Cover
立即免费开始 Notities consumentenrecht 2025.pdf
Summary
# Harmonisatie van consumentenrecht in Europa
Harmonisatie van consumentenrecht in Europa streeft naar een uniform rechtskader ter bevordering van de interne markt, waarbij de omzetting van EU-richtlijnen door lidstaten en de rol van het Hof van Justitie centraal staan.
## 1. Harmonisatie van consumentenrecht in Europa
### 1.1 Omzetting van EU-recht
De meeste consumentenrechtelijke regels zijn het resultaat van de omzetting van Europese richtlijnen in nationale wetgeving, wat leidt tot vergelijkbare regels in de lidstaten. In België wordt dit voornamelijk gedaan via Boek VI van het Wetboek Economisch Recht (WER), dat voorheen de Wet Handelspraktijken en de Wet Marktpraktijken omvatte. Soms vaardigt België regels uit die verder gaan dan de EU-verplichting; een voorbeeld is de bescherming van consumenten tegen stilzwijgende verlenging van dienstenovereenkomsten van bepaalde duur, met een recht op kosteloze beëindiging binnen een redelijke opzegtermijn van maximaal twee maanden, een Belgisch initiatief ter bescherming van consumenten met beperkte financiële middelen [2](#page=2).
Daarnaast zijn er regels opgenomen in het Burgerlijk Wetboek, zoals het oude Burgerlijk Wetboek en het toekomstige Boek 7 BW, die de wettelijke garantie van twee jaar voor lichamelijke roerende zaken en sinds 2022 ook voor digitale inhoud en diensten regelen. Ook bestaat er afzonderlijke wetgeving op dit gebied [2](#page=2).
Het Hof van Justitie van de Europese Unie speelt een cruciale rol bij de interpretatie van EU-recht, onder meer via prejudiciële vragen, en kan in bepaalde gevallen zelfs nieuwe regels creëren door interpretatie, wat de scheiding der machten in vraag kan stellen. Het Hof onderzoekt tevens of nationale regels in overeenstemming zijn met het Europees recht, zowel primair verdragsrecht als secundaire wetgeving zoals richtlijnen [2](#page=2).
Europese en nationale instanties bieden richtlijnen die verduidelijking bieden over de interpretatie van wetgeving. Op Europees niveau wordt dit gedaan door de Europese Commissie, en op Belgisch niveau door de dienst economische inspectie binnen het Ministerie van Economische Zaken, zoals bijvoorbeeld met betrekking tot "green washing" [2](#page=2).
### 1.2 Hoog beschermingsniveau
De Europese rechtsgrond voor consumentenbescherming, voornamelijk gebaseerd op artikel 114 VWEU, beoogt harmonisatie ter realisatie van de interne markt. Een gelijke consumentenbescherming vergroot het consumentenvertrouwen in grensoverschrijdende aankopen van goederen en diensten, het zogenaamde "confident consumer argument". Dit verlaagt de zorgen bij ondernemingen over het naleven van buitenlandse consumentenrechtelijke regels, wat leidt tot kostenreductie [2](#page=2) [3](#page=3).
Artikel 169 VWEU dient ter bescherming van de economische belangen van de consument. Maximale harmonisatie is enkel mogelijk op grond van artikel 114 VWEU, wat de interne markt sterker bevordert dan minimale harmonisatie, waarbij aanvullende bescherming wel mogelijk is (gold plating). De EU-wetgever steunt zich zelden exclusief op artikel 169 VWEU voor de uitvaardiging van verordeningen of richtlijnen [3](#page=3).
Een vereiste van een hoog beschermingsniveau betekent niet noodzakelijk het hoogst mogelijke beschermingsniveau. Dit principe wordt ondersteund door artikel 12 en 114 VWEU met prioriteit voor de interne markt, artikel 38 van het Handvest van de Grondrechten van de EU, en is herhaald in Europese richtlijnen en de rechtspraak van het Hof van Justitie [3](#page=3).
Ondanks dat Europa over het algemeen consumentvriendelijk is, blijft de handhaving van consumentenrechten een uitdaging. Het dagvaarden van een onderneming voor een relatief klein bedrag is niet efficiënt, waardoor de output van een handhavingsactie niet altijd opweegt tegen de input. Ombudsdiensten bieden uitkomst, maar hun beslissingen zijn niet bindend, wat alsnog een gang naar de rechtbank noodzakelijk maakt. Collectieve acties, zoals die van Testaankoop, zijn ook niet altijd de oplossing [3](#page=3).
### 1.3 Harmonisatie: minimaal versus maximaal
Harmonisatie vindt plaats via verordeningen (zelden) en richtlijnen (vrijwel altijd) [3](#page=3).
#### 1.3.1 Minimale harmonisatie
Bij minimale harmonisatie wordt een minimale bescherming geboden, maar aanvullende bescherming door lidstaten is toegestaan. Dit kan leiden tot verschillende beschermingsniveaus tussen lidstaten, wat minder goed verenigbaar is met het idee van een interne markt [3](#page=3).
De verenigbaarheid van nationale regels met Europees recht wordt beoordeeld op basis van primair verdragsrecht, eventueel aangevuld met de Dienstenrichtlijn. Beperkingen op het vrij verkeer zijn enkel gerechtvaardigd indien ze een doelstelling van algemeen belang dienen (zoals consumentenbescherming, wat altijd van belang is volgens het Hof van Justitie), pertinent zijn (noodzakelijk en bijdragend aan consumentenbescherming) en proportioneel zijn (niet verder gaan dan noodzakelijk en geen minder beperkende maatregelen bestaan) [4](#page=4).
Een voorbeeld hiervan is het arrest van het HvJ van 16 december 2008, C-205/07, Lodewijk Gysbrechts, betreffende de oude Richtlijn verkoop op afstand. De Belgische wetgever wilde aanvullende bescherming bieden door te stellen dat binnen de bedenktermijn geen betaling geëist kon worden. Het Hof oordeelde dat hoewel consumentenbescherming een algemeen belang dient en de maatregel bijdraagt aan deze bescherming, de manier waarop de economische inspectie deze toepaste (verbod om louter ter garantie een kredietkaartnummer te vragen) disproportioneel was. Huidig recht bevat deze specifieke verbodsbepaling niet meer, wat een evolutie richting maximale harmonisatie aangeeft [4](#page=4).
De Richtlijn Oneerlijke Bedingen is minimaal geharmoniseerd, met een indicatieve lijst van oneerlijke bedingen. Veel lidstaten, waaronder België met zijn "zwarte lijst", hebben additionele bescherming voorzien. Deze aanvullende bescherming moet echter steeds verenigbaar zijn met het beginsel van vrij verkeer en de proportionaliteitstoets doorstaan. Een maximaal geharmoniseerd politiek compromis voor deze richtlijn is niet gelukt [4](#page=4).
#### 1.3.2 Maximale harmonisatie
Bij maximale harmonisatie is aanvullende bescherming door lidstaten niet mogelijk in het geharmoniseerde gebied [4](#page=4) [5](#page=5).
Wel mogelijk is het uitbreiden van het toepassingsgebied van de richtlijn naar andere situaties. Bijvoorbeeld, oneerlijke handelspraktijken B2C kunnen ook van toepassing worden gemaakt in een B2B-context. Tevens kunnen zaken die buiten het geharmoniseerde gebied vallen, door de lidstaten worden geregeld. Dit geldt bijvoorbeeld voor consumentenkoop en wettelijke garantie bij conformiteitsgebreken, waarbij de EU-lidstaten aanvullende regels kunnen opstellen [5](#page=5).
In de zaak Michel Schyns (HvJ 6 juni 2019, C-58/18) werd geoordeeld dat een Belgische regel die verder ging dan de maximaal geharmoniseerde consumentenkredietrichtlijn (onthoudingsverplichting van kredietgever bij negatieve kredietwaardigheidsbeoordeling) verenigbaar was, omdat de gevolgen van een negatieve kredietwaardigheidsbeoordeling niet door de richtlijn waren geharmoniseerd. De verenigbaarheid met het Europees recht moet echter altijd beoordeeld worden op grond van het primair verdragsrecht (HvJ 12 juli 2012, C-602/10, Volksbank România). Er bestaat discussie of een regel die stelt dat iemand die 1000 euro niet kan betalen geen krediet mag krijgen, nog conform is met maximale harmonisatie [5](#page=5).
De Richtlijn Goederen is maximaal geharmoniseerd, maar biedt toch verschillende opties aan lidstaten, wat paradoxaal lijkt. Bijvoorbeeld, voor lichamelijke roerende zaken geldt een wettelijke garantie van twee jaar voor kosteloos herstel of vervanging bij conformiteitsgebreken. Lidstaten kunnen deze termijn verlengen en de duur van het anterioriteitsvermoeden (waarbij een gebrek binnen een bepaalde termijn na levering verondersteld wordt al aanwezig te zijn geweest) verdubbelen naar twee jaar [5](#page=5).
#### 1.4 Tendens en kritiek
Er is een tendens van minimale naar maximale harmonisatie, onder meer bij overeenkomsten op afstand en wettelijke garantie, met als verantwoording kostenreductie voor ondernemingen en het "confident consumer" argument [6](#page=6).
Kritiek in de Europese literatuur richt zich op de afwezigheid van "volledige" harmonisatie, omdat er nog steeds opties voor lidstaten bestaan (bv. in de Richtlijn Goederen 2019 en de Omnibus Richtlijn 2019), wat de maximale harmonisatie ondermijnt. Dit komt vaak door politieke compromissen waarbij lidstaten bestaande bescherming niet willen afbouwen. Zo biedt de Richtlijn Goederen weliswaar maximale harmonisatie, maar laat het lidstaten toe om de garantietermijn en de duur van het anterioriteitsvermoeden te verlengen. Dit resulteert in grote verschillen binnen de EU, ondanks de intentie tot maximale harmonisatie [6](#page=6).
Een ander punt van kritiek is de afwezigheid van specifieke sancties in richtlijnen. Lidstaten moeten zelf doeltreffende, afschrikwekkende en evenredige sancties uitwerken, wat leidt tot verschillen tussen lidstaten en afbreuk doet aan de uniformiteit. De triade van sancties (doeltreffendheid, afschrikking, proportionaliteit) vereist een relatie tussen de ernst van de inbreuk en de sanctie, en een rekening houdend met de totaliteit van de sancties die een lidstaat voorziet. Hoewel er privaatrechtelijke remedies bestaan, zijn deze vaak niet doeltreffend of afschrikwekkend genoeg omdat er te weinig consumenten hun rechten afdwingen. Collectieve vorderingen zijn duur en worden weinig gebruikt. Naast privaatrechtelijke handhaving zijn er ook publieke en administratieve handhavingsmechanismen, zoals de economische inspectie in België, die waarschuwingen, geldsommen of administratieve geldboetes kan opleggen. Er is een nood aan wisselwerking tussen publieke en private handhaving [6](#page=6) [7](#page=7).
