Cover
立即免费开始 Inleiding tot het recht (deel V - Burgerlijk recht - Verbintenissen - tweede examen) ST.pptx
Summary
# Verbintenissenrecht: soorten en bronnen
Dit onderwerp behandelt de fundamentele concepten van verbintenissen, inclusief de verschillende soorten verbintenissen zoals voorwaardelijke verbintenissen en verbintenissen met tijdsbepaling, alsook de bronnen van verbintenissen.
## 1. Verbintenissen: algemeen
Een verbintenis is een juridische plicht om iets te geven, te doen of te laten. Hierbij is de ene partij de schuldenaar (SA) die gehouden is tot de prestatie, en de andere partij de schuldeiser (SE) die recht heeft op deze prestatie.
### 1.1 Soorten verbintenissen
Er bestaan verschillende manieren om verbintenissen te classificeren, met elk specifieke juridische gevolgen.
#### 1.1.1 Voorwaardelijke verbintenissen
Een voorwaardelijke verbintenis is een verbintenis waarvan de uitvoering of uitdoving afhankelijk wordt gemaakt van een toekomstige en onzekere gebeurtenis.
* **Opschortende voorwaarde:** De verbintenis wordt pas afdwingbaar of ontstaat pas zodra aan de voorwaarde is voldaan.
* *Voorbeeld:* Een koopovereenkomst voor een huis die afhankelijk is van het verkrijgen van een lening.
* **Ontbindende voorwaarde:** De verbintenis die reeds bestaat, wordt beëindigd zodra aan de voorwaarde is voldaan.
* *Voorbeeld:* Een schenking die komt te vervallen indien de begunstigde geen diploma behaalt.
#### 1.1.2 Verbintenissen met tijdsbepaling
Bij verbintenissen met tijdsbepaling hangt de uitvoering of uitdoving af van een toekomstige en zekere gebeurtenis.
* **Opschortende tijdsbepaling:** De uitvoering van de verbintenis vangt aan na het verstrijken van de afgesproken termijn.
* **Ontbindende tijdsbepaling:** De verbintenis wordt beëindigd bij het bereiken van de afgesproken termijn.
#### 1.1.3 Persoonsgebonden en prestatiegebonden verbintenissen
Deze indeling focust op het belang van de persoon van de schuldenaar of de aard van de prestatie.
* **Persoonsgebonden verbintenissen:** De identiteit en hoedanigheid van de schuldenaar zijn cruciaal. Bij overlijden van de schuldenaar eindigt de verbintenis. Dit is het geval bij bijvoorbeeld een chirurgische ingreep waarbij het vertrouwen in de specifieke arts van doorslaggevend belang is.
* **Prestatiegebonden verbintenissen:** De prestatie zelf is van belang, ongeacht wie deze uitvoert. De verbintenis gaat over op de erfgenamen indien de schuldenaar overlijdt. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het betalen van een factuur.
#### 1.1.4 Deelbare en ondeelbare verbintenissen
De deelbaarheid van een verbintenis bepaalt of de schuld kan worden opgesplitst bij meerdere schuldenaars of schuldeisers.
* **Principe:** De meeste verbintenissen zijn deelbaar. Elke schuldenaar is slechts gehouden tot zijn deel, en elke schuldeiser kan slechts zijn deel van de vordering opeisen.
#### 1.1.5 Hoofdelijke verbintenissen
Hoofdelijkheid is een uitzondering op het principe van deelbaarheid, waarbij elke schuldenaar voor het geheel kan worden aangesproken.
* **Hoofdelijke verbintenissen tussen schuldenaars:** De schuldeiser kan de volledige prestatie eisen van eender welke schuldenaar. De gekozen schuldenaar kan nadien wel regres uitoefenen op de medeschuldenaars voor hun aandeel.
* Hoofdelijkheid kan voortvloeien uit een wettelijke bepaling (bv. belastingschulden), een contractuele afspraak, of soms een juridisch vermoeden (bv. tussen ondernemers).
* *Voorbeeld:* Medische kosten zijn vaak hoofdelijk.
* **In solidum verbintenissen:** Vergelijkbaar met hoofdelijkheid, maar ontstaat buiten contractuele relaties, bijvoorbeeld bij onrechtmatige daden met meerdere daders. De benadeelde kan het volledige bedrag van elke dader vorderen. De rechter kan de bijdrage van elke dader in de schade bepalen.
#### 1.1.6 Resultaats- en inspanningsverbintenissen
Deze classificatie is relevant voor het bepalen van de aansprakelijkheid bij niet-nakoming.
* **Resultaatsverbintenis:** De schuldenaar is gehouden tot het bereiken van een bepaald, gegarandeerd resultaat. Indien het resultaat niet wordt bereikt, is er sprake van een contractuele fout, tenzij overmacht kan worden ingeroepen.
* *Voorbeeld:* Een hotel dat een parasietvrije kamer moet garanderen.
* **Inspanningsverbintenis:** De schuldenaar is gehouden tot het leveren van de nodige inspanningen om een bepaald resultaat te bereiken. De schuldeiser moet bewijzen dat de schuldenaar niet voldoende inspanningen heeft geleverd.
* *Voorbeeld:* Een advocaat die zijn uiterste best doet om een cliënt vrij te pleiten.
## 2. Bronnen van verbintenissen
Verbintenissen kunnen voortvloeien uit verschillende rechtsfeiten. De belangrijkste bronnen zijn overeenkomsten en onrechtmatige daden.
### 2.1 Overeenkomsten
Een overeenkomst, ook wel contract genoemd, is een meerzijdige rechtshandeling waarbij twee of meer personen hun wil uiten met de bedoeling verbintenissen aan te gaan, te wijzigen of te beëindigen.
#### 2.1.1 Kenmerken en totstandkoming
* **Wilsovereenstemming:** Kern van elke overeenkomst.
* **Contractuele vrijheid:** Partijen zijn vrij om overeenkomsten af te sluiten en de inhoud te bepalen, binnen de grenzen van de wet.
* **Bindende kracht:** Een geldig gesloten overeenkomst strekt partijen tot wet.
* **Uitvoering te goeder trouw:** Partijen moeten hun verbintenissen redelijk en billijk uitvoeren.
De totstandkoming vereist een **aanbod** (met alle essentiële elementen) en een **aanvaarding** hiervan. Tijdens onderhandelingen geldt in principe contractuele vrijheid, maar het schenden van gewekt vertrouwen kan leiden tot precontractuele aansprakelijkheid.
#### 2.1.2 Geldigheidsvoorwaarden
Voor een geldige overeenkomst zijn vereist:
* Wilsovereenstemming
* Een bepaald en geoorloofd voorwerp
* Een geoorloofde oorzaak
* Bekwaamheid van de partijen
* Overeenstemming met dwingend recht en openbare orde
De sanctie bij het niet voldoen aan deze voorwaarden is relatieve of absolute nietigheid.
#### 2.1.3 Gevolgen van overeenkomsten
* **Gevolgen tussen partijen:**
* **Bindende kracht en uitvoering te goeder trouw:** Verbintenissen moeten worden nagekomen, tenzij er sprake is van overmacht. Wijziging of ontbinding vereist wederzijdse toestemming of wettelijke gronden.
