Cover
立即免费开始 smv tijd mavo.docx
Summary
# Tijd en periodisering van de geschiedenis
Het indelen van de geschiedenis in verschillende periodes helpt om het verloop van de menselijke ontwikkeling te begrijpen en te analyseren.
## 1. Tijd en periodisering van de geschiedenis
### 1.1 De historische periodes
De geschiedenis wordt opgedeeld in verschillende periodes om een gestructureerd overzicht te bieden. Deze indeling helpt bij het bestuderen van de evolutie van samenlevingen, culturen, politieke systemen en technologische ontwikkelingen.
* **Prehistorie:** Begint met het ontstaan van de eerste mensachtigen (3 tot 5 miljoen jaar geleden) en eindigt rond 10.000 v.C. met de Neolithische Revolutie. Gedurende deze periode leefde de mens van jacht en verzamelen, ontwikkelde hij het gebruik van werktuigen en leerde hij vuur te maken. Vroege mensensoorten omvatten *Australopithecus*, *Homo habilis*, *Homo erectus* en *Homo sapiens*. De bewoning was nomadisch.
* **Oudheid:** Loopt van ongeveer 3500 v.C. (eenmaking van Egypte en ontstaan schrift) tot ongeveer 500 n.C. (val van het West-Romeinse Rijk). Dit domein omvat:
* **Oude Nabije Oosten:** Kenmerkend voor deze periode zijn de beschavingen van Mesopotamië (met de Tigris en Eufraat) en Egypte (met de Nijl). Belangrijke ontwikkelingen waren de landbouw, de opkomst van steden, de uitvinding van het schrift (spijkerschrift en hiërogliefen), het wiel en de bouwkunst. De tijdrekening met een basisgetal van 12 en de maankalender zijn eveneens van Soemerische oorsprong. In Egypte bouwde men piramides als grafmonumenten voor farao's.
* **Klassieke Oudheid:** Dit omvat de Griekse en Romeinse beschavingen.
* **Griekse beschaving:** Begon met de Minoïsche en Myceense beschavingen. Door de bergachtige aard van Griekenland en de vele eilanden, ontwikkelde de zeehandel zich sterk. Dit leidde tot de vorming van onafhankelijke stadstaten (poleis), waarvan Athene (democratie) en Sparta de belangrijkste waren. Griekse denkers, zoals natuurfilosofen, verklaarden de wereld met verstand en logica. De Griekse cultuur werd later verspreid door Alexander de Grote.
* **Romeinse beschaving:** Groeide uit tot een wereldrijk met een sterk leger, een goed georganiseerd bestuur en gemeenschappelijke wetten. De aanleg van heirbanen vergemakkelijkte handel en communicatie, wat leidde tot de *Pax Romana*. Het Romeinse Rijk werd in 395 n.C. opgesplitst in het West- en Oost-Romeinse Rijk. Het Latijn vormt de basis voor veel Europese talen. Het Christendom, dat zich vanaf de 1e eeuw n.C. verspreidde, werd uiteindelijk staatsgodsdienst. Het West-Romeinse Rijk viel in 476 n.C., wat het begin van de Middeleeuwen markeerde.
* **Middeleeuwen:** Lopen van ongeveer 500 n.C. tot 1500 n.C. (ontdekkingsreizen). Na de val van het West-Romeinse Rijk werd Europa onveilig door volksverhuizingen en invallen. Het feodale systeem ontstond, waarbij grond (het feodum) werd uitgeleend in ruil voor loyaliteit en dienstverlening. De kerk behield veel macht. Vanaf de 11e eeuw was er een heropbloei van steden, handel en bevolkingsgroei, mede dankzij verbeterde landbouwtechnieken zoals het drieslagstelsel en de uitvinding van de zwaardere ploeg en efficiëntere molens. Binnen de steden ontstonden ambachten en gilden.
* **Vroegmoderne Tijd:** Loopt van ongeveer 1500 n.C. tot 1800 n.C. (Franse en Industriële Revolutie). Na de val van Constantinopel in 1453 kwamen oude kennis en ideeën terug naar Europa (Renaissance). Nieuwe navigatie-instrumenten en de zoektocht naar handelsroutes leidden tot grote ontdekkingen door reizigers zoals Columbus en Vasco da Gama. Europese landen koloniseerden gebieden in Afrika, Amerika en Azië. Spanje werd een machtige handelsnatie. Rivaliteit tussen Europese staten zoals Frankrijk, Engeland en Spanje kenmerkte deze periode. De Reformatie, met hervormers als Maarten Luther en Johannes Calvijn, leidde tot de opkomst van protestantse kerken. De Amerikaanse Revolutie en de Franse Revolutie vonden plaats aan het einde van deze periode, met ideeën als vrijheid, gelijkheid en broederschap.
* **Moderne Tijd:** Loopt van ongeveer 1800 n.C. tot 1945 (einde Tweede Wereldoorlog).
* **Industriële Revolutie:** Begonnen in Groot-Brittannië in de tweede helft van de 18e eeuw, breidde zich uit naar andere Europese landen. De uitvinding van de stoommachine door James Watt zorgde voor een enorme toename van de productie. Bevolkingsgroei en urbanisatie waren belangrijke gevolgen. Slechte arbeids- en leefomstandigheden en kinderarbeid waren de keerzijde.
* **Eerste Wereldoorlog (1914-1918/1919):** Ontstond door internationale spanningen en bondgenootschappen. De moord op Aartshertog Frans-Ferdinand was de directe aanleiding. Kenmerkend was de opmars van Duitsland, gevolgd door een lange stellingenoorlog in loopgraven. Gevolgen waren de verandering van de Europese kaart, de opkomst van nieuwe grootmachten en de oprichting van de Volkenbond.
* **Tweede Wereldoorlog (1939-1945):** Kwam voort uit de onvrede na WO I en de opkomst van totalitaire regimes zoals nazi-Duitsland onder Hitler en fascistisch Italië onder Mussolini. De Duitse inval in Polen was de directe aanleiding. De oorlog werd gekenmerkt door Blitzkrieg, de strijd tussen Asmogendheden en Geallieerden, en eindigde met de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki.
* **Hedendaagse Tijd:** Begint vanaf 1945 tot heden. Na WO II werden de Verenigde Naties opgericht om vrede en veiligheid te bevorderen. Europa begon zich stap voor stap te verenigen (EU). De Koude Oorlog tussen het westblok (VS) en het oostblok (Rusland) domineerde de politieke wereld, eindigend met de val van het communisme. De periode vanaf 1980 wordt soms ook wel de periode van informatietechnologie genoemd, na de val van het communisme en de ontwikkelingen in de Koude Oorlog.
### 1.2 Kenmerken van de periodes
Elke periode wordt gekenmerkt door een eigen "tijdsgeest", een specifieke manier van denken en leven die de samenleving bepaalt. Deze kenmerken worden geanalyseerd aan de hand van vier grote domeinen:
* **Economisch domein:** Hoe goederen worden verworven en verdeeld.
* **Politiek domein:** Wie de macht heeft en hoe deze wordt uitgeoefend.
* **Sociaal domein:** Hoe mensen samenleven.
* **Cultureel domein:** Hoe mensen hun leven zin geven, zich uiten en kennis vergaren. Dit domein kent subdomeinen zoals levensbeschouwing en godsdienst, taal en expressie, kunst, wetenschap en techniek, onderwijs en vorming, sport en vrije tijd.
