Cover
立即免费开始 Les 2 - Coronaire bypass.pdf
Summary
# Diagnostiek en indicaties voor coronaire revascularisatie
Dit onderwerp behandelt de diagnostische methoden voor coronaire vaataantasting en de criteria die bepalen wanneer percutane coronaire interventie (PCI) of coronaire arterie bypass graft (CABG) chirurgische ingrepen geïndiceerd zijn.
### 1.1 Cardiale effecten van coronaire vaataantasting
Coronaire vaataantasting kan leiden tot diverse cardiale effecten, waaronder angor pectoris, acuut myocardinfarct (STEMI/NSTEMI) en ischemisch hartfalen [3](#page=3).
### 1.2 Diagnose van coronaire vaataantasting
De diagnose van coronaire vaataantasting wordt gesteld op basis van symptomen, een elektrocardiogram (EKG), laboratoriumonderzoek (hartenzymen, troponine, lipidenprofiel), inspanningstesten, echocardiografie, CT-scan van de coronairen en uiteindelijk een hartkatheterisatie met coronarografie [4](#page=4).
#### 1.2.1 Beeldvormingstechnieken
* **CT coronairen:** Deze techniek kan dienen als screeningstool voor coronaire calcificatie en is vooral nuttig wanneer de bevindingen negatief zijn. De resolutie is echter vaak onvoldoende om de ernst van coronaire stenosering correct in te schatten [5](#page=5).
* **Coronarografie:** Dit is een anatomische beeldvormingstechniek die een gedetailleerd beeld geeft van de volledige coronaire vaten na contrastinjectie. Een stenose van meer dan 70-75% wordt als significant beschouwd [6](#page=6).
#### 1.2.2 Functionele debietmetingen
Naast anatomische beeldvorming zijn functionele debietmetingen essentieel voor het correct inschatten van de significantie van een stenose.
* **Fractional Flow Reserve (FFR):** Een FFR-waarde van minder dan 0,8 duidt op een significante stenose, wat overeenkomt met een drukverval van minimaal 20% over de stenose [6](#page=6).
* **Instant Wave-Free Ratio (iFR):** Een iFR-waarde van minder dan 0,9 wijst op flowbeperking [6](#page=6).
Er is een voorkeur om de beslissing over de significantie van een stenose bij voorkeur te baseren op functionele metingen [6](#page=6).
### 1.3 Coronaire anatomie en revascularisatie
De coronaire anatomie kan worden ingedeeld op basis van het aantal aangedane vaten: 1-takslijden, 2-takslijden, 3-takslijden, en hoofdtamletsel [7](#page=7).
De keuze tussen percutane coronaire interventie (PCI) en coronaire arterie bypass graft (CABG) hangt af van verschillende factoren, waaronder de uitgebreidheid en locatie van de letsels, en de aanwezigheid van symptomen [8](#page=8).
#### 1.3.1 Klassieke PCI-indicaties
* Eéntakslijden, niet proximaal gelegen [9](#page=9).
* Tweetakslijden zonder betrokkenheid van de linker anterieure dalende arterie (LAD) [9](#page=9).
* STEMI: openen van de culprit laesie [9](#page=9).
#### 1.3.2 Klassieke chirurgische indicaties voor CABG
* Significant hoofdstamletsel [10](#page=10).
* Uitgebreid drietakslijden, zeker indien de linker ventrikelfunctie verminderd is [10](#page=10).
* Proximale LAD-stenose, zeker indien gecombineerd met andere letsels [10](#page=10).
* Coronaire vaatlijden geassocieerd met significante kleppathologie [10](#page=10).
* Refractaire cardiogene shock na acuut myocardinfarct (AMI) [10](#page=10).
#### 1.3.3 Voorbeelden van coronaire anatomie bij drietakslijden
toont een schematische weergave van de LAD, Cx (Circumflexus) en RCA (Rechter coronaire arterie) bij drietakslijden [11](#page=11).
### 1.4 Multidisciplinair overleg: het hartteam
Het hartteam, bestaande uit een interventiecardioloog, hartchirurg en klinisch cardioloog, speelt een cruciale rol bij het bespreken en beslissen over de optimale revascularisatie strategie [16](#page=16).
De doelstellingen van CABG zijn symptomatische verbetering bij angor en het verbeteren van de prognose op lange termijn [16](#page=16).
Het hartteam weegt de strikte indicaties volgens de richtlijnen af tegen het risico voor de patiënt en evalueert de keuze tussen PCI en CABG bij randindicaties, diabetes, geassocieerde pathologieën, en de timing van de procedure bij patiënten met een stent na PCI, of na een recent AMI [16](#page=16).
#### 1.4.1 Timing van CABG
De timing van CABG kan variëren van electief tot (semi)urgent, afhankelijk van de klinische presentatie [17](#page=17).
* **Stabiele angor:** Electief, indicaties conform de SYNTAX en FREEDOM trials [17](#page=17).
