Cover
立即免费开始 PPT 2a) Bacteriële verwekkers van huid en weke delen en bloedbaan infecties.pdf
Summary
# Bacteriële verwekkers van huid- en weke delen infecties
Dit onderwerp behandelt de belangrijkste bacteriële verwekkers van huid- en weke delen infecties, met een focus op Staphylococcus aureus en Streptococcus pyogenes, hun kenmerken, epidemiologie, overdracht, pathogenese en klinische manifestaties [4](#page=4).
### 1.1 Staphylococcus aureus
Staphylococcus aureus (S. aureus) is een grampositieve bacterie die bolvormig is en zich in trosjes schikt. Het is een facultatief anaëroob organisme. S. aureus is een frequente verwekker van huid- en weke delen infecties (SSTI) waaronder folliculitis, furunkels, karbonkels, paronychia, ecthyma, pyomyositis, wondinfecties en abcessen. Het kan ook leiden tot bloedbaaninfecties (bacteriemie of septicaemie) gedissemineerde infecties endocarditis en het staphylococcal scalded skin syndrome (SSSS) [33](#page=33) [34](#page=34) [35](#page=35) [36](#page=36) [38](#page=38) [40](#page=40) [42](#page=42) [43](#page=43) [44](#page=44) [45](#page=45) [47](#page=47) [48](#page=48) [4](#page=4) [59](#page=59) [96](#page=96).
#### 1.1.1 Structurele componenten van S. aureus
* **Peptidoglycaan:** Veroorzaakt endotoxine-achtige effecten, trekt polymorfonucleaire (PMN) cellen aan en activeert het complementsysteem [19](#page=19).
* **Teichoïnezuur:** Speelt een rol bij de adsorptie van bacteriofagen en de adhesie aan epitheliale oppervlakten via fibronectine [19](#page=19).
* **Proteïne A:** Dit celgebonden eiwit belemmert opsonisatie door de binding van Fc-delen van antistoffen te verstoren. Extracellulair kan het complement consumeren [19](#page=19).
#### 1.1.2 Extracellulaire enzymen van S. aureus
| Enzym | Mechanisme | Effect | Frequentie (S. aureus) |
| :-------------- | :----------------------------------------- | :------------------------------------------------------------------ | :--------------------- |
| Coagulase | Fibrinogeen → Fibrine | Omkapseling | ±100% | [20](#page=20).
| Stafylokinase | Plasminogeen → Plasmin | Oplossen van fibrineklonters (verspreiding) | ±100% | [20](#page=20).
| Nucleasen | Afbraak DNA, RNA | Verspreiding | | [20](#page=20).
| Lipasen | Lipolyse | Invasie van cutane en subcutane weefsels | 90% | [20](#page=20).
| Hyaluronidase | Splist hyaluronzuur | Verspreiding | | [20](#page=20).
| Gelatinase | Proteolyse | Ontstaan van oppervlakkige huidletsels (furunkel) | | [20](#page=20).
| Katalase | 2H₂O₂ → 2H₂O + O₂ | Beschermend (neutraliseert waterstofperoxide) | | [20](#page=20).
#### 1.1.3 Exotoxines van S. aureus
* **Cytolysines:**
* **α-toxine (stafylolysine):** Vormt poriën in celmembranen, wat leidt tot lyseren van rode bloedcellen (RBC), witte bloedcellen (WBC), weefselschade en abcesvorming [22](#page=22).
* **β-toxine:** Lyseert RBC [22](#page=22).
* **γ-toxine:** Lyseert RBC [22](#page=22).
* **δ-toxine:** Lyseert neutrofielen (maar niet RBC), veroorzaakt weefselschade door lysosomale enzymen van neutrofielen en verhoogt de weerstand tegen fagocytose [22](#page=22).
* **Leukocidine:** Lyseert neutrofielen [22](#page=22).
* **Exfoliatieve toxines (ETA/ETB):** Splijten het stratum granulosum van de epidermis, wat leidt tot exfoliatieve dermatitis en het Scalded Skin Syndrome [23](#page=23).
* **Toxic Shock Syndrome Toxin-1 (TSST-1):** Een superantigeen dat hypotensie, shock en mogelijk de dood kan veroorzaken. De productie van TSST-1 wordt geassocieerd met het gebruik van superabsorberende maandverbanden door verhoogde partiële O₂ druk en Mg²⁺ binding [23](#page=23) [24](#page=24) [25](#page=25) [26](#page=26).
* **Enterotoxines (A-H, behalve F):** Fungeren ook als superantigenen en kunnen gastro-intestinale symptomen zoals braken en diarree veroorzaken. De exacte mechanismen zijn niet altijd volledig opgehelderd [23](#page=23).
