Cover
立即免费开始 cursus europees recht.docx
Summary
## Studiegids: De Europese Unie en haar Institutionele Structuur
Dit document biedt een gedetailleerde studiehandleiding over de Europese Unie, haar doelstellingen, juridische fundamenten en institutionele organen, met een focus op de toepassing van Europees recht in nationale contexten.
## Het Europees recht: Een inleiding
De Europese Unie (EU) is een internationale organisatie die opereert volgens de regels van het internationaal recht. Dit recht regelt alle betrekkingen tussen staten en kent het beginsel van staatssoevereiniteit, waarbij staten vrijwillig delen van hun beslissingsbevoegdheid kunnen overdragen aan internationale organisaties. Dit hoofdstuk verkent de basis van het Europees recht, de doelstellingen van de EU, de werking van de interne markt, de Europese pijler van sociale rechten, en de institutionele structuur van de EU.
### Internationaal recht
Internationaal recht regelt de betrekkingen tussen staten en is van toepassing op afspraken die staten met elkaar maken, in tegenstelling tot nationaal recht dat geldt binnen de grenzen van een staat. Staten zijn binnen het internationale recht gelijk aan elkaar, ongeacht hun grootte of macht. Afspraken worden meestal vastgelegd in verdragen.
#### Staatssoevereiniteit
Staatssoevereiniteit houdt in dat de nationale overheid de ultieme beslissingsbevoegdheid heeft binnen haar grondgebied en de enige is die wet- en regelgeving kan opstellen. Deze soevereiniteit kan op twee manieren worden beperkt:
1. **Vrijwillige overdracht van soevereiniteit:** Staten kunnen besluiten (een deel van) hun beslissingsbevoegdheid over te dragen aan internationale organisaties, zoals de EU. Dit gebeurt wanneer de staat van mening is dat dit het belang van het land dient en bijdraagt aan het welzijn van de inwoners. De oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in 1952, met als doel oorlogsvoorkoming en economische groei, is hier een historisch voorbeeld van. De EU-verdragen, met name artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), bieden lidstaten de mogelijkheid om hun lidmaatschap op te zeggen en hun soevereiniteit te hernemen, hoewel dit een complex proces is dat de instemming van vele partijen vereist.
2. **Onvrijwillige beperking van soevereiniteit:** Staatssoevereiniteit kan ook beperkt worden als een staat onvrijwillig de beslissingsbevoegdheid uit handen wordt genomen, bijvoorbeeld door militaire invasie of een mandaat van de VN Veiligheidsraad. Internationale organisaties, zoals de VN, kunnen ook vredesmissies sturen om vrede te waarborgen.
#### Internationale organisaties
Internationale organisaties spelen een cruciale rol binnen het internationale recht. Ze kunnen op twee manieren worden onderverdeeld:
* **Gouvernementele organisaties:** Dit zijn samenwerkingsverbanden tussen staten, zoals de EU. De oprichting ervan gebeurt via een verdrag, waarin doelstellingen en middelen worden vastgelegd. Gouvernementele organisaties bieden staten de mogelijkheid om samen te werken op specifieke beleidsterreinen.
* **Intergouvernementele organisaties:** Hierbij staan de lidstaten centraal en dragen ze weinig macht af aan de organisatie. De Internationale Telecommunicatie-unie (ITU) is een voorbeeld.
* **Supranationale organisaties:** Hierbij staan de lidstaten onder de organisatie, die regels mag vaststellen waar lidstaten zich aan moeten houden. De EU is een supranationale organisatie.
* **Non-gouvernementele organisaties (NGO's):** Dit zijn organisaties die onafhankelijk van staten opereren en vaak een ideële doelstelling hebben, zoals het Rode Kruis, Amnesty International en het Wereld Natuur Fonds. NGO's hebben geen stemrecht in internationale vergaderingen, maar wel een adviserende rol.
### De EU en haar doelstellingen
De EU is het resultaat van opeenvolgende internationale verdragen die de doelstellingen en juridische kaders van de Unie hebben bepaald. Het EGKS-Verdrag uit 1952 wordt vaak gezien als het beginpunt. De EU streeft onder andere naar:
* **Vrede en welzijn:** Economische integratie, waarbij de economieën van lidstaten verweven raken, dient niet alleen de welvaart, maar bevordert ook diplomatieke conflictoplossing en vermindert de kans op militaire conflicten door wederzijdse afhankelijkheid.
* **Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht:** Burgers van de EU mogen vrij reizen, werken en studeren in alle lidstaten. De EU bestrijdt grensoverschrijdende criminaliteit en illegale migratie door middel van justitiële samenwerking, grensbewaking en gemeenschappelijk asiel- en immigratiebeleid.
