Cover
立即免费开始 Biers les 1 Minoisch (1) (1).pdf
Summary
# Inleiding tot de Griekse en Romeinse archeologie
This section introduces the course on Greek and Roman Archaeology and Art, outlining its instructors and evaluation criteria.
### 1.1 Course overview and instructors
The course "Inleiding tot de Griekse en Romeinse Archeologie en Kunst" for the academic year 2025-2026 is taught by Professor Roald Docter, Professor Sadi Maréchal, and Licentiate Sophie Dralans. The teaching staff is visually represented across pages 1 and 2, with Sophie Dralans and Sadi Maréchal shown on page 2 [1](#page=1) [2](#page=2).
### 1.2 Learning material
The core learning material for the Greek Archaeology part of the course consists of two components [8](#page=8):
* The book by Biers [7](#page=7).
* The lecture material provided as PDFs on UFORA [8](#page=8).
### 1.3 Excluded material from Biers' book
It is important to note that specific sections from Biers' book do not need to be mastered for the exam. These excluded parts are [9](#page=9):
* The latter sections of the chapters covering lamps, transport amphorae, fibulae, coins, and terracottas [9](#page=9).
### 1.4 Examination format and grading
The written examination is scheduled for January 2026. The exam will include various question types [10](#page=10):
* Multiple choice questions (without GIS correction) [10](#page=10).
* Fill-in-the-blank questions [10](#page=10).
* An essay question [10](#page=10).
* Map questions [10](#page=10).
The final grade is an average of the Greek and Roman (including Etruscan) sections of the course [10](#page=10).
### 1.5 Visual and contextual references
Throughout the introductory pages, several external references and images are provided to contextualize the study of ancient cultures. These include links to articles and blogs discussing topics such as the polychromy of ancient statues whiteness and color in the ancient world and the presence of Africans in Roman Britain. Images from sources like Marquette Historians and Pinterest are also included. These visual and textual aids aim to broaden the understanding of the ancient world beyond the core curriculum [4](#page=4) [5](#page=5) [6](#page=6).
---
# Minoïsch Griekenland en paleisperioden
Dit gedeelte biedt een gedetailleerd overzicht van de Minoïsche beschaving op Kreta, met een focus op de chronologie van de paleisperioden, belangrijke archeologische vindplaatsen en kenmerkende aspecten van deze cultuur [22](#page=22).
### 2.1 Introductie tot de Minoïsche beschaving
De Minoïsche beschaving, vernoemd naar de legendarische koning Minos, bloeide op het eiland Kreta en wordt beschouwd als een van de vroegste hoogontwikkelde culturen van het Egeïsche gebied. Deze beschaving kenmerkte zich door een maritieme oriëntatie en een complexe samenleving die zich manifesteerde in de bouw van indrukwekkende paleizen [22](#page=22) [31](#page=31).
### 2.2 Chronologie van de paleisperioden
De geschiedenis van het Minoïsche Kreta wordt traditioneel ingedeeld in verschillende paleisperioden, die de opkomst, bloei en neergang van de paleiscomplexen markeren. Er bestaan verschillende chronologische systemen, maar een veelgebruikte indeling is als volgt [39](#page=39) [40](#page=40):
* **Pre-Paleisperiode (Pre-Paleis)**: Circa 3000-2000 v.o.t. of 2650-1900 v.o.t.. Deze periode legt de basis voor latere ontwikkelingen, met de opkomst van nederzettingen en vroege vormen van organisatie [39](#page=39) [40](#page=40).
* **Oude Paleisperiode (Proto-Paleis)**: Circa 2000-1700 v.o.t. of 1900-1700 v.o.t.. Dit is de periode waarin de eerste grote paleizen werden gebouwd en bewoond [39](#page=39) [40](#page=40).
* **Nieuwe Paleisperiode (Neo-Paleis)**: Circa 1700-1380 v.o.t. of 1700-1430 v.o.t.. Gekenmerkt door de wederopbouw en verdere ontwikkeling van de paleizen na verwoestingen. Deze periode eindigt met aanzienlijke verwoestingen [39](#page=39) [40](#page=40) [87](#page=87).
* **Post-Paleisperiode (Einde Paleis en Post-Paleis)**: Circa 1380-1100 v.o.t. met specifieke periodes zoals het einde van de paleisperiode (1430-1360 v.o.t.) en de post-paleisperiode (1360-1190 v.o.t.) gevolgd door de Subminoïsche periode (1190-1070 v.o.t.). Deze fasen markeren de overgang en afname van de paleiscentra [39](#page=39) [40](#page=40) [87](#page=87).
