Cover
立即免费开始 Basisbegrippen van recht SAMENVATTING.docx
Summary
Het recht vormt de ruggengraat van onze samenleving, door gedragsregels te stellen en een kader te bieden voor de ordening en het functioneren ervan. Dit studieboek verkent de fundamentele begrippen en structuren die de basis vormen van ons rechtssysteem.
## De definitie en elementen van het recht
Het recht kan worden gedefinieerd als een complex geheel van gedragsregels, opgelegd door de maatschappij, met als fundamenteel doel de kwalitatieve ordening van diezelfde maatschappij. Dit omvat bevelen of verboden die variëren in intensiteit en niet altijd op iedereen van toepassing zijn. Soms zijn ze afhankelijk van individuele keuzes, zoals trouwen of kopen, terwijl andere regels, zoals die in het strafrecht, universeel van toepassing zijn.
### Gedragsregels: bevelen en verboden
De kern van het recht bestaat uit bevelen en verboden. Bevelen verplichten tot een bepaalde handeling (bv. het verlenen van hulp aan een echtgenoot), terwijl verboden een bepaalde handeling ontmoedigen (bv. door het rood rijden).
### Dwingende of aanvullende regels
Een cruciaal onderscheid binnen het recht is dat tussen dwingende en aanvullende regels.
* **Aanvullend recht:** Deze regels gelden enkel wanneer partijen geen afwijkende regeling hebben bedongen. De wet reguleert de rechtsverhouding, maar partijen kunnen hiervan geldig afwijken. Voorbeelden zijn te vinden in het goederenrecht, verbintenissenrecht en buitencontractuele aansprakelijkheid.
* **Dwingend recht:** Van deze regels mag men niet afwijken. Artikel 1.3, derde lid van het Burgerlijk Wetboek (BW) benadrukt dit verbod op afwijking.
* **Openbare orde:** Dit zijn regels die nog een stap verder gaan dan dwingend recht, omdat ze zo fundamenteel zijn dat ze de ordening van de maatschappij zelf raken. Voorbeelden hiervan zijn te vinden in het personen- en familierecht.
### Institutioneel en begripsmatig kader
Het recht voorziet in een institutioneel en begripsmatig kader voor de formulering, toepassing en afdwinging van gedragsregels. Dit kader omvat rechterlijke instanties waar men terechtkan bij schending van rechten.
### Opgelegd door de maatschappij
De gedragsregels van het recht worden opgelegd door de maatschappij, door middel van wetgevende organen die op verschillende niveaus opereren (bv. gemeenteraad, parlement). Dit onderscheidt juridische regels van morele, religieuze of sociale gedragsregels, die hun gelding niet ontlenen aan de wil van de maatschappij. In minder ontwikkelde rechtsstelsels blijkt de wil uit gewoonte, terwijl in sterkere stelsels bijzondere wetgevende organen worden belast met de rechtsregelformulering.
### Doel: kwalitatieve ordening van de maatschappij
Het uiteindelijke doel van het recht is de kwalitatieve ordening van de maatschappij. Dit vereist een evenwicht tussen conflicterende belangen, door beperkingen op te leggen aan de vrijheid ten gunste van het algemeen belang. Politieke, administratieve en gerechtelijke instellingen zijn ontstaan om regels te maken, toe te passen en te handhaven, wat bijdraagt aan de kwaliteit van de maatschappelijke ordening.
#### Parameters van maatschappelijke ordening
De kwaliteit van de maatschappelijke ordening wordt bepaald door drie parameters:
1. **Rechtszekerheid:** Dit vereist voorspelbaarheid, vastheid en algemeenheid van de regels.
* **Voorspelbaarheid:** Burgers moeten weten welk gedrag van hen verwacht wordt. Het beginsel "niemand wordt geacht de wet niet te kennen" (`nemo censetur ignorare legem`) is hierbij cruciaal, hoewel specialisatie dit in de praktijk bemoeilijkt.