### 1.3 Tijdlijnen en Overzichten
De volgende tabellen geven een overzicht van de indeling in periodes en de belangrijkste gebeurtenissen en ontwikkelingen.
| Periode | Tijdsgrenzen | Belangrijke Kenmerken |
| :---------------- | :------------------------------------ | :----------------------------------------------------------------------------------------- |
| Prehistorie | tot ca. 3500 v.Chr. | Ontstaan mens, jagen en verzamelen, werktuigen, vuur, nomadisch leven, Neolithische Revolutie |
| Oudheid | ca. 3500 v.Chr. tot ca. 500 n.Chr. | Egypte, Mesopotamië, Griekenland, Rome, schrift, stadstaten, democratie, imperium, Christendom |
| Middeleeuwen | ca. 500 tot ca. 1500 n.Chr. | Feodalisme, opkomst steden, handel, kerkelijke macht, kruistochten |
| Vroegmoderne Tijd | ca. 1500 tot ca. 1800 n.Chr. | Ontdekkingsreizen, kolonisatie, Renaissance, Reformatie, revoluties, globalisering |
| Moderne Tijd | ca. 1800 tot ca. 1945 n.Chr. | Industriële Revolutie, nationalisme, wereldoorlogen |
| Hedendaagse Tijd | Vanaf ca. 1945 n.Chr. | Koude Oorlog, dekolonisatie, globalisering, informatietechnologie, EU, VN |
#### 1.3.1 Menselijke evolutie en Prehistorie
| Mensensoort | Kenmerken |
| :-------------------- | :------------------------------------------ |
| *Australopithecus* | Zuidelijke mensaap (oudste mensachtige) |
| *Homo habilis* | Handige mens (gebruikte stenen werktuigen) |
| *Homo erectus* | Rechtop lopende mens (gebruikte vuur) |
| *Homo sapiens* | Wetende mens (verstandige mens) |
| *Homo sapiens sapiens*| Moderne mens |
* **Prehistorische bewoning:** Tijdelijke hutten van takken en dierenhuiden, rondtrekkend (nomadisch), kleine groepjes.
* **Neolithische bewoning:** Permanente huizen van leem, hout en stro, vast op één plek (sedentair), grotere dorpen en gemeenschappen.
#### 1.3.2 Beschavingen van de Oudheid
| Naam beschaving | Situering in tijd | Belangrijke kenmerken |
| :------------- | :---------------------------- | :-------------------------------------------------------------------- |
| Minoïsche | Rond 2000 v.Chr. op Kreta | Vroege beschaving in de Egeïsche Zee |
| Myceense | Rond 1600 v.Chr. op Grieks vasteland | Invloedrijk in Griekenland, ging ten onder door invasies |
| Soemerisch | Mesopotamië (ca. 5000-500 v.Chr.)| Spijkerschrift, wiel, irrigatie, ziggoerats, steden |
| Egyptisch | langs de Nijl (ca. 3000-30 v.Chr.)| hiëroglyfen, farao's, piramides, vruchtbare grond door Nijl overstroming |
| Grieks | (ca. 500-400 v.Chr.) | Stadstaten (polis), democratie (Athene), filosofie, wetenschap |
| Romeins | (ca. 1e eeuw v.Chr.-1e eeuw n.Chr.)| Wereldrijk, heirbanen, rechtssysteem, Latijn, verspreiding Christendom |
#### 1.3.3 Middeleeuwen en de Feodale Maatschappij
* **Factoren voor de heropleving van steden:**
* Veiligheid: een veiligere samenleving bevorderde de heropleving van stedelijke nederzettingen.
* Handel: de heropleving van de handel leidde tot de stichting van nieuwe steden.
* **Technische vernieuwingen in de Middeleeuwen en Vroegmoderne Tijd:**
* Karveel: verbeterde scheepsbouw voor lange reizen.
* Kompas: maakte navigatie op volle zee mogelijk.
* Astrolabe: positiebepaling op zee met behulp van sterren.
* Drukpers en kaarten: verspreiding van aardekennis.
#### 1.3.4 Ontdekkingsreizen en de Vroegmoderne Tijd
| Ontdekkingsreiziger | Jaar van belangrijk moment | Belangrijkste prestatie |
| :------------------ | :------------------------- | :------------------------------------------------------------- |
| Hendrik de Zeevaarder | 1ste helft 15e eeuw | Stimuleerde Portugese ontdekkingsreizen langs de Afrikaanse kust |
| Christopher Columbus| 1492 | Ontdekte Amerika (in de veronderstelling in Indië te zijn) |
| Magellaan & Elcano | 1519-1521 | Eerste reis om de wereld |
| Vasco da Gama | 1497-1499 | Vond zeeroute naar Indië langs Afrika |
* **Verdrag van Tordesillas (1494):** Verdeelde de wereld tussen Portugal (oosten) en Spanje (westen). Andere mogendheden zoals Engeland, Frankrijk en Nederland mengden zich later in de handel.
#### 1.3.5 Europese Staten en Religieuze Verdeeldheid
* **Grote Europese koninkrijken in de 16e eeuw:**
* Frankrijk: geregeerd door Frans I (Dynastie Valois).
* Engeland: geregeerd door Hendrik VIII (Dynastie Tudor).
* Spanje: geregeerd door Karel V (Dynastie Habsburg).
* **Reformatie:** Gevolg van kritiek op misbruiken en wangedrag binnen de Katholieke Kerk. Belangrijke hervormers waren Maarten Luther (Lutheranisme) en Johannes Calvijn (Calvinisme). Dit leidde tot de opkomst van protestantse kerken. De Katholieke Kerk reageerde met de Inquisitie.
#### 1.3.6 Revoluties en Oorlogen
* **Amerikaanse Revolutie (18e eeuw):** De 13 Britse kolonies in Noord-Amerika verklaarden zich onafhankelijk in 1776. Belastingheffing, met name op thee in 1773, leidde tot protest. George Washington werd de eerste president van de VS.
* **Franse Revolutie (18e eeuw):** Begon in 1789, beïnvloed door de ideeën van de Verlichting (vrijheid, gelijkheid, broederschap). De Val van de Bastille symboliseerde de machtsovername door het volk. Napoleon Bonaparte greep later de macht.
* **Industriële Revolutie (2e helft 18e eeuw - einde 19e eeuw):** Begon in Groot-Brittannië met de stoommachine, leidend tot massaproductie, urbanisatie en sociale misstanden.
* **Eerste Wereldoorlog (1914-1918/1919):** Veroorzaakt door internationale spanningen en bondgenootschappen. De moord op Aartshertog Frans-Ferdinand was de directe aanleiding. Gekenmerkt door bliksembewapening en loopgravenoorlog.
* **Tweede Wereldoorlog (1939-1945):** Voortgekomen uit de onvrede na WO I en de opkomst van totalitaire regimes. De Duitse inval in Polen was de aanleiding. Gekenmerkt door Blitzkrieg en de strijd tussen Asmogendheden en Geallieerden.
#### 1.3.7 De Koude Oorlog
* **Periode:** ca. 1948 tot 1989.
* **Oorzaak:** Spanningen tussen het westblok (geleid door de VS, met een democratisch-kapitalistisch systeem) en het oostblok (geleid door de Sovjet-Unie, met een communistisch systeem).
