Cover
立即免费开始 Voeding na BV (1).pptx
Summary
# Borstvoeding en alternatieven
Dit onderdeel behandelt de aanbevolen duur van borstvoeding, lokale statistieken, vuistregels, en de alternatieven voor borstvoeding zoals combinatie met kunstvoeding of volledig overschakelen, inclusief de introductie van vaste voeding.
## 1. Borstvoeding
### 1.1 Aanbevolen duur en lokale statistieken
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) beveelt aan om baby's de eerste zes maanden exclusief borstvoeding te geven, en daarna door te gaan met borstvoeding naast andere voeding tot twee jaar en verder. In Vlaanderen krijgt ongeveer een derde van de baby's borstvoeding in combinatie met andere voeding, en ongeveer een tiende krijgt uitsluitend borstvoeding.
### 1.2 Vuistregels voor borstvoeding
* **Frequentie:** Baby's drinken doorgaans 8 tot 12 keer per 24 uur.
* **Vraagvoeding:** Voeden op vraag van de baby is de voorkeursmethode.
* **Extra vocht:** Normaal gesproken is geen extra water nodig, maar soms kan extra drinken aan de borst wenselijk zijn.
* **Groeiopvolging:** De groei en het gewicht van de baby staan centraal bij de opvolging.
* **Borstvoedingspauzes op het werk:** Na 15 weken moederschapsverlof moet de moeder geïnformeerd worden over de mogelijkheden voor borstvoedingspauzes op het werk.
### 1.3 Borstvoeding en werken
#### 1.3.1 Borstvoedingsverlof en -pauzes
* **Borstvoedingsverlof:** Dit kan preventief of individueel zijn. Individueel borstvoedingsverlof is een gunst van de werkgever, is niet betaald en de duur wordt bepaald in een cao of individuele overeenkomst.
* **Borstvoedingspauzes:** Collectieve arbeidsovereenkomsten (cao's) regelen borstvoedingspauzes voor afkolven of live voeden. De duur van de pauzes hangt af van de lengte van de werkdag:
* Minimaal 7,5 uur per dag: 2 pauzes van een halfuur of 1 pauze van een uur.
* 4 tot 7,5 uur per dag: 1 pauze van 30 minuten.
* Deze pauzes zijn mogelijk tot maximaal 9 maanden na de geboorte.
* Een maandelijks attest van een arts of consultatiebureau is vereist.
* **Vergoeding:** De werkneemster ontvangt een uitkering van het ziekenfonds of wordt doorbetaald als dienstactiviteit.
* **Werkplek:** De werkgever moet zorgen voor een verwarmde en verluchte ruimte waar borstvoeding gegeven of afgekolfd kan worden. Contact opnemen met de werkgever of vakbond is aan te raden voor meer informatie.
#### 1.3.2 Voorraad voor tijdens het werken
* **Hoeveelheid moedermelk per flesje:** Er bestaan richtlijnen gebaseerd op het gewicht van de baby en de leeftijd:
* Maand 1: $(150 \text{ ml} \times \text{ gewicht in kg}) / \text{aantal voedingen}$
* Maand 2: $(140 \text{ ml} \times \text{ gewicht in kg}) / \text{aantal voedingen}$
* Maand 3: $(130 \text{ ml} \times \text{ gewicht in kg}) / \text{aantal voedingen}$
* Maand 4: $(120 \text{ ml} \times \text{ gewicht in kg}) / \text{aantal voedingen}$
* Maand 5: $(110 \text{ ml} \times \text{ gewicht in kg}) / \text{aantal voedingen}$
* Vanaf maand 6: $(100 \text{ ml} \times \text{ gewicht in kg}) / \text{aantal voedingen}$
## 2. Opties naast borstvoeding
### 2.1 Combinatie borstvoeding en kunstvoeding
Het is mogelijk om borstvoeding te combineren met kunstvoeding. Dit kan een oplossing zijn als de moeder om bepaalde redenen niet volledig kan of wil geven, of om de overgang naar vaste voeding te vergemakkelijken. Soms kunnen borstvoedingsmomenten tijdens het werk vervangen worden door kunstvoeding.
### 2.2 Volledig overschakelen naar kunstvoeding
Wanneer volledig stoppen met borstvoeding overwogen wordt, zijn er verschillende opties. De redenen hiervoor kunnen divers zijn.
### 2.3 Afbouwen borstvoeding
Afbouwen van borstvoeding kan geleidelijk gebeuren. Er bestaan voorbeeldschema's om dit proces te begeleiden.
#### 2.3.1 Flessen introduceren
Het introduceren van flesvoeding wordt bij voorkeur aangeraden vanaf 6 weken. Hoewel 'live' voeden de voorkeur geniet, kunnen oefenflesjes nuttig zijn.
#### 2.3.2 Wat als de baby de fles weigert?
Als de baby de fles weigert, is het belangrijk om rustig te blijven. Andere strategieën omvatten:
* Laat een andere persoon de fles geven.
* Probeer een ander type fles of speen.
* Probeer de baby af te leiden.
* Geef moedermelk via een spuitje of beker.
* Bied de fles aan bij de eerste hongersignalen.
* Experimenteer met spelenderwijs aanbieden.
## 3. Kunstvoeding
### 3.1 Soorten kunstvoeding
Er zijn verschillende soorten kunstvoeding beschikbaar, aangeduid met nummers die de leeftijdsfase aangeven:
* **Kunstvoeding Nr. 1 (0-6 maanden):** Zuigelingenmelk, verkrijgbaar bij de apotheek.
* **Kunstvoeding Nr. 2 (6-12/18 maanden):** Opvolgmelk, tot 1 jaar verkrijgbaar in de winkel.
* **Kunstvoeding Nr. 3 (1-3 jaar):** Groeimelk, verkrijgbaar in de winkel.
#### 3.1.1 Gebruik van water bij kunstvoeding
* **Welk water:** Gebruik niet-bruisend, natuurlijk mineraalarm flessenwater, bij voorkeur water met de vermelding 'geschikt voor de bereiding van babyvoeding'. Dit water voldoet aan vereisten voor nitraten, natrium, sulfaten en fluor.
* **Vermijden:** Water uit gekoelde fonteinen, andere waterpunten of oude verpakkingen. Tapsystemen worden afgeraden vanwege hygiëne.
* **Flessenwater:** Hoef je niet te koken mits de fles goed afgesloten in de koelkast wordt bewaard en binnen 24 uur gebruikt wordt.
* **Leidingwater:** Mag gebruikt worden, maar heeft niet de voorkeur.
* **Putwater:** Wordt afgeraden voor baby's.
* **Voorbereiding:** Flesjes niet schudden, maar zwenken.
#### 3.1.2 Opwarmen van kunstvoeding
* **Controle:** Controleer de temperatuur altijd goed voor het geven.
* **Microgolf:** Gebruik de microgolf niet om flesjes op te warmen.
#### 3.1.3 Belangrijke overwegingen
* **Koemelk:** Geen koemelk geven aan kinderen jonger dan 1 jaar.
* **Flessen steriliseren:** Volg de richtlijnen van Kind en Gezin (K&G) met betrekking tot het steriliseren van flessen.
### 3.2 Richtlijnen van Kind en Gezin (K&G)
K&G biedt richtlijnen voor kunstvoeding, die dienen als mogelijke leidraad. De specifieke hoeveelheden kunnen per baby verschillen, waarbij groei en gewicht centraal blijven staan.
