Cover
立即免费开始 Les 3 2025.pdf horebeek
Summary
# VLBW en ELBW pasgeborenen
Dit onderwerp behandelt de problematiek rondom pasgeborenen met een zeer laag geboortegewicht (VLBW) en extreem laag geboortegewicht (ELBW), inclusief definities, de grenzen van levensvatbaarheid en de specifieke zorgvereisten.
## 1. VLBW en ELBW pasgeborenen
### 1.1 Definities
* **Very low birth weight infant (VLBW):** Een pasgeborene met een geboortegewicht lager dan 1500 gram [4](#page=4).
* **Extremely low birth weight infant (ELBW):** Een pasgeborene met een geboortegewicht lager dan 1000 gram [4](#page=4).
* **Extremely low gestational age neonate (ELGAN):** Een neonatus geboren voor 28 weken zwangerschap [4](#page=4).
Deze groep pasgeborenen vereist specifieke expertise en er wordt een typische set van problemen verwacht [4](#page=4).
### 1.2 Grens van levensvatbaarheid
De grens van levensvatbaarheid verschuift geleidelijk naar steeds jongere termijnen [5](#page=5) [6](#page=6) [7](#page=7).
* **Vlaamse consensus:**
* Vanaf 26 weken zwangerschap wordt altijd een actief beleid gevoerd [5](#page=5) [6](#page=6) [7](#page=7).
* Tussen 24 en 26 weken zwangerschap geldt een 'grijze zone', waarbij het beleid in overleg met het medische team en de ouders wordt bepaald [5](#page=5) [6](#page=6) [7](#page=7).
* Vóór 24 weken zwangerschap wordt geen actief beleid gevoerd [5](#page=5) [6](#page=6) [7](#page=7).
* **Vergelijking met andere regio's:** In Scandinavië en het Verenigd Koninkrijk ligt de grens van levensvatbaarheid al vanaf 22 weken zwangerschap [5](#page=5) [6](#page=6) [7](#page=7).
**Factoren die de grens van levensvatbaarheid beïnvloeden zijn:**
* Gewicht (bij voorkeur meer dan 500 gram) [8](#page=8).
* Geslacht [8](#page=8).
* Meerlingzwangerschap [8](#page=8).
* Mate van longvoorbereiding [8](#page=8).
* Aanwezigheid van infecties [8](#page=8).
* Aangeboren afwijkingen [8](#page=8).
### 1.3 Prenatale counseling en beleid
Wanneer mogelijk, wordt prenatale counseling aangeboden. Hierbij wordt besproken of er wel of geen actief beleid zal worden gevoerd en wat de kansen op mortaliteit en morbiditeit zijn. Het is echter moeilijk om exacte voorspellingen te doen voor een specifiek kind. Het traject op de neonatologie, dat enkele maanden kan duren, wordt geschetst [9](#page=9).
> **Tip:** Bereid je voor op de complexiteit van het nemen van beslissingen rondom levensvatbaarheid en de impact daarvan op ouders en medisch team.
### 1.4 Specifieke zorgvereisten en problemen
Pasgeborenen met VLBW en ELBW vereisen een gespecialiseerde omgeving en hebben een verhoogd risico op diverse complicaties.
#### 1.4.1 Omgeving: De couveuse
* **Warmte:** Pasgeborenen hebben een groot lichaamsoppervlak ten opzichte van hun volume en weinig onderhuids vet, waardoor ze snel warmte verliezen. De couveuse biedt een gecontroleerde warme omgeving [10](#page=10).
* **Vochtigheid:** De couveuse helpt de vochtigheid te behouden, cruciaal tot de huid voldoende gematureerd is (ongeveer de eerste twee weken) [10](#page=10).
* **Prikkelarmoede:** De couveuse biedt een donkere, afgeschermde omgeving, die beschermt tegen overmatige prikkels [10](#page=10).
* **Huid-op-huid contact:** Zodra de baby stabiel genoeg is, wordt huid-op-huidcontact gestimuleerd, waarbij ook aandacht moet zijn voor de bovengenoemde omgevingsfactoren [10](#page=10).
#### 1.4.2 Respiratoire problemen
* **Immature longen:** De longen van prematuren zijn vaak onvoldoende ontwikkeld, wat leidt tot ademhalingsproblemen [11](#page=11) [12](#page=12).