* **Interne markt:** Het creëren van één gemeenschappelijke markt zonder economische grenzen en belemmeringen, waarin goederen, personen, diensten en kapitaal vrij kunnen bewegen. Hierbij worden ook sociale vooruitgang, milieubescherming, gelijkheid en non-discriminatie nagestreefd.
* **Economische en Monetaire Unie (EMU):** De oprichting van een gemeenschappelijke munt (de euro) en gecoördineerd economisch beleid, beheerd door de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale banken. Hoewel de euro voordelen biedt voor prijsvergelijking en handel, kan het nationale economische beleid beperken en economische tegenspoed van een lidstaat de hele eurozone raken.
* **Beschermen van mensenrechten:** De EU hecht groot belang aan de bescherming van mensenrechten, democratie en de rechtsstaat, zowel binnen de Unie als in haar relaties met derde landen.
De EU bereikt haar doelstellingen door middel van:
* **Negatieve integratie:** Het uitvaardigen van verboden (‘je mag niet…’), bijvoorbeeld het verbod op eisen van werkvergunningen voor werknemers uit andere lidstaten.
* **Positieve integratie:** Het uitvaardigen van geboden (‘je moet…’) om nationale regelgevingen te uniformeren of harmoniseren, zoals de verplichting om diploma's uit andere lidstaten te erkennen.
### Interne markt
De interne markt is een hoeksteen van de EU en maakt vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal mogelijk.
#### Onderdelen interne markt
De interne markt bestaat uit drie hoofdonderdelen:
1. **Regels op het gebied van vrij verkeer:** Afschaffing van belemmeringen voor het verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Dit kan echter beperkt worden om redenen van volksgezondheid, zoals tijdens de coronapandemie.
2. **Verbod op staatssteun:** Staatssteun die oneerlijke concurrentie creëert, is in beginsel verboden, tenzij er specifieke uitzonderingen gelden.
3. **Mededingingsrecht:** Verbod op kartelvorming en misbruik van een machtspositie door bedrijven om eerlijke concurrentie te waarborgen.
#### Voor- en nadelen interne markt
**Voordelen:**
* Vergroting van de afzetmarkt en stimulering van economische groei.
* Schaalvergroting en specialisatie voor producenten en ondernemers.
* Lagere prijzen, betere kwaliteit en meer keuze voor consumenten door verhoogde concurrentie.
* Makkelijkere grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit voor werknemers en zelfstandigen.
**Nadelen:**
* Beperking van nationale economische beschermingsmaatregelen (protectionisme).
* Risico voor kleinere bedrijven om het hoofd niet te bieden aan grotere concurrenten.
* Mogelijk verlies van banen door productie verplaatsing naar lidstaten met lagere loonkosten.
* Verhoogde afhankelijkheid van andere lidstaten, zoals blijkt uit sancties tegen Rusland.
### De Europese pijler van sociale rechten
De EU richt zich steeds meer op het welzijn van de Europese bevolking. De Europese pijler van sociale rechten, geïntroduceerd in 2017, bevat twintig sociale rechten en beginselen om het sociale beleid vorm te geven en de arbeidsmarkten en socialezekerheidsstelsels rechtvaardiger te laten functioneren. Kerndoelen voor 2030 zijn onder meer een hogere werkgelegenheid, deelname aan opleidingen en vermindering van armoede en sociale uitsluiting. Initiatieven zoals het InvestEU-programma ondersteunen deze doelstellingen door middel van financiering voor concurrentievermogen, duurzaamheid, sociale veerkracht en inclusie.
### De Europese instellingen
De EU is opgebouwd rond een aantal belangrijke instellingen die samenwerken om de doelstellingen van de Unie te verwezenlijken. De rechtsbasis voor de samenstelling en taken van deze instellingen is te vinden in de VEU.
#### De Europese Raad
* **Samenstelling:** Staatshoofden of regeringsleiders van de lidstaten, de voorzitter van de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid.
* **Taken:** Vaststellen van de hoofdlijnen van het Europees beleid, opstellen en wijzigen van verdragen, en vaststellen van beleidsdoelstellingen voor de toekomst. Beslissingen worden meestal unaniem genomen.
#### De Europese Commissie
* **Samenstelling:** Een voorzitter en commissarissen, elk met een eigen Directoraat-Generaal. De Commissie bestaat uit één lidstaat per lidstaat.
* **Taken:** Behartigen van de belangen van de EU, opstellen van de begroting, ontwerpen van wetgevingsvoorstellen (recht van initiatief), controleren van de naleving van Europees recht en uitvoeren van EU-beleid en programma's.
#### De Raad van de Europese Unie
* **Samenstelling:** Ministers van de lidstaten, afhankelijk van het beleidsterrein. Het voorzitterschap rouleert om de zes maanden.
* **Taken:** Beleidsbepaling, instemmen met wetgeving (eventueel amenderen), en voorbereiden van het werk van de Raad door het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper).