* **Vrijwillige uitvoering:** De prestatie moet geleverd worden door de juiste persoon, aan de juiste persoon, op de juiste plaats en op het juiste moment.
* **Sanctie bij niet-uitvoering:** Indien de schuldenaar in gebreke blijft, kan de schuldeiser kiezen voor gedwongen uitvoering (in natura of bij equivalent, bv. schadevergoeding) of gerechtelijke ontbinding. Voor contractuele aansprakelijkheid is een contractuele wanprestatie, een aanmaning en schade vereist.
* **Gevolgen tegenover derden:**
* **Betrekkelijkheid:** Overeenkomsten binden in principe enkel de contractspartijen. Uitzonderingen hierop zijn erfgenamen en rechtverkrijgenden onder algemene titel.
* **Tegenwerpelijkheid:** Overeenkomsten moeten door derden worden erkend als een feit.
#### 2.1.4 Tenietgaan van overeenkomsten
Overeenkomsten kunnen tenietgaan door nietigverklaring, ontbinding (contractueel, gerechtelijk of wegens overmacht) of eenzijdige opzegging (bij overeenkomsten van onbepaalde duur).
### 2.2 Onrechtmatige daad (buitencontractuele aansprakelijkheid)
Een onrechtmatige daad is een rechtsfeit, voortkomend uit een menselijke handeling, waardoor een schadeverwekker (dader) tegenover een schadelijder (slachtoffer) komt te staan.
#### 2.2.1 Kenmerken van foutaansprakelijkheid
De algemene regel is dat eenieder aansprakelijk is voor de schade die hij door zijn fout aan een ander veroorzaakt. De **fout** kan bestaan uit een handeling, nalatigheid of onvoorzichtigheid, waarbij het criterium de zorgvuldigheid van een redelijk en voorzichtig persoon is. Naast de fout en het **causaal verband** (noodzakelijke voorwaarde tussen fout en schade), moet er ook **schade** zijn (materieel of moreel).
#### 2.2.2 Uitzonderingen op de foutaansprakelijkheid
* **Samengestelde aansprakelijkheid (aansprakelijkheid voor andermans fout):**
* **Ouders voor minderjarige kinderen:** Foutloze aansprakelijkheid voor kinderen onder de 16 jaar, en een weerlegbaar vermoeden voor 16-17 jarigen.
* **Personen belast met toezicht:** Weerlegbaar vermoeden van aansprakelijkheid indien er een gebrekkig toezicht was.
* **Werkgevers voor werknemers:** Absoluut vermoeden van aansprakelijkheid voor fouten begaan door werknemers in de uitoefening van hun functie.
* **Objectieve aansprakelijkheid (foutloze aansprakelijkheid):**
* **Aansprakelijkheid voor zaken:** De "bewaarder" van een zaak is foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een gebrek van die zaak. Bevrijding is mogelijk door een vreemde oorzaak.
* **Productaansprakelijkheid:** Getrapte aansprakelijkheid voor onveilige producten, van producent tot leverancier.
#### 2.2.3 Pluraliteit van aansprakelijken
Wanneer meerdere daders betrokken zijn bij het veroorzaken van schade, worden zij in beginsel **in solidum** aansprakelijk gesteld. Als het slachtoffer zelf mede-schuld heeft, spreekt men van **gedeelde aansprakelijkheid**.
## 3. Algemene wijzen van tenietgaan van verbintenissen
Verbintenissen kunnen op verschillende manieren tenietgaan:
* Integrale uitvoering of betaling
* Schuldvergelijking
* Bevrijdende verjaring
* Schuldvernieuwing
* Overdracht van schuldvordering
* Kwijtschelding
* Overmacht
* Overlijden van de schuldenaar bij persoonsgebonden verbintenissen
* Realisatie van een ontbindende voorwaarde
* Tenietgaan van de overeenkomst waaruit de verbintenis voortvloeit
---
# Overeenkomsten: totstandkoming, gevolgen en sancties
Dit gedeelte van de studiegids focust op de totstandkoming, de geldige voorwaarden, de gevolgen en de sancties bij niet-uitvoering van overeenkomsten binnen het verbintenissenrecht.
## 2. Overeenkomsten
### 2.1 Omschrijving van een overeenkomst
Een overeenkomst, ook wel een contract genoemd, is een meerzijdige rechtshandeling waarbij **wilsovereenstemming** tussen twee of meer personen tot stand komt met het doel verbintenissen aan te gaan, te wijzigen of te beëindigen.
De basisprincipes van overeenkomsten zijn:
* **Contractuele vrijheid:** Partijen zijn in principe vrij om hun overeenkomsten te sluiten.
* **Bindende kracht:** Overeenkomsten zijn bindend voor de partijen die ze sluiten.
* **Uitvoering te goeder trouw:** Partijen moeten hun verbintenissen redelijk en met billijkheid uitvoeren.
**Voorbeelden van overeenkomsten zijn:** koop, huur, aanneming, bewaargeving, ruil, lening, franchisingovereenkomst, en licentieovereenkomst.
### 2.2 Soorten overeenkomsten
Overeenkomsten kunnen op verschillende manieren worden ingedeeld, onder andere op basis van:
* Aard van de verbintenissen (bv. eenzijdig/wederkerig, om baat/om niet, consensueel/formeel).
* De wijze van totstandkoming (bv. hoofd- en bijkomstige overeenkomsten).
* De invulling van de verbintenissen (bv. resultaats- en inspanningsverbintenissen).
### 2.3 Totstandkoming van overeenkomsten
#### 2.3.1 Stadia van totstandkoming
1. **Aanbod:** Een voorstel dat alle essentiële elementen van de overeenkomst bevat. Een aanbod is bindend en de aanbieder moet eraan gebonden zijn. Er zijn geen vormvereisten voor een aanbod.
2. **Aanvaarding:** De akkoordverklaring van de partij aan wie het aanbod is gericht. Een geldige aanvaarding moet het aanbod kennen en kan uitdrukkelijk of stilzwijgend gebeuren. Na aanvaarding is de overeenkomst gesloten.
**Precontractuele aansprakelijkheid:** Tijdens onderhandelingen is men in principe nog niet gebonden. Echter, het schenden van vertrouwen tijdens deze fase kan leiden tot **precontractuele fouten** en contractuele aansprakelijkheid.
#### 2.3.2 Geldigheidsvoorwaarden voor overeenkomsten
Om geldig tot stand te komen, moet een overeenkomst voldoen aan de volgende voorwaarden:
* **Wilsovereenstemming:** De wil van de partijen mag niet aangetast zijn.
* **Voorwerp:** De prestatie die het onderwerp van de verbintenis vormt, moet bepaald of bepaalbaar zijn, geoorloofd en mogelijk.
* **Oorzaak:** De rechtvaardiging voor de verbintenis moet geoorloofd zijn.
* **Bekwaamheid:** De partijen moeten handelingsbekwaam zijn.
