Cover
ابدأ الآن مجانًا H08_Investering.pdf
Summary
# Inleiding tot vaste activa
Vaste activa zijn bedrijfsmiddelen die een onderneming duurzaam ter beschikking staan om de exploitatie te ondersteunen [3](#page=3) [4](#page=4).
### 1.1 Begrip en classificatie van vaste activa
Vaste activa zijn activa die worden verworven vanwege hun duurzame bijdrage aan het exploitatieproces van de onderneming. Ze kunnen op verschillende manieren worden geclassificeerd [3](#page=3) [4](#page=4).
#### 1.1.1 Classificatie naar soort
De documentatie onderscheidt de volgende categorieën van materiële vaste activa naar soort:
* Terreinen [3](#page=3) [4](#page=4).
* Gebouwen [3](#page=3) [4](#page=4).
* Machines, installaties en uitrustingsgoederen [3](#page=3) [4](#page=4).
* Meubilair [3](#page=3) [4](#page=4).
* Rollend materieel [3](#page=3) [4](#page=4).
* Leasing en soortgelijke rechten [3](#page=3) [4](#page=4).
* Overige materiële vaste activa [3](#page=3) [4](#page=4).
* Activa in aanbouw en vooruitbetalingen [3](#page=3) [4](#page=4).
#### 1.1.2 Classificatie naar gebruiksduur
Een andere indeling van vaste activa is op basis van hun gebruiksduur:
* Activa met een onbeperkte levensduur [3](#page=3) [4](#page=4).
* Activa met een beperkte levensduur [3](#page=3) [4](#page=4).
### 1.2 Boekhoudkundige opvolging van vaste activa
De boekhoudkundige opvolging van vaste activa omvat verschillende stadia:
#### 1.2.1 Bij verwerving
Bij de verwerving van een vast actief is het cruciaal om de waarde ervan vast te stellen. Dit vormt de basis voor latere boekhoudkundige verwerking [5](#page=5) [6](#page=6).
#### 1.2.2 Gedurende de levensduur
Gedurende de bestaansduur van een vast actief dient nagegaan te worden of er sprake is van waardeverminderingen of waardestijgingen [5](#page=5) [6](#page=6).
* **Waardedalingen** worden doorgaans verwerkt via:
* Afschrijvingen [6](#page=6).
* Waardeverminderingen [6](#page=6).
* **Waardestijgingen** kunnen worden verwerkt via:
* Herwaarderingsmeerwaarden [6](#page=6).
#### 1.2.3 Bij stopzetting van gebruik
Wanneer een vast actief niet langer in gebruik is, kan dit leiden tot de realisatie ervan. Dit proces kan al dan niet uitzonderlijk zijn en gepaard gaan met een minderwaarde of meerwaarde [5](#page=5) [6](#page=6).
> **Tip:** Het correct vaststellen en opvolgen van vaste activa is essentieel voor een getrouw beeld van de financiële toestand van de onderneming.
---
# Registratie van de verwerving van vaste activa
De registratie van de verwerving van vaste activa gebeurt op basis van de aanschaffingsprijs, die de aankoopprijs vermeerderd met alle bijkomende kosten omvat [7](#page=7) [8](#page=8).
### 2.1 Aanschaffingsprijs
De aanschaffingsprijs van een vast activum omvat de aankoopprijs en alle kosten die direct aan de verwerving en het op de beoogde locatie en in de bedrijfsklare toestand brengen van het actief verbonden zijn. Hieronder vallen bijvoorbeeld transportkosten, installatiekosten en douanerechten. De btw die niet terugvorderbaar is, wordt mee opgenomen in de aanschaffingsprijs [7](#page=7) [8](#page=8).
> **Tip:** Het correct bepalen van de aanschaffingsprijs is cruciaal, omdat dit de basis vormt voor de afschrijvingen in de toekomst.
