Cover
Comença ara de franc verz_11_2025_2026_successierechten_en_successieplanning.pdf
Summary
# Successieplanning en levensverzekeringen als instrumenten
Dit onderwerp verkent successieplanning en de rol van levensverzekeringen bij het beperken van successierechten en het beheren van nalatenschappen [1](#page=1) [3](#page=3).
### 1.1 De principes van successieplanning
Successieplanning is cruciaal omdat successierechten in België aanzienlijk kunnen zijn. Het doel is om naasten te beschermen en op legale wijze de successierechten te beperken met behulp van financiële technieken. Successieplanning is geen eenmalige actie, maar vereist regelmatige evaluatie en bijsturing, aangezien deze beïnvloed kan worden door veranderingen in de financiële en familiale situatie [3](#page=3).
#### 1.1.1 Factoren die een rol spelen
Bij successieplanning zijn verschillende factoren van belang [4](#page=4):
* **Termijn**: Rekening houden met zowel een direct overlijden als een leven dat nog jaren duurt [4](#page=4).
* **Twee luiken**:
* **Burgerrechterlijk luik**: Bepaalt wie beschermd moet worden (partner, kinderen, etc.) [4](#page=4).
* **Fiscaal luik**: Meet en beperkt de belastingdruk [4](#page=4).
* **Gezinssituatie**: De planning is steeds afhankelijk van de specifieke gezinssituatie, variërend van een vrijgezel zonder kinderen tot een nieuw samengesteld gezin met kinderen uit eerdere relaties [4](#page=4).
#### 1.1.2 Stappen voor een complete successieplanning
Een complete successieplanning omvat doorgaans vier stappen [5](#page=5):
1. **Vermogen inventariseren**: Vaststellen wat de nalatenschap zal omvatten en waarvan men eigenaar is, inclusief het nakijken van het huwelijkscontract [5](#page=5).
2. **Erfgenamen identificeren**: Bepalen wie de erfgenamen zijn, rekening houdend met testamenten, wettelijk erfrecht en reservataire erfgenamen [5](#page=5).
3. **Successierechten berekenen**: Nagaan hoeveel successierechten de erfgenamen zullen moeten betalen en of successieplanning noodzakelijk is [5](#page=5).
4. **Plannen**: Pas na de voorgaande stappen wordt de daadwerkelijke planning opgesteld, gebruikmakend van instrumenten zoals een huwelijkscontract, testament, schenking, beding van aanwas of een levensverzekering [5](#page=5).
### 1.2 Levensverzekeringen als instrument in successieplanning
Levensverzekeringen bieden diverse mogelijkheden binnen successieplanning. Ze kunnen fungeren als alternatief voor testamenten of schenkingen [47](#page=47) [53](#page=53) [66](#page=66) [6](#page=6) [89](#page=89).
#### 1.2.1 Specifieke toepassingen van levensverzekeringen
Verschillende specifieke toepassingen van levensverzekeringen in successieplanning worden genoemd:
* **Levensverzekering als alternatief voor testament** [47](#page=47) [53](#page=53) [66](#page=66) [6](#page=6) [89](#page=89).
* **Levensverzekering als alternatief voor schenking** [47](#page=47) [53](#page=53) [66](#page=66) [6](#page=6) [89](#page=89).
> **Tip:** Dit biedt vaak een fiscaal gunstigere behandeling dan directe schenkingen, afhankelijk van de specifieke situatie en de geldende wetgeving [48](#page=48).
* **Schenken van een levensverzekering** [47](#page=47) [53](#page=53) [66](#page=66) [6](#page=6) [89](#page=89).
> **Example:** Een levensverzekeringscontract kan zelf geschonken worden, waarbij de begunstiging en de premiebetalingen worden geregeld ten gunste van de erfgenamen [54](#page=54).
* **Combinatie van schenking en levensverzekering** [47](#page=47) [53](#page=53) [66](#page=66) [6](#page=6) [89](#page=89).
> **Example:** Dit kan bijvoorbeeld door een deel van het vermogen te schenken en het resterende deel via een levensverzekering te regelen, om zo de successierechten te optimaliseren [67](#page=67).
* **Levensverzekering met twee verzekeringsnemers** [47](#page=47) [53](#page=53) [66](#page=66) [6](#page=6) [89](#page=89).
> **Example:** Dit type polis kan nuttig zijn voor echtparen of samenwonenden om de overgang van vermogen bij overlijden van een van hen te regelen [90](#page=90).
* **Vennotenpolis** [47](#page=47) [53](#page=53) [66](#page=66) [6](#page=6) [89](#page=89).
> **Example:** Een vennotenpolis wordt vaak gebruikt binnen vennootschappen om bij het overlijden van een vennoot een financiële oplossing te bieden voor de overblijvende vennoten .
* **Successierechtenverzekering** [47](#page=47) [53](#page=53) [66](#page=66) [6](#page=6) [89](#page=89).
> **Example:** Deze specifieke verzekering dekt de te betalen successierechten, waardoor de erfgenamen niet gedwongen worden om activa te verkopen om de belasting te voldoen .
* **Generation skipping met levensverzekering**. Dit instrument laat toe om vermogen direct door te geven aan kleinkinderen of latere generaties, vaak met fiscale voordelen [47](#page=47) [53](#page=53) [66](#page=66) [6](#page=6) [89](#page=89).
---
# Successierechten op uitkeringen van levensverzekeringen
Dit gedeelte behandelt de specifieke fiscale regels en uitzonderingen met betrekking tot successierechten op uitkeringen van levensverzekeringscontracten, met een focus op de toepassing van artikel 8 van het Wetboek Successierechten en de latere Vlaamse Codex Fiscaliteit [8](#page=8) [9](#page=9).
### 2.1 Algemene principes en fictie
Hoewel de uitkering van een levensverzekering in beginsel niet tot het vermogen van de overledene behoort en dus niet automatisch deel uitmaakt van de nalatenschap, kan deze toch belastbaar gesteld worden. Artikel 8 van het Wetboek Successierechten introduceert een fictie door te stellen dat alle sommen, renten of waarden die iemand kosteloos ontvangt bij het overlijden van een ander, ingevolge een contract dat een door de overledene gemaakt beding ten behoeve van de verkrijger bevat, als een legaat worden beschouwd. Sinds 1 januari 2015 is dit geregeld in artikel 2.7.1.0.6. van de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF). Deze fictie heeft als doel om het kapitaal toch te onderwerpen aan successierechten, waarbij een derde begunstigde fiscaal gelijkgesteld wordt met een legataris [10](#page=10) [8](#page=8) [9](#page=9).
#### 2.1.1 Meldingsplicht
De verzekeringsmaatschappij is verplicht de 'Administratie van Registratie en Domeinen' (nu onderdeel van de Vlaamse overheid) in te lichten telkens wanneer een bedrag wordt uitgekeerd naar aanleiding van het overlijden van een inwoner van het koninkrijk. Dit gebeurt door het opstellen van een 'lijst 201', wat nu artikel 3.13.1.3.7 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit is. Er bestaat ook een meldingsplicht bij het overlijden van de verzekeringsnemer [11](#page=11).