## 4. Vaste voeding
### 4.1 Wanneer starten met vaste voeding?
* **Leeftijd:** Starten met vaste voeding gebeurt doorgaans rond de 6 maanden.
* **Baby-led weaning (BLW):** Deze methode kan ook vanaf 6 maanden gestart worden.
* **Prematuur geboren baby's:** Voor premature baby's gelden specifieke aanbevelingen over het starten met vaste voeding.
### 4.2 Tekenen dat een baby er klaar voor is
* **Voedsel in de mond stoppen:** Begint meestal rond de 6 maanden.
* **Kokhalsreflex overwinnen:** De baby moet in staat zijn om de kokhalsreflex te hanteren.
* **Zitten:** De baby moet rechtop kunnen zitten met steun.
* **Grijpen:** De baby moet objecten naar de mond kunnen brengen.
### 4.3 De eerste hapjes
* **Na 6 maanden:** Borstvoeding/flesvoeding combineren met vaste voeding.
* **Tot 12 maanden:** Melk blijft de hoofdleverancier van calorieën.
* Melk: ca. 70 kcal per 100 g.
* Wortelen: ca. 27 kcal per 100 g.
* Aardappel: ca. 84 kcal per 100 g.
* Groentepap (½ wortel, ¼ aardappel, ¼ kookvocht): ca. 35 kcal per 100 g.
### 4.4 Groentenpap
* **Vanaf 4 maanden (indicatief):** Gepureerde groenten.
* **Vanaf 6 maanden:** Gepureerde groenten, eventueel met vlees, vis, kip, een half ei (max 1 per week) of vleesvervanger.
* **Vanaf 8 maanden:** Kleine stukjes in de voeding.
* **Vanaf 9-12 maanden:** Voeding kan fijner gesneden worden of mee-eten van tafel.
* **Vetstof:** Voeg steeds 1 koffielepel tot eetlepel vetstof toe (plantaardige olie of boter zonder zout). Dit kan de smaak beïnvloeden.
* **Opbouw:** Begin met enkele lepeltjes groentepap, gevolgd door melkvoeding. Verhoog geleidelijk de hoeveelheid tot ongeveer 150 g. Tegen 1 jaar kan dit oplopen tot 250-300 g.
* **Verhouding:** Een ideale verhouding is 2/3 groenten en 1/3 aardappelen, witte rijst of, indien de baby gluten eet, deegwaren. Vocht kan aangevuld worden met melkvoeding of water.
* **Welke groenten:** Diverse groenten kunnen gebruikt worden, zoals wortelen, aardappelen, pompoen, courgette, etc. Vlees (mager), kip, vis (1-2 keer per week) en vleesvervangers kunnen toegevoegd worden. Veganisme wordt niet aangeraden voor deze leeftijd.
### 4.5 Fruitpap
* **Start:** Begin met enkele lepeltjes fruitpap, gevolgd door melkvoeding. Verhoog geleidelijk de hoeveelheid tot ongeveer 150 g. Tegen 1 jaar kan dit oplopen tot 200-300 g.
* **Soorten fruit:** Kies zacht, zoet, vers en rijp seizoensfruit zonder pitjes of velletjes. Voorbeelden zijn banaan, appel, peer, meloen, perziken, pruimen. Na verloop van tijd kunnen kiwi's, citrusvruchten en mango geïntroduceerd worden. Afwisseling is belangrijk voor de smaakontwikkeling en vitaminetoevoer. Steenvruchten zoals perziken en abrikozen ontpit en ontveld geven. Druiven ontpit en ontveld mogen ook.
* **Basis (vanaf 4 maanden):** Rijpe banaan, halve appel, halve sinaasappel en glutenvrij koekjesmeel. Vanaf 6 maanden kan koekjesmeel met gluten gebruikt worden.
### 4.6 Allergiënpreventie
* **Niet uitstellen:** Het uitstellen van allergeniserende voedingsmiddelen beschermt niet tegen het ontwikkelen van allergieën.
* **Soorten allergenen:** Koemelk, kippenei, pinda, noten, vis-, schaal- en schelpdieren, rood fruit, soja, tarwe, selderij (hele noten pas na 4 jaar).
* **Introductie:** Begin met één soort allergeen in een kleine hoeveelheid. Doe dit 's ochtends voor betere monitoring van reacties.
### 4.7 Baby-led weaning (BLW)
BLW is een methode waarbij baby's zelf vast voedsel eten in stukjes.
* **Vanaf 6 maanden:** Stukjes in frietvorm aanbieden.
* **Vanaf 9-12 maanden:** Kleinere stukjes (fijnere motoriek).
* **Vanaf 12-18 maanden:** Bijvoorbeeld een volle rijpe banaan aanbieden.
* **Vanaf 18-24 maanden:** Leren eten met een lepel of vork.
#### 4.7.1 Kokhalzen versus stikken
* **Kokhalzen:** Een natuurlijke reflex die helpt om te voorkomen dat voedsel te ver wordt ingeslikt. Het kind hoest, ademt en kan huilen.
* **Stikken:** Vereist onmiddellijke actie. Symptomen zijn niet of moeilijk ademen, blauw worden, buiten bewustzijn raken. Bel in geval van stikken eerst 112.
* **Belangrijk:** Vingers niet in de keel van het kind steken bij kokhalzen. Indien het kind bewusteloos raakt, start reanimatie.
### 4.8 Porties en eetgewoonten
* **Regel:** Het kind bepaalt hoeveel het eet, niet wat het eet. Het kind voelt zelf aan hoeveel het nodig heeft.
* **Serveren:** Schep het eten van de baby eerst op.
* **Opwarmen:** Liever geen eten bewaren en heropwarmen. Gebruik geen microgolfoven. Controleer de temperatuur.
* **Observatie:** Houd de eetgewoonten gedurende een aantal dagen in de gaten en let op de ontwikkeling en groei van het kind. Plas- en stoelgangluiers kunnen ook indicatoren zijn.
### 4.9 Vijf gouden regels voor vaste voeding
1. Dwing een kind niet om te eten, noch qua hoeveelheid.
2. Varieer smaken en laat het kind frequent proeven.
3. Geef het kind tijd om ervaring op te doen met smaken en texturen.
4. Blijf geduldig en vriendelijk.
5. Zorg voor duidelijke regels, maar vermijd machtsmisbruik.
### 4.10 Potjesvoeding
* **Alternatief:** Potjesvoeding is een volwaardig alternatief voor versbereide voeding.
* **Voordelen:** Textuur is minder goed te kiezen, bevat geen bacteriën, geen bewaarmiddelen of kleurstoffen.
* **Gebruik:** Voeg steeds 1 koffielepel vetstof toe.
* **Opwarmen:** Potjes niet tweemaal opwarmen. Controleer het 'klik'-geluid bij het openen; dit duidt op een goede afsluiter. Controleer de vervaldatum.
### 4.11 Water geven
Wanneer is water geven nodig? Dit wordt aanbevolen als aanvulling op melkvoedingen, vooral bij warm weer of als de baby voldoende vaste voeding eet.
### 4.12 Materiaal
* **Bewaren:** Verschillende materialen zijn beschikbaar voor het bewaren van borstvoeding en kunstvoeding, zoals flesjes en bewaarbakjes.
