Cover
Comença ara de franc Deel 5 Neurotransmitters_tekst_DEF.pdf
Summary
# De rol van GABA in de hersenen en het ruggenmerg
GABA (gamma-aminobutyric acid) is de belangrijkste inhibitorische neurotransmitter in de hersenen en een belangrijke inhibitorische neurotransmitter in het ruggenmerg, waarbij het een cruciale rol speelt in de balans tussen excitatie en inhibitie [1](#page=1).
## 1. Synthese, afgifte en heropname van GABA
### 1.1 Celulaire oorsprong en synthese
GABA wordt gesynthetiseerd in het cytoplasma van het presynaptische neuron uit de precursor glutamaat door het enzym glutamaatdecarboxylase (GAD). GABA-erge neuronen worden gekenmerkt door de aanwezigheid van GAD. De synthese van GABA kan worden beschouwd als een zijspoor van de mitochondriale Krebs cyclus, bekend als de GABA shunt. Alfa-ketoglutaraat, een intermediair van de Krebs cyclus, wordt in het cytosol omgezet naar glutamaat, dat vervolgens door GAD wordt geconverteerd naar GABA [2](#page=2) [3](#page=3).
### 1.2 Opslag en afgifte
Na synthese wordt GABA opgeslagen in synaptische vesikels. Wanneer een actiepotentiaal de presynaptische cel bereikt, vindt fusie plaats van het vesikel met de plasmamembraan, waardoor GABA in de synaptische spleet wordt vrijgesteld [2](#page=2).
### 1.3 Heropname en metabolisme
Na afgifte in de synaptische spleet kan GABA pre-synaptisch worden heropgenomen via een GABA transporter (GAT). GABA kan ook worden opgenomen in omliggende astrocyten via GATs. In astrocyten wordt GABA omgezet naar glutamaat, waarbij glutamaat transaminase (GABA-T) de eerste stap medieert (#page=2, 3). Astrocyten spelen een belangrijke rol in de GABA-erge neurotransmissie, vergelijkbaar met hun rol bij glutamaterge neurotransmissie [2](#page=2) [3](#page=3).
De glutamaat-glutamine cyclus is hierbij relevant: glutamaat wordt in de astrocyte omgezet tot glutamine door glutamine synthase. Glutamine wordt vrijgesteld en opgenomen door het presynaptische neuron, waar het door glutaminase weer wordt omgezet naar glutamaat [3](#page=3).
### 1.4 GABA shunt metabolisme
GABA wordt via GABA transaminase omgezet naar succinyl-semialdehyde, dat op zijn beurt wordt omgezet naar succinaat, een intermediair van de Krebs cyclus. Dit proces is een metabole pathway die de GABA shunt wordt genoemd [3](#page=3).
## 2. GABA-receptoren
### 2.1 GABA-A receptor
De GABA-A receptor is een ionotrope receptor die fungeert als een chloorkanaal. Binding van GABA aan de GABA-A receptor verhoogt de conductantie voor chloor, wat leidt tot een influx van chloorionen. De extracellulaire concentratie van chloor is normaal hoger dan de intracellulaire. Deze influx genereert een inhibitorisch postsynaptisch potentiaal (IPSP). De GABA-A receptor is de belangrijkste receptor in de hersenen en het primaire doelwit voor farmacologische modulatie [4](#page=4).
**Eigenschappen van de GABA-A receptor:**
* **Structuur:** Heteropentameren bestaande uit verschillende subunit-combinaties, wat leidt tot een grote variëteit aan receptoren met diverse eigenschappen [6](#page=6).
* **Bindingsplaatsen:**
* **GABA bindingsplaats:** Bindt de endogene agonist GABA, muscimol (uit de vliegenzwam) en GHB. Bicuculline is een competitieve antagonist op deze plaats [6](#page=6).
* **Barbituraat site:** Geen endogene ligand bekend. Barbituraten potentiëren de kanaalopening en versterken IPSPs [6](#page=6).
* **Benzodiazepine site:** Een modulerende site. Benzodiazepines (zoals diazepam) zijn agonisten die de kanaalopening potentiëren. Ze hebben effecten zoals sedatie, slaapinductie, spierrelaxatie, angstwerend en anti-epileptisch effect [6](#page=6) [7](#page=7).
* **Steroid site:** Neurosteroïden werken in op deze site en hebben effecten op het gemoed, met therapeutisch potentieel bij angst en depressie [7](#page=7).
