Cover
立即免费开始 4_Effecten.pptx
Summary
# Effecten van detentie op gedetineerden
Dit onderwerp verkent de diverse ervaringen en aanpassingen van gedetineerden aan het gevangenisleven, inclusief cognitieve, emotionele en gedragsmatige aspecten, waarbij de wisselwerking tussen de gevangeniscontext en de individuele kenmerken van de gedetineerde centraal staat.
## 1. Introductie tot de effecten van detentie
De effecten van detentie betreffen de ervaringen van en aanpassingen aan het gevangenisleven, die zich manifesteren op cognitief, emotioneel en gedragsmatig vlak. Twee dominante theoretische stromingen proberen deze effecten te verklaren: het deprivatiemodel en het importmodel.
### 1.1. Het deprivatiemodel
Het deprivatiemodel, zoals beschreven door Sykes, stelt dat de gevangeniscontext zelf de bron is van de deprivaties en ontberingen die gedetineerden ervaren. Deze deprivaties beïnvloeden verschillende levensdomeinen. Een belangrijk nadeel van dit model is dat het gedetineerden als een homogene groep beschouwt en te weinig rekening houdt met individuele verschillen.
### 1.2. Het importmodel
Het importmodel, ontwikkeld door Irwin en Cressey, benadrukt de invloed van individuele kenmerken die reeds vóór detentie aanwezig waren en die de aanpassing aan het gevangenisleven beïnvloeden. Factoren zoals gender, leeftijd, sociaaleconomische status (SES), cultuur, crimineel traject en gezondheid spelen hierbij een rol. Het profiel van gedetineerden verschilt significant van de algemene bevolking, waarbij kwetsbaarheid of de "rugzak" van de gedetineerde centraal staat. Een nadeel van dit model is dat de invloed van de detentiecontext zelf onderbelicht blijft.
### 1.3. Het integratief model
Gezien de tekortkomingen van zowel het deprivatie- als het importmodel, wordt een integratief model voorgesteld dat uitgaat van een wisselwerking tussen de persoon en de context. Importkenmerken, zoals SES en psychische gezondheid, beïnvloeden de effecten van deprivatie. Dit model is van praktisch belang: het deprivatiemodel biedt een basisanalyse van beïnvloedbare elementen door beleid, terwijl het importmodel zorgt voor differentiatie en nuancering bij het uitwerken van concrete strategieën. Er dient ook rekening gehouden te worden met de grote verschillen tussen gevangenissen en afdelingen.
> **Tip:** De context van detentie kan gemanipuleerd worden door beleid, maar de persoon zelf niet direct. Het integratief model benadrukt dat de omgeving de effecten op de persoon versterkt of verzacht.
## 2. De detentiecontext als totale institutie
Een totale institutie wordt gedefinieerd als een plaats waar een grote groep individuen in een gelijkaardige situatie, voor een aanzienlijke periode afgesloten van de bredere samenleving, een ingesloten en formeel geregeld leven leidt. Kenmerken hiervan zijn:
* **Geslotenheid:** Scheiding van de buitenwereld, waarbij alle aspecten van het leven zich op één plaats en onder dezelfde leiding voltrekken.
* **Collectieve levensstijl:** Een grote groep 'anderen' wordt gelijk behandeld en onderneemt gezamenlijke activiteiten.
* **Bureaucratisch formeel beheer:** Strikte hiërarchie en regels, waarbij alle dagelijkse aspecten strak van bovenaf geregeld zijn.
Binnen detentie als totale institutie manifesteren zich specifieke kenmerken:
* **Hiërarchie:** Machtsverschil tussen gedetineerden en personeel.
* **Gedwongen sociale relaties:** Een grote groep medegedetineerden zorgt voor verplichte interacties.
* **Routine:** Het dagelijkse leven is vreemd aan de eigen gewoonten en wordt dwingend geregeld.
* **Verlies van autonomie:** Dagelijkse activiteiten zoals eten, douchen en sporten zijn gereguleerd.
* **Aantasting van persoonlijkheid en privacy:** Regels gelden ook voor externe contacten (bv. bezoek) en faciliteiten zoals toiletten en camera's tasten de privacy aan.
## 3. Effecten van detentie
### 3.1. Effecten van detentie
#### 3.1.1. Mortificatieprocessen
Mortificatie van het zelf, zoals beschreven door Goffman, omvat de afbraak van de vroegere identiteit. Dit proces omvat "role stripping", waarbij sociale rollen worden verstoord en men uit zijn rol wordt gezet. De entree-procedure en formele mechanismen, zoals het afnemen van bezittingen en het dragen van een uniform, dragen hieraan bij. Na dit proces wordt er een nieuwe, vaak opgelegde, identiteit opgebouwd.
#### 3.1.2. Pains of imprisonment
Sykes identificeerde vijf centrale "deprivaties" die gepaard gaan met detentie:
* **Verlies van vrijheid:** De meest fundamentele ontbering.
* **Verlies van goederen en diensten:** Persoonlijke bezittingen moeten worden afgestaan en de toegang tot externe diensten (bv. reguliere tandarts) vervalt.
* **Verlies van heteroseksuele relaties:** Het onderhouden van relaties wordt bemoeilijkt.
* **Verlies van autonomie:** Beperking van de eigen handelingsvrijheid.
* **Verlies van veiligheid:** Risico op bedreiging, intimidatie of slachtofferschap binnen de gevangenisomgeving.
Deze deprivaties leiden tot aanpassing, die individueel en subjectief is en mede bepaald wordt door het penitentiaire beleid.
Crewe voegde hier in 2011 drie aanvullende "pains" aan toe:
* **Onvoorspelbaarheid (van beslissingen):** Afhankelijkheid van de rechtvaardigheid van de behandeling en de discretionaire bevoegdheid van het personeel, wat leidt tot onzekerheid en onbepaaldheid.