* **Overeenstemming met dwingend recht en openbare orde:** De overeenkomst mag niet ingaan tegen regels van dwingend recht of de openbare orde.
**Sanctie bij niet-voldoen aan geldigheidsvoorwaarden:** Relatieve of absolute nietigheid.
### 2.4 Gevolgen van overeenkomsten
#### 2.4.1 Gevolgen tussen partijen
* **Contractuele trouw en uitvoering te goeder trouw:** Een geldig tot stand gekomen contract strekt de partijen tot wet. Niet-nakoming leidt tot contractuele aansprakelijkheid, tenzij er sprake is van overmacht. Ontbinding of wijziging van het contract kan enkel met wederzijdse toestemming of op grond van de wet. De uitvoering moet gebeuren met redelijkheid en billijkheid.
* **Vrijwillige uitvoering:**
* **Wie:** Afhankelijk van het al dan niet persoonsgebonden karakter van de verbintenis.
* **Aan wie:** In handen van de schuldeiser, diens lasthebber, contractuele, gerechtelijke of wettelijke vertegenwoordiger.
* **Wat:** Levering van soortgoederen, betaling van geldsommen (met specifieke regels).
* **Waar:** In principe de woonplaats van de schuldenaar, tenzij anders overeengekomen of indien het gaat om de levering van een bepaalde zaak.
* **Sanctie bij niet-uitvoering:**
1. **Algemene voorwaarden van contractuele aansprakelijkheid:**
* **Contractuele wanprestatie:** Een partij blijft door eigen fout in gebreke bij de uitvoering van zijn verbintenis.
* **Aanmaning:** De schuldeiser maant de schuldenaar uitdrukkelijk aan tot uitvoering (bv. aangetekend schrijven, gerechtsdeurwaardersexploot).
* **Vereisten voor contractuele aansprakelijkheid:**
* Inbreuk op een juridische verplichting (resultaats- of inspanningsverbintenis).
* De prestatie was opeisbaar.
* Een aan de schuldenaar toerekenbare fout (uitzondering: overmacht).
* Schade in hoofde van de schuldeiser.
* Een oorzakelijk verband tussen de fout en de schade.
2. **Gedwongen uitvoering:**
* **Uitvoerbare titel:** Een vonnis of notarisakte is vereist.
* **Uitvoering in natura:** Indien mogelijk, nuttig en toegelaten. Kan ook via uitvoering door een derde of een dwangsom.
* **Uitvoering bij equivalent (schadeherstel):** Vereist een vonnis. Dit omvat vervangende of compensatoire schadevergoeding en moratoire schadevergoeding. De volledige schade, zowel geleden verlies als gederfde winst, moet vergoed worden, voor zover deze voorzienbaar was (tenzij opzet).
3. **Wederkerige overeenkomsten:**
* **Weigering wegens niet-uitvoering (opschortingsrecht):** De schuldeiser mag zijn eigen prestatie opschorten zonder rechterlijke tussenkomst na aanmaning.
* **Gerechtelijke ontbinding:** De schuldeiser kan de rechter verzoeken de overeenkomst te ontbinden, eventueel met bijkomende schadevergoeding.
* **Uitdrukkelijk ontbindend beding:** Een clausule die voorziet in automatische ontbinding bij niet-naleving.
#### 2.4.2 Gevolgen tegenover derden
* **Betrekkelijkheid van overeenkomsten (relativiteit):** Overeenkomsten hebben in principe enkel gevolgen voor de contractspartijen zelf. Derden hebben geen rechten of plichten uit de overeenkomst.
* **Uitzonderingen:** Erfgenamen, rechtverkrijgenden onder algemene titel en rechtverkrijgenden onder bijzondere titel.
* **Uitzonderingen op de betrekkelijkheid:**
* **Beding ten gunste van een derde (derdenbeding):** Een contractspartij bedingt een recht voor een derde (bv. levensverzekering).
* **Zijdelingse vordering:** Een schuldeiser kan in naam van zijn schuldenaar optreden tegen een derde (bv. vordering van een SE tegen de verzekeraar van de automobilist).
* **Tegenwerpelijkheid van overeenkomsten:** Overeenkomsten moeten door derden worden erkend als een feit dat juridische gevolgen heeft.
### 2.5 Sancties bij niet-uitvoering
De sancties bij niet-uitvoering van een overeenkomst zijn contractuele aansprakelijkheid, gedwongen uitvoering en ontbinding.
**Contractuele wanprestatie:** Als een partij zijn contractuele verplichtingen niet nakomt, kan de andere partij bepaalde sancties inroepen. De voorwaarden hiervoor zijn:
1. Inbreuk op een juridische verplichting (resultaats- of inspanningsverbintenis).
2. De prestatie was opeisbaar.
3. De fout is de schuldenaar toerekenbaar (uitzondering: overmacht).
4. De schuldeiser heeft schade geleden.
5. Er is een causaal verband tussen de fout en de schade.
**Niet-uitvoering:** De verbintenis wordt niet uitgevoerd.
**Laattijdige uitvoering:** De verbintenis wordt wel uitgevoerd, maar te laat.
**Wanuitvoering of gebrekkige uitvoering:** De verbintenis wordt uitgevoerd, maar niet conform de afspraken, niet volgens de regels van de kunst, of niet volledig.
**Aanmaning:** De schuldeiser moet de schuldenaar in gebreke stellen, wat bewijsbaar moet zijn (bv. aangetekend schrijven).
**Gedwongen uitvoering:**
* **Uitvoerbare titel:** Een vonnis of authentieke akte.
* **In natura:** Directe uitvoering van de prestatie. Kan ook gebeuren door een derde of via een dwangsom.
* **Bij equivalent (schadeherstel):** Een financiële vergoeding voor de geleden schade. De volledige, voorzienbare schade moet vergoed worden.
**Wederkerige overeenkomsten:**
* **Weigering wegens niet-uitvoering (opschortingsrecht):** De ene partij mag zijn prestatie opschorten als de andere partij niet presteert.
* **Gerechtelijke ontbinding:** De rechter kan de overeenkomst ontbinden. Een **uitdrukkelijk ontbindend beding** kan dit voorzien.
### 2.6 Tenietgaan van overeenkomsten
Overeenkomsten kunnen op verschillende manieren tenietgaan:
* **Nietigverklaring:** De overeenkomst wordt met terugwerkende kracht ongeldig verklaard.
* **Ontbinding:** De overeenkomst wordt beëindigd. Dit kan contractueel (door wederzijds akkoord of een ontbindend beding), gerechtelijk of wegens overmacht.
* **Eenzijdige opzegging:** Indien wettelijk voorzien, bv. bij overeenkomsten van onbepaalde duur zoals aanneming of lastgeving.
* **Algemene wijzen van tenietgaan van verbintenissen:** Denk aan integrale uitvoering, betaling, schuldvergelijking, bevrijdende verjaring, schuldvernieuwing, overdracht van schuldvordering, kwijtschelding, overmacht, of het overlijden van de SA bij persoonsgebonden verbintenissen.
### 2.7 Bijzondere overeenkomsten
Dit deel van het studiemateriaal behandelt specifieke soorten overeenkomsten zoals koop en huur.
