Cover
立即免费开始 H16 - Difterie, tetanus, hep B en kinkhoest
Summary
# Vaccinatieschema's en de basisprincipes van immuniteit
Dit onderwerp bespreekt de verschillende vaccinatieschema's, de achterliggende immunologische principes en de praktische overwegingen bij het vaccineren.
## 1. Basisprincipes van immuniteit en vaccinatieschema's
### 1.1 De rol van antistoffen en incubatietijden
De effectiviteit van vaccinaties is sterk afhankelijk van het principe van circulerende antistoffen (AS) en de incubatietijd van de ziekteverwekker.
* **Lange incubatietijd:** Bij ziekten met een lange incubatietijd, zoals hepatitis B (hepB), is er voldoende tijd voor het immuunsysteem om te reageren en antistoffen aan te maken voordat de ziekte zich manifesteert. Na blootstelling kan het immuunsysteem worden geactiveerd, en binnen dagen tot weken kunnen er al beschermende AS aanwezig zijn [2](#page=2).
* **Korte incubatietijd:** Ziekten met een korte incubatietijd, zoals tetanus en kinkhoest, vormen een grotere uitdaging. Zodra een blootstelling plaatsvindt, kunnen toxines of pathogenen zich snel vermenigvuldigen, waardoor er onvoldoende tijd is om te vertrouwen op een op te bouwen immuniteit. In deze gevallen is het cruciaal om constant circulerende AS te hebben, omdat de immuunrespons te traag kan zijn [1](#page=1) [2](#page=2).
* **Levenslange hoge AS:** Voor sommige ziekten, zoals gele koorts, kan vaccinatie leiden tot levenslang hoge concentraties AS, wat resulteert in levenslange immuniteit [2](#page=2).
### 1.2 Tetanus
Tetanus wordt veroorzaakt door de bacterie *Clostridium tetani* [1](#page=1).
* **Incubatie:** De incubatietijd varieert van 3 tot 21 dagen, met een kortere periode van 4 tot 14 dagen na de geboorte bij neonatale tetanus [1](#page=1).
* **Pathogenese:** De ziekte wordt veroorzaakt door een toxine, tetanospasmine, dat zich via de bloed- en lymfebanen verspreidt en interferentie veroorzaakt met neurotransmitters, leidend tot spiercontracties zonder relaxatie [1](#page=1).
* **Verspreiding:** *Clostridium tetani* komt algemeen voor in de omgeving, zoals in aarde, uitwerpselen van dieren en huisstof [1](#page=1).
* **Groepsimmuniteit:** Tetanus kent geen groepsimmuniteit omdat de bacterie niet van mens op mens wordt overgedragen. Daarom is individuele vaccinatie noodzakelijk voor iedereen [1](#page=1).
* **Inenting:** Het vaccinatieprogramma voor tetanus omvat vaccinaties op 8 weken, 12 weken, 16 weken, 15 maanden, 6 jaar, en 14/16 jaar. Herhalingsvaccinaties zijn om de 10 jaar vereist. Bij wonden, vooral vuile en diepe wonden, of als de laatste vaccinatie lang geleden is, kan een snellere overschakeling naar vaccinatie nodig zijn [2](#page=2) [3](#page=3).
* **Neonatale tetanus:** Dit komt voornamelijk voor in lage-inkomstenlanden. Het vaccineren van moeders met hoge doses tetanusvaccin zorgt voor passieve overdracht van antistoffen naar de baby [1](#page=1).
### 1.3 Difterie
Difterie, ook wel kroep genoemd, wordt veroorzaakt door de grampositieve bacterie *Corynebacterium diphtheriae* [3](#page=3).
* **Incubatie:** De incubatietijd is kort, variërend van 2 tot 5 dagen [3](#page=3).
* **Pathogenese:** Net als tetanus is difterie een toxine-gemedieerde ziekte [3](#page=3).
* **Klinische manifestaties:**
* Nasale difterie: mucopurulente neusloop en een wit beslag op het neustussenschot [3](#page=3).
