Cover
立即免费开始 Pneumo_Les 4_Longziekten_Astma behandeling_GB_20102025 (1).pdf
Summary
# Algemene principes van astmabehandeling en patiënteneducatie
Dit onderwerp belicht de fundamentele benaderingen voor astmabeheer, met een sterke nadruk op patiëntparticipatie en het hanteren van zowel chronische als acute fasen van de ziekte [3](#page=3).
### 1.1 Doelstellingen van langetermijnbehandeling
Het primaire doel van langetermijn astmabehandeling is het bereiken en handhaven van controle over de symptomen. Dit omvat het mogelijk maken van normale activiteiten, inclusief lichaamsbeweging, het zo dicht mogelijk bij normale niveaus houden van de longfunctie, het voorkomen van exacerbaties en sterfte, en het minimaliseren van bijwerkingen van medicatie [2](#page=2).
### 1.2 Kernprincipes van astmabehandeling
De behandeling van astma is gebaseerd op vier algemene principes [3](#page=3):
1. Informatie en educatie van de patiënt [3](#page=3).
2. Vermijden van oorzakelijke en uitlokkende factoren [3](#page=3).
3. Medicamenteuze behandeling, onderverdeeld in chronische behandeling en behandeling van acute aanvallen [3](#page=3).
#### 1.2.1 Informatie en educatie van de patiënt
Een cruciaal aspect van astmabehandeling is het opbouwen van een partnerschap met de patiënt. Dit houdt in dat de doelstellingen van de behandeling worden overeengekomen en dat de patiënt uitgebreide informatie ontvangt over astma. Essentiële onderdelen van de educatie zijn het aanleren van de juiste inhalatietechniek, het uitleggen van het onderscheid tussen onderhoudsmedicatie en noodmedicatie, en indien relevant, het instructie geven over het gebruik van een piekexpiratoire flowmeter (PEFR). Het resultaat hiervan is een schriftelijk plan voor zowel de chronische behandeling als de noodbehandeling [4](#page=4).
> **Tip:** Een goed geïnformeerde en actieve patiënt is essentieel voor een succesvolle astmabehandeling [4](#page=4).
#### 1.2.2 Vermijden van uitlokkende factoren
Het identificeren en vermijden van factoren die astma-symptomen kunnen uitlokken of verergeren, is een hoeksteen van de behandeling. Deze factoren kunnen worden onderverdeeld in aspecifieke en specifieke prikkels [5](#page=5).
* **Aspecifieke prikkels:** Hieronder vallen onder meer tabaksrook, vluchtige organische stoffen, luchtvervuiling en plotselinge temperatuurswisselingen [5](#page=5).
* **Specifieke prikkels:** Dit zijn prikkels die een allergische reactie of een specifieke overgevoeligheid kunnen veroorzaken. Hieronder vallen [5](#page=5):
* **Allergenen:** Zoals huisstofmijt, dierenepithelen en pollen van bomen en grassen [5](#page=5).
* **Medicatie:** Aspirine en niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) kunnen een reactie uitlokken bij patiënten met het APA-syndroom (Astma, Polyposis nasi, Aspirine-allergie) [5](#page=5).
* **Bètablokkers:** Niet-cardioselectieve bètablokkers kunnen bronchoconstrictie veroorzaken [5](#page=5).
#### 1.2.3 Maatregelen bij huisstofmijtallergie
Specifieke maatregelen kunnen worden genomen om de blootstelling aan huisstofmijt te verminderen, met name in de slaapkamer en in de algemene leefomgeving [6](#page=6).
* **Slaapkamer:**
* Gebruik gladde vloerbedekking in plaats van tapijten [6](#page=6).
* Gebruik luchtdichte matrashoezen en hoofdkussenovertrekken [6](#page=6).
* Was beddengoed wekelijks op een temperatuur van meer dan 55 graden Celsius [6](#page=6).
* Houd het meubilair sober en minimaliseer het aantal losliggende spullen [6](#page=6).
* Vermijd planten, losse kleding, speelgoed en boeken in de slaapkamer [6](#page=6).