#### 2.1.2 Waardebepaling
De waarde die aangegeven moet worden voor de successierechten, wordt bepaald aan de hand van de overlijdensdekking die in het contract is opgenomen. Dit kan bijvoorbeeld een vast kapitaal zijn, of een percentage van de reserve (bv. 100% of 150%) [12](#page=12).
* **Tak 23:** De waarde wordt bepaald op het moment van aangifte van het overlijden aan de maatschappij [12](#page=12).
* **Tak 21 en Tak 26:** De waarde wordt bepaald op het ogenblik van het overlijden [12](#page=12).
### 2.2 Cumulatieve voorwaarden voor belastbaarheid
De uitgekeerde som wordt gelijkgesteld aan een legaat en dus onderworpen aan successierechten indien aan de volgende twee cumulatieve voorwaarden is voldaan [13](#page=13):
1. **Beding ten behoeve van een derde:** Dit houdt in dat de verzekeraar het kapitaal bij overlijden uitbetaalt aan een derde begunstigde die verschillend is van de verzekeringsnemer [13](#page=13).
2. **Begunstigde ten kosteloze titel:** Dit betekent dat de begunstiging gratis is ontvangen, zonder enige tegenprestatie [13](#page=13).
Een typische constructie hierbij is wanneer de verzekeringsnemer en de verzekerde dezelfde persoon zijn (A), en de begunstigde bij overlijden een andere persoon (B) [13](#page=13).
> **Tip:** Om successierechten te vermijden, is het cruciaal om na te gaan of aan één van deze voorwaarden niet is voldaan.
### 2.3 Situaties waarin géén successierechten verschuldigd zijn
Er zijn dus geen successierechten verschuldigd indien aan één van de volgende voorwaarden is voldaan [14](#page=14):
* **Géén beding ten behoeve van een derde:** Dit is het geval wanneer het beding ten behoeve van zichzelf is, wat betekent dat de begunstigde zelf de premies betaalt. Een voorbeeld hiervan is wanneer de verzekeringsnemer A is, de verzekerde B, en de begunstigde bij overlijden A zelf [14](#page=14).
* **Begunstiging niet gratis ontvangen (ten bezwarende titel):** Dit impliceert dat er een tegenprestatie aanwezig was [14](#page=14).
#### 2.3.1 Begunstiging ten bezwarende titel: voorbeelden
Begunstiging ten bezwarende titel houdt in dat de begunstigde een tegenprestatie levert, waardoor er geen successierechten verschuldigd zijn. Voorbeelden hiervan zijn [15](#page=15):
* De begunstigde heeft de premies zelf betaald [15](#page=15).
* De begunstigde is de hypotheeklener (bv. de bank) [15](#page=15).
* De begunstigde is de begrafenisondernemer [15](#page=15).
* De levensverzekering dient ter waarborg van een 'conventioneel beding van terugkeer' [15](#page=15).
* Een schuldsaldoverzekering waarbij de bank als begunstigde is aanvaard [15](#page=15).
#### 2.3.2 Uitgewerkte configuraties
Om de toepassing te verduidelijken, worden enkele configuraties besproken:
* **Configuratie 1 (Nalatenschap belastbaar):**
* Verzekeringsnemer: Vader
* Verzekerde: Vader
* Begunstigde overlijden: Dochter
* In dit geval betaalt de dochter successierechten op het kapitaal, omdat de verzekeringsnemer gelijk is aan de verzekerde, wat neerkomt op een beding ten behoeve van een derde [16](#page=16).
* **Configuratie 2 (Nalatenschap niet belastbaar):**
* Verzekeringsnemer: Vader
* Verzekerde: Grootvader
* Begunstigde overlijden: Vader
* De vader betaalt geen successierechten op het kapitaal, aangezien de verzekerde (grootvader) overlijdt, maar het beding ten behoeve van zichzelf (de vader) is [17](#page=17).
### 2.4 Successierechten bij overlijden van de verzekeringsnemer
Successierechten kunnen ook verschuldigd zijn bij het overlijden van de verzekeringsnemer in drie specifieke gevallen [18](#page=18):
1. **Prestatie op het ogenblik van het overlijden van de verzekeringsnemer:** Dit is relevant wanneer de verzekeringsnemer zelf overlijdt en de prestatie direct vrijkomt, zoals wanneer de verzekeringsnemer ook de verzekerde is, of wanneer beide tegelijkertijd overlijden [18](#page=18).
2. **Prestatie na het overlijden van de verzekeringsnemer:** De belastbaarheid wordt bepaald op het moment van het overlijden van de verzekeringsnemer, zelfs als de uitkering later volgt [18](#page=18).
3. **Prestatie in de 5 jaar vóór het overlijden van de verzekeringsnemer:** Indien de verzekeringsnemer overlijdt binnen vijf jaar na de uitkering aan de begunstigde, kunnen alsnog successierechten verschuldigd zijn [18](#page=18).
Bij het overlijden van de verzekeringsnemer wordt het contract in principe bevroren tot de eindvervaldag. De rechten van de verzekeringsnemer worden niet automatisch door de erfgenamen geërfd, maar kunnen wel overgedragen worden bij vooroverlijden van de verzekeringsnemer [19](#page=19).
### 2.5 Echtgeno(o)t(e) als begunstigde en het gemeenschapsstelsel
Bij echtgenoten die onder het stelsel van gemeenschap van goederen gehuwd zijn, is de vraag of het om een beding ten behoeve van een derde of van zichzelf gaat, minder relevant. De cruciale factor is of de begunstiging kosteloos of ten bezwarende titel is ontvangen, wat leidt tot drie mogelijkheden [20](#page=20):
* **Premies betaald uit eigen goed van de overledene:** Successierechten zijn verschuldigd op de volledige uitkering [20](#page=20).
* **Premies betaald uit eigen goed van de begunstigde echtgeno(o)t(e):** Geen successierechten verschuldigd [20](#page=20).
* **Premies betaald uit gemeenschappelijk goed:** Successierechten zijn verschuldigd op de helft van de uitkering [20](#page=20).
Bovendien is er successie verschuldigd op de helft van de theoretische afkoopwaarde van de levensverzekering op naam van de overlevende echtgeno(o)t(e) [20](#page=20).
#### 2.5.1 Voorbeelden met echtgenoten en gemeenschap
* **Overlijden van de man (verzekeringsnemer en verzekerde):**
* Begunstigde: Vrouw
* De vrouw betaalt erfbelasting op de helft van de uitkering, aangezien de premies uit de gemeenschap zijn betaald en het een kosteloos beding ten behoeve van de echtgenote betreft [21](#page=21).
* **Polis op naam van de overlevende echtgenoot:**
* Bij het overlijden van de vrouw, die de begunstigde was van een polis op haar naam (opgesteld door de man, ook verzekerde, met premies uit gemeenschap) betaalt zij erfbelasting op de helft van de afkoopwaarde. Later zullen de kinderen erfbelasting betalen op de totaliteit van die afkoopwaarde na het overlijden van de langstlevende echtgenoot [22](#page=22).