* Faryngeale en tonsillaire difterie: grijze beslag op de tonsillen, respiratoire obstructie, oedeem en klierzwelling (stierennek). Bij ernstige toxineabsorptie kan dit leiden tot coma en overlijden [3](#page=3).
* Laryngeale difterie: inflammatie en membraanvorming op lagere locaties in de luchtwegen [3](#page=3).
* Huid difterie: komt voor bij kwetsbare groepen en is meestal niet-toxisch [3](#page=3).
* Bullneck difterie: gekenmerkt door een gezwollen nek en ademhalingsmoeilijkheden [3](#page=3).
* **Complicaties:** Myocarditis, neuritis en een sterftepercentage van 5-10% [3](#page=3).
* **Epidemiologie:** Epidemieën, zoals in Oostbloklanden in de jaren '90, werden veroorzaakt door lagere vaccinatiegraden, migratie, socio-economische instabiliteit en verminderde gezondheidsinfrastructuur [3](#page=3).
* **Immuniteit:** Antistofniveaus tegen difterie nemen af met de leeftijd. Daarom is regelmatige vaccinatie, om de 10 jaar, noodzakelijk om voldoende circulerende AS te behouden [4](#page=4).
* **Vaccinatieschema:** Difterie wordt meegenomen in combinatiesvaccins zoals het hexavalente, tetravalente en trivalente vaccin. Elke herhaling van het tetanusvaccin omvat ook een difteriecomponent [4](#page=4).
### 1.4 Pertussis (Kinkhoest)
Kinkhoest wordt veroorzaakt door de gramnegatieve bacterie *Bordetella pertussis* [4](#page=4).
* **Epidemiologie:** Wereldwijd zijn er 200.000 tot 300.000 gevallen per jaar, ook in westerse landen. Klassiek worden golven van infecties waargenomen, zoals in 2002, 2007 en 2014 [4](#page=4) [5](#page=5).
* **Immuniteit:** Immuniteit na infectie of vaccinatie is niet levenslang. Bescherming neemt 5-10 jaar na de laatste dosis af, wat leidt tot een stijgende incidentie. Regelmatige herhalingen zijn nodig om achtergrondimmuniteit en circulerende AS op te bouwen [4](#page=4) [5](#page=5).
* **Klinische stadia:**
* Catarrhale fase: verergerende hoest, matige temperatuur, neusloop [4](#page=4).
* Paroxysmale fase: snelle, toenemende hoestbuien met dik slijm, vaak met een kenmerkende 'high-pitched whoop' tijdens de inademing. Cyanose kan optreden, en aanvallen komen vaker 's nachts voor gedurende 2 tot 3 weken [4](#page=4).
* Convalescentie: genezingsfase, maar hoestbuien kunnen nog maanden aanhouden [5](#page=5).
* **Verloop bij adolescenten en volwassenen:** Vaak milder, maar ze kunnen nog steeds besmettelijk zijn [5](#page=5).
* **Complicaties:** Pneumonie (10%), stuipen (1.4%), encefalopathie (0.2%) door hypoxie, en overlijden (0.2% bij jonge kinderen) [5](#page=5).
* **Vaccinatie:** Vaccinatie is gestart op 8 weken (sinds 2001), met boosters op 4-6 jaar en op adolescentenleeftijd (sinds 2009) en volwassen leeftijd (sinds 2010). Het vaccin is doeltreffend, maar bescherming neemt af over tijd, wat de noodzaak van boosters onderstreept [5](#page=5).
### 1.5 Haemophilus influenzae type B (Hib)
Hib is een bacteriële infectie die ernstige ziekten kan veroorzaken, met name bij jonge kinderen [6](#page=6).
* **Pathogeen:** Er zijn zes gekapselde subtypes van *Haemophilus influenzae*, waarvan type B de meest invasieve infecties veroorzaakt [6](#page=6).
* **Transmissie:** Via aërosolen en druppels (niezen, hoesten) [6](#page=6).
