Cover
立即免费开始 Stuvia-9492732-samenvatting-vennootschapswetgeving.pdf
Summary
# Economisch recht en de onderneming
Hier is een gedetailleerde samenvatting voor het onderwerp "Economisch recht en de onderneming", opgesteld volgens de opgegeven richtlijnen.
## 1. Economisch recht en de onderneming
Het economisch recht regelt alle aspecten van economische activiteiten en is een uitbreiding van het vroegere handelsrecht, met een sterke invloed van Europese regelgeving, en is van toepassing op iedere persoon of entiteit die een economische activiteit uitoefent.
### 1.1 Evolutie van handelsrecht naar economisch recht
* **Handelsrecht (vroeger):** Dit omvatte nationale wetgeving, voornamelijk gecodificeerd in het Wetboek van Koophandel, die specifiek de status van koopman/handelaar, de definitie van een daad van koophandel en de bewijsregels voor handelsrechtelijke verbintenissen regelde [7](#page=7).
* **Economisch recht (heden):** Dit is een veel ruimer concept dat alle regels omvat die het economisch leven beheersen. Het omvat niet enkel nationale wetgeving maar ook aanzienlijke Europese regelgeving. Het is van toepassing op iedereen die een economische activiteit uitoefent [7](#page=7).
### 1.2 Europese regelgeving binnen economisch recht
Europese regelgeving binnen het economisch recht kent verschillende vormen:
* **Richtlijnen:** Deze bevatten doelstellingen die lidstaten moeten integreren in hun nationale wetgeving, waarbij ze vrij zijn in de keuze van vormen en middelen. Dit dient ter harmonisatie van wetgeving om verhandelingen tussen lidstaten te vergemakkelijken [7](#page=7).
* **Verordeningen:** Dit zijn algemene regelingen die rechtstreeks van toepassing zijn in elke lidstaat van de Europese Unie [7](#page=7).
* **Beschikkingen:** Dit zijn bijzondere besluiten die van toepassing zijn op specifieke personen, ondernemingen of lidstaten, bijvoorbeeld bij het opleggen van geldboetes wegens misbruik van regels [7](#page=7).
Het economisch recht is gemoderniseerd en geconsolideerd in het **Wetboek Economisch Recht (WER)**, wat een moderne benadering van codificatie weergeeft [7](#page=7).
### 1.3 Rechtstakken binnen het economisch recht
Het economisch recht omvat verschillende rechtstakken:
* **Ondernemingsrecht:** Dit regelt de oprichting, organisatie en werking van ondernemingen. Het omvat subdisciplines zoals vennootschapsrecht, insolventiewetgeving, recht inzake tussenpersonen, waardepapieren en betalingstechnieken [7](#page=7).
* **Marktrecht:** Dit stelt gedragsregels op voor ondernemingen op de markt. Dit omvat ook consumentenkrediet en mededingingsrecht/kartelrecht (verbod op onderlinge concurrentie-afspraken) [7](#page=7).
* **B2B (Business to Business):** Regels tussen concurrenten, zoals het verbod op afbrekende gelijkende reclame [8](#page=8).
* **B2C (Business to Consumer):** Regels ter bescherming van de consument tegen oneerlijke handelspraktijken, zoals herroepingstermijnen bij online verkopen [8](#page=8).
### 1.4 Verhouding tussen burgerlijk recht en economisch recht
* **Burgerlijk recht:** Is van toepassing op alle burgers, inclusief ondernemingen, tenzij het economisch recht specifieke en afwijkende regels voorschrijft [8](#page=8).
* **Economisch recht:** Treedt op als een *afwijkend recht* ten opzichte van het burgerlijk recht, bijvoorbeeld in bewijsregels en hoofdelijkheid. Het fungeert ook als een *bijzonder recht*, uitsluitend van toepassing op ondernemingen en verbintenissen tussen ondernemingen. Enkel ondernemingen kunnen failliet verklaard worden of een beroep doen op de WCO (Wet Continuïteit Ondernemingen). Regels inzake onrechtmatige bedingen kunnen ook specifiek voor ondernemers gelden. Het burgerlijk recht blijft echter cruciaal voor aspecten als verbintenissen, bijzondere overeenkomsten en aansprakelijkheid [8](#page=8).
### 1.5 De onderneming
Een onderneming wordt ruimer gedefinieerd dan vroeger:
* **Natuurlijke personen:** Iedereen die een beroepsactiviteit uitoefent, inclusief vrije beroepen, bestuurders van vennootschappen en landbouwers [8](#page=8).
* **Rechtspersonen:** Met uitzondering van publieke rechtspersonen die geen goederen of diensten aanbieden, en de federale overheid en haar gedecentraliseerde entiteiten [8](#page=8).
* **Andere organisaties zonder rechtspersoonlijkheid:** Tenzij ze niet aan winstuitkering doen of dit niet beogen [8](#page=8).
### 1.6 De ondernemingsrechtbank
De ondernemingsrechtbank vervangt de vroegere rechtbank van koophandel na de hervorming van het ondernemingsrecht [9](#page=9).
* **Organisatie:** Georganiseerd per rechtsgebied van het hof van beroep, met in totaal 9 rechtbanken in België [9](#page=9).
* **Samenstelling:** Elke rechtbank heeft afdelingen en kamers gespecialiseerd in faillissementen, bouwgeschillen, vennootschapsgeschillen, etc. [9](#page=9).
* **Bevoegdheden:**
* Alle geschillen tussen ondernemingen onderling, ongeacht de waarde [9](#page=9).
* Geschillen waarbij een niet-onderneming eiser is tegen een onderneming (de eiser kan ook naar de rechtbank van eerste aanleg stappen) [9](#page=9).
* Exclusieve bevoegdheid voor geschillen tussen vennoten, vorderingen uit een faillissement, en geschillen inzake wisselbrieven, ongeacht de waarde [9](#page=9).
* **Uitzondering voor natuurlijke personen met zelfstandige beroepsactiviteit:** Zij kunnen niet voor de ondernemingsrechtbank worden gedaagd voor geschillen over handelingen die *kennelijk* vreemd zijn aan de onderneming. Kennelijk betekent hier overduidelijk en onderhevig aan marginale toetsing. Een echtscheiding kan bijvoorbeeld nooit door de ondernemingsrechtbank behandeld worden [9](#page=9).
#### 1.6.1 Procedureverloop bij de ondernemingsrechtbank
* **Dagvaarding:** Een exploot van een gerechtsdeurwaarder die de verweerder oproept voor de bevoegde rechtbank [9](#page=9).