* **Ondersteunende methoden:**
* Invasieve beademing [12](#page=12).
* CPAP (Continuous Positive Airway Pressure), eventueel met Optiflow [12](#page=12).
* Surfactant toediening, vaak via LISA (Less Invasive Surfactant Administration) [12](#page=12).
* **Bronchopulmonale dysplasie (BPD):** Een chronische longaandoening die kan ontstaan na langdurige beademing en zuurstoftherapie [13](#page=13).
#### 1.4.3 Neurologische problemen
De hersenen zijn bij prematuren nog volop in ontwikkeling en daarom extra kwetsbaar [14](#page=14).
* **Periventriculaire leukomalacie (PVL):** Dit is een aantasting van de witte stof in de hersenen. De witte stof heeft het hoogste risico op intraventriculaire bloedingen [15](#page=15) [18](#page=18).
* **Intraventriculaire bloedingen (IVH):**
* **Oorzaak:** Het vasculaire netwerk in de germinale matrix is precair en de autoregulatie van de cerebrale bloedflow is beperkt. Hierdoor zijn de hersenen zeer gevoelig voor hemodynamische schommelingen [16](#page=16).
* **Diagnostiek en opvolging:** IVH wordt gemonitord via transfontanellaire echografie. Er zijn verschillende gradaties. Hoewel er geen directe therapie is voor IVH zelf, is het voorkomen van verdere complicaties belangrijk. IVH is een belangrijke determinant van de uitkomst op lange termijn [17](#page=17).
* **Ontwikkelingsopvolging:** De neurologische ontwikkeling wordt opgevolgd via het COS (Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen). Dit gebeurt middels een multidisciplinaire beoordeling door een arts, kinesist en psycholoog op vaste (gecorrigeerde) leeftijden. Vroege opsporing en correctie van problemen zijn essentieel. NIDCAP (Neonatal Individualized Developmental Care and Assessment Program) en ouderparticipatie zijn hierbij van groot belang [18](#page=18) [19](#page=19).
#### 1.4.4 Gastro-intestinale problemen
* **Belang van moedermelk:** Moedermelk wordt sterk aanbevolen [20](#page=20).
* **Voedingsopbouw:** De voeding wordt geleidelijk opgebouwd. Tot 34 weken zwangerschapsduur wordt voeding sowieso via een maagsonde toegediend; daarna wordt gestart met leren drinken (early feeding skills) [20](#page=20).
* **Necrotiserende enterocolitis (NEC):**
* **Definitie:** Dit is een ontsteking en ischemie van de darmwand. De etiologie is nog niet volledig duidelijk, maar wordt als multifactorieel beschouwd. Risicofactoren omvatten immaturiteit, bacteriële overgroei, hypoxie en (kunst)voeding [22](#page=22).
* **Symptomen:** Een opgezette buik met blauwverkleuring, gespannen buik, braken en bloederige stoelgang [22](#page=22).
* **Behandeling:** Niets per os, antibiotica en zo nodig chirurgie [22](#page=22).
* **Andere gastro-intestinale complicaties:** Spontane intestinale perforatie en meconium ileus [23](#page=23).
* **Casusvoorbeeld (pagina 21):** Een pasgeborene van 27 weken en 4 dagen, die CPAP en surfactant kreeg, ontwikkelt een verhoogd residu, braken, tachycardie, apneus en bradycardie-alarmen, wat kan wijzen op NEC. De volgende stap zou een diagnostisch traject omvatten (bv. abdominale radiografie, labo) en stopzetten van orale voeding [21](#page=21).
#### 1.4.5 Circulatoire problemen
* **Hypotensie:** Kan optreden in de eerste uren tot dagen na de geboorte. De minimale gemiddelde arteriële bloeddruk (MAP) in mmHg wordt vaak gelijkgesteld aan de postconceptuele leeftijd in weken. Behandeling omvat voedingstoediening en inotropie [24](#page=24).
* **Open ductus arteriosus (PDA):** Dit kan leiden tot overvulling van de longen. Behandeling kan conservatief, met ibuprofen, of chirurgisch zijn [24](#page=24).
#### 1.4.6 Infectieuze problemen
* **Verhoogde vatbaarheid:** Prematuren zijn zeer vatbaar voor infecties door minder maternale antilichamen, verbroken barrières, vreemd materiaal en de ziekenhuisomgeving [25](#page=25).