#### Het Europees Parlement (EP)
* **Samenstelling:** Leden die rechtstreeks door de burgers van de EU worden gekozen (eenmaal per vijf jaar), georganiseerd in fracties.
* **Taken:** Mede opstellen van de Europese Commissie, controleren van de begroting, instemmen met wetgeving (gewone wetgevingsprocedure), en het vertegenwoordigen van de belangen van de burgers. Nationale parlementen spelen ook een rol via de gele en oranje kaartprocedures om te reageren op wetgevingsvoorstellen.
#### Het Hof van Justitie
* **Samenstelling:** Het Hof van Justitie en het Gerecht, waarbij elke lidstaat één rechter levert.
* **Taken:** Onafhankelijk uitleggen en rechtspreken over Europees recht, geschillen oplossen, rechtsbescherming bieden aan burgers, bedrijven en lidstaten, en vernietigingsberoepen en verdragsschendingsprocedures behandelen. Nationale rechters kunnen prejudiciële vragen stellen aan het Hof.
#### De gewone wetgevingsprocedure
Dit is de meest gebruikte wetgevingsprocedure in de EU, waarbij de Commissie een voorstel doet, het Europees Parlement en de Raad dit voorstel bespreken en eventueel amenderen, en wetgeving pas tot stand komt na instemming van alle drie de instellingen. Dit proces kent drie lezingen en kan leiden tot bemiddeling in een derde lezing als er geen akkoord wordt bereikt in de tweede lezing.
### Vormen van Europees recht
Europees recht kent verschillende rechtsbronnen, die hiërarchisch zijn geordend:
1. **Primair Europees recht:** De verdragen (VEU, VWEU), het Handvest van de grondrechten, en algemene beginselen.
2. **Secundair Europees recht:** Verordeningen, richtlijnen, besluiten, aanbevelingen en adviezen.
3. **Jurisprudentie van het Hof van Justitie:** Arresten die het Europees recht interpreteren en verder ontwikkelen, ook wel bekend als juridisch activisme.
#### Normenhiërarchie
Primair Europees recht staat bovenaan de hiërarchie, gevolgd door secundair Europees recht en de jurisprudentie van het Hof. Europees recht heeft altijd voorrang op nationaal recht, zelfs als dit van latere datum is (arrest Costa/ENEL).
#### Primair Europees recht
* **De Verdragen (VEU en VWEU):** Deze leggen de waarden, doelstellingen, bevoegdheden en institutionele structuur van de EU vast. Het VWEU is omvangrijker en bevat specifieke bepalingen over beleidsterreinen en de interne markt.
* **Algemene beginselen:** Zoals het gelijkheidsbeginsel, evenredigheidsbeginsel en rechtszekerheidsbeginsel, die door het Hof worden toegepast bij interpretatie en die de geldigheid van secundair recht toetsen.
#### Secundair Europees recht
* **Verordeningen:** Algemeen verbindend, rechtstreeks toepasselijk in alle lidstaten en behoeven geen nationale implementatie.
* **Richtlijnen:** Verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat, maar laten vorm en middelen aan de lidstaten om deze in nationaal recht om te zetten binnen een bepaalde termijn. Richtlijnen kunnen directe werking hebben indien de implementatietermijn is verstreken en de richtlijn niet of onjuist is geïmplementeerd.
* **Besluiten:** Verbindend in al hun onderdelen voor de specifieke geadresseerden die erin vermeld worden.
* **Aanbevelingen en adviezen:** Niet verbindend, maar hebben politieke en praktische betekenis.
#### Harmonisatie en wederzijdse erkenning
* **Harmonisatie:** Het op elkaar afstemmen van nationale wetgevingen om verschillen te verminderen en de interne markt te bevorderen.
* **Wederzijdse erkenning:** Het principe dat lidstaten elkaars wetgeving accepteren en als gelijkwaardig beschouwen bij het ontbreken van harmonisatie, wat de handel en beweging van goederen, personen, diensten en kapitaal vergemakkelijkt.
### Doorwerking
Europees recht werkt door in het nationale recht via twee belangrijke leerstukken:
1. **Voorrang:** Europees recht heeft altijd voorrang op nationaal recht, zelfs als dit van latere datum is (arrest Costa/ENEL).
2. **Directe werking:** Burgers kunnen zich rechtstreeks beroepen op bepaalde bepalingen van Europees recht (met name verdragsartikelen, verordeningen en richtlijnen mits duidelijk en onvoorwaardelijk geformuleerd en de implementatietermijn verstreken is) voor de nationale rechter. Dit geldt verticaal (burger tegen staat) en in bepaalde gevallen horizontaal (burger tegen burger), met name indien de bepaling een algemeen rechtsbeginsel uitwerkt.