De impact van de Omnibus-Richtlijn 2019 wordt als beperkt beschouwd omdat consumenten bij een inbreuk op het consumentenrecht sowieso schadevergoeding moeten krijgen. Grensoverschrijdende handhaving, en de potentiële afschrikkende werking ervan op consumenten die grensoverschrijdend consumeren, wordt door sommige auteurs in twijfel getrokken, gezien consumenten eerder lijken te focussen op prijs dan op mogelijke problemen [7](#page=7).
Samenvattend heeft de Europese wetgeving een tendens naar maximale harmonisatie gekend ter realisatie van de interne markt. Echter, maximale harmonisatie betekent niet dat alle wetgeving in alle lidstaten identiek is; verschillen blijven bestaan door de uitbreiding van toepassingsgebieden of door opties die richtlijnen bieden aan lidstaten [7](#page=7).
---
# Begrippen en toepassingsgebied van consumentenrecht
Dit gedeelte definieert cruciale begrippen zoals consument, onderneming, goederen, diensten en digitale inhoud, en onderzoekt hun toepassingsgebied binnen het consumentenrecht.
## 2. Begrippen en toepassingsgebied van consumentenrecht
Regels in Boek VI van het Wetboek Economisch Recht (WER) streven zowel de bescherming van de consument als de bescherming van de eerlijke concurrentie na. Dit onderdeel focust op regels die primair gericht zijn op consumentenbescherming. Het toepassingsgebied van deze regels moet per afdeling, artikel of lid bepaald worden [8](#page=8).
### 2.1 Belangrijke begrippen en hun definities
Voor het bepalen van het toepassingsgebied zijn de definities in Boek I van het WER relevant [8](#page=8).
#### 2.1.1 Goederen
Goederen zijn gedefinieerd in artikel I.1, 6° WER. Dit omvat lichamelijke roerende zaken, inclusief gas, water en elektriciteit [9](#page=9).
* **Digitale inhoud op materiële drager:** Wanneer digitale inhoud is opgeslagen op een materiële drager (zoals een USB-stick of CD), wordt het beschouwd als een lichamelijk roerend goed [9](#page=9).
* **Uitsluitingen:** Onroerende goederen vallen niet onder de definitie van 'goederen' in deze context. De aard van de zaak op het moment van levering is bepalend (bv. bakstenen om een bijbouw te plaatsen zijn roerend bij levering). Ook digitale inhoud die zich niet op een materiële drager bevindt, en digitale diensten, vallen hier niet onder [9](#page=9).
> **Tip:** Let op bijzondere regels voor gas- en elektriciteitscontracten, bijvoorbeeld de herroepingstermijn [9](#page=9).
#### 2.1.2 Diensten
Diensten worden gedefinieerd als prestaties in het kader van een professionele activiteit of statutair doel, zoals vastgelegd in artikel I.1, 5° WER. Dit heeft een ruime invulling en omvat alle prestaties die ten behoeve van een derde worden verricht in het kader van een professionele activiteit door een onderneming [8](#page=8).
* **Digitale diensten:** Diensten kunnen ook digitale diensten omvatten, wat een steeds belangrijker aspect wordt [8](#page=8).
* **Financiële diensten en financiële instrumenten:** Deze vallen in principe onder een cumulatieve toepassing van de regels, tenzij er tegenstrijdigheden zijn. Dan geldt de sectorale regeling boven de algemene regeling. Financiële diensten omvatten onder meer bancaire diensten, diensten i.v.m. kredieten, betalingen, individuele pensioenen en beleggingen [9](#page=9).
> **Tip:** Denk aan digitale banktoepassingen zoals Revolut [9](#page=9).
#### 2.1.3 Gemengde overeenkomsten
Bij gemengde overeenkomsten die zowel goederen als diensten omvatten, wordt de overeenkomst altijd behandeld als een verkoopovereenkomst als er een verkoopelement in zit. Dit wijkt af van het gemeenrecht waar het accessoire het hoofd-gevolgd zou worden [10](#page=10).
* **Definities:** Een verkoopovereenkomst is gedefinieerd in artikel I.8, 33° WER, en een dienstenovereenkomst in artikel I.8, 34° WER [10](#page=10).
#### 2.1.4 Digitale inhoud en digitale diensten
Digitale inhoud is gedefinieerd in artikel I.8, 35° WER. Er gelden bijzondere regels voor digitale inhoud in het WER, bijvoorbeeld met betrekking tot overeenkomsten op afstand [10](#page=10).
* **Materiële drager vs. geen materiële drager:** Digitale inhoud op een materiële drager wordt beschouwd als een goed, terwijl digitale inhoud zonder materiële drager als een dienst wordt gezien [10](#page=10).
* **Onderscheid:** Games downloaden om offline te spelen is digitale inhoud, terwijl online games spelen op een server met continue interactie een digitale dienstverlening is. Het downloaden van een boek valt onder digitale inhoud [10](#page=10).
* **Bijzondere garantieregeling:** Er bestaat een bijzondere garantieregeling voor digitale inhoud en digitale diensten in het oud Burgerlijk Wetboek (art. 1701/1 e.v.). Deze regels zijn gelukkig grotendeels gelijk aan die in het WER [10](#page=10).
> **Tip:** "Gratis" digitale inhoud of diensten, zoals social media, worden vaak betaald met persoonsgegevens, waardoor ze niet echt gratis zijn [10](#page=10).
#### 2.1.5 Producten
Producten (art. I.8, 47° WER) omvatten goederen, diensten, rechten en verplichtingen, en digitale inhoud en digitale diensten [10](#page=10).
* **Materieel toepassingsgebied:** Er zijn geen beperkingen op het materieel toepassingsgebied voor de meeste bepalingen inzake oneerlijke bedingen en oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten [10](#page=10).
#### 2.1.6 Consument
De definitie van consument is veranderd. Vroeger (tot 2010) was dit een natuurlijke persoon die producten verwerft of gebruikt voor uitsluitend niet-beroepsmatige doeleinden (art. 2, 3° WMPC). Nu is het elke natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen (art. I.1, 2° WER) [11](#page=11).
* **Enkel natuurlijke personen:** De overheid en VZW's kunnen geen consument meer zijn. Verenigingen van mede-eigenaars worden ook niet als consument beschouwd [11](#page=11).
* **Bescherming voor rechtspersonen:** Rechtspersonen kunnen echter op andere manieren beschermd worden, bijvoorbeeld via de regeling inzake onrechtmatige bedingen [11](#page=11).
* **Toepassing bestemmingscriterium:** Het enige wat telt, zijn de doeleinden waarvoor men contracteert [11](#page=11).
* **Doel buiten beroepsactiviteit (privédoeleinden):**
* **Toekomstige beroepsactiviteit:** Als men een overeenkomst sluit met het oog op een toekomstige beroepsactiviteit, wordt men niet meer als consument beschouwd, ook al oefent men de activiteit nog niet uit [11](#page=11).
* **Studenten:** Studenten worden in principe als consumenten beschouwd, tenzij ze een specifieke beroepsactiviteit voor ogen hebben. Recente rechtspraak van het HvJ stelt echter dat wanneer een persoon nog geen beroepsactiviteit uitoefent en een overeenkomst sluit met het oog op een toekomstige beroepsactiviteit, men deze persoon als consument blijft beschouwen [11](#page=11).
* **Expertise niet relevant:** De expertise van de persoon is niet doorslaggevend [12](#page=12).
* **Situationele invulling:** De invulling gebeurt per overeenkomst en men kijkt of de overeenkomst verband houdt met de beroepsactiviteit [12](#page=12).
* **Privé-doeleinden:**
* **Objectieve of subjectieve invulling:** Hoewel subjectieve bedoelingen een rol kunnen spelen, heeft het HvJ de voorkeur voor een objectieve invulling, kijkend naar de aard van de goederen of diensten. Omstandigheden kunnen echter aantonen dat het omgekeerde het geval is [12](#page=12).
* **Vermoeden van consument:** Een objectieve invulling van het bestemmingscriterium kan leiden tot een vermoeden van consument zijn, zeker als er geen redenen zijn om aan te nemen dat de passagiers van een vlucht voor professionele doeleinden reizen [12](#page=12).
* **Verlies van consumentenhoedanigheid:** Bij later professioneel gebruik kan men de hoedanigheid van consument verliezen, maar niet omgekeerd. Dit geldt vooral bij langdurige overeenkomsten met doorlopende dienstverlening [13](#page=13).
* **Gemengd gebruik (zowel privé als professioneel):**
* **Vroeger:** Gemengd gebruik verhinderde de kwalificatie als consument [13](#page=13).
* **Nu (WER):** Het volstaat dat het gaat om een overheersend en hoofdzakelijk privégebruik [13](#page=13).
* **Europese interpretatie:** Het professioneel gebruik moet verwaarloosbaar zijn. De verhouding 51%-49% zal hier niet volstaan [13](#page=13).
* **Materiële consumentenrecht vs. internationale bevoegdheidsregels:** De restrictieve invulling van het consumentenbegrip in het kader van internationale bevoegdheidsregels moet niet worden doorgetrokken naar het materiële consumentenrecht. Voor het materiële consumentenrecht volstaat overwegend privé-gebruik [14](#page=14).
* **Borg/derde verstrekker van zakelijke zekerheid:**
* **Europees consumentenbegrip:** Een derde kan als consument worden beschouwd wanneer deze optreedt buiten zijn eigen beroepsactiviteit. Dit is het geval wanneer de gewaarborgde schuld voor privé doeleinden is aangegaan [14](#page=14).
* **Uitzondering:** Een verstrekker van zekerheid kan niet als consument worden beschouwd wanneer er een functionele band bestaat tussen de hoofd-SA en de verstrekker (bv. bestuurders van een vennootschap) [15](#page=15).
#### 2.1.7 Onderneming
De definitie van onderneming in artikel I.8, 39° WER is van toepassing. Deze moet richtlijnconform geïnterpreteerd worden, rekening houdend met Europese rechtspraak [15](#page=15).