* **Mortaliteit en morbiditeit (pre-vaccinatie):** Voor de introductie van het vaccin was de mortaliteit 2% en de morbiditeit 9%, met restletsels zoals doofheid, epilepsie en verlamming [6](#page=6).
* **Risicopopulatie:** Kinderen jonger dan 5 jaar, met een piekincidentie tussen 4-6 maanden leeftijd [6](#page=6).
* **Vaccinatie:** Een geconjugeerd vaccin is zeer effectief (95%) en heeft geleid tot een drastische afname van Hib-infecties [6](#page=6).
### 1.6 Hepatitis B (HBV)
Hepatitis B is een virale leverontsteking, en het vaccin is een van de eerste die tegen kanker (leverkanker) beschermt [6](#page=6).
* **Klinische presentatie:** Kan variëren van acute infectie met geelzucht tot chronische infectie met levercirrose en leverkanker [6](#page=6).
* **Na besmetting:**
* Acute hepatitis: het lichaam kan het virus klaren, met de aanwezigheid van AS [6](#page=6).
* Chronische dragerschap: het lichaam is niet in staat het virus te klaren [6](#page=6).
* **Risico op dragerschap:** Hoe jonger de blootstelling, hoe groter de kans op dragerschap en chronische infectie. Zuigelingen hebben een significant hoger risico [6](#page=6).
* **Transmissie:** Perinatale transmissie (van moeder op kind tijdens de geboorte) is de meest efficiënte vorm [6](#page=6).
* **Vaccinatieprogramma:** In België is het HBV-vaccin sinds 1999 opgenomen in het neonatale vaccinatieprogramma. Preventie omvat screening van bloedproducten en zwangeren [7](#page=7).
* **Risicogroepen:** IVDU (Intra Venous Drug Users), sekswerkers, mentaal gehandicapten, en pasgeborenen van HBsAg+ zwangeren komen in aanmerking voor terugbetaling [7](#page=7).
* **Vaccinatieschema's:**
* Zuigelingen: 4 doses [7](#page=7).
* Volwassenen en adolescenten: 3 of 4 doses (0,1,6 of 0,1,2,12) [7](#page=7).
* **Non-responders:** Personen die na vaccinatie geen adequate antistofrespons vertonen, worden niet beschermd. Heropstarten van de vaccinatie kan een optie zijn [7](#page=7).
* **Anti-HBs bepaling:** Voor volwassenen wordt een anti-HBs controle aanbevolen 1-3 maanden na het einde van de vaccinatie. Een niveau > 10 mIU/ml wordt beschouwd als beschermend voor het leven [7](#page=7).
## 2. Organisatie van vaccinatie in België
De organisatie van vaccinatie in België verloopt via twee belangrijke instanties:
1. **Hoge Gezondheidsraad (HGR):**
* Functioneert op nationaal niveau [8](#page=8).
* Bestaat uit ongeveer 70 experts [8](#page=8).
* Verantwoordelijk voor het opstellen van vaccinatieaanbevelingen en het adviseren van de minister van Volksgezondheid [8](#page=8).
2. **Vlaamse Vaccinatiekoepel:**
* Vertaalt nationale aanbevelingen naar implementatieplannen op logistiek, financieel en operationeel vlak [8](#page=8).
* Beslist over de keuze van vaccins (bv. goedkoopst, nevenwerkingen) en de distributie ervan via huisartsen, pediaters, Kind en Gezin (K&G), en scholen [8](#page=8).
* Vaak gebeurt de aankoop via openbare aanbestedingen [8](#page=8).
* Sommige vaccins, zoals het rotavirusvaccin, worden niet gratis aangeboden maar via het RIZIV terugbetaald [8](#page=8).
## 3. Combinatievaccins en veiligheid
* **Hexavalent vaccin:** Dit vaccin combineert bescherming tegen difterie, tetanus, kinkhoest (DTPa), polio (IPV), *Haemophilus influenzae* type b (Hib) en hepatitis B (HVB). Het wordt toegediend op 8, 12, 16 weken en 15 maanden [1](#page=1).