> **Tip:** Bij het introduceren van nieuwe voedingsmiddelen, vooral allergenen, is het aan te raden dit één voor één te doen en de reactie van de baby goed te observeren.
>
> **Voorbeeld:** Wanneer u pinda introduceert, geef dan eerst een kleine hoeveelheid pindakaas zonder zout en suiker, en observeer de baby gedurende de rest van de dag op mogelijke reacties zoals huiduitslag of ademhalingsproblemen.
>
> **Tip:** Rust bewaren wanneer de baby de fles weigert, is cruciaal. Forceer de baby niet, maar probeer verschillende benaderingen.
>
> **Voorbeeld:** Als de baby een bepaalde speen weigert, probeer dan een ander merk of type speen. Een andere persoon die de fles geeft, kan ook helpen.
>
> **Tip:** De richtlijnen voor hoeveelheden kunstvoeding zijn gemiddelden. Pas deze aan op basis van de individuele behoeften en signalen van de baby.
>
> **Voorbeeld:** Een baby die continu honger lijkt te hebben en goed groeit, kan meer voeding nodig hebben dan het gemiddelde aangeeft, terwijl een baby die minder drinkt maar wel goed groeit, mogelijk toe kan met minder.
>
> **Tip:** Bij baby-led weaning is het essentieel om het verschil tussen kokhalzen en stikken te kennen en gepast te reageren.
>
> **Voorbeeld:** Kokhalzen is een hoestreflex; laat het kind zelf hoesten en ademen. Bij stikken, waarbij de baby blauw wordt en niet kan ademen, moet onmiddellijk gehandeld worden door 112 te bellen en met reanimatie te starten.
>
> **Tip:** De structuur van vaste voeding kan geleidelijk worden aangepast.
>
> **Voorbeeld:** Begin met fijne puree en ga later over op kleine stukjes, brokjes of zelfs mee-eten van tafel als de baby eraan toe is.
>
> **Tip:** Voor de bereiding van flesvoeding is water van goede kwaliteit essentieel.
>
> **Voorbeeld:** Controleer of het water de vermelding 'geschikt voor de bereiding van babyvoeding' draagt, of gebruik water dat voldoet aan de vereisten van de Hoge Gezondheidsraad.
>
> **Tip:** Houd bij het starten met vaste voeding rekening met de caloriebehoefte van de baby.
>
> **Voorbeeld:** Melk blijft tot 12 maanden de belangrijkste bron van calorieën. Houd hiermee rekening bij het samenstellen van de maaltijden, vooral in het begin.
>
> **Tip:** De introductie van verschillende smaken en texturen is belangrijk voor de ontwikkeling van de baby.
>
> **Voorbeeld:** Wissel af tussen verschillende groenten en fruit, en introduceer geleidelijk aan verschillende texturen zoals pap, puree en kleine stukjes.
---
# Borstvoedingsbeleid op het werk en melkvoorbereiding
Het beleid rondom borstvoeding op de werkplek en de praktische aspecten van melkvoorbereiding voor baby's zijn cruciaal voor werkende moeders.
## 2 Borstvoedingsbeleid op het werk en melkvoorbereiding
### 2.1 Zwangerschapsverlofregelingen en borstvoedingsfaciliteiten
Verschillende landen hanteren uiteenlopende regelingen voor zwangerschaps- en ouderschapsverlof. De duur en betaaldheid van dit verlof variëren sterk, wat impact heeft op de continuïteit van borstvoeding.
#### 2.1.1 Verlofregelingen per land (indicatief)
* **België:** 15 weken moederschapsverlof.
* **Nederland:** 16 weken verlof.
* **Groot-Brittannië:** 52 weken verlof, waarvan 39 weken betaald.
* **Tsjechië:** 28 weken verlof, met mogelijkheid tot ouderschapsverlof tot de leeftijd van 3 jaar.
* **Verenigde Staten:** Onbetaald zwangerschapsverlof.
* **Bulgarije:** 1 jaar betaald verlof.
* **Finland:** 14 maanden verlof.
* **Denemarken:** 18 maanden verlof plus 32 weken ouderschapsverlof.
#### 2.1.2 Borstvoedingsverlof en -pauzes op het werk
Naast het algemene moederschapsverlof bestaan er specifieke regelingen om borstvoeding te ondersteunen.
* **Preventief borstvoedingsverlof:** Dit is niet standaard en afhankelijk van individuele afspraken, gunst van de werkgever, cao's en betaaldheid.
* **Borstvoedingspauzes:** Deze pauzes zijn bedoeld voor live voeden of afkolven.
* **Duur en frequentie:**
* Bij een werkdag van minimaal 7,5 uur: twee pauzes van een halfuur, of één pauze van een uur.
* Bij een werkdag van 4 tot 7,5 uur: één pauze van 30 minuten.
* **Looptijd:** Deze pauzes zijn doorgaans beschikbaar tot maximaal 9 maanden na de geboorte.
* **Vereiste documentatie:** Een maandelijks attest van een arts of consultatiebureau van Kind en Gezin is noodzakelijk.
* **Vergoeding:** De werkneemster ontvangt een uitkering van het ziekenfonds of haar salaris wordt doorbetaald als dienstactiviteit.
* **Faciliteiten:** De werkgever dient te zorgen voor een geschikte, verwarmde en verluchte ruimte voor voeden of afkolven.
> **Tip:** Informeer tijdig bij je werkgever of vakbondsorganisatie naar de specifieke mogelijkheden en voorwaarden rondom borstvoedingspauzes op de werkplek.
### 2.2 Melkvoorbereiding voor flesvoeding
Wanneer borstvoeding op de werkplek niet mogelijk is, kan moedermelk worden afgekolfd en voorbereid voor flesvoeding. Ook kan er, indien nodig, overgestapt worden op kunstvoeding.
#### 2.2.1 Berekening van de hoeveelheid moedermelk per flesje
De benodigde hoeveelheid moedermelk kan worden berekend op basis van het gewicht van de baby en de leeftijd. De volgende formules bieden een richtlijn:
* **Maand 1:** $\frac{150 \text{ ml} \times \text{gewicht in kg}}{\text{aantal voedingen per 24 uur}}$
* **Maand 2:** $\frac{140 \text{ ml} \times \text{gewicht in kg}}{\text{aantal voedingen per 24 uur}}$
* **Maand 3:** $\frac{130 \text{ ml} \times \text{gewicht in kg}}{\text{aantal voedingen per 24 uur}}$
* **Maand 4:** $\frac{120 \text{ ml} \times \text{gewicht in kg}}{\text{aantal voedingen per 24 uur}}$
* **Maand 5:** $\frac{110 \text{ ml} \times \text{gewicht in kg}}{\text{aantal voedingen per 24 uur}}$
* **Vanaf maand 6:** $\frac{100 \text{ ml} \times \text{gewicht in kg}}{\text{aantal voedingen per 24 uur}}$
> **Tip:** Dit zijn richtlijnen. Groei en gewicht van de baby zijn de belangrijkste indicatoren voor de juiste hoeveelheid voeding.
#### 2.2.2 Kunstvoeding als alternatief
Indien borstvoeding gecombineerd of vervangen wordt door kunstvoeding, zijn er verschillende soorten beschikbaar:
* **Zuigelingenmelk (nr. 1):** Geschikt voor baby's van 0-6 maanden. Verkrijgbaar in de apotheek.