* **Openbare zitting:**
* **Inleidingszitting:** De zitting vermeld in de dagvaarding, waar zaken vaak direct of gedeeltelijk behandeld kunnen worden (verstek, afkortingen, onderzoeksmaatregelen). Verstek betekent dat een partij niet opdaagt [10](#page=10).
* **Pleitzitting:** In betwiste zaken wordt de zaak gepleit op een latere zitting, na het neerleggen van conclusies en stukkenbundels [10](#page=10).
* **Vonnis:** De beslechting van het geschil door de rechtbank [10](#page=10).
#### 1.6.2 Verkorte en buitengewone procedures
Deze procedures worden behandeld door de voorzitter van de ondernemingsrechtbank en kennen korte dagvaardingstermijnen (bv. 2 vrije dagen) [10](#page=10).
* **In kortgeding:** Algemeen toepasbaar mits bewezen spoedeisend karakter, en er mag nog niet geoordeeld worden over de grond van de zaak [10](#page=10).
* **Zoals in kortgeding:** Enkel indien voorzien in specifieke wetgeving, en er wordt uitspraak gedaan over de grond van de zaak. Een bekend voorbeeld is de vordering tot staking van ongeoorloofde ondernemingspraktijken uit Boek VI WER, waarbij een stopzettingsbevel kan worden opgelegd onder verbeurte van een dwangsom. Ook toepassingen in het WVV (Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen) bestaan, zoals uitsluiting of uittreding [10](#page=10).
#### 1.6.3 Schikkingskamers
Ondernemingszaken kunnen gratis in verzoening worden voorgelegd aan schikkingskamers, met als doel een minnelijke oplossing te bereiken onder leiding van een rechter. Partijen moeten zelf aanwezig zijn. Indien geen verzoening tot stand komt, kan een gewone procedure worden ingeleid. Een verzoening is juridisch even waardevol als een vonnis en volledig gratis [10](#page=10).
### 1.7 Bewijsregels in ondernemingszaken
#### 1.7.1 Algemene regels voor bewijs
* **Consensualisme:** Overeenkomsten komen geldig tot stand door loutere wilsovereenstemming, zonder vormvereisten. Wilsovereenstemming houdt in dat beide partijen een akkoord bereiken [10](#page=10).
* **Bewijslastverdeling:** Wie de uitvoering van een overeenkomst vordert, moet deze bewijzen; wie beweert betaald te hebben, moet de betaling bewijzen [10](#page=10).
* **Boek 8 Burgerlijk Wetboek:** Dit boek, dat reeds in werking is getreden, voorziet in de medewerking van beide partijen aan de bewijsvoering. In uitzonderlijke omstandigheden kan de rechter de bewijslast toewijzen indien de toepassing van de standaardregels kennelijk onredelijk zou zijn. Nieuwe definities voor 'geschrift' (ook elektronische bestanden zoals e-mails) en 'handtekening' (inclusief elektronische handtekeningen) zijn geïntroduceerd [10](#page=10) [11](#page=11).
#### 1.7.2 Bewijs in het burgerlijk recht
* **Rechtshandelingen (bv. overeenkomsten met waarde > 3.500 dollars):** Kunnen enkel bewezen worden met schriftelijke bewijzen, zoals een authentieke akte of een onderhandse akte die aan vormvereisten voldoet. Een onderhandse akte vereist het opmaken van meerdere exemplaren, één voor elk verschillend belang. Bewijs met andere middelen is toegelaten bij begin van schriftelijk bewijs [11](#page=11).
* **Rechtsfeiten:** Gebeurtenissen met rechtsgevolgen (gewild of ongewild), zoals een geboorte of een auto-ongeluk. Deze kunnen met alle bewijsmiddelen worden bewezen, inclusief getuigen en vermoedens [11](#page=11).
#### 1.7.3 Bewijs in het ondernemingsrecht
* **Vrije bewijsvoering:** Ondernemers kunnen ondernemingsverbintenissen bewijzen met alle bewijsmiddelen (ook getuigen en vermoedens), tenzij de wet schriftelijk bewijs vereist (bv. oprichting van een vennootschap). Dit is om vlot en snel werken mogelijk te maken. Getuigenbewijs wordt door ondernemingsrechtbanken niet vaak aanvaard [11](#page=11).
#### 1.7.4 Bewijs in ondernemingszaken (specifieke situaties)
* **Bewijs tegen niet-onderneming (bv. klant vs. consument):** Strikte bewijsregels van het burgerlijk recht zijn van toepassing [11](#page=11).
* **Bewijs tussen ondernemingen:** Vrije bewijsvoering is van toepassing [11](#page=11).
* **Bewijs van niet-onderneming tegen onderneming:** Vrije bewijsvoering is van toepassing, tenzij het een rechtshandeling betreft die kennelijk vreemd is aan de onderneming van een natuurlijke persoon-onderneming [11](#page=11).
### 1.8 Bijzondere bewijsmiddelen in ondernemingszaken
#### 1.8.1 De boekhouding
* **Verplichting:** Elke onderneming moet een passende boekhouding voeren [11](#page=11).
* **Bewijskracht:** De boekhouding is een specifiek bewijsmiddel, maar men moet er voorzichtig mee zijn aangezien het vertrouwelijk en eenzijdig kan zijn [12](#page=12).
* **Geschillen tussen ondernemingen:** De boekhouding kan door de rechter worden aanvaard, maar niet altijd. Indien vermeldingen overeenstemmen, is er wettelijke bewijskracht. Anders oordeelt de rechter vrij over de bewijskracht [12](#page=12).
* **Geschillen niet-onderneming tegen onderneming:** Een niet-ondernemer kan de boekhouding als bewijs tegen de onderneming inroepen (buitengerechtelijke schriftelijke bekentenis). Een onderneming kan haar eigen boekhouding niet als bewijs inroepen tegen een niet-ondernemer [12](#page=12).
* **Procedureel gebruik:** De rechtbank kan op verzoek van een partij of ambtshalve de boekhouding opvragen, met uitzondering van delen die niet relevant zijn voor het geschil [12](#page=12).
#### 1.8.2 De factuur
* **Algemeen:** Een geschreven stuk opgesteld door de leverancier, bezorgd aan de klant, ter bevestiging van een schuldvordering wegens levering van goederen of diensten. De factuur bevat specificaties van de levering en de prijs. De btw moet op elke factuur vermeld worden [12](#page=12).