* **Psychologische beoordelingen en risicotaxaties:** De ervaring gereduceerd te worden tot een risicoprofiel, met weinig ruimte voor verandering.
* **Zelfbestuur (versus verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid):** Een toenemende verwachting van de gedetineerde om zelf controle uit te oefenen over de detentietijd en gedrag te reguleren, binnen een context van beperkte autonomie. Dit wordt ook wel "soft power" genoemd, subtiele psychologische controle.
Het leefklimaat binnen de gevangenis beïnvloedt het welbevinden en gedrag van gedetineerden. Dit is multidimensionaal en omvat aspecten als veiligheid, autonomie, fysiek welbevinden, zinvolle dagbesteding, contacten met personeel en contacten met de buitenwereld. Het leefklimaat is dynamisch en subjectief.
#### 3.1.3. Fase en duur detentie
* **Start detentie en transitie:** De overgang van vrijheid naar detentie, inclusief transfers, brengt een "shock of imprisonment" teweeg. Dit gaat gepaard met stress en grote onzekerheid. Voorlopige hechtenis voegt hier nog extra onzekerheid door het proces en de procedure aan toe. De verlieservaringen, met name met familie en vrienden, zijn hier het grootst.
> **Tip:** De "shock of imprisonment" is het meest voelbaar in de eerste weken. Naarmate iemand meer ervaring heeft met detentie, kunnen de "pains" minder zwaar worden ervaren.
De piek van psychische problemen, waaronder suïcides, treedt vaak vroeg in de detentie op, maar daalt na de eerste weken. Dit geldt minder voor vrouwen (versus mannen) en beklaagden (versus veroordeelden). Bij personen met psychose is er verbetering, maar het risico blijft verhoogd ten opzichte van de algemene bevolking.
* **Longitudinaal onderzoek naar cognitieve functies:** Onderzoek suggereert dat detentie een negatieve invloed kan hebben op executieve functies, zoals aandachtsfunctie en zelfcontrole. Deze cognitieve vaardigheden, gerelateerd aan de prefrontale cortex, zijn gevoelig voor de verarmde en stimulelusarme detentieomgeving (sedentair leven, isolatie, gebrek aan cognitieve uitdagingen). Dit kan relevant zijn voor zelfcontroletheorieën en recidive.
* **Verdere fase detentie: Prisonisering:** Dit betreft de aanpassing aan de gevangeniscultuur en informele regels en gedragsnormen, de "inmate code". Dit kan leiden tot het aannemen van de subcultuur of juist isolatie.
* **Duur detentie:** Hoe langer de detentie duurt, hoe groter de mate van machteloosheid en gebrek aan controle.
* **Institutionalisering:** Langdurige opsluiting kan leiden tot "institutionalisering", waarbij men vergroeid raakt met de regels en structuur. Dit kan het functioneren na vrijlating bemoeilijken, zeker bij een monotoon en passief regime, en beperkt contact met de buitenwereld.
* **Post-incarceration syndrome:** Dit syndroom bij langgestraften omvat posttraumatische stressstoornis (PTSS) in combinatie met geïnstitutionaliseerde persoonlijkheidskenmerken (bv. paranoia, wantrouwen), sociaal-sensorische desoriëntatie (bv. ruimtelijke desoriëntatie, moeite met sociale interacties) en sociale vervreemding. Deze veranderingen kunnen adaptief zijn in de gevangenis, maar maladaptief na vrijlating.
* **Straffen en maatregelen van onbepaalde duur:** Deze leiden tot stress en angst door onzekerheid en onvoorspelbaarheid van beslissingen, zoals bij internering.
* **Terugkeer in de samenleving:** De aanpassing aan de samenleving na detentie kan contraproductief werken door het stigma, de confrontatie met dit stigma en de "re-entry shock". De "pains of desistance" (isolement, hopeloosheid) en het verlies van structuur en voorspelbaarheid zijn hierbij relevant.
#### 3.1.4. Differentiatie
De uniformiteit in de analyse van deprivaties wordt genuanceerd door het belang van importkenmerken:
* **Leeftijd:** Oudere gedetineerden hebben specifieke noden. Het verouderingsproces kan versneld verlopen in detentie.
* **Geslacht:** Vrouwen ervaren detentie vaak zwaarder dan mannen. Het verlies van contact met kinderen, die vaak een verzorgende rol op zich nemen, is een zware deprivatie. Vrouwenafdelingen kennen andere dynamieken dan mannenafdelingen.
* **Transgender personen:** Naast de algemene "pains of imprisonment" ervaren transgender personen extra moeilijkheden, zoals zich in de verkeerde afdeling bevinden, problemen bij geslachtstransities in detentie, gebrek aan ondersteuning, en transphobia.
> **Tip:** Het belang van importkenmerken voor differentiatie is cruciaal voor het examen, gezien de link met de eerste les over de subjectieve zwaarte van detentie.
#### 3.1.5. Reflecties
* **Focus op "pains":** Er is een risico dat de focus op "pains of imprisonment" een doel op zich wordt, waardoor de analyse verengd raakt. Niet alle "pains" hebben dezelfde zwaarte, en de impact is subjectief.
* **Mogelijke "gains" van detentie:** In bepaalde gevallen kan detentie ook positieve effecten hebben, bijvoorbeeld voor daklozen die uit een gemarginaliseerde setting worden gehaald en toegang krijgen tot hulpverlening. De gevangenis kan als een "reinventive institution" fungeren, een keerpunt of tijdelijke "veilige haven" voor personen met problemen als verslaving, dakloosheid of slachtofferschap. Dit is echter relatief ten opzichte van de situatie vóór detentie.