* **Kenmerk:** Geen directe oorlog tussen de grootmachten, maar een wapenwedloop en ideologische strijd.
* **Gevolg:** Politieke en militaire spanningen wereldwijd, met proxy-oorlogen. Eindigde met de val van het communisme.
> **Tip:** Het bestuderen van de geschiedenis met behulp van deze periodisering helpt om verbanden te leggen tussen gebeurtenissen en om de evolutie van de mensheid beter te begrijpen. Let op de overgangen tussen periodes, deze zijn vaak geleidelijk en worden bepaald door belangrijke veranderingen in economie, politiek en cultuur.
---
# Ontwikkeling van beschavingen en culturen
Dit thema behandelt de opkomst en ontwikkeling van diverse oude beschavingen en culturen, zoals Mesopotamië, Egypte, Griekenland en Rome, inclusief hun maatschappelijke, politieke en culturele kenmerken.
### 2.1 De menswording en de eerste mensgroepen
De periode van de eerste mensachtigen op aarde strekt zich uit van drie tot vijf miljoen jaar geleden, tot de Neolithische Revolutie rond 10.000 v.C. De mens verspreidde zich vanuit Afrika naar Azië, Europa en Amerika. De menselijke evolutie wordt gekenmerkt door veranderingen in schedelvorm, hersengrootte, gebit, skelet (rechtop lopen) en het gebruik van werktuigen. Vroege menselijke gemeenschappen leefden van jacht en voedselverzameling, waarbij mannen jaagden en vrouwen vruchten en planten verzamelden.
### 2.2 De Neolithische Revolutie
De Neolithische Revolutie, die zich situeert tussen circa 8000 v.C. en 3000 v.C., markeert een ingrijpende verandering in de menselijke levenswijze, met name de ontwikkeling van landbouw. Deze revolutie ontstond in de Vruchtbare Sikkel, gelegen in het huidige Irak, Syrië en Turkije, en verspreidde zich later naar Europa, Azië en Afrika. Na de laatste ijstijd begon de mens granen te verzamelen en te telen, en ontdekte hij dat dieren gedomesticeerd konden worden voor veeteelt. Domesticatie omvat het tam maken van wilde dieren en het telen van planten voor menselijk gebruik, zoals melk, vlees en granen.
Bewoningspatronen veranderden drastisch; huizen werden niet langer uitsluitend van dierenhuiden gemaakt, maar ook van hout, leem en stro. De mens ging permanent op één plaats wonen (sedentair leven). Naast landbouw werd aardewerk vervaardigd voor voedselopslag, en met de ontwikkeling van brons, een legering van koper en tin, ontstonden sterkere werktuigen dan die van steen of koper alleen.
> **Tip:** De Neolithische Revolutie wordt beschouwd als een van de meest fundamentele transformaties in de menselijke geschiedenis, omdat het de basis legde voor permanente nederzettingen en de ontwikkeling van complexere samenlevingen.
### 2.3 Mesopotamië: het tweestromenland
Mesopotamië, gelegen in het huidige Irak tussen de rivieren Tigris en Eufraat, was een van de eerste centra van beschaving, bloeiend van circa 5000 v.C. tot 500 v.C. De vruchtbare gronden, gevoed door de jaarlijkse overstromingen van de rivieren, maakten landbouw mogelijk. De ontwikkeling van irrigatiekanalen en de uitvinding van de houten ploeg verbeterden de oogsten aanzienlijk.
De Soemerische gemeenschap ontwikkelde stedelijke centra met lemen huizen, vaak rond een tempelcomplex, de ziggoerat, dat ook diende als voorraadschuur. De noodzaak om handelsactiviteiten en voorraden bij te houden leidde tot de ontwikkeling van een schrift, het spijkerschrift, op kleitabletten. Belangrijke uitvindingen die aan de Soemeriërs worden toegeschreven zijn onder meer het wiel (voor wagens en pottenbakkersschijven), baksteen, gewelfbogen in de bouwkunst, de maankalender en een tijdrekening gebaseerd op het getal 12.
### 2.4 De Egyptische cultuur en beschaving
De Egyptische beschaving ontwikkelde zich langs de Nijl in Noord-Afrika, van circa 3000 v.C. tot 30 v.C. De jaarlijkse overstromingen van de Nijl zorgden voor een vruchtbare sliblaag, essentieel voor landbouw. Het hiëroglyfenschrift, ook wel de taal van de goden genoemd, werd op papyrus geschreven. De farao was de absolute heerser van Egypte. De piramides dienden als monumentale graftombes voor de farao's, met als doel hun overgang naar het hiernamaals te verzekeren. De bouw van deze piramides werd uitgevoerd door gespecialiseerde ambachtslieden, boeren en slaven. Natron werd gebruikt voor het conserveren van lichamen (mummificatie).
### 2.5 De Griekse beschaving
De Griekse beschaving, die bloeide van circa 500 v.C. tot 400 v.C. in de klassieke oudheid, ontstond uit de Minoïsche (rond 2000 v.C.) en Myceense (rond 1600 v.C.) beschavingen, die ten onder gingen door invallen van Zeevolkeren. Griekenland, met zijn bergachtige terrein en vele eilanden, leunde sterk op de zee voor voedsel, handel en contacten met andere gebieden. De samenleving was georganiseerd in onafhankelijke stadstaten, of poleis, met elk een eigen bestuur, leger en wetten.
Athene en Sparta waren de twee belangrijkste poleis. Athene ontwikkelde de democratie, een regeringsvorm waarbij het volk (demos) macht had (kratie), hoewel het stemrecht beperkt was tot een kleine groep vrije, mannelijke burgers. Griekse natuurfilosofen probeerden de natuur en het heelal te verklaren door middel van verstand en logische redenering.
> **Voorbeeld:** Het concept van de democratie, zoals ontwikkeld in Athene, heeft de politieke systemen van latere beschavingen diepgaand beïnvloed.
### 2.6 De Romeinse beschaving
De Romeinse beschaving, die zich uitbreidde van de 1e eeuw v.C. tot de 1e eeuw n.C. in de klassieke oudheid, transformeerde van een stadstaat tot een uitgestrekt rijk dat zich uitstrekte van Groot-Brittannië tot Noord-Afrika en van de Atlantische Oceaan tot de Eufraat. De stichting van Rome wordt gedateerd op 21 april 753 v.C. De aanleg van heirbanen (wegen) faciliteerde snelle troepenverplaatsingen, bestuurlijke communicatie en handel, wat bijdroeg aan de stabiliteit en de Pax Romana (Romeinse vrede).
Het Romeinse Rijk kon standhouden dankzij een goed georganiseerd bestuur, een sterk leger en gemeenschappelijke wetten. In 395 n.C. werd het rijk opgesplitst in het West-Romeinse Rijk (met Latijn als taal) en het Oost-Romeinse Rijk (met Grieks als taal). Het West-Romeinse Rijk viel in 476 n.C., terwijl het Oost-Romeinse Rijk, met Constantinopel als nieuwe hoofdstad, standhield tot 1453 n.C.
### 2.7 Ontstaan en verspreiding van het Christendom
Het Christendom ontstond in de 1e eeuw n.C. in Palestina, met Jezus van Nazareth als centrale figuur. Jezus predikte een leer van gelijkheid voor God, naastenliefde, barmhartigheid en de mogelijkheid tot vergeving van zonden door geloof in hem. Hij beloofde eeuwig leven in een hemels paradijs aan zijn volgelingen.