### 2.2 Rekeninggebruik uit klasse 2
Voor de registratie van de verwerving van vaste activa worden specifieke actiefrekeningen uit klasse 2 gebruikt. De meest voorkomende rekeningen zijn [7](#page=7) [8](#page=8):
* **22 Terreinen en gebouwen** [7](#page=7) [8](#page=8).
* **23 Installaties, machines en uitrusting** [7](#page=7) [8](#page=8).
* **24 Meubilair en rollend materieel** [7](#page=7) [8](#page=8).
### 2.3 Voorbeeld van de registratie
Hieronder volgt een voorbeeld van de registratie van de aankoop van een machine.
> **Example:** Aankoop machine voor 1 250,00 EUR (excl. 21% btw) [7](#page=7) [8](#page=8).
>
> **Journaalpost:**
>
> | Rekeningnr. | Omschrijving | Debet | Credit |
> | :---------- | :-------------------------------- | :------- | :------- |
> | 23000 | Installaties, machines & uitr. | 1 512,50 | |
> | 49959 | Terugvorderbare btw | 262,50 | |
> | 44000 | Leveranciers | | 1 775,00 |
>
> **Uitleg:**
> * De machine wordt geboekt op de desbetreffende actiefrekening (hier 23000) voor de aanschaffingsprijs, inclusief niet-terugvorderbare btw. In dit geval is de aankoopprijs 1 250,00 EUR. De terugvorderbare btw bedraagt $21\% \times 1250,00 \text{ EUR} = 262,50 \text{ EUR}$. De totale kostprijs die op de balans komt, is dus $1250,00 \text{ EUR} + 262,50 \text{ EUR} = 1512,50 \text{ EUR}$ [7](#page=7) [8](#page=8).
> * De terugvorderbare btw wordt op de rekening "Terugvorderbare btw" gezet [7](#page=7) [8](#page=8).
> * De openstaande schuld aan de leverancier wordt geboekt op de rekening "Leveranciers" voor het totale bedrag dat betaald moet worden, inclusief btw: $1 250,00 \text{ EUR} + 262,50 \text{ EUR} = 1 775,00 \text{ EUR}$ [7](#page=7) [8](#page=8).
---
# Afschrijvingen en waardeverminderingen
Afschrijvingen en waardeverminderingen zijn cruciale concepten voor het correct weergeven van de economische realiteit van activa in de boekhouding, met name voor activa die over meerdere exploitatieperiodes worden gebruikt en in waarde verminderen [9](#page=9).
### 3.1 Het concept van afschrijvingen
Afschrijvingen hebben betrekking op de kosten van activa met een beperkte levensduur die gedurende meerdere jaren worden gebruikt. Het doel is om de kost van het actief te spreiden over de periodes waarin het economisch voordeel levert. Dit proces vereist de bepaling van drie essentiële elementen: de af te schrijven waarde, de levensduur en het ritme van afschrijven [9](#page=9).
#### 3.1.1 De af te schrijven waarde
De af te schrijven waarde is het verschil tussen de aanschaffingswaarde van het actief en de vermoedelijke restwaarde op het einde van de levensduur [9](#page=9).
De formule hiervoor is:
$$ \text{Af te schrijven waarde} = \text{Aanschaffingswaarde} - \text{Restwaarde} $$
#### 3.1.2 De levensduur
De levensduur van een actief is de periode waarin het naar verwachting in de onderneming zal worden gebruikt. Deze levensduur wordt beïnvloed door technische en economische slijtage. Fiscaal worden er vuistregels gehanteerd [9](#page=9):
* **Algemeen principe:** 10 jaar voor activa zoals machines en meubilair [10](#page=10).
* **Versnelde afschrijving:**
* Voertuigen: 5 jaar [10](#page=10).
* Informatica-apparatuur: 3 tot 5 jaar [10](#page=10).
* Klein materieel: 3 jaar [10](#page=10).
* Oprichtingskosten: 5 jaar [10](#page=10).
* **Verlengde afschrijving:**
* Goodwill (cliënteel): 10 jaar [10](#page=10).
* Industriële gebouwen: 20 jaar [10](#page=10).