* **Picrotoxin site:** Wordt niet verder besproken [7](#page=7).
**Effecten van modulatie:**
* GABA zelf veroorzaakt korte openingen van het kanaal [7](#page=7).
* Barbituraten zoals pentobarbital activeren het kanaal niet op zichzelf, maar verlengen de 'channel open time' wanneer GABA aanwezig is, wat resulteert in een langere en diepere IPSP (#page=7, 8) [7](#page=7) [8](#page=8).
### 2.2 GABA-B receptor
De GABA-B receptor is een metabotrope G-proteïne gekoppelde receptor. Activatatie leidt via second messenger vorming tot een indirect effect op ionkanalen, wat eveneens hyperpolarisatie veroorzaakt, maar met tragere IPSPs (orde van honderden milliseconden). Er zijn ook andere moleculaire targets voor de second messenger. Baclofen is een GABA-B receptor agonist die IPSPs kan veroorzaken in het presynaptische uiteinde van een glutamaterg neuron [4](#page=4) [9](#page=9).
## 3. Cellulaire rol en functies van GABA
### 3.1 Inhibitorische neurotransmissie
GABA is de primaire inhibitorische neurotransmitter in de hersenen en het ruggenmerg. Het zorgt voor zowel pre-synaptische als post-synaptische inhibitie (#page=1, 8) [1](#page=1) [8](#page=8).
**Typen inhibitie:**
* **Postsynaptische inhibitie:** Verloopt via een GABA-erge neuron dat direct synaptisch contact maakt met het postsynaptische neuron. Dit leidt tot hyperpolarisatie en remming van actiepotentialen (#page=4, 8) [4](#page=4) [8](#page=8).
* **Presynaptische inhibitie:** Een GABA-erge neuron eindigt op de presynaptische bouton van een ander neuron, waardoor de afgifte van neurotransmitters uit dat presynaptische neuron wordt verminderd. Dit kan leiden tot een daling in de duur en amplitude van het actiepotentiaal en verminderde neurotransmitter exocytose [8](#page=8) [9](#page=9).
### 3.2 Rol in corticale netwerken
In de cortex spelen GABA-erge interneuronen een cruciale rol in het handhaven van de balans tussen excitatie en inhibitie. Ze zorgen voor [10](#page=10):
* **Recurrente inhibitie:** Geactiveerde glutamaterge neuronen activeren lokale GABA-erge interneuronen, die vervolgens de oorspronkelijke glutamaterge neuronen remmen. Dit zorgt voor 'temporal containment' (inperking in de tijd) [11](#page=11).
* **Laterale inhibitie:** GABA-erge interneuronen remmen omliggende glutamaterge neuronen, wat zorgt voor 'spatial containment' (ruimtelijke inperking) [11](#page=11).
Wanneer deze inhibitoire mechanismen falen, kan dit leiden tot ongecontroleerde neuronale activiteit en de verspreiding van epilepsie-achtige ontladingen (#page=11, 12) [11](#page=11) [12](#page=12).
## 4. Betrokkenheid bij neurologische aandoeningen
### 4.1 Epilepsie
Epileptische aanvallen worden gekenmerkt door een verstoorde balans tussen glutamaat (excitatoir) en GABA (inhibitoir). Een falen van 'spatial' en 'temporal containment' kan leiden tot gegeneraliseerde epileptische ontladingen. Verschillende medicijnen, waaronder benzodiazepines en barbituraten, hebben een anti-epileptisch effect doordat ze de GABA-erge inhibitie potentieren (#page=6, 12). Naast de glutamaat-GABA balans zijn ook andere mechanismen, zoals de betrokkenheid van diverse ionkanalen (Na+-, K+-, en Ca2+-kanalen), belangrijk bij epilepsie [10](#page=10) [12](#page=12) [6](#page=6).
> **Tip:** Het begrijpen van de rol van GABA in het creëren van IPSPs is essentieel voor het begrijpen van hoe neuronale activiteit wordt gereguleerd. De verschillende bindingsplaatsen op de GABA-A receptor bieden belangrijke aangrijpingspunten voor medicatie.
> **Voorbeeld:** Bicuculline, een antagonist van de GABA-A receptor, wordt gebruikt in onderzoek om convulsies uit te lokken door de 'GABA rem' weg te nemen, wat de onderliggende rol van GABA in het voorkomen van overmatige neuronale activiteit benadrukt [6](#page=6).