* **Materiële vorm:** Op papier of elektronisch (met voorafgaand akkoord voor elektronisch). De identiteit van de leverancier, de ongewijzigde inhoud en leesbaarheid gedurende 7 jaar moeten gewaarborgd zijn [12](#page=12).
* **Bewijskracht van de factuur:**
1. **Tegen leverancier-ondernemer:** Alles op de factuur (prijs, kwaliteit, type, hoeveelheid, specificatie) kan tegen de leverancier worden gebruikt als bewijs, ongeacht of de klant een ondernemer of niet-ondernemer is [12](#page=12).
2. **Tegen klant-ondernemer:** Indien de factuur aanvaard wordt door de klant-ondernemer (uitdrukkelijk, impliciet of stilzwijgend bij niet-tijdig protest), heeft de factuur volledige bewijskracht tegen hem [13](#page=13).
3. **Tegen klant-niet ondernemer (consument):** Er wordt voorzichtiger omgesprongen met de bewijskracht. Stilzwijgen na ontvangst is geen automatische aanvaarding. Omstandig stilzwijgen of bepaalde gedragingen kunnen echter wel aanvaarding impliceren [13](#page=13).
* **Protesteren tegen een factuur:** Gebeurt dit niet binnen een korte termijn (bv. binnen 1 week), wordt dit als aanvaarding beschouwd. Protest moet gespecificeerd zijn, heeft geen vormvereisten, en moet bewezen kunnen worden [13](#page=13).
### 1.9 Betalingsachterstand bij ondernemingstransacties
Deze wetgeving is enkel van toepassing op transacties tussen ondernemingen die handelen in het kader van hun professionele bezigheden [13](#page=13).
* **Betalingstermijnen:**
* Indien geen termijn is overeengekomen: betaling binnen 30 dagen na ontvangst factuur [13](#page=13).
* Indien wel een termijn is overeengekomen: niet langer dan 60 dagen. Voor de overheid geldt 30 dagen, met een maximum van 60 dagen indien afwijking is overeengekomen [13](#page=13).
* **Laattijdige betaling:** De schuldeiser heeft recht op interest (wettelijk interest van 1,75% verhoogd naar 5,25% indien niet opgenomen in de overeenkomst). Tevens kan aanspraak gemaakt worden op een forfaitaire schadevergoeding van 40 dollars [13](#page=13).
* **Rechtsplegingsvergoeding:** Dit zijn de advocaatkosten van de winnende partij bij gerechtelijke invordering, ongeacht of het een geschil tussen ondernemers of particulieren betreft. Het bedrag hangt af van de waarde van de vordering en is geïndexeerd, met een basisbedrag tussen 150 dollars en 15.000 dollars [13](#page=13).
### 1.10 Invorderingen
#### 1.10.1 Onbetwiste schuldvorderingen tussen ondernemers
Een procedure via een gerechtsdeurwaarder is mogelijk na een aanmaning met een duidelijke omschrijving van de verbintenis, een oproep tot betaling binnen de maand, en de wijze van betaling. De debiteur heeft één maand om te reageren [14](#page=14):
* **Betaling of vraag tot betalingsmodaliteiten:** Procedure wordt opgeschort [14](#page=14).
* **Betwisting van de vordering:** Procedure eindigt, dagvaarding via gebruikelijke procedure is nodig [14](#page=14).
* **Geen reactie:** De gerechtsdeurwaarder stelt een PV van niet-betwisting op. De ondernemer kan hiervan een uitvoerbare titel bekomen voor beslag [14](#page=14).
#### 1.10.2 Schulden van de consument
Algemene voorwaarden kunnen niet zomaar worden toegepast op de consument. De schuldeiser moet bewijzen dat deze voor contractsluiting bekend waren bij de schuldenaar [14](#page=14).
* **Recht op eerste gratis herinnering:** Met een bijkomende betalingstermijn van 14 dagen zonder extra kosten [14](#page=14).
* **Grenzen schadebeding (bij laattijdige betaling):** Er zijn specifieke maximale bedragen afhankelijk van de schuldsom. Indien niet opgenomen in de overeenkomst, moet de werkelijke schade bewezen worden [14](#page=14).
---
# Vennootschapsvormen en oprichtingsvereisten
Hieronder volgt een gedetailleerde studiegids over vennootschapsvormen en oprichtingsvereisten, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 2. Vennootschapsvormen en oprichtingsvereisten
Dit onderwerp belicht de diverse vennootschapsvormen, met name de BV en NV, hun onderscheidende kenmerken, de noodzakelijke stappen en vereisten voor hun oprichting, de structuur van hun kapitaal, en de rol van financiële plannen. Tevens worden de verschillende types van inbrengen en de bijbehorende controleprocedures behandeld.
### 2.1 Het begrip vennootschap
Een vennootschap is een rechtshandeling waarbij één of meerdere personen (vennoten) iets in gemeenschap brengen om bepaalde activiteiten uit te oefenen met het oog op winstuitkering. Vroeger was er altijd een contract tussen minstens twee personen nodig voor de oprichting, maar nu is eenhoofdige oprichting de regel voor elke vennootschap, met uitzondering van de CV [15](#page=15).
#### 2.1.1 Inbreng
De inbreng is wat de vennoten in gemeenschap brengen in het vermogen van de vennootschap. Dit kan op de volgende manieren gebeuren:
* **In geld**: Een geldbedrag dat gestort moet worden via een overschrijving naar een bijzondere rekening op naam van de vennootschap bij een financiële instelling. Alleen bestuurders kunnen na melding aan de notaris over dit geld beschikken [37](#page=37).
* **In natura**: Roerende of onroerende goederen, zowel materieel als immaterieel, die economisch waardeerbaar zijn. De oprichters zijn hoofdelijk aansprakelijk voor schade aan deze inbreng [37](#page=37).
* **In nijverheid**: Het presteren van arbeid of diensten. Dit is momenteel enkel mogelijk voor een BV, niet voor een NV. Het verval van aandelen verbonden aan deze inbreng kan plaatsvinden bij overlijden of arbeidsongeschiktheid, of bij een opschorting van de maatschappelijke rechten verbonden aan de aandelen van langer dan drie maanden [15](#page=15) [37](#page=37).
#### 2.1.2 Voorwerp en winstuitkering
Het voorwerp van de vennootschap, de specifieke activiteiten die ze zal uitoefenen, moet duidelijk omschreven zijn in de statuten. Winstuitkering staat centraal [15](#page=15).