* **Sepsis:** Een ernstige systemische infectie is een groot risico. Andere infecties kunnen voorkomen, zoals VAP (ventilator-associated pneumonia), huidinfecties en meningitis [25](#page=25).
* **Lange termijneffecten:** Infecties kunnen leiden tot lange termijneffecten, zoals PVL [25](#page=25).
#### 1.4.7 Retinopathie van de prematuur (ROP)
* **Ontwikkeling:** De aanleg van het netvlies vindt plaats aan het einde van de zwangerschap. Een hoge zuurstoftoediening kan leiden tot verhoogde VEGF-productie, wat abnormale proliferatie en bloedvatkluwens veroorzaakt [26](#page=26).
* **Gevolgen:** Het eindstadium kan netvliesloslating zijn [26](#page=26).
* **Screening en behandeling:** Prematuren geboren vóór 32 weken worden gescreend op ROP. Behandeling kan bestaan uit lasering of anti-VEGF injecties [26](#page=26).
#### 1.4.8 Anemie van de prematuur
* **Oorzaken:** Het beenmerg is immatuur, en er zijn frequente bloednames nodig. Actief ijzertransport vindt plaats aan het einde van de zwangerschap, wat bij vroeggeboorte beperkt is [27](#page=27).
* **Behandeling:** Preventieve ijzersuppletie wordt gegeven. Indien nodig kunnen transfusies worden uitgevoerd. De indicatie voor transfusie hangt af van de postnatale leeftijd, de noodzaak van respiratoire ondersteuning, de stabiliteit, de groei, enzovoort [27](#page=27).
#### 1.4.9 Hernia's
* **Navelbreuk:** Komt voornamelijk voor bij kinderen die moeite hebben met stoelgang (hoge abdominale druk) [28](#page=28).
* **Liesbreuk:** Komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes. Hoge abdominale druk is een factor. Chirurgisch herstel is nodig [28](#page=28).
### 1.5 Casusanalyse (pagina 29)
Een ex-prem van 26 weken, nu 32 weken gecorrigeerde leeftijd, die tot dag 15 op CPAP en tot dag 39 op Optiflow stond en vanaf dag 11 volledig enteraal gevoed werd, is van de NICU naar de N* verplaatst.
* **NEC:** Dit risico is nog aanwezig, hoewel de meeste NEC-gevallen zich voor de 34e gecorrigeerde week manifesteren. Echter, bij patiënten met een complexe historie, zoals langdurige beademing of instabiliteit, kan het risico langer persisteren, zij het met lagere waarschijnlijkheid [29](#page=29).
* **RDS (Respiratory Distress Syndrome):** Het risico op RDS neemt sterk af naarmate de pasgeborene ouder wordt en de longen rijpen. Aangezien de baby al van CPAP en Optiflow af is, is het risico op acuut RDS momenteel laag. Chronische longproblemen (zoals BPD) kunnen echter blijven bestaan [29](#page=29).
* **IVH (Intraventriculaire bloeding):** Het risico op IVH is het hoogst in de eerste levensdagen en weken. Bij 32 weken gecorrigeerde leeftijd is het risico op een *nieuwe* IVH aanzienlijk gedaald. Echter, als er reeds een IVH van graad 3 of 4 aanwezig was, kunnen daar op lange termijn complicaties uit voortvloeien [29](#page=29).
* **ROP (Retinopathie van de prematuur):** Het risico op progressie of het ontstaan van ROP neemt af met toenemende leeftijd. Screening is gebruikelijk tot 32 weken gecorrigeerde leeftijd, maar het actieve stadium van ROP vindt meestal plaats voor 36 weken gecorrigeerde leeftijd. Het risico is dus nog aanwezig, maar vermindert [29](#page=29).
---
# Specifieke problemen bij prematuren
Dit onderdeel behandelt de diverse gezondheidsproblemen die zich kunnen voordoen bij extreem premature baby's, met een focus op respiratoire, neurologische, gastro-intestinale, cardiovasculaire, infectieuze en visuele complicaties [11](#page=11).
### 2.1 Respiratoire problemen
Premature baby's, met name Very Low Birth Weight (VLBW) en Extremely Low Birth Weight (ELBW) neonaten, hebben immature longen die adequate ondersteuning vereisen. Dit kan invasieve beademing, continue positieve luchtwegdruk (CPAP), of een vergelijkbare methode zoals Optiflow inhouden. Surfactant toediening is ook een veelgebruikte interventie. Een veelvoorkomende complicatie is bronchopulmonale dysplasie (BPD) [11](#page=11) [12](#page=12) [13](#page=13).
