Cover
立即免费开始 Samenvatting Ur - Eponine Cant en Manon Wittevrongel.pdf
Summary
# De geschiedenis en opgravingen van Ur
Dit onderwerp behandelt de geografische ligging van Ur, de chronologische periodes van de stad, en de evoluerende geschiedenis van archeologische opgravingen die op de site zijn uitgevoerd door diverse archeologen en instituten.
### 1.1 Locatie en geografische context
Ur bevindt zich in het huidige zuidoostelijke Irak op de locatie die tegenwoordig bekend staat als Tell el-Muqayyar. Het was een vooraanstaande Soemerische stad in Zuid-Mesopotamië. De stad lag strategisch aan de Eufraat, nabij de samenvloeiing van de Eufraat en de Tigris, en niet ver van de kust van de Perzische Golf [2](#page=2).
### 1.2 Opgravingsgeschiedenis
De site van Ur was altijd zichtbaar, zelfs voordat de stad herontdekt werd. De eerste archeologische interesse ontstond in 1850, toen William Loftus een bouwsteen van de site meenam naar Engeland. Na onderzoek en vertaling van het artefact door Henry Rawlinson, kon de site definitief worden gelinkt aan de historische stad Ur [2](#page=2).
De eerste officiële opgravingen vonden plaats in 1853, 1854 en 1858, onder leiding van archeoloog John George Taylor in opdracht van The British Museum. Hieropvolgend verrichtte Reginald Campbell Thompson in 1918 metingen die de basis legden voor een grootschalige expeditie tussen 1922 en 1934. Deze omvangrijke opgraving werd geleid door Sir Charles Leonard Woolley en gezamenlijk gefinancierd door The British Museum en de Universiteit van Pennsylvania, wat verklaart waarom een deel van de vondsten in het museum van Pennsylvania wordt bewaard [2](#page=2).
Meer recent onderzoek werd gestart in 2015 onder leiding van Elizabeth C. Stone en Paul Zimansky van de State University of New York. Dit onderzoek richtte zich op een eerder door Woolley onderzochte zone, aangeduid als AH. De eerste fase van dit onderzoek focuste op een Oud-Babylonisch woongebied, gevolgd door een Neo-Babylonisch woongebied. In 2017 en 2019 onderzocht een team van de Ludwig-Maximilians-Universiteit van München, onder leiding van archeologe Adelheid Otto, een stedelijk gebied naast het AH-gebied. De meest recente opgraving vond plaats in 2023 door de Universiteit van Pennsylvania, hoewel er over dit onderzoek nog geen publicaties zijn verschenen [2](#page=2).
> **Tip:** De opgravingsgeschiedenis van Ur illustreert de evolutie van archeologische methoden en de toenemende samenwerking tussen internationale instituten.
### 1.3 Chronologie van Ur
De bespreking van de chronologie van Ur focust op periodes met archeologische vondsten [2](#page=2).
* **Ubaid-periode (circa 5500-4000/3700 v.C.):** Dit markeert de oudste sporen van bewoning op de site [2](#page=2).
* **Uruk-periode (circa 4000-3100 v.C.):** In deze periode voltrok zich de transitie naar een stedelijke samenleving [2](#page=2).
* **Vroeg-Dynastieke periode (ED) (circa 2900-2350 v.C.):** Deze periode wordt verder onderverdeeld in EDI, EDII, en EDIIIa/IIIb. De derde subperiode (circa 2600-2334 v.C.) is bijzonder significant vanwege de vondst van de koningsgraven van Ur [2](#page=2).
* **Akkadische periode (circa 2350-2150 v.C.):** Volgt op de Vroeg-Dynastieke periode [2](#page=2).
* **Ur III-periode (circa 2111-2004 v.C.):** Deze periode is vernoemd naar de derde dynastie van Ur en geldt als de grootste bloeiperiode van de stad [2](#page=2).
* **Oud-Babylonische periode (circa 2000-1600 v.C.):** Periode na de Ur III-dynastie [2](#page=2).
