Cover
ابدأ الآن مجانًا De_akoestische_klinkerruimte_2023_-_studentenversie.pptx
Summary
# De productie van spraakklanken: sonoranten en obstruenten
Dit gedeelte beschrijft de mechanismen achter de productie van spraakklanken, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen sonorante en obstruente klanken, en de rol van ademhaling, stembanden en resonantiekanalen.
### 1.1 Energiebronnen voor spraakklankproductie
De primaire energiebron voor het produceren van geluid in spraak is het ademhalingsstelsel, dat lucht naar buiten stuwt. Deze luchtstroom wordt vervolgens gemodificeerd in het spraakkanaal, dat bestaat uit de keel-, mond- en neusholte. De resonantie in deze kanalen bepaalt de uiteindelijke klank.
### 1.2 Sonorante spraakklanken
Sonorante klanken worden gekenmerkt door een continue luchtstroom zonder significante obstructie. Bij de productie van sonoranten maken de stembanden wel geluid, wat resulteert in stemhebbende klanken. De luchtstroom trilt de stembanden, en de resulterende trillingen resoneren in het keel-, mond- en neuskanaal. De mate waarin het neuskanaal meewerkt, is afhankelijk van de positie van het zachte verhemelte. Sonoranten omvatten onder andere klinkers, semi-vocalen en nasalen.
### 1.3 Obstruente spraakklanken
Bij obstruente klanken ontstaat het geluid door een plotselinge ontsnapping van lucht of door lucht die langs een vernauwing of obstructie wordt gestuwd. Er is dus sprake van een "obstructie" in het spraakkanaal. De energiebron is de "geperste lucht" die plotseling of met geruis ontsnapt. De resonantie in het keel-, mond- en neuskanaal vindt plaats na deze obstructie. Obstruenten kunnen zowel stemloos als stemhebbend zijn.
#### 1.3.1 Stemhebbendheid bij obstruenten
Hoewel de definitie van obstruenten vaak gepaard gaat met stemloze klanken, bestaan er ook stemhebbende obstruenten (zoals /z/, /d/, /b/). De verklaring hiervoor, gerelateerd aan VOT (Voice Onset Time), wordt in dit overzicht niet verder uitgewerkt.
### 1.4 Fonetisch schrift
Orthografie (standaard spelling) is ongeschikt voor fonetische transcriptie om verschillende redenen:
* **Fonologisch principe:** Eén schrijfteken staat in principe voor één foneem. Echter, dit principe wordt soms geschonden, bijvoorbeeld wanneer twee schrijftekenen (zoals 'oe' of 'ch') één klank vertegenwoordigen, of omgekeerd, wanneer één schrijfteken voor meerdere klanken kan staan.
* **Morfologisch principe:** Om de herkenbaarheid van woorden te behouden, wordt soms vastgehouden aan dezelfde schrijfwijze, zelfs als de uitspraak ervan afwijkt (bv. "hoeden" versus "hoed").
* **Etymologisch principe:** Historische spelling wordt soms behouden om de herkomst van een woord te laten zien, ook al wijkt de huidige uitspraak af (bv. "synthese" in plaats van een spelling die de uitspraak dichter benadert).
Fonetisch schrift daarentegen streeft ernaar om exact vast te leggen wat we zeggen en horen, ongeacht de standaard spelling. Dit is essentieel voor het registreren van afwijkende spraakpatronen, wat helpt bij het analyseren van trends en de ernst van afwijkingen. Voor deze cursus wordt gebruik gemaakt van een selectie uit het International Phonetic Alphabet (IPA).
### 1.5 Fonetisch schrift van vocalen en diftongen
De documentatie bevat illustraties van fonetische tekens voor vocalen en diftongen (tweeklanken).
* **Vocalen:** Specifieke fonetische tekens worden gebruikt om klinkers te representeren, waarbij onder andere onderscheid wordt gemaakt op basis van ronding en plaatsing in de mond. Een voorbeeld van een fonetisch teken voor een bepaalde klinker is `ə`.
* **Diftongen (tweeklanken):** Diftongen zijn hechte combinaties van twee klinkers. Het document onderscheidt "echte" diftongen van "onechte" diftongen.
* **Echte diftongen:** Deze kunnen niet worden gesplitst zonder de identiteit van de klank te verliezen (bv. de /ui/ in "huis", de /ei/ in "ijs", de /ou/ in "rouw").