> **Example:** Een dakloze verslaafde gedetineerde kan tijdelijk uit de precaire omstandigheden gehaald worden, waardoor er ruimte ontstaat voor hulpverlening.
### 3.2. Effecten van alternatieve straffen en maatregelen (ASM)
Bij ASM zijn er ook specifieke effecten:
* **Gains:** De acceptatie dat het in ieder geval geen gevangenis is, vooral bij personen zonder detentie-ervaring. Ondersteuning bij het stoppen met criminaliteit (desistance), opgelegde structuur en verbetering van probleemoplossende en pro-sociale vaardigheden.
* **Pains:** Dit omvat verplichtingen die de vrijheid beperken, een toename van verantwoordelijkheid, verwarring tussen vrij zijn en niet vrij zijn, en de dreiging van (her)opsluiting.
* **Pains of probation:** Impact op het dagelijks en privéleven door verplichtingen, tijd en kosten voor verplaatsingen, verplichting om over feiten te praten, en stigma.
* **Elektronisch toezicht (ET):** Hoewel vaak als gunst ervaren, beperkt ET de vrijheid geografisch en qua uurrooster. Dit kan leiden tot stress en conflict binnen relaties, en angst door individuele verantwoordelijkheid.
## 4. Conclusie: Import en deprivatie wordt export
De problemen en kwetsbaarheden die gedetineerden vóór detentie al hadden (import), worden vaak versterkt door de detentie zelf (deprivatie) en worden als het ware "geëxporteerd" na vrijlating. Dit omvat een ongunstige werk-, woon- en inkomenssituatie, verergerd door een strafblad dat tewerkstelling en huisvesting bemoeilijkt. De maatschappelijke context speelt een cruciale rol in de integratie.
> **Tip:** De effecten van detentie zijn niet beperkt tot de gedetineerde zelf, maar hebben ook impact op de bredere maatschappij.
---
# De rol van context en personeel in detentie
Dit onderwerp analyseert de gevangenis als een totale institutie en onderzoekt de impact van zowel de detentiecontext als het penitentiaire personeel op de ervaringen en het welzijn van gedetineerden.
### 2.1 De gevangenis als totale institutie
Een totale institutie, zoals gedefinieerd door Goffman, is een plaats waar een groot aantal individuen voor langere tijd van de buitenwereld is afgesloten en een ingesloten, formeel gereguleerd leven leidt. Kenmerken hiervan zijn:
* **Geslotenheid:** Een duidelijke scheiding van de buitenwereld, waarbij alle levensaspecten zich binnen de muren van de instelling afspelen onder één leidende instantie.
* **Collectieve levensstijl:** De aanwezigheid van een grote groep individuen die op dezelfde manier worden behandeld en samen dezelfde activiteiten ondernemen.
* **Bureaucratisch formeel beheer:** Een strikte hiërarchie met regels die het dagelijks leven strak en van bovenaf regelen.
Binnen de detentiecontext uit zich dit in een aanzienlijke machtsongelijkheid tussen gedetineerden en personeel, een dwingend gereguleerd leven dat de autonomie van de gedetineerde beperkt, en aantasting van persoonlijke levenssfeer door constante controle en beperkte privacy. Gedwongen sociale relaties en interpersoonlijk contact zijn eveneens kenmerkend.
### 2.2 Effecten van detentie
De effecten van detentie op gedetineerden worden traditioneel verklaard vanuit twee dominante stromingen, die in een integratief model worden samengevoegd:
#### 2.2.1 Deprivatiemodel en importmodel
* **Deprivatiemodel (Sykes):** Dit model stelt dat de gevangeniscontext zelf, door middel van deprivaties (verlies van vrijheid, goederen, diensten, heteroseksuele relaties, autonomie en veiligheid), leidt tot de effecten die gedetineerden ervaren. Het nadeel hiervan is dat gedetineerden als een homogene groep worden beschouwd.
* **Importmodel (Irwin & Cressey):** Dit model benadrukt de invloed van individuele kenmerken die reeds vóór detentie aanwezig waren, zoals gender, leeftijd, sociaaleconomische status, cultuur, crimineel traject en gezondheid. Het impliceert dat het profiel van gedetineerden afwijkt van de algemene bevolking en dat zij vaak kwetsbaarheden meebrengen. Het nadeel hier is dat de invloed van de detentiecontext wordt verwaarloosd.
* **Integratief model:** Dit model erkent de wisselwerking tussen importkenmerken en de effecten van deprivatie. Importkenmerken beïnvloeden hoe gedetineerden de deprivaties ervaren. Dit model is cruciaal voor de praktijk: het deprivatiemodel vormt de basisanalyse van beïnvloedbare elementen door beleid, terwijl het importmodel zorgt voor differentiatie en nuancering bij het uitwerken van concrete strategieën.
#### 2.2.2 Mortificatieprocessen
Mortificatie van het zelf, zoals beschreven door Goffman, verwijst naar de afbraak van de vroegere identiteit van een individu door middel van 'role stripping' (verstoring uit sociale rollen) en formele procedures bij binnenkomst (afname van bezittingen, het dragen van een uniform). Na dit proces bouwen gedetineerden vaak een nieuwe, opgelegde identiteit op.
#### 2.2.3 Pains of imprisonment
Sykes identificeerde vijf centrale deprivaties: verlies van vrijheid, goederen en diensten, heteroseksuele relaties, autonomie en veiligheid.
Crewe (2011) heeft deze lijst aangevuld met drie aanvullende 'pains':
* **Onvoorspelbaarheid (van beslissingen):** De afhankelijkheid van de rechtvaardigheid en discretionaire bevoegdheid van het personeel zorgt voor onzekerheid en onbepaaldheid.