* Niet-industriële gebouwen (incl. kantoren en handelsgebouwen): 30 jaar [10](#page=10).
* Zonnepanelen: 20 jaar [10](#page=10).
Afwijkingen van deze vuistregels zijn mogelijk mits goede motivatie [10](#page=10).
#### 3.1.3 Het ritme van afschrijven
Het ritme van afschrijven beschrijft de wijze waarop de waardevermindering over de levensduur wordt verdeeld. Er zijn verschillende methoden [9](#page=9):
* **Lineaire afschrijving:** Gelijkmatige afschrijving over de tijd [9](#page=9).
* **Afschrijving volgens bedrijfsdrukte:** Gelijkmatige afschrijving naar gebruik [9](#page=9).
* **Progressieve afschrijving:** Minder afschrijven bij aanvang, meer naarmate het actief ouder wordt [9](#page=9).
* **Degressieve afschrijving:** Meer afschrijven bij aanvang, minder naarmate het actief ouder wordt [9](#page=9).
**Belangrijke fiscale wijziging:** Sinds 1 januari 2020 kunnen activa die na deze datum zijn verkregen of tot stand gebracht, niet langer degressief worden afgeschreven. Activa die vóór 1 januari 2020 zijn verkregen, kunnen wel de gehele levensduur degressief worden afgeschreven [9](#page=9).
### 3.2 Afschrijfbare activa
Om als beroepskost te worden aangemerkt, moet een afschrijving samengaan met een reële waardevermindering die in het belastbare tijdperk heeft plaatsgevonden. De volgende activa kunnen worden afgeschreven [11](#page=11):
* **Immateriële vaste activa (IMVA) met beperkte gebruiksduur:** Octrooien, licenties, merken, concessies, know-how [12](#page=12).
* **Materiële vaste activa (MVA) met beperkte gebruiksduur:** Beroepsgebouwen, machines, voertuigen, werktuigen, meubilair [12](#page=12).
* **Oprichtingskosten:** Deze kunnen ook worden afgeschreven [11](#page=11) [12](#page=12).
#### 3.2.1 Activa die niet kunnen worden afgeschreven
Bepaalde activa kunnen niet worden afgeschreven, maar kunnen wel onderhevig zijn aan waardevermindering:
* Voorraden [12](#page=12).
* Effecten [12](#page=12).
* Schuldvorderingen [12](#page=12).
#### 3.2.2 Specifieke activa en waardeverminderingen
* **Kantoor- en handelsgebouwen:** Worden doorgaans afgeschreven aan 3% per jaar. Een lagere levensduur kan enkel worden toegepast bij bijzondere omstandigheden. Argumenten zoals herstellingswerken, frequente huurderswisselingen, "uit de mode raken" of een ouderwets karakter van een woning zijn ongeldige argumenten voor een hoger afschrijvingspercentage [13](#page=13).
* **Privéwoningen:** Worden ook aan 3% afgeschreven, tenzij bijzondere omstandigheden worden aangetoond [13](#page=13).
* **Antiquiteiten, schilderijen, sierstukken, zilverwerk, porselein en tapijten:** Hoewel deze objecten hun waarde kunnen behouden of zelfs verhogen, kunnen ze wel degelijk in waarde verminderen en derhalve worden onderworpen aan waardeverminderingen [14](#page=14).
### 3.3 Regels voor afschrijven gedurende het boekjaar
Er gelden specifieke regels voor het afschrijven in het jaar van aankoop en verkoop [15](#page=15):
* **WEL** afschrijven in het jaar van aankoop [15](#page=15).
* **NIET** afschrijven in het jaar van verkoop [15](#page=15).
* **NIET** voor een volledig jaar afschrijven in het jaar van aankoop [15](#page=15).
* **WEL** pro rata temporis afschrijven [15](#page=15).