#### 1.1.4 Methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA)
MRSA is een belangrijke verwekker van zowel community- als ziekenhuisinfecties [28](#page=28) [29](#page=29) [51](#page=51).
#### 1.1.5 Nasale decolonisatie
Nasale topische decolonisatie met middelen zoals mupirocine kan het infectierisico in ziekenhuizen beperken, met name bij chirurgische patiënten ter preventie van wondinfecties. Er bestaat echter bezorgdheid over resistentieontwikkeling tegen mupirocine [18](#page=18).
#### 1.1.6 Coagulase-negatieve staphylokokken (CNS)
CNS, zoals *S. epidermidis* en *S. saprophyticus*, zijn voornamelijk geassocieerd met ziekenhuisinfecties, met name kolonisatie en infecties van katheters en andere medische hulpmiddelen [51](#page=51).
### 1.2 Streptococcus pyogenes (Groep A Streptococcus - GAS)
*Streptococcus pyogenes*, ook bekend als Groep A Streptococcus (GAS), is een grampositieve bacterie die zich in ketens schikt. Het is een facultatief anaëroob organisme. GAS is een belangrijke verwekker van diverse infecties, waaronder impetigo erysipelas cellulitis necrotiserende fasciitis (ook wel 'vleesetende bacterie' genoemd) scarlatina (roodvonk) streptokokken toxic shock syndroom (STSS) en acuut gewrichtsreuma. GAS infecteert uitsluitend mensen en is wereldwijd een belangrijke doodsoorzaak, vooral in lage-inkomenslanden [59](#page=59) [69](#page=69) [70](#page=70) [72](#page=72) [76](#page=76) [77](#page=77) [79](#page=79) [80](#page=80) [81](#page=81) [91](#page=91) [96](#page=96).
#### 1.2.1 Epidemiologie en leeftijdsafhankelijke infecties
GAS-infecties variëren met de leeftijd:
* **Zuigelingen (< 6 maanden):** Vormen nog gebrekkige antistoffen; voornamelijk mucopurulente nasofaryngitiden zonder verdere verspreiding, mogelijk door passieve maternale immuniteit [70](#page=70).
* **6 maanden - 3 jaar:** Herhaalde infecties, soms met complicaties (sepsis, osteomyelitis); ontwikkeling van antistoffen en sensibilisatie voor erytrogeen toxine [70](#page=70).
* **Vanaf 3 jaar:** Mogelijkheid van roodvonk bij eerste infectie [70](#page=70).
* **3 - 10 jaar:** Toenemende immuniteit leidt tot lokalisatie van infecties [70](#page=70).
* **Vanaf 10 jaar:** Toenemend karakter van opportunistische infecties [70](#page=70).
#### 1.2.2 Virulentiefactoren van Streptococcus pyogenes
* **Antigenen van de celwand:**
* **Hyaluronzuur:** Een capsule die fagocytose hindert [74](#page=74).
* **M-proteïne:** Typespecifiek (>80 types), belemmert fagocytose, faciliteert adhesie aan epitheelcellen en speelt een rol in immuniteit als superantigeen [74](#page=74).
* **T-, R-proteïnen:** Typespecifiek, waarschijnlijk geen directe virulentiefactoren [74](#page=74).
* **Lipoteichoïnezuur:** Draagt bij aan adhesie aan epitheelcellen [74](#page=74).
* **C-koolhydraat:** Rol in pathogenese is onduidelijk [74](#page=74).
* **Extracellulaire producten:**
* **Erythrogeen toxine (A, B, C, etc.):** Pyrogeen (koortsverwekkend), cytotoxisch (leukocyten), superantigeen (vooral toxine A), remt antilichaamvorming en veroorzaakt de huiduitslag bij scarlatina [75](#page=75).
* **Streptolysine S (SLS):** Lyseert RBC, WBC en bloedplaatjes; rol in pathogenese onduidelijk [75](#page=75).
* **Streptolysine O (SLO):** Lyseert RBC, WBC en bloedplaatjes; sterk antigenisch (gebruikt voor ASLO-titer) [75](#page=75).
* **NAD-ase:** Leukotoxisch, rol in pathogenese onduidelijk [75](#page=75).
* **Streptokinase:** Breekt fibrine af, wat leidt tot betere verspreiding in weefsel [75](#page=75).
* **Hyaluronidase:** Breekt hyaluronzuur af, bevordert verspreiding [75](#page=75).
* **Amylase:** Breekt suikers af, dient als nutriënt [75](#page=75).
* **Proteïnase:** Breekt eiwitten af, dient als nutriënt [75](#page=75).
