Cover
ابدأ الآن مجانًا BF_STU Hfdst 5 (deel 2) - Werking en analyse vd venn_DEEL 2.pptx
Summary
# Basisprincipes van kostencalculatie
Dit onderwerp behandelt de verschillende classificaties van kosten en hun belang voor kostenbeheersing en prijsstelling.
### 1.1 Soorten kosten
#### 1.1.1 Kaskosten en niet-kaskosten
* **Kaskosten:** Dit zijn kosten die gepaard gaan met een daadwerkelijke uitgave van geld. Ze vertegenwoordigen een directe geldstroom uit de onderneming.
* **Voorbeeld:** Personeelskosten zijn kaskosten omdat er daadwerkelijk geld wordt uitgegeven aan salarissen.
* **Niet-kaskosten:** Dit zijn kosten die geen directe uitgave van geld met zich meebrengen. Ze worden wel als kosten geboekt voor de financiële verslaglegging, maar er is geen directe geldstroom mee gemoeid.
* **Voorbeeld:** Afschrijvingen zijn niet-kaskosten. Hoewel de waarde van activa afschrijft, is er geen directe gelduitgave op het moment van afschrijving.
#### 1.1.2 Vaste, variabele en semivariabele kosten
Deze classificatie kijkt naar de relatie tussen kosten en het productieniveau of de bedrijfsdrukte.
* **Vaste kosten:** Deze kosten blijven constant, ongeacht het productieniveau of de bedrijfsdrukte binnen een bepaalde relevante range. Ze zijn niet direct afhankelijk van de hoeveelheid geproduceerde goederen of diensten.
* **Variabele kosten:** Deze kosten variëren direct met het productieniveau of de bedrijfsdrukte. Hoe hoger de productie, hoe hoger de variabele kosten.
* **Semivariabele kosten (of gemengde kosten):** Deze kosten hebben zowel een vast als een variabel component. Ze veranderen gedeeltelijk met de productiecapaciteit, maar bevatten ook een constant basisbedrag.
#### 1.1.3 Directe en indirecte kosten
Deze indeling is gebaseerd op de toewijzing van kosten aan specifieke producten, diensten of projecten.
* **Directe kosten:** Dit zijn kosten die direct en eenduidig toewijsbaar zijn aan een specifiek product, dienst of project.
* **Indirecte kosten:** Dit zijn kosten die niet direct toewijsbaar zijn aan een specifiek product, dienst of project. Ze worden vaak verdeeld over meerdere kostendragers.
> **Tip:** Een veelgemaakte fout is om directe kosten altijd gelijk te stellen aan vaste kosten, of variabele kosten aan indirecte kosten. Dit is niet altijd correct; de relatie tussen deze kostensoorten is complexer en hangt af van de specifieke situatie van de onderneming.
### 1.2 Belang van kostenbeheersing en optimalisatie
Het hebben van een duidelijk inzicht in de kostenstructuur van een onderneming is cruciaal voor effectief management.
* **Optimalisatie van variabele kosten:** Het beheersen en optimaliseren van variabele kosten kan aanzienlijke positieve effecten hebben op de winstmarges en de algehele concurrentiepositie. Strategieën zoals lean management, gericht op efficiënter werken en het minimaliseren van verspilling, kunnen hierbij helpen.
* **Winstverhoging:** Door kosten te verlagen, kunnen winstmarges worden vergroot. Dit draagt bij aan de groei van de onderneming en zorgt voor een stabielere financiële positie, wat vooral in crisistijden belangrijk is.
* **Concurrentievermogen:** Een efficiënte kostenbeheersing maakt het mogelijk om competitieve prijzen te hanteren, zelfs bij gelijke kwaliteit.
* **Levensvatbaarheid op lange termijn:** Goede kostenbeheersing is een fundamentele pijler voor de duurzame levensvatbaarheid van een onderneming.
> **Tip:** Externe factoren, zoals economische crises of pandemieën, kunnen de kostenbeheersing onder druk zetten. Het aanhouden van een buffer kan helpen om dergelijke onverwachte gebeurtenissen op te vangen.
### 1.3 Kostenbeheersing en budgettering
Kostenbeheersing is nauw verbonden met het budgetteringsproces.
#### 1.3.1 Budgetteringsproces
Een budget is een financiële of kwantitatieve vertaling van de doelstellingen van een organisatie voor een bepaalde periode, meestal een jaar. Het dient als:
* Een actieplan voor elke afdeling.
* Een taakopdracht voor afdelingschefs.
* Een machtiging tot uitvoering van de taakstelling.
* Een controlemiddel.
Er zijn verschillende systemen en benaderingen voor budgettering:
* **Vaste budgettering:** Een vast totaalbedrag wordt vastgesteld voor een bepaalde periode, onafhankelijk van de bedrijfsdrukte of prestatie. Dit is geschikt voor kosten waarvan de omvang niet direct meetbaar is in relatie tot de prestatie, zoals de kosten van een boekhoudafdeling.
