Cover
立即免费开始 AJ2526 cursus juridische themas voor de maatschappelijk werker.pdf
Summary
# de aard van het recht en de indeling ervan
### Kernidee
* Recht is de geïnstitutionaliseerde ordening van menselijk handelen in de maatschappij [9](#page=9).
* Zonder recht ontstaat er chaos door schaarse middelen en conflicterende wensen [9](#page=9).
### Kernfeiten
* Recht bestaat uit regels opgesteld door gekozen instanties zoals het Parlement [10](#page=10).
* Rechtsregels laten toe iets te doen, niet te doen, of leggen iets op [10](#page=10).
* Rechtsregels zijn algemeen en gelden voor alle rechtssubjecten in gelijkaardige omstandigheden [10](#page=10).
* Men is verplicht de wetten van het land te kennen; onwetendheid is geen excuus [10](#page=10).
* Rechtsregels moeten afdwingbaar zijn door instituties zoals hoven en rechtbanken [10](#page=10).
* Niet-naleving van rechtsregels leidt tot straffen of sancties [11](#page=11).
### Kernconcepten
* **Objectief recht**: Alle bestaande rechtsregels in een land, bindend voor iedereen [11](#page=11).
* Voorbeeld: De strafwet verplicht hulpverleners het beroepsgeheim toe te passen [11](#page=11).
* **Subjectief recht**: Rechtsregels die op een specifiek moment op een persoon van toepassing zijn, waar men gebruik van kan maken of die men moet volgen [11](#page=11).
* Voorbeeld: Als minderjarige word je niet gestraft voor een jeugddelict maar kan een maatregel opgelegd worden [11](#page=11).
* **Nationaal recht**: Rechtsregels geldig en gemaakt binnen één land; regelt verhoudingen burger-burger en burger-staat [12](#page=12).
* **Internationaal recht**: Regelt de verhouding tussen verschillende landen en blijft niet binnen landsgrenzen [12](#page=12).
* Voorbeeld: Klimaatverdrag van Parijs regelt uitstoot broeikasgassen [12](#page=12).
* **Publiekrecht**: Regelt de verhoudingen tussen burger en overheid, en de inrichting van de staat (Grondwet) [12](#page=12).
* Dwingende regels, bv. strafwet, fiscaal recht [13](#page=13).
* Grondrechten zoals vrije meningsuiting vallen hieronder [13](#page=13).
* **Privaatrecht**: Regelt de verhoudingen tussen burgers onderling [13](#page=13).
* Vaak aanvullend, bv. arbeidsrecht, familierecht, verbintenissenrecht [13](#page=13).
- > **Tip:** Het onderscheid tussen objectief en subjectief recht is cruciaal: objectief is de wet in het algemeen, subjectief is wat specifiek op jou van toepassing is [11](#page=11)
- > **Tip:** Internationaal recht wordt steeds belangrijker en beïnvloedt nationaal recht, ook in domeinen die vroeger enkel nationaal geregeld waren [12](#page=12)
---
# Grenzen, uitzonderingen en gratis verzekering voor vrijwilligers
### Kernconcepten
* Recht is de geïnstitutionaliseerde ordening van menselijk handelen in de maatschappij [9](#page=9).
* Rechtsregels zijn algemeen en binden alle rechtssubjecten in vergelijkbare omstandigheden [10](#page=10).
* Rechtsregels zijn afdwingbaar via instituties zoals hoven en rechtbanken [10](#page=10).
* Objectief recht zijn alle bestaande rechtsregels; subjectief recht zijn de regels die op een individu van toepassing zijn [11](#page=11).
* Nationaal recht geldt binnen één land, internationaal recht regelt verhoudingen tussen landen [12](#page=12).
* Publiekrecht regelt verhoudingen burger-overheid en staatsinrichting; privaatrecht regelt verhoudingen tussen burgers onderling [12](#page=12) [13](#page=13).
### Belangrijke feiten
* België werd een federale staat in 1993 na historische spanningen [17](#page=17).
* De federale organisatie bestaat uit een federale overheid, 3 gemeenschappen en 3 gewesten [17](#page=17).
* De scheiding der machten (wetgevend, uitvoerend, rechterlijk) is essentieel om machtsmisbruik te voorkomen [18](#page=18).
* België is een representatieve en parlementaire democratie en een monarchie [19](#page=19) [20](#page=20).
* De wetgevende macht bestaat op federaal niveau uit de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Senaat en de Koning [22](#page=22).
* Het wijzigen van de Grondwet vereist een strengere procedure met een 2/3de meerderheid [27](#page=27).
* De uitvoerende macht bestaat uit de Koning en de regering; hun bevoegdheden omvatten het uitvoeren van wetten en het bepalen van beleid [28](#page=28).
* Provincies en gemeenten zijn lagere bestuursniveaus met eigen raden, deputaties/colleges en gouverneurs/burgemeesters [29](#page=29) [30](#page=30).
* Er is een hiërarchie van rechtsnormen: Grondwet, wet, koninklijk besluit, ministerieel besluit, regionale, provinciale en gemeentelijke wetgeving [31](#page=31).
### Kernbegrippen
* **Geïnstitutionaliseerde ordening:** Regels die door erkende instanties zijn vastgesteld en gehandhaafd [9](#page=9).
* **Rechtssubjecten:** Natuurlijke personen en rechtspersonen die gebonden zijn aan rechtsregels [10](#page=10).
* **Objectief recht:** De verzameling van alle geldende rechtsregels in een land [11](#page=11).
* **Subjectief recht:** Individuele rechten en plichten die voortvloeien uit het objectieve recht [11](#page=11).
* **Trias Politica:** Het principe van de scheiding der machten ter voorkoming van machtsmisbruik [18](#page=18).
* **Representatieve democratie:** Burgers kiezen vertegenwoordigers die wetgeving maken [19](#page=19).
* **Monarchie:** Staatshoofd is een koning, wiens macht erfelijk is [20](#page=20).
* **Rechtstaat:** Overheidsmacht is beperkt door de wet en grondrechten [21](#page=21).
* **Initiatiefrecht:** Het recht om een wetsvoorstel of wetsontwerp in te dienen [24](#page=24).
* **Amendement:** Voorstel tot wijziging van een wettekst in het parlement [25](#page=25).
### Implicaties
---
### Kernidee
- De bespreking van "Grenzen, uitzonderingen en gratis verzekering voor vrijwilligers" start hier, specifiek gericht op de juridische en institutionele kaders die van toepassing zijn op de rechtspraak en hulpverlening in
### Juridisch kader en rechtsprekende macht
* De Grondwet, daterend uit 1831, vormt de basis van het Belgische rechtssysteem, regelt de scheiding der machten en fundamentele burgerrechten [32](#page=32).
* Wetten worden uitgevaardigd door de Kamer, bekrachtigd door de Koning en gepubliceerd in het Staatsblad [32](#page=32).
* Decreten en ordonnanties hebben kracht van wet en worden uitgevaardigd door respectievelijk de parlementen van de gemeenschappen en gewesten en de Brusselse Hoofdstedelijke Raad [32](#page=32) [33](#page=33).
* Koninklijke Besluiten (KB's) en Ministeriële Besluiten (MB's) bevatten uitvoerende en detailleerde maatregelen ter uitwerking van wetten of decreten [33](#page=33).
* Provinciale en gemeentelijke reglementen worden uitgevaardigd door de provincieraad en gemeenteraad [34](#page=34).
* Gratis juridische bijstand is opgedeeld in eerstelijns- (advies) en tweedelijnsbijstand (pro-Deoadvocaat voor minder gegoeden) [35](#page=35).
* Actoren in de rechtszaal omvatten het openbaar ministerie (vervolging, geen rechtspraak), rechters (rechtspraak) en de griffier (administratie) [35](#page=35) [36](#page=36).
* Een verdachte wordt onderscheiden van een dader; de dader is reeds schuldig bevonden [37](#page=37).
* Voorlopige hechtenis is een veiligheidsmaatregel voor verdachten ter voorkoming van vluchten, nieuwe misdrijven of bewijswijziging [37](#page=37).
* Gedetineerden zijn toerekeningsvatbaar veroordeelden of verdachten in voorlopige hechtenis [38](#page=38).
* Geïnterneerden zijn ontoerekeningsvatbaar door een geestesstoornis en vormen een gevaar voor de maatschappij; internering is een veiligheidsmaatregel, geen straf [38](#page=38).
### Rechtbanken en hoven
* Vonnissen worden uitgesproken door rechters, arresten door raadsheren; uitspraken hebben kracht van gewijsde [38](#page=38).
* Het gerechtelijk proces kent drie fases: eerste aanleg, hoger beroep (tweede aanleg) en cassatieberoep (enkel procedurefouten) [39](#page=39).
* Rechtbanken zijn bevoegd voor burgerlijke zaken, strafrecht, sociaal recht en handelsrecht [39](#page=39).
* Vredegerecht behandelt burgerlijke zaken tot 5.000 euro en huurzaken [40](#page=40).
* Politierechtbank is bevoegd voor verkeersmisdrijven, overtredingen en burgerlijke vorderingen hieromtrent [40](#page=40).
* Rechtbank van eerste aanleg omvat secties zoals de burgerlijke, correctionele, familierechtbank en jeugdrechtbank; de strafuitvoeringsrechtbank oordeelt over strafuitvoeringsmodaliteiten [41](#page=41).
* Ondernemingsrechtbank behandelt geschillen tussen ondernemingen en faillissementen [42](#page=42).
* Arbeidsrechtbank behandelt arbeids- en sociale zaken, met deelname van sociale rechters [42](#page=42).
- Hoven behandelen beroepen: Hof van Beroep (tegen rechtbank van eerste aanleg en ondernemingsrechtbank), Arbeidshof (tegen arbeidsrechtbank), Hof van Assisen (misdaden, politieke en drukpersmisdrijven, met jury) en Hof van Cassatie (hoogste
### Hulpverlenende voorzieningen
* Justitiehuizen bieden laagdrempelig juridisch advies (eerstelijnsbijstand), slachtofferbijstand en begeleiding bij strafuitvoering [49](#page=49).
* Justitiehuizen bieden eerstelijns juridisch advies, informatie over procedures en doorverwijzing naar tweedelijnsbijstand [49](#page=49) [50](#page=50).
* Slachtofferonthaal bij justitiehuizen biedt informatie, ondersteuning en doorverwijzing naar gespecialiseerde hulp [50](#page=50).
* Strafrechtelijke opdrachten bij justitiehuizen omvatten bemiddeling, begeleiding bij autonome werkstraffen, vrijheid onder voorwaarden, vervroegde invrijheidsstelling en elektronisch toezicht [51](#page=51) [52](#page=52).
---
## Mensenrechten versus grondrechten
* Mensenrechten en grondrechten beschermen de menselijke waardigheid en garanderen een vrij en menswaardig bestaan [58](#page=58).
* Ze zijn ontstaan als reactie op machtsmisbruik door overheden [58](#page=58).
* Mensenrechten zijn internationaal vastgelegd en universeel, terwijl grondrechten nationaal gebonden zijn en in de grondwet staan [59](#page=59).
### Typen mensenrechten
* Burgerlijke en politieke rechten: Gaan over individuele vrijheid en participatie in de maatschappij (bv. recht op privacy, stemrecht) [59](#page=59).
* Economische, sociale en culturele rechten: Betreffen rechten zoals arbeid en sociale zekerheid, cruciaal voor sociaal werk [59](#page=59).