#### 3.3.1 Pro rata temporis afschrijving
Pro rata temporis betekent dat het actief in het eerste jaar slechts wordt afgeschreven in verhouding tot het aantal dagen of maanden dat het actief daadwerkelijk in het bezit is van de vennootschap. De berekening start vanaf de datum van juridische of economische eigendomsverkrijging [17](#page=17).
**Voorbeeld:** Een installatie met een jaarlijkse lineaire afschrijving van 2.160,00 euro die op 1 juni 20N0 is aangekocht, wordt in het eerste jaar pro rata temporis afgeschreven over 7 maanden (van juni tot december) [16](#page=16) [17](#page=17).
$$ \text{Afschrijving 20N0} = 2.160,00 \text{ euro} \times \frac{7}{12} = 1.260,00 \text{ euro} $$ [16](#page=16).
#### 3.3.2 Boekhoudkundige verwerking
De boekhoudkundige verwerking van afschrijvingen gebeurt doorgaans in het diverse postenboek. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de volgende rekeningen [19](#page=19):
* **23000 Installaties, machines en uitrusting:** Dit is een activarekening waarop de aanschaffingswaarde wordt geboekt [19](#page=19).
* **23009 Geboekte afschrijvingen op installaties, machines en uitrusting:** Dit is een correctierekening die de cumulatieve afschrijvingen bijhoudt. De netto boekwaarde wordt verkregen door de aanschaffingswaarde te verminderen met de geboekte afschrijvingen [19](#page=19).
* **63020 Afschrijvingen op MVA:** Dit is een kostenrekening die de afschrijving van de huidige boekingsperiode weergeeft [19](#page=19).
**Journaalpost op 31/12/20N0:**
```
D 23000 Install., machines & uitr. C12 000,00
23009 Geboekte afschrijvingen op D Install., machines & uitr. C1 260,00
D 63020 Afschrijvingen op MVA C1 260,00
31/12/N0
```
Voor het tweede jaar wordt de jaarlijkse afschrijving van 2.160,00 euro opnieuw geboekt op rekening 63020 en als tegenpost op rekening 23009. De nettoboekwaarde aan het einde van het tweede jaar bedraagt dan 8.580,00 euro (12.000 - 1.260 - 2.160) [20](#page=20).
**Voorbeeld 1 (Overzicht van afschrijvingen en boekwaarde over de jaren):**
Een installatie met een aanschaffingswaarde van 12.000,00 euro en een restwaarde van 1.200,00 euro, lineair afgeschreven over 5 jaar.
| Datum | Aanschaffingswaarde | Restwaarde | Af te schrijven waarde | Geboekte afschrijvingen (initieel jaar) | Geboekte afschrijvingen (volgende jaren) | Cumulatieve geboekte afschrijvingen | Boekwaarde |
| :--------- | :------------------ | :--------- | :--------------------- | :---------------------------------------- | :--------------------------------------- | :-------------------------------- | :--------- |
| 31/12/N0 | 12.000,00 | 1.200,00 | 10.800,00 | 1.260,00 (7/12) | - | 1.260,00 | 10.740,00 |
| 31/12/N1 | 12.000,00 | 1.200,00 | 10.800,00 | - | 2.160,00 | 3.420,00 | 8.580,00 |
| 31/12/N2 | 12.000,00 | 1.200,00 | 10.800,00 | - | 2.160,00 | 5.580,00 | 6.420,00 |
| 31/12/N3 | 12.000,00 | 1.200,00 | 10.800,00 | - | 2.160,00 | 7.740,00 | 4.260,00 |
| 31/12/N4 | 12.000,00 | 1.200,00 | 10.800,00 | - | 2.160,00 | 9.900,00 | 2.100,00 |
| 31/12/N5 | 12.000,00 | 1.200,00 | 10.800,00 | - | 900,00 (restant) | 10.800,00 | 1.200,00 |
Op 31/12/N5 is het actief volledig afgeschreven tot de restwaarde van 1.200,00 euro [21](#page=21).