* **"Onechte" diftongen:** Deze lijken op combinaties van klinkers, maar kunnen worden gesplitst, waarbij de afzonderlijke klinkercomponenten nog herkenbaar zijn (bv. [iu] in "nieuw", [eu] in "sneeuw", [ai] in "aaien", [oi] in "mooie", [ui] in "roeien").
> **Tip:** Begrijpen hoe het fonetisch schrift werkt, is cruciaal voor het accuraat beschrijven van spraakklanken. Het IPA is een universeel systeem dat spraak precies kan weergeven, los van de orthografie van een specifieke taal.
---
# Stemhebbendheid en fonetisch schrift
Dit onderwerp behandelt het onderscheid tussen stemloze en stemhebbende klanken en de beperkingen van de reguliere orthografie voor fonetiek, wat de noodzaak van een fonetisch schrift zoals het IPA verklaart.
### 2.1 Stemhebbendheid: het verschil tussen stemloos en stemhebbend
De akoestische productie van spraakklanken kan worden onderverdeeld op basis van de geluidsbron:
* **Sonorante klanken:** Hierbij produceren de stembanden geluid (een "ratelend" geluid). Dit geluid resoneert vervolgens in het mond-, keel- en neuskanaal. De resonantie in het neuskanaal hangt af van de stand van het verhemelte. Sonorante klanken zijn altijd stemhebbend en omvatten klinkers, semi-vocalen, nasalen en liquidae. De energiebron is het ademhalingsstelsel, waarbij lucht naar buiten wordt gestuwd.
* **Obstruente klanken:** Bij deze klanken maken de stembanden geen geluid. Het geluid ontstaat door de plotselinge ontsnapping van lucht of het voorbij een opening stuwen van lucht, wat resulteert in een obstructie of geruis. Dit geluid resoneert eveneens in het mond-, keel- en neuskanaal. Obstruenten zijn onder andere occlusieven en fricatieven. De energiebron is hier "geperste lucht".
Hoewel het obstruente mechanisme primair geassocieerd wordt met stemloze klanken, bestaan er ook stemhebbende obstruenten (zoals [z], [d], [b]). De specifieke mechanismen hiervoor, zoals Voice Onset Time (VOT), vallen buiten de scope van deze sectie.
### 2.2 Beperkingen van de reguliere orthografie voor fonetiek
De reguliere spelling van een taal, ook wel orthografie genoemd, is ongeschikt voor nauwkeurige fonetische weergave om verschillende redenen:
* **Fonologisch principe:** De orthografie hanteert vaak het principe van één schrijfletter per foneem. Dit betekent dat klankverschillen (zoals tussen een rollende [r] en een uvulare [R]) niet altijd worden weergegeven, omdat ze onder dezelfde letter kunnen vallen.
* **Overtreding van eigen regels:** Soms gebruikt de orthografie meerdere schrijfletters voor één foneem (bijvoorbeeld 'oe' of 'ch' in het Nederlands), wat de één-op-één correspondentie tussen klank en teken doorbreekt.
* **Morfologisch principe:** Omwille van de herkenbaarheid binnen woorden, wordt de schrijfwijze soms behouden, zelfs als de uitspraak ervan afwijkt. Een voorbeeld hiervan is 'hoeden', dat ondanks de uitspraak [hoedən] met een 'd' wordt geschreven om de relatie met 'hoed' te behouden, in plaats van 'hoet'.
* **Etymologisch principe:** De spelling kan ook gebaseerd zijn op historische redenen. Woorden worden behouden in hun oorspronkelijke schrijfwijze om hun herkomst te weerspiegelen, zelfs als de uitspraak door de tijd heen is veranderd. Een voorbeeld is het woord 'synthese', dat 'senteze' wordt uitgesproken maar 'synthese' wordt geschreven ter wille van de etymologische connectie.
Deze principes maken de reguliere orthografie onbetrouwbaar voor het nauwkeurig vastleggen van de werkelijke gesproken klanken.
### 2.3 De noodzaak van fonetisch schrift
Een fonetisch schrift is essentieel omdat het de mogelijkheid biedt om exact vast te leggen wat we werkelijk zeggen en wat we werkelijk horen, onafhankelijk van de conventionele spellingsregels. Dit maakt het mogelijk om:
* Teksten in onbekende talen fonetisch op te nemen.
* Afwijkende spraakpatronen nauwkeurig te documenteren.
