Cover
立即免费开始 Titel I - Hoofdstuk I - Afdeling I-II-III-IV-V nieuwe wetgeving..pptx
Summary
# Het wettelijk huwelijksvermogensstelsel
Het wettelijk huwelijksvermogensstelsel is het regime dat van toepassing is wanneer echtgenoten geen huwelijkse voorwaarden hebben opgesteld, en het regelt de verdeling en het beheer van hun goederen en schulden tijdens het huwelijk en bij ontbinding ervan.
## 1. Het wettelijk huwelijksvermogensstelsel
Het wettelijk stelsel, ook wel het gemeenschappelijk stelsel genoemd, is het standaardregime dat van toepassing is als echtgenoten geen huwelijkse voorwaarden hebben opgesteld. Dit stelsel houdt op te bestaan bij overlijden, echtscheiding of een wijziging van het huwelijkscontract. De wet van 22 juli 2018 heeft dit stelsel verfijnd en aangepast.
### 1.1 Situering en onderscheid van vermogensstelsels
Binnen het huwelijksvermogensrecht maken we een onderscheid tussen:
* **Het primair huwelijksvermogensrecht:** Dit zijn dwingende regels die van toepassing zijn op alle gehuwden, ongeacht hun huwelijkscontract. Het omvat o.a. de regels betreffende de gezinslasten, de bescherming van de gezinswoning en de persoonlijke verplichtingen tussen echtgenoten.
* **Het secundair huwelijksvermogensrecht:** Dit omvat de regels die bepalen hoe de vermogens van de echtgenoten worden beheerd en verdeeld. Dit kan het wettelijk stelsel zijn of een bedongen huwelijksvermogensstelsel.
* **Wettelijk stelsel:** Geldt automatisch indien er geen huwelijkse voorwaarden worden opgesteld.
* **Bedongen huwelijksvermogensstelsel:** Wordt vastgelegd via een huwelijksovereenkomst, opgesteld door een notaris. Dit kan zowel voor als tijdens het huwelijk (via een wijzigingsakte) worden aangepast.
### 1.2 Kwalificatie van de vermogens: de drie deelvermogens
Het wettelijk stelsel kent drie afzonderlijke juridische boedels, zonder rechtspersoonlijkheid:
1. **Het eigen vermogen van partner 1:** Alle goederen die aan deze partner persoonlijk toebehoren.
2. **Het eigen vermogen van partner 2:** Alle goederen die aan deze partner persoonlijk toebehoren.
3. **Het gemeenschappelijk vermogen:** Alle goederen die aan beide partners samen toebehoren.
Een eigen vermogen wordt ook wel een "boedel" genoemd. Het gemeenschappelijk vermogen is niet hetzelfde als mede-eigendom.
### 1.3 Werking van het wettelijk stelsel
Het algemene principe is: **alle goederen waarvan niet bewezen is dat ze eigen zijn, zijn gemeenschappelijk.** Dit geldt zowel voor activa als passiva. Er is een nauwe samenhang tussen de baten- en lastenregeling: waar een voordeel is, is er ook een last.
#### 1.3.1 Bewijsregels
* **Tussen echtgenoten:** Alle middelen van recht zijn toegelaten, inclusief getuigenissen en vermoedens, met mogelijke beperkingen voorzien in een huwelijkscontract. Facturen op naam van één echtgenoot bewijzen niet automatisch het eigen karakter als de betaling door de andere echtgenoot gebeurde.
* **Ten aanzien van derden:** Men hanteert strengere bewijsregels om fraude te voorkomen. Dit kan via een notariële boedelbeschrijving, verkrijgende verjaring, een titel met vaste datum (notariële of geregistreerde onderhandse akte), bescheiden van een openbare dienst (zoals het kadaster), of vermelding in regelmatig gehouden registers. Hierbij moet vaak ook de origine van de aangewende fondsen worden aangetoond.
Een "lijst" van eigen goederen, opgenomen als bijlage bij een huwelijkscontract, geldt als bewijs tussen echtgenoten maar is niet altijd tegenstelbaar aan derden. De rechter heeft hierbij een soevereine beoordelingsbevoegdheid.
#### 1.3.2 De baten (activa)
De baten worden onderverdeeld in baten van de eigen vermogens en baten van het gemeenschappelijk vermogen.
##### 1.3.2.1 Baten van de eigen vermogens
Goederen die eigen zijn omwille van hun oorsprong of aard:
* **Goederen eigen door hun oorsprong:**
* **Voorhuwelijkse of tegenwoordige goederen:** Goederen die men reeds bezat vóór het huwelijk. De datum van eigendomsverwerving is cruciaal. Een onderhandse verkoopovereenkomst afgesloten vóór het huwelijk, waarvan de notariële akte na het huwelijk wordt verleden, leidt tot een eigen goed. Evenzo geldt dit voor opschortende/ontbindende voorwaarden met retroactieve werking en het lichten van een voorhuwelijkse aankoopoptie indien met retroactieve werking.
* **Tijdens het huwelijk om niet verkregen goederen:** Dit omvat erfgoederen, schenkingen en legaten. Tenzij de testator of schenker uitdrukkelijk anders bepaalt, worden deze goederen beschouwd als eigen. Indien goederen aan beide echtgenoten samen worden geschonken, behoren ze tot het gemeenschappelijk vermogen.
* **Goederen eigen uit hun aard (Accessoria en strikt persoonlijke goederen):**
* **Accessoria (bijzaken):** Goederen die een bijzonder nauwe band hebben met een eigen goed of met het beroep van een echtgenoot. Hier is dubbele bewijsvoering vereist: bewijs van het eigen basisgoed (of beroep) en het recht dat daarvan afhankelijk is.
* Het toebehoren van eigen onroerende goederen of onroerende rechten (bv. goederen verworven door natrekking, outillage van een landbouwbedrijf, erfdienstbaarheden zoals recht van doorgang, vruchtgebruik, huurcontracten verbonden aan een handelszaak).