* **Algemeen:**
* Handhaaf een relatieve luchtvochtigheid binnenshuis lager dan 50% [6](#page=6).
* Vermijd huisdieren [6](#page=6).
* Gebruik sober meubilair en vermijd stoffen zetels [6](#page=6).
* Vermijd tapijten in de woning [6](#page=6).
#### 1.2.4 Medicamenteuze behandeling
De medicamenteuze aanpak van astma omvat zowel chronische behandelingen ter controle van ontstekingen als medicatie voor de acute behandeling van astma-aanvallen. Deze worden niet verder uitgedetailleerd op de specifieke pagina's 2-6, maar vormen een essentieel onderdeel van de algehele behandelstrategie [3](#page=3).
---
# Inhalatietherapie en medicatie bij astma
Dit deel van de analyse richt zich op de verschillende inhalatietoestellen en medicijnen die gebruikt worden bij astmabehandeling, zoals inhalatiecorticosteroïden (ICS), bèta-agonisten (SABA en LABA), en combinaties daarvan [12](#page=12) [7](#page=7).
### 2.1 Inhalatietoestellen
Er zijn diverse inhalatietoestellen beschikbaar voor astmamedicatie. Deze omvatten [7](#page=7):
* **Nebulisers:** Dit zijn apparaten die medicatie omzetten in een fijne nevel die ingeademd kan worden. Voorbeelden zijn jet- en ultrasone nebulisers, evenals hand-held nebulisers zoals de Respimat [7](#page=7).
* **Gepressuriseerde dosisaërosols (pMDI):** Deze inhalatoren leveren medicatie onder druk. Ze zijn beschikbaar in varianten met een gebruikelijke deeltjesgrootte en ultrafijne deeltjesgrootte. Er bestaan ook "ademgestuurde" pMDI's. Pmdi's kunnen ook gebruikt worden in combinatie met een spacer om de afgifte en inhalatie te verbeteren [7](#page=7).
* **Droogpoederinhalatoren (DPI):** Deze inhalatoren leveren medicatie in poedervorm. Ze kunnen monodosis (met capsules), multidosis, of reservoir-gebaseerd zijn. Verschillende types DPI's zijn de Aerolizer, Diskus, Ellipta, Easyhaler, Novolizer en Turbohaler [13](#page=13) [7](#page=7).
Er zijn ook nuttige apps beschikbaar die kunnen ondersteunen bij inhalatietherapie, zoals App My Puff [10](#page=10) [8](#page=8).
### 2.2 Medicatie bij astma
#### 2.2.1 Onderhoudsmedicatie
Onderhoudsmedicatie bij astma omvat primair inhalatiecorticosteroïden (ICS) en combinaties van ICS met langwerkende bèta-2-agonisten (LABA). Andere opties zijn leukotriene receptor antagonisten (LTRA), theofylline, cromoglycaat en, bij ernstig astma, monoclonale antilichamen zoals anti-IgE (omalizumab), anti-IL5 (mepolizumab), anti-IL5R (benralizumab), anti-IL4R (dupilumab) en anti-TSLP (tezepelumab) [12](#page=12).
#### 2.2.2 Inhalatiecorticosteroïden (ICS)
ICS zijn essentieel voor de behandeling van astma vanwege hun ontstekingsremmende werking [12](#page=12).
* **Werkingsmechanismen:**
* Inhibitie van inflammatie door het afremmen van de synthese van inflammatoire mediatoren (zoals cytokines en chemokines) [29](#page=29).
* Versnellen van de apoptose (celdood) van inflammatoire cellen zoals dendritische cellen en eosinofielen [29](#page=29).
* Toename van het aantal bèta-2-receptoren [29](#page=29).
* **Kenmerken:**
* ICS hebben een sterke topische (lokale) activiteit [31](#page=31).
* Ze hebben een geringe systemische biologische beschikbaarheid door lage gastro-intestinale absorptie, snelle afbraak in de lever (first-pass metabolisme) en snelle systemische metabolisatie [31](#page=31).