#### 2.5.2 Evolutie van de fiscale interpretatie
* **2006 (Federale Belastingadministratie):** Bij premies uit gemeenschappelijk vermogen werd de helft in de nalatenschap opgenomen. De langstlevende echtgenoot ontving het vruchtgebruik en het kind(eren) de blote eigendom. De langstlevende betaalde erfbelasting op de helft van de afkoopwaarde, en de kinderen na het overlijden van de langstlevende op de totaliteit [23](#page=23).
* **2009 (Rulingdienst):** Een nieuwe interpretatie stelde dat voor echtgenoten gehuwd onder het gemeenschapsstelsel, met een levenslange verzekering afgesloten met echtgenoot A als verzekeringsnemer en verzekerde, en echtgenoot B als begunstigde, en de premie betaald met gemeenschappelijke middelen, er geen successierechten verschuldigd waren. Dit om dubbele successierechten te vermijden, indien de voorwaarden voldaan waren [24](#page=24).
* **2010-2014:** De belastingadministratie bleef bij het standpunt van 2006 [25](#page=25).
* **Oplossing:** Er werd een overeenkomst opgemaakt die expliciet stelde dat men om praktische redenen geen afstand deed van de blote eigendom [25](#page=25).
* **Vanaf 1 januari 2017 (Vlaanderen, Wallonië en Brussel):** Erfbelasting is verschuldigd berekend op de helft van de reserve bij het overlijden van de begunstigde echtgenoot, maar slechts verschuldigd bij uitkering of afkoop. Bij latere uitkering is er erfbelasting op het resterende deel. Dit geldt ook voor Wallonië (vanaf 1/1/2022) en Brussel (vanaf 11/8/2022) [26](#page=26).
### 2.6 Levensverzekeringen gevestigd door een derde (verzekeringsnemer ≠ verzekerde)
Successierechten zijn ook verschuldigd voor contracten afgesloten door een derde, waarbij de verzekeringsnemer niet de verzekerde is [27](#page=27).
* **Situatie:**
* Verzekeringsnemer: A
* Verzekerde: B
* Begunstigde overlijden: C
* **Belastbaarheid bij overlijden van de verzekerde:** Successierechten zijn verschuldigd bij het overlijden van de verzekerde (B), tenzij de derde (A) de begunstiging 'kosteloos' heeft bedongen, wat neerkomt op een uit loutere vrijgevigheid [27](#page=27).
* **Niet-definitieve vrijstelling:** Deze vrijstelling is echter niet definitief. Als de derde begunstiger (A) zelf komt te overlijden binnen de vijf jaar na de uitkering aan C, zijn alsnog successierechten verschuldigd [27](#page=27).
#### 2.6.1 Toepassing
* **Overlijden van de verzekerde (Vader):**
* Verzekeringsnemer: Moeder
* Verzekerde: Vader
* Begunstigde overlijden: Kind
* In dit geval zijn er in principe geen successierechten verschuldigd, omdat de verzekeringsnemer verschilt van de verzekerde [29](#page=29).
* **Uitzondering:** Indien de moeder (verzekeringsnemer) overlijdt binnen 5 jaar na het overlijden van de vader (verzekerde), kunnen er alsnog successierechten verschuldigd zijn op de helft van de uitkering indien vader en moeder gehuwd waren onder een gemeenschapsstelsel [29](#page=29).
### 2.7 Groepsverzekering
Voor groepsverzekeringen die wettelijk zijn ingesteld voor loontrekkenden, zijn er in principe geen successierechten verschuldigd indien de begunstigde de volgende personen betreft [30](#page=30):
* Overlevende echtgeno(o)t(e)
* Kinderen tot 21 jaar
> **Let op:** Er is geen gelijkschakeling tussen de echtgeno(o)t(e) en de wettelijk samenwonende partner. Het Grondwettelijk Hof heeft in zijn arrest van 7 maart 2007 geoordeeld dat dit geen discriminatie inhoudt [30](#page=30).
---
# Levensverzekering als alternatief voor testament of schenking
Een levensverzekering kan strategisch ingezet worden als alternatief voor een testament of directe schenking, met specifieke juridische en financiële voordelen [32](#page=32).
### 3.1 Levensverzekering als alternatief voor testament
#### 3.1.1 Principe en gevolgen
Een testament is een manier om 'om niet' over een deel van de erfenis te beschikken, zonder tegenprestatie. Een levensverzekering kan een vergelijkbaar resultaat bereiken door een begunstigde aan te duiden buiten het wettelijk erfrecht, of door een wettelijke erfgenaam meer toe te kennen dan hem volgens de wet toekomt. Het kapitaal wordt bij overlijden van de nalater rechtstreeks aan de begunstigde uitgekeerd en komt niet eerst in de nalatenschap terecht, wat de begunstigde een direct recht geeft op het kapitaal (#page=34, 35) [33](#page=33) [34](#page=34) [35](#page=35).
#### 3.1.2 Rechtstreeks recht van de begunstigde
Tijdens de looptijd van de overeenkomst kunnen de schuldeisers van de verzekeringsnemer de begunstiging niet wijzigen ten gunste van zichzelf. Bij opeisbaarheid wordt het kapitaal rechtstreeks en persoonlijk aan de begunstigde uitgekeerd [35](#page=35).
#### 3.1.3 Beperkingen met betrekking tot reservataire erfgenamen
Een levensverzekering kan niet langer gebruikt worden om reservataire erfgenamen te onterven (#page=36, 37, 40). Vroeger konden de premies van een levensverzekering met spaarreserve onder art. 124 WLVO niet zomaar worden onderworpen aan de regels van 'inbreng en inkorting', tenzij ze kennelijk buiten verhouding stonden tot het vermogen van de verzekeringsnemer. Een uitspraak van het Grondwettelijk Hof in 2008 stelde dat dit art. 124 WLVO het gelijkheidsbeginsel schond, mede omdat Tak 23 levensverzekeringen anders behandeld werden dan effectenrekeningen [36](#page=36) [37](#page=37) [40](#page=40).
In 2010 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat levensverzekeringen die ten gunste van een echtgenoot of kind zijn afgesloten, bedoeld zijn om hen meer te geven dan wettelijk is bepaald, zonder de reserve van andere erfgenamen aan te tasten. In principe hoefde de begunstigde het reeds ontvangen deel niet te verrekenen met andere erfgenamen [38](#page=38).
Echter, de Wet van 10 december 2012 paste art. 124 WLVO aan, waardoor vanaf 1 september 2018 inkorting en ook inbreng mogelijk is, hoewel inbreng beperkt blijft tot afstammelingen [40](#page=40).
#### 3.1.4 Werkwijze: afsluiten spaar- of beleggingsverzekering
De constructie is als volgt:
* Verzekeringsnemer = nalater [41](#page=41).
* Verzekerde = nalater [41](#page=41).
* Begunstigde bij overlijden = derde [41](#page=41).
De nalater stort eenmalige of regelmatige premies. De nalater kan de begunstigde vrij kiezen, en dit recht wordt niet geërfd. De begunstiging kan steeds gewijzigd worden, tenzij de begunstigde deze reeds heeft aanvaard. De nalater behoudt diverse rechten over zijn reserve, zoals reductie, inpandgeving, voorschot, afkoop en overdracht van rechten [41](#page=41) [42](#page=42).