#### 2.7.1 Koop
* **Algemeen:** Een overeenkomst waarbij de ene partij (verkoper) zich verbindt een zaak te leveren en de andere partij (koper) zich verbindt daarvoor een prijs te betalen.
* **Eigendomsoverdracht en risico:** In principe gaat het eigendom over bij de totstandkoming van de koop, tenzij anders overeengekomen (bv. bij soortzaken, toekomstige zaken of met eigendomsvoorbehoud). Het risico gaat meestal mee over met de eigendom.
* **Verbintenissen van de verkoper:**
1. Levering van de zaak (bezitsoverdracht).
2. Kwaliteitswaarborg (vrijwaring voor verborgen gebreken die ernstig zijn, bestonden op het moment van koop, niet bekend waren en niet uitgesloten zijn, en tijdig gemeld worden). De koper kan kiezen voor ontbinding of prijsvermindering.
3. Juridische waarborg (vrijwaring voor uitwinning): de verkoper garandeert rustig en vreedzaam bezit.
* **Verbintenissen van de koper:**
1. Aanvaarding van de levering.
2. Betaling van de prijs.
3. Betaling van de kosten (tenzij anders overeengekomen).
#### 2.7.2 Huur
* **Algemeen:** Een overeenkomst waarbij de ene partij (verhuurder) zich verbindt het genot van een zaak te verschaffen aan de andere partij (huurder) tegen een prijs. Dit is een persoonlijk recht, geen zakelijk recht.
* **Verbintenissen van de verhuurder:**
1. Leveren van de zaak in goede staat.
2. Onderhoud van de zaak (nodige herstellingen).
3. Waarborgen van rustig genot (vrijwaren voor eigen daden, rechtsstoornissen en feitelijke stoornissen van derden, en vrijwaren voor verborgen gebreken).
4. Waarborgsom (indien contractueel voorzien).
* **Verbintenissen van de huurder:**
1. Gebruik als een goede huisvader, volgens normale bestemming en uitvoeren van geringe herstellingen.
2. Betalen van de huurprijs.
3. Teruggave van het goed in goede staat (tenzij overmacht of ouderdom). Een plaatsbeschrijving bij aanvang is nuttig.
4. Voorzien van huisraad (stoffen).
5. (In Vlaanderen) afsluiten van een verplichte brand- en waterschadeverzekering.
* **Einde van de huur:** Door het verstrijken van de termijn (bepaalde duur), opzegging (onbepaalde duur), wederzijds akkoord, ontbinding, etc. Woninghuur kent een strikte reglementering.
* **Bijzondere vormen:** Huur aan studenten, gemeen huurrecht, woninghuur, handelshuur. Elk met specifieke regels en dwingend recht.
---
# Onrechtmatige daad en aansprakelijkheid
Hier is een gedetailleerde samenvatting over onrechtmatige daad en aansprakelijkheid, opgesteld als een examenstudiegids.
## 3. Onrechtmatige daad en aansprakelijkheid
Dit deel behandelt de aansprakelijkheid buiten contract, inclusief de kenmerken van foutaansprakelijkheid, aansprakelijkheid voor eigen daden, andermans daden, zaken en dieren.
### 3.1 Kenmerken van foutaansprakelijkheid
#### 3.1.1 De algemene regel van foutaansprakelijkheid
Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad wordt ook wel "buitencontractuele aansprakelijkheid" genoemd. Het is een rechtsfeit dat ontstaat door een menselijke handeling die schade veroorzaakt, waardoor een schadeverwekker (dader) tegenover een schadelijder (slachtoffer) komt te staan. De algemene regel is vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek:
$$ \text{Eenieder is aansprakelijk voor de schade die hij door zijn fout aan een ander veroorzaakt.} $$
Het onderscheid met contractuele aansprakelijkheid is cruciaal. Contractuele aansprakelijkheid ontstaat uit de schending van een contractuele verbintenis, terwijl buitencontractuele aansprakelijkheid voortvloeit uit de schending van een algemene wettelijke plicht om geen schade toe te brengen aan anderen.
#### 3.1.2 Uitzonderingen op de foutaansprakelijkheid
Naast de persoonlijke aansprakelijkheid voor eigen fouten, zijn er uitzonderingen waarbij men aansprakelijk kan worden gesteld voor andermans fouten (samengestelde aansprakelijkheid) of voor zaken (objectieve aansprakelijkheid).
* **Samengestelde aansprakelijkheid:** Dit is aansprakelijkheid voor andermans fout.
* **Objectieve aansprakelijkheid (foutloze aansprakelijkheid):** Dit is aansprakelijkheid zonder dat er een concrete fout van de aansprakelijke hoeft te worden aangetoond.
### 3.2 Aansprakelijkheid voor eigen fout
Om aansprakelijk te worden gesteld voor een eigen fout, moeten drie cumulatieve voorwaarden vervuld zijn: een fout, een causaal verband tussen de fout en de schade, en schade.
#### 3.2.1 De fout
Een fout in de zin van onrechtmatige daad kan bestaan uit:
* Het niet-naleven van een wettelijke of reglementaire norm.
* Het niet-naleven van de algemene zorgvuldigheidsnorm, die vereist dat men handelt zoals een voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde omstandigheden zou doen.
De beoordeling van de zorgvuldigheidsnorm gebeurt aan de hand van twee criteria:
1. **Vergelijking met een redelijk en voorzichtig persoon:** Het concrete gedrag wordt vergeleken met dat van een hypothetische, gemiddelde persoon.
2. **Voorzienbaarheid van de schade:** Als de schade enigszins voorzienbaar was, kan het gedrag als foutief worden beschouwd.
De grootte van de fout is onbelangrijk; zelfs een kleine fout kan leiden tot aansprakelijkheid als deze schade veroorzaakt.
> **Tip:** De grootte van de fout is irrelevant voor de aansprakelijkheid zelf, maar kan wel een rol spelen bij de bepaling van de omvang van de schadevergoeding.
**Uitsluitingsgronden voor fout:** Situaties zoals overmacht, onoverwinnelijke dwaling, dwang, een onwettige regel of een hoger belang kunnen de aansprakelijkheid voor een fout uitsluiten.
#### 3.2.2 Causaal verband (oorzakelijk verband)
De fout moet een noodzakelijke voorwaarde zijn voor de schade. Dit betekent dat de schade niet zou zijn ontstaan zonder de fout.
* **Meerdere oorzaken/daders:** Wanneer meerdere personen of factoren aan de schade hebben bijgedragen, spreekt men van "in solidum aansprakelijkheid" of "gedeeltelijke aansprakelijkheid".
* **In solidum aansprakelijkheid:** Elk van de daders is voor het geheel aansprakelijk tegenover het slachtoffer. De daders kunnen wel verhaal halen bij elkaar (regresvordering) op basis van hun relatieve bijdrage tot de schade.
* **Gedeeltelijke aansprakelijkheid:** Als het slachtoffer zelf (mede)schuldig is aan de schade, is de dader slechts aansprakelijk in verhouding tot zijn fout.