* **Acute coronaire syndromen (onstabiele angor, NSTEMI, STEMI):**
* **STEMI:** Minder dan 24 uur bij refractaire angor, ventriculaire aritmie of hemodynamische instabiliteit. Minder dan 3-7 dagen indien pijnvrij en stabiel, ook na primaire PCI van de culprit laesie [18](#page=18).
* **NSTEMI:** Zelden dringende CABG; meestal acute revascularisatie van de culprit laesie met PCI. CABG na 3-7 dagen kan overwogen worden bij belangrijk drietakslijden en een open culprit. Urgentie is geboden bij mechanische complicaties van AMI [18](#page=18).
> **Tip:** Bij STEMI en NSTEMI wordt de voorkeur gegeven aan PCI voor de acute revascularisatie van de culprit laesie, tenzij er specifieke indicaties zijn voor directe CABG [18](#page=18).
### 1.5 Resultaten en take-home messages van CABG
#### 1.5.1 Resultaten van CABG
De hospitaalmortaliteit na electieve CABG is laag (<1%), met een 5-jaars mortaliteit van 10-12% [43](#page=43).
De voordelen van arteriële enten (BIMA) ten opzichte van veneuze enten zijn aangetoond. Heropnames zijn vaak gerelateerd aan aritmie, wondproblemen, pleuravocht, en hartfalen. Nieuwe revascularisaties komen vaker voor na PCI dan na CABG. Redo CABG is vaker nodig bij patiënten met veneuze enten, onvolledige revascularisatie of bij rokers op jongere leeftijd [43](#page=43).
#### 1.5.2 Take-home messages over CABG
* Chirurgische coronaire revascularisatie heeft nog steeds ruime indicaties [44](#page=44).
* De keuze tussen PCI en CABG dient bij voorkeur in multidisciplinair overleg te worden genomen [44](#page=44).
* Typische chirurgische indicaties omvatten significant hoofdstamletsel, proximaal LAD-letsel en drietakslijden met verminderde linker ventrikelfunctie [44](#page=44).
* Er is een evolutie naar meer endoscopische technieken, maximale arteriële revascularisatie en minimaal-invasieve of hybride procedures [44](#page=44).
* De langetermijnresultaten worden beïnvloed door de gebruikte technieken, secundaire preventie en de behandeling van risicofactoren [44](#page=44).
---
# Vergelijking van PCI en CABG bij complex coronaire vaatlijden
Dit gedeelte bespreekt de vergelijkende effectiviteit van percutane coronaire interventie (PCI) en coronaire arterie bypass graft (CABG) chirurgie bij patiënten met complex coronaire vaatlijden, met een focus op de resultaten van grote gerandomiseerde gecontroleerde studies zoals de Syntax en Freedom trials, met name bij patiënten met diabetes mellitus [12](#page=12) [14](#page=14).
### 2.1 De Syntax trial
De Syntax trial was een gerandomiseerde gecontroleerde studie (RCT) die 1800 patiënten met drietakslijden, al dan niet gecombineerd met hoofdstamletsel, includeerde. Een cruciale component van deze studie was de ontwikkeling van de Syntax-score, een systeem om de ernst en complexiteit van de coronaire aantasting objectief te kwantificeren. Patiënten werden gerandomiseerd naar ofwel PCI met taxus-eluting stents (n=900) of CABG (n=900) [12](#page=12).
De resultaten na 5 jaar follow-up toonden aan dat bij patiënten met de hoogste Syntax-scores, PCI geassocieerd was met een 8% hogere mortaliteit vergeleken met CABG. De gedetailleerde 5-jaars uitkomsten waren als volgt [12](#page=12):
* **Acute Myocardinfarct (AMI):** 9,8% bij PCI versus 3,8% bij CABG.
* **Mortaliteit:** 13,9% bij PCI versus 11,4% bij CABG.
* **Nieuwe revascularisatie:** 26% bij PCI versus 14% bij CABG.
* **Cerebrovasculair accident (CVA):** 2,4% bij PCI versus 3,7% bij CABG.
Op basis van de Syntax-score kan gesteld worden dat een hogere score de voorkeur voor CABG impliceert, terwijl een lagere score PCI als een haalbaar alternatief biedt [13](#page=13).
> **Tip:** Begrijp hoe de Syntax-score de complexiteit van de coronaire anatomie weerspiegelt en hoe dit de behandelkeuze kan beïnvloeden. Een hogere score duidt op complexer lijden waarvoor CABG vaak de voorkeur geniet [13](#page=13).
### 2.2 De Freedom trial
De Freedom trial was een RCT die 1900 electieve patiënten met diabetes mellitus en meertakslijden (zowel twee- als drietakslijden) includeerde. Naast optimale medische behandeling, werden de patiënten gerandomiseerd naar PCI met drug-eluting stents (DES) (n=950) of CABG (n=950). De follow-up duurde tot 5 jaar [14](#page=14).
De resultaten van de Freedom trial waren duidelijk: CABG bleek superieur aan PCI met DES-stents bij diabetespatiënten met voornamelijk drietakslijden. Dit resulteerde in een significant lagere mortaliteit en minder AMI, hoewel de kans op CVA verhoogd was bij de CABG-groep. De specifieke 5-jaars uitkomsten waren [14](#page=14):
* **Acute Myocardinfarct (AMI):** 13,9% bij PCI versus 6% bij CABG (P-waarde <0,001).