### Staatsaansprakelijkheid
Lidstaten kunnen aansprakelijk worden gesteld voor schade die burgers lijden als gevolg van het niet of niet correct uitvoeren van Europees recht.
### De vier vrijheden
De EU kent vier fundamentele vrijheden:
1. **Vrij verkeer van goederen:** Het verbod op belemmeringen voor de handel in tastbare producten die het voorwerp van handelstransacties kunnen zijn.
2. **Vrij verkeer van personen:** Omvat het vrij verkeer van werknemers, het recht van vestiging voor zelfstandigen en ondernemingen, en het recht op vrij verkeer en verblijf voor Unieburgers en hun familieleden, geregeld in Richtlijn 2004/38/EG.
3. **Vrij verkeer van diensten:** Het recht om tijdelijk grensoverschrijdende diensten te verrichten, zoals in de bouw, financiële sector of toerisme.
4. **Vrij verkeer van kapitaal:** Het verbod op beperkingen van kapitaal- en betalingsverkeer tussen lidstaten en met derde landen, inclusief investeringen en financiële transacties.
#### Onderscheid tussen de vier vrijheden
Het onderscheid is cruciaal omdat slechts één vrijheid van toepassing kan zijn op een specifieke situatie. Het onderscheid wordt gemaakt op basis van de aard van de activiteit (tastbaar vs. immaterieel, tijdelijk vs. duurzaam, loonarbeid vs. zelfstandige arbeid) en het grensoverschrijdende aspect.
#### Grensoverschrijdend aspect
Voor de toepassing van de vier vrijheden is altijd sprake van een grensoverschrijdend aspect vereist. Zuiver interne aangelegenheden vallen buiten het bereik van Europees recht.
#### Vormen van belemmeringen
Belemmeringen kunnen worden ingedeeld in:
* **Directe discriminatie:** Maatregelen die direct onderscheid maken op grond van nationaliteit.
* **Indirecte discriminatie:** Maatregelen die op zichzelf neutraal zijn, maar discriminerende effecten hebben.
* **Belemmeringenverbod:** Maatregelen die, hoewel niet discriminerend, het vrij verkeer toch belemmeren.
#### Uitzonderingen op het vrij verkeer
Belemmeringen kunnen gerechtvaardigd zijn op basis van:
* **Verdragsuitzonderingen:** Expliciet genoemde gronden in de VWEU (bv. openbare orde, veiligheid, volksgezondheid).
* **Rule of reason:** Door het Hof ontwikkelde uitzonderingsgronden van algemeen belang (bv. consumentenbescherming, milieu).
#### Voorwaarden voor het toepassen van uitzonderingen
Maatregelen die het vrij verkeer beperken, moeten voldoen aan:
* Niet in strijd zijn met geharmoniseerde secundaire wetgeving.
* Daadwerkelijk een publiek belang dienen.
* Proportionieel zijn aan het nagestreefde doel.
### Staatssteun
Staatssteun is onderworpen aan strenge regels om de eerlijke concurrentie binnen de interne markt te waarborgen. Dit wordt geregeld in artikel 107 VWEU.
#### Begrippen: Concurrentie en Onderneming
* **Concurrentie:** De EU streeft naar volkomen concurrentie, waarbij bedrijven vergelijkbare producten aanbieden op een transparante markt. Verstoringen van concurrentie, zoals misbruik van machtspositie, kartelvorming en staatssteun, zijn verboden.
* **Onderneming:** Elke eenheid die een economische activiteit uitoefent, ongeacht rechtsvorm of financiering, kan als onderneming worden aangemerkt. Dit geldt ook voor overheidsinstellingen die economische activiteiten verrichten.
#### Verbod op staatssteun (Art. 107 VWEU)
Staatssteun is verboden indien deze voldoet aan vijf cumulatieve voorwaarden:
1. Steunmaatregel in welke vorm dan ook.
2. Bekostigd met staatsmiddelen.
3. Begunstiging van bepaalde ondernemingen of producties (selectiviteitseis).
4. Ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer tussen lidstaten.
5. Vervalsing van de mededinging.
De *de-minimisuitzondering* stelt een limiet van EUR 200.000 aan steun per onderneming over drie belastingjaren, waaronder staatssteun niet als verboden wordt beschouwd.
#### Procedure en gevolgen
Voornemens tot steunverlening moeten worden gemeld bij de Europese Commissie. Steun die zonder goedkeuring wordt verleend, moet met rente worden terugbetaald.
### Kartelvorming (Art. 101 VWEU)
Kartelvorming, waaronder prijsafspraken en marktverdelingen vallen, is verboden omdat het de mededinging verstoort. Afspraken kunnen worden onderverdeeld in:
* **Hardcore kartels:** Afspraken met als doel de concurrentie te verstoren (bv. prijsbinding, marktverdeling), die een weerlegbaar rechtsvermoeden van strijdigheid met art. 101 VWEU creëren.