* **Vastheid:** Regels mogen niet voortdurend wijzigen, wat de voorspelbaarheid in het gedrang brengt.
* **Algemeenheid:** Regels zijn idealiter geformuleerd om van toepassing te zijn op alle of een aantal gelijkaardige gevallen, hoewel de praktijk vaak meer details kent.
2. **Onderlinge consistentie:** Rechtsregels mogen niet met elkaar in strijd zijn. Inconsistente regelgeving ontstaat vaak wanneer wijzigingen aan wetten niet volledig worden doorgevoerd.
3. **Rechtvaardigheid:** De inhoud van dit begrip is evolutief, maar een harde kern van grondrechten (bv. recht op leven) is onbetwistbaar.
4. **Doeltreffendheid:** Dit hangt af van de aangepastheid van de middelen aan de beleidsdoelstellingen en de mate waarin de wetgever juridische normen kan laten aansluiten bij niet-juridische gegevens. Wetsevaluatie is hierbij van belang, hoewel de praktische uitvoering hiervan in België nog tekortschiet.
### Handhaving door maatschappelijk gezag
Rechtsregels worden gehandhaafd door of krachtens het maatschappelijk gezag. De uitvoerende macht zorgt voor de tenuitvoerlegging van wetten, terwijl de rechterlijke macht instaat voor de sanctie van overtredingen. Het initiatief tot handhaving verschilt tussen publiekrecht (overheid treedt op) en privaatrecht (burger moet zelf initiatief nemen).
## Relativiteit van de benadering
Het recht wordt niet overal op dezelfde manier benaderd. Verschillende culturen en rechtssystemen hanteren diverse perspectieven:
* **Common Law-landen (bv. VK, VS):** Meer focus op concrete gevallen (cases) dan op abstracte regels.
* **Marxistische opvatting:** Recht als middel tot onderdrukking, dat in een klasseloze maatschappij verdwijnt.
* **Traditionele Afrikaanse recht:** Nadruk op overleg, sociale gedragspatronen, verzoening en overreding.
* **Verre Oosten:** Essentie van sociale gedragsregels, waarbij gerechtelijke procedures als sociaal falen werden beschouwd.
Een kritische benadering pleit voor de humaniserende functie van het recht, die menselijke zelfverwezenlijking kan bevorderen.
## Rechtstheorie
Rechtstheorie combineert algemene rechtsleer (wat is recht?) met rechtsvinding (hoe kennen we het recht?). Het recht wordt gezien als een sociale constructie, afhankelijk van maatschappij, tijd en ruimte.
## Rechtssubjecten
### Basisbegrippen
* **Objectief recht vs. Subjectieve rechten:** Objectief recht zijn de gedragsregels, terwijl subjectieve rechten juridisch bekrachtigde aanspraken en bevoegdheden zijn.
* **Privaatrecht vs. Publiekrecht:** Privaatrecht regelt horizontale verhoudingen tussen burgers, publiekrecht regelt de overheid en de verhouding tussen overheid en burgers.
* **Materieel recht vs. Formeel recht:** Materieel recht gaat over de inhoud, formeel recht over de handhaving en procedure. Er bestaat geen puur materieel recht; een formeel aspect is altijd aanwezig.
### Bronnen van Belgisch Privaatrecht (art. 1.1 BW)
* **Burgerlijk Wetboek:** Zowel het oude als het nieuwe BW zijn van belang.
* **Bijzondere wetten:** Privaatrechtelijke materies die buiten het BW zijn gecodificeerd.
* **Gewoonte:** Bestendig gebruik met bindend karakter, ondersteund door algemene overtuiging.
* **Algemene rechtsbeginselen:** Principes zoals het verbod van rechtsmisbruik.
### Vervaging van klassieke onderscheiden
De grenzen tussen privaat/publiek en materieel/formeel recht vervagen door internationale en Europese invloeden, en door de overheid die steeds vaker ingrijpt in private verhoudingen.
### Begrippen
* **Rechtssubject:** Een "persoon" (natuurlijk of rechtspersoon) die drager is van rechten en plichten.