Factoren die bijdroegen aan de verspreiding van het Christendom waren de eenheid van het Romeinse Rijk, de ruime verkeersmogelijkheden, de relatieve verdraagzaamheid binnen de Romeinse samenleving en de aantrekkingskracht van de levensvorm van de eerste christelijke gemeenschappen. Hoewel christenen aanvankelijk vervolgd werden, kreeg het geloof in 313 n.C. officieel bestaansrecht met het Edict van Milaan. In 380 n.C. werd het Christendom de staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk, met name om eenheid te bewaren in een uiteenvallend rijk. Monniken speelden een rol in het ontginnen van land en ontwikkelden modellandbouw.
### 2.8 De Germaanse volksverhuizingen
Tussen de 4e en 5e eeuw n.C., aan het einde van de klassieke oudheid en het begin van de middeleeuwen, vonden de Germaanse volksverhuizingen plaats. Germaanse volkeren trokken vanuit Midden- en Noord-Europa, vaak op de vlucht voor de Hunnen, op zoek naar veiligheid, vruchtbare grond en rijkdom. Deze migraties leidden tot aanzienlijke veranderingen in Europa. Het Frankische volk slaagde erin het belangrijkste Germaanse rijk te stichten. Koning Clovis van de Franken bekeerde zich tot het Christendom, wat zijn rijk versterkte en de steun van de kerk verzekerde. Karel de Grote wordt beschouwd als "vader van Europa" omdat hij West-Europa verenigde en in 800 n.C. tot keizer werd gekroond, wat de basis legde voor toekomstige Europese eenheid.
### 2.9 De Islam en zijn betekenis voor het Westen
De Islam ontstond in de 7e eeuw n.C. op het Arabisch schiereiland, met de profeet Mohammed als centrale figuur. Rond 570 n.C. werd Mohammed geboren in Mekka, destijds een welvarend handels- en religieus centrum. In 610 n.C. begon hij met de verkondiging van de Islam, een monotheïstische religie gebaseerd op overgave aan de wil van Allah. De leer van Mohammed berust op de vijf zuilen van de Islam: geloofsbelijdenis, gebed, armoedebelasting, vasten en de bedevaart naar Mekka.
De Islamitische expansie bracht het rijk tot aan de Atlantische Oceaan en de Indische Oceaan. De Arabische expansie werd echter gestopt in het westen door de Franken onder Karel Martel bij Poitiers in 732 n.C. en in het oosten door het Byzantijnse Rijk.
> **Voorbeeld:** De Arabische expansie vormde een directe confrontatie met het Europese machtsblok, wat de grenzen van beide invloedssferen bepaalde en latere culturele en politieke interacties sterk beïnvloedde.
### 2.10 De feodale maatschappij in West-Europa
Na de val van het West-Romeinse Rijk (476 n.C.) en tijdens de Germaanse volksverhuizingen, ontstond er onveiligheid in Europa. Handel viel stil, en ruilhandel werd de norm. In de 8e eeuw n.C. nam de onveiligheid verder toe door invallen van de Noormannen (Vikingen), Arabieren en Magyaren. Als reactie hierop ontstond het feodale systeem, waarbij koningen land (het feodum of leen) uitleenden aan edelen in ruil voor loyaliteit en militaire dienstverlening. Dit leidde tot de opkomst van vele kleine, regionale machtscentra. De kerk behield een sterke invloed en werkte vaak samen met de koningen.
### 2.11 De heropbloei van de steden in Europa
Vanaf de 11e eeuw n.C. begon Europa economisch te heropleven, wat leidde tot de heropbloei van steden. Verbeterde landbouwtechnieken, zoals het drieslagstelsel, een zwaardere ploeg en het gebruik van wind- en watermolens, zorgden voor meer voedsel en een bevolkingsgroei. Dit stimuleerde handel en de ontwikkeling van ambachten.
Middeleeuwse steden kenmerkten zich door dicht op elkaar gebouwde huizen, smalle, vaak onverharde straten en een gebrek aan hygiëne, wat de verspreiding van ziekten zoals de pest bevorderde. Ambachten en gilden regelden de productie, opleiding en handel binnen de steden, en steden verkregen steeds meer macht en privileges.
### 2.12 Aanzet tot de ontdekkingsreizen
De periode vanaf de 15e eeuw n.C. markeert het begin van de ontdekkingsreizen, gedreven door economische motieven (handel, met name in specerijen) en een drang naar verkenning en avontuur. Technische vernieuwingen, zoals het vaste roer, verbeterde de scheepsbouw en navigatie, wat langere reizen over open zee mogelijk maakte. De ontwikkeling van schepen zoals de karveel, met meerdere masten en een efficiënter zeilplan, was cruciaal.
Spanje en Portugal namen het voortouw in deze ontdekkingsreizen, gemotiveerd door economisch gewin, de zoektocht naar nieuwe handelsroutes, de verspreiding van het Christendom, politieke macht en prestige, en pure nieuwsgierigheid. De hoge prijs van specerijen in Europa, zoals peper, gaf aanleiding tot de uitdrukking "peperduur".
> **Tip:** De opkomst van de karveel betekende een technologische doorbraak die de reikwijdte van Europese ontdekkingsreizen drastisch vergrootte.
### 2.13 Spanje en Portugal verdeelden de wereld
In de 15e en 16e eeuw n.C. verdeelden Spanje en Portugal de ontdekte wereld onderling middels het Verdrag van Tordesillas (1494). Portugal kreeg het oosten en Spanje het westen toegewezen. Belangrijke ontdekkingsreizigers uit deze periode waren onder meer Christoffel Columbus, die Amerika ontdekte maar dacht in Indië te zijn aanbeland, en Vasco da Gama, die de zeeweg naar Indië rond Afrika vond. Andere noemenswaardige figuren zijn Ferdinand Magellaan, die de eerste reis om de wereld voltooide, en Hernán Cortés, die het Azteekse rijk veroverde. Tegen het einde van de 16e eeuw mengden andere Europese mogendheden, zoals Engeland, Frankrijk en Nederland, zich in de wereldhandel, wat leidde tot de doorbraak van het Spaanse en Portugese monopolie.
### 2.14 Christoffel Columbus en de ontdekking van Amerika
Christoffel Columbus, geboren rond 1451 in Genua, Italië, werd door zijn vader opgeleid tot matroos en verdiepte zich in aardrijkskunde. Na een verblijf in Lissabon, waar hij in aanraking kwam met de geavanceerde Portugese scheepvaart, begon hij te geloven dat er land in het westen lag. Koning Jan II van Portugal weigerde zijn plannen te financieren, maar koning Ferdinand V en koningin Isabella van Castilië verleenden de benodigde steun. Columbus vertrok in 1492 vanuit Palos, Spanje, met drie schepen: de Santa Maria, de Niña en de Pinta. Op 12 oktober 1492 bereikte hij land, wat hij beschouwde als Azië. Hij maakte in totaal vier reizen naar de Nieuwe Wereld en bracht onbekende planten, dieren, goud en enkele inheemse volkeren mee naar Spanje.
