Cover
Comença ara de franc Chapter_2_-_The_marketing_environment_2025 (3).pdf
Summary
# De marketingomgeving
De marketingomgeving beschrijft de externe, oncontroleerbare krachten die de activiteiten van een organisatie beïnvloeden, waaronder economische, structurele, politieke, sociale en technologische factoren. Het omvat alle externe, exogene krachten die niet controleerbaar zijn door een enkele organisatie [2](#page=2).
### 1.1 Componenten van de marketingomgeving
De marketingomgeving kan worden opgedeeld in verschillende componenten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de micro- en macro-omgeving, waarbij de macro-omgeving een breder scala aan externe krachten omvat [4](#page=4) [5](#page=5).
### 1.2 Vijf krachten in de marketingomgeving
Er worden vijf hoofdcategorieën van krachten binnen de marketingomgeving geïdentificeerd die invloed hebben op individuele bedrijven, concurrenten en de gehele industrie [6](#page=6):
1. Economische krachten
2. Structurele krachten
3. Politieke krachten
4. Sociale krachten
5. Technologische krachten
#### 1.2.1 Economische krachten
Economische krachten omvatten zowel de feitelijke prestaties van de economie als de perceptie van consumenten hierover [8](#page=8) [9](#page=9).
* **Feitelijke economische prestaties omvatten:**
* Bruto nationaal product (BNP) [8](#page=8).
* Economische groei versus recessie [8](#page=8).
* Familie-inkomen [8](#page=8).
* Werkloosheidspercentage [8](#page=8).
* Bedrijfsinvesteringen [8](#page=8).
* Economische indicatoren [8](#page=8).
* **Consumentenvertrouwen wordt beïnvloed door:**
* Beschikbaar inkomen [9](#page=9).
* Inflatiepercentage [9](#page=9).
* Mediapositie [9](#page=9).
* Internationale en nationale gebeurtenissen, zoals conflicten [9](#page=9).
De impact van economische krachten is merkbaar in perioden van economische voorspoed ("goede tijden") en tegenspoed ("slechte tijden") [9](#page=9).
#### 1.2.2 Structurele krachten
Structurele krachten verwijzen naar de marktstructuur van een industrie en hebben betrekking op integratieprocessen en toetredingsdrempels [10](#page=10).
* **Marktstructuur van een industrie:** De manier waarop een industrie is georganiseerd en hoe bedrijven binnen die industrie met elkaar interageren [10](#page=10).
* **Verticale en horizontale integratie:** Dit betreft het proces waarbij bedrijven controle krijgen over verschillende stadia in de productie- of distributieketen (verticaal) of het overnemen van concurrenten of bedrijven in dezelfde markt (horizontaal). Een voorbeeld is integratie in de pluimveehouderij [10](#page=10).
* **Markttoetredingsbarrières:** Factoren die nieuwe concurrenten ontmoedigen om een markt te betreden, zoals de scheme van Porter [10](#page=10).
#### 1.2.3 Politieke krachten (inclusief juridische)
Politieke krachten omvatten zowel binnenlandse als internationale politieke en juridische ontwikkelingen die de marketingactiviteiten beïnvloeden [15](#page=15).
* **Binnenlandse politiek:** Dit omvat nationale en EU-beleidsmaatregelen.
* **Consumentisme:** De beweging die consumentenrechten en -belangen bevordert, gericht op veilige producten, geïnformeerde keuzes en de mogelijkheid tot inspraak [15](#page=15).
* **Juridisch/regulerend milieu:** Dit omvat diverse regelgevingen, zoals consumentenbeschermingsregelgeving, concurrentieregelgeving en informatieverordeningen [15](#page=15).
* **Internationale politiek:** Situaties van samenwerking tussen landen kunnen evenzeer invloed hebben als situaties van conflicten [15](#page=15).
#### 1.2.4 Sociale krachten
Sociale krachten omvatten maatschappelijke waarden, ethische overwegingen en demografische trends [16](#page=16).
* **Sociale waarden (inclusief ethiek):**
* Milieubewustzijn en dierenwelzijn [16](#page=16).
* Gezondheidsbewustzijn en kwaliteitsoriëntatie [16](#page=16).
* Arbeidsparticipatie [16](#page=16).
* Minder tijd voor vrijetijdsbesteding, maar wel interesse in "Quality Time" [16](#page=16).