### 2.2 Definitie van vereniging en stichting
* **Vereniging**: Een overeenkomst tussen twee of meer personen die weliswaar commerciële activiteiten mag ontwikkelen en winst maken, maar met het verbod om winst uit te keren aan oprichters, leden of bestuurders. Wel mag er geïnvesteerd worden in haar activiteiten. Het belangrijkste onderscheid met een vennootschap is het oogmerk van winstuitkering: bij een vennootschap is dit voor persoonlijke verrijking, bij een vereniging is er een verbod op persoonlijke verrijking [15](#page=15).
* **Stichting**: Een rechtspersoon zonder leden, opgericht bij rechtshandeling door een of meerdere personen, met een verbod op uitkering van vermogensvoordeel [15](#page=15).
### 2.3 Soorten vennootschappen en verenigingen
Vennootschappen kunnen worden ingedeeld op basis van rechtspersoonlijkheid:
* **Met rechtspersoonlijkheid**:
* Vennootschap onder firma (VOF) [15](#page=15).
* Commanditaire vennootschap (Comm.V) [15](#page=15).
* Besloten vennootschap (BV) [15](#page=15).
* Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (CVBA) [15](#page=15).
* Coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid (CVOA) [15](#page=15).
* Naamloze vennootschap (NV) [15](#page=15).
* Europese vennootschap (SE) [15](#page=15).
* Europese coöperatieve vennootschap (SCE) [15](#page=15).
* Economisch samenwerkingsverband (ESV) [15](#page=15).
* **Zonder rechtspersoonlijkheid**:
* Maatschap (samenwerkingsverband, afschaffing van de stille en tijdelijke handelsvennootschap) [15](#page=15) [16](#page=16).
Verenigingen worden eveneens ingedeeld:
* **Met rechtspersoonlijkheid**:
* Vereniging zonder winstoogmerk (VZW) [16](#page=16).
* Internationale vereniging zonder winstoogmerk (IVZW) [16](#page=16).
* **Zonder rechtspersoonlijkheid**:
* Feitelijke vereniging [16](#page=16).
Stichtingen met rechtspersoonlijkheid omvatten de private stichting (PS) en de stichting van openbaar nut (SON) [16](#page=16).
### 2.4 Behoud van Europese rechtsvormen
Binnen de EU bestaan er specifieke rechtsvormen voor grensoverschrijdende samenwerking:
* **Europese vennootschap (SE)**: Ontstaat door fusie van NV's uit verschillende lidstaten en is interessant voor internationaal gerichte ondernemingen. De oprichtingsvoorwaarden zijn vergelijkbaar met die van een NV, maar met hogere kapitaalvereisten [16](#page=16).
* **Europese coöperatieve vennootschap (SCE)**: Kan worden opgericht door natuurlijke personen die activiteiten ontwikkelen in verschillende EU-lidstaten [16](#page=16).
* **Economisch samenwerkingsverband (EESV)**: Een instrument voor grensoverschrijdende samenwerking tussen ondernemingen uit verschillende EU-lidstaten. De oprichting gebeurt via een onderhandse akte en publicatie in het EESV-register. Leden zijn hoofdelijk aansprakelijk, en het ESV heeft geen rechtspersoonlijkheid [16](#page=16).
Diverse vennootschapsvormen en concepten zijn afgeschaft, waaronder de burgerlijke/handelsvennootschappen, de vennootschap met sociaal winstoogmerk, het economisch samenwerkingsverband (Belgische), de EBVBA en starters-BVBA, de CVOA en de Comm. VA, de stille en tijdelijke handelsvennootschap, en de beroepsvereniging [16](#page=16).
### 2.5 Indeling en bijzonderheden vennootschappen
Vennootschappen kunnen worden ingedeeld naar grootte (micro, klein, consortium, groot), wat invloed heeft op boekhoudkundige verplichtingen en controle. Genoteerde vennootschappen, waarvan de aandelen op een gereglementeerde markt verhandeld worden, onderworpen zijn aan specifieke regels en nu ook BV's kunnen omvatten [17](#page=17).
De uiteindelijke begunstigde (UBO) is de persoon met meer dan 25% van de aandelen, stemrecht of kapitaal, of die de uiteindelijke zeggenschap heeft. Vennootschappen moeten accurate UBO-informatie bijhouden en elektronisch overmaken, anders kunnen bestuursleden geldboetes oplopen [17](#page=17).
De techniek van de rechtspersoonlijkheid ontstaat vanaf de neerlegging van oprichtingsstukken ter griffie van de ondernemingsrechtbank, niet vanaf ondertekening van de akte [17](#page=17).
#### 2.5.1 Vennootschap in oprichting
Voor de neerlegging van de benodigde stukken kan een vennootschap in oprichting reeds verbintenissen aangaan. De persoon die deze verbintenis aangaat, is persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk als de vennootschap niet binnen twee jaar rechtspersoonlijkheid verkrijgt, of als de verbintenis niet binnen drie maanden na verkrijging van rechtspersoonlijkheid wordt overgenomen. Overgenomen verbintenissen worden geacht te zijn aangegaan vanaf het ontstaan van de rechtspersoon [18](#page=18).
### 2.6 De rechtspersoon
Een rechtspersoon is een juridische creatie die erkend wordt als een volwaardig rechtssubject, naast de natuurlijke persoon. Dit stelt de onderneming in staat om vlot aan het economisch rechtsverkeer deel te nemen, goederen te bezitten, verbintenissen aan te gaan, en zich te verdedigen voor de rechtbank. Een rechtspersoon is een zelfstandige en autonome eenheid, subject van rechten en plichten [18](#page=18).
#### 2.6.1 Juridische bekwaamheid en organen
Rechtspersonen zijn, net als natuurlijke personen (met uitzondering van minderjarigen), volledig rechtsbekwaam. Echter, hun handelingsbekwaamheid wordt opgelost doordat ze optreden via natuurlijke personen die fungeren als hun organen (bestuursorgaan, algemene vergadering aandeelhouders, organen van toezicht en controle zoals een commissaris) [18](#page=18).
### 2.7 Vaste vertegenwoordigers
Een vaste vertegenwoordiger is een natuurlijk persoon die een opdracht uitvoert namens een rechtspersoon, en moet worden aangeduid wanneer een rechtspersoon een mandaat opneemt van een bestuurder van een andere rechtspersoon. De vaste vertegenwoordiger kan vennoot, bestuurder of werknemer zijn. Zij zijn hoofdelijk mede aansprakelijk voor bestuursfouten van de vennootschap-bestuurder, en kunnen met hun privévermogen aangesproken worden. De regels inzake belangenconflicten zijn ook op hen van toepassing [19](#page=19).
