Cover
ابدأ الآن مجانًا SPP 2025_2026 les 9 ASS (deel 2)_studentenversie.pptx
Summary
# Diagnostiek van autismespectrumstoornis (ASS)
Hier is een gedetailleerde samenvatting over de diagnostiek van autismespectrumstoornis (ASS), opgesteld voor studie-examens.
## 1. Diagnostiek van autismespectrumstoornis (ASS)
De diagnostiek van ASS wordt gekenmerkt door de noodzaak van patroonherkenning, gezien de grote fenotypische variabiliteit en de mogelijkheid tot compensatie en camouflage.
### 1.1 Uitdagingen bij de diagnostiek van ASS
Het stellen van een diagnose bij ASS is complex en wordt bemoeilijkt door verschillende factoren:
* **Stereotiepe, achterhaalde en foute opvattingen over autisme**: Vooroordelen kunnen leiden tot gemiste diagnoses of onjuiste inschattingen.
* **Fenotypische variabiliteit**: Er bestaat geen eenduidig beeld van autisme. De kenmerken en hun expressie variëren sterk per individu, zowel in aard als in intensiteit, en dit kan ook veranderen met de leeftijd. Dit betekent dat "de autist" niet bestaat.
* **Compensatie en camouflage**: Personen met ASS ontwikkelen vaak strategieën om hun moeilijkheden te maskeren, waardoor de kenmerken minder opvallend zijn voor de buitenwereld, maar dit verbergt de onderliggende uitdagingen niet.
### 1.2 Screening, diagnose en assessment
De diagnostische procedure kan worden onderverdeeld in drie hoofdfasen:
#### 1.2.1 Screening
Het doel van screening is om kinderen met een verhoogd risico op ASS te identificeren. Vroegtijdige onderkenning is cruciaal omdat het onnodig "shoppen" tussen hulpverleners kan voorkomen en stress bij ouders door onzekerheid kan verminderen. Bovendien zijn vroege interventies effectiever.
#### 1.2.2 Diagnostisch protocol
Het primaire doel van een diagnostisch protocol is het stellen van een diagnose ASS, meestal gebaseerd op de criteria van de DSM of ICD.
* **Methode**: De aanpak is multimodaal, wat inhoudt dat er een combinatie van verschillende methoden en informanten wordt gebruikt.
* **Methoden**:
* **Diagnostisch interview**: Gesprekken met ouders, leerkrachten en/of het kind zelf.
* **Observatie**: Het observeren van het gedrag van het kind in verschillende settings.
* **Onderzoek**: Psychologisch, logopedisch, kinesitherapeutisch of ergotherapeutisch onderzoek kan deel uitmaken van de procedure.
* **Informanten**: Ouders, leerkrachten en het kind zelf zijn belangrijke bronnen van informatie.
* **Multidisciplinair team**: De diagnose dient te worden gesteld binnen een multidisciplinair team, bestaande uit onder andere logopedisten, kinesisten/ergotherapeuten, artsen, psychologen, pedagogen en psychologisch consulenten, vaak onder leiding van een kinder- en jeugdpsychiater.
* **Gouden standaard instrumenten**:
* **ADI (Autism Diagnostic Interview)**: Een gestructureerd interview dat door een getrainde professional wordt afgenomen en gescoord. Dit instrument is beschikbaar vanaf 18 maanden leeftijd en is sterk afhankelijk van de ervaring van de interviewer.
* **ADOS (Autism Diagnostic Observation Scale)**: Een semi-gestructureerde observatie die door een getrainde professional wordt afgenomen en gescoord. Deze is beschikbaar vanaf 18 maanden leeftijd en heeft vier modules, afhankelijk van het taalniveau van het kind.
#### 1.2.3 Assessment (breed sterkte/zwakte profiel)
Assessment richt zich op het opstellen van een breed profiel van de sterke en zwakke kanten van het kind of de jongere. Dit is essentieel voor het opstellen van een handelingsgericht behandelplan. De keuze van de assessmentinstrumenten moet gebaseerd zijn op de specifieke domeinen en vaardigheden waarover informatie gewenst is, zoals:
* Intelligentie en ontwikkelingsniveau
* Adaptieve vaardigheden
* Taalontwikkeling
* Grove en fijne motoriek
* Sociale vaardigheden
* Schoolse vaardigheden
#### 1.2.4 Leeftijd van diagnose
Hoewel de eerste symptomen van ASS vaak al in het eerste levensjaar zichtbaar zijn en vermoedens bij ouders vaak rond de 20 maanden ontstaan, worden de meeste diagnoses pas gesteld tussen 4 en 5 jaar of later. De meest gevoelige periode voor diagnostiek ligt tussen 2 en 5 jaar, omdat dan de sociale verwachtingen toenemen en compensatiestrategieën nog niet volledig ontwikkeld zijn.