* **DNAse:** Breekt DNA af, verdunt etter [75](#page=75).
#### 1.2.3 Klinische manifestaties van GAS-infecties
* **Oppervlakkige infecties:** Impetigo erysipelas cellulitis [76](#page=76) [77](#page=77).
* **Invasieve infecties:** Necrotiserende fasciitis streptokokken toxic shock syndroom (STSS) bacteriëmie [79](#page=79) [80](#page=80) [91](#page=91).
* **Sequelae:** Acuut gewrichtsreuma (met carditis, valvulitis, arthritis, chorea) acute post-streptokokken glomerulonefritis [81](#page=81) [91](#page=91).
* **Andere:** Meningitis, pneumonie, gynaecologische infecties, osteomyelitis, peritonitis of abcessen [91](#page=91).
#### 1.2.4 Differentiaaldiagnose
Bij infecties veroorzaakt door groep A-streptokokken dient gasgangreen (*Clostridium perfringens*) overwogen te worden [92](#page=92).
### 1.3 Andere bacteriële verwekkers van huid- en weke delen infecties
#### 1.3.1 Streptococcus agalactiae (Groep B Streptococcus - GBS)
GBS zijn β-hemolytische streptokokken. Ze zijn een belangrijke verwekker van infecties bij pasgeborenen, die vroeg (respiratoire insufficiëntie, sepsis, meningitis) of laat (meningitis) kunnen optreden. Bij volwassenen kunnen ze urineweginfecties en pyelonefritis veroorzaken, met name bij diabetici. De epidemiologie bij pasgeborenen omvat besmetting in utero of tijdens de passage door het baringskanaal, en bij latere infecties via handcontact. GBS kunnen complicaties veroorzaken bij moeder en kind [84](#page=84) [85](#page=85) [86](#page=86).
#### 1.3.2 Mondstreptokokken (Viridans streptokokken)
Deze groep omvat o.a. *S. salivarius*, *S. sanguis* en *S. mitis*. Ze komen frequent voor in de mondholte. Een belangrijke pathogene rol is het veroorzaken van subacute endocarditis lenta [88](#page=88) [89](#page=89) [90](#page=90).
#### 1.3.3 Bacillus anthracis (Miltvuur)
*Bacillus anthracis* is een grampositieve, staafvormige bacterie die in ketens groeit en aeroob is. Historisch was het een belangrijke oorzaak van uitbraken bij vee en veehouders. De infectie, anthrax of miltvuur, kan cutaan (95%), inhalatoir (5%) of gastro-intestinaal optreden. Besmetting vindt plaats via contact met sporen, inademing van sporen of consumptie van besmet vlees. Er is geen mens-op-mens transmissie. Virulentiefactoren omvatten edematogeen factor, antigeen protective factor en lethal factor, die bijdragen aan oedeem, bloedingen en necrose. De opwarming van de aarde kan het risico op uitbraken in arctische regio's vergroten [100](#page=100) [59](#page=59) [96](#page=96).
#### 1.3.4 Borrelia burgdorferi (Ziekte van Lyme)
*Borrelia burgdorferi* is een spirocheet (spiraalvormige bacterie). Er zijn ten minste 19 genospecies bekend, met variaties tussen Amerika en Europa. Klinische manifestaties kunnen correleren met het genospecies, waarbij *B. burgdorferi ss* geassocieerd wordt met gewrichts- en centrale zenuwstelsel (CNS) symptomen, *B. afzelii* met huidafwijkingen, en *B. garinii* met CNS symptomen. Erythema migrans is een veelvoorkomend symptoom .
#### 1.3.5 Cutibacterium acnes (voorheen Propionibacterium acnes)
*Cutibacterium acnes* is een grampositieve, langzaam groeiende anaërobe bacterie die deel uitmaakt van de normale huidflora. Het kan ontstekingsreacties veroorzaken, met name in relatie tot talgklieren en haarfollikels, wat leidt tot acne. *C. acnes* is ook geassocieerd met infecties van vreemde lichamen, zoals prothese-infecties endovasculaire infecties en CNS-infecties .
#### 1.3.6 Enterokokken
Enterokokken, ook wel darmstreptokokken genoemd, zijn grampositieve kokken die in paren of korte ketens groeien. Bekende soorten zijn *E. faecalis* en *E. faecium*. Ze zijn commensaal in de darm. Enterokokken zijn belangrijke verwekkers van urineweginfecties, infecties van de galwegen en het abdomen, endocarditis en bacteriëmie. Vancomycine-resistente enterokokken (VRE) vormen een groeiend probleem, met name in ziekenhuizen en bij immuungecompromitteerde patiënten [59](#page=59) [96](#page=96).
