Cover
立即免费开始 Myo_2025_hoorcollege_-_Behandeling_van_OMFT_2025_VERSIE_STUDENTEN.pptx
Summary
# Behandeling van myofunctionele stoornissen met OMFT
Dit onderdeel van de studiehandleiding beschrijft de algemene principes en de multidisciplinaire aanpak van orofaciale myofunctionele therapie (OMFT), met specifieke focus op de rol van de logopedist en de stapsgewijze opbouw van de behandeling.
## 1. Algemene principes van OMFT
Orofaciale myofunctionele therapie (OMFT) is gericht op het herstellen van het orofaciale evenwicht door invloed uit te oefenen op het functioneren van de orofaciale spieren. Het doel is om de ontwikkeling van kaak-, verhemelte- en dentale structuren te beïnvloeden en afwijkende mondgewoonten aan te pakken.
### 1.1 Multidisciplinaire aanpak
De behandeling van myofunctionele stoornissen is bij voorkeur multidisciplinair. Hierbij ligt de focus van de logopedist op de functie en die van de orthodontist op de vorm.
### 1.2 Rol van de ouders en motivatie
De samenwerking met ouders is cruciaal. Zij fungeren als informateur, co-therapeut en motivator. Het motiveren van kinderen is essentieel, waarbij beloningen een belangrijke rol spelen. De therapeut fungeert hierbij als een model.
### 1.3 Stapsgewijze opbouw van de behandeling
De behandeling kent een geleidelijke, stapsgewijze opbouw. De volgorde van behandeling omvat doorgaans de volgende stappen:
* Afleren van afwijkende mondgewoonten.
* Aanleren van de correcte tongpositie tijdens slikken.
* Aanleren van de correcte tongpositie in rust.
* Aanleren van de correcte tongpositie tijdens spreken.
* Automatiseren van de aangeleerde patronen.
Vanuit de nomenclatuur is er dekking voor twintig sessies ter vergoeding van een 'interceptieve orthodontische behandeling'. Het advies is om dit op te splitsen in vijftien sessies voor actieve begeleiding en vijf sessies voor follow-up.
## 2. Afleren van afwijkende mondgewoonten
Afwijkende mondgewoonten die behandeld worden, omvatten zuiggewoonten, bijtgewoonten en open mondgedrag met habitueel mondademen.
### 2.1 Zuiggewoonten
Zuiggewoonten zoals duimzuigen, fopspeengebruik en vingerzuigen kunnen worden aangepakt met behulp van gedragstherapeutische methoden en mechanische hulpmiddelen.
#### 2.1.1 Gedragstherapeutische aanpak
* **Preventie en bewustwording:** Breng het zuiggedrag in kaart, betrek ouders en kind, en hanteer een positieve benadering. Het benadrukken van de gevolgen en visualisatie zijn belangrijk.
* **Consequent zijn:** Ouders dienen consequent en eensgezind te zijn. Speel in op de persoonlijkheid van het kind en geef positieve aandacht.
* **Motivatie:** Start vanuit een motiverende houding. Hulpmiddelen zoals een duimkalender, reminders, en positieve beloningen kunnen ondersteunen. Vermijd straffen en overmatige reacties.
* **Programma's:** Er zijn diverse gedragstherapeutische programma's beschikbaar, zoals 'Foei die duim' en 'Duim jij? Ik niet!'.
* **Oefeningen:** Specifieke zinnen zoals "Duimpje klein en duimpje rond, ik wil je niet meer in mijn mond! Want ben ik bang of ben ik moe, ik hou mijn mondje altijd toe. Wat heb ik geleerd? Dat duimen is verkeerd!" kunnen gebruikt worden.
* **Methoden:**
* **Negative practice:** Systematische herhaling van ongewenst gedrag (bv. 10-vingermethode).
* **Modeling:** Zelf-modeling (op video), video-modeling, symbolische modeling, in-vivo modeling.
* **Habit reversal:** Gewoonteomdraaiing.
* **Aversietherapie:** Gebruik van bijvoorbeeld Byte-x.
* **Remindertherapie:** Gebruik van bijvoorbeeld een Thumb guard.
#### 2.1.2 Mechanische hulpmiddelen
* **Voor duimzuigen:** Duim- of handpopje, frutseldoosje, slecht smakende producten, pleisters rond de duim, Thumb guard, Tangle, fidget toys.
* **Intra-orale apparatuur:** Palatale krib, bluegrass apparaat, oral screen.
* **Trainers:** Face former, Stoppi.
> **Tip:** De effectiviteit van verschillende behandelingsstrategieën voor duimzuigen is een belangrijk studieonderwerp.
#### 2.1.3 Aanpak fopspeenzuigen
De aanpak van fopspeenzuigen volgt vergelijkbare gedragsgerichte principes als bij duimzuigen.
### 2.2 Bijtgewoonten
Bijtgewoonten, zoals nagelbijten of bijten op voorwerpen, vereisen een focus op bewustwording, motivatie, en het aanpakken van onderliggende oorzaken.
#### 2.2.1 Gedragstherapeutische aanpak
* **Bewustwording en motivatie:** Essentieel is het creëren van bewustzijn bij het kind en het motiveren voor verandering.