Voor het beoordelen van afwijkende spraak is fonetisch schrift onmisbaar. Door middel van fonetische transcriptie kunnen trends in afwijkingen worden ontdekt en kan de ernst van een afwijking beter worden ingeschat.
#### 2.3.1 Het Internationale Fonetische Alfabet (IPA)
Het Internationale Fonetische Alfabet (IPA) is een gestandaardiseerd systeem van symbolen dat is ontworpen om alle klanken van de menselijke spraak te representeren. In deze cursus wordt een selectie van de tekens uit het IPA gebruikt. Het principe van fonetisch schrift is dat elke klank (foneem) wordt weergegeven door één uniek teken.
### 2.4 Fonetisch schrift voor vocalen en diftongen
Het fonetisch schrift biedt specifieke symbolen voor het nauwkeurig weergeven van vocalen (klinkers) en diftongen (tweeklanken).
#### 2.4.1 Fonetische weergave van vocalen
Vocalen worden in een fonetische kaart geplaatst op basis van hun articulatie, zoals de hoogte van de tong en de ronding van de lippen. Een specifiek symbool, zoals 'ə', wordt gebruikt om de sjwa-klank weer te geven.
#### 2.4.2 Fonetische weergave van diftongen
Diftongen zijn hechte combinaties van twee klinkers die als één klank worden ervaren. De reguliere spelling (orthografie) weerspiegelt deze niet altijd correct. In het Nederlands zijn er slechts drie echte tweeklanken:
* 'ei' / 'ijs'
* 'ij' / 'ijs'
* 'ouw' / 'auw' / 'rauw'
"Onechte" diftongen, zoals [iu] in 'nieuw', [eu] in 'sneeuw', [ai] in 'aaien', [oi] in 'mooie' en [ui] in 'roeien', kunnen in feite worden opgesplitst in de samenstellende klinkers, wat aantoont dat ze fonetisch geen ware tweeklanken zijn. Fonetisch schrift maakt het mogelijk om deze precieze klankcombinaties exact weer te geven.
---
# Fonetisch schrift van klinkers en tweeklanken
Dit deel focust specifiek op het fonetisch noteren van klinkers en tweeklanken, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen echte en 'onechte' tweeklanken.
### 4.3.1 Klinkers
Klinkers worden fonetisch genoteerd aan de hand van hun positie in de "klinkerruimte", die wordt bepaald door de hoogte van de tong, de tongpositie (voor of achterin de mond), en de ronding van de lippen. De volgende algemene klinkerklanken komen aan bod:
* De sjwa, genoteerd als $ə$, is een centrale, ongespannen klinker die vaak voorkomt in onbeklemtoonde lettergrepen.
### 4.3.2 Tweeklanken
Tweeklanken, ook wel diftongen genoemd, zijn combinaties van twee klinkers die in één lettergreep worden uitgesproken. Er wordt een belangrijk onderscheid gemaakt tussen "echte" tweeklanken en "onechte" tweeklanken.
#### 4.3.2.1 Echte tweeklanken
Echte tweeklanken zijn klanken die zo nauw met elkaar verbonden zijn dat ze niet gesplitst kunnen worden zonder hun identiteit te verliezen. In het Nederlands worden de volgende drie als echte tweeklanken beschouwd:
* De tweeklank in "huis", fonetisch genoteerd.
* De tweeklank in "eis/ijs", fonetisch genoteerd.
* De tweeklank in "rouw/rauw", fonetisch genoteerd.
Het kenmerk van een echte tweeklank is dat bij een poging tot opsplitsing, de oorspronkelijke klank verloren gaat en er geen herkenbare klinkers meer overblijven.
#### 4.3.2.2 'Onechte' tweeklanken
'Onechte' tweeklanken zijn combinaties van twee klinkers die, hoewel ze vaak als één klank worden geschreven, fonetisch wel te splitsen zijn in twee afzonderlijke, herkenbare klinkerklanken. De volgende voorbeelden worden genoemd:
* De klank in "nieuw" ($[iu]$). Deze kan gesplitst worden in een 'ie'-achtige klank gevolgd door een 'oe'-achtige klank en een medeklinker /w/.
* De klank in "sneeuw" ($[eu]$). Deze kan gesplitst worden in een 'ee'-achtige klank gevolgd door een 'oe'-achtige klank en een medeklinker /w/.