* **Neo-Babylonische periode (circa 626-539 v.C.):** De laatste chronologische periode die in detail wordt besproken [2](#page=2).
Rond 530 v.C. werd Ur veroverd door het Perzische rijk, waarna de stad relatief snel in verval raakte [2](#page=2).
> **Example:** De ontdekking van de koningsgraven uit de Vroeg-Dynastieke periode (EDIII) heeft cruciaal inzicht gegeven in de sociale hiërarchie en rituelen van die tijd [2](#page=2).
---
# Architectuur en stadsindeling van Ur
Dit onderwerp behandelt de bouwmaterialen, huisstructuren en algemene stadselementen van Ur, met bijzondere aandacht voor de Larsa en Neo-Babylonische periodes.
### 2.1 Algemene stadselementen
Rond 2100 v.o.t., onder Ur-Nammu, besloeg Ur een oppervlakte van circa 63 hectare met ongeveer 30.000 inwoners. De stad was omgeven door versterkte muren van gebakken steen en wallen van mudbrick, wat samen met een gracht rondom de stad zorgde voor defensie en waterbeheer. Havens in het noorden en westen vergemakkelijkten de toegang tot de Eufraat. Ur beschikte over een geavanceerd hydrologisch systeem met dammen, sluizen, afvoerbuizen, leidingen en kanalen [3](#page=3).
Binnen de stad bevonden zich publieke, religieuze gebouwen en woonwijken. Een ommuurde zone, door Woolley een temenos genoemd, concentreerde belangrijke gebouwen. Buiten deze zone stonden onder andere de Enki tempel en het paleis van Nabonidus [3](#page=3).
### 2.2 Bouwmaterialen en architectuur van huizen
Vanwege schaarste aan grondstoffen in Mesopotamië werd voornamelijk gebruik gemaakt van mudbricks. Ongebakken mudbricks waren het meest voorkomend in gewone woonhuizen, maar waren gevoelig voor verwering. Gebakken mudbricks, of bakstenen, waren duurzamer en werden toegepast in de buitenste lagen van belangrijke gebouwen, als funderingen en vochtwerende lagen. Bij constructies met bakstenen werd bitumen, een soort teer, gebruikt als bindmiddel. Hout en steen werden uitzonderlijk gebruikt, voornamelijk voor dakbedekking en funderingen, vanwege hun zeldzaamheid [3](#page=3).
#### 2.2.1 Larsa periode (2004-1760 v.C.)
Tijdens de Larsa periode was de stadsplanning onregelmatig en werden huizen dicht op elkaar gebouwd. De straten waren ongeplaveid en bochtig. Huizen waren rond een centrale binnenplaats gebouwd, met toegang tot de kamers. Deze konden tot 10 kamers bevatten en hadden vermoedelijk twee verdiepingen. Sommige huizen hadden onder de vloer mogelijk een familiegrafkamer. Kleinere, eenvoudigere gebouwen met twee kamers werden geïnterpreteerd als winkels. Andere kleinere constructies werden toegeschreven aan mogelijke openbare kapellen [3](#page=3).
#### 2.2.2 Neo-Babylonische periode
In de Neo-Babylonische periode werd de stad herbouwd volgens een meer planmatig stelsel [4](#page=4).
### 2.3 Religieuze architectuur
#### 2.3.1 De Ziggurat van Ur
De ziggurat van Ur, gewijd aan Nanna/Sin, de Soemerische god van de maan, is een veelvoorkomend tempeltype uit Mesopotamië bestaande uit een trapsgewijze tempeltoren. Bovenop zou een kleinere tempel voor Nanna hebben gestaan. Het complex, gebouwd door Ur-Nammu en zijn zoon Shulgi, was primair van mudbrick, met een buitenzijde bekleed met gebakken steen ter bescherming tegen weersinvloeden. Bitumen diende als mortel voor de vloer. Volgens Woolley was de ziggurat mogelijk gekleurd om de kosmos voor te stellen, met lagen in zwart, rood en blauw bovenaan. Het gebouw werd tweemaal gerestaureerd [4](#page=4).