**Voorbeeld 2 (Afschrijving op basis van dagen):**
Een machine van 50.000,00 euro wordt lineair afgeschreven over 5 jaar zonder restwaarde. Op 15 december 20N0 wordt deze aangekocht. Voor het jaar 20N0 mag de onderneming slechts voor 17 dagen afschrijven.
$$ \text{Afschrijving 20N0 (op dagen)} = \frac{50.000,00 \text{ euro}}{5 \text{ jaar}} \times \frac{17 \text{ dagen}}{365 \text{ dagen}} = 465,75 \text{ euro} $$ [23](#page=23).
Om de berekeningen te vereenvoudigen, wordt in dit handboek gewerkt met maanden in plaats van dagen [23](#page=23).
$$ \text{Afschrijving 20N0 (op maanden)} = \frac{50.000,00 \text{ euro}}{5 \text{ jaar}} \times \frac{0,5 \text{ maand}}{12 \text{ maanden}} = 416,67 \text{ euro} $$ [23](#page=23).
### 3.4 Waardeverminderingen voor activa met onbeperkte levensduur
Indien materiële vaste activa met een onbeperkte levensduur toch in waarde verminderen, wordt er een correctie geboekt via de rekening "66020 Niet-recurrente afschrijvingen en waardeverminderingen op MVA" [24](#page=24).
**Voorbeeld:** De waarde van een industrieterrein daalt van 25.000,00 euro naar 22.500,00 euro wegens vervuiling.
**Journaalpost op 31/12/N0:**
```
D 220000 Terreinen C25 000,00
22009 Geboekte waardever-D minderingen op terreinen C2 500,00
66020 Niet-recurrente afschrijvingen D en waardeverminderingen op MVA C2 500,00
31/12/N0
```
---
# Realisatie van vaste activa
De boekhoudkundige verwerking van de verkoop van vaste activa, inclusief de bepaling van winst of verlies en de bijbehorende journaalposten, wordt hier geanalyseerd [25](#page=25).
### 4.1 Algemene principes bij realisatie
Bij de verkoop van een vast actief kan er winst of verlies worden gerealiseerd ten opzichte van de boekwaarde. Dit resultaat dient afzonderlijk in de boekhouding te worden opgenomen [25](#page=25).
### 4.2 Realisatie met verlies
#### 4.2.1 Bepaling van het verlies
Een verlies op de realisatie van vaste activa ontstaat wanneer de verkoopprijs lager is dan de netto boekwaarde van het actief. De omvang van dit verlies is het verschil tussen de netto boekwaarde en de verkoopprijs [25](#page=25).
**Voorbeeld van verliesberekening:**
Aanschaffingswaarde: 6.000,00 euro [25](#page=25).
Afschrijvingen: 3.240,00 euro [25](#page=25).
Netto boekwaarde: 2.760,00 euro [25](#page=25).
Verkoopprijs (excl. btw): 2.000,00 euro [25](#page=25).
Verlies: 2.760,00 euro - 2.000,00 euro = 760,00 euro [25](#page=25).
#### 4.2.2 Boekhoudkundige verwerking van verlies
Het gerealiseerde verlies wordt geboekt als een kostenpost. Dit kan vallen onder de "Minderwaarde op de courante realisatie van vaste activa" (rekening 64100) als de verkoop regelmatig voorkomt, of onder de "Minderwaarde op de realisatie van vaste activa" (rekening 66300) als het een niet-recurrent karakter heeft [25](#page=25).
De journaalposten bij verkoop met verlies omvatten:
1. Boeking van de verkoopfactuur, inclusief verschuldigde btw [26](#page=26).
2. Bepaling van het resultaat door de verkoopopbrengsten, de afschrijvingen en de aanschaffingswaarde tegen elkaar af te zetten [27](#page=27).
**Journaalpost (verkoopfactuur):**
Debet: Handelsdebiteuren (netto verkoopprijs + btw) [26](#page=26).
Credit: Verkopen vaste activa (netto verkoopprijs) [26](#page=26).
Credit: Verschuldigde btw verkopen (btw-bedrag) [26](#page=26).