* **Hulpmiddelen en strategieën:**
* Kunstnagels, nagellak.
* Afleiden met bijvoorbeeld fidget toys of een tangle.
* Gebruik van slecht smakende producten.
* Pleisters of handschoenen.
### 2.3 Open mondgedrag en (habitueel) mondademen
Open mondgedrag en habitueel mondademen vereisen eerst controle door een KNO-arts om eventuele obstructies uit te sluiten.
#### 2.3.1 Aanpak
* **Aanleren neusademhaling:** Stimuleer neusademhaling met lipsluiting.
* **Gedragstherapeutische aanpak:** Gebruik van oefenagenda's en reminders.
* **Technische hulpmiddelen:**
* **Face-former therapie:** Ontwikkeld vanuit de orthodontie om harmonisatie en versterking van orofaciale spierfuncties te bewerkstelligen. Kan ingezet worden bij onder andere tongpersen, mondademen, duimzuigen en spraakstoornissen.
* **Training:** Bestaat uit basisoefeningen (krachtig persen met lippen, gevolgd door ontspanning) en combineren met trekoefeningen. De training kan 3 keer daags en eventueel 's nachts plaatsvinden. Eerste resultaten zijn zichtbaar na 2 weken, met duidelijke vooruitgang na 3 à 4 maanden.
* **Oral screen:** Een apparaat dat de tongpositie beïnvloedt en lipsluiting stimuleert.
* **Pleisters:** Fixomull-stretch, Myotape, Curetape kunnen worden gebruikt om lipsluiting te bevorderen.
* **Trainers:** Algemene orofaciale trainers.
## 3. Aanleren van de correcte tongpositie
Het aanleren van de correcte tongpositie, zowel in rust als tijdens slikken, is een centraal onderdeel van OMFT.
### 3.1 Correcte tongpositie in rust
De correcte tongpositie in rust houdt in dat de tong licht is aangesloten tegen het palatum, waarbij de tongpunt op of tegen de alveolaire rand rust.
### 3.2 Correcte tongpositie bij slikken
De slikfunctie wordt in vijf stappen aangeleerd: discriminatie tussen correcte en verkeerde slikbeweging, approximatie van de correcte slikbeweging, stabilisatie, en automatisatie tot een bewuste en vervolgens onbewuste gewoonte.
#### 3.2.1 Oefentherapie volgens Barrett en Hanson
Deze therapie omvat functietraining van de orofaciale spieren, verdeeld in:
* **Tong-oefeningen:** Verbeteren van de beheersing van de tongspieren (bv. T, J, K-oefeningen, spatel omhoog duwen, tongklakken).
* **Kaak-oefeningen:** Verhoging van de tonus van de m. masseter (bv. kauwoefeningen, kikkeroef, tel-tot-tien oefening).
* **Lip-oefeningen:** Nastreven van een betere balans tussen antagonistische mimische spieren en verhoging van de tonus van de m. orbicularis oris (bv. touwtje trekken, water hijsen). Afzwakken van hypertonie van m. mentalis (bv. blazen langs liphoeken, lipmassage).
#### 3.2.2 Plaatsing van tongpunt en tongblad
* **Tongpuntplaatsing:** Auditief, visueel en tactiel verduidelijken en inoefenen.
* **Tongbladplaatsing:** Inoefenen met ringetjes.
* **Tongfixatie-oefeningen:** Oefeningen om de tong te stabiliseren.
#### 3.2.3 Lippositie
De lippositie tijdens rust en slikken wordt ook getraind.
#### 3.2.4 Slikfunctie
* **Discriminatie:** Leren onderscheiden van correcte en verkeerde slikbewegingen.
* **Approximatie:** Oefenen met speeksel, bolusverzameling, drinken met een rietje, drinken uit een beker.
* **Stabilisatie:** Oefenen met smeltbaar, halfvast en vast voedsel.
* **Gewoontevorming:** Van een bewuste naar een onbewuste slikgewoonte.
* **Controleperiode:** Een periode van controle en eventuele bijstelling.
### 3.3 Hulpmiddelen en materialen
* **Myobrace trainer:** Een orthodontisch hulpmiddel dat invloed uitoefent op dentale en orofaciale structuren. Het stimuleert neusademhaling, correct slikken en traint orofaciale spieren. Gebruik is vaak 1 uur per dag en 's nachts na een adaptatieperiode. Het helpt het kind om door de neus te ademen, de tong in de juiste positie te houden, correct te slikken en de lippen gesloten te houden.
* **Rechtstreekse OMFT materialen:** Diverse oefenmapjes, kwartetspellen, kaartspellen (bv. MYO-ordner, Sammy's kwartetspel, MYO- Duello) en blaas-/mondmotoriekmaterialen (bv. Logokikker, Turbino, Blaaslotto, logo-art mondmotoriek map, Schubi, Myospots) kunnen worden ingezet.
* **Myospots:** Hulpmiddelen die specifiek ingezet worden binnen OMFT.
* **Re-mind OMFT werkblok / oefenkalender:** Voor thuisoefeningen en motivatie.
> **Tip:** De effectiviteit van OMFT en het gebruik van trainers kan significant zijn na een periode van actieve therapie.