### 2.2 Neurologische problemen
De hersenen van premature baby's zijn nog volop in ontwikkeling, wat hen kwetsbaar maakt voor neurologische complicaties [14](#page=14).
#### 2.2.1 Periventriculaire leukomalacie (PVL)
PVL betreft een aantasting van de witte stof in de hersenen. Baby's met PVL hebben een verhoogd risico op intraventriculaire bloedingen [15](#page=15) [18](#page=18).
#### 2.2.2 Intraventriculaire bloedingen (IVH)
Intraventriculaire bloedingen ontstaan door het precariere vasculaire netwerk in de germinale matrix. Het cerebrale bloeddoorstromingspatroon is gevoelig voor hemodynamische schommelingen door beperkte autoregulatie. Deze bloedingen worden opgevolgd via transfontanellaire echografie en kennen verschillende gradaties. Hoewel er geen directe therapie is, is het voorkomen van verdere complicaties cruciaal. IVH is een belangrijke determinant van de uitkomst op lange termijn. Het NIDCAP-programma en ouderparticipatie zijn belangrijk in de zorg voor deze kinderen [16](#page=16) [17](#page=17) [18](#page=18).
#### 2.2.3 Ontwikkelingsopvolging
De ontwikkeling van prematuren wordt opgevolgd via het Centraal Ontwikkelingsonderzoek (COS). Dit gebeurt door een multidisciplinair team (arts, kinesist, psycholoog) op vaste, gecorrigeerde leeftijden om problemen tijdig op te sporen en te corrigeren [19](#page=19).
### 2.3 Gastro-intestinale problemen
De gastro-intestinale tractus van prematuren is eveneens onderontwikkeld. Het belang van moedermelk wordt benadrukt, en de voeding wordt geleidelijk opgebouwd. Vaak is tot een gecorrigeerde leeftijd van 34 weken een maagsonde noodzakelijk, waarna de baby kan leren drinken (early feeding skills) [20](#page=20).
#### 2.3.1 Necrotiserende enterocolitis (NEC)
NEC is een ernstige aandoening waarbij inflammatie en ischemie van de darmwand optreden. De etiologie is multifactorieel en vermoedelijk gerelateerd aan immaturiteit, bacteriële overgroei, hypoxie en (kunst)voeding. Symptomen zijn onder meer een opgezette, gespannen buik met blauwverkleuring, braken en bloederige stoelgang. Behandeling bestaat uit niets per os (NPO), antibiotica en eventueel heelkunde [22](#page=22).
#### 2.3.2 Andere gastro-intestinale complicaties
Andere gastro-intestinale problemen die kunnen voorkomen zijn spontane intestinale perforatie en meconium ileus [23](#page=23).
> **Voorbeeld:** Een casus beschrijft Victor, geboren op 27w 4/7, die na geleidelijke opbouw van voeding en een CPAP-ondersteuning volledig enteraal gevoed wordt. Wanneer er een toename van residu, braken, tachycardie en episodes van apneu en bradycardie optreden, is een verdere evaluatie van het gastro-intestinaal systeem aangewezen, met de verdenking op NEC [21](#page=21).
### 2.4 Cardiovasculaire problemen
Premature baby's kunnen in de eerste uren tot dagen na de geboorte hypotensie ervaren. Een vuistregel voor de minimale gemiddelde arteriële druk (MAP) in mmHg is de gecorrigeerde zwangerschapsleeftijd in weken. Behandeling omvat vochttoediening en inotropica. Een open ductus arteriosus (PDA) kan leiden tot overflow naar de longen en wordt conservatief, met ibuprofen, of chirurgisch behandeld [24](#page=24).
### 2.5 Infectieuze problemen
Prematuren zijn zeer vatbaar voor infecties door minder maternale antilichamen, verbroken barrières en het gebruik van vreemd materiaal. De ziekenhuisomgeving vormt eveneens een risico. Sepsis is een ernstige complicatie, evenals preventieve longontsteking (VAP), huidinfecties en meningitis. Infecties kunnen ook leiden tot lange termijneffecten, zoals PVL [25](#page=25).
