rustige uitstraling.
* Stimuleren van zelfstandigheid en samenspel.
* Kinderen bepalen mede hoe de speelruimte eruitziet.
* **Toepassing in de praktijk:**
* Maak hoeken zo open mogelijk.
* Gebruik tapijten of matten voor afbakening in plaats van hoge kasten.
* Vermijd overvolle hoeken en zorg voor afwisseling in materialen.
* Neem stoelen weg om meer beweging te stimuleren.
* Creëer ruimte voor beweging in de klas.
* Sta toe dat spel zich tussen hoeken uitbreidt.
* Denk na over flexibele kringvorming.
#### 2.1.3 Minder vaste hoeken
Een strategie om in kleine ruimtes veel mogelijkheden te creëren, is werken met minder vaste hoeken.
* **Voorbeeld:** Een aantal hoeken hebben een vaste plaats (bv. beeldende hoek, boekenhoek), terwijl de kringruimte na het onthaal flexibel kan worden ingericht door de kinderen zelf (bv. als kermis, restaurant, museum).
#### 2.1.4 Klasdoorbrekend werken
Wanneer de klasruimte beperkt is, kunnen hoeken worden gedeeld met andere klassen om ruimte te creëren voor extra hoeken. Dit kan leiden tot co-teaching.
### 2.2 Stap 2: Voorzie een rijk basisaanbod
De hoeken en speelzones moeten gevuld zijn met materiaal dat de volledige ontwikkeling van kleuters stimuleert, uitdaagt en ondersteunt.
#### 2.2.1 Zorg voor een gevarieerd aanbod aan hoeken/speelzones
* **Basishoeken:** Veel klassen hebben vaste basishoeken zoals de bouwhoek, huishoek en beeldende hoek.
* **Rekening houden met:**
* **Leeftijd en ontwikkeling:** Jongere kleuters hebben baat bij ontdekbakken, oudere kleuters bij rollenspelhoeken. Er dient sprake te zijn van groei in de hoekaanbod doorheen de kleuterschool.
* **Verschillen tussen kleuters:**
* **Interesses:** Houd rekening met specifieke interesses (bv. verkleden, techniek, bouwen).
* **Talenten:** De 'talentenarchipel' kan als leidraad dienen om elk ontwikkelingsdomein evenwaardig aan bod te laten komen in de klas.
* **Noden, culturen, thuissituaties, gender:** Observeren is cruciaal om hierop in te spelen.
* **Ontwikkelingskansen, leergebieden, spelsoorten:** Zorg dat deze, ook binnen een hoek, divers vertegenwoordigd zijn.
#### 2.2.2 Kijk naar het materiaal en het speelgoed in de klas
Materiaal heeft twee belangrijke functies: het inspireert en ondersteunt het spel, en het brengt kinderen samen door gedeelde aandacht.
* **Criteria voor materiaal/speelgoed:**
* **Doelgericht:** Lokt het materiaal rijk spel uit en draagt het bij aan het beoogde doel?
* **Gevarieerd:** Herbekijk het aanbod regelmatig, wissel materialen uit.
* **Speelbaar speelgoed:** Moet duurzaam, stevig, afwasbaar en eventueel vuil mogen worden.
* **Onbestemd materiaal (Loose parts):**
* **Definitie:** Veelzijdige, onbestemde en makkelijk verplaatsbare materialen die kinderen uitnodigen tot creatief en veelzijdig gebruik.
* **Voorbeelden:** Takjes, steentjes, linten, bakblikken, lepels, plankjes, blokken, zand.
* **Voordelen:** Stimuleert fantasie, creativiteit, samenwerkingsvaardigheden, zelfvertrouwen en divergent denken.
* **Verdere criteria voor kwaliteitsvolle hoeken:**
* **'Echt' materiaal:** Gebruik materialen uit de leefwereld van de kinderen.
* **Voldoende materiaal:** Niet te weinig, maar ook niet te veel. Doseer materiaal en bied het niet alles tegelijk aan.
* **Motiverend en uitnodigend:** Verras kinderen met nieuwe en uitdagende prikkels.
* **Verbeelding en creativiteit:** Kies materialen met een 'open eind'.
* **Combinatiemogelijkheden:** Zorg voor gevarieerde combinaties die ander spel uitlokken.
* **Spel tussen hoeken:** Sta toe dat spel zich over meerdere hoeken uitbreidt om meer ontwikkelingsdomeinen aan te spreken.
* **Geleidelijke opbouw:** Bouw materiaal en thematiek geleidelijk op.
* **Voldoende spelmogelijkheden:** Bedenk wat kinderen er allemaal mee kunnen doen.
#### 2.2.3 Kijk ook naar de buitenruimte
De buitenruimte is een waardevol verlengstuk van de leeromgeving.
* **Potentieel:**
* Biedt extra mogelijkheden voor spel en exploratie.
* Kan worden ingericht met verschillende zones (actieve, rustige, exploratiezones).
* Kansen om risico's te leren nemen en grenzen te verleggen.
* Volledige exploratieplek waar binnenactiviteiten ook buiten mogelijk zijn (schilderen, lezen, etc.).
* Creëert geborgenheid en overzicht.
* **Inrichting:** Gebruik aanplanting, weggetjes of lijnen voor afbakening.
* **Outdoor education:** Wordt steeds belangrijker; denk aan buitenhoeken en verrijkingsdozen voor buiten.
### 2.3 Stap 3: Kom tegemoet aan de basisbehoeften van kleuters
Zowel fysieke als psychologische basisbehoeften moeten worden vervuld.
#### 2.3.1 Fysieke basisbehoeften
* **Zichtbaarheid en ordening van materialen:** Materiaal moet goed zichtbaar, geordend (soort/moeilijkheidsgraad) en makkelijk opbergbaar zijn.
* **Toegankelijkheid:** Materiaal moet zelfstandig bereikbaar zijn, ook voor kinderen met beperkingen.
* **Kleuterhoogte:** Richt hoeken in op ooghoogte van kleuters.
* **Beslotenheid:** Creëer waar nodig beslotenheid (bv. rustige hoek, leeshoek).