### 1.3 Differentiaaldiagnostiek en comorbiditeit
Differentiaaldiagnostiek en het in kaart brengen van comorbiditeit zijn cruciaal bij de diagnostiek van ASS.
* **Comorbiditeit**: De aanwezigheid van andere stoornissen naast ASS is veelvoorkomend en heeft een significante impact op de prognose, die hierdoor vaak minder gunstig is. Inzicht in comorbiditeit is ook belangrijk voor het begrijpen van de etiologie van stoornissen en heeft directe gevolgen voor de aanpak en behandeling, zowel op pedagogisch/psychologisch als medicamenteus vlak.
### 1.4 Besluitvorming bij diagnostiek
Bij het stellen van een diagnose ASS is het belangrijk om:
* Niet uitsluitend te focussen op het cognitieve profiel.
* Trends te observeren in testresultaten over verschillende testen, contexten en respondenten heen, in plaats van te kijken naar één enkele testscore.
* Kwalitatieve interpretatie van testresultaten prioriteit te geven boven louter scores.
* De onderliggende redenen voor bepaald gedrag te analyseren.
* Een integrale kijk te hebben op alle beperkingen en sterktes van het individu, wat essentieel is voor de ontwikkeling van een passende aanpak.
---
# Ondersteuning en begeleiding bij ASS
Dit deel behandelt strategieën voor ondersteuning en begeleiding van gezinnen en kinderen met ASS, gericht op het verminderen van draaglast, het versterken van draagkracht en het verbeteren van het functioneren van het kind, waarbij ingegaan wordt op werkzame factoren en onderzochte aanpakken.
### 2.1 Doelstellingen van ondersteuning en begeleiding
De doelen van ondersteuning en begeleiding bij ASS omvatten:
* Een vermindering van de draaglast voor het gezin.
* Versterking van de draagkracht van het gezin.
* Het herstellen van de balans tussen protectieve factoren en risicofactoren.
* Verbetering van het functioneren van het kind.
* Het stimuleren van de normale ontwikkeling.
* Het verminderen van specifieke, direct uit ASS voortvloeiende problemen.
* Het elimineren van non-specifieke en geassocieerde gedragsproblemen.
### 2.2 Werkzame factoren in ondersteuning en begeleiding
Werkzame factoren zijn essentiële elementen of onderdelen binnen de ondersteuning en begeleiding. Deze omvatten:
#### 2.2.1 Psycho-educatie
Psycho-educatie gaat verder dan enkel voorlichting. Het omvat het herkennen, analyseren, interpreteren van en anticiperen op probleemsituaties. De doelen hiervan zijn:
* Het bieden van een verklaring voor ervaren problemen.
* Ondersteuning bij de verwerking van de diagnose.
* Verminderen van schuldgevoel.
* Verminderen van irreëel hooggespannen verwachtingen.
Onderwerpen die aan bod kunnen komen tijdens psycho-educatie zijn onder andere:
* Uitleg over de stoornis.
* Etiologie (oorzaken).
* Prognose en begeleiding.
**Tip:** De vraag of de diagnose aan het kind met autisme meegedeeld moet worden, is complex. Het hangt af van het individu. Sommige kinderen hebben baat bij deze duidelijkheid, terwijl het voor anderen niet werkt of zelfs negatieve gevolgen kan hebben. Voorzichtigheid is geboden en de aanpak dient aangepast te zijn.
**Voorwaarden voor succesvolle psycho-educatie bij het kind of de jongere met ASS:**
* Het besef dat er ‘iets’ aan de hand is (bijvoorbeeld het gevoel ‘dom’ te zijn of zich anders te voelen).
* Taakspanning (het kind is gemotiveerd om te leren).
* Het vermogen om naar zichzelf te kijken.
* Geen té negatief zelfbeeld.
**Wanneer psycho-educatie geven?**
Er is geen vaste leeftijd. Een sociaal-communicatief niveau van boven de vier jaar wordt vaak als minimum beschouwd. Het kan preventief, ter voorbereiding op overgangen, of wanneer het goed gaat met het kind.