Bij overlijden van de nalater ontvangt de derde het overeengekomen overlijdenskapitaal, hetzij een vast kapitaal, hetzij een percentage van het spaarbedrag of van de stortingen. De successierechten kunnen hierbij worden ingecalculeerd [43](#page=43).
#### 3.1.5 Feitelijk samenwonenden
Levensverzekeringen zijn een ideale techniek voor feitelijk samenwonenden om elkaar te begunstigen (#page=44, 45) [44](#page=44) [45](#page=45).
* **Constructie A – A – A - B:** Verzekeringsnemer is partner 1, verzekerde is partner 1, begunstigde bij leven is partner 1, en begunstigde bij overlijden is partner 2. Partner 2 sluit een spiegelcontract af. Hier zijn successierechten verschuldigd omdat het een beding ten behoeve van een derde betreft, wat kan worden ingecalculeerd in het kapitaal [44](#page=44).
* **Constructie: A – B - A:** Verzekeringsnemer is partner 1, verzekerde is partner 2, en begunstigde bij overlijden is partner 1. Partner 2 sluit een spiegelcontract af. In dit geval zijn er geen successierechten verschuldigd, omdat de begunstigde zichzelf is [45](#page=45).
#### 3.1.6 Voordelen ten opzichte van een testament
* De begunstigde heeft een rechtstreeks recht op het kapitaal, vrij van schuldeisers van de nalatenschap [46](#page=46).
* Meestal goedkoper dan een notarieel testament [46](#page=46).
* Mogelijkheid tot aanvullende waarborgen [46](#page=46).
* Financieel aspect met potentieel rendement [46](#page=46).
#### 3.1.7 Bijkomende voordelen
* De nalater behoudt alle rechten [46](#page=46).
* Een levensverzekering is een veilig beleggingsinstrument, met risico's afhankelijk van de keuze (Tak 21, Tak 21 Universal Life, Tak 23) [46](#page=46).
* Geen beurstaks, geen meerwaardebelasting [46](#page=46).
* Mogelijkheid tot vrijstelling van roerende voorheffing [46](#page=46).
### 3.2 Levensverzekering als alternatief voor schenking
#### 3.2.1 Schenking met uitstel en bezwaren tegen handgift
Een handgift aan een minderjarig kind (bv. een petekind van 8 jaar) kent bezwaren: het kind is nog te jong, er is geen weg terug (onherroepelijk), en bij vroegtijdig overlijden van het kind komt de schenking in de nalatenschap van het kind en wordt het geld verdeeld onder diens ouders [49](#page=49).
#### 3.2.2 Oplossing met een universal life levensverzekering
Een oplossing is het afsluiten van een universal life levensverzekering [50](#page=50).
* Verzekeringsnemer = oom [50](#page=50).
* Verzekerde = kind (8 jaar) [50](#page=50).
* Begunstigde bij overlijden = oom [50](#page=50).
* Begunstigde bij leven = kind [50](#page=50).
Als het kind 18 jaar wordt, is de einddatum van het contract bereikt en wordt het kapitaal aan het kind uitgekeerd. Bij overlijden van het kind vóór de leeftijd van 18 jaar keert het geld kosteloos terug naar de oom, die zelf de verzekeringsnemer is, waardoor er geen successierechten verschuldigd zijn (#page=50, 52) [50](#page=50) [52](#page=52).
#### 3.2.3 Situatie bij overlijden van de oom
* Als het kind 18 jaar wordt na het overlijden van de oom, wordt het kapitaal uitgekeerd aan de begunstigde bij leven (het kind). Successierechten zijn verschuldigd door het kind, berekend op het moment van het overlijden van de oom [51](#page=51).
* Als het kind overlijdt na het overlijden van de oom en vóór 18 jaar, wordt de prestatie geleverd aan een eventuele plaatsvervangende begunstigde. Zoniet komt de prestatie in de nalatenschap van de oom, waarbij successierechten verschuldigd zijn op het moment van de prestatie [51](#page=51).
#### 3.2.4 Voordelen als alternatief voor schenking
* De verzekeringsnemer (bv. de oom) behoudt de controle over het kapitaal [52](#page=52).
* Het kind ontvangt het geld pas op de einddatum van het contract [52](#page=52).
* Bij vooroverlijden van het kind keert het geld kosteloos terug naar de oom [52](#page=52).
---
# Specifieke levensverzekeringsconstructies voor successieplanning
Dit onderdeel analyseert complexe levensverzekeringsopzetten die specifiek gericht zijn op successieplanning, met inbegrip van schenkingen, polissen met meerdere verzekeringsnemers, vennotenpolissen, successierechtenverzekeringen en generatieskips.
### 4.1 Schenking van een levensverzekering
Een levensverzekering kan deel uitmaken van een schenking, waarbij alle rechten van de initiële verzekeringsnemer worden overgedragen aan een andere persoon. Dit leidt ertoe dat de levensverzekering het vermogen van de schenker verlaat en overgaat naar het vermogen van de begiftigde, wat een "verzekeringsgift" wordt genoemd [55](#page=55).
#### 4.1.1 Voordelen van de schenking van een levensverzekering
Het schenken van een levensverzekering biedt aanzienlijke voordelen ten opzichte van het afkopen van de polis en schenken van het geld:
* **Geen premietaks verschuldigd** [56](#page=56).
* **Geen afkoop- en instapkosten** [56](#page=56).
* **Geen roerende voorheffing**, zelfs niet binnen de acht jaar na het afsluiten van de oorspronkelijke polis [56](#page=56).
Een nadelig alternatief is dat de schenker zijn polis afkoopt, het geld schenkt aan de begiftigde, die vervolgens een nieuwe polis afsluit. Dit leidt tot een tweemaal verschuldigde premietaks, afkoopvergoedingen op de eerste polis, instapkosten voor de nieuwe polis, en mogelijke roerende voorheffing als de afkoop binnen de acht jaar plaatsvindt zonder overlijdensdekking van ten minste 130% [56](#page=56).
#### 4.1.2 Wettelijke basis voor de overdracht
De overdracht van de rechten uit een verzekeringsovereenkomst is wettelijk verankerd in artikel 183 van de Verzekeringswet. Artikel 184 van dezelfde wet specificeert dat deze overdracht enkel geldig is via een bijvoegsel dat door de verzekeringsnemer (schenker), de begiftigde en de verzekeraar is ondertekend [57](#page=57) [58](#page=58).
#### 4.1.3 Fiscale implicaties (successierechten)
De nieuwe verzekeringsnemer ontvangt de levensverzekering in zijn vermogen zonder dat hierop successierechten verschuldigd zijn. Dit is met name relevant wanneer een contract van een dubbele verzekeringsnemer (bv. A en B) na het overlijden van één verzekeringsnemer (bv. A) overgaat naar een enkele verzekeringsnemer (bv. B). Het overlijden van A als eenmansverzekeringsnemer zou successierechten uitlokken, terwijl dit niet het geval is bij een dubbele verzekeringsnemer waar de langstlevende het contract behoudt. Een uitzondering hierop is wanneer de schenking gebeurt via hand- of bankgift, en de schenker binnen de vijf jaar na de schenking overlijdt [59](#page=59).