* **Kenmerken:**
* Natuurlijke persoon of rechtspersoon, ongeacht de rechtsvorm of winstbejag [15](#page=15).
* **Economisch doel nastreven:** Dit betekent het verrichten van een economische activiteit, oftewel het aanbieden van producten op de markt tegen vergoeding, of het verrichten van een beroepsactiviteit [15](#page=15).
* **Duurzame wijze:** De activiteit moet op duurzame wijze gebeuren, dus niet occasioneel. Regelmaat is belangrijk [15](#page=15).
* **Beoordeling:**
* De beoordeling gebeurt geval per geval in het licht van feitelijke omstandigheden [16](#page=16).
* **Indicatieve criteria:** Georganiseerd karakter/frequentie, winstoogmerk (niet vereist, maar kan wijzen op beroepsactiviteit), expertise, rechtsvorm, btw-plichtigheid, aard van de producten en het aanbod [16](#page=16).
* **Deeleconomie:** De grens kan vaag zijn in de deeleconomie [15](#page=15).
* **Artikel VI.45/1 WER:** Dit nieuwe artikel legt informatieverplichtingen op voor aanbieders van online marktplaatsen. Platforms mogen vertrouwen op de verklaring van de gebruiker of deze zich als onderneming of consument labelt [16](#page=16).
* **Bijzondere toepassingen in Europese rechtspraak:**
* **Ziekenfonds:** Winstoogmerk is niet vereist [17](#page=17).
* **Universiteit:** Zowel privaatrechtelijke als publiekrechtelijke beroepsactiviteiten worden meegenomen. Winstoogmerk is niet vereist. Een universiteit kan als onderneming worden beschouwd wanneer deze andere diensten aanbiedt dan onderwijs, zoals huisvesting of kinderopvang. Ook bij het verstrekken van onderwijs aan studenten kan de universiteit als onderneming worden gezien [17](#page=17).
> **Tip:** De vraag of een natuurlijk persoon of een online marktplaats als onderneming wordt beschouwd, wordt steeds per geval beoordeeld op basis van verschillende indicatieve criteria [16](#page=16).
---
# Contractvoorwaarden en onrechtmatige bedingen
**3. Contractvoorwaarden en onrechtmatige bedingen**
Dit onderwerp analyseert de geldigheid van algemene voorwaarden, de toepassingsnormen voor onrechtmatige bedingen (zwarte lijst, grijze lijst, algemene toetsingsnorm) en de sancties die hieraan verbonden zijn, met een focus op de consumentenbescherming [23](#page=23).
### 3.1 Geldigheid en tegenwerpelijkheid van algemene voorwaarden
De bindende kracht van algemene voorwaarden (AVW) vereist dat de consument er redelijkerwijs kennis van kon nemen en deze heeft aanvaard, hetzij uitdrukkelijk, hetzij stilzwijgend [23](#page=23).
#### 3.1.1 Redelijke mogelijkheid tot kennisname
* De consument is niet verplicht de AVW te lezen, maar er moet een reële mogelijkheid zijn tot kennisname voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst [23](#page=23).
* Overhandiging is niet steeds vereist; een verwijzing kan volstaan indien de AVW effectief toegankelijk zijn [23](#page=23).
* **Surprise/ongebruikelijke bedingen**: Deze moeten onder de bijzondere aandacht van de consument worden gebracht, bijvoorbeeld door ze afzonderlijk te laten ondertekenen [23](#page=23).
* **Virtuele context**: Hyperlinks, scrollen door de AVW alvorens akkoord te gaan, of het aanvinken van een vakje met een hyperlink naar de AVW zijn manieren om aan de kennisnameverplichting te voldoen. Browse-wrap praktijken (zoals een pop-up bij verdergaan op een website) roepen meer twijfel op [24](#page=24).
* **Reële context**: Bij fysieke documenten, zoals een bestelbon, volstaat een verwijzing naar een website niet; de AVW moeten dan afgedrukt en als bijlage worden toegevoegd of op de bestelbon zelf worden opgenomen [25](#page=25).
* **Factuurvoorwaarden**: Deze zijn niet tegenwerpelijk indien ze voor het eerst op een factuur verschijnen [24](#page=24).
* **Ziekehuis-AVW**: De Cassatie stelt dat zelfs in noodsituaties AVW slechts tegenwerpelijk zijn indien ze voorafgaand aan het contract zijn meegedeeld en de consument kennis kon nemen [24](#page=24).
* **Bewijslast**: De onderneming draagt de bewijslast dat er een redelijke mogelijkheid tot kennisname was, zelfs na aanvaarding [25](#page=25).
#### 3.1.2 Aanvaarding
De aanvaarding kan uitdrukkelijk of stilzwijgend gebeuren. Een "clickwrap" (actieve aanvaarding) is te verkiezen boven een "browsewrap" [24](#page=24).
#### 3.1.3 Impact van andere regelgeving
* **Informatieverplichting (art. VI.2 WER)**: Dit geldt voor "verrassende" bedingen waar de consument zich niet aan moet verwachten [25](#page=25).
* **Transparantievereiste (art. I.8, 22° en VI.82 WER)**: Dit bestaat uit een procedurele, formele en materiële component. Gebrek aan transparantie kan leiden tot oneerlijkheid en een kennelijk onevenwicht. De Europese regels (CSR) krijgen hierbij voorrang [25](#page=25) [26](#page=26).
* **Essentiële bedingen**: Indien een essentieel beding onvoldoende transparant is, kan het als oneerlijk worden beschouwd [26](#page=26).
### 3.2 Toepassingsgebied
De regels inzake onrechtmatige bedingen zijn van toepassing in consumentenrelaties (B2C), professionele relaties (B2B) en daartussenin.
#### 3.2.1 Consument (B2C)
* **Toepassing**: Geldt voor consumenten die optreden voor privédoeleinden [26](#page=26).
* **VME (Vereniging van Mede-Eigenaars)**: Kan onder bepaalde voorwaarden (75% van de aandelen in kavels zonder professionele bestemming) worden beschermd door de B2C-regels [26](#page=26).
* **Gemeen recht (art. 5.52 BW)**: Dient als vangnet voor contracten die niet onder Boek VI WER vallen, zoals C2C-contracten, en voor bedingen waarover niet onderhandeld kon worden [26](#page=26).
* **B2B-wet (vanaf 1 december 2020)**: Bevat een zwarte lijst, grijze lijst en een algemene toetsingsnorm voor B2B-contracten, met uitzondering van financiële diensten die onder het gemeen recht vallen [27](#page=27).
#### 3.2.2 Onderneming (B2B)
* De zwarte lijst in B2B is beperkter, er is een grijze lijst met weerlegbaar vermoede onrechtmatige bedingen [27](#page=27).
* De interpretaties van het HvJ zijn niet bindend voor nationale rechters in B2B-contexten, aangezien de RL Oneerlijke Bedingen enkel op B2C van toepassing is [27](#page=27).
#### 3.2.3 Producten
Het toepassingsgebied is ruim en omvat alles, zonder beperkingen [27](#page=27).
#### 3.2.4 Bedingen en voorwaarden
De regeling is van toepassing ongeacht of er individueel over de bedingen kon worden onderhandeld. Dit geldt zowel voor contractuele bedingen als reglementaire voorwaarden [27](#page=27) [28](#page=28).
#### 3.2.5 Uitsluiting van kernbedingen (art. VI.82 WER)
* Kernbedingen bepalen de kernprestaties en kenmerken van de overeenkomst (bv. de te leveren prestatie en de prijs) [29](#page=29).
* Ze zijn uitgesloten van de algemene toetsingsnorm, tenzij ze niet duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd (transparantievereiste) [29](#page=29).
* Onvoldoende duidelijke kernbedingen kunnen onder de algemene toetsingsnorm vallen, wat tot nietigheid kan leiden [30](#page=30).
* **Materiële transparantie**: Betekent dat de gemiddelde consument de economische en juridische gevolgen van een beding kan inschatten [30](#page=30).
### 3.3 Algemene toetsingsnorm
* **Definitie (art. I.8, 22° en VI.82 WER)**: Verbod op bedingen die een kennelijk onevenwicht creëren tussen de rechten en plichten van de partijen. Dit fungeert als een vangnetbepaling [29](#page=29).
* **Beoordelingscriteria (art. VI.82 WER)**:
* Omstandigheden rond het sluiten van de overeenkomst, inclusief oneerlijke handelspraktijken [45](#page=45).
* Andere bedingen in de overeenkomst (gebrek aan wederkerigheid) [45](#page=45).
* Bedingen in andere overeenkomsten (afhankelijke contracten) [46](#page=46).
* De aard van het product (beperkte rol) [46](#page=46).
* Duidelijkheid en begrijpelijkheid van het beding (transparantievereiste) [46](#page=46).
* **Rechtsonzekerheid**: De toepassing ervan is moeilijk te voorspellen [29](#page=29).
* **Europees recht**: De algemene toetsingsnorm is minimaal geharmoniseerd, wat betekent dat lidstaten aanvullende bescherming mogen voorzien. (#page=26, 45) [26](#page=26) [45](#page=45).
### 3.4 Zwarte lijst
De zwarte lijst bevat per se verboden bedingen die de consumentenbescherming waarborgen [29](#page=29).
#### 3.4.1 Eenzijdige wijziging van prijs en contractvoorwaarden (art. VI.83, 2° en 3° WER)
* **Bepaalde duur**: Tenzij aan strikte voorwaarden wordt voldaan (objectieve parameters), is eenzijdige wijziging verboden [31](#page=31).
* **Onbepaalde duur**: Mogelijk mits voorafgaande kennisgeving en de mogelijkheid voor de consument om kosteloos op te zeggen [32](#page=32).
* **Uitzonderingen**: Rente en indexeringsclausules [32](#page=32).
#### 3.4.2 Eenzijdige wijziging van kenmerken van het product (art. VI.83, 4° WER)
* Dit geldt voor wezenlijke kenmerken [32](#page=32).
* Een objectieve invulling van "wezenlijk" is gebaseerd op het normaal voorzienbaar gebruik door de gemiddelde consument [33](#page=33).
#### 3.4.3 Eenzijdige wijziging van leveringstermijn/uitvoeringstermijn (art. VI.83, 5° WER)
* Verbod op bedingen die de onderneming toelaten de leveringstermijn eenzijdig te bepalen of te wijzigen, tenzij dit duidelijk en met instemming gebeurt [33](#page=33).