* **Psychologische beoordelingen en risicotaxaties:** De ervaring gereduceerd te worden tot een risicoprofiel, met weinig ruimte voor verandering.
* **Zelfbestuur:** De toenemende verwachting dat gedetineerden zelf controle uitoefenen over hun detentietijd en gedrag, binnen een context van beperkte autonomie. Dit kan leiden tot extra lagen van subtiele controle en 'soft power'.
Het leefklimaat in gevangenissen, dat multidimensionaal is en aspecten zoals veiligheid, autonomie, fysiek welbevinden, zinvolle dagbesteding, en contacten met personeel en de buitenwereld omvat, is dynamisch en subjectief bepaald door de perceptie van de gedetineerde.
#### 2.2.4 Fase en duur van detentie
* **Start detentie:** De overgang van vrijheid naar detentie wordt gekenmerkt door de 'shock of imprisonment', met hoge stress en onzekerheid. Voorlopige hechtenis voegt hier nog extra onzekerheid aan toe door het proces en de procedure. Verlies van contacten met familie en vrienden is significant. De piek in psychische problemen, inclusief suïcides, daalt na de eerste weken, maar blijft hoger dan in de algemene bevolking, met specifieke verschillen tussen groepen gedetineerden.
* **Longitudinaal onderzoek:** Onderzoek toont aan dat detentie kan leiden tot een significante daling in aandachtsfunctie en zelfcontrole, wat de prefrontale cortex beïnvloedt. Een verarmde omgeving (sedentair, isolatie, gebrek aan cognitieve uitdagingen) draagt hieraan bij. Dit heeft implicaties voor recidive, zoals beschreven in de zelfcontroletheorie.
* **Verdere fase detentie (Prisonisering):** Gedetineerden passen zich aan de gevangeniscultuur en informele regels aan. De duur van detentie, mate van machteloosheid, gebrek aan controle en verwachtingen over vrijlating bepalen de mate van betrokkenheid bij deze subcultuur.
* **Institutionalisering:** Langdurige detentie kan leiden tot een 'vergroeid' zijn met de regels, routine en structuur, wat functioneren na vrijlating bemoeilijkt. Dit kan resulteren in het post-incarceratie syndroom, gekenmerkt door geïnstitutionaliseerde persoonlijkheidskenmerken, sociaal-sensorische desoriëntatie en sociale vervreemding. De aanpassingen die 'adaptief' zijn in de gevangenis, kunnen 'maladaptief' zijn na vrijlating.
* **Straffen en maatregelen van onbepaalde duur:** Deze leiden tot extra stress en angst door onzekerheid en onvoorspelbaarheid, zoals bij internering.
* **Terugkeer naar de samenleving:** De aanpassing binnen de gevangenis kan contraproductief zijn voor re-integratie. De confrontatie met stigma, hernieuwde aanpassing ('reentry shock') en de 'pains of desistance' (isolement, hopeloosheid, verlies van structuur) zijn significante uitdagingen.
#### 2.2.5 Differentiatie
De uniformiteit van het deprivatiemodel wordt genuanceerd door de belangrijke rol van importkenmerken:
* **Leeftijd:** Oudere gedetineerden hebben specifieke noden en worden geconfronteerd met een versneld verouderingsproces in detentiecontext.
* **Geslacht:** Vrouwen ervaren detentie vaak zwaarder dan mannen, met name door het verlies van contact met hun kinderen, een rol die voor hen vaak centraal staat.
* **Transgender personen:** Naast de algemene 'pains of imprisonment', ervaren zij specifieke uitdagingen zoals het verblijf op de 'verkeerde' afdeling, problemen bij geslachtsveranderingstrajecten, isolatie en transfoob stigma en discriminatie.
#### 2.2.6 Reflecties
Er is een kritische noot ten aanzien van 'pain spotting' als een doel op zich, waarbij de focus te veel op de negatieve effecten ligt. Er wordt gewezen op het belang van het onderzoeken van mogelijke 'gains' of positieve effecten van detentie. De gevangenis kan in bepaalde gevallen functioneren als een 'reinventive institution' of 'veilige haven' voor kwetsbare individuen die uit een precaire situatie worden gehaald. Dit is echter context-gebonden en tijdelijk, en roept vragen op over de geschiktheid van de gevangenis als plek voor dergelijke interventies en de relatie met strafdoelen zoals leedtoevoeging.
### 2.3 Effecten van alternatieve straffen en maatregelen (ASM)
Hoewel de focus van dit hoofdstuk op detentie ligt, worden de effecten van ASM kort aangestipt. Hierbij zijn er ook 'pains' (zoals beperkte autonomie, tijd en kosten, dreiging van heropsluiting, stigma) en 'gains' (zoals het ontwijken van de gevangenis, ondersteuning bij het stoppen van criminaliteit, verbetering van vaardigheden). De 'pains of probation' omvatten verplichtingen, de dreiging van voorwaarden en het stigma. Elektronisch toezicht wordt gemengd ervaren, waarbij het enerzijds een voorkeur geniet boven detentie, maar anderzijds ook beperkingen oplegt aan de vrijheid en sociale relaties.
### 2.4 Impact van personeel op detentie-ervaringen
Het penitentiaire personeel speelt een cruciale rol in de welzijn en ervaringen van gedetineerden. De context van het werken in detentie is zwaar, met factoren als overbevolking, personeelstekorten, en de dubbele rol van controleur en hulpverlener.
#### 2.4.1 Impact van professionelen
Penitentiair personeel kan de negatieve effecten van detentie (zoals isolement, verminderd zelfwaarde, controleverlies, geweldservaringen) versterken, maar ook positief beïnvloeden en verminderen. Een positieve relatie en ondersteuning door personeel dragen bij aan een succesvolle aanpassing binnen de detentie en na vrijlating.