* **Variabele budgettering (of flexibele budgettering):** Het budget wordt opgesteld op basis van het volume of de geleverde prestaties. Dit is toepasbaar wanneer er een duidelijke, meetbare relatie is tussen de kosten en de geleverde prestatie, bijvoorbeeld voor grondstoffen.
* **Gemengde budgettering:** Combineert een vast budget voor de vaste kosten (CK) met een variabel budget voor de variabele kosten (VK). Dit is nuttig waar vaste kosten consistent zijn en variabele kosten meebewegen met het prestatieniveau, zoals in productieomgevingen.
* **Flexibele budgettering:** Het budget wordt periodiek aangepast aan actuele normen, wat nuttig is in dynamische omgevingen.
#### 1.3.2 Voordelen en nadelen van budgettering
**Voordelen:**
* **Planning:** Geeft richting en focus.
* **Coördinatie:** Zorgt voor afstemming tussen afdelingen.
* **Communicatie:** Verduidelijkt doelstellingen en verwachtingen.
* **Motivatie & Participatie:** Betrokkenheid van medewerkers kan de motivatie verhogen.
* **Evaluatie:** Biedt een basis voor prestatiebeoordeling.
**Nadelen:**
* **Machtsspel:** Kan leiden tot conflicten tussen afdelingen.
* **Budget slack:** Afdelingen kunnen opbrengsten onderschatten of kosten overschatten om targets makkelijker te halen, wat een buffer creëert.
* **Demotivatie:** Te hoge doelstellingen kunnen demotiverend werken.
> **Extra:** Budget slack verwijst naar het fenomeen waarbij afdelingen bewust hun budgetten aanpassen (opbrengsten onderschatten, kosten overschatten) om de gestelde doelen eenvoudiger te bereiken en een buffer in te bouwen voor onvoorziene tegenvallers.
### 1.4 Verschillenanalyse
Verschillenanalyse onderzoekt de afwijkingen tussen de geplande kosten (voorcalculatie of standaardkostprijs) en de werkelijke kosten (nacalculatie). Dit is een essentieel instrument voor kostenbeheersing en bedrijfsturing.
#### 1.4.1 Oorzaken van verschillen
* **Directe kosten:**
* **Prijsverschillen:** Ontstaan door een afwijking tussen de standaardprijs en de werkelijke prijs van een inputfactor, gewaardeerd tegen de werkelijke hoeveelheid.
* Formule voor prijsverschil materiaal: $\$(Ps - Pw) \ast Qw\$ $
* $Ps$: Standaardprijs per eenheid
* $Pw$: Werkelijke prijs per eenheid
* $Qw$: Werkelijke hoeveelheid verbruikt
* Een nadelig prijsverschil ontstaat als $Pw > Ps$.
* Een voordelig prijsverschil ontstaat als $Pw < Ps$.
* **Efficiëntieverschillen (hoeveelheidsverschillen):** Ontstaan door een afwijking tussen de standaardhoeveelheid die voor de werkelijke productie had mogen worden verbruikt en de werkelijke verbruikte hoeveelheid, gewaardeerd tegen de standaardprijs.
* Formule voor efficiëntieverschil materiaal: $\$(Qs(w) - Qw) \ast Ps\$ $
* $Qs(w)$: Standaardhoeveelheid voor werkelijke productie
* $Qw$: Werkelijke hoeveelheid verbruikt
* $Ps$: Standaardprijs per eenheid
* Een nadelig efficiëntieverschil ontstaat als $Qw > Qs(w)$.
* Een voordelig efficiëntieverschil ontstaat als $Qw < Qs(w)$.
* **Indirecte kosten:**
* Efficiëntieverschillen
* Budgetverschil
* Bedrijfsdrukteverschil
#### 1.4.2 Budgetcontrole directe materiaalkosten
De budgetcontrole voor directe materiaalkosten toetst of de werkelijke kosten binnen de toegestane kosten voor de werkelijke productie blijven.
* **Totale toegestane kosten:** $Qs(w) \ast Ps$
* **Totale werkelijke kosten:** $Qw \ast Pw$
* **Verschil:** Totale toegestane kosten - Totale werkelijke kosten
* Dit verschil moet gelijk zijn aan de som van het prijsverschil en het efficiëntieverschil.