* Religie [16](#page=16).
* **Demografie:**
* **Leeftijdsstructuur:** De "dubbele vergrijzing" is een belangrijke ontwikkeling [16](#page=16).
* Bevolkinggroei of -krimp [16](#page=16).
* Emigratie en immigratie [16](#page=16).
#### 1.2.5 Technologische krachten
Technologische krachten hebben betrekking op innovaties en veranderingen op verschillende punten in de agro-voedselketen [17](#page=17).
* **Innovaties in landbouw:** Zoals meststoffen en zaden [17](#page=17).
* **Biotechnologie:** Inclusief genetische modificatie [17](#page=17).
* **Oogst- en verwerkingstechnologieën:** Verbeteringen in het oogsten en verwerken van producten [17](#page=17).
* **Verpakkings- en conserveringstechnologieën:** Nieuwe methoden voor het verpakken en bewaren van voedsel [17](#page=17).
* **Nieuwe verkoop- en distributiemethoden:**
* Directe verkoop [17](#page=17).
* Internetverkoop [17](#page=17).
Het is cruciaal om de acceptatie van deze technologische ontwikkelingen door consumenten te monitoren [17](#page=17).
* * *
# Economische en structurele krachten
Economische en structurele krachten omvatten de economische omstandigheden en de marktstructuur die van invloed zijn op een bedrijf of sector [8](#page=8).
### 2.1 Economische krachten
Economische krachten verwijzen naar de feitelijke prestaties van de economie en de perceptie van consumenten hierover [8](#page=8) [9](#page=9).
#### 2.1.1 Economische prestaties
Dit zijn objectieve feiten over de economische toestand. Belangrijke indicatoren zijn [8](#page=8):
* Bruto nationaal product (BNP) [8](#page=8).
* Economische groei versus recessie [8](#page=8).
* Familie-inkomen [8](#page=8).
* (Werk)werkloosheidspercentage [8](#page=8).
* Bedrijfsinvesteringen [8](#page=8).
* Overige economische indicatoren [8](#page=8).
#### 2.1.2 Consumentenvertrouwen
Dit is de perceptie van consumenten over de economische situatie, beïnvloed door diverse factoren. Belangrijke elementen zijn [9](#page=9):
* Beschikbaar inkomen [9](#page=9).
* Inflatiepercentage [9](#page=9).
* Mediaberichten [9](#page=9).
* Internationale en nationale gebeurtenissen, zoals conflicten [9](#page=9).
#### 2.1.3 Impact van economische krachten
De economische toestand kan worden onderverdeeld in "goede" en "slechte" tijden, met een directe invloed op consumentengedrag en marktactiviteiten [9](#page=9).
> **Tip:** Het is cruciaal om zowel de objectieve economische data als de subjectieve consumentenperceptie te monitoren, aangezien deze vaak gelijktijdig van invloed zijn op bestedingspatronen.
### 2.2 Structurele krachten
Structurele krachten betreffen de opbouw van een industrie en de kenmerken van de markt [10](#page=10).
#### 2.2.1 Marktstructuur
De marktstructuur beschrijft de aard van de concurrentie binnen een industrie. Dit omvat zaken als de mate van concentratie, de productdifferentiatie en de aanwezigheid van toetredingsdrempels [10](#page=10).
#### 2.2.2 Integratie
Integratie verwijst naar de samenvoeging van verschillende schakels in de productie- of distributieketen. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen [10](#page=10):
* **Verticale integratie**: Het samengaan van bedrijven in opeenvolgende stadia van de waardeketen (bijvoorbeeld een pluimveebedrijf dat zowel de productie als de verwerking in handen heeft) [10](#page=10).
* **Horizontale integratie**: Het samengaan van bedrijven die op hetzelfde niveau van de waardeketen opereren, vaak concurrenten [10](#page=10).
#### 2.2.3 Toetredingsdrempels
Toetredingsdrempels zijn barrières die potentiële nieuwe toetreders moeten overwinnen om een markt te betreden. Hoge toetredingsdrempels beschermen de winstgevendheid van bestaande bedrijven [10](#page=10) [11](#page=11).
Volgens Porter's model worden de volgende elementen als toetredingsdrempels beschouwd [10](#page=10) [11](#page=11):
* **Hoge toetredingsdrempels** leiden tot een aantrekkelijke industrie met een hoog winstpotentieel. Kenmerken zijn [14](#page=14):
* Zwakke posities van leveranciers en kopers [14](#page=14).