* Collectieve en solidariteitsrechten: Garanderen een globale toestand voor groepen (bv. recht op vrede, ontwikkeling) [60](#page=60).
## Belang mensenrechten in het sociaal werk
* Sociaal werk is een mensenrechtenberoep, met een juridische en morele basis [60](#page=60).
* Sociaal werkers waarborgen de toegang tot mensenrechten (bv. sociale huisvesting, leefloon) [60](#page=60).
* Ze bekijken mensenrechten sociaal-politiek om ongelijkheid te verminderen en rechtvaardigheid te bevorderen [60](#page=60).
### Rol van sociaal werkers
* Signaleren van sociale wantoestanden en kritisch bevragen van maatschappelijke organisatie [60](#page=60).
* Dialoog met beleidsmakers, deelname aan protestacties, creëren van voorwaarden voor zelfoprichting [60](#page=60).
- > **Voorbeeld:** Mensenrechten en vluchtelingenwerk omvat begeleiding bij asielaanvragen, gezinshereniging en tegengaan van discriminatie [61](#page=61)
## Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
* Het EVRM biedt automatische bescherming van mensenrechten in aangesloten Europese landen, ook boven nationale wetgeving [62](#page=62).
* De rechten in het EVRM zijn direct werkend en afdwingbaar bij de nationale rechter en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg [62](#page=62).
- > **Tip:** Men kan een zaak aanhangig maken bij het EHRM zelfs zonder Europese nationaliteit, mits het feit zich voordeed op Europees grondgebied en nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput [62](#page=62)
## Sociaal-economische grondrechten
* Verplichten de overheid om voorwaarden te scheppen voor een waardig leven [63](#page=63).
* Omvatten het recht op onderwijs, een menswaardig leven, arbeid, sociale zekerheid, huisvesting, een gezond leefmilieu, en gezinsbijslagen (#page=63, page=64, page=65, page=66) [63](#page=63) [64](#page=64) [65](#page=65) [66](#page=66).
### Recht op onderwijs
* Kosteloos onderwijs tot einde leerplicht; scholen mogen geen inschrijvingsgeld vragen [63](#page=63).
* Vrijheid van onderwijs: overheid of privépersonen mogen scholen oprichten (officieel vs. vrij onderwijs) [63](#page=63).
* Ouders hebben vrije schoolkeuze, vastgelegd in de Grondwet [64](#page=64).
### Recht op menswaardig leven
* De overheid moet uiterste best doen dit recht te garanderen, maar het is niet direct afdwingbaar bij de rechter [64](#page=64).
* Gekenmerkt door 6 pijlers:
* Recht op arbeid, billijke arbeidsvoorwaarden en beloning (incl. bevordering werkgelegenheid, collectieve arbeidsovereenkomsten) [64](#page=64).
* Recht op sociale zekerheid (veilige stellen van het stelsel) [65](#page=65).
* Recht op een behoorlijke huisvesting (aanbod goedkope woningen) [65](#page=65).
## Overige relevante grondrechten
### Gelijkheid en non-discriminatie
### Rechten ter bescherming van de fysieke persoon
### Rechten ter bescherming van de psychische persoon
---
## Grensgevallen, uitzonderingen en gratis verzekering voor vrijwilligers
### Vrijwilligerswerk: wettelijke en decretale definities
* Vrijwilligerswerk: onbezoldigd en onverplicht, ten behoeve van anderen of de samenleving [100](#page=100).
* Georganiseerd door een organisatie buiten familie- of privéverband [100](#page=100).
* Niet verricht in kader van arbeidsovereenkomst, dienstencontract of statutaire aanstelling [100](#page=100).
* Decretaal: activiteiten onderscheiden van/complementair aan professionele taken, gestructureerd, niet verplicht, onbezoldigd, ten bate van welzijn/gezondheid [100](#page=100).
### Sectoren van sociale zekerheid
* Sociale zekerheid onderverdeeld in klassieke en sociale bijstand sectoren [78](#page=78).
* Klassieke sectoren: pensioenen, werkloosheid, arbeidsongevallen, beroepsziekten, groeipakket/gezinsbijslag, ziekte/invaliditeit, jaarlijkse vakantie [78](#page=78).
* Sociale bijstand: leefloon, inkomensgarantie voor ouderen, gewaarborgde gezinsbijslag, tegemoetkomingen handicap [78](#page=78).
* Solidariteitsprincipe centraal: tussen werkenden/werklozen, jongeren/ouderen, gezonden/zieken, met/zonder inkomen, met/zonder kinderen [79](#page=79).
* Verplicht karakter: niet individueel op te zeggen, wel aanvullende verzekeringen mogelijk [79](#page=79).
### Instellingen binnen de sociale zekerheid
* RSZ (Rijksdienst Sociale Zekerheid): verzamelt en verdeelt geld, berekent en int bijdragen [83](#page=83).
* RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening): kent werkloosheidsuitkeringen toe en bepaalt bedrag [84](#page=84).
* RIZIV (Rijksdienst voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering): verantwoordelijk voor uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid en terugbetaling van gerelateerde kosten [84](#page=84).
* FPD (Federale Pensioendienst): beheert wettelijk pensioen (eerste pijler) [85](#page=85).
* RJV (Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie): beheert jaarlijkse vakantiesector arbeiders en kunstenaars [86](#page=86).
* FEDRIS (Federaal Agentschap voor Beroepsrisico's): verzekering tegen beroepsziekten en arbeidsongevallen [87](#page=87).
### Sociale bijstand en residuair stelsel
* Sociale bijstand: voor personen die niet onder reguliere sociale zekerheid vallen, volledig gefinancierd door overheid [80](#page=80) [81](#page=81).
* Residuair stelsel: enkel toegankelijk na uitputting van alle andere mogelijkheden [81](#page=81).
* Voorwaarden sociale bijstand: financieel onderzoek naar andere middelen [81](#page=81).
### Schuldhulpverlening
* Schulden: verplichting ten aanzien van een ander; schuldenlast is niet kunnen betalen [91](#page=91).
* Schuldinvordering: minnelijk (telefonisch, brieven, geen dwangmaatregelen) of gerechtelijk (vonnis nodig, dwangmaatregelen) [92](#page=92).
* Verjaring van de schuld: periode waarna schuld niet meer opgeëist kan worden, beschermt tegen laattijdige acties [92](#page=92).
* Budgetbegeleiding: cliënt beheert zelf budget met advies sociaal werker, gratis bij OCMW/CAW [94](#page=94).
* Budgetbeheer: sociaal werker beheert inkomsten en betaalt vastelaasten/schulden, gratis bij OCMW/CAW [95](#page=95).
* Schuldbemiddeling: schuldbemiddelaar probeert afbetalingsplannen met schuldeisers te treffen, gratis bij OCMW/CAW, niet voor zelfstandigen [96](#page=96).
* Collectieve schuldenregeling: gerechtelijke procedure voor hoge/structurele schuldenproblemen, afbetaling schulden met behoud menswaardig leven [97](#page=97).
---
## Vrijwilligersverzekering, kosten en geheimhoudingsplichten
### Verzekering voor vrijwilligers
* Organisaties zijn verplicht verzekerd voor burgerrechtelijke aansprakelijkheid (BA) voor schade veroorzaakt door vrijwilligers .
* Schade aan de vrijwilliger zelf of lichamelijke ongevallen vallen niet standaard onder de verplichte BA-verzekering .
* Grenzen aan de immuniteit van de vrijwilliger voor aansprakelijkheid: herhaaldelijk dezelfde fout, zware fouten (bv. dronkenschap), opzet of bedrog, en strafrechtelijke aansprakelijkheid .
* Bestuursvrijwilligers zijn niet immuun voor hun bestuurdersactiviteiten en vallen onder bestuursaansprakelijkheidswetgeving .
* Vrijwilligers in feitelijke verenigingen zonder betaald personeel genieten geen immuniteit en hebben geen verplichte verzekering .
* Vrijwilligers in de sector Welzijn, Volksgezondheid en Gezin zijn wettelijk verplicht verzekerd voor lichamelijke en materiële schade, beroepsziekten en besmetting .
* Vanaf 1 april 2019 biedt Vlaanderen een gratis verzekering voor vrijwilligers, met een limiet van 1000 vrijwilligersuren per kalenderjaar .
* Deze gratis verzekering dekt burgerrechtelijke aansprakelijkheid, rechtsbijstand en lichamelijke ongevallen, mits 48 uur op voorhand gemeld via een digitaal loket .
### Kosten en vergoedingen
* Organisaties beslissen over de terugbetaling van gemaakte kosten voor vrijwilligers; dit is geen inkomen .
* Vergoedingen voor vrijwilligers zijn vrijgesteld van belastingen en sociale zekerheidsbijdragen indien regels worden gerespecteerd .
* Twee systemen voor kostenvergoeding: forfaitair of reële kosten met bewijsstukken .
* Forfaitaire kostenvergoeding: maximum 36,84 euro per dag en 1473,37 euro per jaar .
* Verhoogde forfaitaire kostenvergoeding (vanaf 2019) voor specifieke sectoren (bv. sport, nachtoppas) met een jaarlijks maximum van 2705,97 euro .
* Vrijwilligers met een vervangingsinkomen komen niet in aanmerking voor de verhoogde forfaitaire vergoeding .
* Reële kostenvergoeding dekt aantoonbare kosten zonder bovengrens .
* Forfaitaire en reële kostenvergoeding kunnen niet gecombineerd worden .
### Beroepsgeheim en discretieplicht
* Beroepsgeheim is een algemene zwijgplicht over informatie verkregen tijdens de uitoefening van een beroep met algemeen belang, geldend onbeperkt in tijd en ook voor studenten in opleiding .
* Beroepen met beroepsgeheim omvatten de gezondheids- en welzijnssector (bv. artsen, maatschappelijk werkers), maar niet leerkrachten of winkelbedienden .
* Het belang van beroepsgeheim is tweeledig: individueel (bescherming van de vertrouwensrelatie met de cliënt) en algemeen (behoud en vergroting van vertrouwen in het beroep) .
* De zwijgplicht is principieel en kan doorbroken worden door zwijgrecht, spreekrecht of spreekplicht .
* Spreekplicht treedt op bij noodtoestand of wettelijke bepalingen die spreken vereisen, zoals bij een dreigende zelfmoord .
* Gedeeld beroepsgeheim is toegestaan mits cumulatieve voorwaarden: wederzijdse beroepsgeheimhouding, enkel noodzakelijke informatie delen, in het belang van de cliënt, en met geïnformeerde toestemming van de cliënt .
* Discretieplicht geldt voor alle informatie die niet buiten de organisatie bekend mag zijn en beschermt de belangen van de organisatie .
* Overtreding van discretieplicht leidt niet tot strafrechtelijke sancties, maar wel tot arbeidsrechtelijke sancties zoals ontslag of schorsing .
---
# de federale organisatie van België en de scheiding der machten
### Kernidee
* België evolueerde van een unitaire naar een federale staat door historische spanningen en een noodzaak tot decentralisatie [17](#page=17).
* De scheiding der machten (Trias Politica) is een fundamenteel principe van de Belgische staatsstructuur ter bescherming van burgerlijke vrijheden [18](#page=18).
### Historische context en breuklijnen
* België werd onafhankelijk in 1830 na een opstand tegen het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden [14](#page=14).