#### 1.3.7 Pseudomonas aeruginosa
*Pseudomonas aeruginosa* is een gramnegatieve, staafvormige, aeroob groeiende bacterie. Het is een watersaprofyt en kan in diverse vochtige omgevingen voorkomen, waaronder ziekenhuizen. *P. aeruginosa* is berucht om haar resistentie tegen antibiotica en kan een breed spectrum aan infecties veroorzaken, zoals nosocomiale pneumonieën (vooral bij mucoviscidosepatiënten), urineweginfecties, en wondinfecties (bv. bij brandwonden). Het produceert kleurpigmenten zoals pyorubin, pyomelanin en pyocyanine. Biofilmvorming is kenmerkend en speelt een rol in chronische infecties zoals bij mucoviscidose [59](#page=59) [96](#page=96).
#### 1.3.8 Clostridium perfringens (Gasgangreen)
*Clostridium perfringens* is een grampositieve, staafvormige, anaërobe bacterie die sporen kan vormen. Het reservoir is de grond, straatvuil en de darm van mens en dier. *C. perfringens* is een belangrijke verwekker van gasgangreen (koudvuur) door de productie van het α-toxine, wat leidt tot weefselnecrose en gasproductie. Besmetting kan plaatsvinden na darmperforatie, abortus, of in wonden. Het kan ook voedselvergiftiging veroorzaken via een enterotoxine [59](#page=59) [93](#page=93) [94](#page=94) [96](#page=96).
> **Tip:** Het correct identificeren van de specifieke bacterie is cruciaal voor de juiste behandeling, gezien de variërende gevoeligheid voor antibiotica en specifieke virulentiefactoren per pathogeen.
> **Tip:** Bij het beoordelen van huid- en weke delen infecties is het belangrijk om naast de specifieke bacterie ook factoren zoals de patiëntensituatie (bv. immuunstatus, onderliggende aandoeningen) en de omstandigheden van de infectie (bv. nosocomiale vs. community-acquired) mee te nemen.
---
# Coagulase-negatieve stafylokokken en hun rol bij ziekenhuisinfecties
Coagulase-negatieve stafylokokken (CNS) zijn belangrijke nosocomiale pathogenen die zich voornamelijk manifesteren in infecties gerelateerd aan medische hulpmiddelen, mede door hun vermogen tot biofilmvorming en resistentie tegen antibiotica [51](#page=51) [52](#page=52).
### 2.1 Prevalentie en klinische relevantie van CNS
Coagulase-negatieve stafylokokken worden beschouwd als significante nosocomiale pathogenen, met name bij immuungecompromitteerde patiënten en bij infecties waarbij een vreemd lichaam aanwezig is. Hoewel ze oorspronkelijk als kweekcontaminanten werden beschouwd, zijn ze geëvolueerd tot koloniserende organismen die significante infecties kunnen veroorzaken [53](#page=53).
#### 2.1.1 Belangrijke soorten CNS
* **Staphylococcus epidermidis:** Dit is de meest voorkomende soort binnen de CNS en een veelvoorkomend lid van de menselijke epitheliale microflora. S. epidermidis is de meest betrokken bacterie bij infecties die geassocieerd zijn met verblijfsinstrumenten. De hoge prevalentie wordt toegeschreven aan de ruime aanwezigheid op de menselijke huid en het vermogen om zich aan katheters te hechten en biofilms te vormen. S. epidermidis is beschreven als een bacterie die facultatief anaeroob is en trosjes vormt [55](#page=55).
* **Staphylococcus saprophyticus:** Deze soort bevindt zich voornamelijk op het perineum en veroorzaakt voornamelijk urineweginfecties (UWI) [52](#page=52).
* **Andere CNS-soorten:** Zoals *S. capitis* en *S. lugdunensis* worden ook genoemd als veroorzakers van ziekenhuisinfecties, met name in aanwezigheid van een vreemd lichaam [51](#page=51).
#### 2.1.2 Infecties geassocieerd met medische hulpmiddelen
CNS spelen een cruciale rol bij infecties die gerelateerd zijn aan verblijfsinstrumenten (vreemd voorwerp infecties). Dit omvat [53](#page=53):
* **Prothesen:** Denk hierbij aan klepprothesen en orthopedische prothesen. Een patiënt van 58 jaar met een schouderprothese die aanhoudende pijn, roodheid en warmte vertoonde, werd geduld met een prothese-infectie, waarbij *Cutibacterium acnes* (hoewel geen CNS, relevant in de context van prothese-infecties) werd overwogen [53](#page=53).