* Weinig dreiging van substituten [14](#page=14).
* Matige rivaliteit onder concurrenten [14](#page=14).
* **Lage toetredingsdrempels** leiden tot een onaantrekkelijke industrie met een laag winstpotentieel. Kenmerken zijn [13](#page=13):
* Sterke posities van leveranciers en kopers [13](#page=13).
* Sterke dreiging van substituten [13](#page=13).
* Intense rivaliteit onder concurrenten [13](#page=13).
> **Tip:** Begrip van toetredingsdrempels is essentieel voor strategische beslissingen, zoals het beoordelen van de aantrekkelijkheid van een markt of het formuleren van een concurrentiestrategie.
* * *
# Politieke, sociale en technologische invloeden
De analyse van de politieke, sociale en technologische invloeden binnen de agro-voedingsketen is cruciaal voor het begrijpen van consumentengedrag en marketingstrategieën. Deze externe factoren creëren de context waarin bedrijven opereren en consumenten keuzes maken [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
### 3.1 Politieke invloeden
Politieke invloeden omvatten zowel binnenlandse als internationale politieke krachten, inclusief wet- en regelgeving [15](#page=15).
#### 3.1.1 Binnenlandse politiek en regelgeving
Binnenlandse politieke beslissingen, zoals nationaal of Europees beleid, hebben directe gevolgen. De consumentenbeweging (consumerism) is een belangrijke factor die streeft naar veilige producten, geïnformeerde keuzes en een gehoorde stem van de consument [15](#page=15).
Het juridische en regulerende landschap is veelomvattend en omvat:
* **Consumentenbeschermingsregelgeving:** Wetten die de rechten en veiligheid van consumenten waarborgen [15](#page=15).
* **Concurrentieregulering:** Regels om eerlijke concurrentie te bevorderen en monopolies te voorkomen [15](#page=15).
* **Informatieverordeningen:** Wetgeving die de transparantie van productinformatie vereist [15](#page=15).
#### 3.1.2 Internationale politiek
Internationale politieke situaties, gekenmerkt door zowel samenwerking als conflicten, kunnen de agro-voedingsketen eveneens beïnvloeden door bijvoorbeeld handelsverdragen, sancties of internationale standaarden [15](#page=15).
### 3.2 Sociale invloeden
Sociale krachten, waaronder waarden, ethische overwegingen en demografische trends, vormen de kern van maatschappelijke verwachtingen en behoeften [16](#page=16).
#### 3.2.1 Sociale waarden en ethiek
Veranderende sociale waarden hebben een significante impact:
* **Milieubewustzijn:** Een groeiende zorg voor de impact van productie en consumptie op het milieu [16](#page=16).
* **Dierenwelzijn:** Verhoogde aandacht voor de ethische behandeling van dieren in de veehouderij [16](#page=16).
* **Gezondheidsbewustzijn:** Consumenten zijn steeds meer gericht op gezonde voeding en de kwaliteit van producten [16](#page=16).
* **Betrokkenheid bij arbeid:** Trends in de arbeidsmarkt en de impact daarvan op vrijetijdsbesteding en consumptiepatronen [16](#page=16).
* **Kwaliteitstijd:** Ondanks tijdsdruk is er een toenemende interesse in kwalitatieve besteding van vrije tijd, wat zich kan vertalen in voedingskeuzes [16](#page=16).
* **Religieuze factoren:** Religieuze overtuigingen kunnen specifieke dieetvoorschriften of consumptiepatronen bepalen [16](#page=16).
#### 3.2.2 Demografische trends
Demografische veranderingen hebben invloed op de vraag naar producten en diensten:
* **Leeftijdsstructuur:** De "dubbele vergrijzing" (een stijgend aandeel ouderen en een dalend aandeel jongeren) beïnvloedt consumptiepatronen [16](#page=16).
* **Bevolkingsgroei of -afname:** Veranderingen in de totale omvang van de bevolking hebben directe gevolgen voor de marktomvang [16](#page=16).
* **Emigratie en immigratie:** Migratiestromen kunnen leiden tot een diversificatie van culturele voorkeuren en een veranderende consumentenbasis [16](#page=16).
### 3.3 Technologische invloeden
Technologische innovaties transformereren de agro-voedingsketen op vrijwel elk niveau, van productie tot distributie en verkoop [17](#page=17).