**Methodiek van psycho-educatie:**
* **Herhalend:** Niet alles komt direct over of blijft hangen; herhaling is cruciaal.
* **Situatiegericht:** De uitleg dient aangepast te worden aan de veranderende situaties in opeenvolgende levensfasen van het kind/jongere.
* **Interactief:** Betrek het kind/de jongere actief.
* **Aangepast:** De aanpak dient afgestemd te zijn op de specifieke mogelijkheden en beperkingen van het kind/de jongere.
* **Gebruik concrete voorbeelden:** Maak gebruik van voorbeelden die door de ouders/het kind zelf zijn aangedragen om de triade (kind, ouders, hulpverlener) te illustreren.
**Wat beter niet te doen bij psycho-educatie:**
* Vertrekken vanuit de term 'autismespectrumstoornis' en daaraan de moeilijkheden of symptomen koppelen.
* Enkel psycho-educatie geven op momenten dat het goed gaat en enkel wanneer de kinderen en jongeren geen té negatief zelfbeeld hebben.
> **Tip:** Een alternatieve en vaak effectievere aanpak is om te starten vanuit de verschillende moeilijkheden die het kind zelf ervaart en van daaruit te komen tot de term 'autismespectrumstoornis'. Sommige kinderen hebben voldoende aan een simpele omschrijving zoals 'ik heb een kronkeltje' en hebben geen behoefte aan de formele diagnose.
#### 2.2.2 Integrale aanpak en betrek het gezin
Het creëren van een autismvriendelijk leefklimaat is essentieel. Dit betekent het creëren van een omgeving waarin het kind kan groeien en waarin de ouders ondersteund worden in het opvoedingsproces.
#### 2.2.3 Op maat van het individuele kind en zijn gezin
De ondersteuning en begeleiding moeten afgestemd zijn op:
* De ernst van de stoornis.
* De leeftijd.
* Het ontwikkelingsniveau.
* De interesses en capaciteiten van het kind.
**Voorbeelden:**
* Bij kinderen met een verstandelijke beperking ligt de nadruk op het aanleren van basale functionele vaardigheden.
* Bij kinderen met meer mentale mogelijkheden ligt de nadruk op sociaal-cognitieve en probleemoplossende vaardigheden.
#### 2.2.4 Structureer de omgeving van het kind en maak deze begrijpelijk
Door de omgeving te structureren en duidelijk te communiceren, ontstaat er verheldering voor het kind of de jongere met autisme. Mensen met ASS hebben vaak problemen met:
* Informatieverwerking.
* Betekenisverlening.
* Het ervaren van een onbegrijpelijke en onvoorspelbare wereld.
**Methoden voor structurering en verheldering:**
* **Verheldering in tijd en ruimte:**
* Aanpassen van de fysieke structuur.
* Gebruik van verwijzers (voorwerpen, foto's, picto's).
* Tijdsplannen en stappenplannen.
* **Aangepast taalgebruik:**
* Expliciete communicatie.
* Langzaam spreken.
* Zorg dat het kind weet dat u hem aanspreekt.
* Geef tijd om informatie te verwerken.
* Vermijd beeldspraak.
* **Duidelijke gedragsregels:**
* Heldere, exacte en concrete geboden en verboden.
* Zeg wat u anders wilt zien.
> **Tip:** Het aanleren van duidelijke en concrete taal aan ouders is cruciaal voor het creëren van structuur voor het kind.
### 2.3 Best onderzochte aanpakken
Er zijn diverse aanpakken die wetenschappelijk onderzocht zijn en effectief bevonden zijn bij de ondersteuning van kinderen en jongeren met ASS.
#### 2.3.1 Intensieve gedragstherapie
Dit is een zeer intensieve, één-op-één benadering waarbij gewenst gedrag bij het kind met ASS wordt beloond, ondersteund en geoefend. Het proces verloopt van het aanleren van simpele vaardigheden naar het aanleren van complexere vaardigheden (shaping).
#### 2.3.2 Sociaal-communicatieve interventies
Deze interventies richten zich op het verbeteren van sociale interactie en communicatie. Methodes omvatten:
* Het verbeteren van joint attention (gezamenlijke aandacht).
* Inzet van ondersteunende communicatiemiddelen.
* Imitatie en spel.
* Sociale vaardigheidstraining.
* Vergroten van Theory of Mind (het vermogen om zich te verplaatsen in de mentale toestand van anderen).