### 2.3 Belangrijke archeologische sites
Verschillende archeologische vindplaatsen op Kreta bieden inzicht in de Minoïsche beschaving, met de paleizen als centrale elementen.
#### 2.3.1 Knossos
Knossos, gelegen nabij het moderne Heraklion, is ongetwijfeld de meest prominente Minoïsche site. De opgravingen, geleid door Arthur Evans, hebben een complex paleis blootgelegd dat getuigt van de rijke cultuur en architectonische vaardigheden van de Minoërs [24](#page=24) [25](#page=25).
* **Architectuur en structuur:** Het paleis van Knossos was een multifunctioneel complex, met zones voor administratie, religieuze ceremonies, opslag en woningen. Kenmerkende elementen zijn onder meer de monumentale trappen de ‘Royal Road’ en de ‘Pier-and-Door’ partities [43](#page=43) [45](#page=45) [47](#page=47) [48](#page=48) [51](#page=51) [60](#page=60) [62](#page=62) [67](#page=67).
* **‘Temple Repositories’:** Deze specifieke ruimtes binnen het paleis bevatten belangrijke artefacten en objecten die mogelijk verband houden met religieuze praktijken [58](#page=58).
* **Woonfuncties:** De oostvleugel van het paleis bevat aanwijzingen voor woonfuncties [60](#page=60).
* **Fresco's en kunst:** Knossos staat bekend om zijn levendige fresco's die scènes uit het dagelijks leven, de natuur en mythologische taferelen uitbeelden, zoals de 'La Parisienne' [59](#page=59).
#### 2.3.2 Malia
Malia is een andere belangrijke Minoïsche paleisstad, gelegen aan de noordkust van Kreta. Het paleis van Malia vertoont architectonische overeenkomsten met Knossos en andere paleiscomplexen [70](#page=70) [71](#page=71) [72](#page=72).
#### 2.3.3 Kato Zakro
Kato Zakro, aan de oostkust van Kreta, is een paleislocatie die bekend staat om zijn relatief ongestoorde staat, wat waardevolle inzichten biedt in de Minoïsche economie en handel [73](#page=73) [74](#page=74).
#### 2.3.4 Phaistos
Phaistos, gelegen in het zuiden van Kreta, is een andere significante paleislocatie. Het paleis van Phaistos, met zijn indrukwekkende architectuur, biedt eveneens inzicht in de Minoïsche samenleving en bestuursstructuren [75](#page=75) [76](#page=76).
#### 2.3.5 Palaikastro
Palaikastro, aan de oostkust, is een belangrijke archeologische vindplaats die vooral bekendheid geniet vanwege specifieke artefacten.
* **Kouros van Palaikastro:** Dit is een indrukwekkend beeldhouwwerk uit ivoor en goud, vervaardigd met de chryselephantine techniek, daterend uit de Late Minoïsche IB periode (1510-1430 v.o.t.) [78](#page=78) [79](#page=79) [80](#page=80).
### 2.4 Kenmerkende culturele aspecten
De Minoïsche beschaving wordt gekenmerkt door diverse culturele uitingen en technologieën.
* **Keramiek:** De Minoïsche keramiek, zoals de 'zee stijl' aardewerk uit de LM IB periode (1510-1430 v.o.t.), is opmerkelijk door zijn naturalistische decoraties, vaak geïnspireerd door het zeeleven [88](#page=88).
* **Schrift:** De Minoërs ontwikkelden hun eigen schriftsystemen.
* **Linear A:** Dit schrift werd gebruikt tijdens de MM IB tot LM IB periodes (1900-1430 v.o.t.) en is voornamelijk aangetroffen op kleitabletten en zegels. De taal die met Linear A werd geschreven, is nog grotendeels onontcijferd [82](#page=82).
* **Linear B:** Dit schrift, een vroege vorm van het Grieks, werd later gebruikt, voornamelijk tijdens de LM II tot LM IIIA1 periodes (1430-1360 v.o.t.). Het is wel ontcijferd en biedt waardevolle informatie over de Myceense administratie op Kreta na de Minoïsche periode [83](#page=83) [84](#page=84) [85](#page=85) [86](#page=86).