---
# Glycine als inhibitorische neurotransmitter in het ruggenmerg
Glycine, de kleinste neurotransmitter, speelt een cruciale inhibitorische rol, voornamelijk in het ruggenmerg.
### 2.1 Kenmerken van glycine
Glycine is de kleinste neurotransmitter en staat bekend om zijn inhibitorische functie. De interneuronen van het ruggenmerg zijn voornamelijk glycinerg. Hoewel er minder over glycine bekend is dan over GABA, is de glycine receptor een heteropentameer dat een ionkanaal vormt dat selectief permeabel is voor chloorionen [13](#page=13).
#### 2.1.1 Glycine receptor en strychnine
De glycine receptor is een heteropentameer en vormt een ionkanaal dat selectief permeabel is voor chloorionen. Strychnine is een bekende glycine antagonist. Historisch werd strychnine gebruikt als rattengif; de blokkade van glycine door strychnine leidt tot ongecontroleerde contracties van skeletspieren en uiteindelijk tot ademhalingsstilstand en de dood [13](#page=13).
### 2.2 Renshaw cellen en feedbackmechanismen
In het ruggenmerg oefenen zogenaamde Renshaw cellen een belangrijke regulatorische functie uit op motorneuronen. Deze cellen zijn inhibitorische interneuronen [13](#page=13).
#### 2.2.1 Recurrente negatieve feedback
Een axon collateraal vertrekt van een motorneuron en maakt een synaps met een inhibitorisch interneuron, een Renshaw cel. Deze Renshaw cel oefent vervolgens een recurrente negatieve feedback uit op het motorneuron dat de actie initieerde [13](#page=13).
#### 2.2.2 Laterale inhibitie
Naast recurrente feedback, oefenen Renshaw cellen ook een lateraal inhiberend effect uit op omliggende motorneuronen. Dit betekent dat wanneer een motorneuron vuurt, de geassocieerde Renshaw cel niet alleen dat motorneuron remt, maar ook de activiteit van naburige motorneuronen onderdrukt [13](#page=13).
#### 2.2.3 Schakeling in het ruggenmerg
In een typische schakeling in het ruggenmerg, zoals geïllustreerd met een cholinerg motorneuron, wordt ook een collateraal van het motorneuron gebruikt om een Renshaw cel te exciteren. Volgens de wet van Dale, die stelt dat een neuron slechts één type neurotransmitter afgeeft (met enkele uitzonderingen), wordt ter hoogte van synaps 1 ook acetylcholine vrijgesteld op het glycinerge interneuron, de Renshaw cel. De Renshaw cel maakt vervolgens een glycinerge synaps (synaps 3) met het oorspronkelijke motorneuron, wat leidt tot inhibitie. Sensorische neuronen, waarvan de soma zich in het dorsale root ganglion (DRG) bevindt, leveren input via de dorsale hoorn (bijvoorbeeld in de kniepeesreflex) en veroorzaken glutamaatvrijstelling op het motorneuron (synaps 2). Daarnaast kan er presynaptische inhibitie van synaps 2 optreden via een GABA-erge synaps (synaps 4) [14](#page=14).
> **Tip:** Begrijpen van de rol van Renshaw cellen is essentieel voor het begrijpen van motorische controle en reflexbogen in het ruggenmerg. De combinatie van recurrente negatieve feedback en laterale inhibitie helpt bij het verfijnen van motorische commando's en het voorkomen van overmatige spieractiviteit.
---
# Neuropeptiden en hun diverse functies
Neuropeptiden zijn eiwitten die fungeren als neuromodulatoren en een breed scala aan fysiologische processen beïnvloeden [15](#page=15).
### 3.1 De aard van neuropeptiden
Neuropeptiden zijn eiwitten die worden gesynthetiseerd in neuronen en dienen als neuromodulatoren. Ze worden vrijgesteld in de synaps en werken in op neuropeptidereceptoren, die doorgaans tot de G-proteïne-gekoppelde receptoren met 7 transmembranaire domeinen behoren [15](#page=15).
In tegenstelling tot klassieke neurotransmitters, die worden opgeslagen in 'small clear vesicles', worden neuropeptiden opgeslagen in 'large dense-core vesicles'. Deze vesicles, samen met de daarin opgeslagen neuropeptiden, worden gesynthetiseerd in het neuronale cellichaam en via snel axonaal transport naar de presynaptische uiteinden getransporteerd. Morfologische evidentie voor de aanwezigheid van neuropeptiden kan worden verkregen met elektronenmicroscopie [15](#page=15).