**Illustratie: PECS (Picture Exchange Communication System)**
PECS is een communicatiesysteem voor kinderen met weinig tot geen functionele spraak. Kinderen leren plaatjes uit te wisselen met een gesprekspartner om hun behoeften kenbaar te maken.
**Illustratie: Sociale vaardigheidstraining**
Deze training is gericht op het aanleren van sociaal gedrag in plaats van op het leren aanvoelen van sociale situaties. Het vergroot het zelfvertrouwen. De training verloopt in stapjes met bekrachtiging, bijvoorbeeld bij het kennismaken:
1. Loop naar de ander toe.
2. Kijk de ander aan.
3. Geef de ander een hand.
4. Zeg uw naam.
5. Luister naar de naam van de ander.
Deze trainingen worden vaak in groepsverband aangeboden middels rollenspel. Aandacht voor generalisatie en transfer (oefenen en integreren in het dagelijks leven) is hierbij cruciaal.
#### 2.3.3 Educatieve programma's
Dit zijn gestructureerde aanpakken waarin leren centraal staat.
Voorbeelden van elementen die in deze programma's terugkomen zijn:
* Structureren van ruimte en tijd.
* Routines.
* Vaste associaties.
**Illustratie: TEACCH-programma (Treatment and Education of Autistic and Related Communication Handicapped Children)**
TEACCH is een bekend educatief programma dat structuren en voorspelbaarheid centraal stelt.
### 2.4 Ondersteuning op school
De onderwijsbehoeften van kinderen met ASS op school zijn specifiek:
* Structuur en voorspelbaarheid.
* Aangepaste communicatie.
* Aangepaste ruimte en werkplek.
* Duidelijk materiaal met een vaste plaats.
* Positief bekrachtigen van gewenst gedrag.
* Kennis van ASS bij de leerkracht.
* Bescherming tegen prikkels op de speelplaats en in de eetzaal.
* Een prikkelarme klassituatie.
**Mogelijkheden in het onderwijs:**
* **Gewoon onderwijs:** Met de nodige aanpassingen.
* **Buitengewoon onderwijs:** Specifiek voor kinderen met ASS.
* **Type 9:** Dit type is voor kinderen met ASS die niet voldoen aan de criteria voor type 2 (autismespectrumstoornis). De diagnose dient gebaseerd te zijn op gespecialiseerde, door een multidisciplinair team aangeleverde diagnostiek, inclusief psychiatrisch onderzoek.
* Leerlingen met ASS en een andere beperking kunnen ook terecht in de andere types van buitengewoon onderwijs.
### 2.5 Kritische noot over alternatieve behandelingen
Er bestaat een wildgroei aan alternatieve behandelingen (zoals 'holdingtherapie', bewegingstherapie, muziektherapie, zwemmen met dolfijnen, psychoanalytische therapie). Deze beloven vaak enorme verbeteringen en zelfs genezing, maar het effect ervan is vaak niet wetenschappelijk onderzocht.
> **Tip:** Wees kritisch op behandelingen die grote beloften doen zonder gedegen wetenschappelijk bewijs. Focus op evidence-based methoden.
---
# Werkzame factoren in de begeleiding van ASS
Dit onderwerp behandelt de cruciale elementen die bijdragen aan effectieve ondersteuning en begeleiding voor personen met autismespectrumstoornis (ASS).
### 3.1 Essentiële elementen van ondersteuning en begeleiding
De doelen van ondersteuning en begeleiding bij ASS zijn divers en omvatten het verminderen van de draaglast voor het gezin, het versterken van de draagkracht van het gezin, het herstellen van de balans tussen protectieve en risicofactoren, het verbeteren van het functioneren van het kind of de jongere, het stimuleren van de normale ontwikkeling, het verminderen van direct uit ASS voortvloeiende problemen, en het elimineren van niet-specifieke en geassocieerde gedragsproblemen.
#### 3.1.1 Werkzame factoren of elementen
Werkzame factoren zijn de essentiële onderdelen van effectieve begeleiding. Deze omvatten:
1. **Psycho-educatie:** Dit gaat verder dan enkel voorlichting geven. Het omvat ook het herkennen, analyseren, interpreteren van en anticiperen op probleemsituaties. Psycho-educatie helpt bij het verklaren van ervaren problemen, het verwerken van de diagnose, het verminderen van schuldgevoel en het bijstellen van te hoge verwachtingen. Belangrijke onderwerpen zijn de uitleg over de stoornis, etiologie, prognose en begeleidingsmogelijkheden.