> **Voorbeeld:**
> Stel:
> * Standaardprijs materiaal ($Ps$): 12 euro/kg
> * Werkelijke prijs materiaal ($Pw$): 10 euro/kg
> * Werkelijke hoeveelheid verbruikt ($Qw$): 20.000 kg
> * Werkelijke productie: 100 eenheden
> * Standaardhoeveelheid per eenheid product: 0,25 kg (dus voor 100 eenheden: $100 \ast 0,25 = 25.000$ kg)
>
> **1. Prijsverschil:**
> $\$(Ps - Pw) \ast Qw\$ = \$(12 - 10) \ast 20.000\$ = 2 \ast 20.000 = 40.000$ euro (voordelig)
>
> **2. Efficiëntieverschil (hoeveelheidsverschil):**
> $Qs(w) = 25.000$ kg
> $\$(Qs(w) - Qw) \ast Ps\$ = \$(25.000 - 20.000) \ast 12\$ = 5.000 \ast 12 = 60.000$ euro (voordelig)
>
> **3. Budgetcontrole:**
> * Totale toegestane kost: $Qs(w) \ast Ps = 25.000 \ast 12 = 300.000$ euro
> * Totale werkelijke kost: $Qw \ast Pw = 20.000 \ast 10 = 200.000$ euro
> * Verschil: $300.000 - 200.000 = 100.000$ euro (voordelig)
> * Controle: Prijsverschil + Efficiëntieverschil = $40.000 + 60.000 = 100.000$ euro (voordelig). De berekening klopt.
#### 1.4.3 Nut van verschillenanalyse
* **Budgetcontrole:** Vergelijkt de werkelijkheid met het budget.
* **Verantwoordelijkheidsrapportering:** Identificeert wie verantwoordelijk is voor afwijkingen.
* **Oorzaakanalyse:** Helpt bij het achterhalen van de redenen voor afwijkingen.
* **Doelmatig werken:** Bevordert efficiëntie door te wijzen op inefficiënties.
* **Leren:** Bedrijven kunnen leren van werkmethoden van anderen.
Verschillenanalyse is een integraal onderdeel van het managementinformatiesysteem (MIS), dat alle informatie over prestaties, rendement, afval en efficiëntie samenbrengt om het management te ondersteunen bij het systematisch en structureel beheersen van kosten.
### 1.5 Lean management
Lean management is een managementfilosofie gericht op "slimmer werken, minder verspillen en meer waarde creëren voor de klant". Het is gebaseerd op twee fundamentele principes:
1. **Gedeelde verantwoordelijkheid en leiderschap:** Stimuleert betrokkenheid van al het personeel.
2. **Continu streven naar verbetering:** Processen moeten voortdurend worden geoptimaliseerd.
#### 1.5.1 De 5 stappen van lean management
1. **Waarde bepalen:** Definiëren wat de klant als waardevol beschouwt.
2. **Waardestroom analyseren:** Elke stap in het proces evalueren en verspilling elimineren.
3. **Flow creëren:** Zorgen voor een vlotte doorstroming van werk zonder onderbrekingen.
4. **Pull-principe hanteren:** Produceren alleen wat de klant vraagt, om overproductie te voorkomen.
5. **Streven naar perfectie:** Voortdurend zoeken naar verbeteringen.
### 1.6 Verkoopprijsbeslissing
De beslissing over de verkoopprijs is van cruciaal belang en kan op verschillende manieren worden benaderd:
#### 1.6.1 Cost-based pricing (kosten-georiënteerde prijszetting)
* **Principe:** De verkoopprijs wordt bepaald op basis van de kosten van het product of de dienst, met een bepaalde winstmarge (mark-up).
* **Voorwaarde:** De kosten moeten bekend zijn.
* **Voordelen:** Eenvoudig en snel te implementeren, zorgt voor stabiele en voorspelbare prijzen.
* **Nadelen:** Houdt geen rekening met de marktvraag, de waarde die de klant eraan hecht, of afwijkende afzetomstandigheden.
#### 1.6.2 Buyer-based pricing (klant-georiënteerde prijszetting)
* **Principe:** De verkoopprijs wordt bepaald op basis van wat de klant bereid is te betalen, gekoppeld aan de waargenomen meerwaarde van het product of de dienst.
* **Target costing:** Een specifieke vorm waarbij de verkoopprijs vastligt vóór de productie start, en de maximale productiekostprijs wordt afgeleid.
* **Voordelen:** Betere afstemming op de marktvraag, mogelijkheid tot hogere winsten door het creëren van hogere belevingswaarde.
* **Nadelen:** Vereist meer investering in marktonderzoek, tijd en arbeid; risico op overschatting van de prijs die de klant wil betalen.
---
# Budgetteringsproces en kostenbudgettering
Budgettering is een cruciaal managementinstrument dat dient als een financiële en kwantitatieve vertaling van de organisatorische doelstellingen voor de komende periode.
### 2.1 Het budgetteringsproces
Een budget is meer dan alleen een financieel plan; het is een actieplan voor elke afdeling, een taakopdracht voor afdelingschefs, een machtiging tot uitvoering en een belangrijk controlemiddel.
#### 2.1.1 Stappen in het budgetteren
De basis van budgettering omvat vier hoofdtypen kostenbudgettering:
* **Vaste budgettering**: Dit systeem stelt een vast totaalbedrag vast voor een bepaalde periode. Het is geschikt wanneer kosten onafhankelijk zijn van de bedrijfsdrukte of prestatie, wat moeilijk meetbaar is. Een typisch voorbeeld is de boekhoudafdeling.