### 2.15 De gevolgen van de ontdekkingsreizen
De ontdekkingsreizen vanaf de 15e tot de 18e eeuw n.C. hadden verreikende gevolgen. Enerzijds verbeterde de kennis van de aarde, nam het contact tussen culturen toe, kwamen er nieuwe gewassen, ontstonden er nieuwe handelscentra en nam de rijkdom van sommige Europese landen toe. Anderzijds leidde dit tot Europese kolonisatie, culturele overheersing, de uitroeiing en slavernij van inheemse bevolkingen, en de import van Afrikaanse slaven, wat resulteerde in de trans-Atlantische driehoekshandel.
Spaanse, Franse, Engelse en Portugese kolonies werden gesticht in Amerika. Miljoenen Afrikanen werden onder dwang naar Amerika vervoerd onder gruwelijke omstandigheden, waarbij velen stierven door honger, ziektes en mishandeling. De slaven werden tewerkgesteld op plantages en boerderijen, vaak onder toezicht van slavendrijvers.
> **Voorbeeld:** De introductie van nieuwe gewassen, zoals de aardappel en de maïs, vanuit Amerika naar Europa had een significante impact op de Europese landbouw en voedselvoorziening.
### 2.16 Tegenstellingen binnen en tussen Europese staten
In de 16e en 17e eeuw n.C. werd Europa gekenmerkt door rivaliteit tussen grote koninkrijken zoals Frankrijk, Engeland en Spanje. Deze rivaliteit was gebaseerd op territoriale claims en religieuze verdeeldheid. Hendrik VIII van Engeland voerde een evenwichtspolitiek om te voorkomen dat Frankrijk of het Habsburgse Rijk te dominant werden.
De Reformatie, geïnitieerd door Maarten Luther en Johannes Calvijn, leidde tot een diepe crisis binnen het Christendom. Misbruiken binnen de Kerk, zoals de verkoop van kerkelijke ambten en wangedrag van geestelijken, ondermijnden het vertrouwen. De verspreiding van nieuwe leerstellingen werd versterkt door de boekdrukkunst. De Katholieke Kerk reageerde met contrareformatie, waaronder het opstellen van een catechismus, meer godsdienstonderricht en de inquisitie om ketters op te sporen.
### 2.17 De Amerikaanse Revolutie
In de 18e eeuw n.C. kwamen de dertien Engelse kolonies in Noord-Amerika in opstand tegen Groot-Brittannië. Na de Zevenjarige Oorlog (1763), waarin Groot-Brittannië veel Franse kolonies verwierf, verhoogde het Britse parlement de belastingen op de kolonies om de oorlogskosten te dekken, met name de theebelasting van 1773, die leidde tot de Boston Tea Party. De economie van de kolonies was sterk gebaseerd op overzeese handel. De Onafhankelijkheidsverklaring, opgesteld op 4 juli 1776, stelde dat alle mensen gelijke rechten hebben op vrijheid, leven en het streven naar geluk. De Amerikaanse Revolutie resulteerde in de oprichting van de Verenigde Staten van Amerika, met George Washington als eerste president.
### 2.18 De Franse Revolutie
De Franse Revolutie, die plaatsvond in de 18e eeuw n.C., was sterk beïnvloed door de ideeën van de Verlichting, zoals "Durf je verstand te gebruiken!". Filosofen als Montesquieu (scheiding der machten) en Rousseau (gelijkheid, volkssoevereiniteit) legden de basis voor de revolutionaire idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap. Voorafgaand aan de revolutie werd Frankrijk geregeerd door koningen met absolute macht (absolutisme), gesteund door de adel en geestelijkheid die privileges genoten. De val van de Bastille in 1789 symboliseerde de overwinning van het volk op de koninklijke willekeur. De revolutie leidde tot de opstelling van de Verklaring van de Rechten van de Mens, de invoering van een grondwet in 1791 en de uitroeping van een republiek in 1792. Na een periode van terreur greep Napoleon Bonaparte de macht.
### 2.19 De Industriële Revolutie
De Industriële Revolutie, die begon in de tweede helft van de 18e eeuw in Groot-Brittannië en zich later verspreidde naar België, Frankrijk en Duitsland, markeert een fundamentele verschuiving van handarbeid naar machinale productie. De uitvinding en verbetering van de stoommachine, met name door James Watt, speelden hierin een cruciale rol. Dit leidde tot een snellere en efficiëntere productie van goederen.
De bevolkingsgroei, mede dankzij verbeterde hygiëne, nieuwe gewassen (aardappel, maïs) en vaccinaties, zorgde voor een grotere vraag naar producten, wat de industrialisatie verder stimuleerde. Britse kolonies leverden grondstoffen en afzetmarkten voor de geïndustrialiseerde landen. De keerzijde van de Industriële Revolutie waren de slechte arbeids- en leefomstandigheden voor arbeiders en wijdverbreide kinderarbeid.
### 2.20 De Eerste Wereldoorlog
De Eerste Wereldoorlog, van circa 1914 tot 1918-1919, werd ingeluid door de moord op Aartshertog Frans-Ferdinand van Oostenrijk-Hongarije. De oorlog kende twee hoofdfasen: het Duitse bliksemoffensief door België naar Frankrijk, en de daaropvolgende stellingenoorlog in de loopgraven. De oorlog veranderde de kaart van Europa drastisch; het Russische, Duitse en Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk verdwenen, en nieuwe grootmachten, zoals de VS, kregen meer invloed. Duitsland werd zwaar gestraft met oorlogsschadevergoedingen, en de Volkenbond werd opgericht in 1919.
### 2.21 De Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog (circa 1939-1945) ontstond deels uit de onvrede in Duitsland na het Verdrag van Versailles aan het einde van WOI. De annexatie van Polen door Duitsland op 1 september 1939 wordt gezien als de aanleiding tot het conflict. De aanval op Pearl Harbor door Japan op 7 december 1941 bracht de VS in de oorlog. De oorlog werd gekenmerkt door snelle Duitse veroveringen met de Blitzkrieg-tactiek en later door de geallieerde tegenoffensieven, waaronder D-Day op 6 juni 1944, dat leidde tot de bevrijding van Europa. De oorlog eindigde met de inzet van atoombommen op Hiroshima en Nagasaki.
Na WOII werd de Verenigde Naties (VN) opgericht als opvolger van de Volkenbond. De periode na 1945 werd gedomineerd door de Koude Oorlog, een periode van spanningen tussen het westerse blok (geleid door de VS) en het oostblok (geleid door de Sovjet-Unie), die zich uitte in dreigingen en een wapenwedloop in plaats van directe militaire confrontatie. Deze periode eindigde met de val van het communisme.
