Cover
立即免费开始 Jourcros_Les2_CrossmediaalNieuwsgebruik_2024-25.pptx
Summary
# Crossmediaal nieuwsgebruik en de drie lagen van nieuwsconsumptie
Dit onderwerp verkent de verschuiving van nieuwsgebruik van traditionele kanalen naar een crossmediale realiteit, waarbij drie onderscheidende lagen van nieuwsconsumptie worden geanalyseerd: de klassieke, online en sociale mediagebruik.
### 1.1 Convergentie en crossmedialiteit in nieuwsgebruik
Nieuwsgebruik is geëvolueerd van een focus op één medium naar een verspreiding over diverse platformen doorheen de dag. Dit betekent niet alleen een convergentie van nieuwsplatformen, maar ook van:
* **Content:** Een mix van journalistieke bronnen (zoals HLN, VRT, De Standaard) en niet-journalistieke bronnen, waaronder influencers en advertenties.
* **Technologie:** Een combinatie van apparaten voor nieuwsconsumptie, waarbij de smartphone een centrale rol speelt naast traditionele toestellen zoals de tv, radio, laptop en zelfs papier.
* **Context:** Een variëteit aan situaties waarin nieuws wordt geconsumeerd, rekening houdend met waar, wanneer en met wie het nieuws wordt geraadpleegd.
#### 1.1.1 De drie lagen van nieuwsconsumptie
De Imec Digimeter 2021 identificeert drie lagen van nieuwsgebruik:
* **Klassieke laag:** Omvat traditionele media zoals televisie, radio, kranten en magazines. Hoewel hun rol verandert, blijven deze media belangrijk. Vaak worden elementen van deze media, zoals losse artikels of fragmenten, ook online of via sociale media geconsulteerd.
* **Online laag:** Bestaat uit nieuwswebsites, nieuwsapps en zoekmachines. Deze laag dient vaak als een trigger voor diepgaandere nieuwsconsumptie, mogelijk voortkomend uit content die men via sociale media is tegengekomen.
* **Socialemedia-laag:** Omvat het nieuws dat wordt verkregen via platforms zoals Facebook, X (voorheen Twitter), Instagram en TikTok. Deze laag kan fungeren als een startpunt dat leidt naar de klassieke of online lagen voor verdere informatie.
Deze drie lagen worden voortdurend gecombineerd en vloeien door elkaar heen in het dagelijkse nieuwsgebruik.
> **Tip:** Het is cruciaal om te beseffen dat nieuwsgebruik tegenwoordig crossmediaal is. Een consument wordt niet langer enkel via één kanaal geïnformeerd.
### 1.2 Implicaties voor redacties en journalisten
De crossmediale realiteit stelt nieuwe eisen aan redacties en journalisten:
* **Doelgroepbereik:** Er moet nagedacht worden over welke doelgroepen op welke manier worden bereikt.
* **Contentdistributie:** De vraag is hoe en waar nieuws het best verspreid kan worden om de beoogde doelgroep te bereiken.
* **Redactionele strategie:** Dit vereist een strategische afstemming van content, technologie en context om relevant te blijven in een competitief medialandschap.
### 1.3 Structuratietheorie en nieuwsgebruik
Anthony Giddens' structuratietheorie biedt een kader om de wederzijdse beïnvloeding tussen individuen (agency) en maatschappelijke structuren te begrijpen in de context van nieuwsconsumptie.
* **Agency:** De capaciteit van individuen om keuzes te maken en actie te ondernemen.
* **Structuur:** De normen, regels en sociale verwachtingen die het gedrag van individuen begrenzen en mogelijk maken.
De theorie stelt dat structuur en agency niet los van elkaar staan, maar elkaar wederzijds beïnvloeden (duality of structure). Door acties evolueert de structuur, en door structuren wordt gedrag gevormd. Reflectievermogen (reflexivity) is hierbij essentieel, waarbij individuen hun eigen acties en de gevolgen ervan kunnen evalueren.
#### 1.3.1 Micro-, meso- en macroniveau van nieuwsconsumptie
Nieuwsconsumptie wordt op verschillende niveaus gestructureerd:
* **Microniveau:**
* **Intentioneel nieuwsgebruik:** Bewust op zoek gaan naar nieuws, vaak via vaste nieuwsroutines.
* **Incidenteel nieuwsgebruik:** Het tegenkomen van nieuws zonder er actief naar op zoek te zijn, voornamelijk via televisie en sociale media. Dit wordt gedefinieerd als de ontmoeting met nieuwscontent die men niet bewust zocht.
* **Mesoniveau:** De rol van sociale omgevingen zoals familie, huisgenoten, de werkomgeving en collega's, en vrienden bij het vormgeven van nieuwsconsumptiepatronen.
* **Macroniveau:** Maatschappelijke en politieke factoren, zoals de politieke context, grote gebeurtenissen (pandemieën, verkiezingen) en nationale politieke dynamieken, die intentioneel nieuwsgebruik kunnen stimuleren.