* De ideologische breuklijn was aanvankelijk tussen katholieken en liberalen, met regionale verschillen [15](#page=15).
* De sociaal-economische breuklijn ontstond door de vroege welvaart in Wallonië (steenkool, staal) en latere economische verschuivingen naar Vlaanderen [15](#page=15).
* Taalverschillen waren een cruciale breuklijn, waarbij Frans initieel de officiële taal was en Nederlands later gelijkgesteld werd [16](#page=16).
* De introductie van algemeen stemrecht maakte de stem van Vlamingen hoorbaar en leidde tot taalwetgeving [16](#page=16).
### De federale staatsstructuur
* België is een federale staat, samengesteld uit gemeenschappen en gewesten [17](#page=17).
* De federale overheid bestaat uit één regering en één parlement voor het hele land [17](#page=17).
* Er zijn drie gemeenschappen (Nederlandstalige, Franstalige, Duitstalige) bevoegd voor cultuur, onderwijs en welzijn [17](#page=17).
* Er zijn drie gewesten (Vlaams, Waals, Brussels Hoofdstedelijk) bevoegd voor economische zaken, tewerkstelling en huisvesting [17](#page=17).
### Scheiding der machten
* De scheiding der machten, of Trias Politica, is gebaseerd op het idee van Montesquieu [18](#page=18).
* De drie machten zijn de wetgevende macht (Koning en Parlement), de uitvoerende macht (Koning en regering) en de rechterlijke macht (Hoven en rechtbanken) [18](#page=18).
* Doel is machtsmisbruik te voorkomen door verdeling en wederzijdse controle tussen de machten [18](#page=18).
* Het systeem van scheiding der machten geldt op federaal niveau, alsook voor gemeenschappen en gewesten [18](#page=18).
### Democratische aard van België
* België is een representatieve en parlementaire democratie [19](#page=19).
* Representatief betekent dat burgers vertegenwoordigers kiezen die wetgeving maken [19](#page=19).
* Parlementair betekent dat verkozen volksvertegenwoordigers wetgeving maken in het parlement [19](#page=19).
* Kieslijsten vereisen een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen [19](#page=19).
* België kent een opkomstplicht, hoewel de tendens is naar vrijwillig stemmen [19](#page=19).
---
# De werking en structuur van de federale wetgevende macht
### Kernidee
* De federale wetgevende macht is verantwoordelijk voor wetgeving en controleert de uitvoerende macht in een federale staat zoals België [22](#page=22).
* De wetgevende macht zetelt in een parlement, bestaande uit gekozen volksvertegenwoordigers [22](#page=22).
### Kernfeiten
* De federale wetgevende macht bestaat uit de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Senaat en de Koning [22](#page=22).
* De Kamer van Volksvertegenwoordigers telt 150 leden en is herkenbaar aan groene tapijten [22](#page=22).
* De Senaat is afgeschaft op gemeenschaps- en gewestniveau [22](#page=22).
* De Koning tekent wetten maar kan geen politiek bindende beslissingen nemen [22](#page=22) [23](#page=23).
* België is ingedeeld in 11 kieskringen, die meestal samenvallen met provincies [23](#page=23).
* Het aantal volksvertegenwoordigers per kieskring is evenredig aan het inwoneraantal [23](#page=23).
* Een partij moet minimaal 5% van de stemmen halen om een zetel te bemachtigen en partijsubsidies te ontvangen [23](#page=23).
### Kernconcepten
* **Rechtstaat:** Overheidsinstanties en burgers respecteren democratische rechtsregels; rechten van de mens zijn onaantastbaar; er is rechtsbescherming via onafhankelijke rechtbanken [21](#page=21).
* **Initiatiefrecht:** Het recht om een wetgevend voorstel te doen, dat een wetsvoorstel (parlement) of wetsontwerp (regering) wordt genoemd [24](#page=24).
* **Commissie:** Een gespecialiseerde groep parlementsleden die een wettekst bestudeert en verbetert [25](#page=25).
* **Amendement:** Een voorstel tot wijziging van een wettekst door kamerleden [25](#page=25).
* **Plenaire vergadering:** De volledige kamer die het verslag van de commissie bespreekt en stemt [25](#page=25).
* **Interpellatierecht:** Het recht van kamerleden om ministers om uitleg te vragen over hun beleid [26](#page=26).
* **Vertrouwensstemming:** Een motie van wantrouwen die kan leiden tot het ontslag van de regering [26](#page=26).
### Gevolgen en bevoegdheden
* De wetgevende macht keurt wetten goed na initiatief en behandeling in commissies en plenaire vergadering [25](#page=25).
* Wetten treden pas in werking na publicatie in het Belgisch Staatsblad [25](#page=25).
* De wetgevende macht keurt ook internationale verdragen goed via onderhandeling, ondertekening, parlementaire goedkeuring en ratificatie [26](#page=26).
* De wetgevende macht controleert de regering via interpellaties, vertrouwensstemmingen en controle op de begroting [26](#page=26).
* De Kamer keurt jaarlijks de begroting goed, wat zeggenschap geeft over financiële middelen [26](#page=26).
- > **Tip:** De werking van deelstaatparlementen is grotendeels vergelijkbaar met het federale parlement [22](#page=22)
- > **Tip:** Een meerderheid van 50% (+1) van de aanwezige parlementsleden is nodig om een wet aan te nemen [25](#page=25)
---
# de structuur en bevoegdheden van de Belgische overheden
### Kernidee
* De Belgische overheid is gestructureerd in verschillende niveaus met specifieke bevoegdheden en is onderworpen aan een hiërarchie van rechtsnormen.
### Wettelijke procedures
* **Wetsvorming:** Initiatief door Kamer, commissieonderzoek, debat in plenaire vergadering, amendementen, stemming in Kamer, goedkeuring met helft + 1 aanwezigen, publicatie in Staatsblad [25](#page=25).
* **Verdragen goedkeuren:** Onderhandeling, ondertekening, parlementaire goedkeuring, bekrachtiging (ratificatie) door Koning, publicatie in Staatsblad [26](#page=26).
### Bevoegdheden van het Parlement
* **Uitvoerende macht controleren:** Via interpellatierecht, vertrouwensstemming, en controle op de begroting [26](#page=26).
* **Onderzoekscommissies oprichten:** Voor specifieke maatschappelijke problemen, met bevoegdheid tot aanstellen experts en verhoren [27](#page=27).
* **Grondwet wijzigen:** Strengere procedure: herzieningsverklaring, parlementsverkiezingen, goedkeuring door nieuwe Parlement met 2/3 meerderheid [27](#page=27).
### De uitvoerende macht
* **Samenstelling:** Koning en regering (federaal); enkel regering (gemeenschappen/gewesten) [28](#page=28).
* **Bevoegdheden:**
* **Uitvoeringsbesluiten:** Omzetten wetten/decreten/ordonnanties in concrete regels (Koninklijk besluit, ministerieel besluit) [28](#page=28).
* **Beleid:** Uitstippelen en uitvoeren nationaal en internationaal beleid, opstellen begroting, organiseren openbare diensten [29](#page=29).
* **Defensie:** Koning voert bevel over leger, stelt staat van oorlog vast (kan niet zelf verklaren) [29](#page=29).
### Andere overheden
* **Provincies:** 10 provincies, geleid door gouverneur; bevoegd voor provinciaal belang en gedelegeerde taken [29](#page=29).
* **Instanties:** Provincieraad (algemeen beleid), deputatie (dagelijks bestuur), gouverneur (vertegenwoordiging, toezicht) [30](#page=30).
* **Gemeenten:** Kleinste bestuursniveau; verantwoordelijk voor lokale aangelegenheden [30](#page=30).
* **Instanties:** Gemeenteraad (gemeentelijke aangelegenheden), burgemeester (vertegenwoordiging, ordehandhaving), college van burgemeester en schepenen (uitvoering, beheer) [30](#page=30) [31](#page=31).
### Hiërarchie der rechtsnormen
* **Twee hiërarchieën:**
* **Nationaal:** Grondwet, wet, koninklijk besluit, ministerieel besluit [31](#page=31).
* **Regionaal/Lokaal:** Decreet/ordonnantie, provinciaal reglement, gemeentelijk reglement [31](#page=31).
* **Grondwet:** Basis rechtssysteem, regelt scheiding der machten en fundamentele rechten [32](#page=32).
* **Wet:** Goedkeuring door Kamer bij gewone meerderheid, bekrachtiging Koning, publicatie Staatsblad [32](#page=32).
* **Decreten/Ordonnanties:** Uitgevaardigd door regionale parlementen, kracht van wet binnen hun grondgebied [32](#page=32) [33](#page=33).
* **Koninklijk besluit (KB):** Uitvoerende maatregel van regering, ondergeschikt aan wet [33](#page=33).
* **Ministerieel besluit (MB):** Verdere detaillering van KB, uitgevaardigd door minister [33](#page=33).
* **Besluiten gemeenschaps-/gewestregeringen:** Uitvoerende maatregelen t.a.v. decreten/ordonnanties [33](#page=33).
* **Provinciaal/Gemeentelijk reglement:** Uitgevaardigd door provincieraad/gemeenteraad [34](#page=34).
---
# terminologie en actoren in de rechtszaal
### Kernbegrippen
* **Juridische eerstelijnsbijstand:** Beknopt, gratis juridisch advies via commissies voor juridische bijstand (CJB) [35](#page=35).
* **Juridische tweedelijnsbijstand (pro-Deoadvocaat):** Juridische bijstand en vertegenwoordiging, geheel of gedeeltelijk betaald door de overheid, voor personen met weinig bestaansmiddelen of tot specifieke categorieën behorend [35](#page=35).
* **Verdachte:** Persoon over wie aanwijzingen bestaan dat hij mogelijk een strafbaar feit heeft gepleegd [37](#page=37).
* **Dader:** Persoon die een strafbaar feit heeft gepleegd en door de rechtbank schuldig is bevonden [37](#page=37).
* **Gedetineerde:** Persoon die in de gevangenis zit, veroordeeld tot een straf of in voorlopige hechtenis [38](#page=38).
* **Geïnterneerde:** Persoon die een misdrijf pleegde en lijdt aan een geestesstoornis waardoor deze ontoerekeningsvatbaar is en een gevaar vormt voor de maatschappij [38](#page=38).
### Actoren in de rechtszaal
* **Openbaar Ministerie (parket):** Vervolgt misdrijven en vordert straffen; leiding door Procureur des Konings; geen rechtsprekende bevoegdheid [35](#page=35).
* **Rechters/Raadsheren (zittende magistratuur):** Vellen vonnissen en arresten; bezitten rechtsprekende bevoegdheid [36](#page=36).
* **Griffier (schrijvende magistratuur):** Regelt administratie rond zittingen en zorgt voor rechtsgeldige documenten [36](#page=36).
* **Advocaat (raadsman/raadsvrouw):** Verdedigt een partij in een rechtszaak [36](#page=36).
* **Beklaagde:** Persoon die verdacht wordt van een misdrijf [36](#page=36).
* **Slachtoffer:** Persoon die nadeel of leed heeft ondervonden door een gebeurtenis [36](#page=36).
* **Andere actoren:** Tolk, veiligheidsagent, pers [36](#page=36).
### Juridische Bijstand en Diensten
* **Juridische eerstelijnsbijstand:** Gratis advies, o.a. via justitiehuizen, OCMW, CAW [35](#page=35) [49](#page=49).