| Periode | Belangrijke gebeurtenissen |
| :-------------------- | :---------------------------------------------------------------- |
| Prehistorie | Tot 3500 v.Chr.: ontstaan mens, Neolithische Revolutie |
| Oude Nabije Oosten | Egypte en Mesopotamië, ontwikkeling stad, schrift, wiel |
| Klassieke Oudheid | Griekse en Romeinse beschavingen, democratie, Romeinse recht |
| Middeleeuwen | Val West-Romeinse Rijk, feodalisme, heropbloei van steden, kruistochten |
| Vroegmoderne Tijd | Ontdekkingsreizen, Renaissance, Reformatie, kolonisatie |
| Moderne Tijd | Industriële Revolutie, Amerikaanse en Franse Revoluties, WO I & II |
| Hedendaagse Tijd | Vanaf 1945: Koude Oorlog, dekolonisatie, globalisering, EU |
**Menselijke evolutie:**
| Naam species | Kenmerken |
| :------------------- | :-------------------------------------------------------- |
| Australopithecus | Zuidelijke mensaap (oudste mensachtige) |
| Homo habilis | Handige mens (gebruikte stenen werktuigen) |
| Homo erectus | Rechtop lopende mens (gebruikte vuur) |
| Homo sapiens | Wetende mens (verstandige mens) |
| Homo sapiens sapiens | Moderne mens |
**Verandering in bewoning:**
| Prehistorische bewoning | Neolithische bewoning |
| :---------------------- | :---------------------------------------------------- |
| Tijdelijke hutten | Permanente huizen (leem, hout, stro) |
| Rondtrekkend (nomadisch)| Vast op 1 plaats (sedentair) |
| Kleine groepjes | Grotere dorpen en gemeenschappen |
**Oude beschavingen:**
| Naam beschaving | Situering in tijd |
| :-------------- | :---------------------------------- |
| Minoïsch | Rond 2000 v.C. (Kreta) |
| Myceens | Rond 1600 v.C. (Grieks vasteland) |
**Factoren voor de heropbloei van steden:**
| Factor | Voordeel |
| :--------- | :------------------------------------------------- |
| Veiligheid | Veiligere samenleving, heropleving stedelijke nederzettingen |
| Handel | Heropleving van handel, stichting van nieuwe steden |
**Technische vernieuwingen in ontdekkingsreizen:**
| Technische vernieuwing | Vooruitgang |
| :--------------------- | :-------------------------------------------------- |
| Karveel | Verbeterde scheepsbouw voor lange reizen |
| Kompas | Navigatie op volle zee mogelijk |
| Astrolabium | Positiebepaling op zee met behulp van sterren |
| Drukpers & kaarten | Verspreiding van aardekennis |
**Belangrijke ontdekkingsreizigers en periodes:**
| Ontdekkingsreiziger/Periode | Jaartal/Periode |
| :-------------------------- | :------------------- |
| Hendrik de Zeevaarder | Eerste helft 15e eeuw |
| Christoffel Columbus | 1492 |
| Magellaan & Elcano | 1519-1521 |
| Vasco da Gama | 1497-1499 |
**Grote Europese koninkrijken (16e-17e eeuw):**
| Koninkrijk | Regerende vorst | Dynastie |
| :--------- | :------------- | :------- |
| Frankrijk | Frans I | Valois |
| Engeland | Hendrik VIII | Tudor |
| Spanje | Karel V | Habsburg |
**Eerste Wereldoorlog (1914-1918):**
| Oorlogvoerende partij | Voornaamste landen |
| :-------------------- | :------------------------------ |
| Centralen | Duitsland, Oostenrijk-Hongarije |
| Geallieerden | Frankrijk, Engeland, Rusland, VS |
**Tweede Wereldoorlog (1939-1945):**
| Oorlogvoerende partij | Voornaamste landen |
| :-------------------- | :---------------------------------- |
| Asmogendheden | Duitsland, Italië, Japan |
| Geallieerden | Engeland, Frankrijk, VS, Sovjet-Unie |
**Na WOII:**
| Overwinnaar/Macht | Samenlevingsmodel |
| :--------------------- | :-------------------- |
| Verenigde Staten | Democratie (Westblok) |
| Rusland (Sovjet-Unie) | Communisme (Oostblok) |
---
# De ontdekkingsreizen en hun impact
De periode van de ontdekkingsreizen markeert een cruciale fase in de wereldgeschiedenis, gekenmerkt door een drang naar exploratie, economische expansie en culturele uitwisseling met verreikende gevolgen.
### 3.1 Aanzet tot de ontdekkingsreizen
#### 3.1.1 Motieven voor zeevaart
De aantrekkingskracht van de zee in de 15e en 16e eeuw was veelzijdig:
* **Handel:** De zee was een essentiële route voor handel en economische ontwikkeling.
* **Verkenning:** De zee bood kansen voor ontdekking en avontuur.
#### 3.1.2 Technische vernieuwingen in de scheepsbouw
Voor de 15e eeuw beperkte de zeevaart zich voornamelijk tot kustvaart en rivier- en binnenwatervaart. Belangrijke technische vernieuwingen maakten de oversteek van oceanen mogelijk:
* **Vast roer:** Maakte het mogelijk om de juiste route aan te houden.
* **Karveel:** Een nieuw scheepsmodel dat voortkwam uit de bevindingen van de Zuid-Europese galei (snel, met roeiriemen en driehoekige zeilen) en de Noord-Europese kogge (hoog, met één mast en vierkant zeil). De karveel was snelzeilend, had een achterstevenroer, overnaadse huidbeplanking, drie masten met zowel vierkante als driehoekige zeilen, en was beter geschikt voor de oceaan.
#### 3.1.3 Belang van specerijen
Specerijen waren in de 15e eeuw van grote economische waarde en werden gebruikt voor:
* Het kruiden van spijzen, met name vlees.
* Het verbergen van de mindere kwaliteit van vlees.
* Als bewaarmiddel.
* In de bereiding van medicijnen.
De hoge prijs van peper en andere specerijen in die tijd leidde tot de uitdrukking "peperduur".
#### 3.1.4 Europese machten aan het roer
Spanje en Portugal namen aanvankelijk het voortouw in de ontdekkingsreizen. De motieven die hen hiertoe aanzetten waren:
* **Economische winst:** Handel in specerijen.
* **Zoektocht naar nieuwe handelsroutes:** Om Aziatische producten sneller en directer te verkrijgen.
* **Verspreiding van het Christendom:** Het zendingsideaal speelde een rol.
* **Politieke macht en prestige:** Het vergroten van invloed en aanzien.
* **Drang naar avontuur en kennis:** De nieuwsgierigheid naar de onbekende wereld.
#### 3.1.5 Belangrijke ontdekkingsreizigers en hun prestaties
Verschillende ontdekkingsreizigers speelden een sleutelrol:
* **Henrik de Zeevaarder:** Actief in de eerste helft van de 15e eeuw, bevorderde de Portugese exploratie.
* **Bartolomeu Diaz:** Voer rond de zuidelijke kaap van Afrika.
* **Vasco da Gama:** Vond de zeeweg naar Indië langs het Oosten.
* **Christoffel Columbus:** Ontdekte Amerika in 1492, hoewel hij dacht dat hij Indië had bereikt. Hij maakte in totaal vier reizen naar de Nieuwe Wereld.
* **Ferdinand Magellaan en Juan Sebastián Elcano:** Ondernamen de eerste reis om de wereld, voltooid tussen 1519 en 1521.
* **Vasco Núñez de Balboa:** Doorstak de landengte van Panama en bereikte de Stille Oceaan.
* **Giovanni Caboto (John Cabot):** Verkende de oostkust van Noord-Amerika.
* **Jacques Cartier:** Voer de Sint-Laurensstroom op in Noord-Amerika.
* **Pedro Álvares Cabral:** Ontdekte toevallig Brazilië op weg naar Indië.
* **Hernán Cortés:** Veroverde het gebied van de Azteken.
* **Francisco Pizarro:** Veroverde het gebied van de Inca's.
### 3.2 Spanje en Portugal verdeelden de wereld
#### 3.2.1 Het Verdrag van Tordesillas
Het Verdrag van Tordesillas, gesloten in 1494, verdeelde de nieuw ontdekte wereld tussen Portugal en Spanje. Portugal kreeg de gebieden ten oosten van een afgebakende lijn, terwijl Spanje de gebieden ten westen ervan kreeg. Paus Alexander VI speelde een rol bij deze verdeling.