* **Variabele budgettering**: Hierbij wordt het budget opgesteld op basis van het volume of de gepresteerde prestaties. Dit is toepasbaar wanneer er een duidelijke, meetbare relatie bestaat tussen kosten en de geleverde prestatie, zoals bij grondstoffen.
* **Gemengde budgettering**: Dit systeem combineert een vast budget voor de vaste kosten (CK) met een variabel budget voor de variabele kosten (VK). Het is ideaal voor situaties waar vaste kosten constant zijn en variabele kosten meegroeien met de prestatieniveaus, zoals in productie.
* **Flexibele budgettering**: Dit budget wordt periodiek aangepast aan de actuele normen en is bijzonder nuttig in dynamische omgevingen. Personeelskosten kunnen hier een voorbeeld van zijn.
#### 2.1.2 Voordelen en nadelen van budgetteren
**Voordelen:**
* **Planning**: Biedt een duidelijk financieel kader voor toekomstige activiteiten.
* **Coördinatie**: Zorgt voor afstemming tussen verschillende afdelingen en functies.
* **Communicatie**: Faciliteert de overdracht van doelstellingen en verwachtingen binnen de organisatie.
* **Motivatie & participatie**: Betrekt medewerkers bij het planningsproces, wat kan leiden tot hogere motivatie.
* **Evaluatie**: Dient als basis voor het meten van prestaties en het identificeren van afwijkingen.
**Nadelen:**
* **Machtsspel tussen afdelingen**: Kan leiden tot competitie en conflicten bij de toewijzing van middelen.
* **Creatie van budget slack**: Afdelingen kunnen bewust de opbrengsten onderschatten of kosten overschatten om de budgetdoelstellingen gemakkelijker te behalen. Dit creëert een buffer voor tegenvallers.
> **Tip:** Budget slack ondermijnt de accuraatheid van budgetten en kan leiden tot inefficiëntie. Management moet actief op zoek gaan naar en dit proberen te minimaliseren.
* **Te hoge doelstellingen demotiveren**: Onrealistische budgetdoelen kunnen leiden tot frustratie en demotivatie bij medewerkers.
### 2.2 Kostenbeheersing en verschillenanalyse
Effectieve kostenbeheersing is essentieel voor het verhogen van winstmarges, het realiseren van duurzame groei en het behouden van een competitieve prijszetting. Het biedt een stabiele uitgangspositie, zelfs in economisch uitdagende tijden.
#### 2.2.1 Verschillenanalyse
Verschillenanalyse onderzoekt de afwijkingen tussen de standaardkostprijs (voorcalculatie) en de werkelijke kosten (nacalculatie).
**Oorzaken van verschillen/afwijkingen:**
* **Bij directe kosten:**
* **Efficiëntieverschillen (hoeveelheidsverschillen)**: Ontstaan door een afwijking tussen de standaardhoeveelheid die voor de werkelijke productie had mogen worden gebruikt en de werkelijk verbruikte hoeveelheid.
* Formule: `(Qs(w) - Qw) * Ps`
* Als `Qw > Qs(w)`: meer verbruikt dan gepland (nadelig verschil).
* Als `Qw < Qs(w)`: minder verbruikt dan gepland (voordelig verschil).
* **Prijsverschillen**: Ontstaan door een afwijking tussen de standaardprijs en de werkelijke prijs, beide omgerekend tegen de werkelijke hoeveelheid.
* Formule: `(Ps - Pw) * Qw`
* Als `Pw > Ps`: werkelijke prijs hoger dan verwacht (nadelig verschil).
* Als `Pw < Ps`: werkelijke prijs lager dan verwacht (voordelig verschil).
* **Bij indirecte kosten:**
* Efficiëntieverschillen
* Budgetverschil
* Bedrijfsdrukteverschil
#### 2.2.2 Budgetcontrole voor directe kosten
De budgetcontrole voor directe kosten vergelijkt de totale toegestane kosten voor de werkelijke productie met de totale werkelijke kosten. Het verschil tussen deze twee is gelijk aan de som van het prijsverschil en het efficiëntieverschil.
* **Totale toegestane kosten**: `Qs(w) * Ps`
* **Totale werkelijke kosten**: `Qw * Pw`
* **Verschil**: `Totale toegestane kosten - Totale werkelijke kosten`
Deze methode dient als een controlemechanisme om de accuraatheid van de berekeningen van prijs- en efficiëntieverschillen te waarborgen.
> **Tip:** De analyse van deze verschillen is een cruciaal onderdeel van het managementinformatiesysteem (MIS). Het helpt bij het begrijpen van afwijkingen, het identificeren van verantwoordelijken en het sturen op efficiëntie en effectiviteit. Het bevordert een cultuur van continue verbetering en leren van werkmethoden.
### 2.3 Kostensoorten
Een helder inzicht in kosten is fundamenteel voor management accounting en optimalisatie binnen een onderneming.