#### 3.3.1 Innovaties in de keten
* **Landbouwproductie:** Innovaties in meststoffen en zaden, inclusief biotechnologie en genetische modificatie, beïnvloeden de gewasopbrengst en -kwaliteit [17](#page=17).
* **Oogst en verwerking:** Geavanceerde technologieën verbeteren de efficiëntie en veiligheid bij het oogsten en verwerken van voedsel [17](#page=17).
* **Verpakking en conservering:** Nieuwe verpakkingsmaterialen en conserveringstechnieken verlengen de houdbaarheid en verbeteren de productpresentatie [17](#page=17).
#### 3.3.2 Nieuwe verkoop- en distributiemethoden
Technologie heeft geleid tot nieuwe manieren waarop consumenten producten kunnen kopen:
* **Directe verkoop:** Innovaties die producenten in staat stellen direct aan consumenten te verkopen, omzeilen traditionele tussenhandel [17](#page=17).
* **Internetverkoop (e-commerce):** Online platforms bieden nieuwe kanalen voor de distributie en verkoop van voedingsmiddelen [17](#page=17).
#### 3.3.3 Consumentenacceptatie
Een cruciale factor bij de implementatie van nieuwe technologieën is de consumentenacceptatie. Marketingstrategieën moeten rekening houden met mogelijke consumentenweerstand of -vragen ten aanzien van technologische ontwikkelingen, zoals genetisch gemodificeerde organismen (GGO's). Het monitoren van consumentenpercepties is daarom essentieel [17](#page=17).
* * *
# Omgaan met de marketingomgeving en SWOT-analyse
Dit onderdeel van de studiegids behandelt strategieën voor het effectief beheren van de marketingomgeving, met een specifieke focus op het vermijden van het 'gekookte kikker syndroom' en het toepassen van de SWOT-analyse voor strategische planning [18](#page=18).
### 6.1 Het 'gekookte kikker syndroom'
Het 'gekookte kikker syndroom' is een metafoor die waarschuwt voor de gevaren van geleidelijke, trage veranderingen in de omgeving. In tegenstelling tot revolutionaire veranderingen die direct opvallen, kunnen langzame aanpassingen onopgemerkt blijven, waardoor organisaties of individuen niet tijdig reageren en uiteindelijk benadeeld worden of ten onder gaan [23](#page=23).
Het syndroom wordt geïllustreerd met het voorbeeld van een kikker:
* Als een kikker direct in kokend water wordt geplaatst, zal hij onmiddellijk proberen te ontsnappen [20](#page=20).
* Maar als een kikker in lauw water wordt geplaatst en de temperatuur geleidelijk wordt verhoogd, past de kikker zich aan en wordt hij steeds groggyer. Uiteindelijk, wanneer het water kookt, is de kikker te verzwakt om te ontsnappen en kookt hij dood, ondanks dat er niets is dat hem fysiek belemmert om te ontsnappen [21](#page=21) [22](#page=22).
De belangrijkste boodschap is dat langzame, geleidelijke veranderingen het gevaarlijkst zijn omdat ze vaak worden gemist. Daarom is het cruciaal om veranderingen in de omgeving constant te monitoren, met speciale aandacht voor subtiele en geleidelijke aanpassingen, om tijdig te kunnen anticiperen en snel te handelen [23](#page=23).
> **Tip:** Pas het 'gekookte kikker syndroom'-principe toe op markttrends, technologische ontwikkelingen en concurrentiebewegingen. Blijf alert op kleine verschuivingen die op termijn grote impact kunnen hebben.
### 6.2 SWOT-analyse
De SWOT-analyse is een strategisch planningsinstrument dat wordt gebruikt om veranderingen in de omgeving te monitoren en te analyseren. Het werd in de jaren '60 ontwikkeld aan de Harvard Business School en kan worden uitgevoerd door een individu (bv. een consultant) of een groep (bv. senior managers). Het is voornamelijk een beschrijvende analyse [24](#page=24).
#### 6.2.1 Componenten van SWOT
De SWOT-analyse kijkt naar zowel interne als externe factoren [25](#page=25) [27](#page=27):
* **Externe factoren:**
* **O - Opportunities (Kansen):** Dit zijn externe factoren en krachten buiten het bedrijf die nieuwe perspectieven en kansen bieden [25](#page=25).