#### 4.1.4 Wijzen van overdracht
Naast schenking via een notariële of geregistreerde onderhandse schenkingsakte, kan de overdracht van rechten ook onderhands gebeuren. De overdracht van rechten kan ook bij overlijden plaatsvinden indien een specifieke clausule in het contract is voorzien, zoals: "bij overlijden van de verzekeringsnemer wordt de eigendom van het contract overgedragen aan de verzekerde" [60](#page=60) [61](#page=61).
#### 4.1.5 Beperkingen en uitzonderingen
Niet alle levensverzekeringscontracten kunnen zomaar geschonken worden [62](#page=62):
* **Gefiscaliseerde levensverzekeringen**: Hier moeten de verzekeringsnemer (VN) en de verzekerde (VE) dezelfde persoon zijn [62](#page=62).
* **Levensverzekering met een aanvaardende begunstigde**: Hiervoor is de uitdrukkelijke instemming van de begunstigde vereist [62](#page=62).
* **Contracten in pand gegeven of onderworpen aan beslag of collectieve schuldenregeling** [62](#page=62).
#### 4.1.6 Risico van vooroverlijden van de begiftigde
Indien de begiftigde (bv. kleinkind) overlijdt na de schenking, maar vóór de schenker, kan het contract geblokkeerd raken. Een oplossing hiervoor is het voorzien van een "conventioneel beding van terugkeer" [63](#page=63).
#### 4.1.7 Fiscale voordelen bij overdracht
Bij de overdracht van rechten op een levensverzekering zijn geen successierechten verschuldigd op het moment van de schenking. Tevens start er geen nieuwe termijn van acht jaar voor de roerende voorheffing [64](#page=64).
#### 4.1.8 Nieuwe interpretatie VLABEL en oplossingen
Sinds 1 maart 2016 werd de schenking van een levensverzekering in Vlaanderen niet langer als vrij van erfbelasting beschouwd. Oplossingen zoals afkoop gevolgd door schenking, of een wijziging van begunstiging (bv. AAB naar BAB naar BAC) werden overwogen. Vanaf 2017 werd de verzekeringsgift opnieuw mogelijk, waarbij erfbelasting verschuldigd is maar met een vermindering die overeenkomt met de schenkbelasting die reeds op het moment van de verzekeringsgift is geheven, om dubbele belasting te voorkomen. Dit geldt ook voor Brussel en Wallonië [65](#page=65).
### 4.2 Levensverzekering als planningstechniek met een meerderjarige begiftigde
Deze techniek omvat het schenken van gelden aan een meerderjarig persoon (bv. kleinkind) met de afspraak dat dit geld wordt belegd in een levensverzekering met eenmalige premie. De afspraak kan een last koppelen aan de schenking [69](#page=69).
#### 4.2.1 Principiële opzet
* Verzekeringsnemer (VN): Begiftigde (bv. kleinkind)
* Verzekerde (VE): Begiftigde (bv. kleinkind)
* Begunstigde bij overlijden (Beg. O): Schenker (bv. grootvader)
* Begunstigde bij leven (Beg. L): Begiftigde (bv. kleinkind) [69](#page=69).
#### 4.2.2 Bezwaren en oplossingen
Er kunnen drie belangrijke bezwaren rijzen:
1. **Wat bij vooroverlijden van de begiftigde?**
* **Probleem**: Als de begiftigde (kleinkind) overlijdt vóór de schenker (grootvader), gaat de prestatie van het contract naar de oorspronkelijke begunstigde bij overlijden (de grootvader). Dit wordt beschouwd als een kosteloos beding ten behoeve van een derde, waardoor successierechten verschuldigd zijn [71](#page=71).
* **Oplossing**: Een "conventioneel beding van terugkeer" opnemen in de schenking (artikel 951 Burgerlijk Wetboek). Dit houdt in dat bij vooroverlijden van de begiftigde de geschonken goederen terugkeren naar de schenker. Dit werkt als een ontbindende voorwaarde, waardoor de schenking geacht wordt nooit te hebben plaatsgevonden, en er geen successierechten verschuldigd zijn op deze terugkeer. De schenker moet echter wel de schenking, de datum ervan, en de specifieke clausule in de schenkingsakte en de polis kunnen bewijzen. Het beding van terugkeer moet ook expliciet vermelden dat het van toepassing is op de geschonken goederen en hun subrogaties, beleggingen of wederbeleggingen [72](#page=72) [73](#page=73) [74](#page=74).
* **Alternatief**: Een optioneel beding van terugkeer, waarbij de schenker een keuzerecht heeft om van het beding gebruik te maken [75](#page=75).
* **Andere opties**: Verschillende scenario's voor terugkeer kunnen worden voorzien, afhankelijk van of de begiftigde al dan niet afstammelingen heeft [76](#page=76).
* **Opmerking**: Het overlijdenskapitaal dient idealiter beperkt te worden tot het bedrag van de geschonken geldsom. Een overschrijding kan aanzien worden als een kosteloos beding ten behoeve van een derde, waarop successierechten verschuldigd zijn. Dit kan gebeuren door rendement (Tak 21) of meerwaarden (Tak 23) [77](#page=77).
2. **Behoudt de schenker controle over het geschonken bedrag?**
* **Probleem**: Aangezien de begiftigde (kleinkind) de verzekeringsnemer is, heeft hij alle rechten op het contract, inclusief het recht om af te kopen, geld op te nemen, begunstigden te wijzigen of het contract in pand te geven. Dit ondermijnt de zin van de constructie [78](#page=78).
* **Oplossing**: De schenker (grootvader) aanvaardt de begunstiging bij overlijden. Hierdoor kan de verzekeringsnemer zijn rechten op het contract niet uitoefenen zonder de toestemming van de aanvaardende begunstigde. Dit geldt voor afkopen, voorschotten opnemen, het contract in pand geven, of de rechten overdragen [79](#page=79).
* **Aanvaarding van begunstiging**: Dit recht komt uitsluitend toe aan de begunstigde zelf en kan niet door de echtgeno(o)t(e), partner of schuldeisers worden uitgeoefend. De aanvaarding kan ook beperkt worden in de tijd [80](#page=80).
3. **Kan de schenker een inkomen blijven genieten uit het geschonken bedrag?**
* **Probleem**: De intresten op het geschonken bedrag zijn in principe voor de verzekeringsnemer, maar de schenker wenst vaak nog een inkomen te genereren uit het geschonken bedrag [81](#page=81).
* **Oplossing**: De grootouder kan geplande of niet-geplande opvragingen doen uit het contract, mits het percentage beperkt blijft om geen terugname van de schenking te zijn. Het conventionele beding van terugkeer zorgt ervoor dat de rente bij het overlijden van de begiftigde eindigt. Een andere mogelijkheid is de overdracht van een gedeeltelijk recht van afkoop aan de schenker, waardoor deze zonder toestemming van de begiftigde een gedeeltelijke afkoop kan doen [82](#page=82).
#### 4.2.3 Wat bij overlijden?
* **Overlijden van de schenker (grootvader)**: Er is geen uitkering van het contract, geen meldingsplicht voor de verzekeraar, en het kleinkind betaalt geen successierechten (tenzij de schenking niet geregistreerd was en de schenker binnen vijf jaar overlijdt). Er kan eventueel een plaatsvervangende begunstigde worden aangeduid [83](#page=83).