### 1.4 Incidenteel versus intentioneel nieuwsgebruik
Er is een verschuiving merkbaar van strikt intentioneel nieuwsgebruik naar een hybride vorm, waarbij incidenteel nieuwsgebruik steeds belangrijker wordt, met name door de opkomst van sociale media.
* **Nieuwsrepertoire:** Dit verwijst naar de persoonlijke, crossmediale verzameling van nieuwsmedia die individuen raadplegen om op de hoogte te blijven. Dit repertoire kan sterk verschillen per persoon.
* **Continuüm van nieuwsgebruik:** Het gebruik van nieuws bevindt zich niet in een dichotomie van intentioneel versus incidenteel, maar op een continuüm van incidenteel, via 'gecureerd' nieuws, tot puur intentioneel gebruik. Dit continuüm kan continu worden bijgestuurd.
> **Example:** Een gebruiker kan nieuws tegenkomen op TikTok (incidenteel), dit vervolgens opzoeken op de website van een krant voor meer diepgang (gecureerd), en daarna het actualiteitenprogramma op televisie bekijken (intentioneel).
### 1.5 Nieuwscuratie en socialemedia-affordances
Socialemediaplatformen bieden specifieke mogelijkheden, zogenaamde 'affordances', die de persoonlijke nieuwscuratie beïnvloeden.
* **Affordances:** De suggesties die technologie biedt voor bepaald gedrag. Bijvoorbeeld, een deurklink suggereert een draaibeweging.
* **Sociale affordances:** De mogelijkheden die technologie biedt voor sociaal gedrag, zoals het plaatsen van reacties, delen van content, of volgen/ontvolgen van gebruikers.
Individuele gebruikers worden curators van hun eigen nieuwsrepertoire door middel van 'curation practices':
* **Volgen, blokkeren en verbergen:** Gebruikers beslissen wie ze volgen om hun feed te vormen.
* **Boost of beperk nieuwsgebruik:** Gebruikers kunnen actief hun nieuwsconsumptie stimuleren of juist beperken.
* **Geautomatiseerde serendipiteit:** Het proces waarbij gebruikers door hun interacties met technologie onbedoeld op nieuws stuiten dat hun interesse wekt.
#### 1.5.1 Bevindingen over persoonlijke nieuwscuratie
Onderzoek naar persoonlijke nieuwscuratie toont aan:
* **Link met socialemediagebruik:** Persoonlijke nieuwscuratie is sterk verbonden met het gebruik van sociale media en bredere nieuwsrepertoires.
* **Nieuwsinteresse als voorspeller:** Een hoge interesse in nieuws voorspelt vaker 'boosting' van nieuwscuratie.
* **Politieke overtuiging als voorspeller:** Politieke overtuiging is een voorspeller voor het 'beperken' van nieuwscuratie, waarbij individuen zich mogelijk kritischer opstellen ten opzichte van traditionele media en meer vertrouwen hebben in bronnen die aansluiten bij hun overtuigingen.
* **Nieuwsmijders:** Personen die nieuws mijden, vertonen vaker nieuwsbeperkende curatiepraktijken, waardoor de kans op incidentele nieuwsconsumptie kleiner wordt.
> **Tip:** Wees je bewust van de 'algoritmische curatie' op sociale media, naast je eigen 'individuele agency'. De algoritmes bepalen mede welke content je te zien krijgt.
### 1.6 Trends en paradoxen in nieuwsgebruik
Verschillende trends en paradoxen kenmerken het hedendaagse nieuwslandschap:
* **Nieuwsmijding:** Een groeiende trend waarbij individuen actief nieuwsontwijking vertonen.
* **Socialemediaparadox:** Een toename in het gebruik van sociale media voor nieuws, ondanks een afnemend vertrouwen in nieuws dat via deze kanalen wordt verspreid.
* **Betaalbereidheidsparadox:** Wenselijkheid van toegang tot kwaliteitsnieuws versus een dalende betaalbereidheid, wat de verdienmodellen van nieuwsmedia onder druk zet.
#### 1.6.1 Economische uitdagingen voor journalistiek
De economische eigenschappen van nieuws, zoals de moeilijk te bepalen waarde en de uitdaging om informatie te verkopen in een aandachtseconomie, leiden tot significante druk op traditionele verdienmodellen.
* **Duaal verdienmodel:** Commerciële nieuwsmedia leunen traditioneel op inkomsten uit zowel de consumentenmarkt (geld van lezers) als de reclamemarkt.
* **Uitdagingen:**
* **Dalende betaalbereidheid:** Lezers zijn minder bereid te betalen voor nieuws.
* **Verschuiving van reclamebestedingen:** Reclame verschuift naar grote technologieplatformen.
* **Schaarste aan aandacht:** In plaats van schaarste aan nieuws, is er nu schaarste aan aandacht.