### 2.6 Visuele problemen
Retinopathie van de prematuur (ROP) is een oogziekte die voorkomt bij prematuren. De aanleg van het netvlies vindt plaats aan het einde van de zwangerschap. Hoge zuurstoftoediening kan leiden tot verhoogde expressie van VEGF, wat abnormale proliferatie en vaatkluwens veroorzaakt. In het eindstadium kan dit leiden tot netvliesloslating. Behandeling bestaat uit lasering of anti-VEGF injecties. Prematuren met een zwangerschapsduur van minder dan 32 weken worden gescreend op ROP [26](#page=26).
### 2.7 Hematologische problemen
De anemie van de prematuur is gerelateerd aan een immatuur beenmerg en frequente bloednames. Preventieve ijzersuppletie is belangrijk, aangezien ijzer actief aan het einde van de zwangerschap wordt getransporteerd. Indien nodig kunnen transfusies worden gegeven. De indicatie voor transfusies hangt af van factoren zoals postnatale leeftijd, nood aan respiratoire ondersteuning, stabiliteit, en groei [27](#page=27).
### 2.8 Hernia
Navelbreuken komen vooral voor bij kinderen die moeite hebben met stoelgang maken door hoge abdominale druk. Liesbreuken komen vaker voor bij jongens dan bij meisjes, eveneens geassocieerd met hoge abdominale druk. Chirurgisch herstel is de standaardbehandeling [28](#page=28).
> **Tip:** Bij het evalueren van een ex-prem van 26 weken, nu 32 weken oud, die recent gestopt is met respiratoire ondersteuning en volledig enteraal gevoed wordt, is het belangrijk om potentiële toekomstige problemen te anticiperen. NEC blijft een risico gezien de immaturiteit van het maagdarmkanaal. Respiratoire distress syndroom (RDS) en intraventriculaire bloedingen (IVH) zijn minder waarschijnlijk, gezien de verbeterde longfunctie en het feit dat het grootste risico op IVH in de vroege neonatale periode ligt. ROP kan nog steeds een aandachtspunt zijn, afhankelijk van de zuurstoftherapie en de groei van de vaten in het netvlies [29](#page=29).
---
# Respiratoire problemen op de NICU
Dit onderwerp behandelt de ademhalingsproblemen die neonaten op de Neonatale Intensive Care Unit (NICU) kunnen ervaren en de verschillende vormen van respiratoire ondersteuning die geboden worden [2](#page=2).
### 3.1 Specifieke respiratoire uitdagingen op de NICU
Neonaten op de NICU, met name Very Low Birth Weight (VLBW) en Extremely Low Birth Weight (ELBW) pasgeborenen, kampen frequent met specifieke ademhalingsproblemen. De belangrijkste factor hierbij is de immaturiteit van de longen, wat een adequate ondersteuning van de ademhaling vereist [11](#page=11) [12](#page=12) [13](#page=13).
#### 3.1.1 Immaturiteit van de longen
Immature longen bij premature neonaten zijn niet volledig ontwikkeld en hebben moeite met de gasuitwisseling. Dit kan leiden tot verschillende ademhalingsproblemen, waaronder Respiratory Distress Syndrome (RDS).
#### 3.1.2 Bronchopulmonale Dysplasie (BPD)
Een veelvoorkomende complicatie bij premature neonaten die langdurige respiratoire ondersteuning nodig hebben, is Bronchopulmonale Dysplasie (BPD). Deze chronische longziekte wordt gekenmerkt door schade aan de longblaasjes en luchtwegen, wat resulteert in aanhoudende ademhalingsproblemen [13](#page=13).
#### 3.1.3 Andere factoren
* De wijze van partus (vaginaal of sectio) kan een rol spelen in het risico op respiratoire problemen bij premature neonaten [32](#page=32).
* Postnatale toediening van corticosteroïden kan een belangrijke rol spelen in het management van respiratoire aandoeningen [32](#page=32).
* Medicatie zoals coffeïne kan worden ingezet om ademhalingsproblemen bij premature baby's te ondersteunen [32](#page=32).
### 3.2 Vormen van respiratoire ondersteuning op de NICU
Om de ademhaling van neonaten met respiratoire problemen te ondersteunen, worden diverse methoden ingezet.
#### 3.2.1 Invasieve beademing
Wanneer andere methoden onvoldoende zijn, kan invasieve beademing noodzakelijk zijn om de ademhaling van de neonatus volledig over te nemen of te ondersteunen [12](#page=12).