* **Opvolgmelk (nr. 2):** Geschikt voor baby's van 6-12 (soms tot 18) maanden. Verkrijgbaar in de winkel.
* **Groeimelk (nr. 3):** Geschikt voor kinderen van 1-3 jaar. Verkrijgbaar in de winkel.
**Belangrijke overwegingen bij kunstvoeding:**
* **Water:** Gebruik mineraalarm, niet-bruisend flessenwater dat geschikt is voor de bereiding van babyvoeding, of kraanwater indien de kwaliteit gegarandeerd is. Flessenwater hoeft niet gekookt te worden mits correct bewaard en gebruikt binnen 24 uur na opening. Vermijd water uit gekoelde fonteinen of kraansystemen.
* **Flesbereiding:** Schud de fles niet, maar zwenk om klonters te voorkomen.
* **Opwarmen:** Wees voorzichtig met opwarmen en controleer altijd de temperatuur.
* **Koemelk:** Koemelk is af te raden voor baby's jonger dan 1 jaar.
#### 2.2.3 Bewaren en bereiden van moedermelk
* **Materiaal:** Gebruik schone en gesteriliseerde flesjes en bewaarbakjes.
* **Bewaren:** Moedermelk kan gekoeld bewaard worden. De specifieke bewaartermijnen dienen te worden nageleefd.
* **Flessen steriliseren:** Volg de richtlijnen van consultatiebureaus zoals Kind en Gezin.
#### 2.2.4 Flesintroductie en acceptatie
* **Timing:** Het introduceren van oefenflesjes wordt aangeraden vanaf 6 weken.
* **Acceptatie:** Als een baby de fles weigert, kan het helpen om:
* Rustig te blijven.
* Een ander persoon de fles te laten geven.
* Een ander type flesje of speen te proberen.
* Af te leiden.
* Moedermelk via een speentje of beker aan te bieden.
* Aan te bieden bij de eerste hongersignalen.
### 2.3 Afbouwen van borstvoeding
Het afbouwen van borstvoeding dient geleidelijk te gebeuren. Een voorgesteld schema kan helpen bij dit proces. Het introduceren van oefenflesjes kan onderdeel zijn van het afbouwproces, idealiter na 6 weken.
### 2.4 Overgang naar vaste voeding
De overgang naar vaste voeding begint doorgaans rond de 6 maanden, wanneer baby's klaar zijn om vast voedsel in de mond te stoppen en de kokhalsreflex overwonnen hebben.
#### 2.4.1 Signalen dat een baby klaar is voor vaste voeding
* Groeit goed.
* Kan rechtop zitten met ondersteuning.
* Heeft controle over hoofd en nek.
* Toont interesse in eten.
* Kan voedsel in de mond nemen en doorslikken (minimale kokhalsreflex).
#### 2.4.2 Basisprincipes van vaste voeding
* **Melk blijft hoofdleverancier:** Tot 12 maanden blijft melk (borstvoeding of flesvoeding) de belangrijkste bron van voedingsstoffen.
* **Caloriedichtheid:** Melk levert ongeveer 70 kcal per 100g, wat vergelijkbaar is met groentepap (ca. 35 kcal per 100g) en minder dan aardappelen (ca. 84 kcal per 100g).
* **Variatie:** Introduceer geleidelijk verschillende groenten, fruit, vlees, vis en eventueel peulvruchten.
#### 2.4.3 Groentenpap
* **Vanaf 4 maanden:** Gepureerde groenten.
* **Vanaf 6 maanden:** Gepureerde groenten, eventueel met mager vlees, kip, vis (1-2 keer per week), een half ei (maximaal 1 keer per week) of een vleesvervanger. Veganisme wordt niet aangeraden.
* **Vanaf 8 maanden:** Kleine brokjes in de voeding.
* **Vanaf 9-12 maanden:** Voeding kan fijner gesneden worden of mee-eten van de tafel. Volkorenproducten kunnen vanaf 8 maanden geïntroduceerd worden.
* **Vetstof:** Voeg dagelijks 1 koffielepel vetstof toe (plantaardige olie of boter zonder zout).
> **Tip:** Begin met enkele lepeltjes groentepap en vul aan met melkvoeding. Bouw de hoeveelheid groentepap geleidelijk op tot 150g rond 1 jaar, oplopend tot 250-300g. Een verhouding van 2/3 groenten en 1/3 aardappelen, rijst of deegwaren (indien gluten gegeten worden) is ideaal.
#### 2.4.4 Fruitpap
* **Vanaf 4 maanden (basis):** Rijpe banaan, ½ appel, ½ sinaasappel, glutenvrij koekjesmeel.
* **Vanaf 6 maanden:** Koekjesmeel met gluten.
* **Hoeveelheid:** Begin met enkele lepeltjes fruitpap en vul aan met melk. Bouw geleidelijk op tot 150g, oplopend tot 200-300g rond 1 jaar.
* **Keuze:** Gebruik zacht, zoet, vers en rijp seizoensfruit zonder pitjes of velletjes (bv. banaan, appel, peer, meloen, perziken, pruimen). Wissel af en introduceer geleidelijk exotischer fruit zoals kiwi's of citrusvruchten.
#### 2.4.5 Allergenenpreventie
Het uitstellen van allergeniserende voedingsmiddelen beschermt niet tegen het ontwikkelen van allergieën.
* **Te introduceren allergenen:** Koemelk, kippenei, pinda, noten, vis, schaal- en schelpdieren, roosfruit, soja, tarwe, selderij. Hele noten zijn af te raden onder de 4 jaar.
* **Methode:** Begin met één soort, in kleine hoeveelheden, bij voorkeur 's ochtends om reacties beter te kunnen opvolgen.
#### 2.4.6 Baby-led weaning (BLW)
Bij deze methode krijgen baby's vanaf 6 maanden stukjes voedsel in plaats van gepureerd voedsel.
* **Vanaf 6 maanden:** Stukjes in frietvorm.
* **Vanaf 9-12 maanden:** Kleinere stukjes door verbeterde fijne motoriek.
* **Vanaf 12-18 maanden:** Eten met lepel of vork.
* **Vanaf 18-24 maanden:** Zelfstandig eten met bestek.
> **Tip:** Leer het verschil tussen kokhalzen (een normale reflex) en stikken (een medische noodsituatie). Bij stikken, indien de baby het bewustzijn verliest, start reanimatie.
#### 2.4.7 Porties en algemene voedingsregels
* **Baby bepaalt hoeveelheid:** Een kind bepaalt zelf hoeveel het eet. De ouder schept het eten op.
* **Inspectie:** Proef het eten om zeker te zijn dat het niet te warm is. Vermijd opwarmen in de microgolf.
* **Observatie:** Houd eetgewoonten en ontwikkeling in de gaten bij ongerustheid over inname.
* **Luiers:** Plas- en stoelgangluiers zijn indicatoren voor voldoende voeding.
* **Bewaren:** Liefst geen eten bewaren en heropwarmen.
> **5 gouden regels:**
> 1. Dwing een kind niet om te eten, noch qua hoeveelheid.
> 2. Varieer smaken en laat het kind frequent proeven.
> 3. Geef het kind tijd om ervaring op te doen met smaken en texturen.