### 2.8 Gevolgen van rechtspersoonlijkheid
* **Identiteit**: Elke rechtspersoon heeft een naam (vrije keuze, mag geen verwarring veroorzaken) en een zetel (woonplaats of bereikbaarheid voor derden). De statuten bepalen het gewest waar de zetel gevestigd is. Verplaatsing van de zetel binnen België vereist geen statuutwijziging, tenzij deze naar een ander gewest verplaatst wordt. De zetel bepaalt het toepasselijk recht van de staat waar deze gelegen is [19](#page=19).
* **Vermogen**: De rechtspersoon beschikt over een eigen, afgescheiden vermogen, dat fungeert als gemeenschappelijke waarborg voor schuldeisers. Vennoten hebben geen mede-eigendom maar bepaalde vermogensrechten (bv. recht op dividend) [20](#page=20).
### 2.9 Oprichtingsvereisten
De oprichtingsvereisten verschillen significant tussen de BV en de NV.
#### 2.9.1 De Besloten Vennootschap (BV)
* **Aanvangsvermogen**: De BV heeft geen minimum kapitaal vereist. Wel moet ze bij oprichting beschikken over een **toereikend aanvangsvermogen** dat voldoende is om de geplande activiteiten uit te voeren. Dit vermogen bestaat uit de inbreng van de aandeelhouders, reserves en overgedragen winst [35](#page=35).
* **Plaatsing aandelen**: Aandelen moeten **verplicht volledig en onvoorwaardelijk geplaatst** worden met geldige inbrengen, tenzij de oprichtingsakte anders bepaalt. Oprichters zijn hoofdelijk aansprakelijk en worden van rechtswege als inschrijvers beschouwd tot de werkelijke storting. De BV mag niet inschrijven op haar eigen aandelen, ook niet via een dochtervennootschap [36](#page=36).
* **Inbreng**: Naast inbreng in geld en natura, is **inbreng in nijverheid** mogelijk [36](#page=36).
* **Controleprocedures bij inbreng in natura**: Vereist **dubbele formaliteiten**: een controleverslag van een onafhankelijke bedrijfsrevisor die de waardering onderzoekt, en een bijzonder verslag met beschrijving en gemotiveerde waardering van de inbreng. Beide verslagen worden openbaar gemaakt [37](#page=37).
* **Financieel plan**: Oprichting is niet mogelijk zonder een financieel plan, opgemaakt door een extern expert, dat de werking van de vennootschap voor twee jaar verzekert. Dit plan wordt aan de notaris overhandigd en bij faillissement binnen drie jaar kan oprichtersaansprakelijkheid volgen [35](#page=35).
#### 2.9.2 De Naamloze Vennootschap (NV)
* **Kapitaal**: De NV is een kapitaalvennootschap met een **minimum kapitaal van EUR 61.500**. Dit kapitaal moet volledig en onvoorwaardelijk geplaatst en gestort zijn. Elk aandeel moet voor minstens een vierde gestort zijn. Inbrengen in natura moeten binnen vijf jaar na oprichting volgestort zijn. Het eigen vermogen is een momentopname, terwijl het kapitaal de inbreng bij oprichting vertegenwoordigt en wettelijk gelijk moet blijven aan het oprichtingsvermogen, met een minimum van EUR 61.500 [35](#page=35).
* **Plaatsing kapitaal**: Het systeem is vergelijkbaar met de aandelenplaatsing bij de BV. Het minimum kapitaal moet volledig en onvoorwaardelijk geplaatst zijn. Oprichters zijn hoofdelijk aansprakelijk als dit niet het geval is. De NV mag niet inschrijven op haar eigen aandelen [36](#page=36).
* **Inbreng**: Enkel **inbreng in geld en in natura** zijn mogelijk [36](#page=36).
* **Controleprocedures**: Bij de NV worden de formaliteiten voor inbreng in natura toegepast op **quasi-inbrengen** om omzeiling te vermijden. Dit geldt als de transactie is vanwege oprichters, aandeelhouders, bestuurders of de raad van toezicht, tegen een vergoeding van minstens 10%, en binnen twee jaar na oprichting [37](#page=37).
* **Financieel plan**: Vereist, net als bij de BV, voor de oprichting [35](#page=35).
### 2.10 Oprichtingsformaliteiten voor BV en NV
* **Vorm oprichtingsakte**: Een **authentieke akte** is vereist. De akte moet verplichte vermeldingen bevatten, zoals het aantal en de soorten aandelen, de rechten en overdrachtsbeperkingen per soort, en het bedrag van het geplaatste kapitaal (enkel voor NV). Alle aandeelhouders moeten bij de notaris verschijnen; zij die verschijnen, worden als oprichter beschouwd en kunnen niet aangesproken worden in oprichtersaansprakelijkheid. De akte kan echter 1 of meer aandeelhouders, die samen 1/3de van de aandelen bezitten, als oprichter aanwijzen [36](#page=36) [37](#page=37).
* **Openbaarmaking**: Derden moeten op de hoogte zijn van het bestaan van de vennootschap en de inhoud van de statuten. Dit gebeurt via drie stappen [21](#page=21):
1. Een dossier bij de griffie van de ondernemingsrechtbank met de oprichtingsakte, statuutwijzigingen en benoemingsstatuten [21](#page=21).
2. Bekendmaking in het Belgisch Staatsblad binnen tien dagen na neerlegging [21](#page=21).
3. Inschrijving in het rechtspersonenregister en verkrijging van een ondernemingsnummer in de KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen) [21](#page=21).
### 2.11 Nietigheid
Nietigheid kan optreden als bij de oprichting iets fout loopt waardoor de vennootschap niet geldig tot stand kon komen. Dit kan gebeuren bij algemene regels (bv. vorm akte, ontbrekende naam, voorwerp, inbreng). Specifiek voor de NV kan nietigheid optreden als het bedrag van het geplaatst kapitaal niet vermeld werd op de oprichtingsakte. Bepalingen die de gehele winst aan één aandeelhouder toekennen of bepaalde aandeelhouders van de winst uitsluiten, leiden ook tot nietigheid [38](#page=38).