## 4. Casuïstiek en overwegingen
Bij het starten van OMFT is het belangrijk om zorgvuldig te overwegen of therapie geïndiceerd is. Factoren zoals leeftijd, problematiek en mogelijke voor- en nadelen spelen een rol.
* **Casus David (27 jaar):** Aanmelding voor orthodontie met foutieve tongpositie in rust en infantiel slikpatroon. Overwegen van nut en voor- en nadelen van therapie op latere leeftijd.
* **Casus Jesse (3 jaar):** Aanmelding voor verticale open beet, lage tongligging in rust, infantiel slikpatroon en interdentale articulatie. Beoordelen van nut en voor- en nadelen van therapie op jonge leeftijd.
* **Casus Fiona (8 jaar):** Aanmelding voor open mondgedrag, mondademen, grote sagittale overbeet en smal, hoog gehemelte. Geen afwijkende zuig- of bijtgewoonten. Overwegen van therapie-indicatie.
## 5. Oefenmaterialen en methoden
Er is een breed scala aan individuele en groepstherapiematerialen en -methoden beschikbaar voor OMFT.
### 5.1 Individuele therapie
Geschikt vanaf 4 jaar tot volwassenen. Nadruk ligt op tongpositie, lipsluiting en specifieke oefeningen voor tong, lippen en slikken. Opbouw omvat anamnese, onderzoek en therapie.
### 5.2 Groepstherapie
Voor kinderen van 4-8 jaar, gericht op afleren van zuiggedrag, aanleren van mondsluiting en correcte tongplaatsing. De opbouw omvat intake, onderzoek en een groepsbehandeling van ongeveer 5 maanden.
### 5.3 Specifieke oefenmaterialen
* **Myo – myofunctionele oefenordner:** Een uitgebreide map met oefeningen.
* **Sammy’s kwartetspel:** Gericht op lip- en tongspieren, spelenderwijs oefenen.
* **MYO - Duello:** Kaartspel voor lip- en tongoefeningen.
* **Logokikker, Blaaskaken, Turbino, Blaaslotto:** Materialen voor blaasoefeningen en mondmotoriek.
* **Logo-art mondmotoriek map, Schubi:** Diverse hulpmiddelen voor mondmotoriek.
* **Myospots:** Specifieke OMFT-hulpmiddelen.
* **Re-mind OMFT werkblok / oefenkalender:** Voor het bijhouden van oefeningen en voortgang.
---
# Aanleren van correcte tongpositie en slikfunctie
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de essentie van myofunctionele therapie (OMFT) gericht op het aanleren van een correcte rustpositie van de tong, een correcte slikfunctie en het afleren van afwijkende mondgewoonten.
### 2.1 Algemene principes van OMFT
Myofunctionele therapie (OMFT) is een logopedische aanpak die zich richt op het verbeteren van het functioneren van de orofaciale spieren. Het doel is het herstellen van het orofaciale evenwicht en het corrigeren van afwijkende mondgewoonten, wat op zijn beurt de ontwikkeling van kaak-, verhemelte- en dentale structuren kan beïnvloeden. De behandeling wordt bij voorkeur multidisciplinair aangepakt, waarbij de logopedist zich richt op de functie en de orthodontist op de vorm.
#### 2.1.1 Samenwerking en motivatie
* **Samenwerking met ouders:** De betrokkenheid van ouders is cruciaal. Zij fungeren als informanten, co-therapeuten en motivators.
* **Motivatie van kinderen:** Het motiveren van kinderen is essentieel, vaak door middel van beloning.
* **Therapeut als model:** De therapeut fungeert als een voorbeeld voor het kind.
* **Geleidelijke opbouw:** De therapie kent een stapsgewijze opbouw.
* **Terugbetaling:** Vanuit de nomenclatuur is er terugbetaling voor twintig sessies voor interceptieve orthodontische behandelingen, bij voorkeur opgesplitst in vijftien actieve begeleidingssessies en vijf follow-upsessies.
#### 2.1.2 Volgorde van behandelen
De behandeling van myofunctionele stoornissen volgt doorgaans een specifieke volgorde:
1. Afleren van afwijkende mondgewoonten.
2. Aanleren van de correcte tongpositie in rust.
3. Aanleren van de correcte slikfunctie (alveolaire slik).
4. Verbeteren van de spraak (alveolaire articulatie).
5. Automatiseren van de aangeleerde patronen.
### 2.2 Afleren van afwijkende mondgewoonten
Dit omvat het aanpakken van verschillende gewoonten die het orofaciale systeem negatief kunnen beïnvloeden.
#### 2.2.1 Zuiggewoonten (duim-, fopspeen-, vingerzuigen)
* **Preventie en diagnostiek:** Het in kaart brengen van zuiggedrag en de betrokkenheid van ouder en kind zijn belangrijk.
* **Gedragstherapeutische aanpak:**
* Een positieve aanpak is essentieel.
* Start de behandeling bij voorkeur vóór de wisseling van het gebit.
* Leg het belang van stoppen uit aan ouders en kind en wijs op de gevolgen.
* Visualiseer het effect van de gewoonte.
* Observeer het duimgedrag aandachtig en doorbreek de gewoonte niet abrupt.
* Wees als ouder consequent en eensgezind.
* Speel positief in op de persoonlijkheid van het kind en geef positieve aandacht.