> **Tip:** Neuropeptiden worden niet in het presynaptische uiteinde aangemaakt, wat een belangrijk verschil is met klassieke neurotransmitters.
### 3.2 Belangrijke families en hun functies
Er zijn verschillende families van neuropeptiden die betrokken zijn bij uiteenlopende fysiologische functies:
#### 3.2.1 Endogene opioïde peptiden
De term opiaat of opioïde verwijst naar substanties afkomstig uit de opiumpapaver, zoals codeïne en morfine, die al millennia gebruikt worden voor analgesie en sedatie. Endogene opioïden zijn de lichaamseigen pijnonderdrukkende moleculen. Er zijn drie receptor-subtypes: de $\mu$, $\delta$ en $\kappa$ receptor. De endogene opioïden worden onderverdeeld in endorfines, dynorfines, enkefalines en endomorfines. De eerste drie klassen zijn niet zeer selectief voor één receptor-subype, terwijl endomorfines daarentegen wel zeer selectief zijn, specifiek voor de $\mu$ receptor [16](#page=16).
De $\mu$ opioïde receptor is de meest bekende en is grotendeels verantwoordelijk voor de analgetische effecten van opioïden, zowel endogeen als exogeen toegediend [17](#page=17).
#### 3.2.2 Substance P en CGRP
Substance P en calcitonine gene-related peptide (CGRP) hebben een sterke link met de pijnsystemen. CGRP wordt vrijgesteld tijdens de hoofdpijnfase van een migraineaanval. Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van CGRP receptor antagonisten en monoklonale antilichamen gericht tegen CGRP of zijn receptor, die worden ingezet bij de preventieve en/of acute behandeling van migraine [16](#page=16).
#### 3.2.3 Orexines (Hypocretines)
Orexines, ook bekend als hypocretines, zijn geïdentificeerd als endogene liganden voor receptoren in de laterale hypothalamus. Aanvankelijk werden ze geassocieerd met voedselinname, maar later werd een belangrijke functie in de slaap-waakcyclus vastgesteld. Het verlies van orexinerge neuronen ligt aan de basis van narcolepsie [16](#page=16).
> **Tip:** Orexines zijn cruciaal voor het reguleren van de slaap-waakcyclus. Hun afwezigheid leidt tot de slaapstoornis narcolepsie.
#### 3.2.4 Galanine
Galanine is een neuropeptide dat onder andere de slaap bevordert, met name de non-REM slaap. Het wordt vrijgesteld door neuronen in de ventrolaterale preoptische nucleus (VLPO) van de hypothalamus, een cruciaal slaapbevorderend centrum. De VLPO bevat GABA-erge en galanerge neuronen die remmende signalen sturen naar waakcentra, zoals het laterale hypothalamusgebied, waardoor een 'flip-flop' mechanisme tussen slaap en waak ontstaat [17](#page=17).
### 3.3 Neuropeptiden en pijntransmissie
In het ruggenmerg, ter hoogte van de dorsale hoorn, komt sensorische informatie binnen, inclusief signalen van nociceptoren. Dalende banen vanuit de locus caeruleus (noradrenaline) en de raphe nuclei (serotonine) bereiken enkefalinerge inhibitoire interneuronen. Nociceptoren maken synapsen met projectieneuronen, waarbij zowel glutamaat als neuropeptiden (CGRP en substance P) worden vrijgesteld [18](#page=18).
Wanneer enkefaline wordt vrijgelaten door het inhibitoire interneuron, werkt het in op de $\mu$ receptoren met zowel pre- als postsynaptische effecten (door inhibitie van calciumkanalen en stimulatie van kaliumkanalen, respectievelijk). Dit onderdrukt pijntransmissie en zorgt ervoor dat de 'pijnpoort' deels sluit [18](#page=18).
> **Voorbeeld:** Bij een spinale epidurale anesthesie kunnen lokale opiaten worden geïnfiltreerd om een vergelijkbaar pijnonderdrukkend effect te bereiken door pre- en postsynaptische modulatie [18](#page=18).
---
# Andere neurotransmitters: ATP, cannabinoïden en gasvormige neurotransmitters
Dit deel bespreekt de rol van ATP als purinerge neurotransmitter, de recent ontdekte endogene cannabinoïden zoals anandamide en hun effecten, en gasvormige neurotransmitters zoals stikstofoxide (NO) en koolmonoxide (CO).