> **Tip:** Het causale verband kan zowel een directe als een indirecte oorzaak omvatten.
#### 3.2.3 Schade
De schade die geleden wordt, moet rechtmatig zijn, persoonlijk en bewezen. De schade kan zowel materieel (vermogensrechtelijk) als moreel (extramaterieel) zijn.
* **Materiële schade:** Omvat het geleden verlies (bv. kosten voor herstelling) en de gederfde winst (bv. gemiste inkomsten door arbeidsongeschiktheid).
* **Morele schade:** Omvat immateriële schade zoals pijn, leed of verlies van levensvreugde.
**Aansprakelijkheid van minderjarigen en geestesgestoorden:**
Kinderen onder de 12 jaar zijn niet aansprakelijk voor hun fouten. Vanaf 12 jaar zijn ze in principe wel aansprakelijk, hoewel de rechter hen in bepaalde gevallen kan vrijstellen. Geestesgestoorden worden juridisch gelijkgesteld met minderjarigen vanaf 12 jaar wat betreft hun aansprakelijkheid.
### 3.3 Aansprakelijkheid voor andermans fout (samengestelde aansprakelijkheid)
Dit betreft situaties waarin men aansprakelijk wordt gesteld voor fouten begaan door personen waarover men een zekere controle of gezag uitoefent. De aansprakelijke persoon kan vervolgens regres uitoefenen op de werkelijke dader.
#### 3.3.1 Personen met gezag over minderjarigen
* **Ouders/voogden:** Zijn aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door de fouten van hun kinderen.
* **Kinderen onder de 16 jaar:** Foutloze aansprakelijkheid van de ouders (tegenbewijs is niet mogelijk).
* **Kinderen tussen 16 en 17 jaar:** Een vermoeden van aansprakelijkheid dat weerlegbaar is door aan te tonen dat er geen gebrekkig toezicht was of dat het kind goed werd opgevoed.
#### 3.3.2 Personen belast met toezicht op anderen
Dit geldt voor personen die duurzaam controle hebben over anderen, zoals leerkrachten over leerlingen. Het betreft een weerlegbaar vermoeden van aansprakelijkheid, waarbij het tegenbewijs bestaat in het aantonen van geen fout in het toezicht. Deze aansprakelijkheid geldt enkel gedurende de periode van het toezicht.
#### 3.3.3 Aansprakelijkheid van werkgevers
Werkgevers zijn aansprakelijk voor schade veroorzaakt door de fouten van hun werknemers ("aanstellers") in het kader van hun opdracht. Dit is een absoluut vermoeden van aansprakelijkheid, wat betekent dat het niet weerlegd kan worden. De aansprakelijkheid is echter beperkt door de wet (bv. artikel 18 van de Wet van 24 juli 1987 betreffende de arbeidsovereenkomsten).
### 3.4 Aansprakelijkheid voor zaken en dieren
Dit betreft objectieve (foutloze) aansprakelijkheid. De "bewaarder" van een zaak is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een gebrek van die zaak, ongeacht of er een fout is begaan.
#### 3.4.1 Aansprakelijkheid voor zaken
* **Bewaarder:** De persoon die feitelijk gebruik maakt van de zaak en er recht van leiding en toezicht op heeft.
* **Gebrek van de zaak:** Een abnormaal kenmerk dat een risico op schade inhoudt.
* **Voorwaarden:** De schadelijder moet het volgende bewijzen:
* Dat de beklaagde de bewaarder was.
* Dat er een gebrek van de zaak was.
* Dat er schade is geleden.
* Dat er een causaal verband is tussen het gebrek en de schade.
Gevolg: Een onweerlegbaar vermoeden van aansprakelijkheid voor de bewaarder.
**Bevrijding:** De bewaarder kan enkel bevrijd worden door een vreemde oorzaak (overmacht).
#### 3.4.2 Productaansprakelijkheid
Dit regelt de aansprakelijkheid voor onveilige producten. Het is een getrapte aansprakelijkheid (producent > invoerder > leverancier).
* **Voorwaarden:**
* De benadeelde is een consument.
* Het gaat om een "product" (lichamelijk roerende zaak).
* Het product vertoont een gebrek (is niet veilig).
* Er is schade geleden.
* Er is een causaal verband tussen het gebrek en de schade.
* **Schadevergoeding:** Integraal voor lichamelijke en morele schade.
* **Verjaring:** 10 jaar nadat het product op de markt is gebracht, of 3 jaar na het schadegeval.
### 3.5 Aansprakelijkheid voor dieren
De bewaarder van een dier is aansprakelijk voor de schade die het dier veroorzaakt. Dit is eveneens een objectieve aansprakelijkheid.
* **Bewaarder:** De persoon die feitelijk gebruik en leiding en toezicht heeft over het dier.
* **Voorwaarden:** Bewijs van het dier, de schade en het causale verband tussen het dier en de schade.
* **Bevrijding:** Enkel door een vreemde oorzaak (bv. het dier is ontsnapt door een storm).
### 3.6 Pluraliteit van aansprakelijken
Wanneer meerdere personen aansprakelijk zijn voor dezelfde schade, kan de benadeelde zich tot elk van hen richten voor de gehele schade (in solidum aansprakelijkheid). De aansprakelijken kunnen nadien wel onderling het aandeel van elk bepalen op basis van hun relatieve bijdrage tot de schade.
### 3.7 Gedeeltelijke aansprakelijkheid (eigen schuld van het slachtoffer)
Als de schade mede te wijten is aan het slachtoffer zelf, wordt de aansprakelijkheid van de dader verminderd in verhouding tot het aandeel van het slachtoffer in de schade. Dit omvat situaties waarbij het slachtoffer een risico heeft aanvaard (bv. bij sporten zoals boksen).
### 3.8 Tenietgaan van verbintenissen (relevant in context van onrechtmatige daad)
Hoewel dit een breder onderwerp is, zijn enkele aspecten relevant voor onrechtmatige daad:
* **Schadevergoeding:** De meest voorkomende sanctie bij een onrechtmatige daad is het betalen van een schadevergoeding, wat leidt tot het tenietgaan van de verbintenis tot herstel van de schade.
* **Overmacht:** Kan een bevrijding zijn van aansprakelijkheid, waardoor de schadevergoedingsverbintenis niet ontstaat.
* **Overlijden van de SA bij persoonsgebonden verbintenissen:** Hoewel minder direct van toepassing op de *dader* van een onrechtmatige daad die een schadevergoeding moet betalen, is het relevant indien de *schadeveroorzakende handeling* zelf persoonsgebonden was en de dader zou overlijden. De verbintenis tot schadevergoeding gaat echter wel over op de erfgenamen.
### 3.9 Bijzondere overeenkomsten (als bron van aansprakelijkheid)
Hoewel het hoofdzakelijk over aansprakelijkheid buiten contract gaat, is het belangrijk te onthouden dat bepaalde bijzondere overeenkomsten specifieke aansprakelijkheidsregimes kunnen inhouden of de algemene regels kunnen aanvullen of wijzigen. De documentatie bespreekt koop en huur, maar deze secties richten zich primair op contractuele verbintenissen en hun gevolgen. De principes van aansprakelijkheid (eigen fout, andermans fout, zaken) blijven echter de basisprincipes, ook binnen contractuele relaties waar specifieke regels van toepassing zijn.