* **Juridische tweedelijnsbijstand:** Pro-Deoadvocaat voor personen met onvoldoende middelen. Aanvraag via Bureau voor Juridische Bijstand (BJB) [35](#page=35).
* **Justitiehuizen:** Laagdrempelig aanspreekpunt voor juridische vragen, slachtofferbijstand en begeleiding daders [49](#page=49).
* Opdrachten: Eerstelijnswerking, slachtofferonthaal, strafrechtelijke en burgerrechtelijke opdrachten [49](#page=49).
* **Psychosociale Dienst (PSD):** In elke gevangenis; multidisciplinair team voor psychosociale re-integratie van gedetineerden [53](#page=53).
* **Justitieel Welzijnswerk (JWW):** Dienst binnen CAW die hulp verleent aan gedetineerden en hun omgeving [54](#page=54).
* **Hulp aan geïnterneerden:** Gebeurt via Kamer voor de Bescherming van de Maatschappij (KBM) en forensisch psychiatrische centra (FPC) [55](#page=55) [56](#page=56).
### Procedures en Beroepen
* **Vonnissen:** Uitspraken door rechtbanken [38](#page=38).
* **Arresten:** Uitspraken door hoven [38](#page=38).
* **Gezag/Kracht van gewijsde:** Uitspraken worden vermoed juist te zijn [38](#page=38).
* **Eerste aanleg:** De eerste behandeling van een rechtszaak [39](#page=39).
* **Hoger beroep (tweede aanleg):** Een tweede inhoudelijke behandeling door een hoger rechtscollege [39](#page=39).
### Hoven en Rechtbanken
---
# de rechterlijke macht: hoven en rechtbanken
### Kernidee
* De rechterlijke macht in België wordt uitgeoefend door hoven en rechtbanken, die uitspraken doen (vonnis of arrest) [38](#page=38).
* Uitspraken worden vermoed juist te zijn, dit heet het gezag of kracht van gewijsde [39](#page=39).
### Grote lijnen gerechtelijk proces
* Het gerechtelijk proces verloopt in drie fases: eerste aanleg, hoger beroep (tweede aanleg) en cassatieberoep [39](#page=39).
* Eerste aanleg: de rechtszaak wordt voor het eerst behandeld door een rechtbank of hof [39](#page=39).
* Hoger beroep (tweede aanleg): een rechtszaak wordt opnieuw inhoudelijk behandeld door een hoger rechtscollege; de eerdere uitspraak vervalt [39](#page=39).
* Dit principe van dubbele aanleg geldt voor de meeste zaken [39](#page=39).
* Cassatieberoep: de focus ligt op procedurefouten, niet op de inhoudelijke zaak; dit is geen derde aanleg [39](#page=39).
### Bevoegdheid rechtscolleges
* De bevoegdheid van een rechtscollege hangt af van het soort geschil en de gerechtelijke hiërarchie [39](#page=39).
* Vier belangrijke geschillen: burgerlijk recht, strafrecht, sociaal recht en handelsrecht [39](#page=39).
### De rechtbanken
* Vredegerecht: bevoegd voor burgerlijke zaken tot 5000 euro, en specifieke zaken zoals huur, ongeacht het bedrag [40](#page=40).
* Politierechtbank: bevoegd voor verkeersmisdrijven, overtredingen (lichtste misdrijven) en burgerlijke vorderingen bij verkeersmisdrijven/overtredingen [40](#page=40).
* Rechtbank van eerste aanleg: bestaat uit meerdere secties (burgerlijk, correctioneel, familie, jeugd, strafuitvoeringsrechtbank) [40](#page=40).
* Burgerlijke rechtbank: burgerlijke geschillen vanaf 5000 euro en hoger beroep tegen vredegerecht-vonnissen [41](#page=41).
* Correctionele rechtbank: wanbedrijven (ernstiger dan overtredingen) en hoger beroep tegen politierechtbank-vonnissen [41](#page=41).
* Familierechtbank: familiale geschillen zoals echtscheidingen, adoptie, ouderlijk gezag [41](#page=41).
* Jeugdrechtbank: geschillen m.b.t. minderjarigen, zowel bij misdrijven als bij nood aan hulpverlening [41](#page=41).
* Strafuitvoeringsrechtbank: oordeelt over strafuitvoeringsmodaliteiten, geen hoger beroep mogelijk, wel cassatieberoep [41](#page=41).
* Ondernemingsrechtbank: geschillen tussen ondernemingen onderling, faillissementen [42](#page=42).
* Arbeidsrechtbank: arbeidszaken (werkgever/werknemer) en sociale zaken (sociale zekerheid); bevat naast beroepsrechters ook rechters in sociale zaken [42](#page=42).
- > **Tip:** De naam van de uitspraak verschilt: vonnis door een rechtbank, arrest door een hof [38](#page=38)
- > **Tip:** Internering is een veiligheidsmaatregel en geen straf, met een dubbel doel: bescherming maatschappij en zorg voor geïnterneerde [38](#page=38)
---
# Sociale grondrechten en de rol van de overheid
### Kernidee
* Sociale grondrechten verplichten de overheid om voorwaarden te scheppen voor een menswaardig bestaan van burgers [46](#page=46) [60](#page=60).
* Mensenrechten en grondrechten dienen ter bescherming van de menselijke waardigheid en zijn essentieel voor een vrij bestaan [58](#page=58).
* Maatschappelijk werk is een mensenrechtenberoep dat zorgt voor realisatie en waarborg van deze rechten [60](#page=60).
### Belangrijke concepten
* Mensenrechten zijn universeel en internationaal vastgelegd; grondrechten zijn nationaal gebonden en in de grondwet opgenomen [59](#page=59).
* Mensenrechten omvatten burgerlijke, politieke, economische, sociale, culturele en solidariteitsrechten [59](#page=59).
* Sociaal-economische grondrechten omvatten onderwijs, een menswaardig leven, arbeid, sociale zekerheid, huisvesting, leefmilieu en gezinsbijslagen [63](#page=63) [64](#page=64) [65](#page=65) [66](#page=66).
* Het EVRM garandeert mensenrechten en heeft directe werking en is afdwingbaar via het Europees Hof voor de Rechten van de Mens [62](#page=62).
* Gelijkheid en non-discriminatie betreffen rechtsongelijkheid door overheidsbeslissingen, die gerechtvaardigd kan zijn met een aanvaardbare motivering [69](#page=69).
* Rechten ter bescherming van de fysieke persoon omvatten het recht op leven, verbod op foltering, en vrijheid van persoon (verbod op slavernij/dwangarbeid) [70](#page=70) [71](#page=71) [72](#page=72).
* Rechten ter bescherming van de psychische persoon omvatten vrijheid van meningsuiting [73](#page=73).
### Rol van de overheid
* De overheid moet initiatieven nemen om sociaal-economische grondrechten te garanderen [63](#page=63) [64](#page=64) [65](#page=65) [66](#page=66).
* Dit omvat de realisatie van toegang tot voorzieningen zoals sociale huisvesting en leefloon [60](#page=60).
* De overheid bevordert werkgelegenheid en zorgt voor menswaardige arbeidsomstandigheden en collectieve arbeidsovereenkomsten [64](#page=64).
* De overheid stelt het stelsel van sociale zekerheid veilig [65](#page=65).
* De overheid neemt maatregelen tegen milieuverontreiniging en bevordert culturele ontplooiing en vakantie [65](#page=65).
* Het EVRM verplicht staten om nationale wetgeving in lijn te brengen met de mensenrechten [62](#page=62).
### Implicaties voor sociaal werk
* Maatschappelijk werkers hebben een waarborgfunctie voor de toegang tot mensenrechten [60](#page=60).
* Zij moeten mensenrechten sociaal-politiek bekijken en kritisch omgaan met de maatschappelijke organisatie om ongelijkheid en onrechtvaardigheid te verminderen [60](#page=60).
* Signalerende taken, dialoog met beleidsmakers en deelname aan acties zijn belangrijk [60](#page=60).
* Sociaal werkers kunnen vluchtelingen begeleiden bij asielaanvragen en gezinshereniging [61](#page=61).
* Zij bestrijden discriminatie en uitsluiting en bevorderen integratie [61](#page=61).
### Praktijkvoorbeelden
* SAAMO Antwerpen werkt aan het grondrecht op huisvesting door uitsluitingsmechanismen op de woonmarkt aan te pakken [66](#page=66).
* SAAMO provincie Antwerpen richt zich op het recht op arbeid voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt [67](#page=67).
* STEK-initiatieven bieden ontmoetingsplaatsen en ondersteunen bij het komen tot rechten en sociale bescherming [67](#page=67).
* SAAMO Vlaams-Brabant werkt aan het recht op onderwijs door extra leer- en ontwikkelingskansen te bieden aan kwetsbare kinderen [68](#page=68).
### Uitzonderingen en rechtvaardiging
---
# De structuur en takken van de Belgische sociale zekerheid
### Kernidee
* De Belgische sociale zekerheid is opgedeeld in twee hoofdsectoren: de klassieke sectoren en de sociale bijstand [78](#page=78).
* Solidariteit, verplicht karakter en het opvangen van sociale risico's zijn centrale principes [78](#page=78) [79](#page=79).
### Klassieke sectoren
* Omvat rust- en overlevingspensioenen, werkloosheid, arbeidsongevallen, beroepsziekten, groeipakket/gezinsbijslag, geneeskundige verzorging en jaarlijkse vakantie [78](#page=78).
* De klassieke sector kent drie stelsels: loontrekkenden/werknemers, zelfstandigen en ambtenaren [80](#page=80).
* Loontrekkenden genieten bescherming voor alle klassieke takken [80](#page=80).
* Zelfstandigen genieten niet voor alle klassieke takken bescherming en moeten voor sommige zaken zelf verzekeren [80](#page=80).
* Ambtenaren hebben een eigen stelsel, met verschillen tussen contractuele en vastbenoemde ambtenaren [80](#page=80).
### Sociale bijstand sector
* Is bedoeld voor personen die niet onder de reguliere sociale zekerheid vallen en hun bestaanszekerheid niet kunnen waarborgen [80](#page=80) [81](#page=81).
* Wordt volledig gefinancierd door de overheid [81](#page=81).
* Is een residuair stelsel: enkel toegankelijk na uitputting van andere mogelijkheden binnen de sociale zekerheid [81](#page=81).
* Bestaat uit leefloon, inkomensgarantie voor ouderen (IGO), tegemoetkomingen aan personen met een handicap, en gewaarborgde gezinsbijslag [81](#page=81).
### Centrale instellingen en hun taken
* Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ): verzamelt en verdeelt geld, berekent en int bijdragen [82](#page=82) [83](#page=83).
* Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA): kent werkloosheidsuitkeringen toe, ondersteunt herinschakeling [82](#page=82) [84](#page=84).
* Rijksdienst voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV): verantwoordelijk voor uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid en terugbetaling van medische kosten via landsbonden en ziekenfondsen [82](#page=82) [84](#page=84).
* Federale Pensioendienst (FPD): betaalt pensioenen van de eerste pijler, informeert en berekent pensioenen [82](#page=82) [86](#page=86).
* Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV): beheert en controleert jaarlijkse vakanties en vakantiegeld voor arbeiders en kunstenaars [82](#page=82) [86](#page=86).
* Federaal Agentschap voor Beroepsrisico’s (FEDRIS): verzekert tegen beroepsziekten en controleert arbeidsongevallenverzekeraars [82](#page=82) [87](#page=87).