#### 3.2.2 Continuous Positive Airway Pressure (CPAP)
CPAP is een veelgebruikte vorm van niet-invasieve beademing waarbij een continue positieve luchtdruk in de luchtwegen wordt gehandhaafd. Dit helpt om de alveoli open te houden en de ademarbeid te verminderen. Optiflow is een mogelijke variant hierop [12](#page=12).
> **Tip:** Bij een prematuur van 31 weken met RDS die CPAP met een PEEP van 6 heeft, is het belangrijk om alert te zijn op de zuurstofbehoefte. Een stijgende zuurstofvraag tot 29% kan wijzen op een noodzaak tot verdere interventie, zoals surfactanttoediening, en vereist communicatie met de arts [31](#page=31).
#### 3.2.3 Surfactant toediening
Surfactant is een stof die de oppervlaktespanning in de alveoli verlaagt, waardoor ze niet inklappen bij uitademing. Bij premature neonaten kan een tekort aan surfactant bijdragen aan RDS. Toediening van exogene surfactant kan de longfunctie verbeteren [12](#page=12).
#### 3.2.4 Andere ondersteunende maatregelen
* **Therapeutische koeling:** Hoewel niet primair een respiratoire interventie, kan therapeutische koeling ingezet worden bij neonaten die asfyxie hebben doorgemaakt, waarbij ademhalingsondersteuning vaak een onderdeel is van de algehele behandeling [2](#page=2).
* **Aanpassen van alarmgrenzen:** Het tijdig aanpassen van alarmgrenzen op de monitor kan helpen om subtiele verslechteringen in de respiratoire status vroegtijdig te detecteren [31](#page=31).
### 3.3 Casuïstiek en voorbeelden
* **Voorbeeld 1:** Een prematuur van 31 weken wordt opgenomen met RDS en krijgt CPAP met een PEEP van 6. Wanneer de zuurstofbehoefte progressief stijgt tot 29%, is het essentieel om de arts te informeren ter voorbereiding op mogelijke surfactanttoediening. Het afwachten zonder actie of enkel aanpassen van alarmgrenzen is niet altijd de optimale aanpak in deze situatie [31](#page=31).
* **Voorbeeld 2:** Voor een PML van 31 weken met RDS die CPAP krijgt, is er een hoge kans op het ontwikkelen van BPD. Andere factoren zoals de wijze van partus en de rol van postnatale corticosteroïden en coffeïne zijn ook relevant [32](#page=32).
---
# Asfyxie en therapeutische koeling
Dit deel behandelt asfyxie, een toestand van zuurstoftekort bij pasgeborenen, en de toepassing van therapeutische koeling als behandeling voor de gevolgen ervan.
### 2.1 Asfyxie
Asfyxie bij pasgeborenen is een ernstige toestand die wordt gekenmerkt door zuurstoftekort en/of onvoldoende bloedtoevoer naar de hersenen en andere vitale organen. Dit kan leiden tot significante neurologische schade en andere orgaandysfuncties [2](#page=2).
### 2.2 Therapeutische koeling
Therapeutische koeling (ook wel neonatale hypothermie genoemd) is een behandeling die wordt toegepast bij pasgeborenen die asfyxie hebben doorgemaakt om de negatieve gevolgen ervan te beperken. Het principe hierachter is dat het verlagen van de lichaamstemperatuur van de pasgeborene de metabolische activiteit in de hersenen vermindert, ontstekingsreacties tegengaat en cellulaire bescherming bevordert [2](#page=2).
#### 2.2.1 Doel en effectiviteit van therapeutische koeling
Het primaire doel van therapeutische koeling is het minimaliseren van hersenschade die is ontstaan door het zuurstoftekort. Onderzoek heeft aangetoond dat tijdige en adequate koeling de kans op neurologische handicaps, zoals cerebrale parese, kan verminderen en de overlevingskansen kan vergroten [2](#page=2).
#### 2.2.2 Toepassingscriteria en methoden
Therapeutische koeling wordt doorgaans toegepast bij pasgeborenen met een zwangerschapsduur van meer dan 36 weken die symptomen vertonen van moderate tot ernstige asfyxie, zoals een lage Apgar score, persisterende zuurvergiftiging of tekenen van hersenschade. De behandeling bestaat uit het geleidelijk verlagen van de lichaamstemperatuur tot ongeveer 32-34 graden Celsius gedurende een periode van 72 uur, gevolgd door een gecontroleerde opwarming. Dit kan worden bereikt met behulp van speciale koeldekens of koelmatten [2](#page=2).