#### 2.3.1 Kaskosten versus niet-kaskosten
* **Kaskosten**: Kosten die zowel een uitgave als een kost zijn. Een voorbeeld is personeelskost, waarbij salarissen daadwerkelijk worden uitbetaald en tegelijkertijd als productiekost worden beschouwd.
* **Niet-kaskosten**: Kosten die geen directe uitgave zijn. Afschrijvingen zijn hier een typisch voorbeeld van: er gaat geen directe geldstroom uit op het moment van boeking, maar het is wel een kost die de waarde van activa reflecteert.
#### 2.3.2 Vaste, variabele en semivariabele kosten
* **Vaste kosten**: Kosten die onafhankelijk blijven van het productieniveau of de bedrijfsdrukte binnen een bepaalde relevante range.
* **Variabele kosten**: Kosten die direct afhankelijk zijn van het productieniveau of de bedrijfsdrukte.
* **Semivariabele kosten**: Kosten die zowel een vast component als een variabel component hebben. Ze veranderen deels met de productiecapaciteit, maar hebben ook een constant element.
#### 2.3.3 Directe en indirecte kosten
* **Directe kosten**: Kosten die direct toewijsbaar zijn aan een specifiek product, dienst of project.
* **Indirecte kosten**: Kosten die niet direct toewijsbaar zijn aan een specifiek product of dienst en vaak worden toegerekend via een verdeelsleutel.
> **Tip:** Wees voorzichtig met het automatisch gelijkstellen van directe kosten aan vaste kosten, of variabele kosten aan indirecte kosten. Dit zijn verschillende categoriseringen van kosten die elkaar overlappen maar niet identiek zijn. Inzicht hierin is cruciaal voor accurate kostprijsberekeningen.
---
# Verschillenanalyse
Dit deel van de studiehandleiding richt zich op de verschillenanalyse, een essentieel instrument voor bedrijfsturing dat afwijkingen tussen voorcalculatie en nacalculatie onderzoekt, met een focus op directe kosten en budgetcontroles.
## 3 Verschillenanalyse
Verschillenanalyse is het proces waarbij afwijkingen tussen de geplande (voorcalculatie of standaardkostprijs) en de werkelijke (nacalculatie) kosten worden onderzocht. Dit helpt bij het sturen van de onderneming en het verbeteren van de efficiëntie. De analyse richt zich specifiek op directe kosten en omvat prijsverschillen, efficiëntieverschillen (ook wel hoeveelheidsverschillen genoemd) en budgetcontroles.
### 3.1 Oorzaken van afwijkingen bij directe kosten
Bij directe kosten kunnen afwijkingen ontstaan door twee hoofdoorzaken:
* **Prijsverschillen:** Deze ontstaan wanneer de werkelijke prijs van een kostenelement afwijkt van de standaardprijs die in de voorcalculatie is opgenomen.
* **Efficiëntieverschillen (hoeveelheidsverschillen):** Deze treden op wanneer de werkelijk verbruikte hoeveelheid van een kostenelement afwijkt van de standaardhoeveelheid die voor de werkelijke productie was toegestaan.
### 3.2 Analyse van directe kosten
#### 3.2.1 Prijsverschil bij materialen
Het prijsverschil op materialen wordt berekend door het verschil tussen de standaardprijs ($P_s$) en de werkelijke prijs ($P_w$) te vermenigvuldigen met de werkelijke hoeveelheid ($Q_w$) die is verbruikt.
$$ \text{Prijsverschil} = (P_s - P_w) \times Q_w $$
* Als de werkelijke prijs ($P_w$) hoger is dan de standaardprijs ($P_s$), is er sprake van een nadelig prijsverschil.
* Als de werkelijke prijs ($P_w$) lager is dan de standaardprijs ($P_s$), is er sprake van een voordelig prijsverschil.
**Voorbeeld berekening prijsverschil:**
Stel: Standaardprijs per kilogram ($P_s$) = 12 euro
Werkelijke prijs per kilogram ($P_w$) = 10 euro
Werkelijke hoeveelheid verbruikt ($Q_w$) = 20.000 kg
Prijsverschil = $(12 \text{ euro/kg} - 10 \text{ euro/kg}) \times 20.000 \text{ kg} = 2 \text{ euro/kg} \times 20.000 \text{ kg} = 40.000 \text{ euro}$
Dit is een voordelig prijsverschil omdat de werkelijke prijs lager was dan de standaardprijs.
#### 3.2.2 Efficiëntieverschil bij materialen (hoeveelheidsverschil)
Het efficiëntieverschil op materialen wordt berekend door het verschil tussen de standaardhoeveelheid die voor de werkelijke productie had mogen worden verbruikt ($Q_s(w)$) en de werkelijk verbruikte hoeveelheid ($Q_w$), beide gewaardeerd tegen de standaardprijs ($P_s$).
$$ \text{Efficiëntieverschil} = (Q_s(w) - Q_w) \times P_s $$
* Als er meer werd verbruikt dan de standaardhoeveelheid ($Q_w > Q_s(w)$), is er sprake van een nadelig efficiëntieverschil (of hoeveelheidsverschil).