* **Psycho-educatie aan het kind of de jongere met ASS:** De beslissing om de diagnose te delen, hangt af van het individu. Voor sommigen werkt het, voor anderen niet. Voorzichtigheid is geboden, aangezien het niet altijd het gewenste resultaat oplevert.
* **Voorwaarden:** Het kind moet beseffen dat er 'iets' is (bijvoorbeeld het gevoel 'dom' te zijn of zich anders te voelen), in staat zijn tot zelfreflectie, en geen te negatief zelfbeeld hebben. Een sociaal-cognitief niveau van meer dan vier jaar is vaak vereist.
* **Timing:** Er is geen vaste leeftijd. Psycho-educatie kan preventief, ter voorbereiding op overgangen, of op momenten dat het goed gaat, plaatsvinden.
* **Methodiek:** De uitleg moet herhalend zijn, aangezien niet alles meteen overkomt. De informatie dient aangepast te worden aan de specifieke mogelijkheden en beperkingen van het kind, met gebruik van concrete voorbeelden die door het kind zelf zijn aangedragen. Interactie en aanpassing aan veranderende levensfasen zijn essentieel.
> **Tip:** Wanneer psycho-educatie wordt gegeven, is het beter om te vertrekken vanuit de concrete moeilijkheden die het kind ervaart en zo tot de term 'autismespectrumstoornis' te komen, in plaats van direct vanuit de diagnose te vertrekken en de moeilijkheden daaraan te koppelen.
2. **Integrale aanpak en betrekken van het gezin:** Het creëren van een autismvriendelijk leefklimaat is cruciaal. Dit betekent een omgeving creëren waarin het kind kan groeien en waarin ouders ondersteund worden in het opvoedingsproces.
3. **Op maat van het individuele kind en zijn gezin:** De aanpak moet afhankelijk zijn van de ernst van de stoornis, leeftijd, ontwikkelingsniveau, interesses en capaciteiten van het kind.
* Bij kinderen met een verstandelijke beperking ligt de nadruk op het aanleren van basale functionele vaardigheden.
* Bij kinderen met meer cognitieve mogelijkheden ligt de nadruk op sociaal-cognitieve en probleemoplossende vaardigheden.
4. **Structureer de omgeving van het kind en maak deze begrijpelijk:** Structurering en duidelijke communicatie bieden verheldering. Mensen met ASS hebben vaak moeite met informatieverwerking en betekenisverlening, wat leidt tot een onbegrijpelijke en onvoorspelbare wereld.
* **Verheldering in tijd en ruimte:**
* Aanpassing van de fysieke structuur.
* Gebruik van verwijzers zoals voorwerpen, foto's of pictogrammen.
* Opstellen van tijdsplannen en stappenplannen.
* **Aangepast taalgebruik:**
* Expliciete communicatie.
* Traag spreken.
* Zorgen dat het kind weet dat het wordt aangesproken.
* Tijd geven om informatie te verwerken.
* Vermijden van beeldspraak.
* **Duidelijke gedragsregels:**
* Heldere, exacte en concrete geboden en verboden.
* Zeggen wat men anders wil zien.
#### 3.1.2 Best onderzochte aanpakken
Er zijn verschillende wetenschappelijk onderbouwde aanpakken:
1. **Intensieve gedragstherapie:** Dit is een zeer intensieve, één-op-één benadering gericht op het belonen, ondersteunen en oefenen van gewenst gedrag. Dit kan variëren van het aanleren van simpele vaardigheden tot complexere vaardigheden door middel van 'shaping'.
2. **Sociaal-communicatieve interventies:** Deze zijn gericht op het verbeteren van communicatie en sociale interactie.
* **Joint attention:** Het bevorderen van gedeelde aandacht.
* **Ondersteunende communicatiemiddelen:** Het inzetten van hulpmiddelen ter ondersteuning van communicatie.
* **Imitatie en spel:** Stimuleren van nadoen en spelactiviteiten.
* **Sociale vaardigheidstraining:** Gericht op het aanleren van sociaal gedrag, het vergroten van zelfvertrouwen, en het stap voor stap oefenen van interacties (bijvoorbeeld kennismaken). Dit gebeurt vaak in groepsvorm via rollenspellen, met aandacht voor generalisatie en transfer naar het dagelijks leven.