* **Catheters:** Dit omvat intravasculaire, urinaire en dialysecatheters (peritoneaal) [53](#page=53).
* **Cerebrospinale vloeistofshunts:** [53](#page=53).
#### 2.1.3 Biofilmvorming
Een sleutelmechanisme waarmee CNS infecties veroorzaken, is biofilmvorming. CNS produceren extracellulair slijm, wat essentieel is voor de vorming van biofilms op medische hulpmiddelen [53](#page=53).
* **Mechanisme:** Efficiënte biofilmvorming door *S. epidermidis* is afhankelijk van zowel eiwit- als exopolysaccharide-aggregatiecomponenten [55](#page=55).
* **Bescherming:** Biofilms beschermen de bacterie tegen antibiotica en de afweermechanismen van de gastheer [55](#page=55).
* **Illustratie:** De term "Biofilm CNS" wordt als specifiek onderwerp genoemd [54](#page=54).
#### 2.1.4 Resistentiemechanismen en interactie met het immuunsysteem
* **Antibioticaresistentie:** Biofilmvorming is een belangrijke factor die *S. epidermidis* beschermt tegen antibiotica [55](#page=55).
* **Ontwijkingsmechanismen:** *S. epidermidis* kan de aanwezigheid van antimicrobiële peptiden detecteren en afweerreacties activeren tegen dit type aangeboren gastheer-afweermechanisme. Deze immuunontwijkende factoren hebben waarschijnlijk oorspronkelijke functies in de commensale levensstijl van deze soort [55](#page=55).
* **"Accidentele" infectie:** Het ontbreken van agressieve toxines en de vermoedelijke oorsprong van immuunontwijkingsfactoren in de commensale levensstijl suggereren dat infecties door *S. epidermidis* "accidenteel" van aard zijn [55](#page=55).
#### 2.1.5 Reservoir voor genenoverdracht
* *S. epidermidis* fungeert als een reservoir voor genen die overgedragen kunnen worden naar *Staphylococcus aureus*, waardoor de pathogeniteit en antibioticaresistentie van dit gevaarlijkere pathogeen worden verbeterd [55](#page=55).
### 2.2 Vergelijking met andere bacteriën
CNS, en met name *S. epidermidis*, zijn positieve gram-kleurende kokken die in trosjes liggen en facultatief anaeroob zijn. Dit onderscheidt hen van andere bacteriën qua morfologie en metabolische activiteit. *S. epidermidis* wordt in de context van wondinfecties genoemd naast Streptokokken, Enterobacteriaceae en Enterokokken .
> **Tip:** Het is cruciaal om de rol van *S. epidermidis* bij implantaat-gerelateerde infecties te onthouden, aangezien dit hun voornaamste klinische relevantie in de ziekenhuisomgeving is. De nadruk op biofilmvorming is hierbij essentieel.
> **Voorbeeld:** Een patiënt met een centraal veneuze katheter die koorts ontwikkelt en bij wie *S. epidermidis* wordt gekweekt uit het bloed, heeft waarschijnlijk een katheter-geassocieerde bloedbaaninfectie, waarbij de biofilm op de katheter een centrale rol speelt in de pathogenese.
> **Tip:** Vergeet niet dat *S. epidermidis* vaak wordt aangetroffen op de huid van patiënten. Dit maakt het een belangrijke oorzaak van contaminatie van medische hulpmiddelen, die vervolgens kan leiden tot invasieve infecties.
> **Tip:** Let op het verschil tussen de rol van *S. epidermidis* (voornamelijk opportunistisch bij vreemde lichamen) en *S. aureus* (vaak primair pathogeen met meer agressieve virulentiemechanismen).
---
# Specifieke bacteriële pathogenen en hun infectiebeelden
Dit onderwerp behandelt specifieke bacteriële pathogenen, hun eigenschappen, de infecties die ze veroorzaken, en hun epidemiologische aspecten [92](#page=92).
### 3.1 Clostridium perfringens
* **Classificatie:** Gram-positieve staafvormige bacterie, anaeroob, sporevormend [96](#page=96) [97](#page=97).
* **Eigenschappen:**
* Anaeroob, fermentatief en spore-vormend [97](#page=97).
* Endosporen zijn resistent tegen hitte, chemicaliën en uitdroging [97](#page=97).
* Kunnen kiemen in de juiste omgeving [97](#page=97).
* Heterogene fenotypes en kunnen groeien in een breed temperatuurbereik (3.3 tot 80 °C), met een optimum tussen 25 en 40 °C [97](#page=97).
* Vaak gerelateerd aan zuivel [97](#page=97).