* **T - Threats (Bedreigingen):** Dit zijn eveneens externe factoren en krachten buiten het bedrijf die problemen of verliezen kunnen veroorzaken [25](#page=25).
* Neutrale factoren zijn irrelevante ontwikkelingen of trends [25](#page=25).
> **Evaluatie van Kansen en Bedreigingen:** De waarschijnlijkheid dat een kans of bedreiging zich voordoet, wordt afgezet tegen de relevantie ervan voor het bedrijf. Dit helpt bij het prioriteren [26](#page=26).
* **Interne factoren:**
* **S - Strengths (Sterktes):** Dit zijn interne factoren binnen het bedrijf die het bedrijf in staat stellen te profiteren van kansen en om te gaan met bedreigingen [27](#page=27).
* **W - Weaknesses (Zwaktes):** Dit zijn interne factoren binnen het bedrijf die het bedrijf belemmeren om te profiteren van kansen en om te gaan met bedreigingen [27](#page=27).
> **Voorbeelden van Sterktes en Zwaktes:**
> * **Marketing:** Bedrijfsimage, marktaandeel, eigen verkoopapparaat, distributiekanalen, R&D [28](#page=28).
>
> * **Financieel:** Kosten van kapitaal, financiële stabiliteit, winstgevendheid [28](#page=28).
>
> * **Productie:** Faciliteiten, technische en productievaardigheden, schaalvoordelen, eigen personeel [29](#page=29).
>
> * **Organisatorisch:** Visionair leiderschap, managementcapaciteit, flexibiliteit, toegewijde werknemers, ondernemende oriëntatie [29](#page=29).
>
Sterktes en zwaktes kunnen zich op **elk interface** van de organisatie bevinden [30](#page=30).
> **Evaluatie van Sterktes en Zwaktes:** De interne bewustwording van sterktes en zwaktes wordt afgezet tegen het competitieve voordeel dat deze bieden [31](#page=31).
#### 6.2.2 De SWOT-grid
De SWOT-analyse wordt vaak gevisualiseerd in een matrix of grid die de interne (S, W) en externe (O, T) factoren combineert. Dit grid stelt strategische vragen om de relatie tussen deze factoren te analyseren [32](#page=32):
* Stelt deze sterkte ons in staat te profiteren van deze kans [32](#page=32)?
* Belemmerd deze zwakte ons om te profiteren van deze kans [32](#page=32)?
* Stelt deze sterkte ons in staat om te gaan met deze bedreiging [32](#page=32)?
* Belemmerd deze zwakte ons om te gaan met deze bedreiging [32](#page=32)?
Op basis van deze analyse kan een **strategische keuze** worden gemaakt, onderverdeeld in vier kwadranten:
* **Attack (Aanvallen):** Gebruik sterktes om kansen te benutten [33](#page=33).
* **Defend (Verdedigen):** Gebruik sterktes om bedreigingen af te wenden [33](#page=33).
* **Clean up (Opruimen):** Verminder zwaktes om kansen te benutten [33](#page=33).
* **Crisis:** Verminder zwaktes om bedreigingen te voorkomen [33](#page=33).
#### 6.2.3 Het strategisch planningsproces met SWOT
De SWOT-analyse is een onderdeel van een breder strategisch planningsproces [34](#page=34):
1. **Huidige strategie:** Analyseer de bestaande situatie [34](#page=34).
2. **Interne analyse:** Identificeer sterktes en zwaktes [34](#page=34).
3. **Externe analyse:** Identificeer kansen en bedreigingen [34](#page=34).
4. **Key attention points:** Bepaal de belangrijkste aandachtspunten op basis van de SWOT-resultaten [34](#page=34).
5. **Alternative strategies:** Ontwikkel mogelijke nieuwe strategieën [34](#page=34).
6. **New strategy:** Kies en formuleer de nieuwe strategie [34](#page=34).
7. **Implementation:** Voer de nieuwe strategie uit [34](#page=34).
#### 6.2.4 Kritiek en relevantie van SWOT
Hoewel de SWOT-analyse kritiek heeft ontvangen, onder andere omdat deze vaak niet verder komt dan het opsommen van factoren of het bevatten van onduidelijke termen, blijft het een **zeer relevant en veelgebruikt analyse-instrument voor strategische besluitvorming** [35](#page=35).