#### 3.2.2 Concurrentie van andere Europese mogendheden
Eind 16e eeuw begonnen andere Europese mogendheden, zoals Engeland, Frankrijk en de Nederlanders (Hollanders), zich te mengen in de handel met het Oosten. Dit doorbrak het monopolie van Spanje en Portugal. Kapers, gesteund door vorsten zoals koningin Elizabeth I van Engeland, plunderden regelmatig Spaanse en Portugese schepen. De rivaliteit culmineerde in militaire conflicten, zoals de nederlaag van de Spaanse Armada in het Kanaal tegen de Engels-Hollandse vloot.
#### 3.2.3 Verovering van het Azteken- en Incarijk
* **Cortés en de Azteken:** Hernán Cortés veroverde het Aztekenrijk in Mexico.
* **Pizarro en de Inca's:** Francisco Pizarro veroverde het Incarijk in Peru. Hij wist de Inca-leider Atahualpa gevangen te nemen en, ondanks een enorme losprijs in goud en zilver, ter dood te brengen.
### 3.3 De gevolgen van de ontdekkingsreizen
De ontdekkingsreizen hadden diepgaande en blijvende gevolgen voor zowel Europa als de gekoloniseerde gebieden.
#### 3.3.1 Positieve gevolgen voor Europa
* **Verbeterde kennis van de aarde:** Cartografie en geografische kennis namen enorm toe.
* **Meer contact tussen culturen:** Uitwisseling van ideeën, technologieën en producten.
* **Nieuwe gewassen:** Introductie van producten zoals aardappelen, maïs, tomaten en tabak in Europa, wat leidde tot voedselzekerheid en bevolkingsgroei.
* **Opkomst van handelscentra:** Steden als Lissabon, Sevilla, Antwerpen en Amsterdam werden belangrijke centra van wereldhandel.
* **Toegenomen rijkdom voor sommige landen:** Vooral Spanje en Portugal profiteerden aanvankelijk van de rijkdommen uit de koloniën.
#### 3.3.2 Negatieve gevolgen voor de gekoloniseerde gebieden
* **Europese kolonisatie en culturele overheersing:** Europese machten vestigden kolonies en legden hun politieke, economische en culturele systemen op.
* **Uitroeiing en slavernij van inheemse bevolking:** Miljoenen inheemse Amerikanen kwamen om door geweld, ziekten en dwangarbeid.
* **Import van Afrikaanse slaven:** Om het tekort aan arbeidskrachten op de plantages op te vangen, werden miljoenen Afrikanen tot slaaf gemaakt en naar Amerika verscheept.
* **Driehoekshandel:** Een systeem van handel dat Europa, Afrika en Amerika met elkaar verbond, waarbij ruwe materialen vanuit Amerika naar Europa gingen, goederen (inclusief wapens) vanuit Europa naar Afrika werden verscheept om slaven te kopen, en de slaven vervolgens naar Amerika werden gebracht.
#### 3.3.3 De trans-Atlantische slavenhandel
* **De reis:** Afrikanen moesten lange afstanden afleggen, vaak in ijzeren kragen en kettingen. Vele stierven van honger en ziektes tijdens het transport naar de kust.
* **De handel:** Europese slavenhandelaars kochten voornamelijk jonge mannen en vrouwen, waarbij ouderen, zieken en gewonden werden afgewezen.
* **De slavernij:** Slavenschepen waren overvol, vies en benauwd. Gevangenen zaten vastgeketend in kleine ruimtes, zonder sanitaire voorzieningen. Gebrek aan voedsel, water en de uitbraak van ziektes eisten veel slachtoffers. Mishandeling was aan de orde van de dag.
* **Arbeid in de koloniën:** Slaven werden tewerkgesteld op grote rijst- en suikerplantages, waar ze lange dagen moesten werken onder toezicht van slavendrijvers met zwepen. De meesten waren landarbeiders, maar sommigen werkten als huisbediende of vakman.
> **Tip:** De ontdekkingsreizen en de daaruit voortvloeiende kolonisatie brachten immense rijkdom naar Europa, maar dit ging ten koste van onnoemelijk veel leed voor de inheemse bevolkingen en de tot slaaf gemaakte Afrikanen. Begrijp de dualiteit van deze periode.
#### 3.3.4 Verspreiding van ziekten
De ontdekkingsreizen leidden ook tot de verspreiding van ziekten. Europese ziekten zoals pokken en mazelen, waarvoor de inheemse bevolking van Amerika geen immuniteit had, veroorzaakten catastrofale epidemieën. Omgekeerd brachten ze mogelijk ook ziekten naar Europa.
> **Voorbeeld:** Dysenterie (een darminfectie met diarree) en pokken (een besmettelijke virale ziekte) waren voorbeelden van ziekten die een grote impact hadden.
### 3.4 Impact op de wereldkaart en politiek
De ontdekkingsreizen leidden tot een ingrijpende verandering op de wereldkaart en de politieke verhoudingen:
* **Europese dominantie:** Europese machten stichtten kolonies in Amerika, Afrika en Azië, wat leidde tot eeuwenlange Europese overheersing.
* **Nieuwe handelsnetwerken:** De wereldhandel breidde zich enorm uit en nieuwe handelsroutes werden gevestigd.
* **Rivaliteit tussen Europese staten:** De strijd om koloniën en handelsmacht leidde tot talloze conflicten tussen Europese mogendheden in de 16e en 17e eeuw, zoals de rivaliteit tussen Spanje en Frankrijk, en later tussen Engeland, Frankrijk en Nederland.
### 3.5 Verbinding met andere historische periodes
De ontdekkingsreizen luiden de Vroegmoderne Tijd in, een periode die gekenmerkt wordt door globalisering, economische groei en ingrijpende maatschappelijke veranderingen. De gevolgen van de ontdekkingsreizen zijn direct verbonden met latere historische gebeurtenissen zoals de Industriële Revolutie, de Amerikaanse en Franse Revoluties, en de wereldwijde koloniale rijken.
---
# Revoluties en mondiale conflicten
Hier is de samenvatting voor "Revoluties en mondiale conflicten":
## 4. Revoluties en mondiale conflicten
Dit onderwerp verkent de ingrijpende revolutionaire periodes en grote mondiale conflicten die de moderne wereld hebben gevormd, van de politieke en industriële revoluties tot de wereldoorlogen en de Koude Oorlog.
### 4.1 De Amerikaanse Revolutie
De Amerikaanse Revolutie, die plaatsvond in de 18e eeuw, was een cruciaal keerpunt in de geschiedenis. De dertien Engelse kolonies in Noord-Amerika, economisch sterk door handel en slavenarbeid, kwamen in opstand tegen de Britse belastingen, met name de theebelasting van 1773. De Onafhankelijkheidsverklaring op 4 juli 1776, met haar nadruk op gelijke rechten, vrijheid, leven en het streven naar geluk, vormde de ideologische basis voor de nieuwe natie. De Verenigde Staten werden onafhankelijk in 1776, met George Washington als eerste president. Deze revolutie was mede een gevolg van de Zevenjarige Oorlog, die in 1763 eindigde met een Britse overwinning op Frankrijk.