* Vertrek vanuit een motiverende houding.
* Gebruik hulpmiddelen zoals een duimkalender, reminders, beloningen en positieve activiteiten.
* Vermijd dreigen met straffen of overmatig reageren.
* **Gedragstherapeutische programma's:** Er bestaan diverse programma's en methoden, zoals 'Foei die duim' en 'Duim jij? Ik niet!'.
* **Behavioristische benaderingen:**
* **Negative practice:** Systematische herhaling van ongewenst gedrag (bv. 10-vingermethode).
* **Modeling:** Zelf-modeling (op video), video-modeling, symbolische modeling, in-vivo modeling.
* **Habit reversal (gewoonteomdraaiing):** Het omkeren van een ongewenste gewoonte.
* **Aversietherapie:** Gebruik van technieken die het ongewenste gedrag onaangenaam maken.
* **Remindertherapie:** Gebruik van hulpmiddelen die herinneren aan het afleren van de gewoonte.
* **Mechanische hulpmiddelen:**
* Hand- of duimpopje.
* Frutseldoosje.
* Slecht smakende producten.
* Pleisters rond de duim.
* Thumb guard.
* Tangle, fidget toys.
* Intra-orale apparatuur zoals een palatale krib, bluegrass apparaat, oral screen.
* Face former.
* Stoppi.
* **Effectiviteit:** Onderzoek heeft de effectiviteit van verschillende behandelingsstrategieën voor duimzuigen geëvalueerd.
#### 2.2.2 Bijtgewoonten (nagelbijten, bijten op voorwerpen)
* **Oorzaken aanpakken:** Essentieel is het achterhalen en behandelen van de onderliggende oorzaken.
* **Motivatie en betrokkenheid:** Zorg voor motivatie bij het kind en de betrokkenheid van de ouders.
* **Gedragstherapeutische aanpak:**
* Bewustwording creëren en motivatie stimuleren.
* Gebruik maken van reminders en hulpmiddelen.
* Suggesties: kunstnagels, nagellak, afleiding, fidget toys, tangle, slecht smakende producten, pleisters/handschoenen.
#### 2.2.3 Open mondgedrag en (habitueel) mondademen
* **Controle NKO:** Uitsluiting van neusobstructie is een eerste stap.
* **Aanleren neusademhaling met lipsluiting:** Dit is een kerndoel van OMFT.
* **Gedragstherapeutische aanpak:**
* Gebruik van oefenagenda's en reminders.
* **Technische hulpmiddelen:**
* Face-former therapie.
* Oral screen.
* Pleisters (bv. Fixomull-stretch, Myotape, Curetape).
* Trainers (bv. Oral screen, Faceformer).
##### 2.2.3.1 De face-former training
* **Doel:** Harmoniseren en versterken van de orofaciale spierfuncties via actieve training.
* **Toepasbaar bij:** Tongpersen, mondademen, duimzuigen, functionele spraakstoornissen, snurken, dysartrie, etc.
* **Actieve therapie:** Dagelijks 3 keer oefenen.
* **Basisoefening:** 6 seconden krachtig persen met de lippen (lippentuitje), gevolgd door 6 seconden ontspanning. Herhaal 20 keer.
* **Combinatieoefening:** Basisoefening combineren met 1 trekoefening (tuitje naar voren, boven of beneden trekken). Herhaal 20 keer.
* **Resultaten:** Eerste resultaten zijn zichtbaar na 2 weken, duidelijke vooruitgang na 3-4 maanden. De face-former kan ook 's nachts worden ingezet.
### 2.3 Aanleren van de correcte tongpositie
Het aanleren van de juiste tongpositie in rust en tijdens het slikken is een centraal onderdeel van OMFT.
#### 2.3.1 Correcte tongpositie in rust
* **Beschrijving:** De tong ligt licht aangezogen tegen het palatum, met de tongpunt rustend op of tegen de alveolaire rand.
#### 2.3.2 Oefeningen voor functietraining orofaciale spieren
Deze oefeningen worden uitgevoerd ter verbetering van de controle en tonus van de tong-, kaak- en lipspieren.
* **Tongspieren:**
* Verbeteren van beheersing: T, J, K-oefeningen.
* Spatel omhoog duwen.
* Tongklakken.
* **Kaakspieren:**
* Tonus van de m. masseter opdrijven: kauwoefeningen, kikkeroef, tel-tot-tien oefening.
* **Lippen:**
* Een betere balans nastreven tussen de antagonistische mimische spieren.
* Tonus van de m. orbicularis oris opdrijven: touwtje trekken, water hijsen.
* Hypertonie van m. mentalis afzwakken: langs liphoeken blazen, lipmassage, wattenrolletjes fixeren, spelen met warm, zout water, luchtspel.
#### 2.3.3 Plaatsing van tongpunt en tongblad
* **Tongpuntplaatsing:** Auditief, visueel en tactiel verduidelijken en inoefenen.
* **Tongbladplaatsing:** Oefenen met ringetjes, tongfixatie-oefeningen.
* **Lippositie:** Trainen van de correcte lipsluiting.
* **Thuis oefenen:** Regelmatig oefenen thuis is cruciaal voor consolidatie.