* **'Veilige' ruimte:** Een plek waar onafgewerkte stukken kunnen blijven staan en waar kinderen zich rustig kunnen terugtrekken.
#### 2.3.2 Psychologische basisbehoeften
* **Autonomie:** De klasinrichting moet kinderen stimuleren in zelfstandigheid, ruimte geven voor plannen en inspraak in de inrichting.
* **Verbondenheid:** De inrichting moet onderlinge interactie stimuleren en kinderen de kans geven zich te herkennen in de klasomgeving (spiegels) en verder te kijken dan hun eigen situatie (vensters).
* **Competentie:** Het aanbod moet afgestemd zijn op de mogelijkheden en behoeften van kleuters, met voldoende uitdaging en kansen op succes. De tentoonstelling van werken en de inspraak hierin is belangrijk.
### 2.4 Stap 4: Kijk als een prieelvogel
Dit houdt in dat de klas gezellig en uitnodigend wordt ingericht, met aandacht voor sfeer en esthetiek.
* **Sfeer en esthetiek:** Keuze van materialen (natuurlijk, plastic), kleuren, planten.
* **Sfeer in de hoek:** De sfeer moet passen bij de bedoeling van de hoek en het spel uitlokken.
* **Presentatie van materialen:** Zorg voor een zorgvuldige presentatie die exploratie uitlokt.
* **Aandachtspunt: Te veel prikkels?**
* **Versobering:** Verminder overbodige visuele en auditieve prikkels.
* **Prikkeljuiste inrichting:** Zorg voor rust en focus op de essentiële prikkels.
* **Selectie:** Laat kinderen bewust kiezen wat getoond wordt.
* **Auditieve prikkels:** Overweeg koptelefoons, geluidsdempende materialen.
### 2.5 Stap 5: Observeren, reflecteren, aanpassen
Het inrichten van een leeromgeving is een continu proces.
* **Continue evaluatie:** Regelmatig observeren of de inrichting nog aansluit bij de behoeften van kinderen en leerkracht.
* **Reflectiepunten:**
* Komen bepaalde talenten, interesses of ontwikkelingsdomeinen onvoldoende aan bod?
* Hebben hoeken meer ruimte nodig? Ontbreken hoeken?
* Blijft het basismateriaal hetzelfde? Kan het aangevuld worden?
* Welke plaatsen en materialen kiezen kinderen altijd, soms of nooit?
* Wat zijn hun geliefde activiteiten en welke belemmeringen ervaren ze?
* Zijn er hoeken die extra aandacht vragen?
## 3\. Verder verrijken van de hoeken / speelzones
### 3.1 Hoeken verrijken: spel als verwerkingsvorm van indrukken
Spel is een krachtige manier om indrukken te verwerken. Verrijkte hoeken zijn meer dan speelhoeken; het zijn plekken waar spel en leren samenkomen.
* **Doel van verrijking:** Kinderen betekenis laten geven aan beleefde ervaringen, indrukken herbeleven en verwoorden, rollen en situaties nabootsen, emoties uiten, verbanden leggen, nieuwe woordenschat oefenen.
* **Rol van de leerkracht:** Observeren, meespelen, impulsen geven, materiaal aanbieden.
> **Voorbeeld:** Na een bezoek aan de huisarts wordt de huishoek omgevormd tot een dokterspraktijk, zodat kinderen de ervaringen kunnen naspelen en verwerken.
### 3.2 Andere inspiratiebronnen voor verrijking
* **Observaties van spel:** Merk op wat kinderen interesseert en pas het aanbod hierop aan.
* **Expliciete en impliciete vragen van kinderen:** Speel in op wat kinderen vragen of laten zien dat ze willen.
* **Ontwikkelingsdomeinen:** Sluit aan bij de concretisering van domeinen in ervaringen die kleuters worden aangeboden.
* **Thema's:** Pas hoeken aan in functie van een thema (bv. heksenhoek, postkantoor).
* **Exploratiebakken:** Bakken met materiaal die aangepast kunnen worden aan thema's.
* **Verhalen:** Laat kinderen verhalen naspelen via materialen (verteltafel, rollenspel).
* **Actuele gebeurtenissen:** Pas de inrichting aan op basis van gebeurtenissen in de leefwereld (bv. regenweer, geboorte, werken aan de straat).
* **Nieuwe, 'vreemde' materialen:** Introduceer afwisseling met ongebruikelijk constructiemateriaal.
* **Talentenarchipel:** Gebruik deze als inspiratie om talenten te prikkelen.
### 3.3 Uitdagende hoekideeën
* **Hoeken hoeven niet 'af' te zijn:** Dit stimuleert creativiteit en eigen inbreng van kinderen.
* **Maak gebruik van kosteloos materiaal:** Dit nodigt vaak uit tot creativiteit.
* **Gebruik verrijkingsdozen:**
* **Voor leerkracht:** Om hoeken te verrijken op basis van thema of observaties.
* **Voor kleuters:** Zelf een doos kiezen op basis van noden en interesses.
* **Flexibel gebruik:** Verrijkingsdozen kunnen ook in 'lege' hoeken gebruikt worden of in meerdere hoeken.
## 4\. Op stage
### 4.1 Observeren van hoeken/speelzones
* **Doel:** Nagaan wat er in de hoeken gebeurt en of verrijking nodig is.
* **Observeren:** Wie speelt hier? Welke materialen worden gebruikt? Wat doen kinderen ermee? Welk type spel? Welke ontwikkelingsdomeinen komen aan bod?
* **Interpretatie en conclusie:** Wat zegt dit over betrokkenheid en welbevinden? Spreekt de hoek aan en waarom wel/niet?
### 4.2 Verrijken van hoeken/speelzones: Hoekenfiche
Bij het voorbereiden of verrijken van een hoek, gebruik je een voorbereidingsfiche.
* **Principes:**
* Vertrek van basismateriaal en voeg verrijking toe.
* Sluit aan bij geobserveerde noden en interesses.
* Zorg voor voldoende en degelijk materiaal.
* Materiaal is werkelijkheidsnabij en sluit aan bij de leefwereld.