* **Functiedifferentiatie:** Er is een trend naar functiedifferentiatie, met enerzijds beveiligingsassistenten en anderzijds detentiebegeleiders gericht op begeleiding.
* **Dynamische veiligheid:** Dit concept benadrukt veiligheid door middel van een actief regime en goed ontwikkelde relaties en communicatie tussen personeel en gedetineerden. Nauw contact, proactief handelen en het bieden van dagelijkse, zinvolle activiteiten zijn hierbij essentieel. Het principe 'any prisoner who is left in his cell is a threat to security or control' onderstreept het belang van interactie.
* **Procedurele rechtvaardigheid:** Rechtvaardige en consistente behandeling door het personeel verhoogt de legitimiteit van het systeem, wat leidt tot meer naleving van regels, minder geweld en stress, en een hogere veiligheid en welzijn.
* **Opleiding en vorming:** Goede opleiding van personeel, inclusief de-escalatietechnieken, is cruciaal voor zowel de jobtevredenheid als de effectiviteit in de omgang met gedetineerden.
De ervaringen met procedurele rechtvaardigheid bij politie kunnen zelfs de percepties van gedetineerden ten aanzien van andere actoren in de strafrechtsketen kleuren.
### 2.5 Import en deprivatie wordt export
De problemen en kwetsbaarheden die gedetineerden vóór detentie al hadden, kunnen door de detentie worden versterkt. Na vrijlating kunnen problemen zoals werkloosheid, schulden, en dakloosheid aanhouden of verergeren, mede door het stigma van een strafblad. Dit bevestigt en reproduceert bestaande kwetsbaarheden, en de maatschappelijke context speelt een belangrijke rol in de effecten van detentie, die dus niet beperkt blijven tot de gedetineerde zelf.
---
# Effecten van alternatieve straffen en maatregelen
Dit deel van de analyse richt zich op de ervaringen en consequenties van niet-detentie straffen en maatregelen, inclusief de zogenaamde 'pains of freedom' en 'pains of probation', evenals de effecten van elektronisch toezicht.
## 3. Effecten van alternatieve straffen en maatregelen
### 3.1 Effecten van detentie (kort overzicht)
Hoewel de focus ligt op alternatieve straffen en maatregelen, is een kort begrip van detentie-effecten nuttig voor context. Detentie kan leiden tot 'mortificatieprocessen', waarbij de identiteit van een persoon wordt afgebroken door het verlies van sociale rollen en de introductie tot de gevangeniscontext. Dit proces wordt gevolgd door de opbouw van een nieuwe, vaak opgelegde, identiteit. De 'pains of imprisonment', zoals geformuleerd door Sykes, omvatten de deprivaties van vrijheid, goederen en diensten, heteroseksuele relaties, autonomie en veiligheid. Latere uitbreidingen voegen hier onvoorspelbaarheid, psychologische beoordelingen en risicotaxaties, en de druk van zelfbestuur aan toe. Het leefklimaat in de gevangenis, dat factoren als veiligheid, autonomie, fysiek welbevinden, dagbesteding en contacten omvat, beïnvloedt het welzijn van gedetineerden op dynamische en subjectieve wijze.
De fase en duur van detentie spelen een cruciale rol. De 'shock of imprisonment' en de daaraan gerelateerde stress en onzekerheid zijn het meest intens aan het begin van de detentie. Psychische problemen en suïcidepogingen zijn piekervaringen in de eerste weken, die na verloop van tijd dalen, maar hoger blijven dan in de algemene bevolking. Langdurige detentie kan leiden tot 'prisonisering', waarbij gedetineerden zich aanpassen aan de gevangeniscultuur en informele regels. Institutionalisering, een gevolg van langdurige blootstelling aan het regime, kan het functioneren na vrijlating bemoeilijken, wat kan leiden tot het post-incarceratiesyndroom bij langgestraften. Straffen van onbepaalde duur, zoals internering, introduceren extra stress en angst door onzekerheid en onvoorspelbaarheid. De terugkeer naar de samenleving kan gecompliceerd worden door het stigma, de confrontatie met het strafblad en de 'pains of desistance', die isolement en hopeloosheid kunnen omvatten.
Differentiatie in detentie-ervaringen is belangrijk. Importkenmerken zoals leeftijd, geslacht en genderidentiteit beïnvloeden hoe gedetineerden de detentie ervaren. Oudere gedetineerden en transgender personen kunnen specifieke behoeften en extra 'pains' ervaren. Hoewel de focus vaak ligt op 'pains', kunnen er ook 'gains' zijn, zoals een tijdelijke verbetering van huisvesting of toegang tot hulpverlening voor gemarginaliseerde individuen, waarbij de gevangenis als een 'veilige haven' kan fungeren.
### 3.2 Effecten van alternatieve straffen en maatregelen (ASM)
Alternatieve straffen en maatregelen (ASM) kenmerken zich door een wisselwerking tussen bewegingsvrijheid en zichtbaarheid. Ze kunnen zowel 'pains' als 'gains' met zich meebrengen, wat leidt tot een zekere ambiguïteit in de beleving.
#### 3.2.1 Pains of freedom en gains van alternatieve straffen
De term 'pains of freedom' verwijst naar de ervaringen die optreden bij straffen die minder ingrijpend zijn dan detentie, zoals die in open gevangenissen of bij andere vormen van toezicht. Zelfs in contexten met meer bewegingsvrijheid kunnen er specifieke ongemakken optreden. Dit kan de verwarring zijn tussen vrij zijn en niet vrij zijn, en de last van opgelegde structuur en verantwoordelijkheden. Voor personen zonder eerdere detentie-ervaring kan de perceptie "het is tenminste geen gevangenis" domineren, wat als een 'gain' kan worden beschouwd.