* **Concurrentie:** Verhoogde concurrentie van technologieplatformen, digitale nieuwswebsites en de creatieve industrie leidt tot fragmentatie van het publiek en prijsdalingen voor content en advertentieruimte.
De traditionele rol van de krant als ‘bundel’ van informatie, ontspanning en zoekertjes wordt overgenomen door de smartphone en het internet, wat de journalistieke sector dwingt tot innovatie en aanpassing.
---
# Structuratietheorie en de invloed op nieuwsgebruik
Structuratietheorie, ontwikkeld door Anthony Giddens, biedt een kader om de wederzijdse beïnvloeding tussen individuen (agency) en maatschappelijke structuren te begrijpen, en hoe dit de consumptie van nieuws beïnvloedt.
### 2.1 De structuratietheorie van Giddens
De kern van de structuratietheorie is dat individuen en de maatschappij elkaar continu beïnvloeden. Het is geen kwestie van óf het één óf het ander, maar een constante wisselwerking. Individuen vormen de maatschappij door hun acties, terwijl de maatschappij op haar beurt individuen beïnvloedt via bestaande regels, normen en structuren.
#### 2.1.1 Structuur en agency
* **Structuur:** Dit verwijst naar de regels, normen, sociale verwachtingen, conventies en materiële middelen die het gedrag van individuen binnen een samenleving sturen en begrenzen. Structuren maken bepaalde acties mogelijk en andere juist onmogelijk.
* **Agency:** Dit is het vermogen van individuen om bewuste keuzes te maken en actie te ondernemen binnen de bestaande structuren. Het gaat om de vrijheid en capaciteit om te handelen en de eigen omstandigheden te beïnvloeden.
Volgens Giddens zijn structuur en agency niet gescheiden of tegengesteld, maar juist onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zonder structuren zouden acties betekenisloos zijn, en zonder agency zouden structuren statisch blijven en niet evolueren.
#### 2.1.2 De dualiteit van structuur
Dit concept benadrukt dat structuren tegelijkertijd het middel en het resultaat zijn van sociale acties.
* **Middel:** Structuren bieden de kaders en mogelijkheden waarbinnen individuen handelen. Ze gidsen ons gedrag.
* **Resultaat:** Door de acties die individuen ondernemen, worden de bestaande structuren voortdurend gereproduceerd, uitgedaagd of veranderd.
> **Tip:** Zie structuren niet als starre kooien, maar als flexibele kaders die zowel beperken als mogelijk maken. Jouw dagelijkse keuzes, hoe klein ook, dragen bij aan het voortbestaan of de verandering van deze structuren.
#### 2.1.3 Reflexiviteit
Reflexiviteit is het vermogen van individuen om na te denken over hun eigen acties, de consequenties daarvan, en de redenen achter hun gedrag. Dit is een cruciaal aspect van agency en stelt ons in staat om ons gedrag te evalueren en aan te passen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
* **Praktische bewustzijn:** Acties die we grotendeels routinematig en zonder veel diepgaande reflectie uitvoeren.
* **Discursieve bewustzijn:** Acties waarover we kunnen praten en die we kunnen uitleggen.
### 2.2 De invloed van structuratietheorie op nieuwsgebruik
De structuratietheorie biedt een waardevol perspectief om te begrijpen hoe individuen nieuws consumeren in een steeds complexere, crossmediale omgeving. Het helpt verklaren hoe zowel individuele keuzes als maatschappelijke factoren de manier waarop we informatie tot ons nemen, vormgeven.
#### 2.2.1 Crossmediaal nieuwsgebruik als hybride praktijk
Nieuwsgebruik is tegenwoordig een hybride praktijk geworden die zich over verschillende lagen verspreidt:
* **Klassieke laag:** Traditionele media zoals kranten, televisie en radio.
* **Online laag:** Nieuwssites, nieuwsapps en zoekmachines.
* **Socialemedia-laag:** Nieuws via platforms zoals Facebook, X (voorheen Twitter), Instagram en TikTok.
Deze lagen zijn niet geïsoleerd, maar vloeien door elkaar heen. Een bericht op sociale media kan bijvoorbeeld een trigger zijn om diepergaand nieuws te zoeken via online of klassieke media. De 'Imec Digimeter' onderscheidt drie lagen van nieuwsgebruik, die bovendien worden beïnvloed door de convergentie van content (mix van nieuws- en niet-journalistieke bronnen) en technologie (verschillende toestellen).
#### 2.2.2 Nieuwsrepertoire en incidenteel nieuwsgebruik
* **Nieuwsrepertoire:** Dit omvat de persoonlijke, crossmediale waaier aan nieuwsmedia, bronnen, platformen en kanalen die een individu gebruikt om op de hoogte te blijven van de actualiteit. Het nieuwsrepertoire verschilt sterk van persoon tot persoon.