* **Overlijden van de begiftigde (kleinkind)**: Het contract wordt uitgekeerd aan de begunstigde bij overlijden (de grootvader). Dankzij het "conventionele beding van terugkeer" betaalt hij hierop geen successierechten [83](#page=83).
#### 4.2.4 Voordelen van de constructie
* Geen successierechten verschuldigd [84](#page=84).
* Zekerheid over de verdeling [84](#page=84).
* Geruststelling voor alle partijen [84](#page=84).
* Volledig legale techniek [84](#page=84).
### 4.3 Levensverzekering als planningstechniek met een minderjarige begiftigde
Wanneer een minderjarig kind de verzekeringsnemer is, is de verplichte aanduiding van "de nalatenschap" als begunstigde bij overlijden. Dit kan leiden tot ongewenste vermenging van vermogen [86](#page=86).
#### 4.3.1 Principiële opzet
* Verzekeringsnemer (VN): Minderjarig kleinkind
* Verzekerde (VE): Minderjarig kleinkind
* Begunstigde bij overlijden (Beg. O): De nalatenschap (bv. beide ouders)
* Begunstigde bij leven (Beg. L): Minderjarig kleinkind [86](#page=86).
#### 4.3.2 Specifieke situatie: echtscheiding
Een moeder schenkt aan haar minderjarig kind, dat hiermee een levensverzekering afsluit [87](#page=87).
* VN = kind
* VE = kind
* Beg. O = de nalatenschap (vader en moeder)
* Beg. L = het kind
* Vader en moeder zijn samen aanvaardende begunstigde bij overlijden [87](#page=87).
Het probleem hier is dat geld uit de familietak van de moeder komt, maar bij overlijden van het kind (met de vader als mede-begunstigde) een deel van het kapitaal naar de familietak van de vader kan gaan, en bij overlijden van zowel moeder als kind het volledige kapitaal naar de vaderlijke tak gaat [87](#page=87).
#### 4.3.3 Oplossing bij minderjarige begiftigde
* Indien het kind meerderjarig was, zou het de begunstiging kunnen aanpassen, maar de mede-aanvaardende begunstigde (vader) zal hier wellicht niet mee akkoord gaan [88](#page=88).
* Zolang het kind minderjarig is, blijft de begunstiging "mijn nalatenschap" verplicht [88](#page=88).
* Een combinatie van schenking met een "conventioneel beding van terugkeer" kan uitkomst bieden. De moeder neemt dit beding op in de schenking, wat haar een vordering op de nalatenschap geeft [88](#page=88).
### 4.4 Polissen met twee verzekeringsnemers (gezamenlijke polissen)
Deze constructie is bedoeld voor het beleggen van gemeenschappelijke gelden, het creëren van een onverdeeldheid tussen partners, het vermijden van premietaksen bij overlijden en herbelegging, het opzetten van een spaarplan voor een kind gefinancierd door ouders, en het vermijden van erfbelasting [91](#page=91).
#### 4.4.1 Principe
Twee personen storten premies in een levensverzekering waarvan ze beiden verzekeringsnemer zijn. De volledige verzekeringsprestatie gaat naar de langstlevende verzekeringsnemer. Dit wordt wel eens omschreven als een "tontine in een verzekeringsjasje" of "tontine via een levensverzekering" [92](#page=92).
#### 4.4.2 Structuur van de polis
* **Bij het eerste overlijden**: Alles gaat naar de langstlevende verzekeringsnemer [93](#page=93).
* VN: A en B
* VE: A en B
* Beg. O (overlijden A): B
* Beg. O (overlijden B): A
* **Bij het laatste overlijden**: Alles gaat naar een derde begunstigde (C) die in het contract is aangeduid [93](#page=93).
* VN: A en B
* VE: A en B
* Beg. O (A en B): C
#### 4.4.3 Fiscale aspecten en problemen
* **Laatste overlijden**: Bij het overlijden van A gaat de helft van de afkoopwaarde naar C, en zijn er erfbelastingen verschuldigd. B wordt de enige rechthebbende. Bij het overlijden van B gaat de rest naar C, en zijn er opnieuw erfbelastingen verschuldigd. Een probleem hier is dat B alle rechten heeft en het contract kan afkopen of de begunstigde kan wijzigen [94](#page=94).
* **VLABEL standpunt (vanaf 1 januari 2017)**: C moet pas erfbelasting betalen na het tweede overlijden, en enkel op de effectief uit te keren bedragen. Een oplossing kan zijn dat de langstlevende B het verzekeringscontract schenkt aan C (verzekeringsgift) [94](#page=94).
* **Bedding van aanwas**: Zonder een beding van aanwas zijn bij het overlijden van A of B erfbelastingen verschuldigd, tenzij dit beding van aanwas is opgenomen [95](#page=95).
#### 4.4.4 Belangrijke afspraken
Het is cruciaal om duidelijke afspraken te maken omtrent:
* Wie mag de rechten van het contract uitoefenen (wijziging begunstiging, afkooprecht): beide verzekeringsnemers samen (gezamenlijke uitoefening) of elke verzekeringsnemer alleen (concurrentiële uitoefening) [96](#page=96).
* Wat gebeurt er indien beide verzekerden tegelijk overlijden: aanduiding van een plaatsvervangende begunstigde of de nalatenschap [96](#page=96).
#### 4.4.5 Successierechten bij echtgenoten met gemeenschap van goederen
Artikel 8, lid 4 van de Wet op de Successierechten stelt dat het wederkerig karakter bij echtgenoten die met gemeenschap van goederen zijn gehuwd, niet kan worden ingeroepen om het kosteloos karakter te betwisten. Op de uitkeringen zijn successierechten verschuldigd voor de helft van het bedrag. Dit is ook overgenomen in het Vlaams Codex Fiscaliteit (VCF) [97](#page=97).
#### 4.4.6 Successierechten bij andere personen dan echtgenoten met gemeenschap van goederen
Het gevolg van artikel 8, lid 4 W.Succ. is dat een wederzijds beding tussen andere personen dan echtgenoten met gemeenschap van goederen geen kosteloos beding is, maar een beding ten bezwarende titel. Hierdoor zijn geen successierechten verschuldigd [98](#page=98).
#### 4.4.7 Voorwaarde voor niet-kosteloos beding
De enige voorwaarde opdat het geen kosteloos beding zou zijn, is dat de overeenkomst evenwichtig is voor beide partijen. Het contract moet voorzien in een gezamenlijke uitoefening van de rechten van de verzekeringsnemer, anders is het contract "uit evenwicht" [99](#page=99).
#### 4.4.8 Standpunt VLABEL inzake beding van aanwas
Volgens standpunt nr. 17044 van 8 januari 2018 (gepubliceerd op 29 januari 2018) wordt een beding van aanwas enkel aanvaard indien het beperkt is, via beschikking onder bijzondere titel, ten bezwarende titel en met dezelfde levensverwachting [100](#page=100).
### 4.5 Vennotenpolis
Deze constructie is gericht op successieplanning binnen het kader van de overdracht van een vennootschap .