* Meer dan 100 Clostridium species, sommigen geassocieerd met ziekte door toxineproductie [97](#page=97).
* **Pathogene Mechanismen en Infecties:**
* **Gasgangreen (gasgangreen, koudvuur):**
* Veroorzaakt door a-toxine [93](#page=93).
* **Besmetting:** Darmperforatie, abortus, wonden (bv. amputatie, schotwonden) [93](#page=93).
* **Pathogenese:** Ontwikkelt zich tot anaërobe cellulitis en anaërobe myonecrose [93](#page=93).
* **Kenmerk:** Gasproductie [93](#page=93).
* **Differentieel diagnose:** Van groep A-streptokokken [92](#page=92).
* **Voedselvergiftiging:**
* Veroorzaakt door enterotoxine [93](#page=93).
* **Besmetting:** Voedsel (bv. vlees, mogelijk met sporen) [93](#page=93).
* **Pathogenese:** Vegetatieve vorm in de darm, vrijstelling van enterotoxine [93](#page=93).
* **Symptomen:** Krampen en diarree na 10-12 uur [93](#page=93).
* **Verloop:** Zelflimiterend [93](#page=93).
* **Epidemiologie:**
* **Reservoir:** Grond, straatvuil, darm (mens en dier) [93](#page=93).
* **Spectrum:** C. perfringens kan een spectrum van necrotische ziekte veroorzaken bij mens en dier [94](#page=94).
* **Geassocieerde ziekten:** Tetanus, Botulisme, Gasgangreen, Pseudomembraneuze colitis [98](#page=98).
### 3.2 Bacillus anthracis
* **Classificatie:** Gram-positieve staafvormige bacterie, aeroob, ketenvormend [100](#page=100) [96](#page=96).
* **Algemeen:**
* Oorzaak van anthrax of miltvuur .
* Historisch belangrijke oorzaak van uitbraken en sterfte bij vee en veehouders .
* Voorkomend in zuid-oost Europa, het Midden-Oosten en Centraal Azië .
* Toenemend risico op uitbreiding naar arctische regio's door global warming .
* **Pathogene Mechanismen en Infecties:**
* **Toxines:**
* Edematous factor (veroorzaakt oedeem) .
* Protective antigen (een onderdeel van de toxines, mogelijk om het immuunsysteem te omzeilen) .
* Lethal factor (veroorzaakt sterfte) .
* Gecombineerd vormen ze de edematous toxin en lethal toxin die leiden tot oedeem, bloedingen, necrose en mortaliteit .
* **Infectievormen:**
* **Cutane anthrax (95%):** Contact met leer, huiden, etc.. Meestal door huidcontact met sporen (vereist 10-50 sporen) .
* **Inhalatieanthrax (5%):** Bekend als 'woolsorter's disease' en een potentieel bioterreurisme middel. Vereist een groter inoculum (10.000-20.000 sporen) via aerosolen .
* **Gastro-intestinale anthrax:** Consumptie van besmette dieren. Vereist een zeer grote hoeveelheid sporen (250.000 tot 1.000.000) .
* **Epidemiologie:**
* **Blootstelling:** Milieu, landbouw, beroepsmatig, industrieel .
* **Transmissie:** Geen transmissie van mens-op-mens .
### 3.3 Borrelia burgdorferi
* **Classificatie:** Spirochaet (spiraalvormige bacterie), negatieve gramreactie, spirilvormig [96](#page=96).
* **Eigenschappen:**
* Er zijn minstens 19 genospecies van Borrelia .
* In de VS komt B. burgdorferi ss voor, in Europa B. afzelii, B. garinii, etc. .
* Er is een correlatie tussen genospecies en klinische manifestaties .
* **Ziekte:** De ziekte van Lyme .
* **Ecologie en Transmissie:**
* **Vector:** Teken zijn de belangrijkste vectoren.
* **Clinical Manifestations:**
* Alle genospecies veroorzaken Erythema migrans (een kenmerkende huiduitslag) .
* B. afzelii is geassocieerd met cutane manifestaties .
* B. garinii is geassocieerd met centrale zenuwstelsel (CNS) manifestaties .
* B. burgdorferi ss is geassocieerd met articulare (gewrichts-) en CNS-manifestaties .
* **Voorbeeld patiënt:** Een natuurgids met een pijnloze rode vlek op de bil/onderzijde van de rug, met lichte koorts, suggereert de ziekte van Lyme .
### 3.4 Pseudomonas aeruginosa
* **Classificatie:** Gram-negatieve staafvormige bacterie, aeroob [100](#page=100) [96](#page=96).
* **Eigenschappen:**
* Productie van kleurpigmenten: pyorubin (rood-bruin), pyomelanin (bruin-zwart), pyocyanine (blauw-groen) .