* Als er minder werd verbruikt dan de standaardhoeveelheid ($Q_w < Q_s(w)$), is er sprake van een voordelig efficiëntieverschil (of hoeveelheidsverschil).
**Voorbeeld berekening efficiëntieverschil:**
Stel: Standaardhoeveelheid per eenheid product = 0,5 kg
Werkelijke productie = 50.000 eenheden
Standaardprijs per kg ($P_s$) = 12 euro/kg
Werkelijke hoeveelheid verbruikt ($Q_w$) = 20.000 kg
Stap 1: Bereken de toegestane standaardhoeveelheid voor de werkelijke productie ($Q_s(w)$)
$Q_s(w) = \text{Werkelijke productie} \times \text{Standaardhoeveelheid per eenheid} = 50.000 \text{ eenheden} \times 0,5 \text{ kg/eenheid} = 25.000 \text{ kg}$
Stap 2: Werkelijke verbruikte hoeveelheid ($Q_w$) = 20.000 kg
Stap 3: Bereken het efficiëntieverschil
Efficiëntieverschil = $(25.000 \text{ kg} - 20.000 \text{ kg}) \times 12 \text{ euro/kg} = 5.000 \text{ kg} \times 12 \text{ euro/kg} = 60.000 \text{ euro}$
Dit is een voordelig efficiëntieverschil omdat er minder grondstoffen zijn verbruikt dan gepland voor de werkelijke productie.
#### 3.2.3 Budgetcontrole bij directe materiaalkosten
De budgetcontrole voor directe materiaalkosten vergelijkt de totale toegestane kosten voor de werkelijke productie met de totale werkelijke kosten. De totale toegestane kosten zijn gebaseerd op de standaardhoeveelheid voor de werkelijke productie ($Q_s(w)$) vermenigvuldigd met de standaardprijs ($P_s$). De totale werkelijke kosten zijn gebaseerd op de werkelijk verbruikte hoeveelheid ($Q_w$) vermenigvuldigd met de werkelijke prijs ($P_w$).
$$ \text{Budgetverschil} = (Q_s(w) \times P_s) - (Q_w \times P_w) $$
Dit budgetverschil moet gelijk zijn aan de som van het prijsverschil en het efficiëntieverschil.
**Voorbeeld budgetcontrole:**
Gebruikmakend van de gegevens uit de vorige voorbeelden:
* $Q_s(w) = 25.000 \text{ kg}$
* $P_s = 12 \text{ euro/kg}$
* $Q_w = 20.000 \text{ kg}$
* $P_w = 10 \text{ euro/kg}$
* Prijsverschil = 40.000 euro voordelig
* Efficiëntieverschil = 60.000 euro voordelig
Stap 1: Totale toegestane kost = $Q_s(w) \times P_s = 25.000 \text{ kg} \times 12 \text{ euro/kg} = 300.000 \text{ euro}$
Stap 2: Totale werkelijke kost = $Q_w \times P_w = 20.000 \text{ kg} \times 10 \text{ euro/kg} = 200.000 \text{ euro}$
Stap 3: Budgetverschil = Totale toegestane kost - Totale werkelijke kost = $300.000 \text{ euro} - 200.000 \text{ euro} = 100.000 \text{ euro}$ voordelig.
Stap 4: Controle: Prijsverschil + Efficiëntieverschil = $40.000 \text{ euro} + 60.000 \text{ euro} = 100.000 \text{ euro}$.
Het budgetverschil komt overeen met de som van het prijsverschil en het efficiëntieverschil, wat aangeeft dat de berekeningen correct zijn.
### 3.3 Nut van verschillenanalyse
Verschillenanalyse is een cruciaal instrument voor bedrijfsturing en efficiëntie om de volgende redenen:
* **Budgetcontrole:** Het geeft inzicht in hoe de werkelijkheid zich verhoudt tot het opgestelde budget.
* **Verantwoordelijkheidsrapportering:** Het maakt het mogelijk om verantwoordelijkheden voor afwijkingen toe te wijzen aan specifieke afdelingen of personen.
* **Bevordert efficiëntie:** Door afwijkingen te analyseren, kunnen inefficiënties worden geïdentificeerd en aangepakt, wat leidt tot een doelmatiger inzet van middelen.
* **Leercurve:** Bedrijven kunnen leren van hun werkmethoden en die van anderen om processen te verbeteren.
* **Sturingsinstrument:** Het is een essentieel onderdeel van een Management Informatie Systeem (MIS) dat het management helpt om kosten systematisch en structureel te beheersen.
* **Effectiviteit en efficiëntie:** Het helpt bij het maximaliseren van de output met minimale input, wat essentieel is voor concurrentievermogen en winstgevendheid.
> **Tip:** Verschillenanalyse is meer dan alleen een rekenoefening; de inzichten die eruit voortkomen, moeten actief worden gebruikt om strategische en operationele beslissingen te nemen en de bedrijfsvoering te optimaliseren.