#### 3.4.4 Beëindiging (opzegging) door onderneming (art. VI.83, 10° en 11° WER)
* **Niet voor wanprestatie**: Dit valt onder ontbinding [33](#page=33).
* **Bij gebrek aan wanprestatie**: Vereist een redelijke opzegtermijn (bij onbepaalde duur) of schadeloosstelling (bij bepaalde duur), tenzij er sprake is van overmacht [34](#page=34).
#### 3.4.5 Exceptio non adimpleti contractus (art. VI.83, 9° WER)
* Het opschorten van eigen verbintenissen bij niet-uitvoering door de wederpartij mag niet contractueel worden ontnomen in een B2C-relatie [34](#page=34).
#### 3.4.6 Wederkerigheid en gelijkwaardigheid van schadebedingen (art. VI.83, 17° WER)
* Schadebedingen die de consument verplichten bij wanprestatie moeten wederkerig en gelijkwaardig zijn [34](#page=34).
* **Niet van toepassing op verbrekings-/opzegbedingen** [35](#page=35).
* **Proportionaliteit, gelijkwaardigheid en wederkerigheid** gelden voor schadebedingen [35](#page=35).
#### 3.4.7 Kennelijk bovenmatige schadebedingen (art. VI.83, 24° WER)
* Verbod op bedingen waarbij de consument een vergoeding moet betalen die kennelijk de reële schade van de onderneming overschrijdt [37](#page=37).
* **Cumulatief effect**: Bij gelijke wanprestatie mogen de totale bedongen vergoedingen niet kennelijk bovenmatig zijn [37](#page=37).
* **Keuze tussen forfaitaire en werkelijke schadevergoeding**: Een dergelijk beding is onrechtmatig indien het de onderneming een keuze laat die altijd in het voordeel van de consument is [38](#page=38).
#### 3.4.8 Exoneratiebedingen (art. VI.83, 13° WER)
* Uitsluiting van aansprakelijkheid is verboden voor zware of opzettelijke fouten, alsook voor fouten die de essentiële verbintenis tenietdoen [39](#page=39).
* Beperking van aansprakelijkheid mag niet leiden tot een kennelijk onevenwicht [39](#page=39).
* Uitsluiting van aansprakelijkheid voor lichamelijke schade is niet toegelaten [40](#page=40).
#### 3.4.9 Ongepaste beperkingen van wettelijke rechten (art. VI.83, 30° WER)
* Bedingen die de wettelijke rechten van de consument op ongepaste wijze inperken of een kennelijk onevenwicht creëren, zijn verboden [40](#page=40).
#### 3.4.10 Stilzwijgende verlenging (art. VI.83, 19° en 20° WER; art. VI.91 WER)
* Verbod op stilzwijgende verlenging van contracten van bepaalde duur, behoudens specifieke voorwaarden en informatieplichten. (#page=40, 41) [40](#page=40) [41](#page=41).
* Voor diensten (art. VI.91 WER) is een opzegrecht te allen tijde na verlenging met een redelijke opzegtermijn voorzien [42](#page=42).
#### 3.4.11 Verbod van verhaal (art. VI.83, 22° WER)
* Een consument mag niet worden belet zich tot een rechter te wenden. Arbitragebedingen zijn niet strikt verboden, maar kunnen wel onder de algemene toetsingsnorm vallen [42](#page=42) [43](#page=43).
#### 3.4.12 Bevoegdheidsbedingen (art. VI.83, 23° WER)
* Verbod op bedingen die de consument verplichten zich te verdedigen voor een rechter die te ver van zijn woonplaats is gelegen, wat een kennelijk onevenwicht kan creëren [43](#page=43).
#### 3.4.13 Beperking of uitsluiting van bewijsmiddelen (art. VI.83, 21° WER)
* Het beperken of uitsluiten van de bewijsmiddelen van de consument is verboden. Een omkering van de bewijslast ten nadele van de consument is ook verboden [44](#page=44).
### 3.5 Sancties
* **Nietigheid**: In beginsel is enkel het onrechtmatige beding nietig [50](#page=50).
* **Nietigheid van de overeenkomst**: Indien de overeenkomst niet kan voortbestaan zonder het nietige beding, is de hele overeenkomst nietig [50](#page=50).
* **Ambtshalve opwerping**: De rechter is verplicht het oneerlijke karakter van bedingen ambtshalve op te werpen. Dit principe is gebaseerd op het gelijkwaardigheids- en doeltreffendheidsprincipe [48](#page=48) [49](#page=49).
* **Matiging/revisie niet toegestaan**: Een oneerlijk beding kan niet worden gematigd tot een redelijk niveau; het moet geschrapt worden [50](#page=50).
* **Terugbetaling**: Onrechtmatig betaalde bedragen kunnen worden teruggevorderd als onverschuldigde betaling [52](#page=52).
* **Suppletief recht**: In uitzonderlijke gevallen kan suppletief recht worden toegepast om een evenwicht te herstellen [52](#page=52).
---
# Consumentenbescherming bij verkoop op afstand, buiten verkoopruimte en garantievoorwaarden
Hier is een gedetailleerde samenvatting over consumentenbescherming bij verkoop op afstand, buiten verkoopruimte en garantievoorwaarden, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 4. Consumentenbescherming bij verkoop op afstand, buiten verkoopruimte en garantievoorwaarden
Dit deel behandelt de specifieke beschermingsmaatregelen voor consumenten bij overeenkomsten op afstand en buiten verkoopruimte, inclusief het herroepingsrecht en de wettelijke garantieregeling voor goederen en digitale inhoud.
### 4.1 Algemene beginselen en precontractuele informatie
De regels voor consumentenbescherming gelden ongeacht de wijze waarop een overeenkomst wordt gesloten. Dit omvat de omzetting van Europese richtlijnen, waaronder de RL Consumentenrechten en de RL Oneerlijke bedingen, alsook de RL prijsaanduiding. Het toepassingsgebied is recent uitgebreid met digitale inhoud (niet op materiële drager) en digitale diensten, zelfs wanneer deze in ruil voor persoonsgegevens worden verstrekt [54](#page=54).
#### 4.1.1 Precontractuele informatieverplichtingen
Ondernemingen hebben een algemene informatieverplichting krachtens artikel VI.2 van het Wetboek Economisch Recht (WER). Deze verplichting is bedoeld om de consument in staat te stellen een geïnformeerd besluit te nemen en bevordert concurrentie. De informatie dient uit eigen beweging te worden verstrekt, tenzij de informatie duidelijk uit de context blijkt. De wet bepaalt de inhoud van deze informatie, waaronder de voornaamste kenmerken, prijs, uitvoering en digitale inhoud [54](#page=54) [55](#page=55).
* **Vormvrijheid en bewijslast:** Er zijn geen vormvereisten voor de informatieverstrekking, maar de bewijslast ligt bij de onderneming, met name door het doeltreffendheidsprincipe [55](#page=55).
* **Sanctionering:** Miskenning van deze informatieverplichting kan leiden tot gemeenrechtelijke sancties zoals schadevergoeding of het niet-bindend zijn van de overeenkomst. Daarnaast kan het als misleiding door omissie worden beschouwd, met specifieke sancties onder de oneerlijke handelspraktijken [55](#page=55).
#### 4.1.2 Prijzenaanduiding en transparantie
De onderneming is verplicht de prijs schriftelijk en ondubbelzinnig aan te duiden. De totale prijs, inclusief btw en alle bijkomende kosten, moet worden vermeld. Deze verplichtingen gelden ook in reclame. Er is ook een verplichte aankondiging van prijsverminderingen om misleiding te voorkomen [56](#page=56).
Het transparantievereiste (artikel VI.37 WER) stelt dat bedingen duidelijk en begrijpelijk moeten zijn. Bij twijfel wordt het beding geïnterpreteerd in het voordeel van de consument. Dit omvat zowel procedurele als materiële transparantie, waarbij de consument de economische en juridische gevolgen moet kunnen inschatten [56](#page=56).
#### 4.1.3 Kosten en betalingsmiddelen
* **Telefoongesprekken:** Het is verboden telefoonoproepen betreffende de uitvoering van de overeenkomst (dienst na verkoop) extra aan te rekenen boven het normale tarief [57](#page=57).
* **Default-opties:** De consument moet uitdrukkelijke toestemming geven voor elke extra betaling boven de overeengekomen hoofdverbintenis. Gebruik van standaardopties die de consument moet afwijzen, is verboden [57](#page=57).
* **Betaalmiddelen:** Ondernemingen moeten minstens één elektronisch betaalmiddel ter beschikking stellen. Betaling in speciën moet worden aanvaard, tenzij specifieke uitzonderingen van toepassing zijn (bv. witwaswetgeving) [57](#page=57) [58](#page=58).
* **Kosten betaalmiddel:** Kosten voor het gebruik van een betaalmiddel mogen de kost voor de onderneming niet overschrijden [58](#page=58).
#### 4.1.4 Leveringstermijn en overgang risico
Er geldt een suppletieve leveringstermijn van onverwijld en uiterlijk binnen de 30 dagen na sluiting van de overeenkomst voor goederen. Bij niet-naleving kan de consument de overeenkomst ontbinden, mits een passende aanvullende termijn werd geboden en niet gerespecteerd [58](#page=58) [59](#page=59).
Het risico voor verlies en beschadiging van goederen wordt gedragen door de onderneming tot het moment dat de consument of een door hem aangewezen derde (niet de transporteur) de goederen fysiek in bezit heeft gekregen [60](#page=60).
### 4.2 Overeenkomsten op afstand en buiten verkoopruimte
Deze overeenkomsten genieten specifieke bescherming vanwege de informatie-asymmetrie en het potentiële overrompelingsgevaar (#page=61, 62) [61](#page=61) [62](#page=62).
#### 4.2.1 Toepassingsgebied
* **Onderneming – consument:** De regels zijn van toepassing in een B2C-context en niet in C2C-context [62](#page=62).
* **Goederen en diensten:** De regels gelden voor zowel verkoop- als dienstenovereenkomsten. Digitale inhoud en digitale diensten vallen hier grotendeels onder. Gas, water en elektriciteit worden behandeld als diensten met bijzondere regels [62](#page=62).
* **Uitbreiding door Omnibus RL:** De omzetting van de Omnibus Richtlijn heeft het toepassingsgebied uitgebreid, met name voor betalingen in persoonsgegevens [63](#page=63).