* **Incidenteel nieuwsgebruik:** Dit verwijst naar het tegenkomen van nieuwscontent waar men niet actief naar op zoek was. Het is nieuwsgebruik dat plaatsvindt zonder de intentie om specifiek nieuws te vergaren.
* **Intentioneel nieuwsgebruik:** Dit is het bewuste opzoeken van nieuws met de bedoeling om geïnformeerd te worden.
Onderzoek suggereert dat de meeste mensen een combinatie van incidenteel en intentioneel nieuwsgebruik hanteren, wat neerkomt op een continuüm van nieuwsconsumptie.
> **Tip:** Denk na over je eigen nieuwsrepertoire. Welke kanalen gebruik je? Hoeveel nieuws kom je incidenteel tegen en hoeveel zoek je actief op? Dit helpt je om je eigen nieuwsgedrag vanuit een structurationistisch perspectief te analyseren.
#### 2.2.3 Micro-, meso- en macroniveau van nieuwsstructurering
De structuratietheorie helpt om de invloed op nieuwsconsumptie te analyseren op verschillende niveaus:
* **Microniveau:**
* **Intentioneel nieuwsgebruik:** Vaak gebaseerd op vaste nieuwsroutines en bewuste keuzes.
* **Incidenteel nieuwsgebruik:** Vindt voornamelijk plaats via televisie (bijvoorbeeld tijdens het wachten op of na afloop van een programma) en sociale media.
* **Mesoniveau:**
* **Rol van sociale omgeving:** Familie, huisgenoten, collega's en vrienden beïnvloeden het nieuwsgebruik. Bijvoorbeeld, een gezinshoofd dat bepaalt welk nieuws er wordt gekeken, of collega's die praten over een bepaalde krant.
* **Omgevingen creëren:** Individuen creëren omgevingen (zoals het wel of niet hebben van een tv in de woonkamer) die hun nieuwsgebruik beïnvloeden.
* **Macroniveau:**
* **Maatschappelijke en politieke context:** Grote gebeurtenissen, politieke dreigingen, pandemieën of verkiezingen kunnen leiden tot meer intentioneel nieuwsgebruik.
* **Nationale verschillen:** De politieke context en specifieke gebeurtenissen in een land spelen een rol.
#### 2.2.4 Sociale media en persoonlijke nieuwscuratie
Sociale mediaplatformen bieden specifieke 'affordances' (mogelijkheden en suggesties voor gebruik) die persoonlijke nieuwscuratie faciliteren. Individuele gebruikers worden actieve curatoren van hun eigen nieuwsrepertoire door te beslissen welke bronnen ze volgen, blokkeren of verbergen. Dit proces van 'curatie' – de productie, selectie, filtering en framing van content – wordt niet alleen gedaan door journalisten, maar ook door politici, algoritmes en individuele gebruikers zelf.
* **Persoonlijke nieuwscuratiepraktijken:** Dit zijn de acties van gebruikers om hun nieuwsrepertoire te bepalen via sociale media.
* **Geautomatiseerde serendipiteit:** Het idee dat door onze interacties met technologie, we onze nieuwsbeleving kunnen beïnvloeden en op onverwachte maar relevante content kunnen stuiten.
> **Example:** Een gebruiker die op Instagram veel volgt over duurzaamheid, zal vaker content over dit onderwerp te zien krijgen. Door accounts te ontvolgen die niet aansluiten bij hun interesses, beperken ze hun nieuwsconsumptie op dat specifieke gebied.
#### 2.2.5 Bevindingen en conclusies over persoonlijke nieuwscuratie
Analyse van data over persoonlijk nieuwsgebruik toont aan dat:
* Persoonlijke nieuwscuratie nauw verbonden is met socialemediagebruik en bredere nieuwsrepertoires.
* Nieuwsinteresse is een voorspeller voor het 'boosten' (actief vergroten) van nieuwscuratie, terwijl politieke overtuiging hier minder invloed op heeft.
* Politieke overtuiging is wel een voorspeller voor het 'beperken' (selectief reduceren) van nieuwscuratie. Gebruikers met een bepaalde politieke overtuiging kunnen kritischer staan tegenover traditionele media en meer vertrouwen hebben in influencers die aansluiten bij hun overtuigingen.
* Mensen die nieuws mijden, hanteren vaker nieuwsbeperkende curatiepraktijken, waardoor de kans op incidenteel nieuwsgebruik wordt verkleind.
Er is echter ook een mogelijke onderschatting van 'algoritmische curatie' – hoe algoritmes van platforms actief de nieuwsfeed van gebruikers vormgeven, onafhankelijk van de directe keuzes van de gebruiker.
---
# Persoonlijke nieuwscuratie en de rol van sociale media
Dit onderwerp verkent hoe individuen hun eigen nieuwsrepertoire samenstellen, met name via sociale media, en analyseert de factoren die hierbij een rol spelen.