* Het toebehoren van eigen waardepapieren (roerende goederen) en eigen onroerende goederen (bv. stemrecht verbonden aan eigen aandelen, voorkeurrecht verbonden aan eigen aandelen, nieuwe aandelen toegekend op basis van een kapitaalsverhoging door incorporatie van reserves). Rente op eigen waardepapieren is echter gemeenschappelijk. Dividenden van de Nationale Loterij zijn steeds gemeenschappelijk. Meerwaarde op eigen kapitaal is eigen.
* Goederen overgedragen door een ascendent aan een echtgenoot onder bezwarende titel, ter voldoening van een schuld van de ascendent of onder de plicht een schuld aan een derde te betalen.
* Het aandeel door één echtgenoot verkregen in een goed waarvan hij reeds mede-eigenaar is (bv. overname van het aandeel van een zus in een geërfd ouderlijk huis). Dit kan leiden tot een vergoedingsregeling indien het aandeel werd overgekocht met gemeenschappelijke gelden.
* Goederen en rechten die in de plaats treden van eigen goederen door zaakvervanging (bv. schadevergoeding van een verzekeraar na autoschade, waarbij de financiering van de "opleg" cruciaal is voor de kwalificatie). Ook goederen verkregen uit belegging of wederbelegging van eigen goederen.
* **Belegging:** Verweren van een goed met eigen gelden.
* **Wederbelegging:** Verweren van een goed met de opbrengst van een vervreemd eigen goed.
* **Gewone onroerende (weder)belegging:** Vereist materiële (betaling > 50% met eigen gelden of gelden uit vervreemd eigen OG) en formele voorwaarden (verklaring in compromis en notariële akte).
* **Vervroegde onroerende (weder)belegging:** Vereist dat meer dan 50% met gemeenschappelijk geld wordt betaald, met de mogelijkheid dit tot eigen vermogen te maken mits een verklaring van vervroegde wederbelegging en terugbetaling van meer dan 50% van de gemeenschapsgelden binnen twee jaar. Toestemming van beide echtgenoten is verplicht.
* **Roerende (weder)belegging:** Eigen middelen moeten meer dan de helft van de aankoop financieren. Bij betwisting kan de partner alle middelen van recht aanwenden.
* Rechten verbonden aan een personenverzekering gesloten door de begunstigde zelf. Levensverzekeringen met een spaarfunctie, groepsverzekeringen en schuldsaldoverzekeringen leiden vaak tot "gemeenschappelijke aanspraken". Pensioen- en langetermijnsparen worden deels of volledig gemeenschappelijk bepaald door de oorsprong van de premiebetalingen.
* **Strikt persoonlijke goederen:** Goederen die omwille van hun aard eigen zijn, zonder dat bewijslevering noodzakelijk is.
* Kledij en voorwerpen voor persoonlijk gebruik (met affectieve waarde). Bij twijfel (bv. juwelen, verzamelingen) wordt gekeken of ze als gebruiksvoorwerp of beleggingsvoorwerp worden beschouwd.
* Het literaire, artistieke of industriële eigendomsrecht (intellectuele rechten). De opbrengsten uit bekendmaking of exploitatie behoren tot het gemeenschappelijk vermogen.
* Het recht op herstel van persoonlijke lichamelijke of morele schade. Schade voor aantasting van fysieke integriteit is eigen, vergoeding voor inkomstenderving en materiële/medische kosten is gemeenschappelijk.
* Het recht op pensioen, lijfrente of soortgelijke uitkering. Het recht op de uitkering is eigen, de vermogenswaarde ervan is gemeenschappelijk (met uitzondering van het overlevingspensioen van de weduwnaar/weduwe dat eigen is).
* Lidmaatschapsrechten verbonden aan gemeenschappelijke aandelen (bv. in een BVBA) indien deze op naam van één echtgenoot staan. De lidmaatschapsrechten (stemrecht, controlerecht) zijn eigen, de vermogenswaarde (dividenden, liquidatiesaldo) is gemeenschappelijk.
* Beroepsgoederen die één echtgenoot exclusief voor beroepsuitoefening gebruikt, tenzij de echtgenoten samen dit beroep uitoefenen. De eigendomstitel is eigen, maar de vermogenswaarde is gemeenschappelijk.
* Het recht op cliënteel, tenzij het cliënteel is opgebouwd binnen een beroep dat de echtgenoten samen beoefenen. Het cliënteel is eigen, de economische waarde is gemeenschappelijk.
##### 1.3.2.2 Baten van het gemeenschappelijk vermogen
Het gemeenschappelijk vermogen omvat alle inkomsten, besparingen en aanwinsten (goederen verworven ten bezwarende titel tijdens het huwelijk waarvan het eigen karakter niet bewezen kan worden of die geen belegging/wederbelegging van eigen goederen uitmaken).
* **Inkomsten uit beroepsbezigheden van elk der echtgenoten:** Alle inkomsten, vervangingsinkomsten en vergoedingen, evenals inkomsten uit openbare of particuliere mandaten. Dit geldt ongeacht het statuut (zelfstandige, ambtenaar, arbeider, etc.). Conventionele afwijking hiervan is niet toegelaten.
* **De vruchten, inkomsten en intresten van hun eigen goederen:** Zoals huurgelden van eigen onroerende goederen, intresten op spaarrekeningen of obligaties, dividenden op aandelen, opbrengsten van intellectuele rechten.
* **Goederen geschonken of vermaakt:** Aan beide echtgenoten samen, of aan één van hen onder beding dat de goederen gemeenschappelijk zullen zijn.
* **Specifieke gevallen ingevolge de hervorming van 2018:**
* Schadevergoeding aan een echtgenoot voor herstel van economische of huishoudelijke ongeschiktheid tijdens het huwelijk (inkomstenverlies).
* De vermogenswaarde van vennootschapsaandelen.
* De vermogenswaarde van eigen beroepsgoederen verworven met gemeenschappelijk geld.
* De economische waarde van het cliënteel, indien het recht op cliënteel eigen is.
* Verzekerde prestatie verbonden aan individuele verzekeringsovereenkomsten (kapitaal, rente, reserve), indien de premies (deels) met gemeenschapsgelden werden betaald.