#### 4.2.2 Kenmerken van de overeenkomsten
* **Overeenkomst op afstand:** Kenmerkt zich door het uitsluitend gebruik van technieken voor communicatie op afstand tot en met het sluiten van de overeenkomst, zonder gelijktijdige fysieke aanwezigheid. Een "georganiseerd systeem" is vereist, wat betekent dat het niet om een occasionele overeenkomst op afstand gaat [63](#page=63).
* **Buiten verkoopruimte gesloten overeenkomst:** Dit vindt plaats bij gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de partijen, buiten een reguliere verkoopruimte. Dit omvat situaties zoals bij de consument thuis, op openbare plaatsen of tijdens door de onderneming georganiseerde excursies met promotioneel doel. Een stand op een beurs wordt doorgaans als verkoopruimte beschouwd, tenzij de consument redelijkerwijs een aanbod kon verwachten [64](#page=64).
#### 4.2.3 Uitgesloten overeenkomsten
Bepaalde overeenkomsten zijn uitgesloten van deze specifieke regels, zoals overeenkomsten opgesteld door notarissen, bepaalde juridische bijstandsovereenkomsten, en in sommige gevallen financiële diensten. Ook voedingsmiddelen en dranken verkocht tijdens regelmatige rondes vallen hieronder [65](#page=65).
#### 4.2.4 Informatieverplichtingen
Naast de algemene precontractuele informatie, geldt voor overeenkomsten op afstand en buiten verkoopruimte een specifieke informatieverplichting die na het sluiten van de contracten op een duurzame drager moet worden bevestigd (#page=65, 66). Dit omvat informatie over de identiteit van de onderneming, de prijs, de uitvoeringsmodaliteiten, de duur van de overeenkomst, en de digitale inhoud. De bewijslast hiervan ligt steeds bij de onderneming [65](#page=65) [66](#page=66) [67](#page=67).
* **Bijzonderheden:** Extra informatieplichten gelden voor e-verkoop met betalingsverplichting (bv. knop "bestelling met betalingsverplichting"). Ook voor online marktplaatsen gelden aanvullende verplichtingen, zoals de hoedanigheid van de aanbieder en parameters van zoekresultaten [68](#page=68) [69](#page=69).
#### 4.2.5 Contractbevestiging
Binnen een redelijke termijn, en uiterlijk bij levering van een goed of uitvoering van een dienst, dient een bevestiging van de overeenkomst te worden verstrekt op papier of een duurzame gegevensdrager [70](#page=70).
#### 4.2.6 Sancties bij miskenning informatieplichten
Miskenning van de informatieplichten kan leiden tot specifieke sancties, zoals het niet gebonden zijn aan de bestelling, het niet hoeven betalen van onbekende kosten, of een verlenging van de bedenktermijn met 12 maanden. Algemene sancties, zoals schadevergoeding op grond van gemeenrecht of oneerlijke handelspraktijken, blijven mogelijk [71](#page=71).
### 4.3 Herroepingsrecht
Het herroepingsrecht is een uitzondering op de bindende kracht van overeenkomsten, die consumenten de mogelijkheid geeft een overeenkomst zonder opgave van redenen te beëindigen (#page=62, 72) [62](#page=62) [72](#page=72).
#### 4.3.1 Termijn
Het herroepingsrecht bedraagt 14 kalenderdagen, te rekenen vanaf het sluiten van een dienstenovereenkomst of het fysiek in bezit krijgen van goederen. Bij stilzwijgende verlenging van overeenkomsten ontstaat geen nieuwe herroepingstermijn. Bij miskenning van informatieplichten kan deze termijn verlengd worden tot 12 maanden [72](#page=72) [73](#page=73).
#### 4.3.2 Uitoefening en kosten
Het herroepingsrecht kan worden uitgeoefend via een modelformulier of anderszins. De kosten van terugzending zijn in principe ten laste van de consument, hoewel verkopers dit vrijwillig kunnen overnemen. Voor waardevermindering door "gebruik" van het goed (meer dan enkel testen) kan de consument een vergoeding verschuldigd zijn [73](#page=73) [74](#page=74).
#### 4.3.3 Vergoeding voor geleverde diensten
Indien de consument uitdrukkelijk verzoekt om met de uitvoering van een dienst te starten binnen de bedenktermijn en geïnformeerd is over het verlies van zijn herroepingsrecht, kan een vergoeding voor reeds gepresteerde diensten verschuldigd zijn. Dit geldt pro rata temporis, tenzij de bedongen vergoeding excessief is [75](#page=75).
#### 4.3.4 Uitzonderingen op het herroepingsrecht
De wet somt limitatief de uitzonderingen op, waaronder volledig uitgevoerde diensten (mits voorafgaande instemming en erkenning verlies HR), goederen vervaardigd volgens specificaties van de consument, snel bedervende goederen, verzegelde hygiënische goederen, en bepaalde diensten op een specifieke datum of periode (accommodatie, catering, vervoer, vrije tijd) (#page=78, 79). Digitale inhoud verliest het HR vanaf de uitvoering start, mits dubbel akkoord van de consument [78](#page=78) [79](#page=79).
### 4.4 Consumentenkoop: Garantieregeling voor goederen
De wettelijke garantie biedt bescherming bij conformiteitsgebreken aan goederen [81](#page=81).
#### 4.4.1 Definities en toepassingsgebied
* **Consument:** Een natuurlijke persoon die handelt buiten zijn beroepsactiviteit. Gemengd gebruik is toegestaan mits hoofdzakelijk privé-gebruik [82](#page=82).
* **Verkoper:** Een onderneming, ongeacht of de verkoop binnen of buiten de expertise van de verkoper valt [82](#page=82).
* **Consumptiegoederen:** Lichamelijke roerende goederen, inclusief digitale inhoud en goederen met digitale elementen (#page=83, 84). Uitzonderingen betreffen gas, elektriciteit, water, en goederen verkocht in uitvoering van beslag [83](#page=83) [84](#page=84).
#### 4.4.2 Conformiteitscriteria
Een goed moet voldoen aan objectieve en subjectieve conformiteitscriteria [86](#page=86).
* **Subjectieve conformiteit:** Voldoen aan de koopovereenkomst, geschikt voor bijzonder gebruik meegedeeld door de consument en aanvaard door de verkoper, en omvatten de redelijkerwijs te verwachten toebehoren en instructies, alsook overeengekomen updates (#page=86, 87) [86](#page=86) [87](#page=87).
* **Objectieve conformiteit:** Geschikt voor de doeleinden waarvoor goederen normaal worden gebruikt, normale kwaliteit en duurzaamheid die de consument redelijkerwijs mag verwachten, en rekening houdend met publiekelijk gedane mededelingen (#page=86, 87) [86](#page=86) [87](#page=87).
#### 4.4.3 Garantietermijn
De wettelijke garantietermijn bedraagt in principe twee jaar vanaf de levering. Voor tweedehandsgoederen kan deze contractueel worden ingekort tot één jaar, mits duidelijke informatie. Voor goederen met digitale elementen en continu levering van diensten geldt de duur van de dienstverlening [88](#page=88) [89](#page=89).
#### 4.4.4 Bewijslast en meldingstermijn
Gedurende de eerste twee jaar wordt vermoed dat een gebrek aanwezig was bij de levering (anterioriteitsvermoeden), waarbij de bewijslast bij de verkoper ligt. De consument moet het gebrek melden binnen een termijn van minimaal twee maanden na vaststelling. De vordering moet binnen één jaar na vaststelling van het gebrek worden ingesteld [89](#page=89) [90](#page=90).
#### 4.4.5 Rechtsmiddelen
De consument heeft een hiërarchie van rechtsmiddelen: eerst primaire remedies (herstel of vervanging), en daarna secundaire remedies (evenredige prijsvermindering of ontbinding) (#page=90, 93). Bijkomende schadevergoeding is mogelijk voor schade veroorzaakt door het gebrekkige goed [90](#page=90) [93](#page=93) [94](#page=94).
* **Primair:** Herstel of vervanging, kosteloos, binnen een redelijke termijn en zonder ernstige overlast. De consument heeft vrije keuze tussen herstel en vervanging, tenzij dit onmogelijk of buiten verhouding is [91](#page=91) [92](#page=92).
* **Secundair:** Prijsvermindering of ontbinding zijn mogelijk indien herstel of vervanging niet lukt, oneerlijk is, of het gebrek ernstig is. Bij ontbinding is een gebruiksvergoeding wel mogelijk [93](#page=93).
#### 4.4.6 Commerciële garantie
Een commerciële garantie is een extra recht dat de consument kan worden toegekend, vrij te bepalen door de verkoper of producent. Deze mag echter geen afbreuk doen aan de wettelijke bescherming van de consument en moet transparant worden aangeboden (#page=96, 97) [96](#page=96) [97](#page=97).
### 4.5 Garantie Digitale Inhoud en Digitale Diensten
Deze regeling biedt specifieke bescherming voor digitale inhoud en diensten, vergelijkbaar met die voor lichamelijke roerende zaken [98](#page=98).
#### 4.5.1 Conformiteit
Conformiteit wordt beoordeeld aan de hand van objectieve criteria (doeleinden normaal gebruik, kwaliteit, meest recente versie, updates) en subjectieve criteria (bijzonder gebruik, overeenkomsten over updates). Verkeerde integratie in de digitale omgeving van de consument kan ook tot aansprakelijkheid leiden [99](#page=99).
#### 4.5.2 Duur van de garantietermijn en bewijslast
Voor continue levering geldt de aansprakelijkheid gedurende de volledige duur. Voor eenmalige levering is de aansprakelijkheid voor gebreken bij levering minimaal twee jaar. In België geldt een anterioriteitsvermoeden van één jaar voor digitale inhoud bij eenmalige levering. De bewijslast ligt bij de handelaar gedurende één jaar na levering [99](#page=99).
#### 4.5.3 Remedies
De consument heeft recht op conform laten maken, evenredige prijsvermindering of ontbinding. Bij ontbinding mag de consument de digitale inhoud niet meer gebruiken, en de handelaar mag technische maatregelen nemen om dit te voorkomen. Ook dataportabiliteit is een recht voor de consument bij digitale inhoud [100](#page=100).
---
# Invordering van schulden en reclamepraktijken
Dit document behandelt de regelgeving rond de invordering van consumentenschulden, de begrenzingsregels voor schadevergoedingen en de regels inzake reclame en oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten.