* **Veiligheid van meerdere vaccins tegelijk:** Het gelijktijdig toedienen van meerdere vaccins is veilig en doeltreffend. De immuunrespons, gemeten aan de hand van antigeen (AG) stimulatie, is vergelijkbaar met het toedienen van vaccins in combinatie of apart [1](#page=1).
## 4. Belang van herhalingsvaccinaties
* **Frequentie:** Het vaccinatieschema voor tetanus en difterie omvat herhalingsvaccinaties op verschillende leeftijden, waaronder om de 10 jaar voor volwassenen [2](#page=2).
* **Inhaalvaccinatie:** Bij het inhalen van vaccinaties wordt een schema van drie vaccins (0, 1 maand, 6-18 maanden) gevolgd, waarbij momenteel combinatiesvaccins worden gebruikt [2](#page=2).
* **Documentatie:** Het is belangrijk om de vaccinatiestatus uit het verleden te documenteren. Bij twijfel over eerdere vaccinaties of bij langere periodes sinds de laatste dosis, kunnen aangepaste schema's met herhalingsvaccinaties noodzakelijk zijn. Indien er geen documentatie is, wordt de primovaccinatie herstart [2](#page=2).
> **Tip:** Het begrijpen van de incubatietijd van een ziekte is cruciaal om te bepalen of de focus moet liggen op het opbouwen van immuniteit of het direct bestrijden van een reeds aanwezige toxine of infectie. Dit principe is de basis voor het ontwerpen van effectieve vaccinatieschema's.
---
# Specifieke infectieziekten en hun preventie
Dit gedeelte behandelt specifieke infectieziekten, waaronder tetanus, difterie, kinkhoest, Haemophilus influenzae type B en hepatitis B, met focus op hun oorzaken, pathogenese, klinische presentaties, epidemiologie en preventieve maatregelen zoals vaccinatie [1](#page=1) [3](#page=3) [4](#page=4) [6](#page=6) [7](#page=7).
### 2.1 Tetanus
Tetanus wordt veroorzaakt door de bacterie *Clostridium tetani*, die toxines produceert die leiden tot spiercontracties en spasmen zonder relaxatie [1](#page=1).
* **Oorzaak:** *Clostridium tetani* [1](#page=1).
* **Pathogenese:** De bacterie produceert tetanospasmine, dat zich verspreidt via de bloed- en lymfebaan en interferreert met neurotransmitters, wat resulteert in spiercontracties en spasmen. Incubatieperiode is 3-21 dagen (neonatale tetanus: 4-14 dagen na geboorte) [1](#page=1).
* **Klinische presentatie:** Gekenmerkt door spiercontracties en spasmen. Neonatale tetanus komt vooral voor in lage inkomstlanden [1](#page=1).
* **Epidemiologie:** De bacterie is wijdverspreid aanwezig in de omgeving (aarde, uitwerpselen, stof). Er is geen groepsimmuniteit omdat de ziekte niet van mens op mens overdraagbaar is; iedereen moet individueel gevaccineerd worden. De ingangspoort is meestal een wonde, met name een diepe wonde [1](#page=1).
* **Preventieve maatregelen:** Vaccinatie is cruciaal. Bij wonden, vooral vuile en diepe wonden, of wanneer de vaccinatie lang geleden is, kan sneller overgeschakeld worden naar vaccinatie. Het DTPa-vaccin bevat een component tegen tetanus. Vaccinatie dient om de 10 jaar herhaald te worden om voldoende antistoffen (AS) te garanderen [1](#page=1) [3](#page=3) [4](#page=4).
### 2.2 Difterie
Difterie wordt veroorzaakt door *Corynebacterium diphtheriae*, een toxine-gemedieerde ziekte die zich op verschillende locaties kan manifesteren [3](#page=3).