* Vaak resistent tegen antibiotica .
* **Pathogeen Vermogen en Infecties:**
* **Nosocomiale infecties:**
* Ademhalingswegen (pneumonie, sinusitis, met name bij mucoviscidosepatiënten) .
* Urinewegen (cystitis) .
* Wondinfecties (bv. bij brandwonden) .
* Kolonisatie van 'vochtige' zones, rondom katheters en vreemdlichamen .
* **Niet-nosocomiale infecties:** Otitis externa, ooginfecties, endocarditis .
* **Andere infecties:** Abdominale infecties .
* **Biofilm vorming:** Wordt geassocieerd met infecties, zoals in de longen van mucoviscidosepatiënten .
* **Epidemiologie:**
* **Watersaprofyt:** Komt voor in waterige omgevingen zoals humidificatoren van ademhalingsapparaten en couveuses .
* **Commensaal:** Soms commensaal van de darm bij de mens .
* **Ziekenhuisinfecties:** Frequent voorkomend in ziekenhuizen .
* **Omgeving:** Kan aanwezig zijn in wasbakken in ziekenhuizen .
* **Voorbeeld patiënt:** Een vrachtwagenchauffeur met een wond aan het onderbeen die nat, geelgroen pus produceert met een zoetige geur, kan een wondinfectie met Pseudomonas aeruginosa hebben .
---
# Enterokokken en urineweginfecties
Dit gedeelte behandelt de taxonomische classificatie, epidemiologie en het pathogene vermogen van enterokokken, met specifieke aandacht voor hun rol bij urineweginfecties en gerelateerde uitdagingen zoals vancomycineresistentie.
### 4.1 Taxonomie en Kenmerken van Enterokokken
Enterokokken, ook wel darmstreptokokken genoemd, behoren tot de grampositieve kokken die in duplet- of kettingvorm kunnen voorkomen. Ze worden gekenmerkt door een D-groepsantigeen, dat een polymeer is van ribitol- en glycerofosfaten .
**Belangrijke kenmerken:**
* **Wisselende hemolyse:** Enterokokken vertonen verschillende patronen van hemolyse .
* **Groeiomstandigheden:** Ze kunnen groeien bij hoge zoutconcentraties (tot 40% gal) en bij een alkalische pH .
De meest voorkomende soorten zijn *Enterococcus faecalis* en *Enterococcus faecium* .
### 4.2 Epidemiologie van Enterokokken
Enterokokken zijn commensalen van de menselijke darm. Dit betekent dat ze een normaal onderdeel vormen van de darmflora. Echter, door hun aanwezigheid in de darm kunnen ze bij bepaalde omstandigheden of bij een verzwakt immuunsysteem leiden tot infecties, met name in de gezondheidszorgsetting (health care associated) .
### 4.3 Pathogeen Vermogen en Infecties door Enterokokken
Enterokokken hebben een significant pathogeen vermogen en kunnen diverse infecties veroorzaken:
* **Urineweginfecties (UWI):** Dit is een van de meest voorkomende infecties veroorzaakt door enterokokken .
* **Infecties van galwegen en abdomen:** Ze spelen ook een rol bij infecties in deze gebieden .
* **Endocarditis:** Infectie van de binnenwand van het hart.
* **Bacteriëmie:** Aanwezigheid van bacteriën in de bloedbaan.
Infecties door enterokokken komen vaker voor bij patiënten die antibiotica gebruiken, in ziekenhuisomgevingen en bij immuungecompromitteerde individuen .
### 4.4 Vancomycineresistentie bij Enterokokken
Een belangrijk klinisch probleem met enterokokken is de ontwikkeling van vancomycineresistentie. Vancomycine is een antibioticum dat vaak wordt gebruikt bij de behandeling van ernstige infecties, waaronder die veroorzaakt door grampositieve bacteriën. De resistentie van enterokokken tegen dit antibioticum bemoeilijkt de behandeling van deze infecties aanzienlijk .
> **Tip:** Vancomycineresistentie bij enterokokken (VRE) is een kritiek probleem in de nosocomiale infectiebestrijding, omdat het de therapeutische opties voor ernstige infecties drastisch beperkt.
#### 4.4.1 Voorbeeld van een Klinische Presentatie
Een 77-jarige dame, zeven dagen na een laparotomie, presenteert zich met pijn, jeuk en roodheid van de wond, en een lichaamstemperatuur van 37,8°C. De differentiaaldiagnose omvat een wondinfectie, waarschijnlijk van de gezondheidszorg geassocieerd, waarbij coagulase-negatieve stafylokokken, streptokokken, enterobacteriaceae en enterokokken worden overwogen. Dit illustreert hoe enterokokken, naast andere bacteriën, een rol kunnen spelen bij complicaties na chirurgische ingrepen .