## 5. Invordering van schulden van de consument
Boek XIX van het Wetboek Economisch Recht (WER) is een puur Belgische creatie die bijkomende bescherming biedt aan de consument. Het vult de regels inzake onrechtmatige bedingen aan en moderniseert de regels betreffende de minnelijke invordering van schulden, met als doel een evenwichtige oplossing te bieden bij laattijdige betaling. De wet beoogt enerzijds de consument te beschermen tegen een te snelle en te grote toename van de schuld, en anderzijds te erkennen dat laattijdige betaling kosten genereert voor de schuldeiser die vergoed moeten worden, terwijl ook bescherming geboden wordt tegen oneerlijke invorderingspraktijken. De uitwerking van de wet kreeg kritiek vanwege slordigheden en onduidelijkheden. Het boek bevat ook regels inzake minnelijke schuldbemiddeling .
### 5.1 Toepassingsgebied
Het toepassingsgebied is zowel **personeel** (enkel B2C) als **materieel** (betalingsachterstand van een geldschuld, minnelijke invordering) .
#### 5.1.1 Personeel toepassingsgebied
De regeling is van toepassing op ondernemingen. Het ondernemingsbegrip wordt ruim geïnterpreteerd en omvat ook entiteiten die goederen en diensten op de markt aanbieden, zoals ziekenhuizen en gemeenten die een bibliotheek openhouden. Onderwijsinstellingen worden in principe niet als onderneming beschouwd, tenzij ze ook andere prestaties verrichten zoals het aanbieden van maaltijden .
#### 5.1.2 Materieel toepassingsgebied
* **Betalingsachterstand van een schuld**: Dit betreft het niet-betalen van een schuld op de vervaldag .
* **Geldschulden**: De regeling is van toepassing op geldschulden, ongeacht of ze contractueel of reglementair zijn ontstaan, maar niet op waardeschulden. Reglementaire schulden (bv. energie, parkeerretributies) kunnen cumulatief onder deze regeling vallen, met voorkeur voor de bijzondere regelgeving indien er tegenstrijdigheden zijn .
* **Minnelijke invordering**: Dit omvat elke handeling of praktijk die tot doel heeft een consument aan te zetten een onbetaalde schuld te betalen, vóór er een uitvoerbare titel is. Dit is een ruim begrip, ongeacht wie de handeling stelt (schuldeiser of derde schuldinvorderaar). De activiteit van minnelijke invordering omvat het minnelijk invorderen van onbetaalde schulden voor andermans rekening of van tegen betaling overgenomen schuldvorderingen. Een schuldinvorderaar is een onderneming die deze activiteit uitoefent en onderworpen is aan specifieke voorschriften .
#### 5.1.3 Toepassing in de tijd
De inwerkingtreding gebeurde in twee fasen: vanaf 1 september 2023 voor overeenkomsten gesloten na die datum, en vanaf 1 december 2023 voor overeenkomsten gesloten vóór 1 september 2023, mits de betalingsachterstand na 1 september 2023 is ontstaan. Elke betalingsachterstand moet afzonderlijk worden bekeken .
### 5.2 Kosteloze betalingsherinnering
Voor een onbetaalde schuld op de vervaldatum is een eerste ingebrekestelling, de "betalingsherinnering", vereist. Deze moet kosteloos zijn en een minimale inhoud bevatten. De consument heeft 14 kalenderdagen vanaf de herinnering om zonder schadevergoeding te betalen .
* **Verzending**: Kan door schuldeiser of schuldinvorderaar .
* **Wachttermijn**: Start na de ingebrekestelling en duurt 14 kalenderdagen .
* **Klassieke post**: Start de derde werkdag na verzending .
* **Elektronisch (e-mail, sms)**: Start de kalenderdag die volgt op de verzending .
* **Geen schadevergoeding tijdens wachttermijn**: Nalatigheidsinteresten zijn pas verschuldigd vanaf de dag na het verstrijken van de wachttermijn .
* **Uitzondering voor KMO's**: KMO's mogen nalatigheidsinteresten laten lopen vanaf de kalenderdag na verzending van de herinnering .
* **Principe van kosteloze herinnering**: Mag niet aangerekend worden, tenzij bij overeenkomsten betreffende regelmatige levering van goederen of diensten, met een beperking van drie kosteloze herinneringen per kalenderjaar. Bijkomende herinneringen mogen maximaal 7,50 euro kosten plus portokosten .
* **Minimale inhoud**: Identificatie van de schuldeiser, het verschuldigde bedrag, de schuldvordering en de vermelding dat bij betaling binnen 14 dagen geen schadevergoeding verschuldigd is .
* **Duurzame drager**: Mogelijk via e-mail, sms of brief .
* **Bewijslast onderneming**: Moet bewijzen dat de herinnering is verzonden, niet ontvangen. Elektronische verzending heeft hierbij de voorkeur .
### 5.3 Begrenzing schadevergoeding (Art. XIX.4 WER)
#### 5.3.1 Nalatigheidsinterest
Het maximum is bepaald via referentie naar de superinterestvoet uit de Wet Betalingsachterstand (tweede semester 2023: 12%) .
#### 5.3.2 Forfaitaire schadevergoeding
De forfaitaire schadevergoeding is afhankelijk van het verschuldigde saldo:
* EUR 20 als het saldo ≤ EUR 150 .
* EUR 30 + 10% van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen EUR 150,01 en EUR 500, als het saldo tussen EUR 150,01 en EUR 500 is .
* EUR 65 + 5% van het verschuldigde bedrag op de schijf boven EUR 500, met een maximum van EUR 2.000, als het saldo hoger is dan EUR 500 .
**Voorbeeld**: Bij een factuur van 2.500 euro is de maximale schadevergoeding EUR 65 + (2.000 x 0.05) = EUR 165, naast nalatigheidsinteresten .
**Discussiepunt**: Bij meerdere openstaande facturen die samen een groter bedrag vormen, passen vrederechters vaak slechts één forfaitaire schadevergoeding toe. Een solvabiliteitsonderzoek voorafgaand aan de dagvaarding is vereist; indien er niets te rapen valt, mag niet meer gedagvaard worden en zouden de kosten van de deurwaarder niet ten laste van de consument mogen gelegd worden .
#### 5.3.3 Verbod op andere contractuele schadevergoedingen
De schuldinvorderaar mag van de consument geen enkele vergoeding vragen voor zijn tussenkomst, met uitzondering van de forfaitaire schadevergoeding en eventuele bijzondere wetgeving (lex specialis) .
#### 5.3.4 Verhouding tot regeling onrechtmatige bedingen
Artikel XIX.4 WER geldt onverminderd de regels inzake onrechtmatige bedingen (art. VI.83, 24° WER). Bedingen die de grenzen van art. XIX.4 en Boek VI WER miskennen, zijn nietig. Miskenning van de grenzen van art. XIX.4 WER leidt tot nietigheid van de bepalingen die hogere schadevergoedingen bepalen .
### 5.4 Start van de activiteit van minnelijke invordering (Art. XIX.7 WER)
#### 5.4.1 Controle door schuldinvorderaar
De schuldinvorderaar moet de limieten van art. XIX.4 WER controleren .
#### 5.4.2 Verplichte schriftelijke ingebrekestelling
Deze mag niet aan de consument worden gestuurd indien de schuldinvorderaar vaststelt dat art. XIX.4 WER niet is nageleefd. De schuldinvorderaar moet zich beperken tot de schuld als dusdanig en niet van de forfaitaire schadevergoedingen door de miskenning van de grenzen. De ingebrekestelling moet op een duurzame drager staan, duidelijk en bevattelijk zijn, en minimaal een afbetalingsplan vermelden bij betalingsmoeilijkheden, dat het geen dagvaarding is, en hoe de schuld betwist kan worden. Bij miskenning is de consument vrijgesteld van de betalingsverplichting .
#### 5.4.3 Ingebrekestelling bij afwezigheid van betalingsherinnering door schuldeiser
Indien de schuldeiser geen betalingsherinnering heeft verstuurd, moet de schuldinvorderaar dit zelf doen, gevolgd door de wachttermijn van 14 kalenderdagen. Na deze termijn kan de invorderaar overgaan tot de eigenlijke activiteit van minnelijke invordering .
### 5.5 Opschorting van de invordering (Art. XIX.9 WER)
#### 5.5.1 Acties van de consument
De minnelijke invordering kan worden opgeschort indien:
* De consument binnen de wachttermijn een afbetalingsplan vraagt of zijn schuld gemotiveerd betwist conform de in de ingebrekestelling vermelde procedure. Geen beslissing binnen dertig dagen leidt tot tijdelijke opschorting van verwijlinteresten .
* De consument binnen de wachttermijn een verzoek tot schuldbemiddeling start of een aanvraag collectieve schuldenregeling indient .
### 5.6 Bijzondere regelen huisbezoek (XIX.10 WER)
Bij een huisbezoek gelden specifieke verplichtingen: identificatie van invorderaar en schuldeiser, afgifte van een document met gegevens van de ingebrekestelling, vermelding dat het geen gerechtelijke invordering is en dat het ondergaan van een huisbezoek niet verplicht is. De invorderaar moet betalingsfaciliteiten en/of schuldbemiddeling toelichten indien de consument betalingsmoeilijkheden aangeeft. Bij betaling tijdens het huisbezoek moet een ontvangstbewijs worden afgegeven. Er mag geen huisbezoek plaatsvinden tussen 22 uur en 8 uur 's ochtends .
### 5.7 Privaatrechtelijke sanctionering (XIX.14-15 WER)
De consument is van rechtswege vrijgesteld van de betaling van het schadebeding bij miskenning van art. XIX.2, XIX.4, en XIX.5 WER. De rechter kan terugbetaling bevelen van te veel betaalde bedragen en de consument bevrijden van de schuld, met een beoordelingsvrijheid .
### 5.8 B2C – IOS PROCEDURE
De invoering van de IOS-procedure (Involuntary Order of Payment) in een B2C-context is mogelijk mits er voorzien wordt dat de rechter ambtshalve kan nagaan op schending van oneerlijke bedingen. De consument moet de mogelijkheid hebben zich te verzetten tegen de uitvoerbare titel. Bijkomende waarborgen zijn vereist, zoals controle van de voorafgaande minnelijke invordering en solvabiliteitsonderzoek .
## 6. Reclame en oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten
Het Europese kader wordt gevormd door de Richtlijn Vergelijkende Reclame en de Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken (B2C) die maximale harmonisatie nastreeft. De Impact Omnibus-Richtlijn voegde specifieke verboden toe, relevant in een digitale context, en introduceerde minimale civielrechtelijke remedies. De RL “versterken positie consument groene transitie” beoogt greenwashing aan te pakken .