#### 4.5.1 Scenario
Twee vennoten van 25 jaar richten samen een vennootschap op. Indien één van hen overlijdt, moeten de statuten vaak voorzien dat de langstlevende vennoot de aandelen van de overledene kan overkopen van zijn erfgenamen. De overlevende vennoot heeft hiervoor voldoende financiële middelen nodig .
#### 4.5.2 Oplossing
* Elke vennoot sluit een tijdelijke overlijdensverzekering af tot de leeftijd van uitdiensttreding .
* Het verzekerde kapitaal is gelijk aan de gemiddelde waarde van de vennootschap van de laatste drie jaar .
* **Contract 1**: VN = Vennoot 1, VE = Vennoot 2, Beg. O = Vennoot 1 .
* **Contract 2**: VN = Vennoot 2, VE = Vennoot 1, Beg. O = Vennoot 2 .
#### 4.5.3 Gevolg
Bij het overlijden van een vennoot beschikt de langstlevende vennoot over voldoende financiële middelen om de aandelen van de erfgenamen te kopen. Aangezien beide contracten een begunstiging ten behoeve van zichzelf inhouden, zijn er geen successierechten verschuldigd op het uitgekeerde kapitaal .
### 4.6 Successierechtenverzekering
Deze verzekering wordt afgesloten om de successierechten te dekken die verschuldigd zijn op niet-geregistreerde schenkingen indien de schenker binnen de vijf jaar overlijdt. De looptijd van het contract is meestal vijf jaar .
#### 4.6.1 Optie 1
* Verzekeringsnemer (VN) = schenker
* Verzekerde (VE) = schenker
* Begunstigde bij overlijden = begiftigde .
* **Nadeel**: De overlijdensverzekering zelf is een kosteloos beding ten behoeve van een derde, waardoor successierechten verschuldigd zijn op het overlijdenskapitaal. Deze successierechten moeten dan opnieuw worden meeverzekerd .
#### 4.6.2 Optie 2
* Verzekeringsnemer (VN) = begiftigde
* Verzekerde (VE) = schenker
* Begunstigde bij overlijden = begiftigde .
* **Voordeel**: Er zijn geen successierechten verschuldigd op het overlijdenskapitaal, aangezien het een beding ten behoeve van zichzelf is .
#### 4.6.3 Termijn en financiering
De termijn voor successierechten op hand- of bankgiften is in Vlaanderen vijf jaar (vanaf 1 januari 2025 ook in Wallonië en Brussel). De premies van de successierechtenverzekering kunnen gefinancierd worden met een deel van de geschonken goederen .
#### 4.6.4 Type contract en voorkeur
Het betreft een tijdelijke overlijdensverzekering met constant kapitaal. Periodieke premies (maandelijks) hebben de voorkeur, omdat bij overlijden van de verzekeringsnemer (begiftigde) vóór de verzekerde (schenker), de verzekering stopgezet kan worden aangezien deze geen nut meer heeft .
#### 4.6.5 Problemen en afwegingen
* Bepalen van het te verzekeren kapitaal kan complex zijn en kan wijzigen doorheen de looptijd .
* De premie is afhankelijk van de gezondheidstoestand van de verzekerde (schenker) en het overlijdenskapitaal .
* De premie dient afgewogen te worden ten opzichte van de geregistreerde schenking aan 3% of 7% .
### 4.7 Generatieskip ("Spaar voor uw kleinkinderen en bespaar op successierechten")
Deze strategie beoogt het financieel ondersteunen van kleinkinderen, het bevoordelen van hen om diverse redenen (bv. onenigheid in de familie, verspillingzucht van eigen kinderen), het bewaren van financieel evenwicht binnen de familie, en het besparen op successierechten .
#### 4.7.1 Besparing op drie niveaus
* **Niveau 1: Generation skipping**: Door rechtstreeks aan kleinkinderen na te laten, wordt een dubbele successie vermeden (eerst via kinderen, dan via kleinkinderen op hetzelfde bedrag) .
* **Niveau 2: Verdeling onder meer nalaters**: Hoe meer nalaters, hoe kleiner de erfenis per nalater, wat resulteert in lagere successierechten tarieven .
* **Niveau 3: Verminderingen en vrijstellingen**: In Vlaanderen genieten erfgenamen in rechte lijn (en echtgeno(o)t(e)/partner) van een vermindering op successierechten indien het netto erfdeel lager is dan 50.000 euro. Een erfenis van 12.500 euro per (klein)kind is vrijgesteld van successierechten .
#### 4.7.2 Constructie kinderspaarcontract
Deze constructie maakt het mogelijk om een bedrag van 12.500 euro samen te stellen met behoud van alle rechten .
* Verzekeringsnemer = grootouder(s)
* Verzekerde = grootouder(s)
* Begunstigde = kleinkind .
**Voorbeeld**: Opa (65 jaar) sluit een contract af met zichzelf als verzekerde en zijn kleinkind als begunstigde. Hij stort jaarlijks 900 euro gedurende 15 jaar (tot 18 jaar van het kind) .
#### 4.7.3 Waarborg overlijden en eindkapitaal
* **Indien opa nog in leven is op einddatum**: Het spaarcontract levert een reserve op (bv. aan 4% globaal rendement) van circa 18.327,46 euro (geen risicopremies verschuldigd). Dit kapitaal wordt aan het kleinkind uitgekeerd en is vrij van successierechten .
* **Indien opa overleden is voor de einddatum**: De samengestelde reserve op het moment van overlijden wordt uitgekeerd aan het kleinkind. Hierop zijn successierechten verschuldigd, maar vrijstelling geldt zolang het kapitaal lager is dan 12.500 euro. Vrijstelling geldt ook indien het overlijden gedurende de eerste elf jaar van het contract plaatsvindt .
#### 4.7.4 Praktische overwegingen
Het eindkapitaal moet zodanig worden benaderd dat het 12.500 euro niet significant overschrijdt, rekening houdend met gegarandeerde rentevoet en winstdeling. Een overschrijding van 12.500 euro leidt slechts tot geringe successierechten (bv. 100 euro bij 15.000 euro per kleinkind) .
#### 4.7.5 Voordelen van de constructie
* Vrijstelling van successierechten tot 12.500 euro per kleinkind .
* De grootouder behoudt zolang hij leeft alle rechten op het contract, inclusief de mogelijkheid om de begunstigde te wijzigen of opvragingen te doen .
**Voorbeeld (Oma)**: Oma heeft 150.000 euro, waarvan 100.000 euro op een spaarrekening en 50.000 euro te beleggen .
* Zonder belegging in Tak 21: kinderen ontvangen elk 75.000 euro, met 3.750 euro successierechten per kind (totaal 7.500 euro) .
* Met belegging in Tak 21 (kinderen ontvangen elk 55.000 euro, kleinkinderen 10.000 euro): kinderen betalen 1.950 euro successierechten per kind (totaal 3.900 euro), kleinkinderen 0 euro. Besparing: 3.600 euro. Het bedrag per kleinkind is 10.000 euro, wat onder de vrijstelling van 12.500 euro valt .