#### 2.3.2 Andere religieuze en publieke gebouwen in de temenos
Binnen de temenos bevonden zich de Giparu, het verblijf van de entu-priesteres, een hoge priesteres van koninklijk bloed die de god Nanna representeerde en zijn vrouw Ningal. Hierin was ook een tempel voor Ningal. De E-Dub-lal-mah fungeerde als poort, rechtbank en opslagplaats voor gerechtelijke dossiers. De rechthoekige zone rond de ziggurat heette de Etemen-nigur. Daarnaast was er The Court of Nanna, een binnenplaats omringd door dikke muren met meerdere kamers. De functie van de E-khursag is onzeker; de vorm suggereert een paleis, maar het wordt genoemd in tempelhymnen [4](#page=4).
### 2.4 Paleizen en andere publieke gebouwen
Het "paleis van Nabonidus", ook bekend als "het paleis van Bel-Shalti-Nannar", dateert uit de Neo-Babylonische periode en is met grote zekerheid geïdentificeerd als een paleis. Andere publieke gebouwen omvatten openbare kapelletjes, een schathuis en een rechtsgebouw. Het schathuis en rechtsgebouw waren geïntegreerd in één gebouw dat diende als opslagplaats voor goederen en een poort waar vermoedelijk vonnissen werden uitgesproken. Dit gebouw staat ook bekend als "de tempel van Ningal" [6](#page=6).
---
# Religie, politiek en sociale structuur in Ur
Dit onderwerp verkent de nauwe banden tussen religie, politieke macht en de evolutie van de sociale en juridische structuren in de oude stad Ur.
### 3.1 Religieuze aspecten
De centrale godheid van Ur was Nanna, de Soemerische god van de maan, ook wel bekend als Sin. De stad werd gedomineerd door de imposante ziggurat van Ur, een trapvormige tempeltoren gewijd aan Nanna. Bovenop bevond zich een kleinere tempel waar men geloofde dat de god en zijn gevolg verbleven wanneer hij de aarde bezocht. Dit bouwwerk, evenals de nabijgelegen Giparu (het verblijf van de entu-priesteres), werd gebouwd door Ur-Nammu en zijn zoon Shulgi. De ziggurat was primair opgetrokken uit moddersteen, met een buitenlaag van gebakken steen ter bescherming tegen de elementen, en bitumen als mortel. Een reconstructie suggereert dat de ziggurat mogelijk gekleurd was om de kosmos voor te stellen, met lagen in zwart, rood en blauw. Restauraties vonden plaats in de 6e eeuw v.Chr. door koning Nabonidus en in 1980 [4](#page=4).
Andere belangrijke religieuze en administratieve gebouwen binnen de temenos (heilige omheining) waren de Giparu, het residentiecomplex van de entu-priesteres, een hooggeplaatste priesteres van koninklijk bloed die Nanna vertegenwoordigde en zijn vrouw Ningal symboliseerde. Hier bevond zich ook een tempel voor Ningal. De E-Dub-lal-mah fungeerde als een poort, rechtbank en archief voor gerechtelijke documenten. Het gebied rond de ziggurat stond bekend als de Etemen-an-nigur, en daarnaast lag The Court of Nanna, een ommuurde binnenplaats met diverse kamers. De functie van de E-khursag is onzeker; de vorm suggereert een paleis, maar het wordt ook vermeld in tempelhymnen van Ur. Buiten de temenos bevonden zich tempels voor Enki (god van magie) en Ningisjzida [4](#page=4) [5](#page=5).
### 3.2 Politieke macht en controle
Koninklijke macht in Ur manifesteerde zich voor het eerst duidelijk in de Vroeg-dynastiek IIIB, zoals aangetoond door de tombe van koningin Puabi. Mesannepada wordt in de Soemerische koningslijst genoemd als de stichter van de eerste dynastie van Ur en als koning van Kish. Na deze periode volgde Akkadische overheersing onder leiding van Sargon van Akkad [5](#page=5).