Potentiële 'gains' van ASM omvatten:
* **Ondersteuning bij criminaliteitsstop (desistance):** ASM kunnen fungeren als een facilitator voor gedragsverandering.
* **Opgelegde structuur:** Dit kan voordelig zijn voor individuen die moeite hebben met zelfregulatie.
* **Verbetering van probleemoplossende en pro-sociale vaardigheden:** Door gerichte interventies kunnen deze vaardigheden worden ontwikkeld.
#### 3.2.2 Pains of probation
'Pains of probation' beschrijven de negatieve ervaringen die gepaard gaan met probatie en andere vormen van door de reclassering gesuperviseerd toezicht. Deze kunnen onder andere zijn:
* **Autonomie:** Oplegde verplichtingen kunnen een aanzienlijke impact hebben op het dagelijkse en privéleven.
* **Tijd en kosten:** Frequent contact met de reclassering, verplaatsingen naar hulpverleningsinstanties en het bijwonen van verplichte programma's vergen veel tijd en middelen.
* **Dreiging:** De voortdurende voorwaarde van naleving en de mogelijkheid van (her)opsluiting bij overtredingen creëren een constante dreiging.
* **Verplichting om over feiten te praten:** Dit kan emotioneel belastend zijn en is vaak een voorwaarde voor succesvolle probatie.
* **Stigma:** Zelfs buiten detentie kan er sprake zijn van stigmatisering door de maatschappij als gevolg van het strafrechtelijk label.
#### 3.2.3 Elektronisch toezicht (ET)
Elektronisch toezicht wordt over het algemeen verkiesbaar geacht boven detentie, waarbij het als een gunst wordt ervaren, hoewel het ook als straf kan worden gezien. De beleving van ET is echter complex en kent specifieke 'pains':
* **Beperkte vrijheid:** Dit uit zich in geografische beperkingen, strikte uurroosters en de confrontatie met verleidingen.
* **'Watching others' effect:** Het gevoel constant geobserveerd te worden kan stress genereren.
* **Sociaal en relationeel:** ET kan leiden tot spanningen en conflicten binnen relaties en het gezin, omdat ook huisgenoten zich moeten schikken naar de opgelegde schema's.
* **Angst:** Er kan angst ontstaan die voortkomt uit de individuele verantwoordelijkheid voor naleving en de mogelijke consequenties van overtredingen.
> **Tip:** De 'pains of freedom' en 'pains of probation' benadrukken dat ook buiten de muren van de gevangenis straffen en maatregelen ingrijpende psychologische en sociale gevolgen kunnen hebben voor individuen.
> **Example:** Een persoon onder elektronisch toezicht met een samenvattende enkelband kan overdag niet naar bepaalde locaties en moet zich voor een specifiek tijdstip thuis bevinden. Dit beperkt spontane sociale activiteiten en kan leiden tot spanningen met familieleden die hun eigen planning hierop moeten afstemmen.
---
# Gevolgen van detentie op de lange termijn en re-integratie
Dit onderwerp behandelt de langdurige effecten van detentie, zoals institutionele persoonlijkheidskenmerken en post-incarceratie syndroom, en de uitdagingen van re-integratie in de samenleving na vrijlating.
## 4. Gevolgen van detentie op de lange termijn en re-integratie
Detentie heeft ingrijpende gevolgen die zich niet beperken tot de periode van opsluiting, maar ook langdurige effecten hebben op de persoonlijkheid, het gedrag en de mogelijkheden tot re-integratie in de samenleving.
### 4.1 Institutionele effecten van detentie
Detentie wordt gekenmerkt door de context van een "totale institutie", een plaats waar individuen in vergelijkbare omstandigheden, afgesloten van de buitenwereld, een gestructureerd leven leiden. Dit leidt tot verschillende effecten, waaronder mortificatieprocessen en de "pains of imprisonment".
#### 4.1.1 Mortificatieprocessen
Mortificatie van het zelf, zoals beschreven door Goffman, verwijst naar de afbraak van de vroegere identiteit door middel van "role stripping", waarbij individuen uit hun sociale rollen worden ontzet. Dit gebeurt via entree-procedures en formele mechanismen die leiden tot de opbouw van een nieuwe, vaak opgelegde identiteit.
#### 4.1.2 Pains of imprisonment
Sykes identificeerde vijf centrale deprivaties die de basis vormen van de "pains of imprisonment": verlies van vrijheid, goederen en diensten, heteroseksuele relaties, autonomie en veiligheid. Later is deze lijst aangevuld met de "pains" van onvoorspelbaarheid, psychologische beoordelingen en risicotaxaties, en zelfbestuur, wat neerkomt op een toenemende verwachting van zelfcontrole binnen een context van beperkte autonomie.
Het leefklimaat in gevangenissen, dat aspecten zoals veiligheid, autonomie, fysiek welbevinden, zinvolle dagbesteding en contacten omvat, is multidimensionaal, dynamisch en subjectief.
#### 4.1.3 Fase en duur van detentie
De start van detentie brengt een "shock of imprisonment" met zich mee, gekenmerkt door grote onzekerheid en stress. Dit effect kan versterkt worden bij voorlopige hechtenis. De piek in psychische problemen en suïcides daalt na de eerste weken, maar blijft verhoogd, met specifieke patronen voor vrouwen en beklaagden.
Langdurige detentie kan leiden tot prisonisering, waarbij gedetineerden zich aanpassen aan de gevangeniscultuur en informele regels. Dit kan resulteren in institutionalisering, een staat van vergroeid zijn met de regels en routines van de gevangenis, wat het functioneren na vrijlating bemoeilijkt.