### 2.4 Aanleren van de correcte slikfunctie
De slikfunctie wordt in verschillende stappen aangepakt, met als doel een correcte en efficiënte slikbeweging.
#### 2.4.1 Discriminatie tussen correcte en verkeerde slikbeweging
* **Observatie:** Observeren van de masseterfunctie, mimische spieren en tongbewegingen tijdens slikken.
* **Vergelijking:** Leren herkennen van zowel de juiste als de verkeerde slikbeweging.
#### 2.4.2 Approximatie van de correcte slikbeweging
* **Tongpositie:** De tongpunt bevindt zich tegen de alveolus en het tongblad zuigt aan, waarbij de tongranden binnen de tandbogen blijven.
* **Lippositie:** De lippen blijven gesloten tijdens het slikken; indien nodig tijdelijk openhouden met vingers tijdens de oefenfase.
* **Oefenen met speeksel:** Gewoon slikken van speeksel met de correcte tongpositie.
* **Oefenen met vloeistoffen:**
* Bolusverzameling.
* Drinken met een rietje.
* Drinken uit een beker.
* **Molaren:** De molaren bijten op elkaar tijdens het slikken.
* **Oefeningen:** 'Slurp en slikoefening'.
#### 2.4.3 Stabilisatie en automatisatie van de correcte slikbeweging
* **Oefenen met verschillende voedselconsistenties:**
* Smeltbaar (gemixt, dun gepureerd).
* Halfvast voedsel.
* Vast voedsel.
* **Gewoontevorming:**
* Slikken als bewuste gewoonte (huiswerkopdrachten).
* Slikken als onbewuste gewoonte (automatisering).
* **Controleperiode:** Regelmatige follow-up om de progressie te monitoren.
### 2.5 Hulpmiddelen en materialen
Diverse hulpmiddelen kunnen ondersteuning bieden bij het aanleren van de correcte tongpositie en slikfunctie:
* **Myobrace trainer:** Een orthodontisch hulpmiddel dat gericht is op het corrigeren van de tongpositie, het stimuleren van neusademhaling en het trainen van orofaciale spieren. De trainer wordt dagelijks (en eventueel 's nachts) gebruikt.
* **Pre-orthodontische trainersystemen:** Deze systemen helpen bij het bereiken van een correcte ademhaling, tongpositie, slik en lipsluiting.
* **Myo – myofunctionele oefenordner:** Bevat oefeningen voor individuele therapie.
* **Sammy’s kwartetspel:** Een spel dat gericht is op lip- en tongspieroefeningen, waarbij communicatie via mimiek plaatsvindt.
* **MYO - Duello:** Een kaartspel uit de MYO-ordner voor lip- en tongoefeningen.
* **Logokikker:** Oefeningen voor aangezichts- en mondmotoriek, inclusief blaasoefeningen.
* **Blaaskaken, Turbino, Blaaslotto:** Spellen gericht op blaasoefeningen en mondmotoriek.
* **Mondmotoriek oefenmap (logo-art, Schubi):** Materialen ter verbetering van de mondmotoriek.
* **Myospots:** Hulpmiddelen die de tongpositie kunnen beïnvloeden.
* **Re-mind OMFT werkblok/oefenkalender:** Structureert de oefeningen en het proces.
* **Rekkertjes:** Kunnen gebruikt worden ter ondersteuning van specifieke oefeningen.
> **Tip:** De effectiviteit van OMFT en het gebruik van trainers wordt wetenschappelijk onderbouwd. Regelmatige oefening en consistente toepassing van de aangeleerde principes zijn cruciaal voor succes.
> **Tip:** Bij twijfel over het starten van therapie, met name bij volwassenen of jonge kinderen, is het belangrijk om de specifieke casus grondig te analyseren en de mogelijke voor- en nadelen af te wegen. Een multidisciplinaire aanpak is hierbij vaak wenselijk.
---
# Omgaan met afwijkende mondgewoonten
Dit hoofdstuk bespreekt de aanpak van diverse afwijkende mondgewoonten en gerelateerde myofunctionele stoornissen door middel van gedragstherapeutische strategieën, mechanische hulpmiddelen en technische benaderingen.
### 3.1 Algemene principes van OMFT
Orale myofunctionele therapie (OMFT) is gericht op het herstellen van het orofaciale evenwicht door invloed uit te oefenen op de functie van de orofaciale spieren. Dit heeft als doel de ontwikkeling van kaak-, verhemelte- en dentale structuren te beïnvloeden. De behandeling is bij voorkeur multidisciplinair, waarbij de logopedist zich richt op de functie en de orthodontist op de vorm.
Belangrijke principes voor de behandeling zijn:
* **Samenwerking met ouders:** Ouders worden geïnformeerd, fungeren als co-therapeut en motivator.
* **Motivatie van het kind:** Dit is essentieel en kan worden ondersteund door beloningen.
* **Therapeut als model:** De therapeut dient als voorbeeld voor het gewenste gedrag.
* **Geleidelijke opbouw:** De therapie kent een stapsgewijze opbouw.
Vanuit de nomenclatuur is er vergoeding voor 20 sessies als onderdeel van een "interceptieve orthodontische behandeling". Een mogelijke opsplitsing is 15 sessies voor actieve begeleiding en 5 sessies voor follow-up.