### 2.12 Financiële plannen en oprichtersaansprakelijkheid
Het financiële plan, opgemaakt door een extern expert, dient als controle-instrument. Als de vennootschap failliet gaat binnen drie jaar na oprichting, kan de oprichtersaansprakelijkheid worden ingeroepen. Het financiële plan wordt door de notaris overgemaakt aan het parket, en de oprichters kunnen door de ondernemingsrechtbank hoofdelijk aansprakelijk gesteld worden voor de overblijvende schulden na faillissement [35](#page=35).
---
> **Tip:** Zorg ervoor dat je de specifieke verschillen tussen de oprichtingsvereisten van de BV en de NV goed onthoudt, met name wat betreft het kapitaal en de soorten inbrengen. De rol en vereisten van het financiële plan zijn cruciaal voor de aansprakelijkheid van de oprichters.
---
> **Tip:** Let goed op de verschillen in de controleprocedures bij inbreng in natura, specifiek de "dubbele formaliteiten" voor de BV en de "quasi-inbreng" voor de NV.
---
> **Tip:** Begrijp de procedure van openbaarmaking van vennootschappen (dossier, Staatsblad, KBO) omdat dit essentieel is voor de rechtsgeldigheid tegenover derden.
---
# Bestuur, algemene vergaderingen en aansprakelijkheid
Dit deel behandelt de samenstelling, bevoegdheden en aansprakelijkheid van de bestuursorganen en algemene vergaderingen binnen besloten vennootschappen (BV) en naamloze vennootschappen (NV).
### 3.1 De rechtspersoon en haar organen
Een rechtspersoon is een juridische creatie naast natuurlijke personen, erkend als een volwaardig rechtssubject dat rechten en plichten kan dragen. Dit stelt ondernemingen in staat deel te nemen aan het economisch rechtsverkeer, eigen goederen te bezitten, verbintenissen aan te gaan, zich te verdedigen voor rechtscolleges en aansprakelijk gesteld te worden. Rechtspersonen zijn volledig rechtsbekwaam, maar hun handelingsbekwaamheid wordt gerealiseerd via natuurlijke personen die optreden als hun organen. De belangrijkste organen zijn het bestuursorgaan, de algemene vergadering van aandeelhouders en organen van toezicht en controle [18](#page=18).
#### 3.1.1 Vaste vertegenwoordigers
Wanneer een rechtspersoon een bestuursmandaat opneemt in een andere rechtspersoon, moet zij een natuurlijk persoon aanduiden als vaste vertegenwoordiger. Deze vertegenwoordiger handelt in naam en voor rekening van de rechtspersoon, en is hoofdelijk mede aansprakelijk voor bestuursfouten, zowel burgerlijk als strafrechtelijk. De regels inzake belangenconflicten zijn ook op deze vertegenwoordigers van toepassing [19](#page=19).
#### 3.1.2 Gevolgen van rechtspersoonlijkheid
De identiteit van een rechtspersoon wordt bepaald door haar naam (met juridische bescherming tegen verwarring) en zetel (waar men bereikt kan worden, bepalend voor het toepasselijke recht). De nationaliteit van de rechtspersoon wordt bepaald door het recht van de staat waar de statutaire zetel is gelegen. Een rechtspersoon beschikt over een eigen, afgescheiden vermogen dat dient als gemeenschappelijke waarborg voor schuldeisers [19](#page=19) [20](#page=20).
### 3.2 Het bestuur
De samenstelling van het bestuur verschilt tussen de BV en de NV [44](#page=44).
#### 3.2.1 Samenstelling van het bestuur
* **BV:** Kan één of meer bestuurders hebben, al dan niet een college vormend. Bestuurders kunnen natuurlijke of rechtspersonen zijn (die een vaste vertegenwoordiger aanduiden). Er zijn geen specifieke vereisten, behalve handelingsbekwaamheid en geen onverenigbaarheden [44](#page=44).
* **NV:** Biedt drie mogelijkheden:
* **Monistisch bestuur met collegiaal bestuursorgaan:** Minimaal drie bestuurders die individueel geen beslissingsbevoegdheid hebben [44](#page=44).
* **Monistisch bestuur met één bestuurder:** Een enkele bestuurder is mogelijk, wat kan leiden tot hoofdelijke en onbeperkte aansprakelijkheid ten opzichte van de vennootschap zelf [44](#page=44).
* **Duaal bestuur:** Twee volwaardige bestuursorganen: een raad van toezicht (RvT) en een directieraad. De RvT houdt toezicht op de strategie en het algemeen beleid, terwijl de directieraad instaat voor het operationeel management en de vertegenwoordiging [45](#page=45).
#### 3.2.2 Benoeming en einde mandaat
* **Gewone bestuurder (BV en NV):** Benoeming door de AV. Einde mandaat is in principe vrij (herroepbaarheid 'ad natum' door de AV), tenzij statutair anders bepaald (bv. opzegtermijn, vergoeding). Ontslag door de bestuurder zelf is in principe ook vrij [46](#page=46).
* **Statutaire bestuurder (enkel BV):** Benoeming in de oprichtingsakte. Beëindiging vereist steeds een statutenwijziging (3/4 meerderheid) en kan aan strengere statutaire regelingen onderworpen zijn [46](#page=46).
#### 3.2.3 Bezoldigingen
De bezoldiging van bestuurders wordt in beginsel bepaald door de statuten of de AV. Dit kan een combinatie zijn van vaste vergoeding, presentiegelden (deelname aan vergaderingen) en tantièmes (winstuitkeringen) [46](#page=46).
#### 3.2.4 Bevoegdheden
* **Interne bestuurstaken:** De bestuursorganen beschikken over de ruimste bevoegdheden om het vennootschapsdoel te bereiken, tenzij de statuten anders bepalen. De AV heeft wel wettelijke bevoegdheden zoals statuutwijziging en benoeming/ontslag van bestuurders. Statutaire beperkingen (machtigingclausules) zijn mogelijk [47](#page=47).
* **Vertegenwoordigingsbevoegdheid:** Het bestuursorgaan vertegenwoordigt de vennootschap tegenover derden. Statutaire beperkingen van deze bevoegdheid zijn niet tegenstelbaar aan derden [47](#page=47).
#### 3.2.5 Belangenconflicten en tegenstrijdig belang
Een belangenconflict ontstaat wanneer een bestuurder persoonlijke belangen heeft bij een te nemen beslissing. Veiligheidsvoorschriften omvatten melding aan andere bestuurders/commissaris, deelname van de betrokken bestuurder aan de stemming, en indien de enige bestuurder/aandeelhouder, goedkeuring door de AV (tenzij gebruikelijke marktvoorwaarden van toepassing zijn). Sancties zijn nietigheid van de beslissing en bijzondere aansprakelijkheid [48](#page=48).