> **Voorbeeld:** Een significant nadelig prijsverschil op grondstoffen kan duiden op slechte inkooponderhandelingen of een ongunstige marktsituatie. Een nadelig efficiëntieverschil kan wijzen op gebrek aan training van personeel, machineproblemen of inferieur materiaal. Beide vereisen specifieke acties.
---
# Lean management en verkoopprijsbeslissingen
Dit onderwerp introduceert de principes van lean management gericht op efficiëntie en waardecreatie, evenals strategieën voor verkoopprijsbeslissingen zoals cost-based pricing en buyer-based pricing.
### 4.1 Lean management
Lean management is een managementfilosofie die gericht is op het systematisch en structureel beheersen van kosten door efficiënter te werken, verspilling te verminderen en meer waarde te creëren voor de klant. Twee fundamentele principes van lean management zijn:
* **Gedeelde verantwoordelijkheid en gedeeld leiderschap:** Dit principe stimuleert betrokkenheid van het gehele personeel bij het verbeterproces.
* **Continu streven naar verbetering van de processen:** Processen worden voortdurend geoptimaliseerd.
Het lean managementproces bestaat uit vijf stappen:
1. **Waarde bepalen en klant centraal stellen:** Identificeren wat de klant belangrijk vindt.
2. **Waardestroom analyseren:** Elke stap in het proces beoordelen om verspilling te schrappen.
3. **Flow creëren:** Zorgen voor een vlotte doorstroming van werk zonder onderbrekingen.
4. **Pull-principe hanteren:** Alleen produceren wat de klant vraagt, om overproductie te voorkomen.
5. **Streven naar perfectie:** Voortdurend verbeteren, elke dag een beetje beter worden.
### 4.2 Verkoopprijsbeslissingen
Verkoopprijsbeslissingen zijn cruciaal voor de winstgevendheid en concurrentiepositie van een onderneming. Twee belangrijke strategieën hiervoor zijn cost-based pricing en buyer-based pricing.
#### 4.2.1 Cost-based pricing
Bij cost-based pricing wordt de verkoopprijs bepaald op basis van de kosten van het product of de dienst, aangevuld met een gewenste winstmarge. Dit is een relatief eenvoudige methode, mits de kosten nauwkeurig bekend zijn.
* **Voorwaarde:** Kosten moeten gekend zijn.
* **Kenmerk:** De prijs wordt bepaald op basis van de markt, wat betekent dat de kosten een basis vormen, maar de uiteindelijke prijs ook rekening houdt met de marktomstandigheden.
**Voordelen:**
* Snel en eenvoudig te implementeren.
* Leidt tot stabiele en voorspelbare verkoopprijzen.
**Nadelen:**
* Houdt onvoldoende rekening met de marktvraag.
* Negeert de mogelijkheid van afwijkende afzet (zoals geanalyseerd in een verschillenanalyse).
#### 4.2.2 Buyer-based pricing
Buyer-based pricing, ook wel bekend als waardegebaseerde prijszetting, focust op wat de klant bereid is te betalen voor een product of dienst. De prijs wordt bepaald door de gepercipieerde waarde (belevingswaarde) die het product de klant biedt.
* **Kernvraag:** Hoeveel wil de klant voor het product betalen?
* **Focus:** De meerwaarde die geleverd wordt met het product.
* **Target costing:** Een proactieve toepassing waarbij de verkoopprijs vastligt vóór de productie start, waarna de maximale productiekostprijs wordt berekend om deze prijs te realiseren.
**Voordelen:**
* Goede afstemming op de marktvraag.
* Hogere winsten kunnen behaald worden door een hogere belevingswaarde te creëren.
* Maakt prijsverhogingen eenvoudiger.
**Nadelen:**
* Risico op overpricing als de marktvraag niet correct wordt ingeschat.
* Vereist grotere investeringen in arbeid, tijd en geld voor marktonderzoek.