* **Vergroten van Theory of Mind (ToM):** Het ontwikkelen van het vermogen om de mentale toestanden van anderen te begrijpen.
* **Illustratie: PECS (Picture Exchange Communication System):** Dit systeem is voor kinderen met weinig tot geen functionele spraak, waarbij zij plaatjes uitwisselen met hun gesprekspartner om behoeften kenbaar te maken.
3. **Educatieve programma's:** Dit zijn gestructureerde aanpakken waarbij leren centraal staat.
* **Voorbeelden:** Structurering van ruimte en tijd, routines, en vaste associaties.
* **Illustratie: TEACCH-programma (Treatment and Education of Autistic and Related Communication Handicapped Children):** Een gestructureerde aanpak die zich richt op het structureren van de omgeving en het bevorderen van zelfstandigheid.
> **Tip:** Wees kritisch ten opzichte van alternatieve behandelingen die "enorme verbeteringen" of "genezing" beloven, maar waarvan het effect niet wetenschappelijk is onderzocht.
#### 3.1.3 Ondersteuning op school
De onderwijsbehoeften van kinderen met ASS op school omvatten:
* Structuur en voorspelbaarheid.
* Aangepaste communicatie.
* Een aangepaste ruimte en werkplek.
* Duidelijk materiaal met een vaste plaats.
* Positieve bekrachtiging van gewenst gedrag.
* Kennis van ASS bij de leerkracht.
* Bescherming tegen prikkelende omgevingen zoals de speelplaats en eetzaal.
* Een prikkelarmere klassituatie.
Mogelijkheden in het onderwijs zijn het gewoon onderwijs en buitengewoon onderwijs, zoals Type 9, dat is bedoeld voor kinderen met ASS die niet voldoen aan de criteria voor Type 2 en waarvoor gespecialiseerde diagnostiek door een multidisciplinair team vereist is. Leerlingen met ASS en een andere beperking kunnen ook terecht in andere types buitengewoon onderwijs.
---
# Best onderzochte aanpakken voor ASS
Dit onderdeel bespreekt de meest onderzochte aanpakken voor ondersteuning bij autisme spectrumstoornis (ASS), inclusief gedragstherapie, sociaal-communicatieve interventies en educatieve programma's, evenals alternatieve methoden en schoolondersteuning.
### 9.1 Werkzame factoren of elementen in de ondersteuning
Essentiële componenten van effectieve ondersteuning bij ASS omvatten psycho-educatie, een integrale gezinsgerichte aanpak, individueel toegesneden interventies en het structureren van de omgeving.
#### 9.1.1 Psycho-educatie
Psycho-educatie gaat verder dan alleen voorlichting; het omvat het herkennen, analyseren, interpreteren en anticiperen op probleemsituaties om verklaringen te bieden, de diagnose te verwerken, schuldgevoelens te verminderen en onrealistische verwachtingen bij te stellen.
* **Onderwerpen:** Uitleg over de stoornis, etiologie, prognose en begeleidingsmogelijkheden.
* **Belangrijk bij het kind/jongere met ASS:** De beslissing om de diagnose mee te delen, vereist voorzichtigheid en is afhankelijk van diverse voorwaarden, zoals het besef dat er 'iets' aan de hand is en een niet te negatief zelfbeeld.
* **Methodiek:** Herhalend, interactief en aangepast aan de specifieke mogelijkheden en beperkingen van het kind of de jongere, met gebruik van concrete voorbeelden.
> **Tip:** Bij het geven van psycho-educatie is het beter om te vertrekken vanuit de moeilijkheden die het kind zelf ervaart om zo tot de term 'autismespectrumstoornis' te komen, in plaats van te starten met de term zelf. Alleen psycho-educatie geven op momenten dat het goed gaat en de kinderen en jongeren geen té negatief zelfbeeld hebben.
#### 9.1.2 Integrale aanpak en betrokkenheid van het gezin
Het creëren van een "autismevriendelijk leefklimaat" is cruciaal, wat inhoudt dat de omgeving zo wordt ingericht dat het kind kan groeien, terwijl ouders ondersteund worden in het opvoedingsproces.
#### 9.1.3 Op maat van het individuele kind en zijn gezin
De ondersteuning dient afgestemd te worden op de ernst van de stoornis, leeftijd, ontwikkelingsniveau, interesses en capaciteiten van het kind. Bij kinderen met een verstandelijke beperking ligt de nadruk op het aanleren van basale functionele vaardigheden, terwijl bij kinderen met meer cognitieve mogelijkheden de focus ligt op sociaal-cognitieve en probleemoplossende vaardigheden.