* Bevorder creativiteit (hoek hoeft niet af te zijn).
* Bied voldoende spelmogelijkheden.
* Sluit aan bij het ontwikkelingsniveau van kleuters.
* Diverse ontwikkelingskansen komen aan bod.
* Hoek ziet er sfeervol, motiverend en uitnodigend uit.
* Materiaal is toegankelijk en goed zichtbaar.
* Geleidelijke opbouw.
* Houd rekening met verschillen tussen kleuters (gender, leefwereld, talenten).
* Aanzet tot differentiatie.
* **Breken met 'vaste' hoeken:** Denk aan mobiele hoeken, verrijkingsdozen, buitenhoeken, lege hoeken.
* **Concrete impulsen:** Bedenk hoe je tot spelmogelijkheden komt en hoe je deze kunt begeleiden.
* **De 3 V's (Verkennen, Verbinden, Verrijken):**
* **Verkennen:** Rust nemen, luisteren, inleven in de ervaring van het kind.
* **Verbinden:** Op kleuterhoogte zitten, belangstelling tonen, meegaan met het spel, verwoorden wat het kind doet, andere kinderen betrekken.
* **Verrijken:** Blijven verwoorden, iets toevoegen in lijn van interesse, spelideeën aanreiken.
* **Manieren om te verrijken/verdiepen:** Kinderen helpen inleven in een rol, informatie bieden, situaties en handelingen verwoorden, plannen afstemmen, nieuwe impulsen geven, hulp bieden met materialen, emoties uitspelen.
* **Soorten didactische impulsen:** Gezamenlijke oriëntatie, structureren, verdiepen, verbreden, handelingsmogelijkheden toevoegen, reflecteren.
* * *
# Het belang van spel en de verrijking van hoeken
Spel is een fundamentele manier voor kleuters om indrukken te verwerken, en het doelgericht verrijken van hoeken en speelzones in de klas biedt hiervoor de nodige ruimte en middelen, geïnspireerd door diverse bronnen.
### 2.1 Spel als verwerkingsvorm van indrukken
Spel is cruciaal voor kleuters om nieuwe ervaringen, zoals uitstapjes, verhalen of kringactiviteiten, te verwerken en te verdiepen. Door hoeken doelgericht te verrijken, krijgen kinderen via spel de kans om:
* Indrukken te herbeleven en te verwoorden.
* Rollen en situaties na te bootsen.
* Emoties en gedachten te uiten.
* Nieuwe verbanden te leggen tussen hun ervaringen en de wereld.
* Nieuw geleerde woordenschat actief te gebruiken in een betekenisvolle context.
Een verrijkte hoek functioneert als een verwerkingsplek waar spel en leren samenkomen. De leerkracht speelt hierin een actieve rol door te observeren, mee te spelen, impulsen te geven en materialen aan te bieden die aansluiten bij de ervaringen van de kinderen.
> **Voorbeeld:** Na een bezoek aan de huisarts wordt de huishoek omgevormd tot een dokterspraktijk. Kinderen kunnen hier de rollen van dokter en patiënt verkennen, medische handelingen nabootsen en hun indrukken verwerken. Ze oefenen ook hun taalvaardigheid door gesprekken te voeren over hun pijn of behandelingen. Deze thematische verrijking maakt het spel betekenisvol en verdiept de ervaring van de kinderen.
### 2.2 Andere inspiratiebronnen voor hoekverrijking
De inspiratie voor het verrijken van hoeken kan uit verschillende bronnen komen:
* **Observaties van spelgedrag:** Merk op hoe kinderen spelen en welke behoeften of interesses daaruit voortkomen.
> **Voorbeeld:** Als kinderen in de autohoek voornamelijk tegen elkaar botsen en de hoek beperkt is, kan men autobanen op de vloer kleven of auto's in de zandbak plaatsen voor een 'crossterrein'. **Voorbeeld:** Een kind dat blokken uit een doos gooit, kan door observatie leiden tot de aanbieding van een vogelpikspel met velcro-pijlen, gericht op het mikken.
* **Expliciete en impliciete vragen van kinderen:** Luister naar wat kinderen vragen of observeer wat ze graag en langdurig doen.
> **Voorbeeld:** Kinderen vragen expliciet om nieuw materiaal. Een impliciete vraag kan zijn dat kinderen lang hun handen wassen, wat leidt tot de aanbieding van een bak water met flesjes en potjes.
* **Ontwikkelingsdomeinen en ervaringen:** Gebruik de ontwikkelingsdomeinen als leidraad om hoeken aan te bieden die de ontwikkeling van kleuters stimuleren.
> **Voorbeeld:** In de zandbak ligt de focus vaak op sensorische en wiskundige activiteiten. Door bakkersmateriaal aan te bieden, kan de hoek verrijkt worden om ook drama en motoriek te stimuleren.
* **Thema's:** Thema's bieden veel inspiratie voor het aanpassen van hoeken.
> **Voorbeeld (thema 'heksen'):** De huishoek wordt aangekleed met heksenkledij, een heksenketel en toverspullen om soep te maken. **Voorbeeld (thema 'post'):** De winkelhoek wordt een postkantoor met kaarten, postzegels en enveloppen. Kinderen wegen pakjes en brieven.
* **Exploratiebakken:** Deze bakken bevatten basismateriaal en aanvullend speelmateriaal dat aangepast kan worden aan een thema.
> **Voorbeeld (thema 'feest'):** De bak bevat confetti, serpentines en papier; aanvullend speelgoed zoals touwtjes en pincetten. **Voorbeeld (thema 'boerderij'):** De bak bevat houtsnippers, aarde en kiezelstenen; aanvullend speelgoed zoals een tractor, zaadjes en boerderijdieren.
* **Verhalen:** Verhalen kunnen aanleiding geven tot het naspelen van de gebeurtenissen met behulp van materiaal, bijvoorbeeld in een verteltafel of in de huishoek.
* **Actuele gebeurtenissen:** Gebeurtenissen in de leefwereld van de kinderen kunnen ook inspiratie bieden.