### Verplichte bijdragen en aanvullende verzekeringen
* Werknemers, werkgevers en de overheid betalen bijdragen aan de RSZ [83](#page=83).
* Individuen kunnen aanvullende verzekeringen afsluiten voor extra bescherming, omdat de sociale zekerheid niet alle risico's dekt [79](#page=79).
* Men kan niet individueel afstappen van de sociale zekerheid of specifieke takken niet financieren [79](#page=79).
### Uitbetalingsmechanismen
* Werkloosheidsuitkeringen worden uitbetaald door vakbonden of de Hulpkas voor Werkloosheidsvergoeding (HVW) [84](#page=84).
* Medische kosten en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen worden door ziekenfondsen uitbetaald, of door de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV) [85](#page=85).
---
# Schulden en schuldhulpverlening
### Kernidee
* Schulden ontstaan door een verplichting aan een ander en worden problematisch bij het niet kunnen nakomen hiervan (schuldenlast) [91](#page=91).
* Schuldinvordering is het recht van een schuldeiser om betaling te eisen, wat kan leiden tot minnelijke of gerechtelijke procedures [91](#page=91) [92](#page=92).
* Schuldhulpverlening biedt diverse vormen van ondersteuning om financiële problemen aan te pakken, van budgetbegeleiding tot juridische bijstand [94](#page=94).
### Belangrijke feiten
* Een schuldenaar is degene die iets verschuldigd is; een schuldeiser is degene die betaling kan eisen [91](#page=91).
* Verjaring van een schuld betekent dat deze na een bepaalde wettelijke termijn niet langer opgeeïst kan worden [91](#page=91).
* Verjaringstermijnen verschillen per schuldsoort, bijvoorbeeld 2 jaar voor medische kosten en 5 jaar voor huur [92](#page=92).
* Minnelijke invordering probeert via contact en aanmaningen tot een betalingsregeling te komen, zonder dwangmaatregelen [92](#page=92).
* Gerechtelijke invordering vereist een vonnis van de rechtbank, behalve bij belastingschulden, en maakt dwangmaatregelen mogelijk [92](#page=92).
* Overheidsinstanties zoals de overheid kunnen bij belastingschulden gerechtelijk invorderen zonder voorafgaand vonnis [92](#page=92).
* Incassobureaus helpen schuldeisers bij het innen van openstaande, onbetwiste facturen [93](#page=93).
* Een gerechtsdeurwaarder is een gerechtelijk ambtenaar die bij gerechtelijke invordering beslag kan leggen op bezittingen van de schuldenaar [93](#page=93).
### Kernconcepten
* **Minnelijke schuldinvordering:** Schuldeiser spoort schuldenaar aan tot betaling, bv. via telefoon, aanmaningen, afbetalingsregeling [92](#page=92).
* **Gerechtelijke schuldinvordering:** Schuldeiser kan dwangmaatregelen inzetten (beslag loon, auto) na vonnis rechtbank [92](#page=92).
* **Budgetbegeleiding:** Cliënt beheert zelf budget met advies en begeleiding van sociaal werker; verantwoordelijkheid blijft bij cliënt [94](#page=94).
* **Budgetbeheer:** Sociaal werker ontvangt inkomen, beheert vaste lasten en schulden; cliënt krijgt leefgeld [95](#page=95).
* **Schuldbemiddeling:** Schuldbemiddelaar onderhandelt met schuldeisers over afbetalingsplannen en controleert de juistheid van de schuld [96](#page=96).
* **Collectieve schuldenregeling:** Gerechtelijke procedure voor hoge, structurele schuldproblemen; mengvorm van budgetbeheer en schuldbemiddeling [97](#page=97).
* **Juridische bijstand:** Juridisch advies en/of vertegenwoordiging, betaald of gratis [98](#page=98).
### Implicaties
* Budgetbegeleiding geeft cliënt inzicht en controle, maar vereist eigen discipline [94](#page=94).
* Budgetbeheer garandeert correcte betalingen en voorkomt onverantwoorde uitgaven, ten koste van vrijheid [95](#page=95).
* Schuldbemiddeling kan leiden tot langere terugbetalingstermijnen, maar succes is niet gegarandeerd [96](#page=96).
* Collectieve schuldenregeling leidt tot schuldvrijheid na afloop, maar vereist significante inlevering en is niet gratis [97](#page=97).
* Bij niet naleven afspraken in collectieve schuldenregeling, kan herroeping volgen met een verbod op nieuwe procedures voor 5 jaar [97](#page=97).
### Tips
- > **Tip:** Zorg dat je de specifieke verjaringstermijnen voor verschillende soorten schulden kent [92](#page=92)
- > **Tip:** Budgetbegeleiding is gratis bij OCMW of CAW, net als budgetbeheer en schuldbemiddeling [94](#page=94) [95](#page=95) [96](#page=96)
---
# Rechten en plichten van organisaties en vrijwilligers
### Kernidee
* Vrijwilligerswerk is onbezoldigd, onverplicht en ten behoeve van anderen of de samenleving, georganiseerd door een organisatie [100](#page=100).
* De wet beschermt zowel vrijwilligers als organisaties .
### Belangrijke kenmerken van vrijwilligerswerk
* **Onverplicht:** Activiteiten worden niet gedwongen uitgevoerd .
* **Onbezoldigd:** Er wordt geen loon betaald, wel kan een onkostenvergoeding mogelijk zijn .
* **Georganiseerd verband:** Gebeurt binnen een organisatie zonder winstoogmerk, niet in privé- of familieverband .
* **Maatschappelijk doel:** Activiteiten zijn ten behoeve van anderen of de samenleving .
### Rechten en plichten van organisaties
* **Informatieplicht:** Organisatie informeert vrijwilliger over doel, soort organisatie, verzekeringen en kostenvergoeding .
* **Verzekeringsplicht:** Organisatie is verplicht verzekerd voor Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid (BA) voor schade toegebracht door vrijwilliger .
* **Immuniteit vrijwilliger:** Organisatie is aansprakelijk voor fouten van de vrijwilliger .
* **Uitzonderingen op immuniteit:** Bestuursvrijwilligers en vrijwilligers in feitelijke verenigingen zonder personeel kunnen persoonlijk aansprakelijk zijn .
* **Verplichte verzekering in specifieke sectoren:** Vrijwilligers in Welzijn, Volksgezondheid en Gezin zijn ook verzekerd voor lichamelijke schade en beroepsziekten .
* **Gratis vrijwilligersverzekering:** Vlaanderen biedt een gratis verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid, rechtsbijstand en ongevallen (tot 1000 uren/jaar) .
### Rechten en plichten van vrijwilligers
* **Minimumleeftijd:** 15 jaar, of 16 jaar indien nog in de eerste twee jaar van het secundair onderwijs .
* **Verblijfsvergunning:** Vereist voor vrijwilligerswerk .
* **Meldingsplicht bij vervangingsinkomens:** Toestemming nodig van RVA, OCMW of adviserend geneesheer van mutualiteit .
* **Ambtenaren:** Mogen toelating vragen aan hun overste .
* **Asielzoekers:** Mogen vrijwilligen en moeten dit melden bij de verantwoordelijke van het opvangcentrum .
* **Discretieplicht:** Vrijwilliger moet verkregen informatie vertrouwelijk behandelen .
* **Persoonlijke aansprakelijkheid:** Kan optreden bij herhaalde fouten, zware fouten, bedrog, opzet of strafrechtelijke feiten .
* **Kostenvergoeding:** Geen automatisch recht op, organisatie beslist; is geen inkomen .
### Kosten en vergoedingen
* **Forfaitaire kostenvergoeding:** Zonder bewijsstukken, met maximumbedragen per dag (EUR 36,84) en per jaar (EUR 1473,37 in 2022) .
* **Verhoogde forfaitaire kostenvergoeding:** Voor specifieke activiteiten (bv. sportsector), met hoger jaarmaximum (EUR 2705,97 in 2022); niet voor houders van vervangingsinkomen .
* **Reële kostenvergoeding:** Terugbetaling op basis van bewijsstukken, geen bovengrens .
* **Combinatie niet mogelijk:** Forfaitaire en reële systemen kunnen niet gecombineerd worden .
---
# Het belang van beroepsgeheim en de afweging tussen spreken of zwijgen
### Kernidee
* Beroepsgeheim beschermt de vertrouwensrelatie tussen professional en cliënt, noodzakelijk voor effectieve hulpverlening .
* Het omvat een zwijgplicht over informatie verkregen tijdens de beroepsuitoefening .
* Deze plicht is principieel, niet absoluut, en kent uitzonderingen zoals spreek- en zwijgrecht .
### Kernfeiten
* Beroepsgeheim geldt voor professionals in de gezondheids- en welzijnssector, inclusief maatschappelijk werkers en politieagenten .
* Het is een algemene zwijgplicht die ook geldt tijdens vakantie en na beëindiging van de werkrelatie .
* Sancties voor het schenden van beroepsgeheim kunnen strafrechtelijk zijn .
* Beroepen met algemeen belang, waarbij een vertrouwensrelatie cruciaal is, zijn gebonden aan beroepsgeheim .
* Niet-werknemers met een beroepstitel, zoals studenten in opleiding, kunnen ook onder een geheimhoudingsplicht vallen .
### Kernconcepten
* **Individueel belang:** Bescherming van de vertrouwensrelatie met de cliënt .
* **Algemeen belang:** Behoud en vergroting van het vertrouwen in het beroep en de beroepsgroep .
* **Zwijgrecht:** Het recht om in bepaalde situaties te zwijgen zonder sanctie .
* **Spreekrecht:** Het recht om in bepaalde situaties te spreken zonder sanctie .
* **Spreekplicht:** Wettelijke verplichting om te spreken, waarbij het beroepsgeheim wordt doorbroken .
* **Gedeeld beroepsgeheim:** Informatie delen met andere hulpverleners onder strikte voorwaarden .
* **Discretieplicht:** Informatie niet zomaar bekendmaken, geldt o.a. voor vrijwilligers en leerkrachten .
### Implicaties
* Het beroepsgeheim waarborgt dat cliënten in alle vertrouwen geholpen kunnen worden .
* Het doorbreken van beroepsgeheim is mogelijk in specifieke, wettelijk bepaalde situaties .
* Voor gedeeld beroepsgeheim moeten aan alle voorwaarden worden voldaan om strafbaarheid te voorkomen .
* Een weigering van de cliënt om informatie te delen, moet door de hulpverlener gerespecteerd worden .