#### 9.1.4 Structureren van de omgeving en begrijpelijk maken
Het structureren van de omgeving en duidelijk communiceren creëert verheldering voor personen met ASS, die problemen hebben met informatieverwerking en betekenisverlening, en daardoor de wereld als onbegrijpelijk en onvoorspelbaar kunnen ervaren.
* **Elementen van structuur:**
* Verheldering in tijd en ruimte door aanpassing van de fysieke structuur.
* Gebruik van verwijzers zoals voorwerpen, foto's en picto's.
* Tijdsplannen en stappenplannen.
* Aangepast taalgebruik: expliciete communicatie, traag spreken, zeker weten dat het kind aangesproken wordt, tijd geven voor verwerking, en vermijden van beeldspraak.
* Duidelijke gedragsregels: heldere, exacte en concrete geboden en verboden.
### 9.2 Best onderzochte aanpakken
De meest onderzochte aanpakken voor ASS omvatten intensieve gedragstherapie, sociaal-communicatieve interventies en educatieve programma's.
#### 9.2.1 Intensieve gedragstherapie
Dit betreft een zeer intensieve, één-op-één benadering waarbij gewenst gedrag bij kinderen met ASS wordt beloond, ondersteund en geoefend. Het proces verloopt stapsgewijs, van het aanleren van simpele vaardigheden naar complexere vaardigheden, ook wel bekend als 'shaping'.
#### 9.2.2 Sociaal-communicatieve interventies
Deze interventies richten zich op het verbeteren van 'joint attention' (gedeelde aandacht), het inzetten van ondersteunende communicatiemiddelen, imitatie en spel, en sociale vaardigheidstrainingen.
* **Doelen:** Vergroten van de Theory of Mind (het vermogen om gedachten, intenties en gevoelens van anderen te begrijpen).
* **Illustratie: PECS (Picture Exchange Communication System):** Dit systeem wordt gebruikt voor kinderen met weinig tot geen functionele spraak, waarbij ze leren plaatjes uit te wisselen met een gesprekspartner om hun behoeften kenbaar te maken.
* **Illustratie: Sociale vaardigheidstraining:** Gericht op het aanleren van sociaal gedrag door middel van stapsgewijze oefeningen met bekrachtiging, zoals bij het kennismaken (naar de ander lopen, aankijken, hand geven, naam zeggen, luisteren). Dit gebeurt vaak in groepsverband via rollenspellen.
* **Nadruk op generalisatie en transfer:** Belangrijk is het oefenen en integreren van aangeleerde vaardigheden in het dagelijks leven.
#### 9.2.3 Educatieve programma's
Deze programma's bieden een gestructureerde aanpak met leren als centraal element, gericht op onder andere het structureren van ruimte en tijd, het hanteren van routines en het leggen van vaste associaties.
* **Illustratie: TEACCH-programma:** Dit is een bekend voorbeeld van een gestructureerd educatief programma voor kinderen met ASS.
### 9.3 Alternatieve behandelingen en ondersteuning op school
Er bestaat een breed scala aan alternatieve behandelingen, zoals 'holdingtherapie', bewegingstherapie, muziektherapie, zwemmen met dolfijnen en psychoanalytische therapie. Hoewel deze soms enorme verbeteringen beloven, is hun effectiviteit vaak niet wetenschappelijk onderzocht.
#### 9.3.1 Ondersteuning op school
* **Onderwijsbehoeften van kinderen met ASS:**
* Structuur en voorspelbaarheid.
* Aangepaste communicatie.
* Aangepaste ruimte en werkplek.
* Duidelijk materiaal met een vaste plaats.
* Positieve bekrachtiging van gewenst gedrag.
* Kennis van ASS bij de leerkracht.
* Bescherming tegen prikkels op de speelplaats en in de eetzaal.
* Een prikkelarmere klassituatie.
* **Mogelijkheden in het onderwijs:**
* **Gewoon onderwijs:** Inclusief onderwijs waar kinderen met ASS deel van uitmaken.
* **Buitengewoon onderwijs:**
* **Type 9:** Specifiek voor kinderen met ASS die niet voldoen aan de criteria voor type 2, op basis van gespecialiseerde, multidisciplinaire diagnostiek, inclusief psychiatrisch onderzoek.