> 4. Blijf geduldig en vriendelijk, maar hanteer duidelijke regels zonder machtsmisbruik.
#### 2.4.8 Potjesvoeding
Potjesvoeding kan een volwaardig alternatief zijn voor vers bereid voedsel.
* **Voordelen:** Geen bacteriën, geen bewaarmiddelen of kleurstoffen.
* **Nadelen:** Textuur is minder variabel.
* **Gebruik:** Voeg 1 koffielepel vetstof toe. Warm potjes niet tweemaal op. Controleer het "klik"-geluid van het deksel en de vervaldatum.
---
# Kunstvoeding
Dit hoofdstuk behandelt de verschillende soorten kunstvoeding, het juiste gebruik van water voor de bereiding ervan, en de richtlijnen voor het steriliseren van flessen.
### 3.1 Soorten kunstvoeding
Er bestaan drie hoofdtypen kunstvoeding, aangepast aan de leeftijd van de zuigeling:
* **Zuigelingenmelk (Flesvoeding nummer 1):** Deze is bedoeld voor baby's van 0 tot 6 maanden en is verkrijgbaar bij de apotheek.
* **Opvolgmelk (Flesvoeding nummer 2):** Geschikt voor baby's van 6 tot 12, soms tot 18 maanden. Deze is te koop in de winkel.
* **Groeimelk (Flesvoeding nummer 3):** Bestemd voor kinderen van 1 tot 3 jaar en eveneens verkrijgbaar in de winkel.
> **Tip:** Volg altijd de aanbevelingen op de verpakking en de richtlijnen van Kind en Gezin (K&G) voor de juiste hoeveelheden en frequentie. De groei en het gewicht van de baby staan centraal bij het bepalen van de optimale voeding.
Het gebruik van koemelk wordt afgeraden voor baby's jonger dan één jaar.
### 3.2 Bereiding van kunstvoeding met water
Voor de bereiding van kunstvoeding is het belangrijk om het juiste type water te gebruiken en de instructies nauwkeurig op te volgen.
#### 3.2.1 Welk water gebruiken?
* **Flessenwater:** Gebruik bij voorkeur niet-bruisend, natuurlijk mineraalarm flessenwater dat de vermelding 'geschikt voor de bereiding van babyvoeding' draagt. Dit water voldoet aan de vereisten voor nitraten, natrium, sulfaten en fluor. Gebruik geen water uit gekoelde fonteinen, waterpunten of verpakkingen die niet hygiënisch genoeg zijn. Flessenwater hoeft niet gekookt te worden indien de fles goed afgesloten in de koelkast wordt bewaard en binnen 24 uur wordt gebruikt.
* **Leidingwater:** Leidingwater mag gebruikt worden omdat het aan kwaliteitsnormen voldoet, maar het krijgt geen voorkeur boven flessenwater voor de bereiding van flesvoeding.
* **Putwater:** Het gebruik van putwater wordt sterk afgeraden voor baby's.
#### 3.2.2 Belangrijke aandachtspunten bij bereiding
* Zorg ervoor dat de fles niet wordt geschud, maar zwenk deze om de melk te mengen.
* Let op bij het opwarmen van de voeding; controleer altijd de temperatuur alvorens te geven.
* Gebruik geen microgolfoven om voeding op te warmen.
### 3.3 Steriliseren van flessen
Richtlijnen van Kind en Gezin (K&G) bieden duidelijke instructies voor het steriliseren van flessen om de hygiëne te waarborgen.
#### 3.3.1 Methodes van sterilisatie
Er zijn diverse methodes beschikbaar, waaronder:
* **Uitkoken:** Flessen, spenen en ringen kunnen in kokend water worden gesteriliseerd.
* **Stoomsterilisatie:** Met behulp van een stoomsterilisator.
* **Koude sterilisatie:** Met behulp van sterilisatieoplossingen.
* **Magnetronsterilisatie:** Met speciale magnetronsterilisatoren.
> **Tip:** Het is essentieel om alle onderdelen die met de voeding in aanraking komen grondig te reinigen na elk gebruik en daarna te steriliseren, zeker in de eerste maanden.
### 3.4 Opslag van kunstvoeding en melk
Wanneer moedermelk wordt afgekolfd om te vervangen door kunstvoeding tijdens werkuren, zijn er specifieke richtlijnen voor opslag. Moedermelk kan in de koelkast bewaard worden, en berekeningen voor de hoeveelheid moedermelk per flesje zijn beschikbaar op basis van het gewicht van de baby en de leeftijd.
### 3.5 Overgang van borstvoeding naar kunstvoeding
Indien er wordt overgeschakeld van borstvoeding naar kunstvoeding, is het aan te raden om de introductie van flesjes te timen rond 6 weken. Een "oefenflesje" kan nuttig zijn, maar het is niet altijd noodzakelijk.
#### 3.5.1 Als de baby de fles weigert
Als een baby de fles weigert, is het belangrijk om rustig te blijven. Andere strategieën omvatten:
* Laat een andere persoon de fles geven.
* Probeer een ander type flesje of speen.
* Probeer af te leiden.
* Geef speen met moedermelk.
* Gebruik een beker.
* Bied de fles aan bij de eerste hongersignalen.
* Maak er een spel van.
### 3.6 Richtlijnen voor hoeveelheden kunstvoeding
De hoeveelheid kunstvoeding per flesje kan berekend worden met formules gebaseerd op het gewicht van de baby en de leeftijd:
* Maand 1: $(150 \text{ ml} \times \text{ gewicht in kg}) / \text{aantal voedingen}$
* Maand 2: $(140 \text{ ml} \times \text{ gewicht in kg}) / \text{aantal voedingen}$
* Maand 3: $(130 \text{ ml} \times \text{ gewicht in kg}) / \text{aantal voedingen}$
* Maand 4: $(120 \text{ ml} \times \text{ gewicht in kg}) / \text{aantal voedingen}$
* Maand 5: $(110 \text{ ml} \times \text{ gewicht in kg}) / \text{aantal voedingen}$
* Vanaf maand 6: $(100 \text{ ml} \times \text{ gewicht in kg}) / \text{aantal voedingen}$
> **Tip:** Deze formules zijn richtlijnen. De individuele behoeften van de baby kunnen variëren. Groei en gewicht blijven de belangrijkste indicatoren.
---
# Vaste voeding en baby-led weaning
Dit onderdeel behandelt de introductie van vaste voeding bij baby's, inclusief de signalen dat een baby er klaar voor is, de verschillende methoden zoals groentenpap, fruitpap en baby-led weaning, en advies rond allergenen en het verschil tussen kokhalzen en stikken.
### 4.1 Algemene principes voor de introductie van vaste voeding
Het starten met vaste voeding vindt doorgaans plaats rond de leeftijd van zes maanden, in combinatie met borstvoeding of flesvoeding. Tot de leeftijd van twaalf maanden blijft melk de primaire voedingsbron.
#### 4.1.1 Wanneer starten met vaste voeding?
Het moment van starten met vaste voeding wordt bepaald door de ontwikkelingsfase van de baby. Over het algemeen wordt aangeraden om te starten rond de zes maanden.
> **Tip:** Het is belangrijk om de signalen van de baby zelf af te wachten en niet enkel te focussen op de kalenderleeftijd.