> **Voorbeeld (regenweer):** Regen kledij en paraplu's in de huishoek. **Voorbeeld (geboorte zus/broer):** Boeken en babyspullen in de boeken- en huishoek. **Voorbeeld (werken aan de straat):** Materialen en werkkledij voor de bouwhoek.
* **Afwisseling van materiaal:** Het vervangen van bepaald materiaal kan leiden tot nieuwe spelmogelijkheden.
> **Voorbeeld:** Legoblokken vervangen door ander constructiemateriaal, of het aanbieden van 'buizen' in de bouwhoek.
* **De talentenarchipel:** Deze kan gebruikt worden om talenten van kinderen te prikkelen en in te bedden in de hoeken.
### 2.3 Uitdagende hoekideeën
Hoeken hoeven niet altijd 'af' te zijn en kunnen flexibel worden ingericht.
* **Kosteloos materiaal:** Nodigt uit tot creativiteit en kan budgetvriendelijk zijn.
* **Verrijkingsdozen:** Kunnen door leerkrachten of kinderen zelf worden gekozen op basis van thema of observaties. Ze kunnen in 'lege' hoeken gebruikt worden om een thema uit te werken of in verschillende hoeken van de klas ingezet worden.
* **Flexibele inrichting:** Het idee van 'klas van de toekomst' pleit voor flexibele, mobiele inrichtingen, minder vaste hoeken en prikkelarme omgevingen die de fantasie stimuleren. Dit kan door het gebruik van mobiele eilanden, flexibele wanden en het afbakenen van zones met tapijten of tape in plaats van hoge kasten.
* **'Lege' hoeken:** Een hoek die na het onthaal leeg blijft en door de kinderen zelf kan worden ingericht naar gelang hun interesses, bijvoorbeeld als kermis, restaurant of museum.
### 2.4 Op stage: observeren en verrijken van hoeken/speelzones
Tijdens de stage is het van belang om de bestaande hoeken en speelzones te observeren om te bepalen of en hoe deze verrijkt kunnen worden.
* **Observeren:**
* Wie speelt er in de hoek?
* Welke materialen zijn aanwezig?
* Wat doen kinderen met het materiaal?
* Welke spelsoorten worden beoefend?
* Welke ontwikkelingsdomeinen komen aan bod?
* Beoordeel de betrokkenheid en het welbevinden van de kinderen.
* **Interpreteren en conclusies trekken:** Begrijp waarom een hoek wel of niet aanspreekt en welke behoeften er zijn voor verrijking.
* **Verrijken van hoeken:** Dit kan door middel van een hoekenfiche, waarbij men start met basismateriaal en dit vervolgens verrijkt. Hierbij wordt rekening gehouden met:
* Aansluiting bij geobserveerde noden en interesses.
* Voldoende en degelijk materiaal.
* Realiteitsnabijheid en aansluiting bij de leefwereld.
* Stimulering van creativiteit en voldoende spelmogelijkheden.
* Aansluiting bij het ontwikkelingsniveau en verschillende ontwikkelingskansen.
* Sfeervolle, motiverende en toegankelijke inrichting.
* Geleidelijke opbouw en differentiatie rekening houdend met verschillen tussen kinderen (gender, leefwereld, talenten).
* Mogelijkheden voor het breken met 'vaste' hoeken, zoals mobiele hoeken, verrijkingsdozen, buitenhoeken en 'lege' hoeken.
* **Concrete impulsen:** Denk na over manieren om het spel te stimuleren, zowel door het aanbieden van materiaal als door de begeleiding van de leerkracht.
> **De 3 V's van begeleiding:**
>
> 1. **Verkennen:** Rust nemen, observeren, inleven in de ervaring van het kind.
>
> 2. **Verbinden:** Op kleuterhoogte meespelen, interesse tonen, meegaan met de belangstelling, handelingen spiegelen, verwoorden wat het kind doet, andere kinderen betrekken.
>
> 3. **Verrijken:** Blijven verwoorden, eigen situatie toevoegen, een spelidee opperen, een nieuw attribuut voorstellen.
>
> **Soorten didactische impulsen:**
>
> * **Gezamenlijke oriëntatie:** Vooruitblikken op een nieuwe hoek, motiveren en prikkelen.
>
> * **Structureren:** Voorwaarden scheppen voor spel (tijd, ruimte, afspraken).
>
> * **Verdiepen:** Nieuwe ideeën, materialen of informatie aanreiken.
>
> * **Verbreden:** Andere activiteiten bij het spel betrekken.
>
> * **Handelingsmogelijkheden toevoegen:** Leermomenten inbouwen door problemen aan te bieden.
>
> * **Reflecteren:** Kinderen laten vertellen over hun spel, nadenken over hun handelen.
>
* * *
# Klassiek versus hedendaags klasinrichting
Dit onderwerp verkent de evolutie van klasinrichting, beginnend bij de traditionele hoekenindeling en evoluerend naar hedendaagse concepten zoals flexibele, mobiele en prikkelarme ruimtes, met een focus op de rol van meubilair en materialen.
### 3.1 De kracht van de omgeving
De omgeving heeft een significante invloed op hoe kinderen zich voelen, gedragen en leren. Een klaslokaal moet zodanig ingericht zijn dat kleuters zich er thuis voelen, gestimuleerd worden om te leren door prikkeling van de zintuigen, nieuwsgierigheid en verwondering op te wekken, en hun intellect te stimuleren. Spel is hierbij essentieel als middel voor kinderen om indrukken te verwerken, ervaringen te oefenen en te leren.
### 3.2 Kenmerken van klasinrichting
#### 3.2.1 Stap 1: Inrichting als een architect
**De traditionele hoekenindeling:**
* Een hoek is een herkenbare zone voor een specifieke activiteit met toegankelijk materiaal.
* Kenmerken van een hoek zijn beslotenheid en specifieke uitrusting.
* Afbakening kan ook subtiel gebeuren met matten, niet enkel met hoge kasten.
**Voordelen van werken met hoeken:**
* Mogelijkheid tot diverse activiteiten tegelijkertijd.
* Minder afleiding door andere activiteiten, wat concentratie bevordert.
* Vergemakkelijkt keuzes voor kinderen door een geordend aanbod.
