Cover
Comença ara de franc Les 7A
Summary
# Inleiding tot financiële analyse van ondernemingen
Dit onderdeel introduceert de basisprincipes van financiële analyse, inclusief de benodigde gegevens en de stappen die worden gevolgd voor een grondige beoordeling van de financiële toestand van een onderneming [1](#page=1) [2](#page=2).
### 1.1 Wat is financiële analyse?
Financiële analyse is het proces waarbij informatie wordt verzameld en verwerkt om de financiële toestand van een onderneming te beoordelen en advies te verstrekken. Deze analyse ondersteunt besluitvorming [2](#page=2).
### 1.2 Benodigde gegevens
Voor financiële analyse zijn specifieke gegevens essentieel. Deze omvatten [2](#page=2):
* Jaarrekening [2](#page=2).
* Jaarverslag [2](#page=2).
* Controleverslag [2](#page=2).
### 1.3 Stappenplan voor financiële analyse
Een gestructureerde aanpak is cruciaal voor een grondige financiële analyse. Het proces omvat de volgende stappen [2](#page=2):
1. **Analyse van het balans, winst- en verliesrekening, en overige verslaggeving**: Dit omvat het verzamelen en bestuderen van de jaarrekening, het jaarverslag en het controleverslag [2](#page=2).
2. **Herwerking van de balans en winst- en verliesrekening**: Dit kan een herstructurering van de balans (B) en winst- en verliesrekening (RR) inhouden, of het gebruik van historische (HA) en verticale analyses (VA) [2](#page=2).
* **Verticale analyse**: Hierbij worden de posten in de financiële overzichten uitgedrukt als een percentage van een totaalpost (bv. omzet of balanstotaal). Dit helpt bij het identificeren van de relatieve omvang van verschillende componenten [2](#page=2).
* **Historische analyse**: Dit houdt in dat financiële gegevens over meerdere perioden worden vergeleken om trends en patronen te identificeren [2](#page=2).
3. **Kasstromenanalyse**: Deze stap focust op het analyseren van de geldstromen binnen de onderneming [2](#page=2).
4. **Ratioanalyse**: Hierbij worden diverse financiële verhoudingsgetallen berekend om verschillende aspecten van de financiële gezondheid te beoordelen. De belangrijkste categorieën zijn [2](#page=2):
* **Toegevoegde waarde**: Metingen die de waarde die de onderneming creëert evalueren.
* **Rendabiliteit**: Meet de winstgevendheid van de onderneming [2](#page=2).
* **Solvabiliteit**: Beoordeelt het vermogen van de onderneming om op lange termijn aan haar verplichtingen te voldoen [2](#page=2).
* **Liquiditeit**: Meet het vermogen van de onderneming om op korte termijn aan haar betalingsverplichtingen te voldoen [2](#page=2).
5. **Modellen voor succes en faling**: Het toepassen van modellen die het succes of de mogelijke faling van een onderneming proberen te voorspellen [2](#page=2).
6. **Conclusie**: Het formuleren van een oordeel en advies op basis van de uitgevoerde analyses [2](#page=2).
> **Tip:** Een grondige financiële analyse vereist een systematische aanpak, waarbij elke stap voortbouwt op de vorige. Zorg ervoor dat u de brongegevens kritisch beoordeelt voordat u ze gebruikt.
---
# Ondernemingen in moeilijkheden en faillissementen
Dit deel behandelt de definities en kenmerken van ondernemingen in moeilijkheden en faillissementen vanuit zowel bedrijfseconomisch als juridisch perspectief, met specifiek oog voor de situatie in België.
## 2. Ondernemingen in moeilijkheden en faillissementen
Een falende onderneming is een onderneming die er niet in slaagt haar doelstellingen op continue wijze te realiseren. Dit kan te wijten zijn aan conjuncte (conjuncturele) of structurele problemen. De bedrijfseconomische definitie van ondernemingen in moeilijkheden focust op twee financiële voorwaarden: rendabiliteit en liquiditeit [3](#page=3).
### 2.1 Bedrijfseconomische gradaties van moeilijkheden
De relatie tussen rendabiliteit en liquiditeit kan worden weergegeven in een matrix die vier stadia van moeilijkheden identificeert [4](#page=4):
* **Gezond:** Zowel rendabiliteit als liquiditeit zijn positief.