* **Afspraken met als gevolg een verstoring van de mededinging:** Afspraken die mogelijk niet de intentie hebben de concurrentie te verstoren, maar wel dit effect hebben.
Uitzonderingen op het kartelverbod zijn mogelijk onder art. 101 lid 3 VWEU indien aan vier cumulatieve voorwaarden wordt voldaan: bijdrage aan verbetering, voordelen voor gebruikers, noodzakelijke beperkingen en behoud van restconcurrentie.
### Machtspositie (Art. 102 VWEU)
Het misbruiken van een machtspositie is verboden. Een machtspositie wordt vastgesteld aan de hand van het marktaandeel en andere factoren. Misbruik kan leiden tot onbillijke prijzen, beperking van productie of afzet, of koppeling van prestaties.
#### Misbruik machtspositie
Misbruik kan zich manifesteren in:
* Opleggen van onbillijke prijzen of voorwaarden.
* Beperken van productie, afzet of technische ontwikkeling.
* Toepassen van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties.
* Overeenkomsten afhankelijk maken van aanvaarding van bijkomende prestaties (koppelverkoop).
### Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB)
DAEB's zijn activiteiten die van algemeen belang zijn en die, vanwege marktfalen (hoge aanloopkosten of verliesgevendheid), soms een exclusief recht vereisen. De lidstaten bepalen grotendeels zelf welke diensten als DAEB worden aangemerkt. Staatssteun aan DAEB's is toegestaan mits aan de Altmark-criteria wordt voldaan: daadwerkelijke belasting met de taak, objectieve en doorzichtige compensatie, proportionaliteit en een openbare aanbesteding.
---
## De Raad van Europa, het EVRM en het EHRM
Het is belangrijk om de Raad van Europa te onderscheiden van de Europese Raad en de Raad van de EU. De Raad van Europa is een internationale organisatie met een humanitaire doelstelling gericht op de bescherming van mensenrechten, democratie en de rechtsstaat.
### De Raad van Europa
* **Oprichting en Leden:** Opgericht in 1949, met momenteel 46 lidstaten.
* **Doelstellingen:** Bescherming van mensenrechten, democratie en rechtsstaat; bevordering van culturele identiteit en diversiteit.
* **Instellingen:** Ministercomité (beslissend orgaan), Parlementaire Vergadering (adviserend), Congres van Lokale en Regionale Overheden, Secretariaat en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
* **Verdragen:** Meer dan 220 verdragen, waaronder het EVRM, het Europees Sociaal Handvest en het Europees Kinderrechtenverdrag.
* **Lidmaatschapseisen:** Ligging in Europa, ratificatie van EVRM, Europees Sociaal Handvest, Europees folterverdrag, en verzaking aan de doodstraf.
### Het EVRM (Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden)
* **Doel:** Een internationaal verdrag waarin fundamentele burgerlijke en politieke rechten zijn vastgelegd die lidstaten verplichten te waarborgen.
* **Structuur:** Materieel recht (opsomming van rechten met uitzonderingsgronden) en rechtsbescherming via nationale rechters en het EHRM.
* **Uitzonderingen:** Rechten zijn niet absoluut en kunnen worden beperkt indien dit wettelijk is vastgelegd, noodzakelijk is in een democratische samenleving en een legitiem doel dient (bv. openbare veiligheid, gezondheid).
### Het EHRM (Europees Hof voor de Rechten van de Mens)
* **Ontvankelijkheid:** Vordering bij het EHRM is mogelijk nadat alle nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput, binnen vier maanden na de definitieve nationale beslissing, gericht tegen een lidstaat, en onder voorwaarden van belang (geen anonieme klacht, relevantie voor verdragsbepalingen, geen belangrijk en ernstig nadeel).
* **Samenstelling:** Permanent rechtscollege met één rechter per land, gekozen voor een niet-hernieuwbare termijn van negen jaar. Beschikt over gewone kamers en een Grote Kamer.
* **Procedure:** Laagdrempelig proces met mogelijkheid tot separate opinions van rechters.
* **Jurisdictie:** Bindende uitspraken ter bescherming van rechten, inclusief billijke vergoedingen en algemene of individuele maatregelen. Het Ministercomité houdt toezicht op uitvoering.
---
## Veelvoorkomende fouten om te vermijden
* **Het verwarren van de Europese Unie met de Raad van Europa:** Dit zijn twee aparte organisaties met verschillende doelstellingen en structuren.
* **Het verkeerd interpreteren van de directe werking van richtlijnen:** Richtlijnen hebben niet altijd directe werking; dit is afhankelijk van de implementatie en de aard van de bepaling.