* De klank in "aaien" ($[ai]$). Deze kan gesplitst worden in een 'aa'-achtige klank gevolgd door een 'ie'-achtige klank.
* De klank in "mooie" ($[oi]$). Deze kan gesplitst worden in een 'oo'-achtige klank gevolgd door een 'ie'-achtige klank.
* De klank in "roeien" ($[ui]$). Deze kan gesplitst worden in een 'oe'-achtige klank gevolgd door een 'ie'-achtige klank.
Het splitsen van deze 'onechte' tweeklanken onthult de onderliggende klinkercomponenten die nog steeds herkenbaar zijn.
> **Tip:** Het onderscheid tussen echte en 'onechte' tweeklanken is cruciaal voor accurate fonetische transcriptie. Let goed op of de klank als één ondeelbaar geheel klinkt of dat er twee afzonderlijke, herkenbare klinkergeluiden in te horen zijn.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Sonorant | Een spraakklank waarbij de lucht ongehinderd door het spraakkanaal stroomt, met de stembanden die geluid produceren. Voorbeelden zijn klinkers, semivocale, nasalen en liquidae. |
| Obstruent | Een spraakklank die wordt geproduceerd met een vernauwing of afsluiting in het spraakkanaal, waardoor er weerstand ontstaat. Dit omvat occlusieven en fricatieven, die soms stemloos of stemhebbend kunnen zijn. |
| Energiebron | In de context van spraakproductie verwijst dit naar de primaire bron van geluid. Voor sonoranten is dit de stembandtrilling, terwijl voor obstruenten de plotselinge ontsnapping of het stuwen van ademlucht langs een obstructie de energiebron vormt. |
| Resonantie | Het proces waarbij geluidsgolven, geproduceerd door de energiebron, worden versterkt en gevormd door het resoneren in de verschillende ruimtes van het spraakkanaal, zoals de mond-, keel- en neusholte. |
| Ademhalingsstelsel | Het biologische systeem dat verantwoordelijk is voor de in- en uitademing van lucht, wat essentieel is voor de productie van spraakgeluiden door het naar buiten stuwen van lucht. |
| Stembanden | Twee flexibele plooien in het strottenhoofd die, door lucht van de longen erdoorheen te sturen, trillen en zo stemgeluid produceren, wat de basis vormt voor stemhebbende spraakklanken. |
| Neuskanaal | Het deel van de nasaalholte dat, afhankelijk van de stand van het zachte gehemelte, wel of niet bij de resonantie van spraakklanken betrokken wordt, wat het verschil tussen orale en nasale klanken bepaalt. |
| Verhemelte | Het dak van de mond, bestaande uit het harde gehemelte vooraan en het zachte gehemelte achteraan. De stand van het zachte gehemelte is cruciaal voor het al dan niet afsluiten van het neuskanaal tijdens spraak. |
| Stemhebbend | Een klank waarbij de stembanden trillen tijdens de productie. De meeste klinkers en sonoranten zijn stemhebbend, maar ook sommige obstruenten kunnen stemhebbend zijn. |
| Stemloos | Een klank waarbij de stembanden niet trillen tijdens de productie. Veel obstruenten, zoals de /p/, /t/, /k/, zijn stemloos. |
| Fonetisch schrift | Een systeem van symbolen dat ontworpen is om spraakklanken nauwkeurig weer te geven, onafhankelijk van de spelling van een specifieke taal. Het Internationale Fonetische Alfabet (IPA) is hiervan een bekend voorbeeld. |
| Orthografie | Het systeem van schrijven en de regels die daarbij horen in een bepaalde taal; de spelling. Dit verschilt vaak van fonetiek omdat het onderhevig kan zijn aan morfologische of etymologische principes. |
| Foneem | De kleinste betekenisonderscheidende klankeenheid in een taal. De orthografie streeft er vaak naar om één foneem met één schrijfletter weer te geven, maar dit is niet altijd het geval. |
| Diftong | Een combinatie van twee klinkerklanken die als één klank worden uitgesproken binnen dezelfde lettergreep. In het Nederlands zijn er slechts enkele 'echte' diftongen, zoals de klank in "huis" of "huis". |
| Velair | Een klank die wordt gevormd met de achterkant van de tong tegen het zachte gehemelte (het velum). |
| Gerond | Een klinkerklank waarbij de lippen worden gespits en naar voren worden gestoken, zoals bij de /u/ of /o/. |