* **Voorbeelden van ICS:**
* Beclometason (bv. Qvar®) [13](#page=13).
* Budesonide (bv. Pulmicort®, Miflonide®) [13](#page=13).
* Fluticason propionaat (bv. Flixotide®) [13](#page=13).
* Fluticason furoaat (bv. Ellipta) [13](#page=13).
* **Bijwerkingen:**
* Lokale bijwerkingen kunnen heesheid en orofaryngeale candidiase (spruw) omvatten [32](#page=32).
* Systemische bijwerkingen, hoewel zeldzaam door de lage systemische beschikbaarheid, kunnen huidverdunning, subcutane bloedingen en, bij kinderen, groeivertraging zijn [32](#page=32) [33](#page=33).
> **Tip:** Regelmatig gebruik van ICS is geassocieerd met een verminderd risico op overlijden door astma [14](#page=14).
#### 2.2.3 Bèta-2-agonisten (BA)
Bèta-2-agonisten worden ingedeeld in kortwerkende (SABA) en langwerkende (LABA) varianten [15](#page=15) [36](#page=36).
* **Werkingsmechanismen:**
* Relaxatie van gladde spiercellen in de luchtwegen [35](#page=35).
* Afremmen van vasculaire permeabiliteit [35](#page=35).
* Versterking van de werking van corticosteroïden [35](#page=35).
* **Bijwerkingen:**
* Tremoren [35](#page=35).
* Hartkloppingen [35](#page=35).
* Onrustig gevoel [35](#page=35).
* Hypokaliëmie (laag kaliumgehalte in het bloed) [35](#page=35).
* **Kortwerkende bèta-2-agonisten (SABA):**
* Worden gebruikt als "reliever" medicatie (zo nodig) [15](#page=15) [18](#page=18) [19](#page=19).
* **Belangrijk:** SABA mag NOOIT als enige behandeling bij astma worden gebruikt [15](#page=15).
* Voorbeelden: Salbutamol (bv. Ventolin®), Fenoterol (bv. Berotec®) [15](#page=15).
* Het verhoogde gebruik van geïnhaleerde SABA is geassocieerd met een verhoogd risico op astma-gerelateerde sterfte [16](#page=16).
* **Langwerkende bèta-2-agonisten (LABA):**
* Worden gebruikt bij COPD en **NOOIT** als monotherapie bij astma [15](#page=15).
* Voorbeelden: Formoterol (bv. Foradil®, Oxis®), Salmeterol (bv. Serevent®), Indacaterol (bv. Onbrez®) [15](#page=15).
* LABA's hebben een langere werkingsduur en zijn traag in werking, wat ze geschikt maakt voor onderhoudsbehandeling [18](#page=18) [19](#page=19).
#### 2.2.4 Combinatiepreparaten (ICS + LABA)
Vaste combinaties van ICS en LABA bieden zowel ontstekingsremming als bronchodilatatie in één inhalator [20](#page=20).
* **Indicatie:** Deze combinaties zijn cruciaal voor de behandeling van matig tot ernstig astma [20](#page=20) [23](#page=23).
* **Werkingsmechanisme:** De combinatie pakt zowel de ontsteking (ICS) als de bronchoconstrictie (LABA) aan [21](#page=21).
* **Voorbeelden van vaste combinaties:**
* Fluticason + Salmeterol (bv. Seretide®) [20](#page=20).
* Fluticason + Formoterol (bv. Flutiform®) [20](#page=20).
* Budesonide + Formoterol (bv. Symbicort®, Symbicort Forte, Bufomix®) [20](#page=20).
* Beclometason + Formoterol (bv. Inuvair®) [20](#page=20).
* Fluticason furoaat + Vilanterol (bv. Relvar®) [20](#page=20).
* **Therapieconcepten met ICS-Formoterol:**
* **Anti-Inflammatory Reliever (AIR)-only therapie:** Bij mild astma (GINA stappen 1 en 2). Hierbij wordt een combinatie van ICS-formoterol uitsluitend als "reliever" (zo nodig) gebruikt, naast een basis onderhoudsbehandeling [22](#page=22) [25](#page=25) [26](#page=26).