* Creëert overzichtelijkheid en nodigt uit tot spontaan spel.
**Criteria bij het indelen van de ruimte in hoeken:**
* Plaats luide hoeken niet naast rustige hoeken.
* Zorg voor logische nabijheid (bv. water bij zandtafel).
* Maak uitwisseling tussen hoeken mogelijk (bv. bouwhoek en huishoek).
* Zorg voor voldoende afstand tussen gerelateerde hoeken (bv. winkel en huishoek).
* Garandeer voldoende licht in specifieke hoeken (bv. leeshoek, beeldende hoek).
* Plaats ontdektafels strategisch om hinder te vermijden.
* Creëer voldoende open ruimte voor beweging en zelfinrichting.
* Beperk het aantal tafels en stoelen.
* Varieer de grootte van hoeken: zowel ruimere hoeken voor groepsspel als rustige hoeken voor individueel spel.
**Recente tendens: De 'Klas van de Toekomst'**
* **Flexibel, mobiel en prikkelarm:** Deze visie kenmerkt de hedendaagse klasinrichting.
* **Afschaffing of vermindering van hoeken:** Meer focus op open ruimtes en flexibele opstellingen.
* **Eilanden en mobiele elementen:** Grote tafels met bergruimte, poefs, matjes, kussens om spelzones af te bakenen en samenkomsten te faciliteren.
* **Meer beweging:** Minder zitten, meer staan en bewegen door het gebruik van matten en poefs.
* **Flexibel meubilair:** Overzichtelijk en gemakkelijk verplaatsbaar voor diverse opstellingen.
* **Neutraal en minder materiaal:** Stimuleert de fantasie en creativiteit van kinderen.
* **Prikkelarm en rustgevend:** Wakkert de fantasie aan en bevordert zelfstandigheid en samenspel.
* **Kindgestuurde inrichting:** Kinderen bepalen mede hoe hun speelruimte eruitziet.
**Aanpassingen aan de 'Klas van de Toekomst' met kleine ingrepen:**
* Maak hoeken zo open mogelijk en vermijd hoge kasten ertussen.
* Gebruik matten of tape voor subtiele afbakening.
* Vermijd overvolle hoeken; zorg voor afwisseling in materialen.
* Verwijder enkele stoelen om meer beweging te stimuleren.
* Creëer ruimte voor beweging in de klas.
* Sta toe dat spel zich tussen hoeken uitbreidt.
* Overweeg welke hoeken essentieel zijn (bv. rusthoek, rollenspelhoek).
* Maak de kring flexibel en aanpasbaar.
**Minder vaste hoeken:**
* Geef enkele hoeken een vaste plaats (bv. beeldende hoek, boekenhoek).
* Maak de kring na het onthaal een 'lege' hoek die kinderen naar interesse kunnen inrichten (bv. kermis, restaurant).
* Gebruik tapijtjes en mobiele tafels.
**Klasdoorbrekend werken:**
* Deel hoeken met andere klassen om ruimte te creëren voor extra hoeken.
* Kan leiden tot co-teaching, waarbij twee leerkrachten een grote groep begeleiden.
#### 3.2.2 Stap 2: Voorzie een rijk basisaanbod
Een rijk basisaanbod prikkelt, daagt uit en ondersteunt de volledige ontwikkeling van kleuters, zowel met als zonder thematische aankleding.
**Gediversifieerd aanbod aan hoeken/speelzones:**
* **Basishoeken:** Bouwhoek, huishoek, beeldende hoek zijn universeel relevant.
* **Rekening houden met leeftijd en ontwikkeling:** Jongere kleuters hebben baat bij ontdekbakken en kliedermateriaal; oudere kleuters bij rollenspelhoeken. De inrichting van hoeken moet een groei laten zien doorheen de kleuterschool.
* **Rekening houden met verschillen tussen kleuters:**
* **Interesses:** Stem aanbod af op interesses (bv. verkleedhoek, techniekhoek, bouwhoek).
* **Talenten:** Integreer alle ontwikkelingsdomeinen via de 'talentenarchipel' (fijne motoriek, taal, muziek, denken, beeld, samenspel, wereld, bewegen, wil & durf).
* **Noden, culturen, thuissituaties, gender.**
* **Ontwikkelingskansen en leergebieden:** Zorg dat hoeken meerdere domeinen aanspreken.
* **Spelsoorten:** Bied kansen voor diverse spelvormen.
**Kijk naar materiaal en speelgoed:**
* **Functies:** Materiaal inspireert, ondersteunt en verrijkt spel, en brengt kinderen samen.
* **Criteria voor materiaal:**
* **Doelgericht:** Lokt het materiaal rijk spel uit en draagt het bij aan het vooropgestelde doel?
* **Gevarieerd:** Herbekijk regelmatig het aanbod, wissel materialen af.
* **Speelbaar:** Is het materiaal afwasbaar, duurzaam en stevig?
* **Onbestemd materiaal (Loose parts):**
* Veelzijdige, flexibele materialen die uitnodigen tot oneindige creativiteit.
* Voorbeelden: takjes, steentjes, linten, bakblikken, lepels, plankjes, houten blokken, zand.
* Proces is belangrijker dan het eindproduct.
* Stimuleert fantasie, creativiteit, samenwerking, zelfvertrouwen en divergent denken.
* Observeren van spel met loose parts geeft inzicht in spelsoort, verhaallijn en geoefende handelingen.
**Verdere criteria voor kwaliteitsvolle hoeken:**
* **Materiaal:** Geef voorkeur aan 'echt' materiaal uit hun leefwereld.
* **Hoeveelheid:** Zorg voor voldoende, maar doseer materialen.
* **Motiverend en uitnodigend:** Verras met nieuwe en uitdagende prikkels.
* **Verbeelding en creativiteit:** Kies materialen die dit stimuleren (bv. 'loose parts', duurzame materialen, 'open end' materialen).
* **Combinatiemogelijkheden:** Creëer materiaal dat telkens ander spel uitlokt.
* **Spel tussen hoeken:** Laat spel zich over meerdere hoeken uitbreiden om meer ontwikkelingsdomeinen aan te spreken.