De volgorde van behandeling omvat doorgaans:
1. Afleren van afwijkende mondgewoonten.
2. Aanleren van de correcte tongpositie tijdens slikken.
3. Aanleren van de correcte tongpositie in rust.
4. Aanleren van de correcte tongpositie tijdens spreken.
5. Automatiseren van aangeleerde patronen.
### 3.2 Afleren van afwijkende mondgewoonten
#### 3.2.1 Zuiggewoonten (duim-, vinger-, fopspeenzuigen)
**Preventie en algemene principes:**
* Het zuiggedrag wordt nauwkeurig in kaart gebracht.
* Betrokkenheid van ouder en kind is cruciaal.
* Een positieve aanpak is vereist.
**Gedragstherapeutische aanpak:**
* Start de behandeling bij voorkeur vóór de wisseling van de tanden.
* Leg het belang van stoppen uit aan ouders en kind en wijs op de gevolgen.
* Observeer het duimgedrag eerst goed en onderbreek de gewoonte niet te abrupt.
* Ouders dienen consequent en eensgezind te zijn.
* Speel positief in op de persoonlijkheid van het kind en geef positieve aandacht.
* Hanteer een motiverende houding.
* Werk met een "duimkalender" en "reminders" omdat duimen vaak onbewust gebeurt.
* Beloon met aangename, tastbare zaken en vermijd dreigen met straffen.
* Reageer niet te veel op het gedrag en doe leuke dingen samen.
**Specifieke gedragstherapeutische programma's:**
* "Foei die duim" (Gillis & Coussens, 1998)
* "Duim jij? Ik niet!" (van der Zee-Zetstra, 1996)
**Gedragstherapeutische technieken:**
* **Negative practice:** Systematische herhaling van ongewenst gedrag (bv. de 10-vingermethode).
* **Modeling:** Self-modeling (op video), video-modeling, symbolische modeling, in-vivo modeling.
* **Motivationele aanpak:** Gericht op intrinsieke motivatie.
**Behavioristische benaderingen:**
* **Habit reversal (gewoonteomdraaiing):** Het bewust ombuigen van de gewoonte.
* **Aversietherapie:** Gebruik van onaangename prikkels.
* **Remindertherapie:** Systematische herinneringen om het gedrag te stoppen.
**Mechanische hulpmiddelen en praktische benaderingen:**
* Gebruik van een hand- of duimpopje.
* Frutseldoosje.
* Gebruik van slecht smakende producten.
* Pleisters rond de duim.
* Gebruik van een "thumb guard".
* Tangle, fidget toys.
* Intra-orale apparatuur zoals een palatale krib, bluegrass apparaat, oral screen.
* De Face Former.
* Stoppi.
De effectiviteit van verschillende behandelingsstrategieën voor duimzuigen is onderzocht. Er wordt gepleit voor een pré- en postevaluatie van duimgedrag.
#### 3.2.2 Bijtgewoonten (nagelbijten, bijten op voorwerpen)
**Oorzaken en aanpak:**
* Identificeer de onderliggende oorzaken.
* Motivatie is essentieel.
* Betrek ouders en kind bij de behandeling.
* Hanteer een positieve aanpak.
* Gebruik reminders en hulpmiddelen.
**Concrete strategieën:**
* Bewustwording en motivatie van het kind.
* Kunstnagels of nagellak aanbrengen.
* Afleiden van het gedrag.
* Fidget toys, tangle.
* Gebruik van slecht smakende producten.
* Pleisters of handschoenen.
* Aanpakken van de onderliggende oorzaak.
#### 3.2.3 Open mondgedrag & (habitueel) mondademen
**Aanpak:**
* **Controle van neus-keel-oor (NKO) problemen:** Uitsluiten van anatomische of fysiologische belemmeringen voor neusademhaling.
* **Aanleren van neusademhaling met lipsluiting:** Dit is een kernonderdeel van de therapie.
* **Oraal myofunctionele therapie (OMFT):** Gericht op het versterken van de lipsluiting en het normaliseren van de tongpositie.
**Gedragstherapeutische benaderingen:**
* Gebruik van een oefenagenda en reminders.
**Technische hulpmiddelen:**
* Face-Former therapie.
* Oral screen.
* Pleisters (bv. Fixomull-stretch, Myotape, Curetape) om de lippen tijdens de slaap of rust te ondersteunen.
* Trainers (bv. trainers specifiek voor mondademen).
**De Face Former:** Dit apparaat, oorspronkelijk uit de orthodontie, harmoniseert en versterkt de orofaciale spierfuncties. Het is toepasbaar bij onder andere mondademen, tongpersen, duimzuigen, functionele spraakstoornissen en snurken.
* **Face-Former training:** Bestaat uit een basisoefening van 6 seconden krachtig persen met de lippen, gevolgd door 6 seconden ontspanning, 20 keer herhaald. Dit kan worden gecombineerd met een trekoefening. Oefening vindt 3x daags plaats en kan ook 's nachts worden ingezet. Eerste resultaten zijn na ongeveer 2 weken zichtbaar, met duidelijke vooruitgang na 3 tot 4 maanden.