* **Het onderschatten van het grensoverschrijdende aspect:** De vier vrijheden zijn alleen van toepassing als er sprake is van een situatie die zich uitstrekt over de grenzen van één lidstaat.
* **Het negeren van de cumulatieve voorwaarden voor staatssteun en kartels:** Alle voorwaarden moeten aanwezig zijn om te kunnen spreken van een schending van de betreffende verboden.
* **Het verkeerd toepassen van de de-minimisuitzondering:** Deze geldt alleen voor bepaalde overeenkomsten en kan niet worden ingeroepen bij hardcore kartels.
* **Het onjuist afbakenen van de relevante markt bij mededingingszaken:** Een verkeerde afbakening kan leiden tot onjuiste conclusies over marktaandelen en machtsposities.
* **Het niet correct toepassen van de Altmark-criteria bij staatssteun aan DAEB's:** Subsidies aan diensten van algemeen economisch belang zijn gebonden aan specifieke voorwaarden die nageleefd moeten worden.
* **Het verkeerd inschatten van de toepasselijkheid van het EU-mededingingsrecht op ondernemingen buiten de EU:** Het mededingingsrecht kan ook gelden voor bedrijven buiten de EU als hun activiteiten invloed hebben op de mededinging binnen de EU.
* **Het vergeten van het belang van het marktaandeel bij het vaststellen van een machtspositie:** Hoewel niet doorslaggevend, is het marktaandeel een cruciale indicator voor de macht van een onderneming op de markt.
* **Het niet correct onderscheiden tussen horizontale en verticale overeenkomsten bij kartelvorming:** Dit onderscheid is van belang voor de toepasselijkheid van de de-minimisuitzondering.
Glossary
## Woordenlijst
| Term | Definitie |
| :----------------------------------------------- | :------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| **Attributiebeginsel** | Het beginsel binnen het Europees recht dat stelt dat de EU-instellingen slechts bevoegd zijn tot handelen indien er een expliciete grondslag voor hun bevoegdheid is vastgelegd in de Europese verdragen. |
| **Besluit** | Een vorm van secundair Europees recht die in al zijn onderdelen verbindend is en enkel verbindend is voor de geadresseerden die erin worden vermeld, zoals een specifieke lidstaat of onderneming. |
| **Directe werking** | Het beginsel dat stelt dat burgers zich rechtstreeks kunnen beroepen op bepaalde bepalingen van Europees recht, zonder dat hiervoor nationale wetgeving nodig is. |
| **Economisch actieve Unieburger** | Een burger van de EU die werkzaamheden verricht als werknemer of zelfstandig ondernemer in een andere lidstaat dan die waarvan hij de nationaliteit bezit. |
| **Evenredigheidsbeginsel** | Een algemeen rechtsbeginsel dat inhoudt dat maatregelen die het vrij verkeer beperken proportioneel moeten zijn aan het nagestreefde doel en dat het minst ingrijpende middel moet worden gekozen. |
| **Gekwalificeerde meerderheid** | Een stemprocedure binnen de Raad van de Europese Unie waarbij een voorstel wordt aangenomen indien ten minste 55% van de leden die ten minste 65% van de bevolking van de EU vertegenwoordigen, ermee instemt. |
| **Grensoverschrijdend aspect** | Een vereiste voor de toepassing van de vier vrijheden van de EU, wat inhoudt dat er sprake moet zijn van een situatie die zich uitstrekt over de grenzen van één lidstaat. |
| **Harmonisatie** | Het proces waarbij nationale wetgevingen van de lidstaten op elkaar worden afgestemd om verschillen te verminderen en de interne markt te bevorderen. |
| **Horizontale directe werking** | Het beginsel waarbij burgers of bedrijven zich ten opzichte van elkaar kunnen beroepen op bepalingen van Europees recht die directe werking hebben. |
| **Intergouvernementele organisatie** | Een samenwerkingsverband tussen staten waarbij de lidstaten hun soevereiniteit behouden en zelf de beslissingsbevoegdheid hebben over de aangelegenheden van de organisatie. |
| **Kartelvorming** | Een illegale overeenkomst tussen concurrerende ondernemingen die erop gericht is de mededinging te beperken, zoals prijsafspraken of marktverdelingen. |
| **Lex specialis derogat legi generali** | Een rechtsregel die stelt dat een specifieke wet voorgaat op een algemene wet. In het Europees recht betekent dit dat specifieke EU-wetgeving voorrang heeft op algemene verdragsbepalingen. |
| **Marktfalen** | Een situatie waarin de markt niet efficiënt functioneert, bijvoorbeeld door te hoge aanloopkosten of verliesgevende activiteiten, waardoor overheidsingrijpen gerechtvaardigd kan zijn. |
| **Maatregel met onderscheid** | Een nationale regel die direct onderscheid maakt op grond van nationaliteit of herkomst, wat een schending is van het vrij verkeer, tenzij gerechtvaardigd door een verdragsuitzondering. |