---
# Tenietgaan van verbintenissen en bijzondere overeenkomsten
Dit onderwerp behandelt de verschillende manieren waarop verbintenissen kunnen eindigen en introduceert specifieke contractvormen zoals koop en huur.
### 4.1. Tenietgaan van verbintenissen
Verbintenissen kunnen op verschillende wijzen tenietgaan. De belangrijkste methoden zijn:
* **Integrale uitvoering / betaling:** Dit is de meest natuurlijke manier waarop een verbintenis tenietgaat. Wanneer de beloofde prestatie volledig is uitgevoerd, is de verbintenis voldaan. Dit geldt zowel voor de betaling van een koopsom als voor een schadevergoeding.
* **Schuldvergelijking:** Wanneer twee personen elkaars schuldenaar en schuldeiser zijn, gaan de verbintenissen tussen hen teniet tot het bedrag van de laagste schuld. De voorwaarden hiervoor zijn:
* De schulden moeten geldsommen betreffen.
* De schulden moeten vaststaan.
* De schulden moeten opeisbaar zijn.
* De schuldenaars moeten persoonlijk verbonden zijn.
* **Bevrijdende verjaring:** Na verloop van een bepaalde wettelijk bepaalde termijn is men bevrijd van een verbintenis. Dit principe dient ter bevordering van rechtszekerheid en om bewijsproblemen te voorkomen. Een verjaringstermijn kan gestuit (de termijn wordt opnieuw ingesteld) of geschorst (de reeds verlopen tijd blijft behouden) worden, maar kan niet contractueel worden uitgesloten.
* **Gewijzigde omstandigheden en overmacht:**
* **Gewijzigde omstandigheden:** Indien de omstandigheden aanzienlijk wijzigen (bijvoorbeeld een sterk gestegen kostprijs), kan dit aanleiding geven tot heronderhandeling.
* **Overmacht:** Een gebeurtenis die volledig onafhankelijk is van de wil van de schuldenaar en de uitvoering van de verbintenis onmogelijk maakt, leidt tot bevrijding van de schuldenaar. Enkel een definitieve onmogelijkheid bevrijdt de schuldenaar; tijdelijke onmogelijkheid leidt enkel tot schorsing van de verbintenis.
* **Overlijden van de schuldenaar bij persoonsgebonden verbintenissen:** Indien de schuldenaar van een persoonsgebonden verbintenis (een verbintenis die inherent is aan de persoon van de schuldenaar) overlijdt, gaat deze verbintenis niet over op zijn erfgenamen.
* **Realisatie van de ontbindende voorwaarde:** Wanneer een ontbindende voorwaarde wordt vervuld, gaat de verbintenis (of de gehele overeenkomst) teniet.
* **Tenietgaan van de overeenkomst:** Als de onderliggende overeenkomst tenietgaat, gaan ook de verbintenissen die eruit voortvloeien teniet.
### 4.2. Bijzondere overeenkomsten
Dit gedeelte focust op specifieke soorten overeenkomsten, met name de koop en de huur.
#### 4.2.1. Koop
De koopovereenkomst wordt gedefinieerd als een overeenkomst waarbij de ene partij (de verkoper) zich verbindt om een zaak te leveren en de andere partij (de koper) zich verbindt om daarvoor een prijs te betalen.
* **Algemeen:** De geldigheid van een koopovereenkomst is onderworpen aan de algemene geldigheidsvoorwaarden voor overeenkomsten (wilsovereenstemming, voorwerp, oorzaak, bekwaamheid, wettigheid) en soms aan bijzondere voorwaarden, zoals bescherming van consumenten bij specifieke verkooptechnieken.
* **Eigendomsoverdracht en risico:**
* **Principe:** De eigendom van de zaak gaat over bij de totstandkoming van de koopovereenkomst, tenzij anders overeengekomen.
* **Uitzonderingen:** Bij de verkoop van soortzaken, toekomstige zaken, of wanneer er contractueel een eigendomsvoorbehoud wordt afgesproken, kan de eigendomsoverdracht later plaatsvinden.
* **Belang:** Het moment van eigendomsoverdracht is cruciaal voor de risico-overdracht (wie draagt de schade bij verlies of beschadiging van de zaak). Dit is aanvullend recht, wat betekent dat partijen hiervan contractueel kunnen afwijken.
* **Verbintenissen van de verkoper:**
1. **Levering van de zaak:** Dit omvat de bezitsoverdracht. Voor roerende goederen is dit de afgifte van de zaak, voor onroerende goederen de afgifte van de sleutels en eigendomstitels. Tenzij anders overeengekomen, moet de koper de zaak afhalen bij de verkoper.
2. **Kwaliteitswaarborg (vrijwaring voor verborgen gebreken):** De verkoper garandeert dat de zaak vrij is van verborgen gebreken die aan de volgende voorwaarden voldoen: het gebrek is ernstig, bestond op het ogenblik van de koop, was niet bekend aan de koper, werd niet contractueel uitgesloten, en werd binnen een korte termijn gemeld. De koper heeft dan de keuze tussen ontbinding van de overeenkomst of een prijsvermindering.
3. **Juridische waarborg (vrijwaring voor uitwinning):** De verkoper moet ervoor zorgen dat de koper de zaak rustig en vreedzaam kan bezitten en vrijwaren voor zowel eigen daden als daden van derden die dit genot zouden verstoren.
* **Verbintenissen van de koper:**
1. **Aanvaarding van de levering:** Dit impliceert ook de aanvaarding van de zichtbare gebreken en conformiteit. Tenzij anders overeengekomen, dient de koper de zaak af te halen.
2. **Betaling van de prijs:** De prijs dient betaald te worden op de plaats en het ogenblik van levering, tenzij contractueel anders overeengekomen.
3. **Betaling van de kosten:** Tenzij contractueel anders bepaald, draagt de koper alle kosten (bv. vervoerskosten) verbonden aan de aankoop.
#### 4.2.2. Huur
De huurovereenkomst wordt gedefinieerd als een overeenkomst waarbij de ene partij (de verhuurder) zich ertoe verbindt om de andere partij (de huurder) het genot te geven van een zaak tegen een prijs.
* **Algemeen:** Huur is geen zakelijk recht, maar een persoonlijk recht (vorderingsrecht). Het wordt beschouwd als een daad van beheer, tenzij de huur langer dan negen jaar duurt. Er bestaan verschillende huurstelsels (gemene huur, woninghuur, handelshuur, studentenhuur).
* **Verbintenissen van de verhuurder:**
1. **Leveren van de zaak:** De zaak moet geleverd worden in goede staat, tenzij contractueel anders overeengekomen. Bij woninghuur zijn er bijkomende informatieverplichtingen en een huurwaarborg.
2. **Onderhoud van de zaak:** De verhuurder moet ervoor zorgen dat de zaak bruikbaar is waarvoor ze verhuurd is en de nodige herstellingen en onderhoudswerken uitvoeren die voortvloeien uit normale slijtage. De huurder heeft een meldingsplicht en is verantwoordelijk voor individuele inrichtingen.