* **Mortaliteit:** 16,3% bij PCI versus 10,9% bij CABG (P-waarde 0,049).
* **Nieuwe revascularisatie:** 12,6% bij PCI versus 4,8% bij CABG (P-waarde 0,001).
* **Cerebrovasculair accident (CVA):** 2,4% bij PCI versus 5,2% bij CABG (P-waarde 0,03).
> **Tip:** De Freedom trial benadrukt het belang van de patiëntkenmerken, met name diabetes, bij het kiezen tussen PCI en CABG voor meertakslijden. Bij deze specifieke populatie is CABG geassocieerd met betere langetermijnuitkomsten op het gebied van mortaliteit en AMI [14](#page=14).
---
# Technieken en evoluties in coronaire bypass chirurgie
Dit onderwerp behandelt de verschillende chirurgische technieken voor coronaire bypass chirurgie (CABG), met een focus op de evoluties in materialen en benaderingen [20](#page=20).
### 3.1 On-pump versus off-pump CABG
Traditioneel wordt CABG uitgevoerd met behulp van cardiopulmonale bypass (CPB), ook wel bekend als "on-pump" chirurgie. Recentelijk is er echter een toename in "off-pump" technieken, waarbij de hartlongmachine niet wordt gebruikt [20](#page=20).
#### 3.1.1 On-pump CABG
Bij on-pump CABG wordt het hart tijdelijk stilgelegd met behulp van de extracorporele circulatie (ECC). Dit maakt een precieze plaatsing van de grafts mogelijk, zelfs op moeilijk bereikbare locaties in het hart. Tevens biedt deze techniek de mogelijkheid om gelijktijdig klepoperaties uit te voeren. Een nadeel is echter de systemische ontstekingsreactie die kan optreden, met mogelijke negatieve gevolgen voor organen zoals de nieren [20](#page=20).
#### 3.1.2 Off-pump CABG (OPCAB en MIDCAB)
Off-pump CABG (OPCAB) wordt uitgevoerd op een kloppend hart, zonder gebruik van ECC. De voordelen hiervan zijn onder andere het vermijden van ECC, minder manipulatie van de aorta, snellere operatietijd en minder postoperatieve aritmieën. Nadelen kunnen zijn: minder precisie door de beweging van het hart, potentieel minder volledige revascularisatie en moeite met het bereiken van bepaalde anatomische locaties. Klepbehandelingen zijn niet mogelijk tijdens OPCAB [20](#page=20).
MIDCAB (minimally invasive direct coronary artery bypass) is een vorm van off-pump chirurgie die vaak endoscopisch of robotisch wordt uitgevoerd [22](#page=22).
> **Tip:** OPCAB biedt onmiddellijk voordeel bij patiënten met nierinsufficiëntie of een sterk verkalkte aorta. Op termijn kunnen er echter minder goede resultaten worden gezien wat betreft graftpatency en late complicaties [21](#page=21).
##### 3.1.2.1 Vergelijking OPCAB en CABG
De CORONARY trial, een multicenter gerandomiseerde gecontroleerde studie (RCT) met 4752 patiënten, vergeleek off-pump met on-pump CABG. Na één jaar toonde de on-pump procedure een licht voordeel. Echter, na vijf jaar werden er geen significante verschillen gevonden in mortaliteit, myocardinfarct (AMI), nieuwe revascularisatie, nieuw nierfalen of cerebrovasculair accident (CVA)/transient ischemic attack (TIA). Ook de kostprijs was vergelijkbaar [24](#page=24).
Een analyse van een grote database van 83.914 coronaire bypass operaties toonde aan dat off-pump chirurgie geassocieerd was met een significant lager risico op postoperatieve beroerte (stroke). Er werden echter geen significante verschillen gevonden in mortaliteit, acuut nierfalen, noodzaak voor hemodialyse, mediastinitis of respiratoire insufficiëntie [25](#page=25).
Een meta-analyse van 32 studies door Chaudhry et al. concludeerde dat er op middellange termijn geen verschil is in mortaliteit of overleving tussen off-pump en on-pump CABG, zowel in RCT's als in propensity-matched studies [26](#page=26).
### 3.2 Entmateriaal in CABG
Het succes van CABG hangt sterk af van het gebruikte entmateriaal. Er wordt onderscheid gemaakt tussen arteriële en veneuze grafts [27](#page=27) [28](#page=28) [29](#page=29).
#### 3.2.1 Arteriële enten
Arteriële enten worden beschouwd als superieur qua patency op lange termijn. De meest gebruikte arteriële ent is de linker arteria mammaria interna (LIMA). Andere opties zijn de rechter arteria mammaria interna (RIMA) en de arteria radialis [28](#page=28) [31](#page=31).
* **Linker arteria mammaria interna (LIMA):** Deze slagader, gelegen in de borstkas, heeft een uitstekende langetermijnpatency. De LIMA wordt vaak gebruikt voor revascularisatie van de linker anterior dalende arterie (LAD) [27](#page=27) [28](#page=28) [31](#page=31).