* **Tijdelijk ziek:** Liquiditeit is negatief, maar rendabiliteit is positief. Dit wordt vaak gezien bij snelgroeiende ondernemingen die veel investeren (materiële vaste activa en nieuwe bankkredieten) en tijdelijk moeite hebben met het verkrijgen van externe financiering. Een mogelijke oplossing is het aantrekken van nieuw aandelenkapitaal en een tragere, meer selectieve groei [5](#page=5).
* **Chronisch ziek:** Rendabiliteit is negatief, maar liquiditeit is positief. Dit kan voorkomen bij oudere of startende ondernemingen met problemen in de afzetmarkt en kostenstructuur, wat leidt tot liquiditeitsproblemen [5](#page=5).
* **Stermend:** Zowel rendabiliteit als liquiditeit zijn negatief. Dit zijn ondernemingen met onmiddellijke en fundamentele moeilijkheden en de kleinste kans op overleven [5](#page=5).
Een onderneming wordt als "in moeilijkheden" beschouwd wanneer deze "op duurzame wijze heeft opgehouden te betalen en wiens krediet geschokt is". Twee belangrijke indicatoren hiervoor zijn de stopzetting van betaling en geschokt krediet [6](#page=6) [7](#page=7).
> **Tip:** Het onderscheid tussen conjuncte en structurele problemen is cruciaal om de aard en duur van de moeilijkheden te begrijpen [3](#page=3).
### 2.2 Juridische definitie en procedures
Vanuit juridisch oogpunt kunnen ondernemingen in moeilijkheden worden ingedeeld in twee hoofdcategorieën:
1. **Failliet verklaarde ondernemingen:** Dit zijn ondernemingen die de juridische definitie van "op duurzame wijze heeft opgehouden te betalen en wiens krediet geschokt is" vervullen. In geval van faillissement wordt een curator aangesteld om de terugbetaling aan schuldeisers te regelen [7](#page=7).
2. **Ondernemingen met een procedure van gerechtelijke reorganisatie:** Deze procedures vallen onder de Wet Continuïteit Ondernemingen en zijn bedoeld om ondernemingen met tijdelijke moeilijkheden te redden [7](#page=7).
### 2.3 Omvang en kenmerken van faillissementen in België
De omvang van faillissementen in België kan worden geanalyseerd op basis van het totale aantal, per provincie en per gewest. Daarnaast is het relevant om te kijken naar de verdeling per sector. Sectoren zoals bouw, horeca en transport kennen vaak een relatief hoog aantal faillissementen in vergelijking met het aantal bestaande ondernemingen [8](#page=8).
Onderzoek toont aan dat er veel jonge bedrijven failliet gaan, maar ook oudere ondernemingen maken een aanzienlijk deel uit van de faillissementen. Verder blijkt dat kleine ondernemingen, met name die zonder werknemers, ook een significant aandeel hebben in het faillissementslandschap [8](#page=8).
> **Voorbeeld:** In het jaar 2020 werden de sectoren bouw en horeca gerangschikt als sectoren met de meeste faillissementen, zowel absoluut als relatief ten opzichte van het aantal bestaande ondernemingen [8](#page=8).
---
# Modellen voor het voorspellen van succes en faling
Dit gedeelte verkent diverse modellen die worden ingezet om de financiële gezondheid van ondernemingen te beoordelen en de kans op succes of faling te voorspellen, met een focus op hun schattingsmethoden, variabelen en toepassingen. Deze modellen kwantificeren de financiële toestand van een onderneming op basis van financiële ratio's, waarbij een hogere score duidt op een sterkere financiële positie. Er worden voornamelijk drie typen modellen besproken: lineaire modellen, logitmodellen en simpele intuïtieve modellen [9](#page=9).
### 3.1 Typen modellen en hun kenmerken
Verschillende modellen zijn ontwikkeld om de financiële prestaties te analyseren, waaronder OV 82, OJD 91 en SIM 05 (FiTo-score). Deze modellen verschillen in hun schattingsmethode, de selectie van variabelen, de gebruikte populatie en steekproeven, en de manier waarop de uiteindelijke score wordt berekend [10](#page=10) [9](#page=9).
#### 3.1.1 Schattingsmethode
De schattingsmethoden variëren tussen de modellen [10](#page=10).
* **OV 82:** Maakt gebruik van multipele lineaire discriminantanalyse [10](#page=10).
* **OJD 91:** Hanteert multipele logistieke regressie [10](#page=10).