* **Rechtsfeit:** Een feit waaraan het recht gevolgen koppelt.
* **Rechtshandeling:** Een wilsverklaring die rechtsgevolgen beoogt.
### Juridische persoonlijkheid
Dit omvat het geheel van rechten en plichten van een rechtssubject en heeft twee facetten: de staat van de persoon en de bekwaamheid.
#### Staat van de persoon
Dit zijn de hoedanigheden die iemands rechtspositie bepalen. Het omvat de staat in de maatschappij (nationaliteit), de staat in de familie (afstamming, samenleving) en de staat als enkeling (fysieke en psychische elementen, identificerende elementen).
#### Bezit van staat
Een schijntoestand die juridisch wordt erkend, gebaseerd op feitelijk gedrag dat overeenkomt met de uitoefening van rechten en plichten verbonden aan een bepaalde status, ongeacht de juridische grondslag.
#### Bekwaamheid
1. **Feitelijke bekwaamheid:** De fysieke mogelijkheid om een handeling te stellen.
2. **Rechtsbekwaamheid (genotsbekwaamheid):** De bevoegdheid om titularis te zijn van rechten en plichten.
3. **Handelingsbekwaamheid:** De bevoegdheid om rechten en plichten zelfstandig uit te oefenen.
## Soorten Rechtssubjecten
### Natuurlijke personen
Elk levend en levensvatbaar geboren mens is een rechtssubject, met uitzondering van dieren, embryo's en lijken, hoewel deze wel rechtsbescherming genieten. De juridische persoonlijkheid begint bij de levende en levensvatbare geboorte en eindigt bij de dood. Een verwekt kind geniet reeds rechten, zij het voorwaardelijk.
### Rechtspersonen
Een rechtspersoon is een groepering van rechtssubjecten of een afgescheiden vermogen dat titularis kan zijn van rechten en plichten. Ze zijn abstracte juridische creaties en dienen ter organisatie van samenwerkingsverbanden en afscheiding van vermogens. Rechtspersonen kunnen publiekrechtelijk (opgericht door overheid) of privaatrechtelijk (vennootschappen, verenigingen, stichtingen) zijn.
#### Soorten Rechtspersonen
* **Verenigingen:** Streven een belangeloos doel na (bv. VZW).
* **Stichtingen:** Een afgescheiden vermogen voor een belangeloos doel (bv. Private Stichting, Stichting van Openbaar Nut).
* **Vennootschappen:** Gericht op het maken van winst (bv. VOF, BV, NV, CV).
#### Aansprakelijkheid van Rechtspersonen
Rechtspersonen kunnen zowel beperkte als onbeperkte aansprakelijkheid hebben, afhankelijk van de opbouw en de wettelijke verplichtingen.
#### Legaliteitsbeginsel m.b.t. Rechtspersonen
Rechtspersoonlijkheid kan enkel worden toegekend in wettelijk voorziene gevallen.
#### Ontstaan en einde van de Rechtspersoonlijkheid
Ontstaan gebeurt bij neerlegging van de oprichtingsakte. Het einde volgt door ontbinding en vereffening.
## Bekwaamheid van Rechtssubjecten
### Soorten Bekwaamheid
* **Feitelijke bekwaamheid:** De fysieke mogelijkheid om een daad te stellen.
* **Rechtsbekwaamheid (genotsbekwaamheid):** De bevoegdheid om titularis te zijn van rechten en plichten.
* **Handelingsbekwaamheid:** De bevoegdheid om rechten en plichten zelfstandig uit te oefenen.
### Rechtsbekwaamheid van Natuurlijke Personen
In principe is elke Belg rechtsbekwaam, met uitzonderingen voor vreemdelingen (bv. stemrecht) en zwaar strafrechtelijk veroordeelden (ontzetting uit bepaalde rechten).