### 1.4 De lasten (passiva)
De lasten worden onderverdeeld in eigen schulden en gemeenschappelijke schulden. De kwalificatie van de schuld bepaalt welk vermogen aansprakelijk is.
#### 1.4.1 Eigen schulden
Schulden die primair aan één echtgenoot toebehoren.
* **Schulden eigen door hun oorsprong:**
* **Voorhuwelijkse schulden:** De rechtsgrond ontstond vóór het huwelijk, ongeacht het tijdstip van opeisbaarheid of betaling (bv. onderhoudsgeld aan ex-partner, schadevergoeding voor een voorhuwelijks ongeval).
* **Schulden ten laste van erfenissen en giften:** Financiële lasten van legaten of giften, inclusief erf- en registratiebelasting. Indien goederen aan beide echtgenoten samen worden vermaakt, zijn de lasten gemeenschappelijk.
* **Schulden eigen uit hun aard:**
* **Schulden aangegaan in het uitsluitend belang van het eigen vermogen:** Enkel de hoofdsom is eigen; de rente is gemeenschappelijk. Dit omvat o.a. schulden voor de opleg bij zaakvervanging of (weder)belegging van eigen goederen, en onderhouds- of renovatiekosten aan niet-verhuurde eigen onroerende goederen.
* **Schulden ontstaan uit een persoonlijke of zakelijke zekerheid door één echtgenoot gesteld in een ander belang dan dat van het gemeenschappelijk vermogen:** Bv. zich persoonlijk borg stellen voor een lening van een vriend.
* **Schulden behorende tot een door één echtgenoot verboden beroep of ontstaan uit handelingen die zonder medewerking van de andere echtgenoot of rechterlijke machtiging niet mochten worden verricht:** Gewone beroepsschulden zijn gemeenschappelijk. Schulden uit verboden beroepsactiviteiten of handelingen gesteld zonder akkoord/machtiging (bv. met betrekking tot de gezinswoning, aangaan van een lening, schenking van gemeenschappelijk goed) zijn eigen.
* **Schulden ontstaan uit strafrechtelijke veroordeling of onrechtmatige daad:** Bv. verkeersboetes, schadevergoeding aan burgerlijke partij.
#### 1.4.2 Gemeenschappelijke schulden
Schulden die tot het gemeenschappelijk vermogen behoren.
* **Schulden aangegaan door beide echtgenoten:** Gezamenlijk of hoofdelijk. Het vermoeden van gemeenschappelijkheid is hier niet weerlegbaar. Indien de schuld door beiden werd aangegaan in het louter eigen belang van één partner, blijft de schuld gemeenschappelijk.
* **Schulden aangegaan door één echtgenoot ten behoeve van de huishouding en de opvoeding van de kinderen:** Dit omvat kosten voor voeding, energie, huur gezinswoning, schoolgeld, etc. Ook kosten voor kinderen uit een vorige relatie vallen hieronder. Niet-buitensporige schulden zijn hoofdelijk van aard; buitensporige schulden zijn steeds gemeenschappelijk.
* **Schulden aangegaan door één echtgenoot in het belang van het gemeenschappelijk vermogen:** Bv. beroepsschulden (indien de winsten gemeenschappelijk zijn), onderhoudskosten van gemeenschappelijke of eigen goederen waarvan de opbrengsten in het GV vallen. Kosten aan de "eigen" gezinswoning hebben een gemeenschappelijk karakter.
* **Schulden ten laste van giften aan beide echtgenoten gezamenlijk of aan één van hen onder beding dat de goederen gemeenschappelijk zullen zijn.**
* **De intresten die een bijzaak vormen van de eigen schulden van één der echtgenoten:** De rente is gemeenschappelijk, de hoofdsom is eigen.
* **Onderhoudsschulden jegens bloedverwanten in de nederdalende lijn:** Onderhoudsuitkeringen voor gemeenschappelijke kinderen of kinderen uit een vorige relatie die met gemeenschappelijke gelden worden betaald. Onderhoudsuitkeringen ten aanzien van ex-partners zijn eigen schulden.
* **Schulden waarvan niet bewezen is dat zij aan één der echtgenoten eigen zijn:** Het residuair gemeenschapsvermoeden geldt.
### 1.5 Verhaalsrecht van schuldeisers
Het verhaalsrecht van schuldeisers hangt af van de aard van de schuld:
* **Voor eigen schulden:** Schuldeisers kunnen zich primair verhalen op het eigen vermogen van de betrokken echtgenoot, en op de inkomsten van deze echtgenoot die in het gemeenschappelijk vermogen zitten (met enige restricties qua individualiseerbaarheid). Bij voorhuwelijkse schulden en schulden ten laste van erfenissen/giften kan het GV ook aangesproken worden indien het ermee verrijkt is. Dit geldt ook voor schulden uit verboden beroepen of strafrechtelijke veroordelingen, voor zover het GV ermee verrijkt is of de levensstandaard van het gezin is verhoogd.
* **Voor gemeenschappelijke schulden:** Schuldeisers kunnen zich verhalen op beide eigen vermogens én het gemeenschappelijk vermogen ("volkomen gemeenschappelijke schulden").
* **Voor "onvolkomen gemeenschappelijke schulden":** Het verhaalsrecht is beperkt tot het eigen vermogen van de verbonden echtgenoot en het gemeenschappelijk vermogen. Dit geldt o.a. voor buitensporige huishoud- en opvoedingsschulden, de intresten van eigen schulden, en bepaalde beroepsschulden.
Schulden tussen echtgenoten kunnen tijdens het huwelijk verhaald worden op het eigen vermogen van de partner, en na ontbinding op het deel dat de partner bij verdeling heeft ontvangen; het GV is hierbij uitgesloten.
---
# De baten in het wettelijk stelsel
Hieronder volgt een gedetailleerd overzicht van de baten binnen het wettelijk stelsel, gebaseerd op de verstrekte documentatie. Dit document focust op de activa die behoren tot de eigen vermogens van de partners en het gemeenschappelijk vermogen, met gedetailleerde uitleg over goederen verkregen door oorsprong, aard en specifiek toebehoren.