- > **Tip:** Beroepsgeheim geldt ook tijdens vakantie en na beëindiging van de arbeidsovereenkomst
- > **Tip:** Categories voor beroepsgeheim worden strikt geïnterpreteerd
- > **Voorbeeld:** Een arts die medische informatie deelt met de moeder van een meerderjarige patiënte zonder diens toestemming schendt het beroepsgeheim
- > **Voorbeeld:** Een hulpverlener die partnergeweld meldt bij bevoegde diensten, maakt gebruik van zijn spreekrecht
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Term | Definitie |
| Beroepsgeheim | De plicht voor personen in bepaalde beroepen, met name die in de gezondheids- en welzijnssector, om te zwijgen over informatie die zij door de uitoefening van hun functie hebben verkregen. Dit is essentieel voor het opbouwen van een vertrouwensrelatie met de cliënt en het waarborgen van optimale hulpverlening. |
| Geheimhoudingsplicht | Een breder concept dan beroepsgeheim, dat ook strafrechtelijke sancties kan opleggen aan bijvoorbeeld studenten in opleiding en niet enkel aan werknemers met een behaalde beroepstitel. Het omvat de verplichting om vertrouwelijke informatie niet openbaar te maken. |
| Individueel belang (beroepsgeheim) | De bescherming van de vertrouwensrelatie tussen de hulpverlener en de cliënt. Dit belang is cruciaal om hulpverlening mogelijk te maken, aangezien de cliënt zich veilig moet voelen om gevoelige informatie te delen. |
| Algemeen belang (beroepsgeheim) | Het behouden en vergroten van het vertrouwen in een bepaald beroep en de beroepsgroep als geheel. Dit belang wordt geschaad wanneer professionals hun beroep in diskrediet brengen door ongepast gedrag. |
| Spreken of zwijgen | De afweging die een professional moet maken wanneer vertrouwelijke informatie mogelijk gedeeld moet worden. Dit kan leiden tot een zwijgrecht (het recht om te zwijgen zonder sanctie), een spreekrecht (het recht om te spreken zonder sanctie), of een spreekplicht (de wettelijke verplichting om te spreken). |
| Zwijgrecht | Het recht om in bepaalde situaties te zwijgen over vertrouwelijke informatie zonder hiervoor een sanctie opgelegd te krijgen door de rechter. |
| Spreekrecht | Het recht om vertrouwelijke informatie te delen zonder hiervoor een sanctie opgelegd te krijgen door de rechter. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij het melden van partnergeweld. |
| Spreekplicht | De wettelijke verplichting om vertrouwelijke informatie te delen, waarbij het beroepsgeheim doorbroken wordt. Dit is vaak het geval in noodsituaties, zoals bij een dreigende zelfmoord. |
| Gedeeld beroepsgeheim | Het delen van informatie met andere hulpverleners, mits aan strikte voorwaarden wordt voldaan. Deze voorwaarden omvatten onder andere dat de andere partij ook beroepsgeheim heeft, enkel noodzakelijke gegevens worden gedeeld, het delen in het belang is van de hulpverlening, en de cliënt hier expliciet mee akkoord gaat ("informed consent"). |
| Informed consent | De expliciete toestemming van de cliënt voor het delen van zijn of haar informatie met andere hulpverleners. De cliënt heeft het recht om deze toestemming te weigeren, en de hulpverlener dient hiermee rekening te houden. |
| Discretieplicht | De verplichting om informatie die verkregen is tijdens de uitoefening van een functie niet zomaar aan derden bekend te maken. Dit geldt vaak ook voor vrijwilligers en leerkrachten en wordt omschreven als "nice to know". |
| Recht | Recht is de geïnstitutionaliseerde ordening van het menselijk handelen in onze maatschappij, noodzakelijk om de samenleving georganiseerd te laten verlopen en schaarse middelen eerlijk te verdelen. |
| Rechtsregels | Rechtsregels zijn door een gekozen instantie (zoals het Parlement) opgestelde regels die bepalen wat men mag doen, niet mag doen, of wat men verplicht is te doen, en die algemeen en bindend zijn voor alle rechtssubjecten in gelijkaardige omstandigheden. |
| Rechtssubjecten | Rechtssubjecten zijn de dragers van rechten en plichten binnen een rechtsorde, waaronder zowel natuurlijke personen (mensen van vlees en bloed) als rechtspersonen (juridische constructies zoals bvba's, NV's, VZW's) vallen. |
| Afdwingbaarheid | Afdwingbaarheid houdt in dat er instituties (zoals hoven en rechtbanken) bestaan die toezien op de naleving van rechtsregels en die sancties opleggen aan personen die deze regels overtreden. |
| Objectief recht | Objectief recht omvat alle bestaande rechtsregels die in wetboeken en andere bronnen terug te vinden zijn en die algemeen bindend zijn voor iedereen binnen een bepaald rechtsgebied. |
| Subjectief recht | Subjectief recht omvat de specifieke rechtsregels die op een bepaald moment van toepassing kunnen zijn op een individu, waar die persoon gebruik van kan maken of die hij/zij moet volgen, afhankelijk van zijn/haar persoonlijke situatie. |
| Nationaal recht | Nationaal recht zijn alle rechtsregels die geldig zijn en gemaakt zijn binnen de grenzen van een specifiek land, en die de verhoudingen tussen burgers onderling en tussen burgers en de staat regelen. |
| Internationaal recht | Internationaal recht regelt de verhoudingen tussen verschillende landen onderling en wordt opgesteld door internationale rechtsinstanties, waarbij deelnemende landen hun nationale wetgeving hieraan dienen aan te passen. |
| Publiekrecht | Publiekrecht regelt de verhoudingen tussen de burger en de overheid, omvat de regels omtrent de inrichting van de staat en de Grondwet, en bevat dwingende regels die de samenleving georganiseerd houden. |
| Privaatrecht | Privaatrecht regelt de verhoudingen tussen burgers onderling en bevat regels die bepalen hoe burgers met elkaar omgaan in verschillende situaties, waarbij deze regels soms verplichtend en soms aanvullend van aard zijn. |
| Unitaire staat | Een staatsvorm waarbij er één centraal parlement en één centrale regering is die wetgeving maken en uitvoeren voor het gehele land. België was van 1830 tot 1970 een unitaire staat. |
| Breuklijnen | Fundamentele tegenstellingen binnen een samenleving die kunnen leiden tot spanningen en conflicten. In België worden drie belangrijke breuklijnen onderscheiden: ideologisch, sociaal-economisch en taalkundig. |
| Ideologische breuklijn | De tegenstelling tussen politieke stromingen, zoals katholieken en liberalen, die de politieke landschappen en de machtsverhoudingen binnen een land beïnvloeden. |
| Sociaal-economische breuklijn | De verschillen in economische welvaart en de daaruit voortvloeiende sociale spanningen tussen regio's of bevolkingsgroepen, vaak gerelateerd aan industriële ontwikkeling en arbeidsomstandigheden. |
| Taaltegenstellingen | Verschillen in de dominante talen binnen een land, wat kan leiden tot spanningen en eisen voor gelijkstelling of erkenning van verschillende taalgroepen in officiële zaken en onderwijs. |
| Cijnskiesrecht | Een kiesstelsel waarbij het stemrecht beperkt was tot personen die een bepaald bedrag aan belastingen betaalden, wat de politieke participatie sterk beperkte tot de welgestelde klasse. |
| Algemeen meervoudig mannelijk kiesrecht | Een uitbreiding van het stemrecht waarbij alle mannen boven een bepaalde leeftijd één stem kregen, met de mogelijkheid om een extra stem te kopen indien men aan bepaalde financiële criteria voldeed. |
| Federale staat | Een staatsvorm waarbij de soevereiniteit gedeeld wordt tussen een centrale federale overheid en deelstaten (gemeenschappen en gewesten), die elk eigen bevoegdheden en wetgevende organen hebben. |
| Gemeenschappen | Een onderverdeling van een federale staat op basis van taal, met eigen parlementen en regeringen die wetgeving maken over culturele en persoonsgebonden aangelegenheden zoals onderwijs en cultuur. |
| Gewesten | Een onderverdeling van een federale staat op basis van economische gebieden, met eigen parlementen en regeringen die wetgeving maken over economische en territoriale aangelegenheden zoals tewerkstelling en huisvesting. |
| Scheiding der machten (Trias Politica) | Een staatsrechtelijk principe, geformuleerd door Montesquieu, dat de staatsmacht verdeelt in drie onafhankelijke machten: de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht, om machtsmisbruik te voorkomen en de burgerlijke vrijheid te waarborgen. |
| Wetgevende macht | De macht die verantwoordelijk is voor het opstellen en goedkeuren van wetten. In België bestaat deze uit de Koning en het Parlement. |
| Gedetineerde | Een persoon die in de gevangenis zit, hetzij na veroordeling tot een gevangenisstraf, hetzij in afwachting van een proces in voorlopige hechtenis. Gedetineerden zijn toerekeningsvatbaar voor hun daden. |
| Geïnterneerde | Een persoon die een misdrijf heeft gepleegd maar lijdt aan een geestesstoornis waardoor hij of zij niet in staat is de eigen daden te controleren. Geïnterneerden worden als ontoerekeningsvatbaar beschouwd en vormen een gevaar voor de maatschappij. Internering is een veiligheidsmaatregel, geen straf, en is van onbepaalde duur. |
| Vonnis | Een officiële uitspraak gedaan door een rechtbank. |
| Arrest | Een officiële uitspraak gedaan door een hof. |
| Gezag of kracht van gewijsde | Het vermoeden dat uitspraken door rechters of raadsheren juist zijn en definitief. |
| Eerste aanleg | De fase waarin een rechtszaak voor de eerste keer voor een rechtbank of hof verschijnt en inhoudelijk wordt behandeld. |
| Hoger beroep (tweede aanleg) | De fase waarin een rechtszaak voor de tweede keer wordt behandeld door een hoger rechtscollege, waarbij de uitspraak van eerste aanleg vervalt en een nieuwe inhoudelijke uitspraak wordt gedaan. |
| Cassatieberoep | Een beroepsprocedure waarbij niet de inhoud van de zaak wordt beoordeeld, maar enkel wordt nagegaan of er sprake is van procedurefouten. |
| Vredegerecht | Een rechtbank die bevoegd is voor burgerlijke zaken tot een bepaald bedrag en voor specifieke burgerlijke zaken zoals huurgeschillen, ongeacht het bedrag. |
| Politierechtbank | Een rechtbank die bevoegd is voor verkeersmisdrijven, overtredingen (de lichtste misdrijven) en voor burgerlijke vorderingen die voortvloeien uit deze misdrijven. |
| Rechtbank van eerste aanleg | Een rechtbank die bestaat uit verschillende secties, waaronder de burgerlijke rechtbank, correctionele rechtbank, familierechtbank, jeugdrechtbank en strafuitvoeringsrechtbank, en die bevoegd is voor diverse soorten geschillen. |
| Burgerlijke rechtbank | Een sectie van de rechtbank van eerste aanleg die burgerlijke geschillen vanaf een bepaald bedrag behandelt en oordeelt over hoger beroep tegen vonnissen van het vredegerecht. |
| Rechtstaat | Een staatsvorm waarin de overheid, net als de burgers, gebonden is aan democratische rechtsregels en de rechten van de mens respecteert, met onafhankelijke rechtbanken voor geschillenbeslechting. |
| Parlement | De vergadering van volksvertegenwoordigers die de wetgevende macht uitoefenen in een representatieve democratie. |
| Volksvertegenwoordiger | Een persoon die door het volk is gekozen om deel te nemen aan de besluitvorming in het parlement. |
| Kamer van volksvertegenwoordigers | Het federale parlement in België waar volksvertegenwoordigers zetelen en wetten goedkeuren. |