* **Rechter arteria mammaria interna (RIMA):** Kan in combinatie met de LIMA worden gebruikt voor een bilaterale mammaria bypass (BIMA) [28](#page=28) [32](#page=32).
* **Arteria radialis:** De arterie uit de onderarm kan ook als graft worden gebruikt. Een potentiële complicatie is coronarografie via de arm, wat de patency van de graft kan beïnvloeden [28](#page=28) [36](#page=36).
#### 3.2.2 Veneuze enten
De vena saphena magna, een grote ader uit het been, is het meest gebruikte veneuze entmateriaal. Veneuze enten hebben een lagere patency op lange termijn vergeleken met arteriële enten [29](#page=29) [31](#page=31).
> **Tip:** De prelevatie van de vena saphena kan minimaal invasief gebeuren, zowel endoscopisch als via kleine incisies, wat leidt tot minder wondproblemen [30](#page=30) [36](#page=36).
### 3.3 Maximale arteriële revascularisatie en BIMA
Het streven is naar maximale arteriële revascularisatie, waarbij zoveel mogelijk arteriële enten worden gebruikt [31](#page=31) [36](#page=36).
* **LIMA-ent:** Heeft een patency van 99% na 5 jaar [31](#page=31).
* **Sequentiële LIMA:** Wordt in 33% van de gevallen gebruikt [31](#page=31).
* **LIMA + RIMA (BIMA):** Wordt in 60% van de gevallen gebruikt. Studies tonen aan dat BIMA niet leidt tot meer complicaties dan een enkele IMA, en zelfs een betere langetermijnoverleving biedt. Echter, er is een hogere incidentie van oppervlakkige wondinfecties bij BIMA vergeleken met een enkele IMA, met name bij risicogroepen zoals insulinedependente diabetici of patiënten met een BMI > 40. Er is geen verschil in diepe infecties [31](#page=31) [32](#page=32) [33](#page=33) [34](#page=34).
* **Arteria radialis-ent:** Wordt in 5% van de gevallen gebruikt [31](#page=31).
* **Volledig arterieel:** In 43% van de gevallen wordt er volledig arteriële revascularisatie toegepast. De ART trial onderzocht het effect van totale arteriële grafting [31](#page=31) [35](#page=35).
#### 3.3.1 Patency van enten
* Veneuze enten hebben een patency van ongeveer 75% na 5 jaar en 50% na 10 jaar [31](#page=31).
* Arteriële enten hebben een patency van ongeveer 98% na 5 jaar en 95% na 10 jaar [31](#page=31).
### 3.4 Evoluties in chirurgische benaderingen
De chirurgie evolueert naar minder invasieve technieken en een maximaal gebruik van arteriële enten [36](#page=36).
* **Minimaal invasieve procedures:** MIDCAB en hybride procedures, vaak robotisch uitgevoerd, winnen aan populariteit [22](#page=22) [36](#page=36).
* **Endoscopische prelevatie:** Dit wordt toegepast voor het verkrijgen van zowel vena saphena als arteria radialis, wat de invasiviteit vermindert [30](#page=30) [36](#page=36).
* **OPCAB verliest aan populariteit:** Hoewel OPCAB voordelen kan bieden in specifieke patiëntengroepen, lijkt de algemene trend een afname in het gebruik ervan te laten zien, mogelijk ten gunste van de verder ontwikkelende minimaal invasieve technieken [36](#page=36).
---
# Postoperatief management en langetermijnpreventie na CABG
Hieronder volgt de studiehandleiding voor het onderwerp "Postoperatief management en langetermijnpreventie na CABG".
## 4. Postoperatief management en langetermijnpreventie na CABG
Dit onderwerp behandelt de cruciale aspecten van zorg na een coronaire bypassoperatie (CABG), inclusief het managen van mogelijke complicaties, het voorschrijven van medicatie bij ontslag, en strategieën voor langdurige preventie om de levenskwaliteit en prognose te verbeteren.
### 4.1 Postoperatieve complicaties na CABG
Na een CABG-ingreep kunnen diverse complicaties optreden die zorgvuldige monitoring en management vereisen. Deze omvatten [37](#page=37):
* **Nabloeding:** Dit kan het gevolg zijn van stollingsstoornissen, met name bij acute CABG-procedures waarbij patiënten duale antiplatelet therapie (DAPT) ontvangen [37](#page=37).
* **Perioperatief infarct of ischemie:** Postoperatieve controle van troponines is essentieel om myocardschade te detecteren [37](#page=37).
* **Slechte kwaliteit van het distale coronair vaatbed:** Een mismatch tussen de breedte van de veneuze graft (bijvoorbeeld vena saphena) en de coronairarterie kan leiden tot suboptimale resultaten. Soms is een controle coronarografie nodig om dit te evalueren [37](#page=37).
* **Voorkamerfibrillatie:** Dit is een relatief veelvoorkomende complicatie na CABG [37](#page=37).