## 2. De baten in het wettelijk stelsel
Het wettelijk stelsel kent drie gescheiden vermogens: het eigen vermogen van echtgenoot 1, het eigen vermogen van echtgenoot 2 en het gemeenschappelijk vermogen. Dit onderscheid is cruciaal voor de kwalificatie van goederen en schulden.
### 2.1 Kwalificatie van de vermogens
* **Eigen vermogen (EV) partner 1 / partner 2:** Bevat goederen die een voorhuwelijks karakter hebben, ofwel goederen die tijdens het huwelijk "om niet" zijn verkregen, ofwel goederen die eigen zijn uit hun aard of specifiek toebehoren.
* **Gemeenschappelijk vermogen (GV):** Omvat alle goederen waarvan het eigen karakter niet bewezen kan worden, alsook alle goederen die de echtgenoten tijdens het huwelijk verwerven ten bezwarende titel, tenzij deze een belegging of wederbelegging van eigen goederen vormen.
Het algemene principe luidt: "alle goederen waarvan niet bewezen is dat ze eigen zijn, zijn gemeenschappelijk". Dit geldt voor activa en passiva. Er is een nauwe samenhang tussen de baten- en lastenregeling: waar er een voordeel is, is er ook een last.
#### 2.1.1 Bewijsregels voor het eigen karakter
* **Tussen echtgenoten:** Alle middelen van recht zijn toelaatbaar (inclusief getuigenissen, vermoedens, bekentenissen, facturen). Een factuur op naam van één echtgenoot bewijst echter niet automatisch het eigen karakter indien de betaling door de andere echtgenoot gebeurde.
* **Tegenover derden:** De bewijsregels zijn strikter om fraude te vermijden. Hiervoor kan men een beroep doen op:
* Notariële boedelbeschrijving.
* Verjarige titel met vaste datum (notariële akte, geregistreerde onderhandse akte).
* Bescheiden van een openbare dienst (bv. kadaster).
* Vermelding in regelmatig gehouden registers (bv. jaarrekeningen, ru, aangifte nalatenschap, FA). Echter, de herkomst van de aangewende fondsen moet ook aangetoond worden. Een bankattest op naam van de echtgenoot is onvoldoende om het eigen karakter te bewijzen; het geeft hoogstens recht op het exclusieve bestuursrecht.
* **Bewijswaarde 'lijst' eigen goederen:** Een lijst van eigen goederen als annex bij het huwelijkscontract kan als bewijs dienen tussen echtgenoten, maar is niet tegenstelbaar aan derden. De rechter heeft hier een soevereine appreciatiebevoegdheid.
### 2.2 De baten van de eigen vermogens
Goederen die tot het eigen vermogen behoren, kunnen worden ingedeeld in twee hoofdcategorieën: goederen eigen door hun oorsprong en goederen eigen uit hun aard.
#### 2.2.1 Goederen eigen door hun oorsprong
Dit omvat goederen die reeds voor het huwelijk tot het vermogen behoorden of die tijdens het huwelijk "om niet" zijn verkregen.
* **Voorhuwelijkse of tegenwoordige goederen:**
* De datum van eigendomsverwerving is doorslaggevend.
* Bij een voorhuwelijkse onderhandse verkoopovereenkomst met uitgestelde eigendomsoverdracht tot na de voltrekking van het huwelijk, blijft het goed eigen (EV).
* Het lichten van een voorhuwelijkse aankoopoptie leidt tot een gemeenschappelijk goed (GV).
* De nietigverklaring van een voorhuwelijks contract werkt retroactief en kan leiden tot een eigen vermogen (EV).
* Het starten van verkrijgende verjaring voor het huwelijk leidt tot een eigen vermogen (EV).
* **Tijdens het huwelijk om niet verkregen goederen:**
* Dit omvat erfopvolging, testamentaire erfopvolging en schenkingen.
* Tenzij de testator of schenker uitdrukkelijk het gemeenschappelijk karakter bepaalt, behoren deze goederen tot het eigen vermogen (EV) van de echtgenoot die ze verkrijgt.
* Indien goederen aan beide echtgenoten samen worden geschonken, behoren ze tot het gemeenschappelijk vermogen (GV).
#### 2.2.2 Goederen eigen uit hun aard
Dit zijn goederen die een bijzondere band hebben met een eigen goed of een beroep van een echtgenoot. Er is vaak een dubbele bewijsvoering nodig: de aanwezigheid van het eigen goed (of beroep) en het recht dat daarvan afhankelijk is.
* **Accessoria (toebehoren) van eigen onroerende goederen of onroerende rechten:**
* Goederen verworven door natrekking (bv. een huis gebouwd op eigen grond).
* De outillage van een landbouwbedrijf.
* Erfdienstbaarheden zoals het recht van doorgang.
* Vruchtgebruik, indien dit samen met de blote eigendom van een eigen goed wordt verkregen.
* Huurcontracten verbonden aan de uitbating van een handelszaak.
* **Accessoria (toebehoren) van eigen waardepapieren (roerende goederen) en eigen onroerende goederen:**
* Stemrecht verbonden aan eigen aandelen.
* Voorkeurrecht verbonden aan eigen aandelen.
* Nieuwe aandelen toegekend aan een vennoot op basis van een kapitaalsverhoging door incorporatie van reserves.
* **Opgelet:** Rente, dividenden en winnende loten zijn geen toebehoren en worden beschouwd als gemeenschappelijk (GV), ongeacht de origine van de fondsen voor de aankoop van het lot. Meerwaarden zijn steeds eigen vermogen (EV) omdat ze het statuut volgen van het 'kapitaal'.
* **Goederen aan één der echtgenoten overgedragen door een bloedverwant in opgaande lijn:**
* Dit geldt onder cumulatieve voorwaarden:
* Goederen overgedragen onder bezwarende titel.
* Door een ascendent aan een echtgenoot.
* Ter voldoening van een schuld van de ascendent of onder de plicht een schuld van de ascendent aan een derde te betalen.
* **Het aandeel verkregen door één der echtgenoten in een goed waarvan hij reeds mede-eigenaar is:**
* Indien een echtgenoot een aandeel in een onverdeeld goed overkoopt (bv. ouderlijk huis), wordt dit eigen. Dit kan echter leiden tot een vergoedingsregeling indien het aandeel werd overgekocht met gemeenschappelijke gelden.