* **SIM 05 (FiTo-score):** Maakt gebruik van een niet-statistische selectie op basis van expertise, en voor de scoreberekening wordt een gewoon rekenkundig gemiddelde gebruikt [10](#page=10) [12](#page=12).
#### 3.1.2 Selectie van variabelen
De keuze van variabelen is cruciaal voor de effectiviteit van elk model [10](#page=10).
* **OV 82:** Gebruikt een basislijst van variabelen die toepasbaar zijn en waarvan de informatie publiekelijk beschikbaar is en berekend kan worden uit één jaarrekening. Verdere reductie vindt plaats via statistische technieken [10](#page=10).
* **OJD 91:** Baseert zich op een basislijst van vier dimensies die relevant worden geacht in de literatuur en die door analisten worden gebruikt. Dit model wordt als stabiel en toepasbaar beschouwd [10](#page=10).
* **SIM 05 (FiTo-score):** De selectie is gebaseerd op expertise en is niet-statistisch. Er wordt gebruik gemaakt van een herschaling van ratiowaarden om een score tussen 0 en 1 te verkrijgen [10](#page=10) [12](#page=12).
#### 3.1.3 Populatie en steekproeven
De definitie van de populatie en de gebruikte steekproeven zijn bepalend voor de generaliseerbaarheid van de modelresultaten [11](#page=11).
* **OV 82:**
* Gebruikt de volledige jaarrekening [11](#page=11).
* Steekproeven omvatten ondernemingen die failliet gingen in 1978, 1979 of 1980, en ondernemingen die in alle drie deze jaren nog operationeel waren [11](#page=11).
* De schattingssteekproef en de valideringssteekproef waren identiek, wat leidde tot een gunstige vertekening van de classificatieresultaten. De Lachenbruch-procedure werd toegepast om dit te corrigeren. Latere validaties vonden plaats met een hernieuwde steekproef [11](#page=11).
* **OJD 91:**
* Maakt gebruik van volledige en verkorte jaarrekeningen [11](#page=11).
* Sluit bepaalde entiteiten uit, zoals niet-financiële ondernemingen, openbare instellingen en ondernemingen onder buitenlandse wetgeving [11](#page=11).
* De periode 1985-1990 werd gebruikt voor dit KMO-model [11](#page=11).
* Er werden aparte schattings- en valideringssteekproeven gebruikt, met gegevens van 0 tot 3 jaar voor het faillissement [11](#page=11).
* **SIM 05 (FiTo-score):**
* Past op volledige of verkorte jaarrekeningen van alle sectoren, met enkele uitzonderingen [11](#page=11).
* De periode 1990-1999 (met een update in 2001) werd gehanteerd [11](#page=11).
* Ook hier werden schattings- en valideringssteekproeven gehanteerd, met data van 0 tot 3 jaar voor het faillissement [11](#page=11).
#### 3.1.4 Scoreberekening
De uiteindelijke score die de financiële gezondheid weerspiegelt, wordt op verschillende manieren berekend afhankelijk van het model [12](#page=12).
* **OV 82:**
* Hanteert een algemeen lineair model [12](#page=12).
* Er zijn specifieke lineaire modellen voor 1, 2 en 3 jaar voor het faillissement [12](#page=12).
* De coëfficiënten zijn gerapporteerd in tabellen T37-T40 [12](#page=12).
* **OJD 91:**
* Biedt een kortetermijnmodel (1 jaar voor faling) en een middellangetermijnmodel (3 jaar voor faling) [12](#page=12).
* De coëfficiënten zijn opgenomen in tabellen T41 en T42 [12](#page=12).
* **SIM 05 (FiTo-score):**
* Genereert een logitscore die de kans op succes of faling vertegenwoordigt. De coëfficiënten zelf worden niet gerapporteerd [12](#page=12).
* Er wordt één model gebruikt voor zowel 1 als 3 jaar voor faling [12](#page=12).
* De ratiowaarden worden herschaald zodat ze tussen 0 en 1 liggen, met behulp van Tabel 19.1. De formule voor de logitscore is [12](#page=12):
$$ \text{Logit } R = \frac{1}{1 + e^{-(\beta_0 + \beta_1 X_1 + \dots + \beta_n X_n)}} $$
Waarbij $R$ de kans op succes (of faling, afhankelijk van de definitie) voorstelt [12](#page=12).
* **Intuïtieve modellen:** Gebruiken een eenvoudig rekenkundig gemiddelde, zonder coëfficiënten. Er moet echter rekening gehouden worden met het teken van de ratio's. Tabel T43 bevat de relevante informatie [12](#page=12).