| **Maatregel zonder onderscheid** | Een nationale regel die op zichzelf geen onderscheid maakt op grond van nationaliteit, maar die wel een discriminerend effect heeft op producten of personen uit andere lidstaten. |
| **Nietigheid** | Een juridische consequentie waarbij een overeenkomst of handeling ongeldig wordt verklaard en geen rechtsgevolgen kan hebben, bijvoorbeeld wanneer deze in strijd is met het Europees recht. |
| **Normenhiërarchie** | De rangorde van verschillende rechtsbronnen, waarbij primair Europees recht boven secundair Europees recht staat, en beide voorrang hebben op nationaal recht. |
| **Openbare orde** | Een van de uitzonderingsgronden op het vrij verkeer, die een lidstaat kan aanvoeren om maatregelen te rechtvaardigen die nodig zijn voor het handhaven van de openbare orde en veiligheid. |
| **Onderneming** | Elke economische entiteit die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm of financiering, en die een product of dienst aanbiedt op de markt. |
| **Ondernemersvereniging** | Een organisatie waarin ondernemingen zijn verenigd en die regels kan opstellen die de concurrentie beïnvloeden en daardoor onder het kartelverbod kunnen vallen. |
| **Oprichtingsverdrag** | Een verdrag dat de basis legt voor de oprichting van een internationale organisatie, zoals de Verdragen betreffende de Europese Unie (VEU) en de Werking van de Europese Unie (VWEU). |
| **Positieve integratie** | Een strategie van de EU waarbij via geboden (‘je moet…’) de nationale regelgevingen van de lidstaten worden geharmoniseerd om de interne markt te bevorderen. |
| **Prejudiciële procedure** | Een procedure waarbij een nationale rechter een rechtsvraag voorlegt aan het Hof van Justitie van de Europese Unie om een uniforme uitleg van het Europees recht te verzekeren. |
| **Primair Europees recht** | De hoogste vorm van Europees recht, bestaande uit de verdragen, het Handvest van de grondrechten en de algemene beginselen, die de grondslagen en doelstellingen van de EU vastleggen. |
| **Proportionaliteitsbeginsel** | Het beginsel dat inhoudt dat maatregelen proportioneel moeten zijn aan het nagestreefde doel, en dat het minst ingrijpende middel moet worden gekozen om een bepaald doel te bereiken. |
| **Protectionisme** | Het bevoordelen van de nationale economie door middel van maatregelen die de concurrentie van buitenlandse bedrijven beperken, wat in strijd is met de interne markt. |
| **Relevante markt** | Het afbakenen van de markt waarop een bedrijf actief is, bestaande uit een productmarkt (welke producten concurreren) en een geografische markt (welk gebied), cruciaal voor het bepalen van marktaandelen. |
| **Rechtsstaat** | Een maatschappelijke ordening waarin de rechtsorde wordt gehandhaafd door middel van wettelijke regels, en waarin burgers en overheid gebonden zijn aan die regels. |
| **Rechtsvorm** | De juridische structuur van een onderneming, zoals een besloten vennootschap (bv), eenmanszaak, GmbH of Società per Azioni, die geen invloed heeft op de kwalificatie als onderneming onder Europees recht. |
| **Rechtsvermoeden** | Een juridisch uitgangspunt dat, indien bewezen, als vaststaand wordt aangenomen, tenzij het door de partij tegen wie het wordt ingeroepen, wordt weerlegd. |
| **Rechtszekerheidsbeginsel** | Het beginsel dat wetgeving duidelijk en voorzienbaar moet zijn, zodat burgers weten waar zij aan toe zijn en welke gevolgen hun handelen kan hebben. |
| **Rule of reason** | Een jurisprudentieel gecreëerde uitzondering op het vrij verkeer, die toestaat dat maatregelen die het vrij verkeer beperken gerechtvaardigd zijn door dwingende redenen van algemeen belang. |
| **Secundair Europees recht** | Wetgevingsinstrumenten die door de EU-instellingen worden aangenomen op basis van de verdragen, zoals verordeningen, richtlijnen en besluiten. |
| **Selectiviteitseis** | Een vereiste voor staatssteun, waarbij gesteld wordt dat de steun slechts bepaalde ondernemingen of producties mag bevoordelen om oneerlijke concurrentie te voorkomen. |
| **Soevereiniteit** | De ultieme beslissingsbevoegdheid van een staat over zijn eigen grondgebied en binnen zijn eigen rechtsorde, die beperkt kan worden door vrijwillige overdracht aan internationale organisaties. |
| **Staatssteun** | Financiële of economische voordelen die de overheid verstrekt aan bepaalde ondernemingen, waardoor deze een oneerlijk concurrentievoordeel krijgen ten opzichte van andere bedrijven. |