* **Oorzaak:** *Corynebacterium diphtheriae* (aerobe, gram-positieve kiem) [3](#page=3).
* **Pathogenese:** Productie van difterietoxine, dat systemische effecten kan hebben. Incubatieperiode is kort, 2 tot 5 dagen [3](#page=3).
* **Klinische presentatie:**
* Nasale difterie: muco-purulente neusloop, wit beslag op neustussenschot, weinig systemische toxine-resorptie [3](#page=3).
* Faryngeale en tonsillaire difterie: grijs beslag op tonsillen, respiratoire obstructie, oedeem en klierzwelling (stierennek). Grote toxine-absorptie kan leiden tot coma en overlijden [3](#page=3).
* Laryngeale difterie: inflammatie en membraanvorming op lagere locatie [3](#page=3).
* Huid difterie: komt voor bij alcoholici, verslaafden en daklozen, meestal niet-toxisch type [3](#page=3).
* Bullneck difterie: gezwollen nek, ademhalingsmoeilijkheden [3](#page=3).
* **Verwikkelingen:** Myocarditis, neuritis, overlijden in 5-10% van de gevallen [3](#page=3).
* **Epidemiologie:** Een epidemie in de oostbloklanden (1990-1997) werd toegeschreven aan lagere vaccinatiegraden, migratie, socio-economische instabiliteit en verminderde gezondheidsinfrastructuur. Antistof (AS) niveaus nemen af met de leeftijd, wat de noodzaak van herhaalde vaccinatie benadrukt [3](#page=3) [4](#page=4).
* **Preventieve maatregelen:** Vaccinatie is de hoeksteen van preventie. Dit gebeurt via gecombineerde vaccins zoals het hexavalente vaccin. Herhalingsvaccinaties dienen om de 10 jaar te gebeuren om adequate AS-niveaus te handhaven [1](#page=1) [4](#page=4).
### 2.3 Pertussis (kinkhoest)
Pertussis wordt veroorzaakt door *Bordetella pertussis* en kan ondanks vaccinatie toch voorkomen, omdat de immuniteit na infectie of vaccinatie niet levenslang is [4](#page=4).
* **Oorzaak:** *Bordetella pertussis* (gram-negatieve kiem) [4](#page=4).
* **Epidemiologie:** Wereldwijd is de mortaliteit hoog, met 200.000 tot 300.000 gevallen per jaar. De ziekte komt ook nog voor in het westen. Immuniteit na infectie of vaccinatie is niet levenslang [4](#page=4).
* **Klinische presentatie:**
* Catarrhale fase: verergerende hoest, matige temperatuur, neusloop [4](#page=4).
* Paroxysmale fase (1-2 weken later): snelle, toenemende hoestbuien met taai, doorschijnend slijm dat moeilijk op te hoesten is, gevolgd door een hoge piepende inademing ('whoop'). Tijdens een aanval kan cyanose optreden. Aanvallen komen vaak 's nachts voor en kunnen 2 tot 3 weken duren, met de hele fase die 3 tot 10 weken kan aanhouden [4](#page=4).
* **Preventieve maatregelen:** Vaccinatie is opgenomen in het standaard vaccinatieschema. Herhaalde vaccinaties zijn nodig om achtergrondimmuniteit te behouden en circulerende AS te garanderen [1](#page=1) [4](#page=4).
### 2.4 Haemophilus influenzae type B (Hib)
*Haemophilus influenzae* type B is een bacterie die ernstige invasieve infecties kan veroorzaken, voornamelijk bij jonge kinderen [6](#page=6).
* **Oorzaak:** *Haemophilus influenzae* type B. Er zijn 6 gekapselde subtypes, waarvan B de meest invasieve infectie veroorzaakt [6](#page=6).
* **Transmissie:** Via aërosolen/druppels (niezen, hoesten) [6](#page=6).