### 6.1 Definities
* **Reclame (Art. I.8, 13° WER)**: Elke mededeling door een onderneming met een verkoopsbevorderend karakter, ongeacht de aangewende communicatietechnieken .
* **Handelspraktijk (I.8, 23° WER)**: Een handeling, omissie, gedraging, voorstelling van zaken of commerciële communicatie (inclusief reclame) die een rechtstreeks verband heeft met de verkoopbevordering, verkoop of levering van producten aan consumenten. Dit omvat ook gedragingen naar aanleiding van de uitvoering van de overeenkomst .
### 6.2 Oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten
De regeling kent zwarte lijsten van verboden misleidende en agressieve handelspraktijken, alsmede open normen .
#### 6.2.1 De zwarte lijsten
Deze zijn per se verboden en vereisen geen bewijs van beïnvloeding van de aankoopbeslissing .
##### 6.2.1.1 Misleidende handelspraktijken
* **Lokvogelreclame**: Reclame maken zonder toereikende voorraad .
* **Bait and switch**: De consument overtuigen een ander goed aan te kopen .
* **Wettelijke rechten voorstellen als onderscheiden kenmerken**: Bijvoorbeeld de wettelijke garantie van 2 jaar benadrukken .
* **Redactionele reclame**: Gebruik van redactionele inhoud tegen betaling zonder dat dit als reclame herkenbaar is .
* **Bedrieglijk beweren dat een product ziekten kan genezen**: Tenzij de claim voldoet aan specifieke verordeningen .
* **Zich bedrieglijk voordoen als particulier**: In werkelijkheid een onderneming zijn .
* **Nieuwe verboden (Omnibus-RL)**: Online zoekopdrachtresultaten, doorverkoop van tickets met winst, valse beoordelingen .
##### 6.2.1.2 Agressieve handelspraktijken
* **Huisbezoek**: Ongevraagde bezoeken, negeren van de wens de woning te verlaten .
* **Bestaansmiddelen van de handelaar in het gedrang brengen** .
* **Winnen van een prijs terwijl men niet de mogelijkheid heeft deze te winnen** .
* **Ongevraagd toezenden/verstrekken van producten** en hierdoor betaling verlangen of terugzending eisen .
#### 6.2.2 Open normen
Deze verbieden misleidende en agressieve handelspraktijken die niet expliciet in de zwarte lijsten staan, maar wel het gedrag van de consument kunnen verstoren of strijdig zijn met de vereisten van professionele toewijding .
##### 6.2.2.1 Open norm misleidende handelspraktijken
* **Misleidende verklaringen**: Juiste of onjuiste informatie die de consument kan bedriegen, met nadruk op de perceptie van de consument .
* **Besluit tot een transactie dat hij anders niet had genomen**: Dit omvat ook voorbereidende handelingen .
* **Misleiding door omissie**: Het weglaten van essentiële informatie. Dit omvat het verbergen van informatie (bv. in kleine lettertjes) .
##### 6.2.2.2 Open norm agressieve handelspraktijken
* **Intimidatie, dwang of ongepaste beïnvloeding**: Ongepaste druk die de keuzevrijheid van de consument aanzienlijk beperkt .
#### 6.2.3 Overkoepelende norm
Deze verbiedt handelspraktijken die strijdig zijn met de vereisten inzake professionele toewijding en die het economisch gedrag van de consument wezenlijk kunnen verstoren .
### 6.3 Greenwashing
Milieuclaims moeten gebaseerd zijn op objectief wetenschappelijk bewijs en voldoende specifiek zijn. Duurzaamheidskeurmerken moeten gebaseerd zijn op certificeringsregelingen. Er is een verbod op geplande veroudering en valselijke beweringen omtrent duurzaamheid of levensduur .
### 6.4 Sanctionering (Art. VI.38)
* **Vrijstelling van betalingsverplichting**: Bij ongevraagd toezenden van producten of andere inbreuken op de zwarte lijsten, is de consument vrijgesteld van betaling. Voor de 6 specifieke praktijken op de zwarte lijsten is er geen beoordelingsvrijheid voor de rechter .
* **Discretionaire bevoegdheid van de rechter**: Voor inbreuken op de open norm en andere praktijken van de zwarte lijsten kan de rechter de sanctie integraal, gedeeltelijk (bv. prijsvermindering) of niet toepassen .
### 6.5 Varia
#### 6.5.1 Dark Patterns
Mechanismen in een online omgeving die de consument beslissingen laten nemen die hij anders niet had genomen. Dit kan onder de regels van oneerlijke handelspraktijken vallen .
#### 6.5.2 Software updates
Niet specifiek uitgewerkt in de documentatie, maar kan relevant zijn in het kader van geplande veroudering of misleiding door omissie van informatie over de gevolgen van updates .
---
# Rechten van reizigers en pakketreizen
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de specifieke rechten die aan reizigers, met name luchtreizigers, worden verleend door Europese verordeningen en de regelgeving rondom pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen .
### 6.1 Bescherming luchtreizigers
De bescherming van luchtreizigers wordt voornamelijk geregeld door Europese Verordeningen die directe werking hebben. Deze verordeningen bieden rechten bij annulering, instapweigering en vertraging van vluchten. De interpretatie van deze verordeningen door het Europees Hof van Justitie heeft in veel gevallen geleid tot extra rechten voor passagiers .
#### 6.1.1 Toepassingsgebied van de verordening
De territoriale toepassing van de verordening wordt bepaald door de vertrek- en landingsplaats .
* **Vertrek vanuit de EU:** De verordening is van toepassing .
* **Vertrek buiten de EU, aankomst in de EU:** De verordening is van toepassing indien de vlucht wordt uitgevoerd door een communautaire luchtvaartmaatschappij (een maatschappij met een exploitatievergunning binnen een lidstaat van de EU) .
* **Vertragingen bij rechtstreeks aansluitende vluchten buiten de EU:** Dit wordt als één geheel beschouwd indien de vluchten via één enkele boeking zijn aangekocht. Los van elkaar geboekte vluchten moeten afzonderlijk worden beoordeeld. Het Hof van Justitie heeft in verschillende zaken de reikwijdte bepaald, onder andere wanneer vluchten worden uitgevoerd door verschillende maatschappijen, ook bij codesharing. De verordening kan ook van toepassing zijn op vluchten buiten de EU indien deze voortvloeien uit een boeking die in de EU is gedaan en als een reeks rechtstreeks aansluitende vluchten wordt beschouwd .
#### 6.1.2 Vereisten voor toepassing
* **Bevestigde boeking:** Dit vereist één document dat de boeking bevestigt, niet noodzakelijk een elektronisch ticket .
* **Tijdig aanmelden bij de incheckbalie:** Er geldt een vermoeden van tijdige aanwezigheid indien de passagier is vervoerd. Dit geldt niet indien er sprake is van eerdere kennisgeving van instapweigering .
De verordening is van toepassing ongeacht of de vlucht deel uitmaakt van een pakketreis. Er mag geen (gelijkwaardige) tegemoetkoming in een derde land zijn verkregen .
#### 6.1.3 Instapweigering
Instapweigering treedt op wanneer een reiziger niet aan boord wordt gelaten om redenen die niet aan de passagier te wijten zijn, zoals overboeking of reorganisatie van vluchten na overmacht .
* **Vrijwilligers:** Bij instapweigering worden eerst vrijwilligers gezocht die bereid zijn om van hun ticket af te zien in ruil voor bijstand (terugbetaling of alternatieve vlucht) en aanvullende voordelen .
* **Onvoldoende vrijwilligers:** Indien er onvoldoende vrijwilligers zijn, hebben passagiers recht op compensatie, bijstand (terugbetaling of alternatieve vlucht) en recht op verzorging .
#### 6.1.4 Annulering
Annulering betekent dat de luchtvaartmaatschappij beslist de vlucht niet uit te voeren en de plaats van bestemming niet wordt bereikt .
* **Terugkeer naar plaats van vertrek:** Indien de vlucht terugkeert door een technisch probleem maar uiteindelijk wel de eindbestemming bereikt (zij het later), wordt dit als vertraging beschouwd. Als passagiers op een andere vlucht worden gezet, is er sprake van annulering. Een ongeplande tussenstop wordt niet automatisch als annulering gezien .
* **Vervroeging van de vlucht:** Vervroeging met meer dan één uur wordt als annulering beschouwd .
* **Overmacht:** Luchtvaartmaatschappijen kunnen ontsnappen aan de compensatieverplichting bij annulering indien er sprake is van buitengewone omstandigheden die niet vermeden konden worden. Technische defecten worden over het algemeen niet als buitengewone omstandigheden beschouwd tenzij ze voortkomen uit fabricagefouten of vergelijkbare grootschalige problemen. Stakingen van derden (zoals luchtverkeersleiding) kunnen wel als buitengewone omstandigheid gelden, maar stakingen van eigen personeel niet .
#### 6.1.5 Vertraging
Vertraging treedt op wanneer een vlucht wordt uitgevoerd, maar niet volgens het oorspronkelijke tijdsschema .
* **Toepassing:** Afhankelijk van de afstand van de vlucht en de omvang van de vertraging .
* **Recht op compensatie:** Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat passagiers recht hebben op compensatie indien zij meer dan drie uur te laat op hun bestemming aankomen. Dit is een interpretatie die de gelijkheidsbeginsel dient .
* **Aankomsttijd:** De daadwerkelijke aankomsttijd wordt bepaald op het moment dat de deuren van het vliegtuig worden geopend .
* **Dubbele compensatie:** In gevallen van annulering gevolgd door een vertraagde vervolglucht kan recht op dubbele compensatie ontstaan .
#### 6.1.6 Recht op verzorging
Het recht op verzorging geldt bij instapweigering, annulering en vertraging en omvat gratis maaltijden en verfrissingen, hotelaccommodatie en vervoer tussen de luchthaven en de accommodatie. Dit geldt ook in geval van overmacht. De luchtvaartmaatschappij is niet verantwoordelijk voor nalatigheid van de hotelaccommodatie .
#### 6.1.7 Compensatiebedragen
De compensatiebedragen zijn forfaitair en afhankelijk van de afstand van de vlucht:
* Vluchten tot 1500 km: 250 euro .
* Andere intracommunautaire vluchten en vluchten tussen 1500 en 3500 km: 400 euro .
* Andere vluchten: 600 euro .
Deze bedragen kunnen met 50% worden verlaagd indien een alternatieve vlucht wordt aangeboden die de aankomsttijd binnen bepaalde grenzen houdt .
* **Individuele schade:** Aanvullende vergoeding voor individuele schade is mogelijk op basis van nationaal recht .