De gouden eeuw van Ur wordt geassocieerd met de Derde Dynastie van Ur, gesticht door Ur-Nammu en voortgezet door zijn zoon Shulgi. Onder hun heerschappij kende Ur een periode van grote territoriale expansie, economische voorspoed en culturele bloei. De Neo-Babylonische periode markeerde een laatste opleving van de stad, met koning Nabonidus die onder meer het gebruik van de entu-priesteres opnieuw introduceerde [5](#page=5).
> **Tip:** De dynastieën van Ur vertegenwoordigen belangrijke fasen in de politieke ontwikkeling van de stad. Het is nuttig om de belangrijkste heersers en hun bijdragen te onthouden.
### 3.3 Sociale structuur
Uit de Vroeg-dynastiek III (ED III) blijkt een aanzienlijke sociale ongelijkheid, zichtbaar in de graven. Recent onderzoek op basis van spijkerschrifttabletten suggereert echter dat er mogelijk sprake was van sociale mobiliteit. In deze periode konden zowel mannen als vrouwen machtsposities bekleden, wat wijst op een zekere mate van gelijkheid [5](#page=5).
Gedurende de Ur III periode begonnen vrouwen echter een deel van hun rechten te verliezen, terwijl de rechten van mannen gelijk bleven. Slaven hadden de minste rechten. Tijdens de Oud-Babylonische periode ontwikkelde zich een systeem van juridische klassenverschillen, zoals vastgelegd in de codex van Hammurabi [5](#page=5) [6](#page=6).
### 3.4 Legaal systeem
Het sociale systeem van Ur is gedocumenteerd uit twee belangrijke perioden [6](#page=6).
De Ur III periode kende de stèle met de codex van Ur-Nammu. Deze wetten werden beschouwd als van goddelijke oorsprong, afkomstig van de god van de gerechtigheid, Šamaš. De codex van Ur-Nammu is de oudst bekende verzameling wetten en de eerste van zijn dynastie [6](#page=6).
Uit de Oud-Babylonische periode stamt de codex van Hammurabi, de langste, best georganiseerde en best bewaarde juridische tekst uit het Oude Nabije Oosten. In deze wetten is het principe van "oog om oog, tand om tand" prominent aanwezig [6](#page=6).
> **Tip:** De codex van Ur-Nammu en de codex van Hammurabi zijn cruciale bronnen voor het begrip van de juridische en sociale structuren van hun respectievelijke periodes. Let op de verschillen en overeenkomsten.
### 3.5 Paleizen en andere publieke gebouwen
Een constructie waarvan met grote zekerheid kan worden vastgesteld dat het een paleis was, dateert uit de Neo-Babylonische periode en staat bekend als het paleis van Nabonidus, of later het paleis van Bel-Shalti-Nannar, de dochter van koning Nabonidus [6](#page=6).
Naast de openbare kapellen (zie architectuur) waren er ook een schathuis en een rechtsgebouw. Deze functies waren gecombineerd in één gebouw dat diende als opslagplaats voor goederen en waarvan een poort fungeerde als het rechtsgebouw, waar vermoedelijk vonnissen werden uitgesproken. Dit gebouw staat ook bekend als de tempel van Ningal (zie religie) [6](#page=6).
---
# Materiële cultuur, begraafplaatsen en economie van Ur
Dit onderwerp duikt in de fascinerende materiële vondsten uit de koninklijke graven van Ur, de bijbehorende begrafenisrituelen en de economische basis van de stad.
### 4.1 Begraafplaatsen in Ur
De belangrijkste periode voor de begraafplaatsen van Ur wordt geassocieerd met de Vroeg-Dynastiek IIIa. Archeoloog Woolley ontdekte hier ongeveer 2000 graven, waarvan 16 uitzonderlijk groot en rijk waren aan materiële cultuur, wat duidt op koninklijke graven of "Royal Tombs" (RT). Deze RT werden gebruikt voor zowel koningen als koninginnen [7](#page=7).