#### 4.1.1 Het postoperatieve verloop en de obesitas-paradox
Het postoperatieve verloop kan worden beïnvloed door verschillende factoren, waaronder obesitas. De "obesitas-paradox" beschrijft de invloed van obesitas op de mortaliteit op zowel korte als langere termijn na CABG. Onderzoek suggereert dat er een verband bestaat tussen obesitas en de uitkomst na CABG, hoewel de precieze mechanismen en temporele aspecten nog onderwerp van studie zijn [38](#page=38).
### 4.2 Medicatie bij ontslag na CABG
Bij ontslag na een CABG-ingreep wordt een gestandaardiseerd medicatiebeleid gevolgd, aangevuld met specifieke aanpassingen op basis van de individuele patiëntsituatie.
#### 4.2.1 Basis medicatie
De basis van de medicatie bij ontslag omvat doorgaans:
* Aspirine in lage dosis [39](#page=39).
* Een bètablokker [39](#page=39).
* Hypolipemiërende medicatie, meestal statines [39](#page=39).
#### 4.2.2 Specifieke medicatie situaties
Afhankelijk van de indicatie voor de CABG of specifieke postoperatieve omstandigheden, kunnen aanvullende medicijnen worden voorgeschreven:
* **Bij DES-stent (Drug-Eluting Stent):** Aspirine in combinatie met clopidogrel [39](#page=39).
* **Na acuut coronair syndroom (ACS), NSTEMI/STEMI:** Ticagrelor gedurende één jaar [39](#page=39).
* **Intermitterende voorkamerfibrillatie:** Een Non-Vitamin K Antagonist Oraal Anticoagulans (NOAC), zoals dabigatran, apixaban, edoxaban of rivaroxaban [39](#page=39).
* **Hypertensie:** De gebruikelijke thuismedicatie wordt voortgezet [39](#page=39).
* **Diabetes Mellitus:** Strikte regeling van de bloedsuikerspiegel is cruciaal, en soms kan de start van insuline noodzakelijk zijn [39](#page=39).
### 4.3 Preventie op lange termijn na CABG
Secundaire preventie is essentieel om de levensduur en levenskwaliteit na een CABG te optimaliseren en de kans op toekomstige cardiovasculaire gebeurtenissen te minimaliseren. Dit omvat een multidisciplinaire aanpak gericht op verschillende leefstijlfactoren en medische behandeling [41](#page=41).
#### 4.3.1 Componenten van langetermijnpreventie
De strategieën voor langetermijnpreventie omvatten:
* **Revalidatie:** Deelname aan een hartrevalidatieprogramma [41](#page=41).
* **Bewegen:** Regelmatige fysieke activiteit is van groot belang [41](#page=41).
* **Medicatie:** Voortzetting van medicatie voor secundaire preventie [41](#page=41).
* **Leefstijl:**
* **Rookstop:** Essentieel voor het verbeteren van de cardiovasculaire gezondheid [41](#page=41).
* **Gewichtsreductie:** Het bereiken en handhaven van een gezond gewicht [41](#page=41).
* **Controle van comorbiditeiten:** Effectieve behandeling van:
* Diabetes Mellitus [41](#page=41).
* Nierinsufficiëntie [41](#page=41).
#### 4.3.2 Invloed van risicofactoren op de overleving
Het effect van risicofactoren op de 10-jaars overleving na CABG is aanzienlijk. Studies, zoals de analyse van de Arterial Revascularization Trial, hebben aangetoond dat de identificatie en behandeling van deze factoren de prognose na de ingreep kunnen verbeteren [42](#page=42).
### 4.4 Resultaten van CABG
De resultaten van een CABG-ingreep worden gemeten aan de hand van verschillende parameters, waaronder mortaliteit, heropnames en het optreden van nieuwe cardiovasculaire gebeurtenissen.
* **Hospitaalmortaliteit:** Bedraagt typisch 1,5-2%, en is lager dan 1% bij electieve procedures [43](#page=43).
* **5-jaars mortaliteit:** Ligt tussen 10-12% [43](#page=43).
* **Voordeel van arteriële enten:** Gebruik van arteriële graften, zoals bilaterale interne mammaria arteriën (BIMA), biedt voordelen ten opzichte van veneuze enten [43](#page=43).
* **Heropname binnen 1 maand:** Komt voor bij 9-13% van de patiënten, voornamelijk door aritmie, wondproblemen of pleuravocht [43](#page=43).
* **Heropname tussen 1 maand en 1 jaar:** Wordt gezien bij ongeveer 10% van de patiënten, met hartfalen als voornaamste oorzaak [43](#page=43).
* **Nieuw myocardinfarct (AMI):** Treedt op bij 4-6% van de patiënten [43](#page=43).
* **Nieuwe revascularisatie:** Is nodig bij 5-14% van de patiënten. Percutane coronaire interventie (PCI) wordt in deze gevallen vaker toegepast dan een redo CABG [43](#page=43).
* **Redo CABG:** Vereist bij 3-5% van de patiënten, vaker bij gebruik van veneuze enten, onvolledige revascularisatie of bij rokers op jongere leeftijd [43](#page=43).