#### 4.1.2 Signalen dat een baby klaar is voor vaste voeding
Er zijn verschillende signalen die aangeven dat een baby klaar is om te starten met vaste voeding:
* **Vertonen van zuigreflex:** De baby kan het voedsel in de mond stoppen en dit slikken zonder het direct weer uit te duisen.
* **Verlies van de tongpersreflex:** De baby duwt niet meer automatisch alles met de tong naar buiten.
* **Rechtop kunnen zitten:** De baby kan zichzelf rechtop houden, al dan niet met ondersteuning, wat helpt bij het slikken en de veiligheid tijdens het eten.
* **Interesse tonen in voedsel:** De baby kijkt met belangstelling naar wat er gegeten wordt en probeert dit soms te pakken.
#### 4.1.3 De rol van melk in het dieet
Tot de leeftijd van twaalf maanden blijft melk (borstvoeding of flesvoeding) de hoofdleverancier van calorieën en voedingsstoffen. Vaste voeding wordt geleidelijk geïntroduceerd en aangevuld.
* Melk levert ongeveer $70$ kcal per $100$ g.
* Groenten zoals wortelen leveren ongeveer $27$ kcal per $100$ g.
* Aardappelen leveren ongeveer $84$ kcal per $100$ g.
* Een groentenpap van bijvoorbeeld $\frac{1}{2}$ wortel, $\frac{1}{4}$ aardappel en $\frac{1}{4}$ kookvocht levert ongeveer $35$ kcal per $100$ g.
> **Tip:** De hoeveelheid melk die een baby nodig heeft, kan geleidelijk afnemen naarmate de inname van vaste voeding toeneemt.
#### 4.1.4 Starten met vaste voeding bij premature baby's
Bij premature baby's kan het moment van starten met vaste voeding aangepast worden op basis van hun specifieke ontwikkelingsleeftijd en de adviezen van een kinderarts of consultatiebureau. Het kan zijn dat zij later starten of dat de introductie gefaseerd verloopt.
#### 4.1.5 Belangrijke overwegingen bij het starten
* **Geduld en flexibiliteit:** Forceer de baby nooit om te eten. Elk kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo.
* **Variatie:** Bied verschillende smaken en texturen aan om de smaakontwikkeling te stimuleren.
* **Veiligheid:** Zorg ervoor dat het voedsel veilig is voor de baby, met de juiste textuur en zonder verstikkingsgevaar.
### 4.2 Methodes voor het aanbieden van vaste voeding
Er zijn verschillende methoden om vaste voeding aan te bieden, elk met hun eigen voordelen en nadelen.
#### 4.2.1 Groentenpap en fruitpap
Dit is een traditionele methode waarbij groenten en fruit worden gepureerd tot een gladde pap.
* **Starten:** Begin met enkele lepeltjes groenten- of fruitpap, aangevuld met een melkvoeding. Bouw de hoeveelheid geleidelijk op.
* **Opbouw:** Tegen de leeftijd van één jaar kan de hoeveelheid groentenpap oplopen tot $250$-$300$ g en fruitpap tot $200$-$300$ g.
* **Samenstelling groentenpap:** Een ideale verhouding kan $2/3$ groenten en $1/3$ aardappelen, witte rijst of deegwaren zijn. Vetstof (plantaardige olie of boter zonder zout) wordt toegevoegd voor de smaak en voedingswaarde.
* **Samenstelling fruitpap:** Kies zacht, zoet, rijp seizoensfruit zonder pitjes of velletjes. Wissel af om een brede smaakontwikkeling te stimuleren.
* **Voordelen:** Eenvoudig te bereiden, gemakkelijk te consumeren voor de baby, goede manier om veel verschillende voedingsstoffen binnen te krijgen.
* **Nadelen:** Kan leiden tot minder fijne motoriek ontwikkeling van het kind, baby leert minder goed kauwen, soms wordt de textuur als "saai" ervaren.
#### 4.2.2 Baby-led weaning (BLW)
Baby-led weaning is een methode waarbij baby's zelfstandig vast voedsel eten in stukjes.
* **Principe:** Baby's krijgen vanaf ongeveer zes maanden, wanneer ze klaar zijn voor vaste voeding, stukjes voedsel aangeboden die ze zelfstandig kunnen vastpakken en eten.
* **Vorm:** Stukjes moeten ongeveer de grootte en vorm hebben van een kinder- of wijsvinger, zodat de baby het goed kan vasthouden.
* **Ontwikkeling:** Vanaf $9$-$12$ maanden kunnen de stukjes kleiner worden, waarbij men moet opletten voor volproppen. Tussen $12$-$18$ maanden kunnen baby's bijvoorbeeld een hele rijpe banaan eten. Tussen $18$-$24$ maanden kunnen ze leren eten met een lepel of vork.
* **Voordelen:** Bevordert zelfstandigheid, fijne motoriek, hand-oog coördinatie, kauwvaardigheden en een gezonde relatie met voedsel. De baby leert zijn eigen honger- en verzadigingssignalen te herkennen.
* **Nadelen:** Kan in het begin meer rommel geven, er is een grotere kans op kokhalzen (wat normaal is), het kan lastiger zijn om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen als de baby selectief eet.
> **Tip:** Bij BLW is het essentieel om voedsel aan te bieden in een veilige, hapklare vorm om verstikking te voorkomen.
### 4.3 Introductie van allergenen
Het introduceren van allergenen is een belangrijk aspect bij het starten met vaste voeding.
* **Geen uitstel:** Het uitstellen van het introduceren van allergenen beschermt niet tegen de ontwikkeling van allergieën.
* **Wanneer introduceren:** Begin met de introductie van allergenen rond de $4$-$6$ maanden, zodra de baby klaar is voor vaste voeding.
* **Welke allergenen:** Belangrijke allergenen om te introduceren zijn koemelk, kippenei, pinda, noten, vis, schaal- en schelpdieren, rood fruit, soja en tarwe. Selderij wordt ook genoemd.
* **Hoe introduceren:**
* Begin met één soort allergeen per keer.
* Bied een kleine hoeveelheid aan.
* Doe dit bij voorkeur 's ochtends, zodat eventuele reacties beter kunnen worden waargenomen en opgevolgd gedurende de dag.
* **Voorzorgsmaatregelen:** Hele noten worden afgeraden voor kinderen jonger dan vier jaar vanwege verstikkingsgevaar.
### 4.4 Kokhalzen versus stikken
Het is cruciaal om het verschil te kennen tussen kokhalzen en stikken.
* **Kokhalzen:**
* Dit is een normale, beschermende reflex.
* Kenmerken: de baby hoest, kan geluid maken, ademen en eventueel huilen.
* Dit is een signaal dat de baby nog controle heeft over de situatie.
* **Stikken:**
* Dit is een levensbedreigende situatie.
* Kenmerken: de baby wordt blauw, kan niet of moeilijk ademen, wordt bewusteloos.
* Bij stikken moet onmiddellijk $112$ gebeld worden.
> **Tip:** Probeer niet in de keel van de baby te rommelen bij kokhalzen, dit kan de situatie verergeren. Blijf rustig en laat de baby het zelf oplossen.
#### 4.4.1 Handelen bij kokhalzen en stikken
Bij kokhalzen:
* Blijf kalm en laat de baby de situatie zelf oplossen.
* Ondersteun de baby eventueel door hem iets naar voren te laten leunen.