### Handelingsbekwaamheid van Natuurlijke Personen
In principe is iedereen handelingsbekwaam, met algemene (bv. niet-ontvoogde minderjarigen) of gedeeltelijke handelingsonbekwaamheid (bv. ontvoogde minderjarigen, beschermde meerderjarigen).
#### Sanctieregeling inzake Onbekwaamheid
Miskenning van de regels inzake rechtsbekwaamheid leidt tot absolute nietigheid, terwijl miskenning van regels inzake handelingsbekwaamheid tot relatieve nietigheid leidt. Regels van openbare orde worden met absolute nietigheid gesanctioneerd, regels van dwingend recht met relatieve nietigheid.
## Rechtshandelingen
### Inleiding
Rechtshandelingen zijn menselijke wilsverklaringen waaraan het recht rechtsgevolgen verbindt. Materiële handelingen (waaronder rechtsfeiten) worden niet gesteld met de bedoeling rechtsgevolgen teweeg te brengen, maar kunnen dit wel doen.
### Geldigheid van Rechtshandelingen
Geldigheidsvereisten voor contracten omvatten vrije toestemming, bekwaamheid, een bepaald en geoorloofd voorwerp, en een geoorloofde oorzaak. Deze vereisten moeten in overeenstemming zijn met dwingend recht en de openbare orde.
#### Geldigheidsvoorwaarden
* **Handelingsbekwaamheid:** De mogelijkheid om zelfstandig rechten en plichten uit te oefenen.
* **Beantwoorden aan de werkelijke wil:** Discrepanties tussen werkelijke en verklaarde wil kunnen leiden tot nietigheid.
* **Wilsgebreken:** Dwaling, bedrog en geweld kunnen de wil aantasten en leiden tot nietigverklaring.
* **Misbruik van omstandigheden:** Kennelijk onevenwicht door misbruik van een zwakke positie van de wederpartij.
#### Inhoud van de Rechtshandeling
De inhoud moet geoorloofd en bepaalbaar zijn.
#### Individuele rechtvaardiging: de oorzaak
De zin en het nut van de rechtshandeling voor degene die deze stelt.
#### Wetsontduiking
Het gebruik van een andere wettekst om de letter van een voorschrift te omzeilen.
#### Conformiteit met dwingende rechtsregels
Rechtshandelingen zijn ongeldig bij strijdigheid met dwingend of openbaar recht.
### Nietigheid van Rechtshandelingen
Nietigheid treedt in werking wanneer niet aan de geldigheidsvereisten is voldaan. Dit kan leiden tot relatieve nietigheid (enkel in te roepen door beschermde persoon) of absolute nietigheid (in te roepen door elke belanghebbende). De gevolgen werken *ex tunc* (retroactief) en *ex nunc* (voor de toekomst).
### Tegenwerpelijkheid van Rechtshandelingen
Het beginsel van relativiteit stelt dat rechtshandelingen enkel tussen partijen verbintenissen doen ontstaan. Uitzonderingen hierop zijn de rechtstreekse vordering en het derdenbeding. Publiciteitsvoorschriften (bv. registratie, publicatie in Staatsblad) zijn cruciaal voor de tegenwerpelijkheid aan derden.
## Aansprakelijkheid
### Begrip en Situering
Het recht regelt wie schade moet vergoeden en hoe, met het principe dat wie schade lijdt deze zelf draagt, tenzij een ander verantwoordelijk is (schuld- of objectieve aansprakelijkheid). Verzekeringen en schadefondsen spelen een rol in de spreiding van de schadelast. Boek 6 BW hercodificeert de buitencontractuele aansprakelijkheid.
### Soorten Aansprakelijkheid
* **Strafrechtelijke vs. Burgerrechtelijke:** Strafrechtelijke aansprakelijkheid betreft overtreding van strafwetten, burgerrechtelijke aansprakelijkheid betreft de plicht tot herstel van schade aan andere burgers.
* **Contractuele vs. Buitencontractuele:** Contractuele aansprakelijkheid ontstaat uit wanprestatie binnen een contract, buitencontractuele aansprakelijkheid uit elke andere vorm van schadeveroorzakend gedrag. Het Hof van Cassatie heeft lang een samenloopverbod gehandhaafd, maar boek 6 BW versoepelt dit.