| Senaat | Een onderdeel van de federale wetgevende macht in België, waar eveneens volksvertegenwoordigers zetelen, maar deze is niet aanwezig op het niveau van de gemeenschappen en gewesten. |
| Koning | Het staatshoofd van België, wiens rol in de wetgevende macht beperkt is tot het ondertekenen van wetten en die politiek onbekwaam is. |
| Kieskring | Een geografisch gebied dat wordt gebruikt voor verkiezingen, waarin kiezers op dezelfde kandidaten kunnen stemmen en dat vaak samenvalt met provinciegrenzen. |
| Initiatiefrecht | Het recht om een voorstel in te dienen voor de totstandkoming van wetgeving, hetzij door een volksvertegenwoordiger (wetsvoorstel) of de regering (wetsontwerp). |
| Wetsvoorstel | Een voorstel tot wetgeving dat afkomstig is van een of meerdere volksvertegenwoordigers. |
| Wetsontwerp | Een voorstel tot wetgeving dat afkomstig is van de regering. |
| Vrijwilligerswerk | Elke activiteit die onbezoldigd en onverplicht wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving, georganiseerd door een entiteit buiten het privé- of familieverband, en die niet plaatsvindt in het kader van een arbeidsovereenkomst of statutaire aanstelling. |
| Onbezoldigd | Betekent dat er geen loon of financiële vergoeding wordt betaald voor de verrichte activiteit, hoewel een onkostenvergoeding wel mogelijk is. |
| Onverplicht | Houdt in dat de activiteit niet gedwongen of verplicht is om te verrichten; deelname is vrijwillig. |
| Georganiseerd verband | Verwijst naar de context waarin vrijwilligerswerk plaatsvindt, namelijk binnen een gestructureerde organisatie zoals een vzw, vereniging of lokaal bestuur, die doorgaans geen winstoogmerk heeft. |
| Maatschappelijk doel | Betekent dat de activiteiten gericht zijn op het welzijn van individuen, groepen of de samenleving als geheel, en niet primair ten eigen bate of voor commerciële doeleinden. |
| Meldingsplicht bij vervangingsinkomens | De verplichting voor een vrijwilliger die een uitkering ontvangt (zoals werkloosheid of leefloon) om dit te melden bij de uitkerende instantie en toestemming te verkrijgen alvorens vrijwilligerswerk te starten. |
| Immuniteit | Een wettelijke bescherming die ervoor zorgt dat een vrijwilliger in principe niet persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld voor schade die hij of zij veroorzaakt tijdens het vrijwilligerswerk; de organisatie is hiervoor aansprakelijk. |
| Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid (BA) | De wettelijke plicht om schade die men aan derden toebrengt te vergoeden. Organisaties die met vrijwilligers werken, zijn verplicht zich hiervoor te verzekeren. |
| Bestuursaansprakelijkheid | De aansprakelijkheid die rust op bestuursleden van een vzw of stichting voor hun beslissingen en handelingen in die hoedanigheid. Dit valt niet onder de algemene immuniteit voor vrijwilligers. |
| Forfaitaire kostenvergoeding | Een vastgesteld bedrag dat organisaties aan vrijwilligers kunnen uitkeren ter compensatie van gemaakte kosten, zonder dat hiervoor specifieke bewijsstukken nodig zijn, mits binnen wettelijke maximumgrenzen. |
| Reële kostenvergoeding | Een systeem waarbij organisaties de werkelijk gemaakte kosten van vrijwilligers terugbetalen, op basis van ingediende bewijsstukken zoals kassaticketjes of facturen. |
| Raad van State | De Raad van State buigt zich over aangenomen wetteksten om te controleren of deze technisch in orde zijn, voordat ze definitief worden. |
| Commissie (parlementaire) | Een commissie is een groep van parlementsleden die zich specialiseert in een bepaald thema, waarbinnen de inhoud van wetteksten wordt gedebatteerd en mogelijk voorgelegd aan externe specialisten. |
| Plenaire vergadering | De plenaire vergadering is de volledige kamer waar het verslag van een commissie wordt besproken en waar kamerleden amendementen kunnen indienen. |
| Amendement | Een amendement is een voorstel tot wijziging van een wettekst dat door kamerleden kan worden ingediend tijdens de plenaire vergadering. |
| Belgisch staatsblad | Het Belgisch staatsblad is het officiële publicatieorgaan waarin wetteksten en verdragen worden bekendgemaakt, waarna ze in werking treden. |
| Internationaal verdrag | Een internationaal verdrag is een overeenkomst tussen verschillende landen, vaak opgesteld door internationale organisaties, die na onderhandeling, ondertekening, goedkeuring door het parlement en ratificatie, in het Belgisch staatsblad wordt gepubliceerd. |
| Ratificatie | Ratificatie is de officiële bevestiging van de definitieve goedkeuring van een internationaal verdrag door de Koning. |
| Uitvoerende macht | De uitvoerende macht, bestaande uit de Koning en de regering, is verantwoordelijk voor het beleid van het land en het uitvoeren van wetten, decreten en ordonnanties. |
| Interpellatierecht | Het interpellatierecht geeft kamerleden de bevoegdheid om een minister te vragen uitleg te geven over gevoerd beleid, waarbij kritiek kan worden geuit en een motie kan worden ingediend. |
| Motie van wantrouwen | Een motie van wantrouwen kan door kamerleden worden ingediend als zij niet akkoord gaan met het beleid van de regering, wat kan leiden tot het ontslag van de regering. |
| Onderzoekscommissie | Een parlementaire onderzoekscommissie is een groep parlementsleden die tot doel heeft een bepaald maatschappelijk probleem te onderzoeken en oplossingen voor te stellen, waarbij deskundigen kunnen worden aangesteld en getuigen kunnen worden gehoord. |
| Schulden | Een situatie waarin iemand een verplichting heeft ten aanzien van iemand anders, wat kan ontstaan door diverse oorzaken zoals huur, belastingen, leningen of aankopen. |
| Schuldenlast | Het hebben van schulden wordt een probleem wanneer men de rekeningen en verplichtingen niet meer kan betalen, wat duidt op het niet kunnen naleven van aangegane verbintenissen. |
| Schuldenaar | Een persoon of organisatie die aan een andere persoon of organisatie iets verschuldigd of verplicht is; de persoon die de schuld heeft. |
| Schuldeiser | Degene die een prestatie kan eisen van een schuldenaar, omdat deze laatste hem iets verschuldigd is voor een geleverde prestatie of dienst. |
| Schuldinvordering | Het recht van de schuldeiser om een prestatie te eisen van de schuldenaar, wat kan gebeuren via minnelijke of gerechtelijke procedures. |
| Verjaring van de schuld | Een wettelijk bepaalde periode waarna een schuld niet langer opgeëist kan worden, bedoeld om mensen te beschermen tegen laattijdige acties van schuldeisers. |
| Minnelijke schuldinvordering | Een proces waarbij de schuldeiser de schuldenaar aanspoort tot betaling, bijvoorbeeld via aanmaningsbrieven of telefonisch contact, zonder dwangmaatregelen. |
| Gerechtelijke schuldinvordering | Een proces waarbij de schuldeiser dwangmaatregelen kan inzetten om een schuld te innen, zoals beslaglegging op loon of bezittingen, waarvoor doorgaans een vonnis van de rechtbank nodig is. |
| Incassobureau | Een bedrijf dat schuldeisers helpt bij het innen van openstaande en onbetwiste facturen door de schuldenaar. |
| Gerechtsdeurwaarder | Een gerechtelijk ambtenaar die bij minnelijke invordering optreedt als vertegenwoordiger van de schuldeiser en bij gerechtelijke invordering dwangmaatregelen uitvoert, zoals beslaglegging. |
| Budgetbegeleiding | Een vorm van schuldhulpverlening waarbij een sociaal werker de cliënt adviseert en begeleidt bij het beheren van inkomsten en uitgaven, terwijl de cliënt zelf zijn budget beheert. |
| Budgetbeheer | Een ingrijpendere vorm van schuldhulpverlening waarbij een sociaal werker de inkomsten van de cliënt ontvangt en de betalingen van vaste kosten en schulden uitvoert, waardoor de cliënt leefgeld ontvangt. |
| Beroep | Een rechtsmiddel dat een partij kan aanwenden wanneer deze het niet eens is met een uitspraak van een rechtbank of hof, met het doel de zaak opnieuw te laten beoordelen door een hogere rechterlijke instantie. |
| Bevrijdingsstelling | Het vervroegd in vrijheid stellen van een veroordeelde onder bepaalde voorwaarden, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen voorlopige (bij veroordelingen van 3 jaar of korter) en voorwaardelijke invrijheidsstelling (bij veroordelingen van meer dan 3 jaar). |
| Burgerrechtelijke opdrachten | Taken die de justitieassistent uitvoert in burgerlijke zaken, met name bij conflicten die betrekking hebben op kinderen, zoals verblijfsregelingen of ouderlijk gezag, waarbij een maatschappelijk onderzoek wordt verricht ten behoeve van de rechter. |
| Elektronisch toezicht | Een vorm van vrijheidsbeperking die door een rechter kan worden opgelegd aan een verdachte of veroordeelde, waarbij de persoon een enkelband draagt en op vooraf vastgelegde uren thuis aanwezig moet zijn, gemonitord via een bewakingsbox en centrale computer. |
| Eerstelijnswerking | De functie van een justitiehuis die gericht is op het bieden van laagdrempelig juridisch advies en informatie aan burgers over gerechtelijke procedures en diensten, waarbij een gratis oriënterend advies wordt gegeven door een advocaat. |
| Gerechtelijke procedure | Het geheel van stappen en handelingen die worden gevolgd binnen het rechtssysteem om een juridisch geschil te beslechten, beginnend bij de indiening van een zaak tot aan een definitieve uitspraak. |
| Justitieassistent | Een professional die een belangrijke rol speelt binnen justitiehuizen en belast is met diverse opdrachten, waaronder het informeren van burgers, het bijstaan van slachtoffers en het begeleiden van daders bij hun strafuitvoering. |
| Justitiehuizen | Laagdrempelige aanspreekpunten die juridische informatie en bijstand verlenen aan burgers, slachtoffers en daders, met als doel een toegankelijke, efficiënte en humane justitie te creëren. |
| Maatschappelijk onderzoek | Een grondige informatieverzameling die door een justitieassistent wordt uitgevoerd, op vraag van een rechter, om de persoonlijke levenssituatie van een betrokkene te beoordelen en de rechter te helpen bij het nemen van een beslissing, bijvoorbeeld bij de toekenning van een werkstraf of in burgerlijke zaken betreffende kinderen. |
| Procureur des Konings | De openbare aanklager die namens de staat strafbare feiten vervolgt en kan opdragen tot bemiddeling in strafzaken om een conflictsituatie te herstellen zonder tussenkomst van een rechter. |
| RVA | Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, een overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor het onderzoeken van aanvragen voor werkloosheidsuitkeringen en het nemen van beslissingen hieromtrent. |
| Slachtofferonthaal | Een dienst binnen een justitiehuis die slachtoffers en na(ast)bestaanden bijstaat door informatie te verstrekken over het dossier, ondersteuning te bieden tijdens de gerechtelijke procedure en door te verwijzen naar gespecialiseerde hulpdiensten. |
| Klassieke sectoren | Dit zijn de traditionele onderdelen van het sociale zekerheidsstelsel die bescherming bieden tegen specifieke risico's zoals pensioenen, werkloosheid, arbeidsongevallen, beroepsziekten, gezinsbijslagen, ziekte- en invaliditeitsuitkeringen, en jaarlijkse vakantie. |