### 3.2 Gebruik van de modellen: Classificatie en positionering
De scores die door deze modellen worden gegenereerd, worden gebruikt om ondernemingen te classificeren en hun financiële positie te bepalen [14](#page=14).
#### 3.2.1 Classificatie
Classificatie gebeurt op basis van een afkapgrens [14](#page=14).
* Een score boven de afkapgrens indiceert dat de onderneming als "lopend" wordt beschouwd [14](#page=14).
* Een score onder de afkapgrens suggereert dat de onderneming "falend" is [14](#page=14).
* De nauwkeurigheid van een model wordt gemeten aan de hand van foutenpercentages, zoals type-I (onterecht als falend geclassificeerd) en type-II (onterecht als lopend geclassificeerd) fouten [14](#page=14).
* De optimale afkapgrens wordt bepaald door het ongewogen gemiddelde van beide foutentypes te minimaliseren [14](#page=14).
> **Tip:** Een lager foutenpercentage duidt op een nauwkeuriger model [14](#page=14).
Er kunnen ook twee afkapgrenzen worden gehanteerd, die leiden tot drie categorieën: lopend, falend, en onbepaald [14](#page=14).
#### 3.2.2 Positionering
Naast classificatie kunnen de scores ook gebruikt worden voor positionering. De percentielschaal van de discriminantscores biedt inzicht in hoe een onderneming zich verhoudt tot andere ondernemingen, zowel lopende als falende [14](#page=14) [18](#page=18).
**Voorbeeld van classificatie en positionering:**
Stel dat een onderneming een discriminantscore van 3,3522 heeft op basis van het OV82 model, één jaar voor faling. Om te bepalen of de onderneming op korte termijn financiële moeilijkheden zal ondervinden, zou men deze score moeten vergelijken met de relevante afkapgrens voor het OV82 model [19](#page=19).
Een andere vraag betreft het kiezen van een afkapscore om specifieke foutenpercentages te minimaliseren. Indien men slechts 5% type-I fouten wenst te maken, zoekt men de afkapscore die daartoe leidt. Hetzelfde geldt voor het minimaliseren van type-II fouten [20](#page=20).
Indien een onderneming een discriminantscore van 0,1474 heeft op basis van het algemene lineaire model OV82 kan deze score worden gebruikt om de onderneming te positioneren ten opzichte van lopende en falende ondernemingen, gebruikmakend van de percentielschaal [21](#page=21).
#### 3.2.3 Foutenanalyse en Afkapgrenzen
De keuze van afkapgrenzen is cruciaal voor de classificatie van ondernemingen [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* Een afkapgrens wordt gebruikt om te beslissen of een onderneming als lopend of falend wordt beschouwd [14](#page=14).
* Tabel 17.3 illustreert de foutenpercentages voor verschillende classificaties [15](#page=15).
* De optimale afkapgrens wordt vaak bepaald door het gemiddelde van type-I en type-II fouten te minimaliseren [14](#page=14) [16](#page=16) [17](#page=17).
> **Tip:** Het begrijpen van de verschillende foutenpercentages (type I en type II) is essentieel voor het correct interpreteren van de resultaten van deze modellen [14](#page=14).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Financiële Analyse | Het proces van het beoordelen van de financiële toestand en prestaties van een onderneming door middel van het onderzoeken van financiële gegevens, zoals jaarrekeningen en jaarverslagen. |
| Jaarrekening | Een verzameling van financiële overzichten die de financiële positie, de resultaten en de kasstromen van een onderneming weergeven gedurende een specifieke periode. |
| Jaarverslag | Een document dat aanvullende informatie bevat over de activiteiten, de strategie en de financiële prestaties van een onderneming gedurende het afgelopen jaar. |
| Controleverslag | Een rapport uitgebracht door een onafhankelijke accountant na de controle van de financiële overzichten, waarin een oordeel wordt geuit over de getrouwheid van deze overzichten. |
| Herwerking B & RR / HA & VA | Het proces van het aanpassen en herstructureren van balans- en resultatenrekeningen (B & RR) of havendelen en verzekeringsverzekeringspremies (HA & VA) om een realistischer beeld van de financiële toestand te krijgen. |
| Kasstromenanalyse | Een analyse die de in- en uitstroom van liquide middelen van een onderneming over een bepaalde periode onderzoekt, om de liquiditeitspositie en de financieringsbehoeften te beoordelen. |