* **Goederen en rechten die ten gevolge van zaakvervanging in de plaats treden van eigen goederen, alsook goederen verkregen uit belegging of wederbelegging:**
* **Zaakvervanging (ruil):** Bij schade aan een eigen goed, waarbij een schadevergoeding wordt ontvangen en met een opleg een nieuw goed wordt verworven, wordt de kwalificatie van het nieuwe goed bepaald door de financiering van de opleg.
* Indien het GV meer dan 50% van de opleg financierde, is het nieuwe goed GV met vergoedingsplicht aan het EV.
* Indien het GV minder dan 50% financierde, is het nieuwe goed EV met vergoedingsplicht aan het GV.
* Bij 50% financiering is er een keuzerecht met vergoedingsplicht.
* **Belegging & wederbelegging:**
* **Belegging:** Echtgenoot verwerft goed met eigen gelden.
* **Wederbelegging:** Echtgenoot verwerft goed met de opbrengst van een vervreemd eigen goed.
* **Soorten:** Gewone onroerende (weder)belegging, vervroegde onroerende (weder)belegging, roerende (weder)belegging.
* **Gewone onroerende (weder)belegging:** Vereist materiële (meer dan 50% eigen gelden of gelden uit verkoop van eigen OG, en aankoop met het oog op belegging/wederbelegging) en formele voorwaarden (bevestiging in compromis en notariële akte). De echtgenoot kan alleen handelen.
* **Vervroegde onroerende (weder)belegging:** Koopt aan met meer dan 50% gemeenschappelijk geld. Kan tot EV gemaakt worden door een verklaring van vervroegde wederbelegging (formeel) en terugbetaling van meer dan 50% van de gebruikte gemeenschapsgelden met EV binnen 2 jaar na de akte (materieel). Toestemming van beiden is vereist.
* **Roerende (weder)belegging:** Bij betwisting moet de echtgenoot aantonen dat het roerend goed voor meer dan de helft met eigen middelen werd aangekocht.
* **Rechten verbonden aan de personenverzekering door de begunstigde zelf gesloten:**
* **Levensverzekeringen (Tak 21 en Tak 23):** Over het algemeen beschouwd als gemeenschappelijke aanspraken (GV), vooral bij een spaarfunctie. Uitkeringen tijdens het huwelijk zijn GV, tenzij premies grotendeels met EV betaald zijn. Uitkeringen na overlijden ten gunste van de langstlevende echtgenoot (LLE) zijn EV.
* **Groepsverzekeringen, schuldsaldoverzekeringen, pensioenverzekeringen:** Leidden tot gemeenschappelijke aanspraken (GV).
* **Pensioensparen / LT-sparen:**
* Uitkering tijdens het huwelijk: GV, tenzij premies grotendeels met EV betaald (dan EV).
* Uitkering na overlijden en kapitaal ten gunste van LLE: EV LLE.
* Polis voorhuwelijks afgesloten: Kapitaal/afkoopwaarde steeds EV, met vergoedingsplicht aan GV bij premiebetaling met GV na huwelijk.
* **Strikt persoonlijke goederen:**
* **Goederen met affectieve waarde (kledij, voorwerpen voor persoonlijk gebruik):** Behoren tot het EV. Discussie kan ontstaan rond juwelen of verzamelingen die als beleggingsvoorwerp worden gezien (dan GV).
* **Literaire, artistieke of industriële eigendomsrechten (intellectuele rechten):** De rechten zelf behoren tot het EV, maar de opbrengsten uit bekendmaking of exploitatie behoren tot het GV.
* **Recht op herstel van persoonlijke lichamelijke of morele schade:**
* Schadevergoeding voor morele schade en aantasting fysieke integriteit: EV.
* Schadevergoeding voor inkomstenderving en materiële/medische kosten: GV.
* Bij een enkele vergoeding voor beide soorten schade, wordt dit doorgaans als EV beschouwd, tenzij de nieuwe wetgeving anders bepaalt.
* **Recht op pensioen, lijfrente of soortgelijke uitkering die één echtgenoot alleen bezit:** Het recht op de uitkering is EV, de vermogenswaarde ervan is GV. Overlevingspensioen van de weduwe/weduwnaar is sowieso EV.
* **Lidmaatschapsrechten verbonden aan gemeenschappelijke aandelen (indien op naam van één echtgenoot):** Het stemrecht en controlerecht zijn EV. De patrimoniale rechten (dividenden, liquidatiesaldo) zijn GV.
* **Beroepsgoederen die één echtgenoot exclusief gebruikt (tenzij samen beoefend beroep):** De goederen zelf zijn EV (wettelijk vermoeden). De vermogenswaarde van lichamelijke goederen en onlichamelijke goederen (aandelen, cliënteel) is GV.
* **Recht op cliënteel (tenzij samen opgebouwd):** Het recht op cliënteel is EV, de economische waarde ervan is GV en leidt tot vergoeding aan het GV bij ontbinding.
### 2.3 De baten van het gemeenschappelijk vermogen
Het gemeenschappelijk vermogen omvat alle inkomsten, besparingen en aanwinsten (goederen ten bezwarende titel verkregen tijdens het huwelijk waarvan niet bewezen kan worden dat ze een belegging of wederbelegging van EV uitmaken).
* **Inkomsten uit beroepsbezigheden en openbare of particuliere mandaten:**
* Alle inkomsten, vervangingsinkomsten of aanvullingen vallen in het GV, ongeacht het statuut van de echtgenoot (zelfstandige, ambtenaar, werknemer, etc.).
* Conventionele afwijking van dit beginsel is niet toegelaten.
* Ook inkomsten zoals vakantiegeld, eindejaarspremies, opzeggingsvergoedingen, werkloosheidsuitkeringen, ziekte-uitkeringen, pensioenen, etc. behoren tot het GV.
* **De vruchten, inkomsten en interesten van hun eigen goederen:**
* Huurgelden van eigen onroerende goederen.
* Interesten op spaarrekeningen of obligaties.