* **Geleidelijke opbouw:** Verrijk hoeken stapsgewijs (bv. thema-gerelateerde verrijking).
* **Spelmogelijkheden:** Bied diverse spelmogelijkheden binnen een hoek (bv. wassen in de huishoek).
**Kijk ook naar de buitenruimte:**
* **Verlengstuk van de klas:** Biedt mogelijkheden die binnen minder evident zijn (bv. blote-voeten-pad, constructies met groot materiaal).
* **Risico's nemen en grenzen verleggen:** De buitenruimte daagt kinderen hierin uit.
* **Exploratieplek:** Alles kan, van schilderen tot rustig spelen.
* **Zones:** Creëer zones voor verschillende soorten spel (bv. actieve, rustige, exploratiezone).
* **Afbakening:** Gebruik aanplanting, weggetjes, lijnen.
* **Outdoor education:** Wordt steeds belangrijker.
#### 3.2.3 Stap 3: Kom tegemoet aan de basisbehoeften van kleuters
**Fysieke basisbehoeften:**
* **Zichtbaarheid en ordening:** Materiaal moet goed zichtbaar en geordend zijn.
* **Toegankelijkheid:** Kinderen moeten zelfstandig aan het materiaal kunnen.
* **Bereikbaarheid:** Zorg voor toegankelijkheid voor kinderen met beperkingen.
* **Kleuterhoogte:** Richt hoeken in op ooghoogte van kinderen.
* **Beslotenheid:** Zorg voor nodige beslotenheid in rustige hoeken.
* **'Veilige' ruimte:** Plaats voor onafgewerkte stukken en rustige activiteiten.
**Psychologische basisbehoeften:**
* **Autonomie:** Zelfstandigheid bevorderen, ruimte geven voor plannen, inspraak in inrichting.
* **Verbondenheid:** Stimuleer interactie, laat kinderen zich herkennen in de omgeving (spiegels en vensters).
* **Competentie:** Aanbod afstemmen op mogelijkheden, uitdaging bieden, successen faciliteren, tentoongestelde werken bespreken.
#### 3.2.4 Stap 4: Kijk als een prieelvogel
* **Sfeer en esthetiek:** Kies materialen, kleuren en planten die bijdragen aan een gezellige en uitnodigende sfeer.
* **Sfeer in de hoek:** Zorg dat de sfeer past bij de bedoeling van de hoek.
* **Speluitnodigingen:** Presenteer materialen op een manier die exploratie stimuleert.
* **Prikkelovervloed vermijden:**
* Versober de klasinrichting en selecteer overbodig materiaal.
* Een ordelijke en sobere inrichting bevordert concentratie.
* Laat kinderen kiezen welke werkjes getoond worden.
* Streef naar een 'prikkeljuiste' inrichting: kalmte en optimale prikkeling.
* **Auditieve prikkels:** Overweeg koptelefoons, geluidsdempende materialen (tapijt, doppen).
#### 3.2.5 Stap 5: Observeren, reflecteren, aanpassen
* **Continu proces:** Klasinrichting is dynamisch en moet aangepast worden aan veranderende behoeften.
* **Observeren:** Controleer of de inrichting nog aansluit bij de behoeften van kinderen en leerkracht.
* **Reflecteren:** Evalueer of alle talenten, interesses en ontwikkelingsdomeinen aan bod komen.
* **Aanpassen:** Pas de inrichting aan indien nodig.
* **Materiaalvariatie:** Vul basismateriaal aan met nieuwe materialen om spelmogelijkheden te creëren.
* **Vragen voor reflectie:**
* Heeft de hoek verrijking nodig?
* Is er nog grote betrokkenheid?
* Wat hebben kinderen nodig om hun spel uitdagend te maken?
* Welke plaatsen en materialen kiezen kinderen (altijd, soms, nooit)?
* Wat zijn hun geliefde activiteiten en welke belemmeringen ervaren ze?
* Zijn er hoeken die extra aandacht vragen?
### 3.3 Verder verrijken van de hoeken / speelzones
#### 3.3.1 Hoeken verrijken: spel als verwerkingsvorm van indrukken
* **Doelgericht verrijken:** Kleuters verwerken indrukken via spel in verrijkte hoeken.
* **Functies van verrijking:** Herbeleven, verwoorden, rollen en situaties nabootsen, emoties uiten, verbanden leggen, nieuwe woordenschat oefenen.
* **Verrijkte hoek als verwerkingsplek:** Spel en leren komen hier samen.
* **Rol van de leerkracht:** Observeren, meespelen, impulsen geven, aansluitend materiaal aanbieden.
> **Voorbeeld:** Na een bezoek aan een huisarts wordt de huishoek een dokterspraktijk met rollenspel, medische materialen en taalontwikkeling.
#### 3.3.2 Andere inspiratiebronnen voor verrijking
* **Observaties van spel:** Anticipeer op spelgedrag en pas het aanbod aan (bv. autobanen, mik- en gooispel).
* **Expliciete en impliciete vragen van kinderen:** Speel in op wat kinderen vragen of tonen.
* **Ontwikkelingsdomeinen:** Concretiseer domeinen met ervaringen (bv. bakkersmateriaal om drama en motoriek te stimuleren).
* **Thema's:** Pas hoeken aan op basis van thema's (bv. heksenhoek, postkantoor).
> **Voorbeeld:** Exploratiebak met confetti en slingers voor een 'feest'-thema, of met houtsnippers en dieren voor een 'boerderij'-thema.
* **Verhalen:** Verwerk verhalen via speelgoed en materiaal (verteltafel, rollenspel).
* **Actuele gebeurtenissen:** Pas hoeken aan aan gebeurtenissen (bv. regenboekkledij, babyspullen, bouwmateriaal voor wegenwerken).
* **Afwisseling in materialen:** Introduceer nieuwe materialen om spel te vernieuwen (bv. buizen in de bouwhoek).
* **Talentenarchipel:** Gebruik deze als inspiratie om talenten van kinderen te prikkelen.
#### 3.3.3 Uitdagende hoekideeën
* **Niet altijd 'af':** Hoeken mogen open en uitdagend zijn.