* **Schuldaansprakelijkheid vs. Objectieve aansprakelijkheid:** Schuldaansprakelijkheid vereist fout, schade en causaal verband. Objectieve aansprakelijkheid (risicoaansprakelijkheid) legt de aansprakelijkheid op zonder vereiste van eigen fout.
### Grondslagen van Buitencontractuele Aansprakelijkheid
Dit omvat aansprakelijkheid voor eigen daad (fout, minderjarigen, geestesgestoorden), andermans daad (ouders, aanstellers, onderwijzers) en voor zaken en dieren.
#### Schuldaansprakelijkheid
Vereist een fout (schending wettelijke regel of zorgvuldigheidsnorm), toerekenbaarheid en een causaal verband.
#### Objectieve Aansprakelijkheid
Omvat aansprakelijkheid voor eigen niet-toerekenbaar gedrag (geestesgestoorden), rechtmatige overheidsdaden en gevaarlijke activiteiten, evenals risicoaansprakelijkheid voor zaken en dieren.
### Oorzakelijk Verband
Er moet een causaal verband bestaan tussen de fout en de schade. De equivalentieleer ("conditio sine qua non") stelt dat elke fout die een noodzakelijke voorwaarde is voor de schade, aansprakelijkheid met zich meebrengt, tenzij deze verwijderd is uit billijkheidsoverwegingen.
### Schade
De schending van een juridisch beschermd persoonlijk belang dat een zeker en rechtmatig belang betreft. De schade kan patrimoniaal (economisch) of extrapatrimoniaal (niet-economisch) zijn. De begroting gebeurt op de datum van de feitelijke schadeloosstelling.
## Rechtsmisbruik
### Beperkingen van de uitoefening van subjectieve rechten
De uitoefening van subjectieve rechten is gebonden aan wettelijke beperkingen en de algemene zorgvuldigheidsnorm. Rechtsmisbruik treedt op wanneer een recht wordt uitgeoefend op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van de normale uitoefening door een voorzichtig en redelijk persoon, of in strijd met het doel waarvoor het recht is ingesteld.
### Gevolgen van Rechtsmisbruik
De sanctie is matiging van het recht tot zijn normale rechtsuitoefening, onverminderd schadeherstel.
## Subjectieve Rechten
### Begrip en Nut
Juridisch bekrachtigde aanspraken en bevoegdheden die een rechtssubject kan uitoefenen. Ze personaliseren het recht en erkennen autonomie en vrijheid.
### Soorten Subjectieve Rechten
* **Politieke rechten:** Laten deelnemen aan staatsgezag (bv. stemrecht).
* **Burgerlijke rechten:** Aanspraken in private rechtsbetrekkingen.
* **Patrimoniale rechten:** Geld waardeerbaar, deel van het vermogen.
* **Extrapatrimoniale rechten:** Niet-verhandelbare, aan de persoon gebonden rechten (bv. persoonlijkheidsrechten, familierechten).
#### Patrimoniale Rechten
Rechten die tot het vermogen (patrimonium) behoren, bestaande uit activa en passiva. Voorwerpen zijn lichamelijk of onlichamelijk.
##### Zakelijke Rechten
Onmiddellijke heerschappij over een goed zonder tussenkomst van een ander persoon. Het numerus clausus-beginsel beperkt het aantal zakelijke rechten tot de door de wet erkende vormen (eigendom, mede-eigendom, zakelijke gebruiksrechten, zakelijke zekerheden).
* **Eigendomsrecht:** Het meest omvattende recht, met gebruik, genot, beheer en beschikking.
* **Mede-eigendom:** Verschillende personen zijn titularis van het eigendomsrecht op eenzelfde goed.
* **Zakelijke gebruiksrechten:** Vruchtgebruik, erfdienstbaarheid, erfpachtrecht, opstalrecht.