#### 4.1.1 Kenmerken van koninklijke graven
De koninklijke graven waren schachtgraven, wat betekent dat ze diep in de grond waren uitgegraven. De grafgiften waren indrukwekkend en omvatten gouden vaten, wapens, werktuigen, sieraden en muziekinstrumenten zoals lieren en harpen. Opvallende vondsten zijn de gouden helm van Meskalamdug en een gouden stierenkop op een harp [7](#page=7).
#### 4.1.2 Het graf van koningin Puabi
Een van de meest significante ontdekkingen was het graf van koningin Puabi (RT/800), die leefde in de 24e/25e eeuw v.C.. Haar graf was ongeschonden en bevatte een uitgebreide collectie gouden juwelen. Haar koninklijke status werd definitief bevestigd door haar rolzegel, vervaardigd uit lapis lazuli. Het is vermeldenswaardig dat er ook twee andere, niet-geïdentificeerde zegels in haar graf werden aangetroffen [7](#page=7).
#### 4.1.3 Rituele offers in koninklijke graven
Bij de ingangen van de koninklijke graven werden extra skeletten van 6 tot 80 personen gevonden. Woolley suggereerde dat dit leden van de hofhouding waren die een gifbeker dronken. Recent onderzoek met CT-scans suggereert echter dat deze personen mogelijk met een scherp object zijn vermoord. Deze extra lichamen bevonden zich in aparte kamers die bekend staan als "Death Pits" [7](#page=7).
Naast mensenoffers waren er ook dierenoffers; volledige runderskeletten werden aangetroffen in de koninklijke graven, soms nog op een kar. Kleinere, armere graven bevatten daarentegen slechts delen van dierenskeletten [7](#page=7).
#### 4.1.4 Andere begrafenispraktijken
Naast de 16 koninklijke graven waren er ongeveer 1850 private graven die weinig tot geen grafgiften bevatten. In de Ur III periode werden koningen begraven in mausolea, die waren uitgerust met afvoergootjes voor plengoffers, aangezien de overleden koningen vaak werden vergoddelijkt. Deze mausolea werden echter in de oudheid al leeggeroofd, waardoor geen giften zijn teruggevonden. Voor private graven bleef het oude kerkhof gedurende deze periode in gebruik [7](#page=7).
### 4.2 Materiële cultuur: de belangrijkste vondsten
De materiële cultuur van Ur, met name uit de "Royal Cemetery", biedt een rijke inkijk in het leven en de overtuigingen van deze oude beschaving.
#### 4.2.1 De Standaard van Ur
De Standaard van Ur is een houten doosje, versierd met mozaïekscènes vervaardigd uit schelp, rode kalksteen en lapis lazuli. Eén zijde toont een oorlogsscène, met een Soemerisch leger dat de vijand aanvalt, mogelijk geleid door de groot afgebeelde figuur in het midden. De andere zijde toont mannen die dieren brengen als buit of eerbetoon. Bovenin is de koning te zien tijdens een banket met een zanger en een man op een lier. Dit artefact dateert van rond 2500 v.C.. De precieze functie is onbekend, met interpretaties variërend van een militaire standaard tot een muziekdoos of een bewaarkistje voor belangrijke zaken. De standaard belicht zowel het militaire aspect van het Soemerische koningschap als de rol van de koning als intermediair tussen mensen en goden [8](#page=8).
#### 4.2.2 Puabi's hoofdtooi
In de tombe van Puabi vond Woolley haar hoofdtooi, die dateert uit 2600 v.C.. Deze bestaat uit een kralenketting met een bladgouden ornament, met telkens vier horizontaal geplaatste kralen van lapis lazuli en carneool [8](#page=8).