| Sociale bijstand sector | Dit deel van de sociale zekerheid is bedoeld voor personen die niet onder de reguliere sociale zekerheid vallen en biedt een vangnet voor hun bestaanszekerheid, zoals het leefloon, inkomensgarantie voor ouderen, gewaarborgde gezinsbijslag en tegemoetkomingen aan personen met een handicap. |
| Solidariteitsprincipe | Het fundamentele principe waarop de Belgische sociale zekerheid is gebaseerd, waarbij middelen worden herverdeeld tussen verschillende groepen in de samenleving, zoals werkenden en werklozen, jongeren en ouderen, en gezonden en zieken, om bestaanszekerheid te garanderen. |
| Verplicht karakter | De sociale zekerheid is een wettelijke verplichting voor zowel werknemers als werkgevers; men kan zich hier niet individueel van onttrekken, hoewel aanvullende verzekeringen wel mogelijk zijn. |
| Stelsel van de loontrekkenden/werknemers | Dit is het algemene stelsel van de sociale zekerheid waar werknemers onder vallen, die via een arbeidsovereenkomst verbonden zijn met hun werkgever en bescherming genieten voor alle klassieke takken van de sociale zekerheid. |
| Stelsel van zelfstandigen | Zelfstandigen, die een beroepsactiviteit uitoefenen zonder arbeidsovereenkomst, genieten niet voor alle klassieke takken van de sociale zekerheid bescherming en moeten voor bepaalde risico's, zoals werkloosheid, zelf een verzekering afsluiten. |
| Stelsel van ambtenaren | Ambtenaren, tewerkgesteld bij een overheidsdienst, vallen onder een specifiek stelsel dat verschilt naargelang ze contractueel zijn aangeworven of vastbenoemd, waarbij vastbenoemden enkele afwijkingen op het klassieke stelsel kennen. |
| Residuair stelsel | De sociale bijstand wordt ook wel een residuair stelsel genoemd, wat betekent dat men er enkel toegang toe heeft als alle andere sociale zekerheidsmogelijkheden zijn uitgeput en men zeker geen recht heeft op vergoedingen binnen de reguliere sociale zekerheid. |
| Rijksdienst Sociale Zekerheid (RSZ) | De centrale openbare instelling die verantwoordelijk is voor het innen van sociale zekerheidsbijdragen van werknemers, werkgevers en de overheid, en voor de verdeling van deze middelen over de verschillende takken van de sociale zekerheid. |
| Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) | Deze dienst is verantwoordelijk voor het toekennen van werkloosheidsuitkeringen, het bepalen van de hoogte ervan, en de herinschakeling van werkzoekenden, waarbij de uitbetaling vaak gebeurt via vakbonden of de Hulpkas voor Werkloosheidsvergoeding (HVW). |
| Rijksdienst voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) | Het RIZIV beheert de uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid (ziekte, handicap) en de terugbetaling van aanverwante medische kosten. Het stuurt financiële middelen door naar landsbonden, die op hun beurt de middelen verdelen onder de ziekenfondsen voor de uiteindelijke uitbetaling aan rechthebbenden. |
| Federale Pensioendienst (FPD) | De FPD is verantwoordelijk voor de uitbetaling van wettelijke pensioenen (eerste pijler), die gefinancierd worden via sociale zekerheidsbijdragen. Daarnaast informeert en berekent de dienst pensioenen. |
| Sociale zekerheid | Een systeem dat tot doel heeft elke burger voldoende bestaansmiddelen te waarborgen wanneer zijn bestaanszekerheid wordt bedreigd door bepaalde risico's zoals werkloosheid, ziekte of arbeidsongevallen. |
| Bestaansmiddelen | De middelen die iemand nodig heeft om in zijn levensonderhoud te voorzien, zoals inkomen uit arbeid, uitkeringen of spaargeld. |
| Sociale risico's | Gebeurtenissen of omstandigheden die de bestaanszekerheid van een burger kunnen aantasten, bijvoorbeeld door een vermindering van inkomen of een verhoging van uitgaven. |
| Vervangend inkomen | Een uitkering die wordt verstrekt wanneer een werknemer geen inkomen heeft door omstandigheden zoals werkloosheid of ziekte, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. |
| Aanvullend inkomen | Een extra inkomen dat kan worden toegekend aan werknemers die aan specifieke voorwaarden voldoen, zoals het hebben van kinderen ten laste of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. |
| Betaling of terugbetaling van kosten | Het (gedeeltelijk) vergoeden van specifieke uitgaven die een werknemer moet maken als gevolg van bijvoorbeeld ziekte of een ongeval, via het sociale zekerheidsstelsel. |
| Klassieke sectoren (sociale zekerheid) | De traditionele onderdelen van het sociale zekerheidsstelsel, waaronder pensioenen, werkloosheid, arbeidsongevallenverzekering, beroepsziekteverzekering, gezinsbijslagen, ziekte- en invaliditeitsverzekering, en jaarlijkse vakantie. |
| Leefloon | Een uitkering binnen de sociale bijstand die bedoeld is om personen die geen andere financiële middelen hebben, een bestaansminimum te garanderen. |
| Inkomensgarantie voor ouderen (IGO) | Een specifieke uitkering binnen de sociale bijstand die ouderen met een ontoereikend inkomen ondersteunt. |
| Gewaarborgde gezinsbijslag | Een vorm van sociale bijstand die gezinnen met kinderen ondersteunt, met name wanneer zij niet in aanmerking komen voor de reguliere gezinsbijslag. |
| Tegemoetkomingen aan personen met een handicap | Financiële ondersteuning die wordt verstrekt aan personen met een handicap om hen te helpen bij het dekken van extra kosten of het waarborgen van hun levensonderhoud. |
| Mensenrechten | Fundamentele rechten en vrijheden die de menselijke waardigheid beschermen en bedoeld zijn om burgers een vrij en menswaardig bestaan te waarborgen, ongeacht afkomst, religie of beroep. |
| Grondrechten | Rechten die nationaal gebonden zijn en vastgelegd worden in de grondwet, en die nauw verwant zijn aan mensenrechten. Ze beschermen fundamentele rechten en vrijheden van burgers. |
| Burgerlijke en politieke rechten | Rechten die burgers in staat stellen volwaardig te participeren in de maatschappij. Burgerlijke rechten beschermen de individuele vrijheid tegen machtsmisbruik, terwijl politieke rechten deelname aan het landsbestuur mogelijk maken. |
| Economische, sociale en culturele rechten | Rechten die gericht zijn op het waarborgen van een menswaardig bestaan op sociaal-economisch en cultureel vlak, zoals het recht op arbeid en sociale zekerheid. |
| Collectieve en solidariteitsrechten | Rechten die bedoeld zijn om een groep personen, zoals een volk, een globale toestand te garanderen, bijvoorbeeld het recht op vrede of zelfbeschikking. |
| Waarborgfunctie | De rol van maatschappelijk werkers om ervoor te zorgen dat mensenrechten gerealiseerd en gewaarborgd worden, wat inhoudt dat de toegang tot deze rechten wordt gefaciliteerd. |
| Sociaal-politiek | Een benadering waarbij mensenrechten worden bekeken in de context van de samenleving, met als doel het verminderen van ongelijkheid en het bevorderen van rechtvaardigheid. |
| Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) | Een belangrijk internationaal verdrag dat mensenrechten vastlegt en beschermt voor inwoners van aangesloten Europese landen, met directe werking en afdwingbaarheid via het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. |
| Directe werking (EVRM) | Het principe dat inwoners die schending van mensenrechten ervaren, zich kunnen wenden tot de nationale rechter, die voorrang dient te geven aan het EVRM boven nationale wetgeving bij conflicten. |
| Afdwingbaarheid (EVRM) | Het vermogen om rechten die in het EVRM zijn vastgelegd, te laten handhaven via een specifieke rechtbank, namelijk het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. |
| Sociaal-economische grondrechten | Rechten die de overheid verplichten voorwaarden te scheppen voor een waardig leven van burgers, zoals het recht op onderwijs en een menswaardig leven. |
| Recht op menswaardig leven | Een sociaal recht dat de overheid verplicht om zoveel mogelijk mensen de kans te geven een menswaardig leven uit te bouwen, hoewel het niet direct afdwingbaar is bij de rechter. |
| Algemeen enkelvoudig mannelijk stemrecht | Een kiesstelsel waarbij elke mannelijke burger vanaf 21 jaar één stem had, wat een stap was naar bredere democratische vertegenwoordiging. |
| Juridische eerstelijnsbijstand | Beknopt juridisch advies dat gratis kan worden ingewonnen bij een commissie voor juridische bijstand, zoals het OCMW, CAW of justitiehuizen, waarbij men gratis informatie en advies krijgt van advocaten over diverse juridische problemen. |
| Juridische tweedelijnsbijstand | Juridische bijstand die bedoeld is voor personen met te weinig bestaansmiddelen of die tot een specifieke categorie behoren, zoals leefloners of minderjarigen, waarbij zij recht hebben op vertegenwoordiging door een advocaat die geheel of gedeeltelijk door de overheid wordt terugbetaald. |
| Openbaar Ministerie (OM) | Ook wel "het parket" genoemd, staat onder leiding van de Procureur des Konings en is verantwoordelijk voor het vervolgen van misdrijven en het vorderen van straffen, maar heeft geen rechtsprekende bevoegdheid. |
| Rechter / Raadsheer | Leden van de zittende magistratuur die vonnissen en arresten vellen, wat betekent dat zij rechtsprekende bevoegdheid hebben en uitspraken doen in rechtszaken. |
| Griffier | Lid van de schrijvende magistratuur die de administratie rond een zitting regelt, zoals het noteren van het verloop en het zorgen voor de rechtsgeldige opstelling van documenten. |
| Beklaagde | Persoon die verdacht wordt van een misdrijf en mogelijk een strafbaar feit heeft gepleegd, waarvoor hij of zij berecht kan worden. |
| Slachtoffer | Iemand die door een gebeurtenis nadeel of leed heeft ondervonden, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen primaire victimisering (slachtoffer van een misdrijf) en secundaire victimisering (nogmaals slachtoffer worden door gerechtelijke procedures). |
| Verdachte | Iemand over wie aanwijzingen bestaan dat hij mogelijk een strafbaar feit heeft gepleegd, waarvoor er een redelijk vermoeden van schuld is. |
| Dader | Iemand die een strafbaar feit heeft gepleegd en door een rechtbank of Hof schuldig is bevonden aan de strafbare feiten, oftewel veroordeeld is. |
| Voorlopige hechtenis | Een veiligheidsmaatregel waarbij een persoon die verdacht wordt van een misdrijf, wordt opgesloten in afwachting van zijn proces en de uitspraak van de rechter, om te voorkomen dat deze spoorloos is, nieuwe misdrijven pleegt of bewijsmateriaal vernietigt. |
| Gedetineerden | Personen die in de gevangenis zitten (in detentie), hetzij omdat ze schuldig bevonden zijn aan een misdrijf en veroordeeld tot een gevangenisstraf, hetzij omdat ze in voorlopige hechtenis zitten; zij zijn toerekeningsvatbaar. |
| Geïnterneerden | Personen die een misdrijf hebben gepleegd maar lijden aan een geestesstoornis waardoor zij niet in staat zijn hun daden te controleren en een gevaar vormen voor de maatschappij; zij worden als ontoerekeningsvatbaar beschouwd en ondergaan internering als veiligheidsmaatregel, geen straf. |
| Gebondenheid | Het principe dat rechtsregels algemeen en van toepassing zijn op alle rechtssubjecten (natuurlijke en rechtspersonen) in gelijkaardige omstandigheden, wat impliceert dat men verplicht is de wetten van het land te kennen en na te leven. |