> **Tip:** Het is cruciaal om de patiënt goed te informeren over de medicatie bij ontslag en het belang van therapietrouw voor de langetermijnresultaten.
> **Tip:** Leefstijlinterventies, zoals rookstop en het bevorderen van lichaamsbeweging, zijn even belangrijk als medicamenteuze behandeling voor een succesvolle langetermijnpreventie.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Angor pectoris | Een drukkende pijn op de borst die optreedt bij lichamelijke inspanning of emotionele stress, veroorzaakt door een onvoldoende bloedtoevoer naar de hartspier als gevolg van vernauwde kransslagaders. |
| Acuut myocardinfarct (STEMI / NSTEMI) | Een plotselinge, ernstige vermindering of volledige onderbreking van de bloedtoevoer naar een deel van de hartspier, wat leidt tot beschadiging of afsterven van het hartweefsel. STEMI staat voor ST-elevatie myocardinfarct, en NSTEMI voor non-ST-elevatie myocardinfarct, verschillende subtypes gebaseerd op het elektcardiogram (EKG). |
| Ischemisch hartfalen | Een vorm van hartfalen die ontstaat als gevolg van langdurige of ernstige ischemie (zuurstoftekort) van de hartspier, vaak veroorzaakt door coronaire vaatlijden, waardoor het hart minder efficiënt bloed kan pompen. |
| EKG (Elektrocardiogram) | Een medische test die de elektrische activiteit van het hart registreert met behulp van elektroden die op de huid worden geplaatst, om afwijkingen in het hartritme en tekenen van ischemie of infarct te detecteren. |
| Hartenzymen (troponine) | Specifieke eiwitten die vrijkomen in het bloed wanneer hartspiercellen beschadigd raken, zoals bij een myocardinfarct. Troponine is een gevoelige biomarker voor hartschade. |
| Lipiden | Vetten in het bloed, zoals cholesterol en triglyceriden, waarvan verhoogde niveaus een risicofactor zijn voor de ontwikkeling van atherosclerose en coronaire vaatziekten. |
| Inspanningstest | Een diagnostische procedure waarbij de patiënt op een loopband of hometrainer traint terwijl de hartslag, bloeddruk en het EKG continu worden gemonitord om hartreacties op inspanning te beoordelen en coronaire insufficiëntie op te sporen. |
| Echocardiografie | Een echografie van het hart die met geluidsgolven beelden produceert van de hartstructuren, kleppen en de pompfunctie, om afwijkingen in de anatomie en functie te beoordelen. |
| CT coronairen (CT coronarografie) | Een computertomografie (CT) scan waarbij contrastvloeistof in de kransslagaders wordt geïnjecteerd om gedetailleerde beelden te verkrijgen van de anatomie van de kransslagaders, met name om vernauwingen (stenosen) en verkalkingen op te sporen. |
| Hartkatheterisatie - Coronarografie | Een invasieve diagnostische procedure waarbij een dunne, flexibele katheter via een bloedvat (meestal in de lies of arm) naar de kransslagaders van het hart wordt geleid. Contrastvloeistof wordt geïnjecteerd om met röntgenbeelden de vernauwingen en blokkades in de kransslagaders gedetailleerd in kaart te brengen. |
| Stenose | Een vernauwing van een bloedvat, klep of andere doorgang, wat de bloedstroom kan belemmeren. In de context van coronaire vaatziekten verwijst stenose naar de vernauwing van de kransslagaders. |
| FFR (Fractional Flow Reserve) | Een invasieve methode die de drukgradiënt over een coronaire vernauwing meet om de functionele significantie ervan te beoordelen. Een FFR-waarde lager dan 0,8 suggereert een hemodynamisch significante stenose die mogelijk behandeling vereist. |
| iFR (Instant Wave-Free Ratio) | Een recentere, invasieve methode die, vergelijkbaar met FFR, de functionele significantie van coronaire stenosen evalueert zonder de noodzaak van vasodilatatie-medicatie. Een iFR-waarde lager dan 0,9 wijst op een beperking van de bloedstroom. |
| Coronaire anatomie | De studie van de structuur en organisatie van de kransslagaders, de bloedvaten die de hartspier van zuurstofrijk bloed voorzien. Dit omvat het identificeren van de verschillende takken (LAD, Cx, RCA) en de ernst van eventuele laesies. |
| Hoofdstamletsel | Een significante vernauwing of blokkade in de linker coronaire hoofdstam (LMCA), de belangrijkste kransslagader die zich kort na de aorta splitst in de linker anterior dalende arterie (LAD) en de circumflex arterie (Cx). Dit wordt beschouwd als een hoogrisicolesie. |
| 1-takslijden, 2-takslijden, 3-takslijden | Verwijst naar het aantal coronaire slagaders dat significante vernauwingen vertoont: 1-takslijden betekent één aangetaste arterie, 2-takslijden twee, en 3-takslijden drie. |
| PCI (Percutane Coronaire Interventie) | Een minimaal-invasieve procedure waarbij vernauwde of geblokkeerde kransslagaders worden geopend met behulp van een ballonkatheter, vaak gevolgd door het plaatsen van een stent om het bloedvat open te houden. |