Bij stikken (indien de baby bewusteloos raakt of niet meer kan ademen na kokhalzen):
* Bel direct $112$.
* Start met reanimatie volgens de geldende richtlijnen.
### 4.5 Praktische tips en richtlijnen
* **Porties:** Het kind bepaalt zelf hoeveel het eet, de ouder schept het eten op.
* **Temperatuur:** Controleer altijd de temperatuur van het voedsel voor het aanbieden. Gebruik de magnetron niet om babyvoeding op te warmen.
* **Bewaren:** Het is beter om geen bereide voeding te bewaren of te heropwarmen. Indien toch nodig, volg hygiëne-instructies nauwkeurig op. Potjesvoeding: controleer het klikgeluid en de vervaldatum.
* **Water geven:** Na zes maanden kan water worden aangeboden, vooral bij warme dagen of bij vaste voeding. Gebruik bij voorkeur water dat geschikt is voor babyvoeding (niet-bruisend, natuurlijk mineraalarm).
* **Vijf gouden regels:**
1. Dwing een kind niet om te eten.
2. Dwing niet qua hoeveelheden.
3. Varieer smaken en laat het kind frequent proeven.
4. Geef het kind de tijd om ervaring op te doen met smaken en texturen.
5. Blijf geduldig en vriendelijk, maar hanteer duidelijke regels zonder machtsmisbruik.
* **Potjesvoeding:** Kan een volwaardig alternatief zijn voor vers bereide voeding. Let op de textuur, bacteriën, conserveermiddelen, kleurstoffen en voeg vetstof toe.
* **Flesvoeding:** Gebruik bij voorkeur water dat geschikt is voor de bereiding van babyvoeding. Kraanwater kan, maar wordt niet altijd als eerste keuze aangeraden. Flessen moeten goed gesloten, gekoeld bewaard en binnen $24$ uur na opening gebruikt worden.
#### 4.5.1 Welk water gebruiken voor flesvoeding?
* **Flessenwater:** Niet-bruisend, natuurlijk mineraalarm flessenwater met de vermelding "geschikt voor de bereiding van babyvoeding". Vermijd water uit gekoelde fonteinen of waterpunten.
* **Kraanwater:** Kan gebruikt worden indien het voldoet aan de kwaliteitseisen, maar geniet niet de voorkeur boven speciaal babywater.
* **Putwater:** Wordt afgeraden voor baby's.
* **Koken:** Flessenwater hoeft niet gekookt te worden mits correct bewaard en gebruikt. Kraanwater mag wel, maar voldoet sowieso aan de eisen.
* **Steriliseren:** Volg de richtlijnen van Kind en Gezin voor het steriliseren van flessen.
---
# Algemene voedingsprincipes en potjesvoeding
Deze sectie behandelt algemene principes voor het aanbieden van voeding aan baby's, de overgang naar vaste voeding en de rol van potjesvoeding.
### 5.1 Algemene principes voor het aanbieden van voeding
Bij het introduceren van voeding is het cruciaal om rekening te houden met de signalen van de baby en een positieve eetervaring te creëren.
#### 5.1.1 Belang van variatie, geduld en respect voor portiegrootte
* **Variatie:** Het aanbieden van een breed scala aan smaken en texturen helpt de baby zijn smaakzin te ontwikkelen en zorgt voor een diverse inname van vitamines. Dit geldt zowel voor groenten- en fruitpap als voor andere voedingsmiddelen.
* **Geduld:** Baby's hebben tijd nodig om te wennen aan nieuwe smaken en texturen. Het is belangrijk om geduldig te blijven en de baby frequent te laten proeven, zonder druk uit te oefenen. Een kind leert geleidelijk nieuwe eetervaringen opdoen.
* **Respect voor portiegrootte:** De baby bepaalt zelf hoeveel hij eet. Ouders scheppen het eten op, controleren de temperatuur, en laten de baby aangeven wanneer hij verzadigd is. Het observeren van de ontwikkeling en groei van de baby, samen met plas- en stoelgangluiers, geeft inzicht in de voedselinname.
* **Duidelijke regels en geen machtsmisbruik:** Hoewel er duidelijke regels moeten zijn rondom het eten, is het belangrijk om geen dwang uit te oefenen. De 5 gouden regels omvatten: niet dwingen om te eten of qua hoeveelheden, variëren in smaken, de baby tijd geven voor ervaring, en geduldig en vriendelijk blijven zonder machtsmisbruik.
#### 5.1.2 Overgang van melk naar vaste voeding
De overgang naar vaste voeding gebeurt geleidelijk, waarbij melk (borstvoeding of kunstvoeding) gedurende het eerste levensjaar de hoofdleverancier van calorieën blijft.
* **Wanneer starten met vaste voeding:** Over het algemeen wordt gestart rond de 6 maanden, wanneer de baby de kokhalsreflex heeft overwonnen en voedsel in de mond begint te stoppen.
* **Signalen dat een baby klaar is voor vaste voeding:**
* Baby kan het hoofd zelfstandig rechtop houden.
* Baby kan rechtop zitten met steun.
* Baby toont interesse in eten (kijkt naar eten, grijpt ernaar).
* Baby slikt voedsel door in plaats van het direct uit te spugen.
* Baby verliest de tongreflex die voeding naar buiten duwt.
* **Opbouw van groente- en fruitpap:**
* Start met enkele lepeltjes pap, aangevuld met melkvoeding.
* Voer de hoeveelheid pap geleidelijk op. Tegen 1 jaar kan dit oplopen tot 250-300 gram voor groentepap en 200-300 gram voor fruitpap.
* De ideale verhouding voor groentepap is 2/3 groenten en 1/3 aardappelen, witte rijst of deegwaren.
* Er wordt aangeraden om dagelijks een koffielepel tot eetlepel vetstof (plantaardige olie of boter, zonder zout) toe te voegen.
* **Wat eerst: groenten of fruit?** Beide kunnen vanaf 4-6 maanden worden geïntroduceerd. Groentepap kan aangevuld worden met vlees, vis, kip of een half ei vanaf 6 maanden. Volkorenproducten kunnen vanaf 8 maanden worden ingevoerd.
#### 5.1.3 Water geven
* **Wanneer nodig?** Water kan vanaf de start van vaste voeding worden aangeboden, naast melkvoedingen. Het is niet strikt noodzakelijk, maar helpt de baby wennen aan drinken uit een beker en kan helpen bij de spijsvertering.
* **Welk water?** Bij voorkeur niet-bruisend, natuurlijk mineraalarm flessenwater dat de vermelding ‘geschikt voor de bereiding van babyvoeding’ draagt. Tapsysteemwater wordt afgeraden vanwege hygiëne. Leidingwater kan gebruikt worden, maar is niet de eerste keuze. Putwater wordt afgeraden. Flessenwater hoeft niet gekookt te worden mits correct bewaren en gebruiken binnen 24 uur na opening.
#### 5.1.4 Baby-led weaning (BLW)
BLW is een methode waarbij baby's vanaf 6 maanden zelfstandig vast voedsel in stukjes kunnen eten.
* **Vanaf 6 maanden:** Stukjes in frietvorm aanbieden.
* **Vanaf 9-12 maanden:** Kleinere stukjes, rekening houdend met fijnere motoriek.
* **Vanaf 12-18 maanden:** Kan met een lepel of vork eten.