#### 4.1.4 Gevolgen voor cognitieve functies
Onderzoek suggereert dat detentie een significante daling kan veroorzaken in aandachtsfuncties en zelfcontrole, mogelijk door de verarmde omgeving van detentie, die weinig cognitieve uitdagingen biedt. Dit heeft implicaties voor zelfcontroletheorieën en recidive.
#### 4.1.5 Post-incarceration syndroom
Langgestraften kunnen het post-incarceration syndroom ontwikkelen, gekenmerkt door symptomen van posttraumatische stressstoornis (PTSS) in combinatie met geïnstitutionaliseerde persoonlijkheidskenmerken zoals paranoia en wantrouwen, sociaal-sensorische desoriëntatie en sociale vervreemding. Deze veranderingen, adaptief binnen de gevangeniscontext, kunnen maladaptief zijn na vrijlating.
#### 4.1.6 Verschillen in detentie-ervaring (differentiatie)
De ervaring van detentie varieert sterk afhankelijk van individuele kenmerken ("importkenmerken") en het type detentie. Ouderen en vrouwen ervaren detentie anders dan jongeren en mannen, waarbij verlies van contact met kinderen voor vrouwen een bijzonder zware deprivatie kan zijn. Ook transgender personen ervaren specifieke "pains", zoals het verblijven op de verkeerde afdeling en problemen met genderbevestigende zorg.
> **Tip:** De subjectieve zwaarte van detentie wordt niet alleen bepaald door de deprivaties zelf, maar ook door de interactie met de individuele achtergrond van de gedetineerde.
#### 4.1.7 Reflecties op "pains" en "gains"
Er is een risico op overmatige focus op de negatieve effecten ("pain spotting") van detentie, terwijl er ook mogelijke "gains" kunnen zijn, zoals voor daklozen of verslaafden die tijdelijk uit een precaire situatie worden gehaald en toegang krijgen tot hulpverlening. De gevangenis kan voor sommigen een tijdelijke "veilige haven" zijn, relatief ten opzichte van hun situatie vóór detentie.
### 4.2 Re-integratie na detentie
Re-integratie na detentie is een complex proces, geconfronteerd met aanzienlijke uitdagingen, waaronder het stigma, de moeilijkheden bij het hervatten van een normaal leven, en de "pains of desistance".
#### 4.2.1 Import en deprivatie worden export
De problemen en kwetsbaarheden die individuen vóór detentie al hadden op het gebied van werk, huisvesting en inkomen, kunnen door detentie worden versterkt. Een strafblad bemoeilijkt tewerkstelling en huisvesting aanzienlijk. Dit bevestigt en reproduceert bestaande kwetsbaarheden, versterkt door het stigma en de uitsluiting waarmee gedetineerden worden geconfronteerd bij terugkeer in de samenleving.
#### 4.2.2 Stigma en maatschappelijke context
Het stigma dat gepaard gaat met detentie is vaak een langdurige belemmering voor re-integratie. Maatschappelijke factoren, zoals de houding ten opzichte van ex-gedetineerden, spelen een cruciale rol in het succes van re-integratie.
#### 4.2.3 Pains of desistance
Na vrijlating ervaren ex-gedetineerden vaak "pains of desistance", wat verwijst naar isolement door het verbreken van sociale netwerken, hopeloosheid, en het verlies van de voorspelbaarheid en structuur van detentie.
#### 4.2.4 De rol van alternatieve straffen en maatregelen (ASM)
Ook alternatieve straffen en maatregelen brengen hun eigen uitdagingen met zich mee.
##### 4.2.4.1 Pains of freedom en ambiguïteit
Bij straffen met meer bewegingsvrijheid en zichtbaarheid, zoals open regimes of huisarrest, kunnen "pains of freedom" ontstaan. Dit betreft de verwarring tussen vrij zijn en niet vrij zijn, de verplichtingen die de vrijheid beperken, en de dreiging van heropsluiting bij het niet naleven van voorwaarden.
##### 4.2.4.2 Elektronisch toezicht
Elektronisch toezicht (ET) wordt door velen geprefereerd boven gevangenisstraf, maar brengt beperkingen met zich mee op het gebied van geografische bewegingsvrijheid en strikte dagschema's. Dit kan leiden tot stress en conflicten binnen relaties en een verhoogd gevoel van individuele verantwoordelijkheid.
> **Example:** Een persoon onder elektronisch toezicht mag bijvoorbeeld zijn huis niet verlaten na 20:00 uur en moet zich melden bij een reclasseringswerker op vaste tijden, wat impact heeft op sociale activiteiten en werk.
##### 4.2.4.3 Verplichtingen en stigma
ASM-maatregelen zoals verplichte gesprekken over feiten of deelname aan therapie kunnen belastend zijn. Het stigma van het strafrechtelijk systeem blijft vaak ook bij deze milder lijkende straffen aanwezig.
### 4.3 Impact van personeel op re-integratie
Het personeel in detentie- en re-integratie settings speelt een cruciale rol in het welzijn en de aanpassing van gedetineerden, zowel binnen als na vrijlating.
#### 4.3.1 De rol van dynamische veiligheid
Dynamische veiligheid, gebaseerd op actieve regimes, goede relaties en communicatie tussen personeel en gedetineerden, is essentieel voor een positieve detentie-ervaring en succesvolle re-integratie. Dit staat in contrast met statische veiligheidsmaatregelen die contraproductief kunnen werken.
#### 4.3.2 Procedurele rechtvaardigheid
Rechtvaardige en consistente behandeling door personeel, bekend als procedurele rechtvaardigheid, verhoogt de legitimiteit van het systeem en kan leiden tot minder geweld, stress en meer welzijn. De ervaringen met politie kunnen de perceptie van latere contacten in de strafrechtsketen beïnvloeden.