* Leerlingen met ASS en een andere beperking kunnen ook terecht in de andere types buitengewoon onderwijs.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| AutismESpectrumStoornis (ASS) | Een neuro-ontwikkelingsstoornis die gekenmerkt wordt door aanhoudende tekorten in sociale communicatie en sociale interactie, en door beperkte, repetitieve patronen van gedrag, interesses of activiteiten. De ernst en presentatie kunnen sterk variëren tussen individuen. |
| Fenotypische variabiliteit | De mate waarin observeerbare kenmerken, zoals gedrag en symptomen, kunnen verschillen tussen individuen met dezelfde genetische achtergrond of diagnose. Dit betekent dat er geen "typische" autist bestaat. |
| Compensatie en camouflage | Strategieën die individuen, met name die met ASS, gebruiken om hun moeilijkheden te verbergen of te verminderen in sociale situaties. Dit kan leiden tot vermoeidheid en vereist aanzienlijke inspanning. |
| Patroonherkenning | Het proces van identificeren van terugkerende kenmerken, gedragingen of verbanden die wijzen op een specifieke diagnose, zoals ASS. Het is een cruciale vaardigheid in de diagnostiek van complexe aandoeningen. |
| Screening | Een snelle methode om te bepalen of een individu een verhoogd risico heeft op een bepaalde stoornis of aandoening. Het doel is om personen te identificeren die verder diagnostisch onderzoek nodig hebben. |
| Diagnostisch protocol | Een gestandaardiseerde reeks stappen en methoden die worden gevolgd om een diagnose te stellen. Dit protocol omvat vaak verschillende soorten interviews, observaties en tests om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen. |
| Assessment | Een brede evaluatie die bedoeld is om de sterke en zwakke kanten van een individu te identificeren binnen specifieke domeinen. Dit helpt bij het opstellen van een gepersonaliseerd behandel- of ondersteuningsplan. |
| Differentiaaldiagnostiek | Het proces waarbij wordt onderscheiden tussen verschillende stoornissen die vergelijkbare symptomen vertonen. Dit is essentieel om de juiste diagnose te stellen en effectieve behandeling te bieden. |
| Comorbiditeit | De gelijktijdige aanwezigheid van twee of meer stoornissen of aandoeningen bij dezelfde persoon. Comorbiditeit kan de prognose en de behandeling van de primaire stoornis beïnvloeden. |
| Multimodaal | Een aanpak die gebruikmaakt van een combinatie van verschillende methoden, bronnen en informanten om een volledig beeld te krijgen van een situatie of persoon. Dit vergroot de betrouwbaarheid van de verzamelde informatie. |
| Psycho-educatie | Het verstrekken van informatie en voorlichting aan individuen en hun families over een stoornis, de oorzaken, symptomen en behandelingsmogelijkheden. Het doel is begrip te vergroten en copingvaardigheden te ontwikkelen. |
| Draaglast | De totale belasting, zowel emotioneel als praktisch, die wordt ervaren door een gezin of individu als gevolg van een stoornis of uitdaging. |
| Draagkracht | De capaciteit van een gezin of individu om de uitdagingen en stressoren die gepaard gaan met een stoornis te hanteren en te managen. |
| ABC-schema | Een functionele analyse van gedrag die de relatie onderzoekt tussen Antecedent (aanleiding), Behavior (gedrag) en Consequence (gevolg). Dit schema wordt gebruikt om probleemgedrag te begrijpen en te veranderen. |
| Joint attention | Het gedeelde vermogen om de aandacht te richten op hetzelfde object of dezelfde gebeurtenis, met de wederzijdse kennis dat beiden hetzelfde waarnemen. Dit is een fundamentele sociale vaardigheid. |
| Theory of Mind (ToM) | De cognitieve vaardigheid om de mentale toestanden (gedachten, gevoelens, intenties) van zichzelf en anderen te begrijpen en hierop te anticiperen. |
| PECS (Picture Exchange Communication System) | Een communicatiesysteem waarbij kinderen met beperkte spraakvaardigheid plaatjes uitwisselen om hun behoeften en wensen te uiten. Het bevordert de communicatie en sociale interactie. |
| TEACCH (Treatment and Education of Autistic and Related Communication Handicapped Children) | Een gestructureerd educatief programma dat is ontworpen om kinderen met autisme te ondersteunen door middel van een gestructureerde omgeving, visuele hulpmiddelen en een focus op zelfstandigheid. |