De voordelen zijn de vrijstelling van successierechten tot 12.500 euro per kleinkind en het behoud van rechten door de grootouder gedurende zijn leven .
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Successieplanning | Het proces van het voorbereiden van de overdracht van vermogen en bezittingen aan erfgenamen na overlijden, met als doel de successierechten te optimaliseren en de wil van de nalater te respecteren. |
| Successierechten | Belastingen die geheven worden op de waarde van de nalatenschap die wordt overgedragen aan erfgenamen en legatarissen. Deze rechten variëren afhankelijk van de regio, de relatie tussen de overledene en de erfgenaam, en de omvang van de nalatenschap. |
| Levensverzekering | Een contract waarbij een verzekeringsmaatschappij een bepaald kapitaal uitkeert aan een begunstigde bij het overlijden van de verzekerde, of na een bepaalde periode, in ruil voor periodieke premiebetalingen. |
| Testament | Een juridisch document waarin een persoon zijn of haar wensen vastlegt voor de verdeling van zijn of haar nalatenschap na overlijden. Het kan specifieke legaten bevatten of de aanwijzing van erfgenamen regelen. |
| Schenking | Een handeling waarbij iemand een deel van zijn of haar vermogen onbezwaard afstaat aan een ander persoon, zonder tegenprestatie. Dit kan bij leven gebeuren, geregistreerd of ongezien. |
| Wettelijk erfrecht | De regels die bepalen wie erfgenaam is en welk deel van de nalatenschap diegene toekomt, wanneer er geen testament is. Dit omvat doorgaans de echtgenoot, kinderen en andere bloedverwanten. |
| Reservataire erfgenamen | Erfgenamen die volgens de wet een minimumdeel van de nalatenschap gegarandeerd krijgen, het zogenaamde reserve. Zij kunnen niet volledig worden onterfd. |
| Beding van aanwas | Een clausule in een contract waarbij afgesproken wordt dat bij het overlijden van één van de deelgenoten diens deel automatisch toekomt aan de langstlevende deelgenoot, zonder dat dit deel in de nalatenschap valt. |
| Vennotenpolis | Een levensverzekeringscontract dat wordt afgesloten door vennoten om de financiële continuïteit van hun vennootschap te waarborgen bij het overlijden van een van hen, bijvoorbeeld om de aandelen te kunnen overkopen. |
| Groepsverzekering | Een levensverzekeringscontract dat wordt afgesloten door een werkgever voor zijn werknemers, vaak met specifieke fiscale voordelen. |
| Wettelijk samenwonende partner | Twee personen die wettelijk samenwonen en hierdoor bepaalde rechten en plichten verkrijgen, vergelijkbaar met gehuwden maar met enkele verschillen. |
| Feitelijk samenwonende partner | Twee personen die samenwonen zonder wettelijk huwelijk of wettelijke samenwoning. Hun rechten en plichten zijn beperkter dan bij gehuwden of wettelijk samenwonenden. |
| Beding ten behoeve van een derde | Een clausule in een contract waarbij een derde partij als begunstigde wordt aangewezen. In het kader van levensverzekeringen betekent dit dat de uitkering niet aan de verzekeringsnemer zelf, maar aan een andere persoon toekomt. |
| Beding ten kosteloze titel | Een begunstiging die gratis wordt verkregen, zonder dat de begunstigde daar een tegenprestatie voor levert. Dit kan leiden tot de verschuldigdheid van successierechten. |
| Beding ten bezwarende titel | Een begunstiging waarbij de begunstigde een tegenprestatie levert, zoals het betalen van premies of het verstrekken van diensten. Dit kan ertoe leiden dat er geen successierechten verschuldigd zijn. |
| Verzekeringsnemer | De persoon of entiteit die de levensverzekering afsluit en de premies betaalt. |
| Verzekerde | De persoon op wiens leven de levensverzekering is afgesloten. Het overlijden van deze persoon activeert de uitkering. |
| Begunstigde | De persoon of entiteit die het kapitaal van de levensverzekering ontvangt bij het overlijden van de verzekerde of bij het bereiken van een bepaalde leeftijd. |
| Nalatenschap | Het totale vermogen (bezittingen en schulden) van een overleden persoon dat wordt verdeeld onder zijn of haar erfgenamen. |
| Conventioneel beding van terugkeer | Een clausule in een schenkingsakte waarbij de schenker zich het recht voorbehoudt dat het geschonken goed terugkeert naar hem of haar indien de begiftigde (of diens afstammelingen) vooroverlijdt. |
| Fictieartikel | Een wetsartikel dat een bepaalde situatie gelijkstelt aan een andere voor fiscale doeleinden, ook al is er in werkelijkheid geen directe gelijkheid. Artikel 8 van het Wetboek Successierechten is hier een voorbeeld van. |
| Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF) | De Vlaamse wetgeving die de fiscale bepalingen bevat, waaronder die met betrekking tot successierechten en andere belastingen in Vlaanderen. |
| Tak 21 levensverzekering | Een levensverzekeringscontract dat een gegarandeerd rendement biedt, vaak aangevuld met een variabele winstdeling. |
| Tak 23 levensverzekering | Een levensverzekeringscontract dat gekoppeld is aan beleggingsfondsen, waarbij het rendement afhankelijk is van de prestaties van deze fondsen. |
| Vlabel | De Vlaamse Belastingdienst, verantwoordelijk voor de inning en controle van diverse belastingen, waaronder de erfbelasting. |
| Generation skipping | Een planningstechniek waarbij een nalater vermogen rechtstreeks doorgeeft aan kleinkinderen, om zo te vermijden dat er tweemaal successierechten worden betaald (één keer bij het overlijden van de opa/oma, en later bij het overlijden van de kinderen). |
| Bedrag van de verschuldigde successierechten | Het totale bedrag aan belastingen dat betaald moet worden op een nalatenschap, berekend volgens de geldende tarieven en vrijstellingen. |
| Tontine | Een contract tussen twee of meer personen waarbij het deel van de eerststervende toekomt aan de langstlevende, en na het overlijden van de langstlevende het geheel toekomt aan een derde begunstigde. |
| Koopsom | Het bedrag dat wordt betaald voor een levensverzekering, hetzij eenmalig, hetzij periodiek. |
| Afkoopwaarde | De waarde die een levensverzekeringscontract heeft op een bepaald moment, indien het voortijdig wordt beëindigd. |
| Schenkingsakte | Een notariële akte waarin een schenking wordt vastgelegd. |
| Onderhandse schenkingsakte | Een schenkingsakte die niet door een notaris wordt opgesteld, maar wel de rechtsgeldigheid geniet na registratie. |
| Registratierechten | Belastingen die verschuldigd zijn bij de registratie van bepaalde akten, zoals schenkingen en de overdracht van onroerende goederen. |
| Premietaks | Een belasting die wordt geheven op de premies van levensverzekeringen. |
| Roerende voorheffing | Een belasting op inkomsten uit roerende goederen, zoals rente en dividenden. |
| Inbreng en inkorting | Juridische procedures in het erfrecht die ervoor zorgen dat schenkingen die tijdens het leven zijn gedaan, bij het overlijden worden meegerekend in de nalatenschap om de reserve van erfgenamen te garanderen. |