* **Geldelijke vergoeding:** Compensatie moet in geld, tenzij de consument schriftelijk akkoord gaat met vouchers .
### 6.2 Pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen
De regelgeving rond pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen is bedoeld om reizigers, die als zwakkere partij worden beschouwd, te beschermen .
#### 6.2.1 Definities en partijen
* **Reiziger:** Iedereen die reisprestaties geniet, niet noodzakelijk een consument of natuurlijke persoon .
* **Professionele wederpartij:** Een onderneming die reisdiensten aanbiedt in het kader van haar beroepsactiviteit .
* **Organisator:** Stelt pakketreizen samen .
* **Doorverkoper:** Verkoopt pakketreizen die door een organisator zijn samengesteld .
#### 6.2.2 Pakketreizen
Een pakketreis bestaat uit ten minste twee verschillende soorten reisdiensten (vervoer, accommodatie, autoverhuur, of andere toeristische diensten) die voor dezelfde reis worden gecombineerd en aangeboden door één professioneel, of via verschillende dienstverleners onder bepaalde voorwaarden .
* **Voorwaarden voor combinatie via verschillende dienstverleners:**
* Gekocht in één verkooppunt en gekozen voordat de reiziger betaalt .
* Aangekocht, verkocht of gefactureerd voor een totale prijs .
* Aangeprezen onder de term ‘pakketreis’ of vergelijkbaar .
* Aangekocht via onderling verbonden online boekingsprocedures of overdracht van gegevens binnen 24 uur .
#### 6.2.3 Gekoppelde reisarrangementen
Gekoppelde reisarrangementen omvatten ten minste twee verschillende reisdiensten voor dezelfde reis die geen pakketreis vormen en waarvoor verschillende overeenkomsten met verschillende professionals worden gesloten. Kenmerkend is dat één professional de selectie en betaling van elke reisdienst faciliteert, of gericht de aankoop van aanvullende diensten bij een andere handelaar binnen 24 uur faciliteert. Het verschil met pakketreizen is cruciaal voor de aansprakelijkheid van de aanbieder; bij gekoppelde reisarrangementen informeert de aanbieder de reiziger dat hij niet aansprakelijk is voor tekortkomingen van andere dienstverleners .
#### 6.2.4 Uitzonderingen
Bepaalde reisarrangementen vallen buiten de scope van de wet, zoals:
* Arrangementen korter dan 24 uur (zonder overnachting) .
* Incidentele arrangementen zonder winstoogmerk voor een beperkte groep (bv. schoolreizen) .
* Arrangementen die deel uitmaken van een algemene overeenkomst voor zakenreizen tussen professionals .
#### 6.2.5 Precontractuele informatie
* **Pakketreizen:** Organisatoren en doorverkopers moeten standaardformulieren verstrekken die de basisrechten van de reiziger uitleggen. Daarnaast is andere informatie verplicht, zoals kenmerken van de reis, totale prijs, betalingsregeling, minimumaantal deelnemers, visum- en paspoortverplichtingen, en informatie over facultatieve en verplichte verzekeringen. De informatie moet duidelijk, begrijpelijk en in het oog springend zijn .
* **Gekoppelde reisarrangementen:** Reizigers moeten geïnformeerd worden dat het geen pakketreis betreft en dat de dienstverleners afzonderlijk aansprakelijk zijn .
#### 6.2.6 De pakketreisovereenkomst
De overeenkomst moet helder en begrijpelijk zijn en een kopie of bevestiging op een duurzame drager omvatten. De inhoud omvat de precontractuele informatie, de verplichting tot bijstand, aansprakelijkheid voor goede uitvoering, en de mogelijkheid tot overdracht van de boeking .
#### 6.2.7 Wijziging van de pakketreis
* **Prijsaanpassingen:** Prijswijzigingen na contractsluiting zijn mogelijk op basis van specifieke factoren zoals wisselkoersen en brandstofprijzen, mits voorzien in het contract en met een correcte berekening van de prijsherziening. Een prijsstijging van meer dan 8% is niet toegestaan .
* **Ingrijpende wijzigingen door organisator:** Indien de organisator vóór aanvang van de reis ingrijpende wijzigingen aanbrengt, kan de reiziger de voorgestelde wijziging accepteren, kosteloos opzeggen (met terugbetaling en eventueel schadevergoeding), of een alternatieve pakketreis accepteren (met recht op prijsvermindering bij lagere kwaliteit) .
#### 6.2.8 Opzegging door de reiziger
De reiziger kan de overeenkomst opzeggen tegen betaling van een passende en gerechtvaardigde vergoeding. Deze vergoeding is gestandaardiseerd en neemt toe naarmate de reisdatum nadert. Opzegging is kosteloos bij onvermijdelijke en buitengewone omstandigheden ter plaatse .
* **Overdraagbaarheid van de boeking:** De boeking kan worden overgedragen aan een ander persoon mits kennisgeving op een duurzame drager en binnen een termijn van zeven dagen voor vertrek. Zowel de overdrager als de overnemer zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling .
#### 6.2.9 Aansprakelijkheid
De organisator is aansprakelijk voor non-conformiteit van de reisdiensten, tenzij deze te wijten is aan de reiziger, een derde niet betrokken bij de reisdiensten, of onvermijdbare en buitengewone omstandigheden. De organisator is ook aansprakelijk voor de handelingen van dienstverleners waarop hij een beroep doet .
* **Sanctionering:** Bij non-conformiteit heeft de reiziger recht op prijsvermindering, schadevergoeding, en in geval van vervoer ook op repatriëring .
* **Bijstandverplichting:** De organisator moet bijstand verlenen, waaronder informatie over medische diensten en consulaire bijstand. Kosten hiervoor kunnen worden verhaald op de reiziger enkel bij opzet of nalatigheid .
* **Uitzonderingen:** Aansprakelijkheid kan beperkt zijn door internationale verdragen .
* **Verjaringstermijn:** De verjaringstermijn voor vorderingen bedraagt twee jaar vanaf het einde van de reis .
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Consument | Een natuurlijk persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen, zoals gedefinieerd in artikel I.1, 2° van het Wetboek Economisch Recht (WER). |
| Onderneming | Een natuurlijke of rechtspersoon die een economische activiteit nastreeft, dat wil zeggen het aanbieden van producten op de markt tegen vergoeding, en dit op een duurzame wijze. Dit begrip wordt richtlijnconform geïnterpreteerd en houdt rekening met Europese rechtspraak. |
| Harmonisatie | Het proces waarbij nationale wetgevingen van lidstaten van de Europese Unie op elkaar worden afgestemd, vaak door middel van richtlijnen, om zo de interne markt te bevorderen en een gelijk speelveld te creëren. |
| Richtlijn | Een Europese rechtsakte die een bepaald doel voor ogen heeft, maar waarbij de lidstaten de keuze hebben hoe dit doel in hun nationale recht wordt omgezet. Richtlijnen zijn vaak minimaal geharmoniseerd, wat betekent dat lidstaten aanvullende bescherming mogen bieden. |
| Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ) | Het hoogste gerecht van de Europese Unie dat instaat voor de interpretatie en handhaving van het EU-recht. Het HvJ speelt een cruciale rol bij de ontwikkeling van het consumentenrecht door middel van prejudiciële vragen en de uitleg van richtlijnen. |
| Onrechtmatig beding | Een contractuele bepaling die, ongeacht het overeengekomen recht, een kennelijk onevenwicht creëert tussen de rechten en plichten van de partijen, ten nadele van de consument. Dit kan leiden tot de nietigheid van het beding. |
| Zwarte lijst | Een lijst van bedingen die per definitie als onrechtmatig worden beschouwd en die ten allen tijde verboden zijn in consumentencontracten. Deze bedingen zijn dus nietig. |
| Grijze lijst | Een lijst van bedingen die vermoedelijk onrechtmatig zijn, tenzij de onderneming het tegenbewijs kan leveren dat deze bedingen de uitzonderingen op de regel rechtvaardigen. |
| Algemene toetsingsnorm | Een open norm die bepaalt dat bedingen die een kennelijk onevenwicht creëren tussen de rechten en plichten van de partijen verboden zijn. Deze norm fungeert als vangnet wanneer een specifiek beding niet onder de zwarte of grijze lijst valt. |
| Herroepingsrecht | Een recht dat de consument de mogelijkheid biedt om een overeenkomst op afstand of buiten verkoopruimte gesloten, binnen een bepaalde termijn te beëindigen zonder opgave van redenen en zonder bijkomende kosten. |
| Wettelijke garantie | De wettelijk verplichte garantie die de verkoper biedt op consumptiegoederen die niet conform zijn aan de overeenkomst. Deze garantie biedt de consument bescherming tegen gebreken die aanwezig waren op het moment van levering. |
| Conformiteitsgebrek | Een gebrek waardoor een goed niet voldoet aan de subjectieve en objectieve criteria die in de wet zijn vastgelegd, met inbegrip van de beschrijving, kwaliteit en geschiktheid voor normaal gebruik. |
| Precontractuele informatie | De informatie die een onderneming verplicht is te verstrekken aan een consument alvorens een contract wordt gesloten, teneinde de consument in staat te stellen een geïnformeerde beslissing te nemen. |
| Pakketreis | Een combinatie van ten minste twee verschillende reisdiensten (vervoer, accommodatie, etc.) die voor dezelfde reis worden aangeboden door één professioneel, of die op een onderling verbonden wijze worden verkocht. |
| Oneerlijke handelspraktijk | Een actie of omissie van een onderneming die gericht is op het beïnvloeden van het economisch gedrag van de consument door middel van misleiding, agressie of het schenden van professionele toewijding, en die leidt tot een transactie die de consument anders niet had gesloten. |
| Invordering van consumentenschulden | De regels die de inning van achterstallige schulden van consumenten regelen, inclusief de vereisten voor betalingsherinneringen, schadevergoedingen en huisbezoeken, met als doel een evenwichtige oplossing te bieden. |
| Greenwashing | Het oneigenlijk groener of duurzamer voorstellen van producten of diensten dan de werkelijkheid, wat misleidend kan zijn voor de consument en in strijd kan zijn met de regels inzake handelspraktijken. |
| Digitale inhoud en digitale diensten | Gegevens die in digitale vorm worden geproduceerd en geleverd, of diensten die consumenten in staat stellen gegevens in digitale vorm te creëren, verwerken, opslaan of toegang ertoe te krijgen. Deze vallen onder specifieke garantieregelingen. |