### 3.3 Aanleren van de correcte tongpositie
#### 3.3.1 Correcte tongpositie in rust
* **Correcte positie:** De tong is licht aangezogen tegen het palatum (harde gehemelte), met de tongpunt die rust op of tegen de alveolaire rand (tandkas).
#### 3.3.2 Aanleren van de correcte tongpositie bij slikken
OMFT omvat functietraining voor de orofaciale spieren, inclusief specifieke oefeningen voor tong, kaak en lippen.
**Functietraining orofaciale spieren:**
* **Tong:** Beheersing van de tongspieren verbeteren door oefeningen zoals T, J, K-klanken, spatel omhoog duwen, en tongklakken.
* **Kaak:** Tonus van de musculus masseter (kaakspier) verhogen door kauwoefeningen, "kikkeroef", en de "tel-tot-tien oefening".
* **Lip:** Een betere balans nastreven tussen de mimische spieren. Tonus van de musculus orbicularis oris (mondspier) verhogen (bv. touwtje trekken, water hijsen). Hypertonie van de musculus mentalis (kinspier) afzwakken door blaasoefeningen, lipmassage, wattenrolletjes fixeren, spelen met warm zout water, en luchtspel.
**Rustpositie van de mond:**
* **Tongpuntplaatsing:** Auditief, visueel en tactiel verduidelijken en inoefenen.
* **Tongbladplaatsing:** Oefenen met ringetjes en tongfixatie-oefeningen.
* **Lippositie:** De lippen dienen gesloten te zijn in rust.
**Slikfunctie:** De correcte slikbeweging wordt stapsgewijs aangeleerd:
1. **Discriminatie tussen correcte en verkeerde slikbeweging:** Bewustwording van het eigen slikpatroon.
2. **Approximatie van correcte slikbeweging:**
* Tongpunt tegen de alveolus plaatsen.
* Tongblad aanzuigen, tongranden binnen de tandboog houden.
* Een kleine opening tussen de snijtanden handhaven (afbouwen).
* Lippen gesloten houden tijdens het slikken.
* De molaren (kiezen) op elkaar bijten.
* "Slurp en slikoefening".
* Oefenen met vloeistoffen: bolus verzamelen, drinken met een rietje, drinken uit een beker.
3. **Stabilisatie en automatisatie van correcte slikbeweging:**
* Oefenen met smeltbaar, halfvast en vast voedsel.
* Gewoontevorming creëren, zowel als bewuste als onbewuste gewoonte. Dit wordt ondersteund door thuisopdrachten.
**Hulpmiddelen en materialen:**
* **Myobrace trainer:** Een orthodontisch hulpmiddel dat de functie en positie van de tong in rust beïnvloedt, neusademhaling stimuleert, correct slikken bevordert en orofaciale spieren traint. Gebruik: 1 uur per dag plus 's nachts na een adaptatieperiode.
* **Myo – myofunctionele oefenordner:** Bevat diverse oefeningen.
* **Sammy’s kwartetspel:** Spel met kaarten gericht op lip- en tongspieren.
* **MYO - Duello:** Kaartspel uit de MYO-ordner voor lip- en tongoefeningen.
* **Groepstherapie:** Voor kinderen van 4-8 jaar, gericht op afleren van zuiggedrag, aanleren van mondsluiting en correcte tongplaatsing.
* **Logokikker:** Blaasoefeningen.
* **Turbino, Blaaslotto:** Blaasoefeningen.
* **Logo-art mondmotoriek map, Schubi mondmotoriek:** Materialen voor mondmotorische training.
* **Myospots:** Hulpmiddelen voor het aanleren van correcte tongpositie.
* **Re-mind OMFT werkblok / oefenkalender:** Voor het bijhouden van oefeningen.
### 3.4 Volgorde van behandeling: samenvatting
De algemene volgorde van behandelen omvat:
1. Afleren van afwijkende mondgewoonten (zuiggewoonten, bijtgewoonten, open mondgedrag, habitueel mondademen).
2. Aanleren van de correcte tongpositie in rust.
3. Aanleren van de alveolaire slikbeweging.
4. Verbeteren van spraak (alveolaire articulatie).
5. Automatiseren van aangeleerde patronen.
### 3.5 Overwegingen bij het starten van therapie
Bij de beslissing om met OMFT te starten, is het belangrijk om niet automatisch therapie op te starten enkel omdat een cliënt zich aanmeldt. Factoren zoals de leeftijd, specifieke problematiek en de potentiële voor- en nadelen van de behandeling moeten worden overwogen.