### 4.1 Adenosinetrifosfaat (ATP) als neurotransmitter
ATP fungeert niet alleen als energiemolecule, maar ook als neurotransmitter, wat leidt tot de term purinerge neurotransmissie. De vrijgavemechanismen van ATP zijn divers. Hoewel klassieke neurotransmittercriteria niet altijd volledig worden vervuld, kan ATP vrijkomen via porievormende kanalen door diffusie (non-vesiculaire release). In mindere mate kan het ook vesiculair worden vrijgesteld, soms als co-transmissier. ATP interageert met zowel ionotrope (P2X) als metabotrope (P2Y) receptoren. Buiten de cel wordt ATP snel afgebroken tot ADP, AMP en vervolgens tot adenosine [19](#page=19).
Adenosine heeft significante effecten via metabotrope adenosine receptoren. Centraal heeft het een deprimerend effect, bekend als 'slaapdruk', door de inhibitie van cholinerge neuronen in de nucleus basalis van Meynert. Daarnaast stimuleert adenosine de ventrolaterale preoptische nucleus (VLPO) in de hypothalamus, wat leidt tot slaapinductie onder invloed van GABA en galanine. Cafeïne oefent een centraal stimulerend effect uit door de blokkade van bepaalde adenosine receptor-subtypes, waardoor de remmende werking van adenosine vermindert en men actiever wordt. Een extreme pijnervaring, zoals bij een niersteen die tegen de ureterwand schuurt, kan worden verklaard door de vrijgave van ATP door schade aan de ureterwand, wat P2X receptoren op subepitheliale nociceptoren activeert [19](#page=19).
> **Tip:** Onthoud dat de criteria voor klassieke neurotransmitters niet altijd strikt van toepassing zijn op ATP, met name wat betreft de vrijgavemechanismen.
### 4.2 Cannabinoïden
Endogene cannabinoïden zijn relatief recent ontdekte moleculen. Anandamide is het prototype van een lichaamseigen cannabinoïde. Tetrahydrocannabinol (THC) is de primaire psychoactieve component in cannabis, verantwoordelijk voor het 'high'-gevoel. De cannabinoïde receptor in het centrale zenuwstelsel (CB1R) speelt een modulerende rol. Cannabinoïden kunnen kalmerende, pijnonderdrukkende, euforiserende en droomstimulerende effecten hebben [20](#page=20).
Een geregistreerd medicijn, SaƟvex®, bevat THC en cannabidiol en wordt gebruikt voor de verlichting van symptomen bij volwassen patiënten met matige tot ernstige spasticiteit door multiple sclerose (MS) die onvoldoende reageren op andere medicatie. Er wordt verwacht dat er nieuwe therapeutische toepassingen zullen ontstaan. Endocannabinoïden fungeren als retrograde neurotransmitters, wat betekent dat ze niet aan de criteria voor klassieke neurotransmitters voldoen. Anandamide wordt postsynaptisch gesynthetiseerd en diffundeert vervolgens naar het presynaptische uiteinde, waar het zich bindt aan de CB1 receptor. Deze presynaptische CB1 receptor is modulerend en inhiberend, resulterend in een verminderde neurotransmittervrijgave [20](#page=20).
> **Voorbeeld:** Anandamide wordt gesynthetiseerd in de postsynaptische neuron en werkt dan terug op de presynaptische neuron, wat kenmerkend is voor retrograde signalering.
### 4.3 Gasvormige neurotransmitters
Gasvormige neurotransmitters vormen een aparte klasse van signaalmoleculen.
#### 4.3.1 Stikstofoxide (NO)
Stikstofoxide (NO), of stikstofmonoxide, is een gasvormige neurotransmitter die in het cardiovasculaire systeem voornamelijk bekend staat om zijn vasodilaterende effecten. In de hersenen kan de binding van glutamaat aan de NMDA receptor leiden tot een intracellulaire calciumtoename. Dit activeert het enzym neuronaal stikstofoxide synthase (nNOS), wat resulteert in de vorming van NO. NO kan fungeren als een signaal waarmee postsynaptische neuronen communiceren met presynaptische uiteinden om de afgifte van glutamaat te bevorderen, met name in de context van long-term potentiation (LTP) [21](#page=21).
#### 4.3.2 Koolmonoxide (CO)
Koolmonoxide (CO), ook bekend als koolstofmonoxide, is eveneens een gasvormige neurotransmitter. Endogeen wordt CO in neuronen gevormd door de enzymatische afbraak van heem. CO stimuleert oplosbare guanylaatcyclase om de neurotransmissie te moduleren, hoewel dit mechanisme grotendeels nog onbekend terrein is. Het is opmerkelijk dat CO, ondanks zijn potentieel toxische aard, ook als neurotransmitter wordt gebruikt [22](#page=22).