### 3.1 Het crossmediale nieuwsgebruik
Nieuwsgebruik is significant veranderd door de opkomst van diverse mediakanalen. Imec Digimeter onderscheidt drie lagen van nieuwsgebruik:
* **Klassieke laag:** Traditionele media zoals televisie, radio, kranten en magazines.
* **Online laag:** Nieuwssites, nieuwsapps en zoekmachines.
* **Socialemedi-laag:** Nieuwsconsumptie via platforms zoals Facebook, X/Twitter, Instagram en TikTok.
Deze lagen convergeren niet alleen in platformen, maar ook in content (een mix van journalistieke en niet-journalistieke bronnen, zoals influencers en advertenties) en technologie (diverse apparaten, met de smartphone als prominent medium). Context, zoals waar en met wie nieuws wordt geconsumeerd, is eveneens een belangrijk aspect. Socialemedi-platforms zoals TikTok en Instagram worden steeds vaker gebruikt voor nieuwsconsumptie, hoewel het vertrouwen in nieuws via deze kanalen lager ligt dan bij traditionele bronnen.
### 3.2 Structuratietheorie en nieuwsgebruik
De structuratietheorie van Anthony Giddens biedt een kader om de wederzijdse beïnvloeding tussen individuen en de samenleving te begrijpen in de context van nieuwsgebruik. De theorie stelt dat individuen (agency) en maatschappelijke structuren (structuur) elkaar voortdurend vormgeven.
* **Duality of structure:** Structuren sturen gedrag, maar door acties van individuen evolueren en veranderen deze structuren. Bij nieuwsgebruik betekent dit dat bestaande mediastructuren (bijvoorbeeld de manier waarop nieuws wordt aangeboden) ons gedrag beïnvloeden, maar dat ons veranderende nieuwsgedrag ook de mediastructuren aanpast.
* **Reflexiviteit:** Het vermogen van individuen om na te denken over hun eigen acties en de gevolgen daarvan. Dit is cruciaal voor hoe agency binnen structuren werkt.
* **Praktische bewustzijn:** Handelingen die we routinematig en zonder veel reflectie uitvoeren.
* **Discoursief bewustzijn:** Het vermogen om onze acties en de redenen ervoor te verbaliseren en uit te leggen.
Deze theorie helpt te begrijpen hoe nieuwsconsumptie gestructureerd wordt op verschillende niveaus: micro, meso en macro.
### 3.3 Incidentele en intentionele nieuwscuratie
Het **nieuwsrepertoire** is de persoonlijke, crossmediale waaier aan nieuwsmedia die individuen raadplegen om op de hoogte te blijven. Dit repertoire varieert sterk per persoon. Nieuwsgebruik kan worden onderverdeeld in:
* **Intentioneel nieuwsgebruik:** Bewust op zoek gaan naar nieuws met de intentie om informatie te vergaren. Dit wordt vaak beïnvloed door vaste nieuwsroutines en gebeurt relatief minder via sociale media.
* **Incidenteel nieuwsgebruik:** Nieuwsinhoud tegenkomen zonder er actief naar op zoek te zijn. Dit gebeurt voornamelijk via televisie en sociale media.
Studies tonen aan dat de meeste mensen een combinatie van beide praktijken hanteren, resulterend in een continuüm van incidenteel nieuwsgebruik, via 'gecureerde' kanalen, tot intentioneel nieuwsgebruik.
#### 3.3.1 Nieuwsmijding en curatiepraktijken
Nieuwsmijding, het actief of selectief vermijden van nieuws, wordt ook gezien als een continuüm. Nieuwsmijders vertonen vaker nieuwsbeperkende curatiepraktijken, wat hun kans op incidenteel nieuwsgebruik verkleint.
### 3.4 De affordances van sociale media voor persoonlijke nieuwscuratie
Socialemediaplatforms bieden specifieke **affordances**, wat betekent dat ze bepaalde acties suggereren of faciliteren. Deze affordances beïnvloeden hoe gebruikers hun nieuwsrepertoire samenstellen.
* **Affordances:** Kenmerken van een technologie die uitnodigen tot bepaald gedrag. Een deurklink suggereert bijvoorbeeld draaien, terwijl een duwplaat uitnodigt tot duwen.
* **Sociale affordances:** Technologische mogelijkheden die bepaald sociaal gedrag toelaten.
Nieuwssites bieden affordances zoals het plaatsen van reacties en het delen van links. Facebook biedt meer mogelijkheden voor interactie en het volgen/ontvolgen van gebruikers. Instagram focust daarentegen meer op visuele content.
#### 3.4.1 Persoonlijke nieuwscuratiepraktijken
Op sociale media wordt curatie – het selecteren, filteren, annoteren en framen van content – door diverse actoren gedaan, waaronder journalisten, politici, algoritmes en individuele gebruikers. **Persoonlijke nieuwscuratiepraktijken** verwijzen naar de acties van individuele gebruikers om hun nieuwsrepertoire vorm te geven door:
* Te beslissen wie zij volgen, blokkeren of verbergen.