* **Epidemiologie:** Pre-vaccinatie mortaliteit was 2% en restletsels (doofheid, epilepsie, verlamming) kwamen voor bij 9% van de patiënten. De risicopopulatie zijn kinderen jonger dan 5 jaar, met een piekincidentie tussen 4-6 maanden leeftijd [6](#page=6).
* **Preventieve maatregelen:** Vaccinatie met een geconjugeerd vaccin is zeer effectief en heeft geleid tot een significante afname van Hib-infecties. Het Hib-vaccin is onderdeel van het hexavalente vaccin [1](#page=1) [6](#page=6).
### 2.5 Hepatitis B (HBV)
Hepatitis B is een virale leverontsteking en een van de eerste ziekten waarvoor een vaccin is ontwikkeld dat ook bescherming biedt tegen kanker [6](#page=6).
* **Oorzaak:** Hepatitis B-virus (HBV) [6](#page=6).
* **Klinische presentatie:** Kan variëren van acute infecties met geelzucht, asymptomatische of subklinische infecties, fulminante infecties (<1%), tot chronische infecties die kunnen leiden tot chronisch leverlijden, levercirrose en leverkanker [6](#page=6).
* **Pathogenese:** Na besmetting kan het lichaam het virus klaren (acute hepatitis met AS-vorming) of chronisch drager worden (niet in staat het virus te klaren). Hoe later blootstelling plaatsvindt, hoe kleiner de kans op dragerschap. Zuigelingen hebben een grotere kans op dragerschap en chronische infectie [6](#page=6).
* **Transmissie:** Perinatale transmissie (van moeder op kind tijdens de geboorte) is de meest efficiënte manier. Het virus kan ook seksueel worden overgedragen [6](#page=6) [7](#page=7).
* **Epidemiologie:** Komt vooral voor in lage inkomstlanden [7](#page=7).
* **Preventieve maatregelen:**
* **Vaccinatieprogramma's:** De WHO heeft aanbevolen HBV-vaccinatie in nationale programma's op te nemen. België startte in 1999 met vaccinatie bij neonaten en tijdelijk bij adolescenten [7](#page=7).
* **Risicogroepen:** Preventie omvat screening van bloedproducten, organen, donormateriaal en zwangeren. Risicogroepen zoals IVDU (intraveneus drugsgebruikers) en sekswerkers worden ook gevaccineerd [7](#page=7).
* **Speciale gevallen:** Bij pasgeborenen van HBsAg-positieve moeders wordt direct bij de geboorte een monovalent HBV-vaccin aangeboden, waarna het reguliere schema wordt gevolgd [7](#page=7).
* **Vaccinatieschema's:**
* Zuigelingen krijgen een schema met 4 doses [7](#page=7).
* Volwassenen en adolescenten ontvangen een schema met 3 of 4 doses (0, 1, 6 maanden of 0, 1, 2, 12 maanden) [7](#page=7).
* **Non-responders:** Hebben geen wonderoplossing; herstarten van de vaccinatie met een aangepast schema (bv. 2 doses, 2 maanden wachten, 2 doses) is een mogelijkheid. Non-responders blijven niet beschermd en hebben nog steeds een beroepsrisico [7](#page=7).
* **Controle na vaccinatie:** Bij volwassenen wordt 1 tot 3 maanden na het einde van de vaccinatie (0,1,6 of 0,1,2,12 schema) een anti-HBs-bepaling aanbevolen. Een waarde <10 mIU/ml betekent niet beschermd, terwijl >10 mIU/ml bescherming voor het leven biedt. Herhalingsvaccinatie voor zuigelingen en adolescenten wordt niet aanbevolen [7](#page=7).
### 2.6 Gecombineerde Vaccinatie (Hexavalent vaccin)
Het hexavalente vaccin biedt bescherming tegen meerdere ziekten tegelijkertijd en wordt toegediend op 8, 12 en 16 weken, en op 15 maanden [1](#page=1).
* **Samenstelling:** Bevat IPV (polio), DTPa (difterie, tetanus, kinkhoest), Hib (Haemophilus influenzae) en HVB (hepatitis B) [1](#page=1).