CO en NO binden niet aan specifieke receptoren en worden niet opgeslagen in vesikels. Hierdoor voldoen ze niet aan de criteria voor klassieke neurotransmitters [22](#page=22).
> **Tip:** Gasvormige neurotransmitters zoals NO en CO hebben unieke eigenschappen, zoals diffusie door celmembranen en het ontbreken van klassieke receptoren.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| GABA | Gamma-aminoboterzuur (GABA) is de belangrijkste inhibitorische neurotransmitter in de hersenen en een belangrijke in het ruggenmerg. Het speelt een cruciale rol in het reguleren van neuronale excitabiliteit. |
| Neuropeptiden | Dit zijn eiwitten die gesynthetiseerd worden in neuronen en functioneren als neuromodulatoren. Ze worden vrijgesteld in de synaps en werken in op G-proteïne gekoppelde receptoren. |
| Glycine | Glycine is de kleinste neurotransmitter en heeft een inhibitorische functie, voornamelijk in het ruggenmerg. De glycine receptor is een ionkanaal dat permeabel is voor chloorionen. |
| ATP | Adenosinetrifosfaat (ATP) fungeert niet alleen als energiedrager, maar ook als neurotransmitter in de zogenaamde purinerge neurotransmissie. Het werkt in op ionotrope (P2X) en metabotrope (P2Y) receptoren. |
| Cannabinoïden | Dit zijn lichaamseigen verbindingen, zoals anandamide, die een modulerend systeem vormen in het centrale zenuwstelsel. Ze werken op cannabinoïde receptoren (CB1R) en hebben kalmerende, pijnonderdrukkende en euforiserende effecten. |
| Stikstofoxide (NO) | Een gasvormige neurotransmitter die in de hersenen kan worden gevormd door activatie van het enzym nNOS. NO kan postsynaptische neuronen helpen communiceren met presynaptische uiteinden om de afgifte van glutamaat te bevorderen. |
| Koolmonoxide (CO) | Een andere gasvormige neurotransmitter die endogeen wordt gevormd in neuronen. CO stimuleert oplosbare guanylaatcyclase om de neurotransmissie te moduleren. |
| IPSP | Een Inhibitoir Postsynaptisch Potentiaal (IPSP) is een verandering in het membraanpotentiaal van een postsynaptisch neuron die het minder waarschijnlijk maakt dat het neuron een actiepotentiaal genereert. Dit wordt vaak veroorzaakt door de instroom van negatieve ionen, zoals chloor. |
| Glutamaat | Glutamaat is de belangrijkste excitatoire neurotransmitter in de hersenen. Het speelt een sleutelrol in synaptische plasticiteit en leren, maar overmatige activiteit kan leiden tot excitotoxiciteit. |
| Astrocyten | Dit zijn gliacellen in het centrale zenuwstelsel die een cruciale rol spelen in de regulatie van de extracellulaire omgeving, de ondersteuning van neuronen en de recycling van neurotransmitters zoals GABA en glutamaat. |
| GABA shunt | De GABA shunt is een metabole route die afwijkt van de mitochondriale Krebs cyclus, waarbij alfa-ketoglutaraat wordt omgezet naar glutamaat en vervolgens naar GABA. Dit is essentieel voor de synthese van GABA in GABA-erge neuronen. |
| Metabool effect | Een metabool effect verwijst naar een fysiologische reactie die wordt gemedieerd door veranderingen in cellulaire metabole paden, vaak geactiveerd door G-proteïne gekoppelde receptoren en second messengers. |
| Ionotroop effect | Een ionotroop effect is een snelle neuronale respons die wordt veroorzaakt door de directe binding van een neurotransmitter aan een ligand-gated ionkanaal, wat leidt tot een verandering in de ionenpermeabiliteit van het membraan. |
| Exocytose | Exocytose is het proces waarbij intracellulaire vesikels fuseren met het celmembraan om hun inhoud, zoals neurotransmitters, in de extracellulaire ruimte vrij te geven. |
| Renshaw cell | Een Renshaw cell is een inhibitorisch interneuron in het ruggenmerg dat een terugkoppelingsmechanisme vormt voor motorneuronen. Het oefent recurrente negatieve feedback en laterale inhibitie uit. |