### 4.2 De Franse Revolutie
De Franse Revolutie, eveneens in de 18e eeuw, werd ingegeven door de ideeën van de Verlichting, zoals vrijheid, gelijkheid en broederschap. Voorafgaand aan de revolutie werd Frankrijk geregeerd onder een absolutistisch regime, waarbij de adel en geestelijkheid privileges genoten. De val van de Bastille, een symbool van koninklijke willekeur, markeerde een belangrijke overwinning voor het volk. Tijdens de revolutie werd de Verklaring van de Rechten van de Mens opgesteld, en in 1791 kreeg Frankrijk een grondwet, gevolgd door de oprichting van een Republiek in 1792. Na een periode van Terreur nam Napoleon Bonaparte de macht over, veroverde een groot deel van Europa en werd uiteindelijk in 1815 verslagen bij Waterloo.
### 4.3 De Industriële Revolutie
De Industriële Revolutie, die begon in Groot-Brittannië in de tweede helft van de 18e eeuw en zich verspreidde naar landen als België, Frankrijk en Duitsland, transformeerde de productiewijze drastisch. Aanvankelijk gebruikte men natuurlijke energiebronnen zoals spierkracht, wind en water. De uitvinding van de stoommachine door Thomas Newcomen en de verbeterde versie van James Watt maakten mechanische energie mogelijk, wat leidde tot snellere en efficiëntere productie. De bevolkingsgroei, mede dankzij verbeterde hygiëne en nieuwe gewassen, stimuleerde de vraag naar productie. De keerzijde van deze revolutie waren slechte arbeids- en leefomstandigheden en wijdverbreide kinderarbeid.
### 4.4 De Eerste Wereldoorlog
De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) werd uitgelokt door de moord op Aartshertog Frans-Ferdinand op 28 juni 1914. De oorlog kende twee hoofdfasen: het Duitse bliksemoffensief en de daaropvolgende langdurige stellingenoorlog in loopgraven. Nederland, Spanje, Zwitserland en Scandinavië bleven neutraal. Belangrijke gevolgen van de oorlog waren de veranderde kaart van Europa met het verdwijnen van grote keizerrijken, de opkomst van nieuwe grootmachten zoals de VS, en zware straffen voor Duitsland. In 1919 werd de Volkenbond opgericht.
### 4.5 De Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog
De Tweede Wereldoorlog (1939-1945) begon met de Duitse inval in Polen. De aanleiding voor de deelname van de VS was de aanval op Pearl Harbor. Duitsland, Italië en Japan vormden de asmogendheden, tegenover de geallieerden zoals Groot-Brittannië, Frankrijk, de VS, China en de Sovjet-Unie. Belangrijke keerpunten waren de slag bij Midway, de strijd om Stalingrad en de landing in Normandië (D-day). De oorlog eindigde met het gebruik van atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Na de oorlog werd de Verenigde Naties (VN) opgericht, als opvolger van de falende Volkenbond. De periode na 1945 werd gekenmerkt door de Koude Oorlog, een ideologische strijd tussen het westblok (VS) en het oostblok (Sovjet-Unie, China), die niet uitmondde in directe oorlog, maar wel in dreigingen en een wapenwedloop. De Koude Oorlog eindigde met de val van het communisme.
> **Tip:** De periodisering in de geschiedenis is een hulpmiddel; de overgangen tussen periodes zijn vaak geleidelijk en overlappen elkaar. Het is belangrijk om de belangrijkste kenmerken van elke periode te kennen.
> **Tip:** Bij mondiale conflicten is het essentieel om de oorzaken, het verloop (belangrijke veldslagen/strategieën) en de gevolgen (politieke, economische, sociale veranderingen) te analyseren.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Neolithische Revolutie | Een ingrijpende verandering in de prehistorie, rond 8000 v.C. tot 3000 v.C., waarbij de mens overstapte van een nomadisch bestaan van jacht en verzamelen naar een sedentaire levensstijl door de ontwikkeling van landbouw en veeteelt (domesticatie). |
| Domesticatie | Het proces waarbij wilde dieren tam worden gemaakt en planten worden gecultiveerd om nuttig te zijn voor de mens, zoals voor melk, vlees, wol of voedselproductie. |
| Spijkerschrift | Een van de oudste bekende schriftsystemen, oorspronkelijk ontwikkeld door de Soemeriërs in Mesopotamië, waarbij tekens werden ingedrukt in kleitabletten met een griffel. |
| Hiëroglyfen | Het schrift van de oude Egyptenaren, bestaande uit een systeem van beeldsymbolen dat zowel lettergrepen als hele woorden kon voorstellen, gebruikt op monumenten, papyrus en grafschriften. |
| Polis (Stadstaat) | Een onafhankelijke gemeenschap in het oude Griekenland, bestaande uit een stad met het omliggende platteland, met een eigen bestuur, wetten en leger, zoals Athene en Sparta. |
| Democratie | Een regeringsvorm waarbij de macht bij het volk ligt, direct of indirect via gekozen vertegenwoordigers. In Athene was dit een vroege vorm waarbij alleen vrije mannelijke burgers stemrecht hadden. |
| Pax Romana | Een periode van relatieve vrede en stabiliteit in het Romeinse Rijk, die duurde van ongeveer 27 v.C. tot 180 n.C., mogelijk gemaakt door een sterk leger, goed georganiseerd bestuur en gemeenschappelijke wetten. |
| Feodum (Leen) | Een stuk grond dat door een heer (leenheer) werd toegekend aan een vazal (leenman) in ruil voor loyaliteit, militaire dienst en andere diensten. Dit vormde de basis van het leenstelsel. |
| Gilden | Organisaties van ambachtslieden of handelaren in middeleeuwse steden die regels opstelden voor productie, opleiding, prijzen en lidmaatschap, om de kwaliteit en concurrentie te beheersen. |
| Karveel | Een type schip dat ontwikkeld werd in de 15e eeuw en essentieel was voor de ontdekkingsreizen, vanwege zijn snelheid, wendbaarheid en vermogen om lange oceaanreizen te maken. Het combineerde kenmerken van eerdere scheepsmodellen. |
| Verdrag van Tordesillas | Een verdrag uit 1494, gesloten tussen Spanje en Portugal, met bemiddeling van de paus, dat de niet-Europese wereld verdeelde in twee invloedssferen voor kolonisatie en verkenning. |
| Onafhankelijkheidsverklaring | Een formeel document waarin een kolonie of staat haar soevereiniteit en onafhankelijkheid verklaart ten opzichte van een heersende macht. De Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring stelt beginselen van gelijkheid en het recht op verandering van regering. |
| Verlichting | Een intellectuele en culturele beweging in de 18e eeuw die nadruk legde op rede, wetenschap en individuele rechten, en die leidde tot kritiek op absolutisme en traditionele autoriteit, met denkers als Montesquieu en Rousseau. |
| Industriële Revolutie | Een periode van grote technologische en economische veranderingen, beginnend in Groot-Brittannië in de late 18e eeuw, gekenmerkt door de overgang van handarbeid naar gemechaniseerde productie, met de uitvinding van de stoommachine als cruciaal element. |
| Koude Oorlog | Een periode van geopolitieke spanning tussen het Westen (onder leiding van de VS) en het Oostblok (onder leiding van de Sovjet-Unie) van ongeveer 1947 tot 1991, gekenmerkt door ideologische strijd, wapenwedloop en proxy-conflicten, maar zonder directe grootschalige militaire confrontatie tussen de supermachten. |