* **Kokhalzen versus stikken:** Het is belangrijk het verschil te kennen. Kokhalzen is een reflex met hoesten, ademen en wenen. Stikken is een levensbedreigende situatie waarbij de baby blauw wordt, moeilijk ademt en buiten bewustzijn kan raken. In geval van stikken dient onmiddellijk 112 gebeld te worden.
#### 5.1.5 Allergiepreventie
* Het uitstellen van allergeniserende voedingsmiddelen beschermt niet tegen het ontwikkelen van allergieën.
* Begin met één allergeen tegelijk in kleine hoeveelheden, bij voorkeur 's ochtends, om reacties beter te kunnen observeren.
* Hele noten worden afgeraden onder de 4 jaar.
### 5.2 Potjesvoeding
Potjesvoeding wordt aangeboden als een volwaardig alternatief voor versbereide maaltijden.
* **Voordelen:**
* Geen bacteriën aanwezig door sterilisatie.
* Bevat geen bewaarmiddelen of kleurstoffen.
* De textuur kan (soms) minder goed gekozen worden in vergelijking met zelfbereid voedsel.
* **Aanbevelingen:**
* Voeg steeds 1 koffielepel vetstof toe.
* Potjes mogen niet tweemaal opgewarmd worden.
* Controleer altijd het 'klik'-geluid van het deksel en de vervaldatum.
* Veel potjes zijn een goede bron van calorieën, vergelijkbaar met groentepap (ongeveer 35 kcal per 100g voor een typische groentepap) vergeleken met aardappelen (ongeveer 84 kcal per 100g).
### 5.3 Kunstvoeding
Kunstvoeding kan ter aanvulling of vervanging van borstvoeding worden gebruikt.
* **Soorten:**
* **Zuigelingenmelk (Nr. 1):** Voor baby's van 0-6 maanden, verkrijgbaar in de apotheek.
* **Opvolgmelk (Nr. 2):** Voor baby's van 6-12 maanden, verkrijgbaar in de winkel.
* **Groeimelk (Nr. 3):** Voor kinderen van 1-3 jaar, verkrijgbaar in de winkel.
* **Bereiding:**
* Gebruik water dat geschikt is voor babyvoeding (niet-bruisend, mineraalarm).
* Leidingwater mag gebruikt worden, maar is niet de voorkeur.
* Kraanwater moet steeds gecontroleerd worden op geschiktheid.
* Flesjes niet schudden, maar zwenken.
* Opletten met opwarmen en de temperatuur steeds controleren.
* Koemelk is niet geschikt voor baby's jonger dan 1 jaar.
* **Hoeveelheden:** De aangegeven hoeveelheden op de verpakkingen zijn richtlijnen; individuele behoeften kunnen verschillen. De K&G richtlijnen kunnen hierbij helpen.
* Berekening hoeveelheid moedermelk per flesje (richtlijn):
* Maand 1: $ (150 \text{ ml} \times \text{ gewicht in kg}) / \text{aantal voedingen} $
* Maand 2: $ (140 \text{ ml} \times \text{ gewicht in kg}) / \text{aantal voedingen} $
* Maand 3: $ (130 \text{ ml} \times \text{ gewicht in kg}) / \text{aantal voedingen} $
* Maand 4: $ (120 \text{ ml} \times \text{ gewicht in kg}) / \text{aantal voedingen} $
* Maand 5: $ (110 \text{ ml} \times \text{ gewicht in kg}) / \text{aantal voedingen} $
* Vanaf maand 6: $ (100 \text{ ml} \times \text{ gewicht in kg}) / \text{aantal voedingen} $
* **Flessen en steriliseren:** Richtlijnen van Kind en Gezin dienen gevolgd te worden voor het steriliseren van flessen.
* **Fles weigeren:** Bij flesweigering is het belangrijk rustig te blijven. Andere personen kunnen de fles geven, verschillende flesjes proberen, of de baby afleiden. Speentjes in moedermelk of aanbieden via een beker zijn alternatieven.
> **Tip:** De voedingsrichtlijnen van Kind en Gezin bieden specifieke adviezen voor zowel borstvoeding als kunstvoeding, inclusief hoeveelheden en frequentie. Het is essentieel om altijd de groei en het gewicht van de baby centraal te stellen bij het bepalen van de juiste voeding.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Borstvoeding | De voeding van een baby met melk die door de moeder geproduceerd wordt in de melkklieren van de borsten. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) beveelt exclusieve borstvoeding aan gedurende de eerste zes maanden van het leven van een baby, gevolgd door borstvoeding in combinatie met aanvullende voeding tot twee jaar of langer. |
| Kunstvoeding | Een melkproduct, speciaal samengesteld om de voeding van baby's te vervangen wanneer borstvoeding niet mogelijk of gewenst is. Er zijn verschillende soorten, waaronder zuigelingenmelk voor 0-6 maanden, opvolgmelk voor 6-12 maanden, en groeimelk voor peuters van 1-3 jaar. |
| Vaste voeding | Voedsel dat naast melkvoeding (borstvoeding of kunstvoeding) aan een baby wordt aangeboden, meestal vanaf ongeveer zes maanden oud. Dit omvat gepureerde groenten, fruit, vlees, vis en later ook kleine stukjes voedsel. |
| Baby-led weaning (BLW) | Een methode om vaste voeding te introduceren waarbij baby's vanaf ongeveer zes maanden zelfstandig stukjes voedsel mogen vasthouden en eten, in plaats van gepureerde voeding te ontvangen met een lepel. Dit stimuleert zelfstandigheid en de ontwikkeling van fijne motoriek. |
| Kokhalzen | Een natuurlijke, beschermende reflex bij baby's die optreedt wanneer er voedsel te ver op de tong komt, wat helpt voorkomen dat ze stikken. Het gaat gepaard met hoesten, ademen en soms huilen, maar de baby kan nog steeds ademen. |
| Stikken | Een gevaarlijke situatie waarbij de luchtwegen van een baby geblokkeerd raken door voedsel of een vreemd voorwerp, waardoor ademen moeilijk of onmogelijk wordt. Dit kan leiden tot blauw worden en bewustzijnsverlies. Direct medische hulp is vereist. |
| Opvolgmelk | Een type kunstvoeding dat bedoeld is voor baby's tussen de 6 en 12 maanden oud, als aanvulling op of vervanging van borstvoeding of zuigelingenmelk. Het bevat specifieke voedingsstoffen die aangepast zijn aan de leeftijd van het kind. |
| Groeimelk | Een type kunstvoeding bestemd voor peuters tussen de 1 en 3 jaar oud. Het is samengesteld om te voorzien in de specifieke voedingsbehoeften van kinderen in deze groeifase, met aangepaste niveaus van vitamines en mineralen. |
| Allergenen | Stoffen die bij sommige personen een allergische reactie kunnen uitlokken. Bij baby's worden allergenen zoals koemelk, ei, pinda's en noten geassocieerd met een verhoogd risico op allergieën. Het advies is om deze niet uit te stellen bij de introductie van vaste voeding. |
| Melkvoeding | De algemene term voor de melk die een baby krijgt, dit kan zowel borstvoeding als kunstvoeding (zoals zuigelingenmelk, opvolgmelk of groeimelk) zijn. Melk blijft tot ongeveer 12 maanden de hoofdleverancier van voedingsstoffen voor een baby. |