| **Stand-stillbepaling** | Een regel die stelt dat een voorgenomen steunmaatregel of fusie niet mag worden uitgevoerd voordat de betrokken autoriteit (Commissie) goedkeuring heeft verleend. |
| **Statische Unieburger** | Een burger van de EU die woont en werkt in de lidstaat waarvan hij de nationaliteit bezit, en die geen gebruik heeft gemaakt van het recht op vrij verkeer naar een andere lidstaat. |
| **Supranationale organisatie** | Een internationale organisatie waarbij lidstaten een deel van hun soevereiniteit hebben overgedragen aan de organisatie, die zelf regels kan vaststellen waaraan lidstaten zich moeten houden. |
| **Tertiair Europees recht** | Uitvoeringshandelingen die op basis van secundair Europees recht worden aangenomen, zoals uitvoeringsverordeningen, om specifieke maatregelen te treffen. |
| **Traditionele chocolade** | Een product dat alleen de naam 'chocolade' mag dragen indien het echte cacao en cacaoboter bevat, zoals vastgelegd in nationale regelgeving van sommige lidstaten. |
| **Unieburger** | Eenieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit, waardoor automatisch het burgerschap van de Unie wordt verkregen en rechten op vrij verkeer en verblijf worden verleend. |
| **Unieburgerschap** | Een status die automatisch wordt verkregen door het bezitten van de nationaliteit van een lidstaat, en die bepaalde rechten en vrijheden binnen de EU verleent, zoals het recht op vrij verkeer. |
| **Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU)** | Een van de twee belangrijkste verdragen van de EU, die de waarden, doelstellingen, instellingen en gemeenschappelijk buitenlands beleid van de Unie regelt. |
| **Verdrag betreffende de werking van de EU (VWEU)** | Het tweede belangrijkste verdrag van de EU, dat de bevoegdheden van de EU op specifieke beleidsterreinen regelt, de werking van de interne markt en de besluitvormingsprocedures. |
| **Verticaal effect** | Een situatie waarbij een bepaling van Europees recht, ook al is deze een richtlijn, wel rechtstreekse werking heeft ten opzichte van de staat, omdat deze de staat heeft benadeeld door nalatigheid. |
| **Verticale directe werking** | Het beginsel waarbij burgers zich ten opzichte van de overheid kunnen beroepen op bepalingen van Europees recht die directe werking hebben. |
| **Vormen van Europees recht** | De verschillende categorieën van Europese rechtsbronnen, waaronder primair Europees recht (verdragen), secundair Europees recht (richtlijnen, verordeningen) en jurisprudentie van het Hof. |
| **Vrij verkeer van goederen** | Het beginsel dat handelsstromen tussen lidstaten niet belemmerd mogen worden, waardoor producten vrijelijk in alle nationale markten van de EU verhandeld kunnen worden. |
| **Vrij verkeer van kapitaal** | Het beginsel dat beperkingen op kapitaal- en betalingsverkeer tussen lidstaten en tussen lidstaten en derde landen verbiedt, essentieel voor investeringen en financiële transacties. |
| **Vrij verkeer van personen** | Het recht voor burgers van de EU en hun familieleden om vrij te reizen, verblijven en werken in andere lidstaten, met specifieke regels voor werknemers, zelfstandigen en Unieburgers. |
| **Vrij verkeer van diensten** | Het beginsel dat tijdelijke grensoverschrijdende dienstverlening door natuurlijke of rechtspersonen mogelijk maakt, zoals in de bouw, financiële sector of toerisme. |
| **Vrijwillige overdracht van soevereiniteit** | De situatie waarin een staat beslist om (een deel van) zijn beslissingsbevoegdheid over te dragen aan een internationale organisatie, bijvoorbeeld om voordelen te behalen of conflicten te voorkomen. |
| **Wederzijdse erkenning** | Het beginsel dat lidstaten elkaars wetgeving moeten erkennen en als gelijkwaardig moeten beschouwen bij het ontbreken van harmonisatie, essentieel voor het functioneren van de interne markt. |
| **Wet natuurbescherming** | Nationale wetgeving die regelt dat bij gebiedsontwikkeling voldoende rekening moet worden gehouden met de aanwezige natuur en vogels, en die moet voldoen aan Europese richtlijnen. |
| **Werkzaamheden ter uitoefening van openbaar gezag** | Functies die uitsluitend door staatsburgers mogen worden uitgeoefend, omdat deze verband houden met de specifieke taak van de overheid, zoals het uitoefenen van gezag en het beschermen van staatsbelangen. |
| **Winner-takes-all of winner-takes-most** | Een marktdynamiek waarbij één of enkele platforms alle gebruikers bedienen, wat kan leiden tot machtsconcentratie en uitdagingen voor concurrentie op digitale markten. |