* **Maintenance and Anti-Inflammatory Reliever Therapy (MART):** Bij matig tot ernstig astma (GINA stappen 3, 4 en 5). De combinatie van ICS-formoterol dient zowel als onderhoudsbehandeling als als "reliever" (zo nodig) [23](#page=23) [25](#page=25) [28](#page=28).
#### 2.2.5 Kortwerkende anticholinergica
* **Werkingsmechanisme:** Blokkeren van de werking van acetylcholine op muscarinereceptoren [36](#page=36).
* **Bijwerking:** Droge mond [36](#page=36).
### 2.3 Selectie van inhalatietherapie
Bij de keuze van inhalatietherapie moeten verschillende factoren in overweging worden genomen:
* Welke medicatie is het meest geschikt voor de patiënt [9](#page=9)?
* Welke inhalatoren zijn beschikbaar voor de patiënt [9](#page=9)?
* Kan de patiënt de gekozen inhalator correct gebruiken na training [9](#page=9)?
* Welke optie heeft de laagste milieu-impact [9](#page=9)?
* Is de patiënt tevreden met de behandeling [9](#page=9)?
---
# Behandeling van acute astma-aanvallen en ernstig astma
Dit onderwerp richt zich op de identificatie en behandeling van acute astma-exacerbaties, inclusief de beoordeling van de ernst, risicofactoren en criteria voor hospitalisatie, evenals de aanpak van ernstig astma met biologische therapieën.
### 3.1 Acute astma-exacerbatie
#### 3.1.1 Beoordeling van de ernst van een astma-aanval
De ernst van een acute astma-exacerbatie kan worden ingedeeld in mild, matig en ernstig, gebaseerd op verschillende kenmerken [44](#page=44).
* **Mild:**
* Dyspnoe bij wandelen [44](#page=44).
* Kan spreken in zinnen [44](#page=44).
* Verhoogde ademfrequentie [44](#page=44).
* Pols < 100 slagen per minuut [44](#page=44).
* Piekerstroom (PEF) tussen 70-80% van voorspeld of persoonlijke beste waarde [44](#page=44).
* Arteriële zuurstofspanning ($PaO_2$) is normaal [44](#page=44).
* Arteriële koolstofdioxidespanning ($PaCO_2$) < 40 mmHg [44](#page=44).
* Zuurstofsaturatie > 95% [44](#page=44).
* **Matig:**
* Dyspnoe bij spreken [44](#page=44).
* Kan spreken in korte zinnen [44](#page=44).
* Verhoogde ademfrequentie [44](#page=44).
* Pols 100-120 slagen per minuut [44](#page=44).
* PEF 50-70% van voorspeld of persoonlijke beste waarde [44](#page=44).
* $PaO_2$ 60-85 mmHg [44](#page=44).
* $PaCO_2$ < 40 mmHg [44](#page=44).
* Zuurstofsaturatie 91-95% [44](#page=44).
* **Ernstig:**
* Dyspnoe in rust [44](#page=44).
* Kan spreken in woorden [44](#page=44).
* Verhoogde ademfrequentie [44](#page=44).
* Pols > 120 slagen per minuut [44](#page=44).
* PEF < 50% van voorspeld of persoonlijke beste waarde [44](#page=44).
* $PaO_2$ < 60 mmHg [44](#page=44).
* $PaCO_2$ > 40 mmHg [44](#page=44).
* Zuurstofsaturatie < 90% [44](#page=44).
#### 3.1.2 Risicofactoren voor mortaliteit bij acute astma-exacerbatie
Bepaalde factoren verhogen het risico op mortaliteit bij een acute astma-exacerbatie [45](#page=45):
* Huidig gebruik of recent stoppen met orale steroïden [45](#page=45).
* Ziekenhuisopname of spoedopname wegens astma gedurende het laatste jaar [45](#page=45).
* Eerdere intubatie wegens astma [45](#page=45).