3. **Waarborgen van rustig genot:** De verhuurder vrijwaart de huurder voor eigen daden die het genot verstoren, voor rechtsstoornissen, en voor verborgen gebreken.
4. **Waarborgsom:** Indien contractueel voorzien, mag deze bij woninghuur maximaal drie maanden huur bedragen en wordt deze gestort op een geïndividualiseerde rekening met kapitalisatie-interesten ten voordele van de huurder.
* **Verbintenissen van de huurder:**
1. **Gebruik als goede huisvader en volgens normale bestemming:** De huurder moet de zaak gebruiken zoals een zorgvuldig persoon en conform de overeengekomen bestemming.
2. **Geringe huurherstellingen:** De huurder is verantwoordelijk voor kleine herstellingen die voortvloeien uit het gebruik, tenzij er sprake is van overmacht of ouderdom.
3. **Betalen van de huurprijs:** De overeengekomen huurprijs moet tijdig betaald worden.
4. **Teruggave van het goed:** Bij het einde van de huur moet het goed volledig ontruimd en in goede staat worden teruggegeven. Een plaatsbeschrijving bij aanvang van de huur is nuttig om te bewijzen in welke staat het goed wordt teruggegeven. Zonder plaatsbeschrijving wordt vermoed dat het goed in dezelfde staat werd ontvangen, tenzij tegenbewijs.
5. **Voorzien van huisraad (stoffering):** Dit creëert een voorrecht voor de verhuurder op de meubels van de huurder bij onbetaalde huur.
6. **Afsluiten van een verplichte verzekering (in Vlaanderen):** Voor onroerende goederen is een verplichte verzekering voor brand- en waterschade vereist voor zowel huurder als verhuurder.
* **Einde van de huur:** De huur kan eindigen door het verstrijken van de termijn (bij huurcontracten voor bepaalde tijd), opzegging (bij huurcontracten voor onbepaalde tijd), of door andere algemene wijzen van tenietgaan van overeenkomsten zoals wederzijds akkoord of ontbinding. Woninghuur kent strikte regels rond opzegmogelijkheden en schadevergoedingen.
* **Verhuur aan studenten:** Dit is een dwingende regeling voor huurders die student zijn en waarbij het gehuurde goed niet hun hoofdverblijfplaats is. De huurwaarborg is beperkt tot twee maanden, huuroverdracht en onderhuur zijn niet toegestaan zonder akkoord, en de verhuurder kan niet opzeggen.
* **Bijzondere vormen van huur:**
* **Gemene huurregime:** Geldt voor alle huurcontracten die niet onder een specifieke regeling vallen (bv. garagebox, kantoorruimte).
* **Woninghuur:** Specifieke regels voor de hoofdverblijfplaats, grotendeels van dwingend recht, met een standaardduur van negen jaar, tenzij anders overeengekomen.
* **Handelshuur:** Specifieke regels voor handelspanden, met een minimumduur van negen jaar en recht op huurhernieuwingen mits tijdige en correcte aanvraag.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Verbintenis | Een juridische relatie waarbij een persoon (de schuldenaar) verplicht is tot het geven, doen of laten van iets ten gunste van een andere persoon (de schuldeiser), die recht heeft op deze prestatie. |
| Schuldenaar (SA) | De partij die een verbintenis heeft, oftewel de plicht om iets te geven, te doen of te laten. |
| Schuldeiser (SE) | De partij die recht heeft op een prestatie van de schuldenaar; ook wel vorderingsrecht of schuldvordering genoemd. |
| Voorwaardelijke verbintenis | Een verbintenis waarvan de uitvoering of uitdoving afhankelijk is gemaakt van een toekomstige en onzekere gebeurtenis. |
| Opschortende voorwaarde | Een voorwaarde die de uitvoering van een verbintenis uitstelt totdat de voorwaarde is vervuld. |
| Ontbindende voorwaarde | Een voorwaarde die, indien vervuld, de verbintenis of overeenkomst beëindigt. |
| Potestatieve voorwaarde | Een voorwaarde waarbij de realisatie van de toekomstige en onzekere gebeurtenis afhangt van de wil van de schuldenaar. |
| Verbintenis met tijdsbepaling | Een verbintenis waarvan de uitvoering of uitdoving afhangt van een toekomstige en zekere gebeurtenis. |
| Opschortende tijdsbepaling | Een tijdstip dat de aanvang van de uitvoering van een verbintenis bepaalt. |
| Ontbindende tijdsbepaling | Een tijdstip dat het einde van de uitvoering van een verbintenis bepaalt. |
| Persoonsgebonden verbintenis | Een verbintenis waarbij de persoon van de schuldenaar of schuldeiser van doorslaggevend belang is. |
| Prestatiegebonden verbintenis | Een verbintenis waarbij de aard van de prestatie centraal staat en de identiteit van de uitvoerende persoon minder relevant is. |
| Deelbare verbintenis | Een verbintenis die in delen kan worden uitgevoerd, waarbij elke schuldenaar of schuldeiser slechts voor zijn deel gehouden is. Deelbaarheid is de regel. |
| Hoofdelijke verbintenis | Een verbintenis waarbij meerdere schuldenaars hoofdelijk gehouden zijn tot dezelfde prestatie, zodat de schuldeiser ieder van hen voor het geheel kan aanspreken. |
| In solidum verbintenis | Een verbintenis die lijkt op hoofdelijkheid, maar die ontstaat buiten contractuele afspraken, bijvoorbeeld bij de aansprakelijkheid voor een onrechtmatige daad. Elke mede-aansprakelijke kan voor het geheel worden aangesproken. |
| Resultaatsverbintenis | Een verbintenis waarbij de schuldenaar gehouden is tot het bereiken van een bepaald, gegarandeerd resultaat. |
| Inspanningsverbintenis | Een verbintenis waarbij de schuldenaar zich ertoe verbindt om zijn best te doen om een bepaald resultaat te bereiken, zonder de garantie van het succes. |
| Overeenkomst | Een meerzijdige rechtshandeling waarbij twee of meer personen hun wil uiten met het doel om verbintenissen aan te gaan, te wijzigen of te beëindigen. Ook wel contract genoemd. |
| Contractuele vrijheid | Het principe dat partijen vrij zijn om overeenkomsten aan te gaan en de inhoud ervan te bepalen, binnen de grenzen van de wet. |
| Aanbod | Een voorstel dat alle essentiële elementen van een overeenkomst bevat en dat, bij aanvaarding, leidt tot de totstandkoming van de overeenkomst. |
| Aanvaarding | De instemming met een aanbod, die kan leiden tot de totstandkoming van een overeenkomst. |
| Precontractuele aansprakelijkheid | Aansprakelijkheid die kan ontstaan tijdens onderhandelingsfasen van een overeenkomst, bijvoorbeeld door het schenden van het beginsel van vertrouwen. |
| Nietigheid (relatieve/absolute) | De sanctie die een overeenkomst ongeldig verklaart. Relatieve nietigheid kan enkel door de beschermde partijen worden ingeroepen, absolute nietigheid door iedereen. |