**Voorbeeld journaalpost verkoopfactuur:**
| Rekening | Debet | Credit |
| :------------------------------------------ | :--------- | :--------- |
| 40000 Handelsdebiteuren | 2.420,00 | |
| 49982 Verkopen vaste activa | | 2.000,00 |
| 49954 Verschuldigde btw verk. | | 420,00 |
| *Omschrijving: Verkoop machine* | | |
**Journaalpost (resultaatbepaling):**
Debet: Verkopen vaste activa (netto verkoopprijs) [27](#page=27).
Debet: Geboekte afschrijvingen op Installatie, machines & uitrusting [27](#page=27).
Credit: Installatie, machines & uitrusting (aanschaffingswaarde) [27](#page=27).
Credit: Minderwaarde op realisatie vaste activa (rekening 64100 of 66300) [27](#page=27).
**Voorbeeld journaalpost resultaatbepaling (verlies):**
| Rekening | Debet | Credit |
| :------------------------------------------------ | :-------- | :-------- |
| 49982 Verkopen vaste activa | 2.000,00 | |
| 23009 Geboekte afschrijvingen op Install., machines & uitr. | 3.240,00 | |
| 23000 Installatie, machines & uitrusting | | 6.000,00 |
| 64100/66300 Minderwaarde op realisatie vaste activa | 760,00 | |
| *Omschrijving: Resultaatbepaling verkoop machine* | | |
De gecombineerde journaalposten tonen de volledige verwerking van de verkoop met verlies [28](#page=28) [29](#page=29).
### 4.3 Realisatie met winst
#### 4.3.1 Bepaling van de winst
Een winst op de realisatie van vaste activa ontstaat wanneer de verkoopprijs hoger is dan de netto boekwaarde van het actief. De omvang van deze winst is het verschil tussen de verkoopprijs en de netto boekwaarde [30](#page=30).
**Voorbeeld van winstberekening:**
Aanschaffingswaarde: 6.000,00 euro [30](#page=30).
Afschrijvingen: 3.240,00 euro [30](#page=30).
Netto boekwaarde: 2.760,00 euro [30](#page=30).
Verkoopprijs (excl. btw): 3.000,00 euro [30](#page=30).
Winst: 3.000,00 euro - 2.760,00 euro = 240,00 euro [30](#page=30).
#### 4.3.2 Boekhoudkundige verwerking van winst
De gerealiseerde winst wordt geboekt als een opbrengst. Dit kan vallen onder de "Meerwaarden op de courante realisatie van vaste activa" (rekening 74100) als de verkoop regelmatig voorkomt, of onder de "Meerwaarden op de realisatie van vaste activa" (rekening 76300) als het een niet-recurrent karakter heeft [30](#page=30).
De journaalposten bij verkoop met winst omvatten:
1. Boeking van de verkoopfactuur [31](#page=31).
2. Bepaling van het resultaat door de verkoopopbrengsten, de afschrijvingen en de aanschaffingswaarde tegen elkaar af te zetten [31](#page=31).
**Journaalpost (verkoopfactuur):**
Debet: Handelsdebiteuren (netto verkoopprijs + btw) [31](#page=31).
Credit: Verkopen vaste activa (netto verkoopprijs) [31](#page=31).
Credit: Verschuldigde btw verkopen (btw-bedrag) [31](#page=31).
**Voorbeeld journaalpost verkoopfactuur:**
| Rekening | Debet | Credit |
| :------------------------------------------ | :-------- | :-------- |
| 40000 Handelsdebiteuren | 3.630,00 | |
| 49982 Verkopen vaste activa | | 3.000,00 |
| 49954 Verschuldigde btw verk. | | 630,00 |
| *Omschrijving: Verkoop machine* | | |
**Journaalpost (resultaatbepaling):**
Debet: Verkopen vaste activa (netto verkoopprijs) [31](#page=31).
Debet: Installatie, machines & uitrusting (aanschaffingswaarde) [31](#page=31).
Credit: Geboekte afschrijvingen op Installatie, machines & uitrusting [31](#page=31).