* Hun eigen nieuwsgebruik te 'boosten' (vergroten) of 'in te perken' (verkleinen).
#### 3.4.2 Factoren die persoonlijke nieuwscuratie beïnvloeden
Onderzoek naar persoonlijke nieuwscuratie toont aan dat:
* **Nieuwsinteresse** een voorspeller is voor het 'boosten' van nieuwscuratie. Mensen met een hoge interesse in nieuws zullen sneller actieve stappen ondernemen om hun nieuwsconsumptie te vergroten.
* **Politieke overtuiging** daarentegen een voorspeller is van 'limiting' curatie. Individuen kunnen zichzelf radicaler situeren, kritischer staan tegenover traditionele media en meer vertrouwen hebben in influencers die aansluiten bij hun overtuigingen, wat leidt tot het actief beperken van de toegang tot bepaalde nieuwsbronnen.
* **Nieuwsmijders** vertonen vaker nieuwsbeperkende curatiepraktijken, wat hun blootstelling aan nieuws (ook incidenteel) verder reduceert.
Het is belangrijk om de rol van individuele agency niet te overschatten en de invloed van 'algoritmische curatie' door de platformen zelf te erkennen.
### 3.5 Paradoxen in het hedendaagse nieuwsgebruik
Het hedendaagse nieuwslandschap wordt gekenmerkt door verschillende paradoxen:
* **Wantrouwen in gratis nieuws versus beperkte betaalbereidheid:** Hoewel consumenten gratis nieuws consumeren, is de bereidheid om te betalen voor online nieuws beperkt. Dit zet verdienmodellen van journalistieke organisaties onder druk, die afhankelijk zijn van zowel consumenten- als reclamemodellen.
* **Wantrouwen in nieuws op sociale media versus toenemend gebruik:** Ondanks een lager vertrouwen in nieuws dat via sociale media wordt verspreid, neemt het gebruik van deze platformen voor nieuwsconsumptie toe.
De economische eigenschappen van nieuws, zoals de moeilijk te bepalen waarde en de concurrentie in een aandachtseconomie, dragen bij aan deze ontwikkelingen. De fragmentatie van het publiek en de opkomst van technologieplatforms als concurrenten voor aandacht, leiden tot een strijd om de aandacht van de consument, wat prijszetting voor zowel content als reclameruimte onder druk zet.
---
# Nieuwsmijding en economische paradoxen in de journalistiek
Dit onderwerp onderzoekt de trend van nieuwsmijding en de economische paradoxen binnen de journalistiek, zoals de dalende betaalbereidheid voor online nieuws en de spanning tussen vertrouwen en het gebruik van sociale media voor nieuwsconsumptie.
### 4.1 De dynamiek van nieuwsgebruik in een crossmediale context
Nieuwsgebruik is aanzienlijk geëvolueerd van een traditionele, unidirectionele benadering naar een complex, crossmediaal ecosysteem. Dit wordt gekenmerkt door de integratie van verschillende nieuwsbronnen, technologieën en contexten.
#### 4.1.1 Lagen van nieuwsgebruik
Het Imec Digimeter 2021 onderscheidt drie lagen van nieuwsgebruik:
* **Klassieke laag:** Traditionele media zoals televisie, radio, kranten en magazines.
* **Online laag:** Nieuwssites, nieuwsapps en zoekmachines.
* **Socialmedia-laag:** Nieuws via platforms zoals Facebook, X/Twitter, Instagram en TikTok.
Deze lagen zijn niet geïsoleerd, maar convergeren op het gebied van content (een mix van journalistieke en niet-journalistieke bronnen zoals influencers), technologie (verschillende apparaten, met de smartphone als dominant) en context (de diverse situaties waarin nieuws geconsumeerd wordt).
#### 4.1.2 Implicaties voor de journalistiek
De crossmediale aard van nieuwsgebruik vereist dat redacties en journalisten nadenken over wie ze bereiken, via welke kanalen en op welke manier. Het klassieke model van nieuwsconsumptie, waarbij één medium centraal stond, is vervangen door een dynamische interactie tussen verschillende platforms gedurende de dag.
#### 4.1.3 Personalisatie en curatie van nieuws
Individuele nieuwsrepertoires, de persoonlijke crossmediale waaier aan nieuwsmedia die men raadpleegt, verschillen sterk per persoon. Nieuwsgebruik kan worden geanalyseerd op basis van:
* **Platform:** Frequentie van raadpleging van klassieke, online en sociale media.
* **Content:** Favoriete nieuwsmerken en nieuwstypen.
* **Technologie/drager:** Apparaten waarmee nieuws wordt geconsumeerd.
* **Context:** Plaats en tijd van nieuwsconsumptie.