| Contractuele trouw | Het principe dat partijen bij de uitvoering van hun overeenkomst de redelijkheid en billijkheid in acht moeten nemen. |
| Uitvoering te goeder trouw | Het principe dat overeenkomsten moeten worden uitgevoerd met de zorgvuldigheid die van een redelijk en voorzichtig persoon mag worden verwacht. |
| Overmacht | Een gebeurtenis die volledig onafhankelijk is van de wil van de schuldenaar en die de uitvoering van de verbintenis onmogelijk maakt. |
| Contractuele aansprakelijkheid | Aansprakelijkheid die voortvloeit uit de niet-nakoming van een contractuele verbintenis. |
| Wanprestatie | De niet-nakoming van een contractuele verbintenis door de schuldenaar. |
| Aanmaning | Een officiële waarschuwing of herinnering aan de schuldenaar om zijn verbintenis na te komen. |
| Gedwongen uitvoering | De afdwinging van een verbintenis door gerechtelijke middelen, zoals uitvoering in natura of bij equivalent (schadevergoeding). |
| Uitvoerbare titel | Een document, zoals een vonnis of een authentieke akte, dat de tenuitvoerlegging van een verbintenis mogelijk maakt. |
| Uitvoering in natura | De daadwerkelijke uitvoering van de overeengekomen prestatie. |
| Uitvoering bij equivalent | Compensatie in geld voor de niet-uitvoering van een verbintenis, in de vorm van schadevergoeding. |
| Wederkerige overeenkomst | Een overeenkomst waarbij beide partijen over en weer verbintenissen aangaan. |
| Weigering wegens niet-uitvoering (opschortingsrecht) | Het recht van een partij om de eigen prestatie op te schorten als de andere partij haar verbintenis niet nakomt. |
| Gerechtelijke ontbinding | De beëindiging van een overeenkomst door tussenkomst van de rechter, wegens niet-nakoming door een partij. |
| Betrekkelijkheid van overeenkomsten | Het principe dat een overeenkomst enkel gevolgen heeft voor de contracterende partijen en niet voor derden. |
| Tegenwerpelijkheid van overeenkomsten | De mogelijkheid om een overeenkomst aan derden te bewijzen of te laten respecteren, afhankelijk van de omstandigheden. |
| Beding ten gunste van een derde | Een clausule in een overeenkomst die een recht toekent aan een derde die geen partij is bij de overeenkomst. |
| Zijdelingse vordering | Een vordering die een schuldeiser instelt in naam van zijn schuldenaar, die op zijn beurt schuldeiser is van een derde. |
| Onrechtmatige daad | Een handeling die buiten contractuele relaties om, schade toebrengt aan een ander, en waarvoor de dader aansprakelijk kan worden gesteld. |
| Buitencontractuele aansprakelijkheid | Aansprakelijkheid die ontstaat door een onrechtmatige daad, zonder dat er een voorafgaande contractuele relatie bestond. |
| Foutaansprakelijkheid | Aansprakelijkheid die gebaseerd is op een verwijtbare gedraging (fout) van de dader. |
| Samengestelde aansprakelijkheid | Aansprakelijkheid voor de fout van een ander persoon, zoals de aansprakelijkheid van ouders voor hun kinderen. |
| Objectieve aansprakelijkheid (foutloze aansprakelijkheid) | Aansprakelijkheid die ontstaat zonder dat er een persoonlijke fout van de dader hoeft te worden bewezen; gebaseerd op risico of bewaargeving. |
| Causaal verband | Het verband tussen de fout van de dader en de geleden schade, dat essentieel is voor het aannemen van aansprakelijkheid. |
| Gedeelde aansprakelijkheid | Situatie waarbij zowel de dader als het slachtoffer bijdragen aan de schade, waardoor de aansprakelijkheid van de dader verminderd kan worden. |
| Schade | Een vermindering van het vermogen van een persoon, zowel materieel als moreel, als gevolg van een fout of gebeurtenis. |
| Materiële schade (patrimoniale schade) | Schade die een financiële impact heeft, zoals geleden verlies of gederfde winst. |
| Morele schade (extramatrimoniale schade) | Schade die geen directe financiële impact heeft, zoals leed, pijn of aantasting van eer en goede naam. |
| Toerekenbaarheid | De bekwaamheid van een persoon om juridisch verantwoordelijk te worden gehouden voor zijn daden, rekening houdend met leeftijd en geestestoestand. |
| Bevrijdende verjaring | Het tenietgaan van een verbintenis door het verstrijken van een wettelijk bepaalde termijn, waardoor de schuldenaar bevrijd wordt van zijn plicht. |
| Verkrijgende verjaring | Het verkrijgen van een recht door het gedurende een bepaalde wettelijke periode ononderbroken bezit van een goed. |
| Schorsing van de verjaringstermijn | Het tijdelijk stopzetten van de verjaringstermijn, waarbij de reeds verstreken tijd behouden blijft. |
| Stuiting van de verjaringstermijn | Het opnieuw laten beginnen van de verjaringstermijn vanaf nul, na een gebeurtenis die de verjaring onderbreekt. |
| Gewijzigde omstandigheden | Onvoorziene gebeurtenissen die de uitvoering van een overeenkomst significant bemoeilijken, wat kan leiden tot heronderhandeling. |
| Overlijden van de SA bij persoonsgebonden verbintenissen | Het tenietgaan van een persoonsgebonden verbintenis door het overlijden van de schuldenaar, omdat de verbintenis aan zijn persoon gebonden was. |
| Realisatie van de ontbindende voorwaarde | Het vervullen van een voorwaarde die, indien waargemaakt, een einde maakt aan de (geldigheid van de) overeenkomst of verbintenis. |
| Koop | Een overeenkomst waarbij een verkoper zich verbindt om een zaak over te dragen aan een koper en de prijs te betalen. |
| Eigendomsoverdracht | De juridische overgang van het eigendomsrecht van een zaak van de ene persoon op de andere. |
| Risico-overdracht | De overgang van het risico op verlies of beschadiging van een zaak, meestal gekoppeld aan de eigendomsoverdracht. |
| Verborgen gebrek | Een gebrek aan een verkochte zaak dat niet zichtbaar was bij de levering en dat de zaak ongeschikt maakt voor het beoogde gebruik. |
| Vrijwaring voor uitwinning | De verplichting van de verkoper om de koper te beschermen tegen rechtsstoornissen of claims van derden die het rustig genot van de zaak verstoren. |
| Huur | Een overeenkomst waarbij een partij (de verhuurder) het genot van een zaak voor een bepaalde tijd toestaat aan een andere partij (de huurder) tegen een prijs. |
| Goede huisvader | Een maatstaf voor de zorgvuldigheid die van een normaal zorgvuldig persoon mag worden verwacht bij het gebruik van een zaak. |
| Plaatsbeschrijving | Een gedetailleerde beschrijving van de staat van een onroerend goed bij aanvang en einde van een huurovereenkomst, om geschillen te voorkomen. |