> **Tip:** Casuïstiekbespreking (bv. David, Jesse, Fiona) kan helpen bij het afwegen van de indicatie voor OMFT op verschillende leeftijden en met diverse problematiek.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Myofunctionele stoornissen | Dit zijn stoornissen die betrekking hebben op de functie van de spieren in het mond- en keelgebied, wat invloed kan hebben op ademhaling, slikken, kauwen en spreken. Deze stoornissen kunnen leiden tot afwijkingen in de ontwikkeling van de kaak-, verhemelte- en tandstructuren. |
| OMFT (Oro-Myofunctionele Therapie) | Oro-Myofunctionele Therapie is een vorm van logopedische therapie gericht op het herstellen van het orofaciale evenwicht door middel van oefeningen die de functie van de mond- en keelspieren verbeteren. Het doel is het afleren van afwijkende mondgewoonten en het aanleren van correcte spierpatronen voor slikken, rustpositie en spreken. |
| Orofaciaal evenwicht | Het orofaciale evenwicht verwijst naar de balans tussen de spieren in en rond de mond, de tanden en de kaak. Een verstoring hiervan kan leiden tot verschillende problemen, waaronder afwijkende mondgewoonten en ontwikkelingsstoornissen van het gebit en de kaak. |
| Afwijkende mondgewoonten | Dit zijn aangeleerde patronen van gedrag waarbij de mondspieren op een onjuiste manier worden gebruikt, zoals duimzuigen, fopspeengebruik, nagelbijten of het gebruik van de tong tussen de tanden tijdens het slikken. Deze gewoonten kunnen negatieve gevolgen hebben voor de mond- en tandontwikkeling. |
| Zuiggewoonten | Onder zuiggewoonten vallen onder andere duimzuigen, fopspeengebruik en het zuigen op de vinger. Deze gedragingen worden vaak door kinderen aangeleerd en kunnen, indien langdurig voortgezet, leiden tot afwijkingen in de kaak- en tandontwikkeling. |
| Gedragstherapeutische aanpak | Een gedragstherapeutische aanpak richt zich op het veranderen van gedrag door middel van specifieke technieken en strategieën, zoals beloning, bekrachtiging en het aanleren van alternatief gedrag. Dit wordt vaak toegepast bij het afleren van ongewenste gewoonten. |
| Intra-orale apparatuur | Apparatuur die in de mond wordt geplaatst en gebruikt wordt om de positie van de tong, de tanden of de kaak te beïnvloeden, of om afwijkende mondgewoonten te corrigeren. Voorbeelden zijn palatale kribben of orale schermen. |
| Habit reversal | Habit reversal, ook wel gewoonteomdraaiing genoemd, is een gedragstherapeutische techniek waarbij ongewenst gedrag wordt vervangen door een bewuste, concurrerende reactie of een ontspannende houding. Het doel is het doorbreken van de automatische gewoonte. |
| Aversietherapie | Een therapievorm die ongewenst gedrag koppelt aan een onaangename stimulus, met als doel het gedrag te ontmoedigen. Dit kan bijvoorbeeld het aanbrengen van een vies smakende substantie op de duim zijn om het zuigen te ontmoedigen. |
| Remindertherapie | Een methode waarbij herinneringen, zowel intern als extern, worden gebruikt om iemand bewust te maken van een ongewenst gedrag en deze te stoppen. Dit kan variëren van het gebruik van een duimkap tot het aanbrengen van pleisters. |
| Open mondgedrag | Dit verwijst naar het openhouden van de mond gedurende langere periodes, vaak als gevolg van habitueel mondademen. Het kan leiden tot droge mond, veranderde kaakontwikkeling en problemen met de lipsluiting. |
| Habitueel mondademen | Het ademen via de mond in plaats van via de neus als een aangeleerde, chronische gewoonte. Dit kan diverse oorzaken hebben en leidt vaak tot open mondgedrag en gerelateerde problemen. |
| Face-former training | Een specifieke trainingsmethode met het Face-former apparaat, gericht op het harmoniseren en versterken van de orofaciale spierfuncties. Het wordt toegepast bij diverse problemen zoals tongpersen, mondademen en spraakstoornissen. |
| Tongpositie in rust | De natuurlijke houding van de tong wanneer de mond gesloten is en er geen activiteit plaatsvindt zoals slikken of spreken. De ideale rustpositie is met de tongpunt tegen het gehemelte achter de boventanden en de tong licht aangesloten. |
| Alveolaire slik | Een correcte slikbeweging waarbij de tongpunt tegen het gehemelte achter de boventanden drukt, de lippen gesloten zijn en de kauwspieren minimaal betrokken zijn. Dit in tegenstelling tot een infantiel slikpatroon. |
| Infantiel slikpatroon | Een slikbeweging die kenmerkend is voor jonge kinderen, waarbij de tong tussen de tanden of kaken wordt geplaatst en de lippen zich veelvuldig aanspannen. Dit patroon is bij volwassenen en oudere kinderen afwijkend. |
| Artikulatie | De manier waarop klanken van de spraak worden gevormd door de beweging en samenwerking van de spieren in het spraakapparaat, zoals tong, lippen en kaak. Afwijkingen in articulatie kunnen wijzen op onderliggende myofunctionele problemen. |
| Sagittale overbeet | De horizontale afstand tussen de boventanden en de ondertanden wanneer de kaken gesloten zijn. Een grote sagittale overbeet kan een indicatie zijn van afwijkende kaakrelaties of tandstand. |
| Pre-orthodontische trainers | Apparaten die gebruikt worden in de orthodontie om de functie en positie van de tong en lippen te beïnvloeden, de neusademhaling te stimuleren en de ontwikkeling van de kaak en tanden te corrigeren. Ze worden vaak ingezet bij jonge kinderen. |
| Anamnese | Het medische gesprek dat de therapeut voert met de patiënt (of ouders) om informatie te verzamelen over de klachten, medische geschiedenis en leefgewoonten. Dit vormt de basis voor het diagnostisch proces. |