#### 3.2.6 Dagelijks bestuur
In de BV kan, indien voorzien in de statuten, een orgaan van dagelijks bestuur worden aangesteld voor de exploitatie en vertegenwoordiging. In de NV omvat het dagelijks bestuur routinematige beslissingen voor de normale werking, zonder strategische of uitzonderlijke beslissingen. Leden van het dagelijks bestuur kunnen aansprakelijk gesteld worden bij overtreding [49](#page=49).
### 3.3 Algemene vergadering
De algemene vergadering (AV) is het hoogste orgaan van de vennootschap en is bevoegd voor fundamentele beslissingen betreffende de structuur en statuten. Alle aandeelhouders zijn lid en moeten gelijk behandeld worden [50](#page=50).
#### 3.3.1 Gemeenschappelijke bepalingen
* **Bevoegdheden:** Enkel beslissingen die door de statuten zijn toegewezen. Er zijn twee soorten AV: de gewone AV (jaarlijkse beslissingen) en de buitengewone AV (statuutwijzigingen, ontbinding) [50](#page=50).
* **Bijeenroeping:** Door het bestuursorgaan (BV) of de RvT (NV duaal bestuur). Aandeelhouders, bestuurders en de commissaris worden opgeroepen met specifieke inhoud en termijnen. Een schriftelijke AV is mogelijk in de BV bij eenparigheid [50](#page=50).
* **Deelneming:** Aandeelhouders, houders van bepaalde effecten en bestuurders kunnen deelnemen. Toelatingsformaliteiten (bv. bericht van deelneming) kunnen statutair bepaald worden [51](#page=51).
* **Verloop en stemrecht:** Volgens universele regels, met een aanwezigheidslijst, geleid door een bureau. Stemrecht kan in persoon, bij volmacht of schriftelijk/elektronisch worden uitgeoefend. Vraagrecht is een elementair lidmaatschapsrecht dat statutair niet beperkt kan worden [51](#page=51).
#### 3.3.2 De gewone algemene vergadering
De gewone AV keurt jaarlijks de jaarrekening goed. De agenda omvat o.a. het jaarverslag, het controleverslag van de commissaris en de goedkeuring van de jaarrekening. Er is geen aanwezigheidsquorum vereist, en beslissingen worden genomen met meerderheid van stemmen (blanco stemmen tellen niet mee) [51](#page=51) [52](#page=52).
#### 3.3.3 De buitengewone algemene vergadering
De buitengewone AV behandelt o.a. statuutwijzigingen. Er is een aanwezigheidsquorum van de helft van de uitgegeven aandelen en een meerderheidsquorum van 3/4 van de uitgebrachte stemmen. Bij wijziging van het voorwerp/doel van de vennootschap gelden extra strenge quorums (4/5 van de stemmen in de BV). Wijziging van rechten verbonden aan aandelen vereist ook een controleverslag van de commissaris bij boekhoudkundige implicaties [52](#page=52) [53](#page=53).
### 3.4 Aansprakelijkheid
Bestuurders kunnen op verschillende gronden aansprakelijk gesteld worden.
#### 3.4.1 Contractuele aansprakelijkheid
Bestuurders zijn contractueel aansprakelijk bij het niet behoorlijk vervullen van hun taak, wat een inbreuk is op het lastgevingscontract. Vereisten zijn fout (wetsovertreding of bonus pater familias criterium), schade en oorzakelijk verband. Bestuurders die een college vormen, zijn hoofdelijk aansprakelijk [24](#page=24).
#### 3.4.2 Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad
Derden kunnen een bestuurder aansprakelijk stellen uit quasi-delictuele grond. De vereisten zijn dezelfde als bij contractuele aansprakelijkheid. Bevrijdingsbedingen zijn hier niet toegestaan. Aansprakelijkheid blijft bestaan na ontslag tegenover derden tot publicatie van het ontslag [24](#page=24) [25](#page=25).
#### 3.4.3 Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Indien een bestuurder een misdrijf begaat tijdens de uitvoering van zijn mandaat, kan hij strafrechtelijk aansprakelijk gesteld worden. Dit geldt zowel voor natuurlijke personen als voor de vaste vertegenwoordiger van een rechtspersoon-bestuurder. De rechtspersoon kan samen met de vaste vertegenwoordiger veroordeeld worden voor vennootschapsgebonden misdrijven, met specifieke straffen zoals geldboeten of ontbinding [25](#page=25).
#### 3.4.4 Aansprakelijkheid wegens overtreding van wet/statuten
Zowel de vennootschap als derden kunnen een bestuurder aansprakelijk stellen voor overtreding van wet of statuten. Dit vereist eveneens fout, schade en oorzakelijk verband. Er geldt een wettelijk vermoeden van fout voor alle leden van het bestuursorgaan, met hoofdelijke aansprakelijkheid. Ontheffing is mogelijk mits bewijs van geen schuld en melding aan andere bestuurders [26](#page=26).
#### 3.4.5 Wrongful trading
Hierbij gaat het om aansprakelijkheid voor een grove fout die bijdraagt aan het faillissement. De bestuurder is aansprakelijk voor schulden indien hij wist dat er geen vooruitzicht was om faillissement te vermijden [26](#page=26).
#### 3.4.6 Beperking van aansprakelijkheid
De aansprakelijkheid van bestuurders is beperkt tot een maximumbedrag, variërend van EUR 125.000 tot EUR 12.000.000, afhankelijk van de grootte van de vennootschap. Deze beperking geldt niet bij opzet om te schaden, inschrijving op aandelen, of in het kader van belastingen en sociale bijdragen [26](#page=26).
#### 3.4.7 Vennootschapsvordering en misbruik van minderheidspositie
* **Vennootschapsvordering:** Een aansprakelijkheidsvordering die de vennootschap instelt tegen een bestuurder of commissaris wegens fouten die schade hebben veroorzaakt. Deze vordering moet expliciet op de agenda vermeld worden [53](#page=53).
* **Misbruik van minderheidspositie:** Wanneer minderheidsaandeelhouders met een blokkeringsminderheid beslissingen blokkeren, kan de vennootschap een vordering instellen voor vervangende toestemming of schadevergoeding [53](#page=53).
#### 3.4.8 Bescherming minderheidsaandeelhouders
Er zijn diverse wettelijke actiemogelijkheden voor minderheidsaandeelhouders [53](#page=53).