* **Zakelijke zekerheden:** Voorrecht, hypotheek, pandrecht, eigendomsvoorbehoud, retentierecht.
#### Vorderingsrechten
Recht op de prestatie van een andere persoon, vormen het voorwerp van het verbintenissenrecht.
#### Intellectuele Rechten
Tijdelijke, exclusieve exploitatierechten op creaties van de menselijke geest (bv. auteursrecht, octrooi, merken).
### Extrapatrimoniale Rechten
Niet-verhandelbare rechten verbonden aan de persoon, zoals persoonlijkheidsrechten (recht op fysieke, psychische en morele integriteit, naam, afbeelding, privacy) en familierechten (recht op huwelijk, echtscheiding, samenwoning, afstamming).
## Duurzame Ontwikkeling
### Het Begrip
Duurzame ontwikkeling voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Dit concept is verankerd in internationale, Europese en nationale kaders.
### Internationale en Nationale Kaders
* **Internationaal:** VN-conferenties (Rio 1992, Johannesburg 2002, Rio+20 2012) en de 2030 Agenda met de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's).
* **Federaal:** Artikel 7bis Grondwet verplicht overheden tot het nastreven van duurzame ontwikkeling. Er is een federaal beleidskader met langetermijndoelstellingen en indicatoren.
* **Vlaams:** Het Vlaams beleid wordt gestuurd door een strategie en visienota's, met doelstellingen voor 2030 en 2050.
### De Klimaatzaak
De Klimaatzaak is een voorbeeld van hoe organisaties en burgers via juridische procedures de overheid aanspreken op haar klimaatdoelstellingen, met een beroep op mensenrechten en aansprakelijkheidsrecht.
### Duurzaamheid aan de UGent en in de Rechtenopleiding
De UGent integreert duurzaamheid in onderwijs, onderzoek en beleid, met een basis- en specialisatieleerlijn in de rechtenopleiding.
## Recht en Diversiteit
### Wat is ‘Diversiteit’?
Diversiteit omvat de vele gelijkenissen en verschillen tussen natuurlijke personen, met identiteitskenmerken die maatschappelijke machtsverschillen, posities en discriminatie kunnen veroorzaken. De term 'superdiversiteit' beschrijft de hedendaagse maatschappelijke realiteit met een toegenomen en gecompliceerde diversiteit.
### Relatie tussen Recht en Diversiteit
Recht en diversiteit zijn wederkerig en co-constitutief: het recht vormt de maatschappij en wordt erdoor gevormd. Het recht kan diversiteit reguleren door maatschappelijke normen te bestendigen of te veranderen.
### ‘Neutraliteit’ van het Recht
De neutraliteit van het recht is een mythe; het recht is een product van de dominante groep en kan bestaande ongelijkheden bestendigen of juist aanpakken. Critical Legal Studies (CLS) analyseert de machtsstructuren en biases in het recht.
### Illustratie: Het Huwelijk
Het huwelijk is een eeuwenoud juridisch instituut met een symbolische, beschermende en maatschappelijke functie. Hoewel hervormingen de gendergelijkheid bevorderden, blijft het huwelijk verankerd in heteronormativiteit, wat discussie oproept over de inclusiviteit van het recht.
## Professionele Actoren in het Recht
### De Magistraat
Bestaat uit rechters (zittend) en parketmagistraten (staand). Ze beslechten geschillen, spreken straffen uit en hebben een verzoeningsopdracht. Toegang tot het ambt verloopt via gerechtelijke stage of examens beroepsbekwaamheid.
### De Griffier
Verleent bijstand aan de rechter, beheert dossiers en waarborgt de naleving van procedurele regels.
### De Referendaris
Verleent juridische bijstand aan rechters door juridisch opzoekingswerk en het opmaken van ontwerpen van vonnissen en arresten.
### De Parketjurist
Verleent juridische bijstand aan magistraten bij het Openbaar Ministerie, met taken als opsporingsonderzoeken en het opstellen van vorderingen.