* **Veiligheid en effectiviteit:** Meerdere vaccins tegelijkertijd toedienen is veilig en doeltreffend; de antistof (AG) niveaus zijn even hoog als bij individuele toediening [1](#page=1).
> **Tip:** Het is cruciaal om de vaccinatieschema's nauwkeurig te volgen, aangezien de immuniteit na infectie of vaccinatie voor sommige ziekten niet levenslang is en regelmatige herhalingen nodig kunnen zijn om de bescherming te waarborgen [4](#page=4).
---
# De organisatie en implementatie van vaccinatieprogramma's
Dit onderwerp behandelt de structuur en werking van vaccinatieprogramma's in België, met specifieke aandacht voor de rollen van de Hoge Gezondheidsraad en de Vlaamse Vaccinatiekoepel, alsook logistieke, financiële en besluitvormingsaspecten.
### 3.1 Structuur van vaccinatieprogramma's in België
De organisatie van vaccinatieprogramma's in België is opgedeeld in nationale en regionale verantwoordelijkheden, met specifieke entiteiten die de aanbevelingen omzetten in concrete implementatieplannen.
#### 3.1.1 De Hoge Gezondheidsraad
De Hoge Gezondheidsraad fungeert op nationaal niveau en bestaat uit ongeveer 70 experten. De belangrijkste taken van deze raad omvatten het opstellen van vaccinatie-aanbevelingen en het adviseren van de minister van Volksgezondheid [8](#page=8).
#### 3.1.2 De Vlaamse Vaccinatiekoepel
De Vlaamse Vaccinatiekoepel is verantwoordelijk voor de vertaling van de nationale aanbevelingen naar de praktische implementatie binnen Vlaanderen. Dit omvat logistieke, financiële en operationele aspecten, zoals het effectief distribueren van vaccins naar de bevolking. De koepel bepaalt ook welke vaccins gratis worden aangeboden via kanalen zoals huisartsen, pediaters, Kind en Gezin (K&G), en scholen [8](#page=8).
##### 3.1.2.1 Financiering en aanbesteding
De financiering van vaccins gebeurt vaak via openbare aanbestedingen die om de drie jaar worden georganiseerd. Dit proces helpt bij het bepalen van de meest kosteneffectieve opties en de selectie van vaccins. Niet alle vaccins worden echter gratis aangeboden via het departement Zorg; sommige, zoals het rotavirusvaccin, worden terugbetaald via het RIZIV [8](#page=8).
> **Tip:** Het is belangrijk om het onderscheid te kennen tussen vaccins die door het departement Zorg gratis worden aangeboden en vaccins die via andere kanalen worden terugbetaald of niet gratis beschikbaar zijn.
##### 3.1.2.2 Besluitvorming rond vaccinselectie
Bij de selectie van vaccins door de Vlaamse Vaccinatiekoepel spelen verschillende factoren een rol, waaronder de kostprijs en eventuele nevenwerkingen. Dit proces zorgt ervoor dat de beschikbare middelen optimaal worden ingezet voor de volksgezondheid [8](#page=8).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Hexavalent vaccin | Een vaccin dat bescherming biedt tegen zes ziekten: difterie, tetanus, kinkhoest (acellulair pertussis), polio (IPV), Haemophilus influenzae type b (Hib) en hepatitis B (HVB). Het wordt toegediend op 8, 12 en 16 weken, en op 15 maanden. |
| Tetanus | Een ernstige ziekte veroorzaakt door de bacterie *Clostridium tetani*, die een neurotoxine produceert. Dit toxine leidt tot spiercontracties en spasmen. De bacterie komt voor in de bodem en kan via wonden het lichaam binnendringen. Er is geen groepsimmuniteit mogelijk, dus iedereen moet individueel gevaccineerd worden. |
| Clostridium tetani | De bacteriesoort die verantwoordelijk is voor tetanus. Deze grampositieve, anaërobe bacterie produceert het gevaarlijke tetanospasmine-toxine. |