* Dividenden op aandelen.
* Opbrengsten van intellectuele rechten.
* **Goederen geschonken of vermaakt aan de twee echtgenoten samen of aan één van hen onder beding dat die goederen gemeenschappelijk zullen zijn:**
* Schenking aan beide echtgenoten samen = GV.
* Schenking aan één echtgenoot met het beding dat de goederen gemeenschappelijk zullen zijn = GV.
* **Bijkomende gevallen (HVR 2018):**
* Schadevergoeding uitgekeerd aan een echtgenoot ter herstel van economische of huishoudelijke ongeschiktheid tijdens het huwelijk (inkomstenvermindering).
* Vermogenswaarde van vennootschapsaandelen (indien aandelen GV zijn).
* Vermogenswaarde van eigen beroepsgoederen, verworven met gemeenschappelijke gelden.
* Economische waarde van het cliënteel (indien het recht op cliënteel eigen is).
* Verzekerde prestatie verbonden aan individuele verzekeringsovereenkomsten (kapitaal, rente, reserve), indien de premies met gemeenschappelijke gelden werden betaald. Dit geldt ook voor pensioensparen, langetermijnsparen, tak 21 & 23, groepsverzekeringen, etc. Indien de polis voorhuwelijks werd afgesloten, is het kapitaal/afkoopwaarde EV, met een vergoedingsplicht aan het GV ingeval van premiebetaling met GV na het huwelijk.
---
# De lasten in het wettelijk stelsel
Dit onderwerp behandelt de schulden binnen het wettelijk huwelijksvermogensstelsel, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen eigen en gemeenschappelijke schulden, en de verhaalbaarheid van schuldeisers op de verschillende vermogens.
## 3.1 De kwalificatie van schulden
De kwalificatie van een schuld bepaalt welk vermogen (eigen vermogen van een echtgenoot of gemeenschappelijk vermogen) primair kan worden aangesproken door schuldeisers. Na de ontbinding van het huwelijk speelt deze kwalificatie een rol bij de vergoedingsregelingen tussen de echtgenoten.
### 3.1.1 Het uitgangspunt: het vermoeden van gemeenschappelijkheid
### 3.1.2 Eigen schulden
Schulden die eigen zijn, kunnen in principe enkel verhaald worden op het eigen vermogen van de echtgenoot die de schuld is aangegaan. Echter, indien de schuldeiser kan aantonen dat het gemeenschappelijk vermogen door deze schuld is verrijkt, kan het gemeenschappelijk vermogen ook worden aangesproken, zij het met een vergoedingsplicht van het eigen vermogen aan het gemeenschappelijk vermogen.
#### 3.1.2.1 Schulden eigen door hun oorsprong
Dit betreft schulden waarvan de rechtsgrond ontstond vóór het huwelijk, ongeacht het tijdstip van opeisbaarheid of betaling.
* **Voorhuwelijkse schulden:** Schulden waarvan de oorzaak ligt vóór de huwelijksdatum.
> **Voorbeeld:** Onderhoudsgeld verschuldigd aan een ex-partner of een schadevergoeding voor een ongeval dat plaatsvond vóór het huwelijk.
* **Schulden ten laste van erfenissen en giften:** De financiële lasten die voortvloeien uit een erfenis of gift, zoals erf- of registratiebelasting. Indien goederen aan beide echtgenoten samen zijn vermaakt, worden de lasten gemeenschappelijk.
#### 3.1.2.2 Schulden eigen uit hun aard
Dit zijn schulden die, hoewel aangegaan tijdens het huwelijk, als eigen worden beschouwd vanwege hun specifieke aard. Enkel de hoofdsom van deze schulden is eigen; de rente ervan is in beginsel gemeenschappelijk.
* **Schulden aangegaan in het uitsluitend belang van het eigen vermogen:** Schulden die één echtgenoot aangaat ter bevordering van zijn of haar eigen vermogen, zonder direct verband met de belangen van het gezin of het gemeenschappelijk vermogen.
> **Voorbeeld:** Schulden aangegaan voor de opleg bij zaakvervanging of belegging van eigen goederen. Kosten voor onderhoud of renovatie van een *niet-verhuurd* eigen onroerend goed.
* **Schulden ontstaan uit een persoonlijke of zakelijke zekerheid gesteld in een ander belang dan dat van het gemeenschappelijk vermogen:** Wanneer een echtgenoot zich borg stelt voor een lening die niet ten goede komt aan het gemeenschappelijk vermogen.
> **Voorbeeld:** Zich persoonlijk borg stellen voor een lening aangegaan door een vriend. Echter, indien de zekerheid is gesteld ter waarborging van de uitbreiding of het voortbestaan van de vennootschap van de echtgenoot, kan dit als gemeenschappelijk van aard worden beschouwd.
* **Schulden behorende tot een door één echtgenoot verboden beroep of uit handelingen die zonder medewerking van de andere echtgenoot of rechterlijke machtiging niet mochten worden verricht:** Schulden die voortvloeien uit verboden beroepsactiviteiten of specifieke handelingen die niet met de wederzijdse instemming zijn uitgevoerd.
> **Voorbeeld:** Handelingen met betrekking tot de gezinswoning, het aangaan van een lening of de schenking van een gemeenschappelijk goed zonder de toestemming van de andere echtgenoot.
* **Schulden ontstaan uit strafrechtelijke veroordeling of onrechtmatige daad begaan door één der echtgenoten:** Dit betreft boetes of schadevergoedingen die voortvloeien uit een strafbaar feit.
> **Voorbeeld:** Een boete na een verkeersovertreding of een schadevergoeding aan een burgerlijke partij.
### 3.1.3 Gemeenschappelijke schulden
Dit zijn schulden die het gemeenschappelijk vermogen aangaan. Ze kunnen primair verhaald worden op het gemeenschappelijk vermogen, maar ook op de eigen vermogens van beide echtgenoten, zij het met mogelijke vergoedingsplichten na ontbinding van het huwelijk.
* **Schulden aangegaan door beide echtgenoten, gezamenlijk of hoofdelijk:** Wanneer beide echtgenoten zich verbinden tot een schuld.