| Ratioanalyse | De analyse van financiële verhoudingsgetallen om de prestaties en de financiële gezondheid van een onderneming te evalueren op het gebied van toegevoegde waarde, rendabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit. |
| Toegevoegde waarde | Het verschil tussen de opbrengsten en de kosten van intermediaire goederen en diensten, wat de bijdrage van een onderneming aan de economie weergeeft. |
| Rendabiliteit | Het vermogen van een onderneming om winst te genereren uit haar activiteiten, vaak uitgedrukt als een percentage van de omzet of het geïnvesteerd kapitaal. |
| Solvabiliteit | Het vermogen van een onderneming om op lange termijn aan haar financiële verplichtingen te voldoen, vaak gemeten door de verhouding tussen het eigen vermogen en het balanstotaal. |
| Liquiditeit | Het vermogen van een onderneming om op korte termijn aan haar betalingsverplichtingen te voldoen, door gebruik te maken van haar beschikbare liquide middelen. |
| Conjunctureel probleem | Een financieel probleem dat verband houdt met kortetermijnschommelingen in de economie, zoals een recessie. |
| Structureel probleem | Een financieel probleem dat verband houdt met fundamentele, langetermijntekortkomingen in de bedrijfsstrategie, de organisatie of de marktpositie van een onderneming. |
| Falende onderneming | Een onderneming die er niet in slaagt haar doelstellingen op continue wijze te realiseren, wat zich vaak uit in financiële moeilijkheden zoals een gebrek aan rendabiliteit en liquiditeit. |
| Stervend (onderneming) | Een onderneming die zich in onmiddellijke en fundamentele moeilijkheden bevindt met de kleinste kans op overleven. |
| Chronisch ziek (onderneming) | Een onderneming die structurele problemen heeft met rendabiliteit door problemen in de afzetmarkt of kostenstructuur, wat leidt tot liquiditeitsproblemen. |
| Tijdelijk ziek (onderneming) | Een onderneming die tijdelijke financiële problemen ondervindt, vaak als gevolg van snelle groei en overinvesteringen, wat leidt tot moeilijkheden bij het verkrijgen van externe financiering. |
| Geschokt krediet | Een situatie waarin het vertrouwen van kredietverstrekkers in de financiële stabiliteit van een onderneming is aangetast, waardoor het verkrijgen van leningen wordt bemoeilijkt. |
| Stopzetting van betaling | Het feitelijk niet meer kunnen voldoen aan lopende betalingsverplichtingen door een onderneming. |
| Failliet verklaarde onderneming | Een onderneming die door de rechtbank failliet is verklaard omdat zij op duurzame wijze heeft opgehouden te betalen en haar krediet is geschokt. |
| Curator | Een door de rechtbank aangewezen persoon die belast is met het beheer en de vereffening van het vermogen van een failliete onderneming ten behoeve van de schuldeisers. |
| Gerechtelijke reorganisatie | Een procedure die ondernemingen met tijdelijke moeilijkheden de kans biedt om te worden gered en hun activiteiten voort te zetten onder toezicht van de rechtbank. |
| Modellen voor faling | Statistische en bedrijfseconomische modellen die worden gebruikt om de kans op faling van een onderneming te voorspellen op basis van financiële ratio’s en andere variabelen. |
| Lineaire modellen | Een type voorspellingsmodel dat een lineaire relatie tussen variabelen veronderstelt om een score te berekenen, zoals het OV 82 model. |
| Logitmodellen | Een type voorspellingsmodel dat gebruikmaakt van de logistische regressie om de kans op een binaire uitkomst (succes of faling) te schatten. |
| Discriminantanalyse | Een statistische techniek die wordt gebruikt om groepen te onderscheiden op basis van een reeks variabelen en om voorspellingen te doen over de groepslidmaatschap van nieuwe observaties. |
| Afkapgrens | Een drempelwaarde die wordt gebruikt in voorspellingsmodellen om te bepalen of een onderneming als ‘lopend’ of ‘falend’ wordt geclassificeerd op basis van haar berekende score. |
| Type-I fout | In de context van voorspellingsmodellen, het onterecht classificeren van een lopende onderneming als falend. |
| Type-II fout | In de context van voorspellingsmodellen, het onterecht classificeren van een falende onderneming als lopend. |
| Percentielschaal | Een schaal die de positie van een bepaalde score ten opzichte van alle andere scores in een dataset weergeeft, uitgedrukt als een percentage. |