| CABG (Coronary Artery Bypass Grafting) | Een chirurgische ingreep waarbij een omleidingsader (bypass) wordt gecreëerd om bloed om de vernauwde of geblokkeerde sectie van een kransslagader te leiden, gebruikmakend van een stuk ader van het been (vena saphena) of een arterie uit de borstkas (arteria mammaria). |
| STEMI (ST-Elevation Myocardial Infarction) | Een acuut myocardinfarct gekenmerkt door een ST-segment elevatie op het elektrocardiogram (EKG), wat duidt op een volledige occlusie van een kransslagader en vaak onmiddellijke revascularisatie vereist. |
| Culprit lesie | De primaire vernauwing of blokkade in een kransslagader die verantwoordelijk wordt gehouden voor het veroorzaken van een acuut coronair syndroom. |
| LAD (Linker Anterior Dalende arterie) | Een van de belangrijkste kransslagaders, die de voorkant van het linker ventrikel en de voorste deel van het septum van bloed voorziet. Laesies in de proximale LAD zijn vaak klinisch significant. |
| Cx (Circumflex arterie) | Een kransslagader die de achterkant en zijkant van het linker ventrikel van bloed voorziet. |
| RCA (Rechter Coronaire Arterie) | De kransslagader die het rechter atrium, rechter ventrikel, en een deel van de achterwand van het linker ventrikel van bloed voorziet. |
| LV functie (Linker Ventrikel functie) | De pompkracht en efficiëntie van het linker ventrikel van het hart, die beoordeeld wordt aan de hand van de ejectiefractie en andere parameters, en die belangrijk is bij de besluitvorming rond coronaire revascularisatie. |
| Kleppathologie | Afwijkingen of ziekten van de hartkleppen, zoals vernauwing (stenose) of lekkage (insufficiëntie), die de bloedstroom door het hart kunnen belemmeren en de pompfunctie kunnen beïnvloeden. |
| Refractaire cardiogene shock | Een levensbedreigende toestand waarbij het hart zo ernstig beschadigd is dat het onvoldoende bloed kan rondpompen, ondanks maximale medische behandeling. |
| Syntax score | Een classificatiesysteem dat de ernst en complexiteit van coronaire laesies kwantificeert op basis van de anatomische kenmerken, om de prognose en de geschiktheid voor PCI of CABG te bepalen. |
| RCT (Randomized Controlled Trial) | Een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek, een type klinisch onderzoek waarbij deelnemers willekeurig worden toegewezen aan een interventiegroep of een controlegroep, om de effectiviteit van een behandeling te evalueren. |
| DES stents (Drug-Eluting Stents) | Een type stent dat wordt geïmplanteerd in een vernauwde kransslagader en die langzaam medicatie afgeeft om de groei van nieuw weefsel te remmen en re-stenose te voorkomen. |
| Multidisciplinair overleg (Hartteam) | Een vergadering van een team van medische specialisten, waaronder interventiecardiologen, hartchirurgen en klinische cardiologen, om individuele patiëntcases te bespreken en de meest geschikte behandelingsstrategie te bepalen voor complexe hartziekten. |
| Secundaire preventie | Maatregelen die worden genomen na een medische gebeurtenis, zoals een hartinfarct, om het risico op toekomstige incidenten te verminderen, waaronder medicatie, levensstijlaanpassingen en revalidatie. |
| ECC (Extracorporele Circulatie) | De techniek waarbij het bloed van de patiënt buiten het lichaam wordt geleid via een hart-long machine tijdens een hartoperatie om de functie van het hart en de longen over te nemen, waardoor de chirurg in een stilstaand hart kan opereren (on-pump CABG). |
| On pump CABG | Coronary Artery Bypass Grafting (CABG) uitgevoerd met behulp van extracorporele circulatie (ECC), waarbij de hart-long machine de bloedsomloop en oxygenatie van het lichaam overneemt. |
| Off-pump CABG (OPCAB) | Coronary Artery Bypass Grafting (CABG) uitgevoerd op een kloppend hart zonder gebruik te maken van extracorporele circulatie (ECC). |
| MIDCAB (Minimally Invasive Direct Coronary Artery Bypass) | Een minimaal-invasieve chirurgische techniek voor bypass-operaties, vaak uitgevoerd via kleine incisies en soms met behulp van endoscopie of robotica, waarbij directe bypasses naar de kransslagaders worden aangelegd zonder openhartchirurgie. |
| Patency (vaatdoorlaatbaarheid) | De mate waarin een bloedvat of een bypass open blijft en bloed doorlaat. Hoge patency is cruciaal voor het succes op lange termijn van coronaire revascularisatie. |
| LIMA (Linker Interne Mammaria Arterie) | De linker interne mammaria arterie, ook wel linker arteria thoracica interna genoemd, is een arterie die vaak wordt gebruikt als arteriële ent voor een CABG-bypass, vanwege zijn goede langetermijn patency. |