> **Voorbeeld:** Een gezamenlijke lening voor de aankoop van een gezinswagen.
* **Schulden aangegaan door één der echtgenoten ten behoeve van de huishouding en de opvoeding van de kinderen:** Kosten die noodzakelijk zijn voor het dagelijkse leven en de opvoeding van de kinderen.
> **Voorbeeld:** Kosten voor voeding, energiekosten, huur van de gezinswoning, schoolgeld, sportkampen. De kwalificatie 'buitensporig' is hierbij niet relevant voor het gemeenschappelijk karakter.
* **Schulden door één der echtgenoten aangegaan in het belang van het gemeenschappelijk vermogen:** Schulden die direct bijdragen aan het onderhoud, beheer of de opbrengsten van gemeenschappelijke activa.
> **Voorbeeld:** Beroepsschulden die de winstgevendheid van een gemeenschappelijke onderneming ten goede komen, onderhoudskosten van gemeenschappelijke goederen of de onroerende voorheffing op de gezinswoning.
* **Schulden ten laste van giften, aan de twee echtgenoten gezamenlijk of aan één van hen gedaan onder beding dat de gegeven of vermaakte goederen gemeenschappelijk zullen zijn:** De kosten die gepaard gaan met dergelijke gemeenschappelijk verkregen goederen.
* **De intresten die een bijzaak vormen van de eigen schulden van één der echtgenoten:** De rente op een eigen schuld wordt als gemeenschappelijk beschouwd, aangezien de opbrengsten van eigen goederen ook gemeenschappelijk zijn.
* **Onderhoudsschulden jegens bloedverwanten in de nederdalende lijn van één der echtgenoten:** Alimentatieverplichtingen ten aanzien van gemeenschappelijke kinderen of kinderen uit een vorige relatie die niet in het gezin worden opgevoed.
> **Opmerking:** Onderhoudsuitkeringen aan ex-partners zijn eigen schulden, omdat de oorsprong van de schuld dateert van vóór het nieuwe huwelijk.
* **Schulden waarvan niet bewezen is dat zij aan één der echtgenoten eigen zijn:** Indien het vermoeden van gemeenschappelijkheid niet kan worden weerlegd, is de schuld gemeenschappelijk.
## 3.2 Het verhaalsrecht van schuldeisers
Het verhaalsrecht van schuldeisers bepaalt op welk vermogen zij hun vordering kunnen verhalen. Dit hangt af van de aard van de schuld (eigen of gemeenschappelijk).
### 3.2.1 Verhaalsrecht voor eigen schulden
In principe kan de schuldeiser verhaal halen op het eigen vermogen van de betreffende echtgenoot. Daarnaast kan verhaal gezocht worden op de inkomsten van deze echtgenoot die in het gemeenschappelijk vermogen terechtkomen.
* **Principe:** Het eigen vermogen van de betrokken echtgenoot en diens inkomsten die in het gemeenschappelijk vermogen zitten.
* **Nog niet geïnde inkomsten:** Restrictieve interpretatie; verhaal is mogelijk.
* **Reeds geïnde inkomsten:** Ruime interpretatie; verhaal is mogelijk indien de gelden individualiseerbaar zijn. Indien deze gelden werden aangewend voor huishoudkosten of op een spaarrekening werden geplaatst, verliezen ze hun individualiseerbaar karakter en valt het verhaalrecht weg.
* **Uitzonderingen (uitbreiding van het verhaalsrecht):**
* **Verrijking van het gemeenschappelijk vermogen met eigen goederen:** Indien het GV verrijkt is door eigen goederen, kan het GV worden aangesproken ten belope van de verrijking.
* **Schulden uit verboden beroep of verboden rechtshandeling:** Indien het GV verrijkt is met inkomsten uit een verboden beroepsactiviteit, kan het GV worden aangesproken.
* **Schulden ontstaan uit strafrechtelijke veroordeling of onrechtmatige daad:** Indien het EV van de echtgenoot-schuldenaar ontoereikend is, kan het GV worden aangevallen ten belope van 50% van de netto-baten. De mede-echtgenoot kan het GV vrijwaren door eigen middelen aan te wijzen of door de schuldeiser met eigen middelen te voldoen en nadien regres uit te oefenen.
* **Schuld aangegaan door beide echtgenoten:** De schuldeiser kan verhaal uitoefenen op het EV van elke echtgenoot en op het GV. De hoedanigheid van de echtgenoot-schuldenaar speelt geen rol.
### 3.2.2 Verhaalsrecht voor gemeenschappelijke schulden
Gemeenschappelijke schulden kunnen in principe op alle drie de vermogens verhaald worden (de beide eigen vermogens en het gemeenschappelijk vermogen).
* **Principe van 'volkomen gemeenschappelijke schulden':** Indien het vermoeden van gemeenschappelijkheid niet kan worden weerlegd, heeft de schuldeiser het meest uitgebreide verhaalrecht op de beide eigen vermogens en het gemeenschappelijk vermogen. Na ontbinding van het huwelijk kan er een vergoedingsrecht ontstaan ten voordele van het eigen vermogen dat werd aangesproken.
* **Beperking van de verhaalbaarheid voor 'onvolkomen gemeenschappelijke schulden':** In specifieke gevallen is de verhaalbaarheid beperkt. De schuldeiser kan verhaal uitoefenen op het eigen vermogen van de verbonden echtgenoot en op het gemeenschappelijk vermogen. De bescherming geldt voor het eigen vermogen van de niet-contracterende echtgenoot.
* Schulden aangegaan door één echtgenoot ten behoeve van de huishouding en opvoeding van de kinderen met buitensporige lasten.
* De intresten die een bijzaak vormen van de eigen schulden van één der echtgenoten.
* Schulden door één der echtgenoten aangegaan bij de uitoefening van zijn beroep.
* Onderhoudsschulden jegens bloedverwanten in de nederdalende lijn van één der echtgenoten (bv. alimentatie voor kinderen die niet in het gezin worden opgevoed).