* **Minderheidsvordering:** Kan ingesteld worden door aandeelhouders die minstens 10% van de aandelen bezitten en tegen kwijting hebben gestemd. Voor BV en NV geldt een drempel van 1% stemkracht of EUR 1.250.000 kapitaal. Het doel is het herstellen van schade aan de vennootschap, zonder toestemming van de AV [53](#page=53) [54](#page=54).
* **Deskundigenonderzoek:** Aandeelhouders die minstens 10% van de aandelen bezitten en aanwijzingen hebben dat de belangen van de vennootschap in gevaar komen, kunnen een deskundige vragen om de boekingen te onderzoeken [54](#page=54).
> **Tip:** Wees nauwkeurig met de vereisten voor de verschillende aansprakelijkheidsvorderingen, zowel voor de vordering zelf als voor de betrokken partijen. De examenvraag over het verschil en de gelijkenissen tussen de minderheidsvordering en de vennootschapsvordering is cruciaal [54](#page=54).
---
# Ontbinding, vereffening en ondernemingen in moeilijkheden
*Summary generation failed for this topic.*
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Economisch recht | Een brede verzameling rechtsregels die het economisch leven beheersen, inclusief nationaal en Europees recht, en van toepassing is op iedereen die een economische activiteit uitoefent. |
| Wetboek economisch recht (WER) | Een modern wetboek dat de economische regelgeving codificeert, waaronder vennootschapsrecht en insolventiewetgeving, en fungeert als een gestructureerd raamwerk voor economische transacties en activiteiten. |
| Ondernemingsrecht | Het rechtsgebied dat zich bezighoudt met de oprichting, organisatie en werking van ondernemingen, en omvat diverse subdisciplines zoals vennootschapsrecht en insolventiewetgeving. |
| Marktrecht | Een tak van het economisch recht die gedragsregels voor ondernemingen op de markt bepaalt, met inbegrip van regels met betrekking tot concurrentie, consumentenbescherming en reclame. |
| Ondernemingsrechtbank | Een rechtbank die bevoegd is voor geschillen tussen ondernemingen en met betrekking tot ondernemingszaken, ter vervanging van de vroegere rechtbank van koophandel, en die gespecialiseerde kamers kent voor diverse geschillen. |
| Bewijs in ondernemingszaken | De regels die bepalen hoe feiten en rechtshandelingen in een zakelijke context bewezen kunnen worden, waarbij vrije bewijsvoering vaak geldt tussen ondernemingen, maar striktere regels van toepassing kunnen zijn tegenover niet-ondernemingen. |
| Rechtspersoonlijkheid | Een juridische fictie waardoor een organisatie of entiteit, zoals een vennootschap, wordt erkend als een zelfstandig rechtssubject met eigen rechten en plichten, los van de natuurlijke personen die erbij betrokken zijn. |
| Jaarrekening | Een financieel overzicht dat de financiële positie en prestaties van een vennootschap weergeeft, en dat jaarlijks moet worden opgesteld en goedgekeurd door de algemene vergadering. |
| Commissariaat | Het orgaan belast met de externe controle van de financiële toestand en de boekhoudkundige correctheid van een vennootschap, met als doel het waarborgen van de betrouwbaarheid van de financiële informatie. |
| Besloten vennootschap (BV) | Een flexibele vennootschapsvorm die gekenmerkt wordt door een beperkte aansprakelijkheid van de aandeelhouders tot hun inbreng en die geschikt is voor zowel kleine als grote ondernemingen. |
| Naamloze vennootschap (NV) | Een kapitaalvennootschap met specifieke voorschriften voor beursgenoteerde ondernemingen, die een minimumkapitaal vereist en gekenmerkt wordt door de vrije overdraagbaarheid van aandelen. |
| Vennootschapsvordering | Een aansprakelijkheidsvordering die kan worden ingesteld door de vennootschap zelf, of door de curator in geval van faillissement, tegen bestuurders of commissarissen wegens fouten begaan in de uitoefening van hun mandaat. |
| Minderheidsvordering | Een vordering die door minderheidsaandeelhouders kan worden ingesteld tegen bestuurders of commissarissen, namens de vennootschap, om schade te verhalen die de vennootschap heeft geleden door fouten van deze organen. |
| Ontbinding | Het proces waarbij een vennootschap ophoudt te bestaan als juridische entiteit, hetzij van rechtswege, vrijwillig, of gerechtelijk uitgesproken. |
| Vereffening | De procedure die volgt op de ontbinding van een vennootschap, waarbij het vermogen van de vennootschap te gelde wordt gemaakt, schulden worden betaald, en het eventuele overschot wordt verdeeld onder de aandeelhouders. |
| Insolventie | De toestand waarin een onderneming niet meer in staat is haar opeisbare schulden te voldoen, wat kan leiden tot faillissement of gerechtelijke reorganisatie. |
| Gerechtelijke reorganisatie | Een procedure die tot doel heeft de continuïteit van een onderneming in moeilijkheden te waarborgen door middel van herstelmaatregelen, vaak onder toezicht van de rechtbank, met als alternatief een collectief akkoord met de schuldeisers. |
| Faillissement | Een gerechtelijke procedure die wordt uitgesproken over een onderneming die duurzaam is opgehouden te betalen en waarvan de marktpositie is aangetast, met als doel de boedel te vereffenen en de schuldeisers te voldoen. |
| Hoofdelijkheid | Een verbintenis waarbij elke schuldenaar afzonderlijk kan worden aangesproken voor de gehele schuld, wat in het economisch recht vaak vermoed wordt tussen ondernemingen die contractueel verbonden zijn ten opzichte van een schuldeiser. |
| Maatschap | Een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid, waarbij vennoten hun inbreng in gemeenschap brengen met het oogmerk om winst te behalen en aan te gaan in het gemeenschappelijk belang van de partijen. |
| Vennootschap onder firma (VOF) | Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid, afgeleid van het basismodel van de maatschap, waarbij alle vennoten onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de verbintenissen van de vennootschap. |
| Commanditaire vennootschap (Commv.) | Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarbij naast gecommanditeerde vennoten (onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk) ook commanditaire vennoten (geldschieters met beperkte aansprakelijkheid) betrokken zijn. |
| Coöperatieve vennootschap (CV) | Een vennootschapsvorm die primair gericht is op het voldoen aan de behoeften van de aandeelhouders en het ontwikkelen van hun economische en sociale activiteiten, met specifieke kenmerken afwijkend van de BV. |