Credit: Meerwaarden op realisatie vaste activa (rekening 74100 of 76300) [31](#page=31).
**Voorbeeld journaalpost resultaatbepaling (winst):**
| Rekening | Debet | Credit |
| :----------------------------------------------- | :-------- | :-------- |
| 49982 Verkopen vaste activa | 3.000,00 | |
| 23000 Installatie, machines & uitrusting | 6.000,00 | |
| 23009 Geboekte afschrijvingen op Install., machines & uitr. | | 3.240,00 |
| 74100/76300 Meerwaarde op realisatie vaste activa | | 240,00 |
| *Omschrijving: Resultaatbepaling verkoop machine* | | |
De gecombineerde journaalposten illustreren de volledige verwerking van de verkoop met winst [32](#page=32) [33](#page=33).
> **Tip:** Het is cruciaal om de aard van de verkoop (courant of niet-recurrent) te bepalen om de juiste resultatenrekening (64100/74100 of 66300/76300) te kiezen [25](#page=25) [30](#page=30).
> **Voorbeeld:** Een onderneming die normaal gesproken machines verkoopt, zal de winsten en verliezen op deze verkopen boeken onder de courante rekeningen 74100 of 64100. Een eenmalige verkoop van een bedrijfspand valt daarentegen onder de niet-recurrentie rekeningen 76300 of 66300.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Vaste activa | Bedrijfsactiva die verworven worden omwille van hun duurzame bijdrage aan het exploitatieproces van de onderneming en die bedoeld zijn om langer dan één jaar mee te gaan. |
| Exploitatieproces | Het geheel van activiteiten dat een onderneming onderneemt om haar bedrijfsdoelstellingen te bereiken, inclusief productie, verkoop en dienstverlening. |
| Aanschaffingsprijs | De totale kosten die gemaakt worden om een actief te verwerven, inclusief de aankoopprijs en alle bijkomende kosten zoals transport, installatie en belastingen die niet terugvorderbaar zijn. |
| Afschrijvingen | De systematische spreiding van de kosten van een vast actief over de verwachte levensduur ervan, om de waardevermindering door gebruik, slijtage of veroudering te weerspiegelen in de boekhouding. |
| Waardeverminderingen | Boekingen die een werkelijke daling van de waarde van een actief weergeven die niet het gevolg is van normale slijtage, zoals economische factoren of schade. |
| Levensduur | De geschatte periode waarin een actief naar verwachting zal functioneren en bijdragen aan de bedrijfsactiviteiten, beïnvloed door technische en economische factoren. |
| Lineaire afschrijving | Een methode waarbij de afschrijvingskosten elk jaar gelijk blijven gedurende de gehele levensduur van het actief. |
| Degressieve afschrijving | Een methode waarbij in de eerste jaren van de levensduur van een actief hogere afschrijvingskosten worden geboekt dan in latere jaren. |
| Pro rata temporis | Een berekeningsmethode waarbij afschrijvingen in het eerste en laatste jaar van gebruik van een actief worden berekend naar rato van de periode dat het actief daadwerkelijk in gebruik is geweest. |
| Netto boekwaarde | De waarde van een actief in de boekhouding na aftrek van de cumulatieve afschrijvingen en eventuele waardeverminderingen van de oorspronkelijke aanschaffingsprijs. |
| Minderwaarde | Het verschil wanneer de verkoopprijs van een vast actief lager is dan de netto boekwaarde op het moment van verkoop. |
| Meerwaarde | Het verschil wanneer de verkoopprijs van een vast actief hoger is dan de netto boekwaarde op het moment van verkoop. |
| Immateriële vaste activa (IMVA) | Activa zonder fysieke vorm, zoals octrooien, licenties, merken en know-how, die economische waarde vertegenwoordigen voor de onderneming. |
| Materiële vaste activa (MVA) | Fysieke activa die door de onderneming worden gebruikt in de bedrijfsuitoefening, zoals gebouwen, machines en voertuigen. |