> **Tip:** Het is cruciaal om de lichaamstemperatuur van de pasgeborene tijdens de behandeling nauwkeurig te monitoren om overkoeling of te snelle opwarming te voorkomen.
#### 2.2.3 Potentiële complicaties
Hoewel therapeutische koeling over het algemeen veilig is, kunnen er enkele complicaties optreden, zoals aritmieën, infecties, verstoringen van de bloedstolling en metabole veranderingen. Een zorgvuldige monitoring is daarom essentieel [2](#page=2).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| NICU | Neonatale Intensive Care Unit, een gespecialiseerde afdeling voor de intensieve zorg van pasgeboren baby's die te vroeg geboren zijn of ernstige gezondheidsproblemen hebben. |
| VLBW | Very Low Birth Weight infant, een pasgeborene met een geboortegewicht van minder dan 1500 gram. |
| ELBW | Extremely Low Birth Weight infant, een pasgeborene met een geboortegewicht van minder dan 1000 gram. |
| ELGAN | Extremely Low Gestational Age Neonate, een pasgeborene met een zwangerschapsduur van minder dan 28 weken. |
| Asfyxie | Een toestand van ernstig zuurstoftekort bij een pasgeboren kind, vaak veroorzaakt door problemen tijdens de bevalling of in de baarmoeder. |
| Therapeutische koeling | Een medische procedure waarbij de lichaamstemperatuur van een patiënt, meestal een pasgeborene na asfyxie, verlaagd wordt om hersenschade te beperken. |
| CPAP | Continuous Positive Airway Pressure, een methode van ademhalingsondersteuning waarbij er continu positieve druk in de luchtwegen wordt gehandhaafd om de longen open te houden. |
| Optiflow | Een geavanceerd systeem voor neuscanule-beademing dat een hoge stroomsnelheid van bevochtigde lucht levert, een vorm van niet-invasieve beademing. |
| Surfactant | Een stof die in de longen wordt geproduceerd en essentieel is voor het openhouden van de alveoli door de oppervlaktespanning te verlagen. Bij prematuren is de productie vaak onvoldoende. |
| BPD | Bronchopulmonary Dysplasia, een chronische longziekte die vaak voorkomt bij baby's die langdurig mechanisch beademd zijn, vooral bij vroeggeborenen. |
| Periventriculaire leukomalacie (PVL) | Een vorm van hersenschade die vooral bij premature baby's voorkomt, waarbij witte stof rond de hersenkamers wordt aangetast. |
| Intraventriculaire bloeding (IVH) | Een bloeding in de hersenkamers van de hersenen, vaak voorkomend bij premature baby's vanwege de fragiele bloedvaten in de hersenen. |
| NIDCAP | Newborn Individualized Developmental Care and Assessment Program, een zorgmodel gericht op het individueel aanpassen van de omgeving en zorg aan de neonatale behoeften, met veel nadruk op ouderbetrokkenheid. |
| COS | Centra voor Ontwikkelingsstoornissen, centra die gespecialiseerd zijn in de beoordeling en begeleiding van de ontwikkelingsstimulatie bij jonge kinderen. |
| NEC | Necrotiserende Enterocolitis, een ernstige darmziekte die vooral bij premature baby's voorkomt, gekenmerkt door ontsteking en afsterven van darmweefsel. |
| ROP | Retinopathie van de prematuur, een oogaandoening bij vroeggeboren baby's die de ontwikkeling van de bloedvaten in het netvlies beïnvloedt en kan leiden tot blindheid. |
| Open ductus arteriosus (PDA) | Een veelvoorkomende aangeboren hartafwijking bij premature baby's, waarbij de ductus arteriosus na de geboorte niet sluit zoals normaal gesproken zou moeten. |
| Hypotensie | Een lage bloeddruk, wat bij premature baby's vaak voorkomt als gevolg van immaturiteit van het cardiovasculaire systeem. |
| Anemie van de prematuur | Bloedarmoede die specifiek optreedt bij vroeggeboren baby's, vaak door een combinatie van onrijp beenmerg, bloedverlies door frequente bloedafnames en snelle groei. |