> **Voorbeeld: Marketing manager van een start-up met plantaardige vleesalternatieven**
>
> **Situatie:**
>
> * Inkoop microalgenproteïne van een externe leverancier [36](#page=36).
>
> * Productie van microalgen en eiwitextractie zijn kostbaar [36](#page=36).
>
> * Producten hebben een lagere CO2-voetafdruk dan dierlijke producten [36](#page=36).
>
> * Groeiende consumentenbewustzijn over milieu [36](#page=36).
>
> * Hoge en verwachte aanhoudende voedselprijsinflatie [36](#page=36).
>
> * Start-up met aanzienlijke bankschulden [36](#page=36).
>
> * Team van getalenteerde voedingswetenschappers en technologen [36](#page=36).
>
> * Klimaatverandering maakt lokale omgeving geschikter voor microalgenproductie [36](#page=36).
>
>
> Deze informatie kan worden gebruikt om de sterktes (S), zwaktes (W), kansen (O) en bedreigingen (T) van deze start-up te identificeren en te analyseren.
* * *
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
* Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
* Let op formules en belangrijke definities
* Oefen met de voorbeelden in elke sectie
* Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Marketingomgeving | De externe, oncontroleerbare omstandigheden en invloeden waaronder bedrijven opereren en die hun marketingactiviteiten beïnvloeden. |
| Exogene factoren | Externe krachten of invloeden die buiten de controle van een individuele organisatie vallen, maar wel van invloed zijn op de bedrijfsvoering. |
| Bruto nationaal product (BNP) | De totale geldwaarde van alle goederen en diensten die in een land gedurende een bepaalde periode worden geproduceerd, en een indicator is van de economische prestaties. |
| Consumentenvertrouwen | De perceptie van consumenten over de huidige en toekomstige economische omstandigheden, die hun bestedingsgedrag sterk kan beïnvloeden. |
| Beschikbaar inkomen | Het deel van het inkomen dat na belastingen overblijft en dat huishoudens kunnen besteden of sparen voor consumptie. |
| Marktstructuur | De kenmerken van een markt, zoals het aantal concurrenten, de aard van de producten en de aanwezigheid van toetredingsdrempels, die de concurrentie en winstgevendheid bepalen. |
| Toetredingsdrempels | Barrières die nieuwe bedrijven ervan weerhouden om een markt te betreden, zoals hoge investeringskosten, merkloyaliteit of wettelijke voorschriften. |
| Consumentisme | Een sociale beweging die streeft naar de bescherming van consumentenrechten en het bevorderen van veilige, geïnformeerde en keuzevrije consumptie. |
| Sociale waarden | Gemeenschappelijke normen, overtuigingen en ethische principes binnen een samenleving die het gedrag en de attitudes van individuen en groepen sturen. |
| Demografie | De statistische studie van menselijke populaties, met betrekking tot hun omvang, structuur, dichtheid, spreiding en veranderingen over tijd door geboorte, sterfte en migratie. |
| Biotechnologie | Het toepassen van biologische systemen, levende organismen, of afgeleiden daarvan, om producten of processen te maken voor specifieke toepassingen. |
| Gekookte kikker syndroom | Een metafoor voor het geleidelijk wennen aan verslechterende omstandigheden, waardoor men niet reageert op gevaarlijke veranderingen die traag en geleidelijk plaatsvinden. |
| SWOT-analyse | Een strategisch planningsinstrument dat wordt gebruikt om de Sterktes (Strengths), Zwaktes (Weaknesses), Kansen (Opportunities) en Bedreigingen (Threats) van een organisatie te identificeren en te evalueren. |
| Kansen (Opportunities) | Externe gunstige factoren of omstandigheden die een organisatie kan benutten om haar doelstellingen te bereiken of haar positie te verbeteren. |
| Bedreigingen (Threats) | Externe ongunstige factoren of omstandigheden die de organisatie kunnen schaden of haar vermogen om haar doelen te bereiken kunnen belemmeren. |
| Sterktes (Strengths) | Interne positieve eigenschappen of capaciteiten van een organisatie die haar in staat stellen om kansen te benutten en bedreigingen het hoofd te bieden. |
| Zwaktes (Weaknesses) | Interne negatieve eigenschappen of beperkingen van een organisatie die haar vermogen om kansen te benutten of bedreigingen het hoofd te bieden, kunnen belemmeren. |