#### 4.2.3 Het spelbord van Ur
Het spelbord van Ur werd gevonden in verschillende rijkere graven en werd aanvankelijk beschouwd als een hulpmiddel voor de overledene in het hiernamaals. Recentere interpretaties suggereren echter een mogelijke link met astronomie, specifiek de positie van de dierenriem. De regels van het spel zijn bewaard gebleven op een spijkerschrifttablet uit 177 v.C., dat recentelijk werd vertaald door Dr. Irving Finkel [8](#page=8).
### 4.3 Economie van Ur
De economie van Ur was sterk verbonden met haar strategische ligging aan de kust van de Perzische Golf, wat de aanwezigheid van twee grote havens verklaart. Twee kernaspecten vormden de economische basis: landbouw en handel [8](#page=8).
#### 4.3.1 Landbouw
Irrigatie speelde een cruciale rol in de landbouwontwikkeling van Ur. Twee factoren droegen bij aan de optimale ontwikkeling: specialisatie binnen de landbouw en een toegenomen gewasproductie. Een ander belangrijk aspect was de focus op wolproductie en de ontwikkeling van een bloeiende textielindustrie tijdens de Derde Dynastie van Ur [9](#page=9).
#### 4.3.2 Handel
De handel van Ur reikte verder dan de directe kustlijn van de Perzische Golf. Via handelsroutes bereikte men onder andere de Indusvallei. Hier werd textiel verhandeld in ruil voor goederen zoals metalen, edelstenen, leren producten, sesamolie en gerst [9](#page=9).
### 4.4 Schriftcultuur en tabletten
Het schrift deed zijn intrede in Ur rond 3100-2900 v.C.. Tijdens de Vroeg-Dynastieke periode (ED) begon men in het Sumerisch te schrijven, nadat deze taal door Koning Mesannepada werd geïntroduceerd. Informatie over Mesannepada is afkomstig van zegels gevonden in RT en een kraal uit de schat van Ur bij Mari, waar hij wordt aangeduid als de brenger van het koningschap naar Ur en koning van Kish [9](#page=9).
Uit de Vroeg-Dynastieke periode zijn honderden teksten bekend, afkomstig uit huishoudelijke en tempelarchieven, evenals niet-administratieve onderwerpen. In de Ur III periode zijn er naar schatting 120.000 documenten bekend. Koning Shulgi was vermoedelijk verantwoordelijk voor de standaardisatie van administratieve processen en archivering. Uit de Oud-Babylonische periode zijn er eveneens archieven, hoewel deze voornamelijk privé werden bijgehouden [9](#page=9).
### 4.5 Ondergang van Ur
De val van de Derde Dynastie van Ur rond 2004 v.C., veroorzaakt door de inval van de Elamieten, leidde tot het verlies van Ur's politieke macht. De stad bleef echter een belangrijk religieus centrum. Sommige onderzoekers schatten dat Ur tegen de Perzische periode, rond 500 v.C., definitief verlaten werd. Factoren die hieraan mogelijk hebben bijgedragen, zijn de veranderde meander van de Eufraat, wat leidde tot toenemende droogte en verzilting van de bodem, waardoor het landbouwproces degradeerde en de voedselproductie instabiel werd. Bovendien verloor Ur zijn prominente rol in de handel [9](#page=9).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Mudbrick | Een bouwmateriaal gemaakt van klei gemengd met water en organisch materiaal, dat aan de lucht wordt gedroogd. Het werd veelvuldig gebruikt in de architectuur van het oude Nabije Oosten vanwege de lokale beschikbaarheid, hoewel het minder duurzaam was dan gebakken steen. |
| Temenos | Een ommuurde heilige zone in een oude stad, waarin belangrijke religieuze en bestuurlijke gebouwen zijn geconcentreerd. In Ur werd deze zone door Woolley zo genoemd en bevatte onder andere de ziggurat. |