| Tetanospasmine | Het toxine geproduceerd door *Clostridium tetani*. Dit neurotoxine verstoort de signaaloverdracht in het zenuwstelsel, wat leidt tot de kenmerkende spierspasmen van tetanus. |
| Groepsimmuniteit | Een vorm van indirecte immuniteit die optreedt wanneer een voldoende hoog percentage van de bevolking immuun is voor een infectieziekte. Hierdoor wordt de verspreiding van de ziekte beperkt, zelfs bij personen die niet immuun zijn. |
| Incubatietijd | De periode tussen de blootstelling aan een ziekteverwekker en het optreden van de eerste symptomen. Een lange incubatietijd kan het immuunsysteem de kans geven om antistoffen aan te maken voordat de ziekte zich volledig ontwikkelt. |
| Antistoffen (AS) | Eiwitten geproduceerd door het immuunsysteem als reactie op de aanwezigheid van antigenen (zoals virussen of bacteriën). Antistoffen helpen om ziekteverwekkers te neutraliseren of te elimineren. |
| Antigeen (AG) | Een stof die het immuunsysteem stimuleert tot het produceren van antistoffen. Dit kan een deel van een virus, bacterie of een andere vreemde substantie zijn. |
| Difterie | Een acute bacteriële infectieziekte veroorzaakt door *Corynebacterium diphtheriae*. De ziekte wordt gekenmerkt door de vorming van een grijs beslag in de keel en kan leiden tot ernstige complicaties zoals hartspierontsteking en zenuwschade door het toxine. |
| Corynebacterium diphtheriae | De grampositieve, aerobe bacterie die difterie veroorzaakt. Deze bacterie produceert een krachtig toxine dat verantwoordelijk is voor de meeste ernstige symptomen van de ziekte. |
| Kinkhoest (Pertussis) | Een zeer besmettelijke bacteriële infectie veroorzaakt door *Bordetella pertussis*. Kenmerkend is de langdurige, paroxismale hoest met een karakteristieke "krijsende" inademing. Zowel kinderen als volwassenen kunnen besmet raken. |
| Bordetella pertussis | De gramnegatieve bacterie die kinkhoest veroorzaakt. De infectie verspreidt zich voornamelijk via druppelinfectie en kan ernstige gevolgen hebben, vooral voor jonge kinderen. |
| Haemophilus influenzae type B (Hib) | Een bacterie die ernstige invasieve infecties kan veroorzaken, zoals hersenvliesontsteking, longontsteking en keelontsteking, vooral bij jonge kinderen. Vaccinatie is zeer effectief gebleken in het voorkomen van deze infecties. |
| Hepatitis B (HBV) | Een virale infectie die de lever aantast. Chronische infectie kan leiden tot levercirrose en leverkanker. Vaccinatie is een belangrijke preventieve maatregel, aangezien het een van de eerste vaccins was tegen een vorm van kanker. |
| Perinatale transmissie | De overdracht van een infectie van moeder op kind tijdens de zwangerschap, bevalling of kort na de geboorte. Bij Hepatitis B is dit de meest efficiënte manier van besmetting, wat het belang van vaccinatie bij zuigelingen onderstreept. |
| Hoge Gezondheidsraad (HGR) | Een adviesorgaan in België dat bestaat uit ongeveer 70 experten. De HGR stelt onder andere vaccinatie-aanbevelingen op en adviseert de minister van Volksgezondheid. |
| Vlaamse Vaccinatiekoepel | De organisatie die verantwoordelijk is voor de implementatie van de vaccinatie-aanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad in Vlaanderen. Zij regelen de logistiek, financiering en operationele aspecten van de vaccinatieprogramma's. |
| Non-responder | Een persoon die na vaccinatie onvoldoende antistoffen aanmaakt om beschermd te zijn tegen de betreffende ziekte. Bij Hepatitis B-vaccinatie is het mogelijk om bij een non-responder een herhalingsvaccinatie te proberen. |