* **Discus van Phaistos:** Dit unieke artefact, daterend uit de MM I tot LM III periodes (1900-1360 v.o.t.), is bedrukt met hiërogliefen van onbekende betekenis [81](#page=81).
* **Terrasbouw:** De Minoërs waren bekwame ingenieurs, getuige de aangelegde terrassen voor landbouw [14](#page=14).
* **Akrotiri uitbarsting:** De verwoestingen in Akrotiri (LM IA, 1600-1510 v.o.t.) door een vulkaanuitbarsting hebben mogelijk bijgedragen aan het einde van bepaalde Minoïsche centra, hoewel Kreta zelf relatief gespaard bleef van de directe impact van deze specifieke uitbarsting [90](#page=90) [91](#page=91).
> **Tip:** Bestudeer de chronologische tabellen zorgvuldig. De verschillende periodiseringen (bijv. Pre-Paleis vs. Pre-Palatiaal) kunnen verwarrend zijn, maar het is essentieel om de relatie tussen de periodes te begrijpen en de belangrijkste gebeurtenissen die elke periode kenmerken te onthouden.
> **Tip:** Let op de geografische ligging van de verschillende paleizen en hun specifieke kenmerken. Dit helpt om de verspreiding van de Minoïsche cultuur en de regionale verschillen te begrijpen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Griekse en Romeinse Archeologie en Kunst | Het vakgebied dat zich bezighoudt met de studie van de materiële cultuur, monumenten en artistieke uitingen van de oude Griekse en Romeinse beschavingen. |
| Leerstoof | Het geheel aan kennis en materiaal dat de student zich eigen moet maken voor een bepaald vak of onderwerp, zoals voorgeschreven in de cursus. |
| Minoïsch Griekenland | Een prehistorische beschaving die bloeide op Kreta in de Bronstijd, bekend om zijn paleiscomplexen, kunst en schriftvormen. |
| Paleiscomplexen | Grote architectonische bouwwerken, typerend voor de Minoïsche beschaving, die dienden als centra voor bestuur, religie, opslag en residentie. |
| Terrasbouw | Een landbouwtechniek waarbij land wordt aangelegd in horizontale lagen (terrassen) op hellingen, om erosie te voorkomen en bebouwing of landbouw mogelijk te maken. |
| Kyrenia schip | Een oud scheepswrak gevonden bij Kyrenia, Cyprus, dat waardevolle informatie oplevert over maritieme technologie en handel in de oudheid. |
| Knossos | De grootste en meest prominente Minoïsche archeologische site op Kreta, beroemd om zijn paleiscomplex en de associatie met de mythe van Koning Minos en de Minotaurus. |
| Arthur Evans | Brits archeoloog die de Minoïsche beschaving ontdekte en de site van Knossos opgroef en restaureerde. |
| Minos Kalokairinos | Een Kretaanse handelaar die de eerste opgravingen in Knossos uitvoerde, wat leidde tot de latere ontdekkingen van Arthur Evans. |
| Minotaurus | Een mythisch wezen, half mens en half stier, dat in de Kretaanse mythologie leefde in het Labyrint in Knossos. |
| Theseus | Een held uit de Griekse mythologie die bekend staat om het verslaan van de Minotaurus en het ontsnappen uit het Labyrint. |
| Daidalos | Een legendarische ambachtsman en uitvinder in de Griekse mythologie, bekend om het bouwen van het Labyrint en vleugels voor Ikaros. |
| Stratigrafie | De studie van de opeenvolging van aardlagen (strata), die helpt bij het dateren van archeologische vondsten en het reconstrueren van de geschiedenis van een site. |
| Chronologie | De wetenschap van het bepalen van de volgorde van gebeurtenissen in de tijd, cruciaal voor de datering van archeologische periodes en artefacten. |
| Pre-Paleisperiode | Een vroege fase in de Minoïsche beschaving, voorafgaand aan de bouw van de grote paleizen, gekenmerkt door nederzettingsontwikkeling. |
| Oude Paleisperiode | De periode waarin de eerste grote paleizen op Kreta werden gebouwd en floreerden, een belangrijk centrum van Minoïsche cultuur. |
| Nieuwe Paleisperiode | De latere bloeiperiode van de Minoïsche beschaving, na de wederopbouw van paleizen na vernietiging, gekenmerkt door verdere ontwikkeling en uitbreiding. |