* Psychiatrische of psychosociale problemen [45](#page=45).
* Niet-naleving van de behandeling (non-compliantie) [45](#page=45).
#### 3.1.3 Tekenen van dreigende ademhalingsstilstand
Signalen die wijzen op een dreigende ademhalingsstilstand omvatten [46](#page=46):
* Sufheid en verwardheid [46](#page=46).
* Paradoxale thoraco-abdominale bewegingen [46](#page=46).
* Afwezige piepende ademhaling (silent chest) [46](#page=46).
* Bradycardie (trage hartslag) [46](#page=46).
#### 3.1.4 Behandeling van een acute astma-exacerbatie
De behandeling van een acute astma-exacerbatie omvat [47](#page=47):
* **Bronchodilatoren:** Kortwerkende bèta-agonisten (SABA) zoals salbutamol (Ventolin).
* 4 tot 10 puffs via een spacer (Volumatic of Aerochamber) [47](#page=47).
* Alternatief: Duovent (ipratropium/salbutamol) 4cc verneveling [47](#page=47).
* Herhalen indien nodig, om de 20 minuten gedurende het eerste uur, daarna om de 4 uur [47](#page=47).
* **Systemische corticosteroïden:**
* Oraal: methylprednisolon (Medrol) 32 milligram éénmaal daags gedurende 5 dagen [47](#page=47).
* Intraveneus: methylprednisolon (Solumedrol) 40 milligram éénmaal daags [47](#page=47).
* **Zuurstof:** Titreren tot een zuurstof saturatiedoel van $\geq$ 93-95% [47](#page=47).
#### 3.1.5 Criteria voor hospitalisatie bij acute astma-exacerbatie
Hospitalisatie is geïndiceerd bij de volgende criteria [48](#page=48):
* Geen adequaat antwoord op de behandeling binnen de 2 uur [48](#page=48).
* Persisterende ernstige luchtwegobstructie (PEF < 40%) [48](#page=48).
* Voorgeschiedenis van ernstig astma [48](#page=48).
* Aanwezigheid van risicofactoren voor mortaliteit [48](#page=48).
* Verlengde symptomen voor de huidige exacerbatie [48](#page=48).
* Onvoldoende thuiszorg en medicatievoorziening [48](#page=48).
* Voorziene transportmoeilijkheden [48](#page=48).
### 3.2 Ernstig astma en biologische therapieën
Ernstig astma kan een specifieke behandeling vereisen, waaronder biologische therapieën wanneer standaardbehandelingen onvoldoende effectief zijn. De GINA (Global Initiative for Asthma) strategie biedt richtlijnen hiervoor [49](#page=49) [57](#page=57).
#### 3.2.1 Indicaties voor biologische therapie
Biologische therapieën, met name monoklonale antilichamen, worden overwogen bij patiënten met ernstig astma die frequente exacerbaties hebben [51](#page=51).
#### 3.2.2 Monoklonale antilichamen bij ernstig astma
Verschillende monoklonale antilichamen zijn beschikbaar voor de behandeling van ernstig astma, afhankelijk van het fenotype van de patiënt [51](#page=51) [55](#page=55).
* **Anti-IgE:**
* Omalizumab (Xolair®): Werkzaam bij ernstig allergisch astma met verhoogde IgE-waarden en specifieke allergieën, met name 'early-onset' allergen-gedreven astma. Vermindert exacerbaties. Mogelijke bijwerkingen zijn lokale en systemische allergische reacties [52](#page=52).
* **Anti-IL5 en Anti-IL5R:**
* Mepolizumab (Nucala®) (subcutaan, SC) Reslizumab (Cinqaero) (intraveneus, IV): Deze antilichamen richten zich tegen interleukine-5 (IL-5) [51](#page=51) [53](#page=53) [55](#page=55).
* Benralizumab (Fasenra®) (subcutaan, SC): Dit antilichaam richt zich tegen de IL-5 receptor (IL-5R) [51](#page=51) [53](#page=53) [55](#page=55).