#### 4.3.3 Opleiding en ondersteuning van personeel
Goede opleiding en ondersteuning van penitentiair personeel, inclusief de-escalatietechnieken en training in communicatie, is van vitaal belang om jobstress te verminderen en de effectiviteit van hun rol in re-integratie te vergroten. Dit geldt ook voor begeleiders in het kader van alternatieve straffen.
#### 4.3.4 Invloed op "pains" en "gains"
Personeel kan de negatieve effecten van detentie versterken, maar ook verminderen. Een positieve werkrelatie met personeel kan de kans op succesvolle aanpassing binnen en na vrijlating significant vergroten. Dit benadrukt het belang van het ontwikkelen van een sterke, ondersteunende band tussen personeel en de personen die zij begeleiden.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Totale institutie | Een plaats van verblijf en werk waar een groot aantal individuen in een gelijkaardige situatie, voor een aanzienlijke periode afgesloten van de ruimere samenleving, tezamen een ingesloten, formeel geregeld leven leiden. Dit kenmerkt zich door geslotenheid, een collectieve levensstijl en bureaucratisch formeel beheer. |
| Deprivatiemodel | Een theoretisch kader dat stelt dat de effecten van detentie primair voortkomen uit de deprivaties (verlies van ervaringen, ontberingen) die inherent zijn aan de gevangeniscontext. Volgens dit model zijn gedetineerden homogene groepen die worden beïnvloed door de gevangenismuren en de regels daarbinnen. |
| Importmodel | Een theoretisch kader dat de nadruk legt op de invloed van individuele kenmerken die een gedetineerde reeds vóór de detentie bezat, zoals gender, leeftijd, sociaal-economische status, cultuur en crimineel traject. Deze 'rugzak' van de gedetineerde bepaalt volgens dit model hoe deze aanpast aan het gevangenisleven. |
| Integratief model | Een benadering die de wisselwerking tussen de detentiecontext en de individuele kenmerken van een gedetineerde erkent. Dit model stelt dat importkenmerken de effecten van deprivatie beïnvloeden, en vice versa, wat leidt tot een genuanceerdere kijk op de detentie-ervaring. |
| Mortificatieprocessen | Het proces van afbraak van de vroegere identiteit van een individu, vaak veroorzaakt door de entree-procedure en formele mechanismen binnen een institutie. Dit kan leiden tot 'role stripping', waarbij individuen uit hun sociale rollen worden ontzet en een nieuwe, vaak opgelegde, identiteit moeten opbouwen. |
| Pains of imprisonment | De vijf centrale deprivaties die door Sykes (1958) zijn geïdentificeerd als de belangrijkste negatieve ervaringen in detentie: verlies van vrijheid, goederen en diensten, heteroseksuele relaties, autonomie en veiligheid. Latere toevoegingen door Crewe (2011) omvatten onvoorspelbaarheid, psychologische beoordelingen en een gebrek aan zelfbestuur. |
| Prisonisering | Het proces waarbij gedetineerden zich aanpassen aan de gevangeniscultuur, inclusief de informele regels en gedragsnormen ('inmate code'). Dit kan leiden tot het aannemen van een subcultuur of isolatie, en de mate waarin dit gebeurt is afhankelijk van de duur van de detentie en de mate van machteloosheid. |
| Institutionalisering | Het fenomeen waarbij individuen zo vergroeid raken met de regels, routine en structuur van een institutionele omgeving, zoals een gevangenis, dat ze na vrijlating moeite hebben om buiten die context te functioneren. Dit wordt met name beïnvloed door de duur van de detentie, een monotoon regime en een gebrek aan autonomie. |
| Post-incarceration syndroom | Een combinatie van posttraumatische stressstoornis (PTSD) met geïnstitutionaliseerde persoonlijkheidskenmerken zoals paranoia en wantrouwen, sociaal-sensorische desoriëntatie, en sociale vervreemding. Deze veranderingen kunnen optreden na langdurige detentie en blijven bestaan na vrijlating, zelfs wanneer de omgeving wijzigt. |
| Dynamische veiligheid | Een benadering van veiligheid binnen een penitentiaire inrichting die steunt op een actief regime en goed ontwikkelde relaties en communicatie tussen personeel en gedetineerden. Dit omvat nauw contact, proactief handelen bij dreigende conflicten en het bevorderen van een positieve sfeer. |
| Procedurele rechtvaardigheid | De perceptie van rechtvaardigheid in de processen en procedures die worden toegepast, in plaats van alleen de uitkomst. Een rechtvaardige en consistente behandeling door het systeem kan de legitimiteit ervan verhogen, wat leidt tot meer naleving van regels, minder geweld en stress, en een grotere veiligheid en welzijn. |
| Pains of probation | De negatieve ervaringen die gepaard gaan met een proeftijd of andere vormen van toezicht buiten detentie, zoals beperkte autonomie door verplichtingen, impact op het dagelijks leven, de dreiging van heropsluiting en het stigma dat ermee gepaard gaat. Ook de verplichting om over feiten te praten is een veelvoorkomende pijn. |
| Elektronisch toezicht (ET) | Een strafmaatregel waarbij personen een elektronisch middel dragen om hun bewegingsvrijheid en naleving van regels te controleren. Hoewel het vaak als een voorkeur wordt gezien boven detentie, kan het leiden tot beperkte vrijheid, stress door huiselijke spanningen en angst vanwege de individuele verantwoordelijkheid. |
| Gains of imprisonment | Positieve effecten die gedetineerden kunnen ervaren tijdens hun detentie, met name in situaties waarin de gevangenis als een 'veilige haven' fungeert. Dit kan betrekking hebben op tijdelijke verbetering van problematische situaties zoals verslaving, dakloosheid, of het krijgen van hulpverlening en structuur. |