| Post-Paleisperiode | De periode na de val van de grote paleizen, waarin de Minoïsche cultuur veranderde en beïnvloed werd door externe machten. |
| Paleis van Minos | Verwijst naar het paleiscomplex van Knossos, traditioneel geassocieerd met de legendarische koning Minos. |
| ‘’Royal Road’’ | Een brede, monumentale weg in Knossos die verschillende delen van het paleiscomplex verbond en mogelijk een ceremoniële functie had. |
| ‘’Piano nobile’’ | De "nobele verdieping" in een Italiaans palazzo of een ander gebouw, meestal de hoofdverdieping met de belangrijkste ontvangstruimtes en appartementen. |
| ‘’Temple Repositories’’ | Specifieke opslagruimtes binnen Minoïsche paleizen, zoals in Knossos, waar belangrijke artefacten en religieuze objecten werden bewaard. |
| ‘’Pier-and-Door partition’’ | Een architectonisch kenmerk in Minoïsche paleizen, bestaande uit een serie pilaren en deuren die ruimtes verdeelden en visuele effecten creëerden. |
| Malia | Een belangrijke Minoïsche archeologische site op Kreta, bekend om zijn paleiscomplex en archeologische vondsten. |
| Kato Zakro | Een Minoïsche archeologische site op Kreta, bekend om zijn paleis en de vondst van belangrijke artefacten, waaronder bronzen voorwerpen. |
| Phaistos | Een Minoïsche archeologische site op Kreta, beroemd om zijn paleiscomplex en de vondst van de Discus van Phaistos. |
| Palaikastro | Een Minoïsche nederzetting en archeologische site op Kreta, bekend om de vondst van de Palaikastro Kouros. |
| Kouros van Palaikastro | Een beroemd beeldhouwwerk uit de late Minoïsche periode, gemaakt van ivoor en goud, gevonden in Palaikastro. |
| Chryselephantine techniek | Een techniek in de antieke beeldhouwkunst waarbij goud en ivoor werden gebruikt om beelden te creëren. |
| LM IB (Late Minoan IB) | Een chronologische aanduiding binnen de Late Minoïsche periode, die een specifieke culturele en artistieke fase op Kreta vertegenwoordigt. |
| Discus van Phaistos | Een uniek en onopgelost archeologisch artefact, een schijf van gebakken klei met spiraalvormige inscripties, gevonden in Phaistos. |
| Lineair A | Een schrift dat werd gebruikt door de Minoïsche beschaving op Kreta, waarvan de betekenis nog grotendeels onbekend is. |
| MM IB (Middle Minoan IB) | Een chronologische aanduiding binnen de Midden-Minoïsche periode, een fase van culturele ontwikkeling op Kreta. |
| Lineair B | Een schrift dat werd gebruikt door de Myceense beschaving, een vroege vorm van het Grieks, dat ontcijferd is. |
| Myceens | Een beschaving die bloeide op het Griekse vasteland tijdens de Bronstijd, gekenmerkt door zijn paleizen, lineair B schrift en militaire focus. |
| LM II-LM IIIA1 | Chronologische aanduidingen binnen de Late Minoïsche periode, die de overgang en interactie tussen de Minoïsche en Myceense culturen markeren. |
| Syllaben | De basiseenheden van klank in gesproken taal, gebruikt in schriftssystemen zoals Lineair B om woorden te vormen. |
| Ideogrammen | Tekens of symbolen die een heel woord, concept of idee vertegenwoordigen, gebruikt in schriften zoals Lineair B naast syllaben. |
| Zee stijl aardewerk | Een stijl van Minoïsche aardewerkkunst die mariene motieven, zoals octopussen en zeedieren, kenmerkt. |
| Stijgbeugel kan | Een type keramische vaas, waarschijnlijk gebruikt voor opslag of rituele doeleinden, met een karakteristieke vorm. |
| Akrotiri uitbarsting | De catastrofale vulkaanuitbarsting op het eiland Thera (Santorini) die de Minoïsche nederzetting Akrotiri bedekte met vulkanische as. |
| LM IA (Late Minoan IA) | Een vroege chronologische fase van de Late Minoïsche periode, voorafgaand aan de Akrotiri uitbarsting. |
| West House | Een belangrijke Minoïsche structuur gevonden op de archeologische site van Akrotiri, bekend om zijn goed bewaarde fresco's. |