* Indicatie voor deze IL-5/IL-5R gerichte therapieën is bij volwassenen met ernstig astma gekenmerkt door verhoogde bloed eosinofilie en herhaalde exacerbaties, vooral 'adult-onset' ernstig eosinofiel astma [53](#page=53).
* **Andere biologische therapieën:**
* Dupilumab (Dupixent) [55](#page=55).
* Tezepelumab (Tezspire) [55](#page=55).
#### 3.2.3 Toedieningsvorm en frequentie
Biologische therapieën worden vaak toegediend via subcutane injecties (spuit of pen met auto-injector). De frequentie van toediening varieert en kan om de 2, 4 of 8 weken zijn [55](#page=55).
#### 3.2.4 Adherentie en inhalatietechniek bij ongecontroleerd astma
Wanneer astma niet onder controle is, zijn het verbeteren van therapietrouw (adherentie aan ICS) en inhalatietechniek cruciaal [41](#page=41) [42](#page=42).
* **Adherentie optimaliseren:** Checken en optimaliseren van therapietrouw, bij voorkeur met ICS/formoterol MART (Maintenance and Reliever Therapy) in plaats van alleen onderhoudsbehandeling met ICS of ICS+LABA [42](#page=42).
* **Inhalatietechniek optimaliseren:** Controleren en verbeteren van de inhalatietechniek, bijvoorbeeld met de "Goed Gebruik Geneesmiddelen" (GGG) methode of via een specifieke app [42](#page=42).
#### 3.2.5 Oorzaken van ongecontroleerd astma
Als astma niet onder controle is, kan dit diverse oorzaken hebben, waaronder [41](#page=41):
* Slechte therapietrouw (met name ten aanzien van ICS) [41](#page=41).
* Slechte inhalatietechniek [41](#page=41).
* Roken [41](#page=41).
* Aanhoudende blootstelling aan allergenen [41](#page=41).
* Significante comorbiditeit [41](#page=41).
* Foutieve diagnose [41](#page=41).
* Ernstig astma [41](#page=41).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Astma | Een chronische ontstekingsziekte van de luchtwegen die gepaard gaat met een variabele en recidiverende obstructie van de luchtwegen, met symptomen zoals hoesten, piepende ademhaling, kortademigheid en druk op de borst. |
| Longziekten | Een algemene term die verwijst naar diverse aandoeningen die de longen en de luchtwegen aantasten, waaronder astma, COPD en longontsteking. |
| Globale Initiatief voor Astma (GINA) | Een internationaal initiatief dat richtlijnen en strategieën ontwikkelt voor de diagnose, behandeling en preventie van astma, met als doel de zorg voor astmapatiënten wereldwijd te verbeteren. |
| Symptoomcontrole | Het beheer van astmasymptomen om ze zo veel mogelijk te verminderen of te elimineren, zodat de patiënt een zo normaal mogelijk leven kan leiden en het risico op aanvallen wordt geminimaliseerd. |
| Longfunctie | Een meting van hoe goed de longen werken, vaak uitgedrukt in termen van ademhalingsvolumes en -snelheden, zoals gemeten met een spirometer (bijvoorbeeld FEV1). |
| Exacerbatie | Een plotselinge verergering van de symptomen van astma, die kan leiden tot een acute benauwdheid en die mogelijk ziekenhuisopname vereist. |
| Medicamenteuze behandeling | Het gebruik van geneesmiddelen om astmasymptomen te behandelen, de ontsteking te verminderen en luchtwegverwijding te bewerkstelligen, onderverdeeld in chronische en acute behandelingen. |
| Patiënteneducatie | Het proces waarbij patiënten informatie en vaardigheden krijgen aangereikt om hun ziekte beter te begrijpen en zelfstandig te managen, wat cruciaal is voor een succesvolle astmabehandeling. |
| Inhalatietherapie | De toediening van medicijnen voor astma via een inhalator, zodat het medicijn direct in de luchtwegen terechtkomt, wat de effectiviteit verhoogt en systemische bijwerkingen vermindert. |