* **Niet altijd 'vast':** Breek met vaste hoeken door mobiele inrichtingen.
* **Kosteloos materiaal:** Stimuleert creativiteit.
* **Verrijkingsdozen:**
* Aanpasbaar per thema of observatie.
* Kunnen door kinderen zelf gekozen worden voor specifieke noden en interesses.
* Kunnen ook in 'lege' hoeken gebruikt worden of in meerdere hoeken passen.
### 3.4 Op stage
#### 3.4.1 Observeren van hoeken/speelzones
* **Observatieproces:** Observeer wat er in hoeken gebeurt om te bepalen of verrijking nodig is.
* **Focus:** Betrokkenheid, welbevinden, aantrekkelijkheid van de hoek, gebruikte materialen en spelsoorten.
* **Analyse:** Interpreteer observaties en trek conclusies.
* **Acties:** Plan verrijkingsactiviteiten.
#### 3.4.2 Verrijken van hoeken/speelzones: Hoekenfiche
* **Voorbereiding:** Gebruik een voorbereidingsfiche om hoeken te verrijken of nieuwe hoeken te creëren.
* **Vertrekpunt:** Basismateriaal.
* **Belangrijke aandachtspunten voor materiaal:**
* Aansluiting bij noden en interesses.
* Voldoende en degelijk materiaal.
* Realistisch en levensecht.
* Bevordering van creativiteit (open einde).
* Voldoende spelmogelijkheden.
* Aansluiting bij ontwikkelingsniveau.
* Verschillende ontwikkelingskansen.
* Sfeervol, motiverend en uitnodigend.
* Toegankelijk en goed zichtbaar.
* Geleidelijke opbouw.
* Rekening houden met verschillen (gender, leefwereld, talenten).
* Aanzet tot differentiatie.
* **Variatie in inrichting:** Overweeg mobiele hoeken, verrijkingsdozen, buitenhoeken, lege hoeken.
* **Concrete impulsen:** Plan impulsen voor spelmogelijkheden en begeleiding.
* **Begeleiding (3 V's: Verkennen, Verbinden, Verrijken):**
* **Verkennen:** Observeren, inleven, luisteren.
* **Verbinden:** Meegaan met het kind, tonen van belangstelling, spiegelen, verwoorden, betrekken van anderen.
* **Verrijken:** Verwoorden, eigen situatie inbrengen, toevoegen van materiaal, spelideeën aanreiken.
* **Soorten didactische impulsen:** Gezamenlijke oriëntatie, structureren, verdiepen, verbreden, handelingsmogelijkheden toevoegen, reflecteren.
* * *
# Praktische toepassingen en observatie op stage
Dit thema richt zich op de concrete toepassing van het inrichten en verrijken van speelzones tijdens een stage, met speciale aandacht voor observatietechnieken en het gebruik van een hoekenfiche.
### 4.1 Observeren van hoeken/speelzones
Tijdens de stage is het cruciaal om de bestaande hoeken en speelzones in de klas te observeren. Dit proces helpt de student om te beoordelen of een hoek verrijking nodig heeft en of de betrokkenheid van de kinderen hoog genoeg is. De observatie dient als basis voor het aanpassen van het spelaanbod en het creëren van een uitdagendere speelomgeving.
**Observatieproces:**
1. **Observatie van de hoek:**
* Wie speelt er in de hoek?
* Welke materialen zijn aanwezig?
* Wat doen de kinderen met het materiaal?
* Welk type spel wordt er geobserveerd?
* Welke ontwikkelingsdomeinen komen aan bod? (vanaf het tweede semester)
2. **Interpretatie en conclusies:** Na de observatie volgt een analyse van de bevindingen.
3. **Acties voor verrijking:** Op basis van de interpretaties worden concrete stappen geformuleerd om de hoek te verrijken.
**Vragen voor interpretatie:**
* Wat is de betrokkenheid en het welbevinden van de kinderen in deze hoek?
* Spreekt de hoek de kinderen aan? Waarom (wel/niet)?
* Hoe verhoudt de hoek zich tot de criteria voor een goede hoek?
> **Tip:** Het gebruik van een gestandaardiseerde observatiefiche (zoals de "observatiefiche voor hoeken/speelzones op Questi" genoemd in de bron) kan helpen om systematisch alle relevante aspecten te registreren.
### 4.2 Verrijken van hoeken/speelzones: Hoekenfiche
Het voorbereiden en verrijken van hoeken gebeurt aan de hand van een voorbereidingsfiche, de zogenaamde "hoekenfiche". Dit instrument is essentieel voor het gestructureerd aanpakken van hoekverrijking.
**Doel van de hoekenfiche:** De fiche helpt bij het uitwerken van een hoek, beginnend bij het basismateriaal en leidend tot gerichte verrijking. Het kan ook gebruikt worden bij het creëren van een volledig nieuwe hoek.
**Criteria voor een kwaliteitsvolle hoek bij het uitwerken van de fiche:**
* **Aansluiting bij behoeften en interesses:** Het aanbod moet relevant zijn voor de geobserveerde noden en interesses van de kinderen.
* **Voldoende en degelijk materiaal:** Zorg voor voldoende materiaal dat van goede kwaliteit is.
* **Realiteitsnabij en levensecht:** Het materiaal moet aansluiten bij de leefwereld van de kinderen.
* **Bevorderen van creativiteit:** Het materiaal moet kinderen uitnodigen tot creatief spel en mag een "open einde" hebben.
* **Voldoende spelmogelijkheden:** Het materiaal moet diverse spelpatronen faciliteren.
* **Aansluiting bij ontwikkelingsniveau:** De materialen en spelmogelijkheden moeten passen bij het ontwikkelingsniveau van de kleuters.
* **Verschillende ontwikkelingskansen:** Zorg dat diverse ontwikkelingsdomeinen aan bod komen.
* **Sfeervol en uitnodigend:** De hoek moet motiverend en aantrekkelijk zijn ingericht.
* **Toegankelijk en zichtbaar materiaal:** Materiaal moet gemakkelijk te bereiken en te zien zijn.