### De Advocaat
Adviseert, staat bij en pleit voor cliënten. Ze zijn vrij beroepers, gebonden aan een deontologie, en persoonlijk professioneel verantwoordelijk.
### De Gerechtsdeurwaarder
Ministerieel ambtenaar belast met het betekenen van exploten, tenuitvoerlegging van vonnissen en residuaire bevoegdheden zoals minnelijke inning.
### De Notaris
Bevoegd om authentieke akten te verlijden, verleent uitvoerbare kracht aan overeenkomsten en waakt over alle belangen van de bij akte betrokken partijen.
### De Bedrijfsjurist
Begeleidt een onderneming op juridisch vlak, met taken afhankelijk van de onderneming.
### De Overheidsjurist
Werkt voor de overheid, met taken als adviesverlening, voorbereiding van wetgeving en opvolging van procedures.
### De Jurist in Academia
Verbonden aan een rechtsfaculteit, draagt bij aan de rechtsontwikkeling via onderzoek en publicaties.
Deze studiehandleiding biedt een gedetailleerd overzicht van de basisbegrippen van het recht, essentieel voor een grondige voorbereiding op examens.
```
Glossary
## Woordenlijst
| Term | Definitie |
|---|---|
| **Recht** | Een geheel van gedragsregels, opgelegd door de maatschappij, met als doel de kwalitatieve ordening van de maatschappij. Deze regels omvatten bevelen of verboden van verschillende intensiteit en kunnen dwingend of aanvullend zijn, waarbij dwingende regels niet afgeweken mogen worden en regels van openbare orde nog fundamenteel zijn voor de maatschappelijke ordening. |
| **Subjectief recht** | Juridisch bekrachtigde aanspraken en bevoegdheden die een rechtssubject kan uitoefenen op bepaalde zaken of jegens bepaalde personen om zijn doelstellingen te verwezenlijken. Dit staat tegenover objectief recht, dat verwijst naar het geheel van gedragsregels dat op een bepaald moment geldt. |
| **Rechtssubject** | Een "persoon" (natuurlijk of rechtspersoon) waarvoor de rechtsnorm rechten en plichten meebrengt. Het is de drager van rechten en plichten in het juridische systeem. |
| **Rechtsfeit** | Een feit waaraan de rechtsregel rechtsgevolgen koppelt, zonder dat deze rechtsgevolgen door de rechtsnorm zijn bedoeld. Een voorbeeld is de geboorte van een kind, waaraan onmiddellijk rechten worden toegekend. |
| **Rechtshandeling** | Een menselijke wilsverklaring waaraan het recht rechtsgevolgen verbindt, en die bewust wordt gesteld met de bedoeling deze rechtsgevolgen teweeg te brengen. Het is een wilsuiting die gericht is op het ontstaan van rechtsgevolgen. |
| **Handelingsbekwaamheid** | De bevoegdheid om rechten en plichten zelfstandig en autonoom uit te oefenen in het rechtsverkeer. Dit staat tegenover rechtsbekwaamheid (genotsbekwaamheid), de bevoegdheid om titularis te zijn van rechten en plichten. |
| **Onrechtmatige daad** | Een gedraging die in strijd is met een rechtsregel of de algemene zorgvuldigheidsnorm, en die schade veroorzaakt. Dit kan leiden tot buitencontractuele aansprakelijkheid. |
| **Dwingend recht** | Rechtsregels waarvan de partijen niet mogen afwijken. Afwijkingen hiervan leiden tot nietigheid van de rechtshandeling, aangezien deze regels de openbare orde of fundamentele maatschappelijke belangen beschermen. |
| **Consensualisme** | Het principe dat de loutere wilsovereenstemming tussen partijen volstaat voor de geldigheid van een rechtshandeling, zonder dat specifieke vormvereisten noodzakelijk zijn. |
| **Formalisme** | Het principe dat de geldigheid van een rechtshandeling afhankelijk is van het naleven van door de wet voorgeschreven vormvereisten. |