#### 4.2.3 Vergelijking cost-based versus buyer-based pricing
| Kenmerk | Cost-based pricing | Buyer-based pricing |
| :------------------ | :------------------------------------------------- | :-------------------------------------------------------------- |
| **Focus** | Interne kosten | Klantperceptie en waarde |
| **Prijsbepaling** | Kosten + winstmarge | Wat de klant bereid is te betalen |
| **Complexiteit** | Eenvoudig | Complexer, vereist marktonderzoek |
| **Marktgevoeligheid** | Laag | Hoog |
| **Winstpotentieel** | Beperkter door kostenfocus | Hoger door waardecreatie |
| **Risico** | Onderprijsing of overprijsing door marktignorantie | Overpricing indien markt niet goed ingeschat, inspanningsintensief |
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Management accounting | Een tak van accounting die gericht is op het verstrekken van financiële en niet-financiële informatie aan het interne management om besluitvorming, planning en controle te ondersteunen. |
| Kosten | Het doelmatig inzetten van productiemiddelen om tot een product of dienst te komen; een uitgave die bijdraagt aan de creatie van economische waarde. |
| Uitgaven | Letterlijk uitgaande geldstromen, ongeacht of deze direct bijdragen aan de productie van goederen of diensten. |
| Kaskosten | Kosten die zowel een uitgave als een kost zijn, wat betekent dat er daadwerkelijk geld wordt uitgegeven en dat het bijdraagt aan de productie of dienstverlening. |
| Niet-Kaskosten | Kosten die geen uitgave zijn, zoals afschrijvingen, die wel de waarde van activa verminderen maar geen directe geldstroom veroorzaken. |
| Vaste kosten | Kosten die onafhankelijk blijven van het productieniveau of de bedrijfsdrukte binnen een relevante bandbreedte, zoals huur of salarissen van vast personeel. |
| Variabele kosten | Kosten die direct variëren met het productieniveau of de bedrijfsdrukte; bij hogere productie zijn de totale variabele kosten hoger. |
| Semivariabele kosten | Kosten die een combinatie bevatten van een vast en een variabel element; ze veranderen deels met de productiecapaciteit maar hebben ook een constant deel. |
| Directe kosten | Kosten die direct toewijsbaar zijn aan een specifiek product, dienst of project, zoals grondstoffen die rechtstreeks in een product verwerkt worden. |
| Indirecte kosten | Kosten die niet direct toewijsbaar zijn aan een specifiek product of dienst en die vaak worden toegerekend via een verdeelsleutel, zoals fabriekshuur of algemene administratiekosten. |
| Kostenbeheersing | Het proces van het identificeren, meten, analyseren en controleren van kosten om ervoor te zorgen dat deze binnen acceptabele limieten blijven en bijdragen aan de winstgevendheid. |
| Budget | Een financiële of kwantitatieve vertaling van de doelstellingen van een organisatie voor een bepaalde toekomstige periode, die dient als plan en controlemiddel. |
| Vaste budgettering | Een budgetteringsmethode waarbij een vast totaalbedrag wordt vastgesteld voor een bepaalde periode, onafhankelijk van de bedrijfsdrukte of prestatie. |
| Variabele budgettering | Een budgetteringsmethode waarbij het budget wordt opgesteld op basis van het verwachte volume of de gepresteerde prestaties, waardoor het budget meebeweegt met de activiteit. |
| Gemengde budgettering | Een budgetteringsmethode die zowel vaste als variabele budgetteringsprincipes combineert, vaak met een vast budget voor overhead en een variabel budget voor productiekosten. |
| Flexibele budgettering | Een budgetteringsmethode die het budget periodiek aanpast aan actuele normen, vaak gebruikt in dynamische omgevingen waar prestatie-indicatoren fluctueren. |
| Budget slack | Het bewust onderschatten van opbrengsten en/of overschatten van kosten bij het opstellen van een budget, om de targets eenvoudiger te bereiken en een buffer te creëren. |
| Verschillenanalyse | Het onderzoek naar afwijkingen tussen de standaardkosten (voorcalculatie) en de werkelijke kosten (nacalculatie) om de oorzaken van deze verschillen te achterhalen en corrigerende maatregelen te nemen. |
| Voorcalculatie | De raming van kosten en opbrengsten voorafgaand aan de productie of uitvoering van een activiteit, gebaseerd op verwachte prijzen en hoeveelheden. |
| Nacalculatie | De vaststelling van de werkelijke kosten en opbrengsten na afloop van de productie of activiteit, ter vergelijking met de voorcalculatie. |
| Prijsverschil (Prijsvariantie) | Het verschil tussen de standaardprijs en de werkelijke prijs van een inputfactor, gewaardeerd tegen de werkelijke verbruikte hoeveelheid. |
| Efficiëntieverschil (Hoeveelheidsverschil) | Het verschil tussen de standaardhoeveelheid die voor de werkelijke productie had mogen worden gebruikt en de werkelijke verbruikte hoeveelheid, gewaardeerd tegen de standaardprijs. |
| Budgetcontrole | Een controle die de totale toegestane kosten voor de werkelijke productie vergelijkt met de totale werkelijke kosten, om de totale afwijking te bepalen. |
| Lean management | Een managementfilosofie gericht op het systematisch en structureel beheersen van kosten door verspilling te elimineren, processen te stroomlijnen en continu te streven naar verbetering. |
| Cost-based pricing | Een prijsstrategie waarbij de verkoopprijs wordt bepaald op basis van de productiekosten, vaak met een mark-up om winst te garanderen. |
| Buyer-based pricing | Een prijsstrategie waarbij de verkoopprijs wordt bepaald op basis van de waargenomen waarde door de klant (perceived value) en wat de klant bereid is te betalen. |
| Target costing | Een managementmethode waarbij de gewenste verkoopprijs wordt vastgesteld, waarna de maximale toelaatbare kostprijs wordt berekend door de gewenste winstmarge van de verkoopprijs af te trekken. |