| Uitlokkende factoren | Externe of interne prikkels die bij astmapatiënten een astma-aanval kunnen veroorzaken of verergeren, zoals allergenen, luchtvervuiling of fysieke inspanning. |
| Allergenen | Stoffen die bij gevoelige personen een allergische reactie kunnen uitlokken, zoals huisstofmijt, dierenepithelen en pollen, die een veelvoorkomende oorzaak zijn van astmasymptomen. |
| Inhalatiecorticosteroïden (ICS) | Medicijnen die de ontsteking in de luchtwegen verminderen en een belangrijke rol spelen in de langetermijnbehandeling van astma, door de luchtwegen minder gevoelig te maken voor prikkels. |
| Bèta-agonisten | Bronchodilatoren die de gladde spieren in de luchtwegen ontspannen, waardoor de luchtwegen verwijden en ademhalen gemakkelijker wordt; onderverdeeld in kortwerkend (SABA) en langwerkend (LABA). |
| Kortwerkende bèta-agonisten (SABA) | Snelwerkende luchtwegverwijders die worden gebruikt voor de snelle verlichting van astmasymptomen ("reliever" medicatie) en die zo nodig moeten worden ingenomen. |
| Langwerkende bèta-agonisten (LABA) | Luchtwegverwijders met een langere werkingsduur die worden gebruikt voor de onderhoudsbehandeling van astma en die NOOIT als enige behandeling mogen worden gebruikt. |
| Vaste combinaties (ICS+LABA) | Medicijnpreparaten die zowel een inhalatiecorticosteroïd (ICS) als een langwerkende bèta-agonist (LABA) bevatten, wat zorgt voor een gecombineerd ontstekingsremmend en luchtwegverwijdend effect. |
| MART (Maintenance and Reliever Therapy) | Een behandelstrategie waarbij een vaste combinatie van ICS en formoterol zowel als onderhoudsbehandeling als voor acute symptoomverlichting ("reliever") wordt gebruikt, wat de controle over astma kan verbeteren. |
| AIR-only therapie | Een behandelstrategie waarbij alleen een kortwerkende bèta-agonist (formoterol) met een ontstekingsremmend effect wordt gebruikt als "reliever" therapie bij mild astma, in plaats van een traditionele SABA. |
| Acute astma-aanval (exacerbatie) | Een plotselinge en ernstige verergering van astmasymptomen die snelle medische interventie vereist, gekenmerkt door ernstige kortademigheid, piepende ademhaling en een verminderde longfunctie. |
| Monoclonale antilichamen | Biologische medicijnen die specifiek gericht zijn op bepaalde moleculen in het immuunsysteem die een rol spelen bij ernstige astma, zoals IgE, IL-5 of IL-4R, en worden gebruikt als add-on therapie. |
| Anti-IgE (Omalizumab) | Een monoklonaal antilichaam dat zich bindt aan immunoglobuline E (IgE) en wordt gebruikt bij ernstig allergisch astma om het aantal exacerbaties te verminderen, door de allergische reactie te remmen. |
| Anti-IL5 / Anti-IL5R | Monoklonale antilichamen gericht tegen interleukine-5 (IL-5) of de IL-5 receptor, die effectief zijn bij ernstig eosinofiel astma door de productie en activiteit van eosinofielen te verminderen. |
| Eosinofilie | Een verhoogd aantal eosinofielen, een type witte bloedcel, in het bloed of weefsels, wat een kenmerk kan zijn van bepaalde vormen van ernstig astma, met name het eosinofiele astma. |
| Luchtwegobstructie | Een vernauwing van de luchtwegen die de luchtstroom belemmert, wat een veelvoorkomend kenmerk is van astma en kan variëren van mild tot ernstig. |
| Systemische corticosteroïden | Corticosteroïden die oraal of intraveneus worden toegediend en door het hele lichaam werken, vaak gebruikt voor de behandeling van ernstige astma-aanvallen of zeer ernstig astma, met potentieel voor meer bijwerkingen dan inhalatiecorticosteroïden. |