### 3.2.3 Schulden tussen echtgenoten
Schuldvorderingen van de ene echtgenoot op de andere kunnen tijdens het huwelijk verhaald worden op het eigen vermogen van de partner. Na ontbinding van het huwelijk kan dit verhaald worden op het eigen vermogen van de ex-partner, maar enkel op het deel dat deze heeft verkregen bij de verdeling van het gemeenschappelijk vermogen. Het gemeenschappelijk vermogen kan hiervoor nooit worden aangesproken.
> **Tip:** Na ontbinding van het huwelijk is het cruciaal om de vergoedingsrekening nauwkeurig op te stellen om de vermogensverschuivingen tussen de eigen en gemeenschappelijke vermogens te regulariseren.
> **Tip:** Het onderscheid tussen eigen en gemeenschappelijke schulden is van fundamenteel belang voor de verhaalbaarheid door schuldeisers en voor de interne vergoedingsregelingen tussen de echtgenoten na ontbinding van het huwelijk. Raadpleeg de specifieke wetsartikelen en rechtspraak voor de nuance in specifieke gevallen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Primair stelsel | De fundamentele regels die van kracht zijn van zodra het huwelijk is gesloten, zoals de verplichting tot samenwonen, hulp en bijstand, en de bescherming van de gezinswoning. Dit deel regelt de persoonlijke en huishoudelijke verplichtingen van de echtgenoten. |
| Secundair stelsel | Dit omvat de huwelijksvermogensrechtelijke regels die van toepassing zijn op de goederen van de echtgenoten, afhankelijk van of er een huwelijksovereenkomst is gesloten of niet. Het wettelijk stelsel en de bedongen stelsels vallen hieronder. |
| Wettelijk stelsel | Het huwelijksvermogensstelsel dat van toepassing is wanneer de echtgenoten geen huwelijksovereenkomst hebben gesloten bij de notaris. Het kenmerkt zich door drie afzonderlijke juridische boedels: het eigen vermogen van partner 1, het eigen vermogen van partner 2, en het gemeenschappelijk vermogen. |
| Bedongen huwelijksvermogensstelsel | Een stelsel dat echtgenoten vrij kunnen kiezen en opstellen via een huwelijkse akte bij de notaris. Dit kan zowel voor als tijdens het huwelijk gebeuren, waarbij tijdens het huwelijk een wijzigingsakte nodig is die leidt tot de ontbinding van het voorgaande stelsel. |
| Eigen vermogen (EV) | Het vermogen dat exclusief toebehoort aan één van de echtgenoten. Dit omvat goederen verkregen vóór het huwelijk, goederen verkregen tijdens het huwelijk om niet (tenzij anders bepaald), en goederen die uit hun aard strikt persoonlijk zijn of specifieke accessoria zijn. |
| Gemeenschappelijk vermogen (GV) | Het vermogen dat toebehoort aan beide echtgenoten samen. Dit omvat alle goederen en inkomsten die tijdens het huwelijk ten bezwarende titel worden verkregen en waarvan het eigen karakter niet kan worden bewezen, alsook de inkomsten uit beroepsbezigheden en de vruchten van eigen goederen. |
| Goederen eigen door hun oorsprong | Dit zijn goederen die een echtgenoot reeds bezat vóór het huwelijk (voorhuwelijkse goederen) of die tijdens het huwelijk "om niet" zijn verkregen, zoals via erfenissen of schenkingen, tenzij de schenker of testator expliciet anders bepaalt. |
| Goederen eigen uit hun aard | Dit betreft goederen die vanwege hun specifieke aard als eigen aan één echtgenoot worden beschouwd. Dit omvat onder andere strikt persoonlijke goederen, intellectuele eigendomsrechten en het recht op herstel van persoonlijke schade, hoewel de vermogensrechtelijke gevolgen hiervan soms tot het gemeenschappelijk vermogen kunnen behoren. |
| Accessoria | Toebehoren die een bijzondere band hebben met een eigen goed of met het beroep van een echtgenoot. Dit kunnen zaken zijn zoals de opbrengsten van eigen onroerende goederen, de goederen die voortvloeien uit het toebehoren van eigen waardepapieren, of goederen die nodig zijn voor de uitoefening van een beroep. |
| Zaakvervanging | Het principe waarbij een goed dat door een echtgenoot wordt vervreemd, automatisch wordt vervangen door een nieuw goed dat in de plaats treedt. De juridische kwalificatie van dit nieuwe goed (eigen of gemeenschappelijk) hangt af van de financiering, met name de "opleg" of het aanvullend bedrag dat betaald moest worden. |
| Belegging en wederbelegging | Belegging verwijst naar het verwerven van een goed met eigen gelden, terwijl wederbelegging het verwerven van een goed met de opbrengst van een vervreemd eigen goed betreft. Deze principes zijn cruciaal om de eigen aard van goederen te behouden en vereisen specifieke formele en materiële voorwaarden. |
| Eigen schuld | Een schuld die exclusief toebehoort aan één van de echtgenoten. Dit kan voortkomen uit de oorsprong van de schuld (bv. voorhuwelijkse schulden, schulden uit erfenissen) of uit haar aard, zoals schulden aangegaan in het exclusieve belang van het eigen vermogen. |
| Gemeenschappelijke schuld | Een schuld die toebehoort aan beide echtgenoten gezamenlijk. Dit omvat schulden aangegaan door beide echtgenoten, schulden ten behoeve van de huishouding en opvoeding van kinderen, en schulden aangegaan in het belang van het gemeenschappelijk vermogen, zoals beroepsschulden. |
| Verhaalsrecht | Het recht dat een schuldeiser heeft om zijn vordering te verhalen op het vermogen van de schuldenaar. Binnen het wettelijk stelsel is het verhaalsrecht van schuldeisers verschillend voor eigen schulden en gemeenschappelijke schulden, en kan het zowel op het eigen vermogen als op het gemeenschappelijk vermogen betrekking hebben. |
| Vergoedingsrekening | Een mechanisme dat na ontbinding van het huwelijk wordt toegepast om de financiële onevenwichtigheden tussen de eigen vermogens en het gemeenschappelijk vermogen te regulariseren. Dit is van toepassing wanneer het ene vermogen is aangesproken voor de schulden of voordelen van het andere vermogen. |