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Staphylococcus aureus | Een Gram-positieve bacterie die wijdverspreid voorkomt en een belangrijke verwekker is van huid- en weke delen infecties, maar ook van bloedbaaninfecties, endocarditis en het toxischeshocksyndroom. |
| Streptococcus pyogenes | Ook bekend als groep A streptokok (GAS), een Gram-positieve bacterie die impetigo, cellulitis, erysipelas en necrotiserende fasciitis kan veroorzaken, evenals roodvonk en het streptokokken toxischshocksyndroom. |
| Coagulase | Een enzym geproduceerd door Staphylococcus aureus dat fibrinogeen omzet in fibrine, wat helpt bij de vorming van een fibrineklonter rond de bacterie en deze beschermt tegen het immuunsysteem. |
| Coagulase-negatieve stafylokokken (CNS) | Een groep stafylokokken die geen coagulase produceren, waaronder Staphylococcus epidermidis, vaak geassocieerd met infecties van medische hulpmiddelen en nosocomiale infecties. |
| Biofilm | Een georganiseerde gemeenschap van micro-organismen die is ingekapseld in een zelfgeproduceerde extracellulaire matrix. Biofilms bieden bescherming aan de bacteriën tegen antibiotica en het immuunsysteem, en zijn vaak betrokken bij chronische en moeilijk te behandelen infecties. |
| Necrotiserende fasciitis | Een ernstige, snel progressieve bacteriële infectie van de huid en onderliggende weefsels, gekenmerkt door weefselnecrose en vaak veroorzaakt door Streptococcus pyogenes of Staphylococcus aureus. Het wordt ook wel de 'vleesetende bacterie' genoemd. |
| Miltvuur (Anthrax) | Een infectieziekte veroorzaakt door Bacillus anthracis, een Gram-positieve bacterie die sporen vormt. Het kan verschillende vormen aannemen, waaronder cutane, inhalatie- en gastro-intestinale miltvuur, met potentieel ernstige gevolgen. |
| Borrelia burgdorferi | Een spirocheet die de ziekte van Lyme veroorzaakt, overgedragen door teken. De infectie kan zich manifesteren met diverse symptomen, waaronder erythema migrans (een kenmerkende huiduitslag), neurologische, cardiale en gewrichtsproblemen. |
| Pseudomonas aeruginosa | Een Gram-negatieve bacterie die vaak voorkomt in vochtige omgevingen en een belangrijke oorzaak is van nosocomiale infecties, met name bij immuungecompromitteerde patiënten. Het kan luchtweginfecties, urineweginfecties en wondinfecties veroorzaken. |
| Clostridium perfringens | Een Gram-positieve anaërobe bacterie die gasgangreen (ook bekend als koudvuur) en voedselvergiftiging kan veroorzaken. Gasgangreen wordt gekenmerkt door weefselnecrose en gasvorming, vaak als gevolg van trauma of chirurgie. |
| Enterokokken | Een groep Gram-positieve bacteriën die commensalen van de darm zijn. Ze kunnen infecties veroorzaken zoals urineweginfecties, endocarditis en bacteriëmie, en zijn bekend om hun resistentie tegen verschillende antibiotica, waaronder vancomycine. |
| Katalase | Een enzym dat waterstofperoxide ($H_2O_2$) omzet in zuurstof ($O_2$) en water ($H_2O$). Dit enzym is nuttig bij de identificatie van bacteriën; bijvoorbeeld, stafylokokken zijn katalase-positief, terwijl streptokokken katalase-negatief zijn. |
| Toxischshocksyndroom (TSS) | Een ernstige, potentieel levensbedreigende aandoening die wordt veroorzaakt door toxines geproduceerd door bacteriën, zoals Staphylococcus aureus (TSST-1) en Streptococcus pyogenes. Het wordt gekenmerkt door plotselinge hoge koorts, hypotensie en huiduitslag. |
| Erythrogeen toxine | Een toxine geproduceerd door Streptococcus pyogenes dat verantwoordelijk is voor de huiduitslag bij roodvonk en fungeert als een superantigeen, wat een overmatige immuunrespons kan veroorzaken. |
| Glycocalyx | Een extracellulair polymeer van suikers dat bacteriën zoals Staphylococcus epidermidis helpt bij adhesie aan oppervlakken en de vorming van biofilms. Het speelt een cruciale rol in de kolonisatie en het overleven van de bacterie in een gastheer. |