* **Geleidelijke opbouw:** De inrichting kan stapsgewijs worden opgebouwd.
* **Rekening houden met verschillen:** Houd rekening met diversiteit in gender, leefwereld en talenten van de kinderen.
* **Aanzet tot differentiatie:** De inrichting kan kinderen stimuleren tot verschillende niveaus van spel en activiteit.
**Strategieën voor het doorbreken van vaste hoeken:**
* **Mobiele hoeken:** Hoeken die flexibel verplaatst kunnen worden.
* **Verrijkingsdozen:** Dozen met thematisch of interesse-gebaseerd materiaal dat de hoek kan verrijken.
* **Buitenhoeken:** Het inrichten van speelzones in de buitenomgeving.
* **"Lege" hoeken:** Ruimtes die kinderen zelf kunnen inrichten naar eigen behoefte en interesse.
**Concrete impulsen voor spel:**
Bij het begeleiden van spel is het belangrijk om kinderen te stimuleren en te ondersteunen. Dit kan door:
* **Mee te spelen en te doen wat kinderen doen:** Observeer en neem deel aan het spel van de kinderen.
* **Tussenkomsten die leiden tot meer betrokkenheid:** Kleine interventies kunnen de spelbetrokkenheid vergroten.
De **3 V's** (Verkennen, Verbinden, Verrijken) bieden een kader voor begeleiding:
* **Verkennen:** Rust nemen, observeren, luisteren naar het kind, zich inleven in hun ervaring.
* **Verbinden:** Op kleuterhoogte aanwezig zijn, belangstelling tonen, meegaan met hun interesse, handelingen spiegelen, het spel verwoorden en andere kinderen betrekken.
* **Verrijken:** De observaties blijven verwoorden, de eigen situatie inbrengen, materiaal toevoegen dat aansluit bij het spel, spelideeën aanreiken en nieuwe attributen voorstellen.
**Manieren om te verrijken/verdiepen:**
* Kinderen helpen zich in te leven in een rol.
* Kinderen informatie bieden over de situatie waarover ze spelen.
* Kinderen helpen de situatie en handelingen te verwoorden.
* Kinderen helpen plannen en ideeën op elkaar af te stemmen.
* Nieuwe impulsen geven (verhaalideeën, impressies).
* Hulp bieden met materialen en middelen.
* Emoties laten uitspelen en gevoelens aanvaarden en verwoorden.
**Soorten didactische impulsen:**
* **Gezamenlijke oriëntatie:** Vooruitblikken op nieuwe hoeken of verrijkingen om kleuters te motiveren en te prikkelen.
* **Structureren:** Voorwaarden creëren voor spel, zoals voldoende tijd en ruimte, en het ondersteunen van afspraken.
* **Verdiepen:** Nieuwe verhaal- en spelideeën, materialen of informatie aanreiken.
* **Verbreden:** Andere activiteiten koppelen aan het spel.
* **Handelingsmogelijkheden toevoegen:** Leermomenten creëren door kinderen voor problemen te plaatsen en hen technieken of vaardigheden aan te reiken.
* **Reflecteren:** Kinderen laten vertellen of laten zien over hun spel, hen laten nadenken over hun handelen en hun behoeften voor verder spel laten aangeven.
* * *
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
* Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
* Let op formules en belangrijke definities
* Oefen met de voorbeelden in elke sectie
* Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Rijke leeromgeving | Een omgeving die ontworpen is om kleuters te stimuleren, uit te dagen en te ondersteunen in hun ontwikkeling, zowel op fysiek, cognitief, sociaal als emotioneel vlak. |
| Hoeken / Speelzones | Duidelijk herkenbare gebieden in de klas die gereserveerd zijn voor specifieke activiteiten of thema's, met toegankelijk materiaal om spontaan spel en leren te bevorderen. |
| Basismilieu | De fundamentele inrichting en het aanbod van een klaslokaal, inclusief de indeling in speelzones en de basisuitrusting, die de basis vormt voor een rijke leerervaring. |
| Verrijking van hoeken | Het proces van het toevoegen van materialen, thema's of prikkels aan bestaande hoeken om het spel te verdiepen, de betrokkenheid te verhogen en nieuwe leerervaringen te faciliteren. |
| Loose parts (onbestemd materiaal) | Veelzijdige, niet-specifieke materialen die kinderen uitnodigen tot oneindig veel creatieve toepassingen en spelvormen, zoals takjes, steentjes, linten of bakblikken. |
| Talentenarchipel | Een model dat verschillende ontwikkelingsdomeinen (eilanden) weergeeft, gebruikt om te analyseren welke talenten van kleuters aangesproken worden in de klasinrichting en het aanbod. |
| Prikkelarm | Een inrichting die gericht is op het verminderen van overmatige visuele en auditieve prikkels in de klasomgeving, om de concentratie en het welbevinden van kinderen te bevorderen. |
| Autonomie | De psychologische basisbehoefte van een kind om controle te ervaren en eigenaarschap te voelen over zijn eigen handelen en omgeving, wat gestimuleerd wordt door zelfstandigheid en inspraak. |
| Verbondenheid | De psychologische basisbehoefte van een kind om zich deel te voelen van een groep, wat bevorderd wordt door interactie, herkenning van de eigen leefwereld en een gevoel van erbij horen. |
| Competentie | De psychologische basisbehoefte van een kind om zich bekwaam en succesvol te voelen, wat aangemoedigd wordt door een uitdagend, maar haalbaar aanbod en de mogelijkheid om successen te ervaren. |
| Spel als verwerkingsvorm | Het proces waarbij kinderen via spel hun ervaringen, indrukken en emoties herbeleven, uiten en betekenis geven, wat essentieel is voor hun ontwikkeling en leren. |
| Hoekenfiche | Een gestructureerd document dat gebruikt wordt om hoeken of speelzones te observeren, analyseren en te plannen voor verrijking, vaak gebruikt tijdens stageperiodes. |
| Didactische impulsen | Specifieke handelingen of interventies van de leerkracht die bedoeld zijn om het spel, de exploratie en het leerproces van kleuters te structureren, verdiepen of verbreden. |