Technologische platforms, met name sociale media, bieden affordances die persoonlijke nieuwscuratie mogelijk maken. Gebruikers kunnen actief beslissen welke content ze volgen, blokkeren, verbergen, promoten of beperken, wat leidt tot een "geautomatiseerde serendipiteit".
### 4.2 Nieuwsmijding: een groeiende trend
Nieuwsmijding verwijst naar het fenomeen waarbij individuen actief nieuws vermijden of selectief consumeren. Dit kan variëren van actief "afhaken" tot selectieve consumptie.
#### 4.2.1 Incidentele versus intentionele nieuwsconsumptie
Het onderscheid tussen intentioneel (bewust op zoek gaan naar nieuws) en incidenteel nieuwsgebruik (nieuws tegenkomen zonder ernaar te zoeken) is cruciaal. Uit onderzoek blijkt dat de meeste mensen een combinatie van beide praktijken hanteren, wat duidt op een continuüm van nieuwsgebruik. Sociale media spelen een significante rol bij incidenteel nieuwsgebruik.
#### 4.2.2 Structuratietheorie en nieuwsgebruik
De structuratietheorie van Anthony Giddens biedt een kader om te begrijpen hoe individuen (agency) en sociale structuren (norms, rules, social expectations) elkaar wederzijds beïnvloeden in nieuwsgebruik. Nieuwsconsumptie wordt gestructureerd op micro-, meso- en macroniveau:
* **Micro-niveau:** Vaste nieuwsroutines (intentioneel) en incidenteel gebruik via tv en sociale media.
* **Meso-niveau:** Invloed van familie, huisgenoten, werkomgeving en collega's.
* **Macro-niveau:** Impact van politieke context, grote gebeurtenissen en maatschappelijke bedreigingen op intentioneel nieuwsgebruik.
#### 4.2.3 Persoonlijke nieuwscuratie en nieuwsmijding
Persoonlijke nieuwscuratiepraktijken, gedreven door individuele gebruikers op sociale media, zijn gelinkt aan socialemediagebruik en bredere nieuwsrepertoires. Nieuwsinteresse voorspelt "boosting" (actief meer nieuws opzoeken), terwijl politieke overtuiging vaker "limiting" (nieuwsgedrag beperken) stuurt. Nieuwsmijders vertonen vaker nieuwsbeperkende curatiepraktijken, wat hun kans op incidenteel nieuwsgebruik verkleint.
> **Tip:** Houd rekening met de beperkingen van de aanname van individuele agency in het begrijpen van nieuwsgebruik, en onderschat de rol van algoritmische curatie niet.
### 4.3 Economische paradoxen in de journalistiek
Commerciële journalistiek, voornamelijk afhankelijk van private investeringen, wordt geconfronteerd met significante economische uitdagingen die voortkomen uit veranderende mediaconsumptiepatronen en technologische ontwikkelingen.
#### 4.3.1 De druk op duale verdienmodellen
Het traditionele duale verdienmodel (inkomsten uit zowel consumenten als adverteerders) staat onder druk door:
* **Dalende betaalbereidheid:** Consumenten zijn minder geneigd te betalen voor online nieuws, ondanks een hoge interesse. Slechts een fractie van de mediagebruikers betaalt voor toegang tot online nieuws.
* **Verschuiving van reclame-inkomsten:** Reclamebudgetten verschuiven naar grote technologieplatformen.
* **Schaarste aan aandacht:** In tegenstelling tot vroeger, waarin kranten schaarste beheersten en een bundel aan informatie boden, is er nu een overvloed aan informatie en een schaarste aan aandacht.
#### 4.3.2 De paradox van vertrouwen en gebruik van sociale media
Er is een opvallende paradox tussen het lage vertrouwen in nieuws op sociale media en het toenemende gebruik van deze platforms als nieuwsbron. Hoewel het algemene vertrouwen in nieuws relatief hoog is, daalt dit significant wanneer het gaat om nieuws afkomstig van sociale media.
#### 4.3.3 Economische eigenschappen van nieuws
Nieuws wordt steeds meer beschouwd als een consumptiegoed, wat de economische waarde ervan moeilijk te bepalen maakt. De kern van de economische uitdaging ligt in de moeilijkheid om nieuws te verkopen en de strijd om aandacht in een economie waar aandacht schaars is.
#### 4.3.4 Concurrentie in de aandachtseconomie
De journalistiek concurreert niet alleen met andere nieuwsverspreiders, maar ook met technologieplatformen, de creatieve industrie en de bredere "aandachtsindustrie". Dit leidt tot verdere fragmentatie van het publiek en een intensievere strijd om aandacht, wat resulteert in dalende prijzen voor zowel content als reclamaruimte.
> **Example:** Een aanzienlijk percentage van de mediagebruikers raadpleegt dagelijks online media (inclusief sociale media) als hun belangrijkste nieuwsbron, terwijl een kleiner, maar significant deel nog steeds televisie als primaire bron beschouwt. Echter, het vertrouwen in nieuws op sociale media is aanzienlijk lager dan in nieuws via meer traditionele kanalen, wat een economische paradox creëert voor nieuwsverspreiders die afhankelijk zijn van zowel bereik als geloofwaardigheid.