| Bitumen | Een natuurlijke teerachtige substantie die wordt gebruikt als bindmiddel, waterdichtingsmiddel of mortel in de bouw. Het werd in Mesopotamië, waar steen schaars was, gebruikt in combinatie met gebakken bakstenen voor constructies. |
| Ziggurat | Een monumentale, trapsgewijze tempeltoren die veel voorkomt in Mesopotamische steden. De ziggurat van Ur was gewijd aan de maan god Nanna/Sin en diende waarschijnlijk als een religieus centrum en verbinding tussen hemel en aarde. |
| Entu-priesteres | Een hogepriesteres van koninklijke bloede, toegewijd aan de god Nanna in Ur. Zij vertegenwoordigde de goddelijke vrouw Ningal en speelde een belangrijke rol in religieuze ceremonies en rituelen. |
| Vroeg-Dynastieke periode (ED) | Een periode in de Mesopotamische geschiedenis (circa 2900-2350 v.C.) die gekenmerkt wordt door de opkomst van stadstaten en koninklijke dynastieën. Deze periode wordt verder onderverdeeld in EDI, EDII en EDIII. |
| Akkadische periode | De periode waarin het Akkadische Rijk onder heerschappij van Sargon van Akkad heerste over Mesopotamië (circa 2350-2150 v.C.). Ur werd deel van dit rijk en onderging Akkadische invloed. |
| Ur III periode | De periode van de Derde Dynastie van Ur, beschouwd als de grootste bloeiperiode van de stad (circa 2111-2004 v.C.). Deze periode wordt gekenmerkt door politieke stabiliteit, economische welvaart en culturele bloei. |
| Oud-Babylonische periode | Een belangrijke periode in de Mesopotamische geschiedenis na de val van Ur III, waarin Babylon dominant werd (circa 2000-1600 v.C.). Wetgeving, zoals de codex van Hammurabi, ontwikkelde zich in deze tijd. |
| Neo-Babylonische periode | De periode van het Nieuw-Babylonische Rijk, na de Assyrische overheersing, gekenmerkt door een laatste opleving van Babylonische macht (circa 626-539 v.C.). Ur kende in deze tijd nog enige wederopbouw en activiteit. |
| Codex van Ur-Nammu | Een van de oudste bekende wettencollecties uit het oude Nabije Oosten, afkomstig uit de Ur III periode. Deze stèle, waarschijnlijk geïnspireerd door de god van gerechtigheid, bevat wetten die het sociale leven regelden. |
| Codex van Hammurabi | Een uitgebreide en goed bewaarde wettencollectie uit de Oud-Babylonische periode, beroemd om zijn "oog om oog, tand om tand"-principe. De codex geeft inzicht in het rechtssysteem en de sociale structuur van die tijd. |
| Royal Cemetery (Koninklijke Begraafplaats) | Een reeks rijke en monumentale graven uit de Vroeg-Dynastieke periode in Ur, waarin koningen, koninginnen en hooggeplaatste personen werden begraven met uitgebreide grafgiften, waaronder goud, juwelen en wapens. |
| Death Pits | Aparte ruimtes gevonden bij de koninklijke graven in Ur, waarin extra skeletten werden aangetroffen. Deze worden geïnterpreteerd als bewijs van mensenoffers, waarbij leden van de hofhouding samen met de heerser werden begraven. |
| Standaard van Ur | Een decoratieve houten doos, versierd met mozaïekscenes, die waarschijnlijk rond 2500 v.C. dateert. Het toont zowel militaire aspecten als scènes van vrede en ceremonie, en illustreert het koningschap en de relatie met goden. |
| Lapis Lazuli | Een diepblauwe halfedelsteen die al sinds de oudheid gewaardeerd wordt en gebruikt werd voor juwelen, inlegwerk en decoratieve objecten. In Ur werd het veelvuldig gevonden in de koninklijke graven, wat wijst op handel met verre regio's. |
| Cilinderzegel | Een klein, cilindervormig object, meestal gemaakt van steen, met ingesneden afbeeldingen en schrifttekens. Cilinderzegels werden gebruikt om documenten te verzegelen en als persoonlijke identificatiemiddelen. |