| RIMA (Rechter Interne Mammaria Arterie) | De rechter interne mammaria arterie, een arterie die, net als de LIMA, gebruikt kan worden als arteriële ent voor een bypass. Het gebruik van beide mammaria-arteriën (BIMA) kan de langetermijnresultaten verbeteren. |
| V. safena magna | De grote oppervlakkige ader in het been, die vaak wordt gebruikt als veneuze ent voor CABG-bypasses. |
| Sequentiële bypass | Een bypass-techniek waarbij een enkele greffe wordt gebruikt om meerdere vernauwde kransslagaders te omzeilen, door de greffe in verschillende segmenten te splitsen. |
| Totaal arterieel | Een chirurgische benadering waarbij uitsluitend arteriële enten (zoals LIMA, RIMA, arteria radialis) worden gebruikt voor alle bypasses, in plaats van veneuze enten zoals de vena saphena. |
| Endoscopische prelevatie | Een minimaal-invasieve techniek waarbij de veneuze of arteriële ent voor de bypass via een endoscoop wordt verwijderd, wat resulteert in kleinere littekens. |
| Desenc | Dit lijkt een typefout te zijn of een afkorting die niet direct uit de tekst te achterhalen is. Mogelijk gerelateerd aan medicatie (bv. desensibilisatie) of een procedure. |
| Habituele thuismedicatie | De medicijnen die een patiënt al langdurig thuis gebruikt voor chronische aandoeningen. |
| NOAC (Nieuwe Orale Anticoagulantia) | Een klasse van bloedverdunners die oraal worden ingenomen en specifiek gericht zijn op stollingsfactoren, zoals dabigatran, apixaban, edoxaban en rivaroxaban, vaak gebruikt bij voorkamerfibrillatie. |
| Revalidatie | Een gestructureerd programma van oefeningen, educatie en ondersteuning dat patiënten helpt te herstellen van een medische ingreep of ziekte, en gericht is op het verbeteren van de fysieke functie en het welzijn. |
| Secundaire preventie | Maatregelen die worden genomen na een medische gebeurtenis, zoals een hartinfarct, om het risico op toekomstige incidenten te verminderen, waaronder medicatie, levensstijlaanpassingen en revalidatie. |
| Hospitaalmortaliteit | Het percentage overlijdensgevallen dat optreedt tijdens een ziekenhuisopname of binnen een bepaalde periode na een ingreep of opname. |
| Heropname | Het opnieuw opnemen van een patiënt in het ziekenhuis na eerdere ontslag, vaak als gevolg van complicaties of verslechtering van de gezondheidstoestand. |
| Redo CABG | Een herhaalde coronaire arterie bypass graft-operatie, uitgevoerd bij patiënten die eerder al een bypass-operatie hebben ondergaan. |
| Atherosclerose | Een chronische ziekte waarbij plaque zich ophoopt aan de binnenwanden van de slagaders, wat leidt tot vernauwing en verharding van de bloedvaten, en een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. |
| Mismatch | Een situatie waarin de grootte van de gebruikte bypass-ent niet goed overeenkomt met de diameter van het coronaire bloedvat waaraan deze wordt aangesloten, wat de effectiviteit en duurzaamheid van de bypass kan beïnvloeden. |
| DAPT (Dual Antiplatelet Therapy) | Gelijktijdige toediening van twee bloedplaatjesremmers, meestal aspirine en een P2Y12-remmer (zoals clopidogrel, ticagrelor of prasugrel), vaak gebruikt na PCI met DES-stents of bij acute coronaire syndromen. |
| Perioperatief infarct / ischemie | Hartschade of zuurstoftekort dat optreedt rondom de periode van een operatie, zoals CABG, als gevolg van stress op het hart, bloedverlies of andere complicaties. |
| Voorkamerfibrillatie (Atriale fibrillatie) | Een veelvoorkomende hartritmestoornis waarbij de bovenste kamers van het hart (de atria) onregelmatig en snel trillen, wat het risico op bloedstolsels en beroertes verhoogt. |
| Obesitas-paradox | Het fenomeen waarbij bij bepaalde ziekten, waaronder na CABG, patiënten met een iets hoger lichaamsgewicht of BMI soms betere overlevingsresultaten laten zien dan patiënten met een normaal gewicht, hoewel obesitas op zichzelf een risicofactor is voor hartziekten. |
| Statines | Een klasse van medicijnen die worden gebruikt om het cholesterolgehalte in het bloed te verlagen, wat helpt bij de secundaire preventie van coronaire vaatziekten. |
| Ticagrelor | Een krachtige bloedplaatjesremmer die vaak wordt voorgeschreven na een acuut coronair syndroom of na PCI met DES-stents om het risico op trombose te verminderen. |
| Dabigatran, Apixaban, Edoxaban, Rivaroxaban | Dit zijn voorbeelden van NOAC's (Nieuwe Orale Anticoagulantia), bloedverdunners die gebruikt worden voor de preventie van beroertes bij voorkamerfibrillatie en voor de behandeling van veneuze trombo-embolie. |
| Intermitterende voorkamerfibrillatie | Episodisch optredende atriale fibrillatie die niet continu aanwezig is. |