#### 4.3.5 De paradox van gratis nieuws versus beperkte betaalbereidheid
Een belangrijke economische paradox is het wantrouwen in gratis nieuws (men vermoedt dat er een verborgen kostenpost is) versus de beperkte bereidheid van consumenten om te betalen voor kwaliteitsnieuws. Dit zet de verdienmodellen van nieuwsorganisaties onder enorme druk.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Crossmedialiteit | Een benadering waarbij nieuws via verschillende media, platformen en contexten wordt verspreid en geconsumeerd, wat leidt tot een integratie van klassieke, online en sociale mediakanalen. |
| Social shaping of technology | Een sociologisch perspectief dat stelt dat technologie niet autonoom wordt ontwikkeld, maar gevormd wordt door sociale en culturele factoren, en op zijn beurt de samenleving beïnvloedt. |
| Imec Digimeter | Een jaarlijks onderzoek dat de mediaconsumptie en het nieuwsgebruik in Vlaanderen analyseert, met aandacht voor de verschillende lagen van nieuwsverspreiding en -consumptie. |
| Affordances | De eigenschappen van een object of technologie die mogelijke acties suggereren voor een gebruiker. Bij sociale media verwijst dit naar de functionaliteiten die interactie en gedrag faciliteren of stimuleren. |
| Structuratietheorie | Een sociologische theorie ontwikkeld door Anthony Giddens, die de wederzijdse relatie tussen sociale structuren en menselijk handelen (agency) onderzoekt, en hoe deze elkaar continu beïnvloeden en vormgeven. |
| Agency | Het vermogen van individuen om autonome keuzes te maken en acties te ondernemen die invloed hebben op hun omgeving en de sociale structuren. |
| Duality of structure | Het concept binnen de structuratietheorie dat stelt dat sociale structuren zowel de middelen als het resultaat zijn van sociale handelingen; ze sturen gedrag en worden tegelijkertijd door dat gedrag gevormd en in stand gehouden. |
| Reflexiviteit | Het vermogen van individuen om na te denken over hun eigen acties, de gevolgen daarvan en de sociale context waarin ze opereren, wat cruciaal is voor het functioneren van agency. |
| Praktische bewustzijn (Practical consciousness) | Kennis en gedrag dat grotendeels onbewust of routinematig wordt toegepast, zonder veel reflectie of verbale uitleg. |
| Discursieve bewustzijn (Discursive consciousness) | Kennis en gedrag dat bewust wordt gemaakt, gearticuleerd en verklaard, wat reflectie en analyse mogelijk maakt. |
| Nieuwsrepertoire | De persoonlijke en crossmediale verzameling van nieuwsbronnen, media, platformen en kanalen die een individu gebruikt om op de hoogte te blijven van de actualiteit. |
| Incidenteel nieuwsgebruik | Het onbedoeld of toevallig tegenkomen van nieuwscontent zonder er actief naar op zoek te zijn, vaak via sociale media of als bijproduct van andere activiteiten. |
| Intentioneel nieuwsgebruik | Het bewust en doelgericht zoeken naar nieuwsinformatie met de intentie om op de hoogte te worden gebracht van specifieke gebeurtenissen of onderwerpen. |
| Nieuwsmijding | De trend waarbij individuen actief besluiten om nieuws te vermijden of selectief te consumeren, vanuit verschillende motivaties zoals overweldiging, angst of desinteresse. |
| Socialemediaparadox | De spanning die ontstaat door het toenemende gebruik van sociale media voor nieuwsconsumptie, terwijl het vertrouwen in nieuws afkomstig van deze platformen vaak laag is. |
| Betaalbereidheidsparadox | De discrepantie tussen de wens van consumenten voor kwaliteitsnieuws en hun terughoudendheid om daadwerkelijk te betalen voor toegang tot online nieuwsinhoud. |
| Duaal verdienmodel | Een bedrijfsmodel voor nieuwsmedia dat inkomsten genereert uit zowel de consumentenmarkt (abonnementen, verkoop) als de reclamemarkt. |
| Aandachtseconomie | Een economisch model waarin aandacht wordt beschouwd als een schaarse en waardevolle hulpbron, waar organisaties, waaronder nieuwsmedia, mee concurreren. |
| Curatiepraktijken (Curation practices) | De acties die individuele gebruikers ondernemen op sociale media om hun persoonlijke nieuwsrepertoire te beheren, selecteren, filteren en framen. |
| Geautomatiseerde serendipiteit (Automated serendipity) | Het fenomeen waarbij algoritmes op digitale platformen, door middel van gepersonaliseerde aanbevelingen, de kans op het toevallig ontdekken van relevante of interessante informatie vergroten. |