Cover
立即免费开始 5 - Rendabiliteit.pptx
Summary
# Rendabiliteit van commerciële activiteiten
Hieronder volgt een gedetailleerd studiemateriaal over de rendabiliteit van commerciële activiteiten.
## 1. Rendabiliteit van commerciële activiteiten
Dit onderdeel analyseert de winstgevendheid die voortvloeit uit de kernactiviteiten van een onderneming, namelijk de verkoop van goederen of diensten, en beoogt het inzichtelijk maken van de efficiëntie van deze bedrijfsactiviteit.
### 1.1 Inleiding tot rendabiliteit
Rendabiliteit, oftewel winstgevendheid, duidt op het vermogen van een onderneming om winst te genereren uit haar operationele activiteiten en de inzet van haar investeringen. Het beoordelen van rendabiliteitsratio's stelt ons in staat te controleren of de commerciële activiteiten en investeringen voldoende winstgevend zijn.
Interesse in rendabiliteitsratio's wordt getoond door diverse stakeholders, waaronder aandeelhouders, klanten, management en personeel.
Het doel van het bestuderen van rendabiliteitsratio's is het evalueren van het resultaat van ondernemingsprestaties in verhouding tot de verkopen of de ingezette middelen. Dit biedt een relatieve evaluatie van de winstgevendheid en beantwoordt de vraag of de ingezette middelen voldoende rendement opleveren, wat essentieel is voor het voortbestaan van de onderneming op middellange termijn en de basis vormt voor haar succes.
Er worden drie hoofdtypen rendabiliteit onderscheiden:
* **Rendabiliteit van commerciële activiteiten (ROS):** Meet de winstgevendheid van de verkoop van goederen of het leveren van diensten. Het is een indicatie van de efficiëntie van de bedrijfsactiviteit.
* **Rendabiliteit van activa of investeringen (ROA):** Beoordeelt de winstgevendheid van de onderneming als geheel en is een indicatie van de efficiëntie van de inzet van activa.
* **Rendabiliteit van eigen vermogen (ROE):** Meet de winstgevendheid van het door de aandeelhouders geïnvesteerde vermogen.
Er is tevens een onderscheid te maken tussen bruto- en netto-maatstaven. Bruto-maatstaven worden berekend vóór niet-kaskosten (NKK) en niet-kasopbrengsten (NKO), terwijl netto-maatstaven deze wel meenemen.
### 1.2 Rendabiliteit van commerciële activiteiten
#### 1.2.1 Omschrijving
De rendabiliteit van commerciële activiteiten, ook wel bekend als de rendabiliteit van verkopen, verwijst naar de winstgevendheid van de recurrente bedrijfsactiviteiten van een onderneming. Dit resultaat wordt verkregen door recurrente bedrijfskosten af te trekken van recurrente bedrijfsopbrengsten. Binnen dit concept worden de brutoverkoopmarge en de nettoverkoopmarge onderscheiden.
#### 1.2.2 Brutoverkoopmarge
De brutoverkoopmarge meet de winstgevendheid van de verkopen zonder rekening te houden met niet-kaskosten van bedrijfsaard. Het geeft een indicatie van het bedrijfsresultaat dat overblijft uit verkopen nadat alle recurrente bedrijfskaskosten zijn terugverdiend.
**Formule voor brutoverkoopmarge:**
$$ \text{Brutoverkoopmarge (\%)} = \frac{\text{Recurrent bedrijfsresultaat vóór NKK van bedrijfsaard}}{\text{Verkopen}} \times 100\% $$
**Samenstelling brutoverkoopmarge:**
De brutoverkoopmarge wordt opgebouwd uit het recurrent bedrijfsresultaat vóór niet-kaskosten van bedrijfsaard, gedeeld door de verkopen.
#### 1.2.3 Nettoverkoopmarge
De nettoverkoopmarge meet de winstgevendheid van de verkopen waarbij rekening wordt gehouden met alle recurrente bedrijfskosten. Het geeft een indicatie van het bedrijfsresultaat dat overblijft uit verkopen nadat alle recurrente bedrijfskosten, inclusief niet-kaskosten, zijn terugverdiend.
**Formule voor nettoverkoopmarge:**
$$ \text{Nettoverkoopmarge (\%)} = \frac{\text{Recurrent bedrijfsresultaat na NKK van bedrijfsaard}}{\text{Verkopen}} \times 100\% $$
**Samenstelling nettoverkoopmarge:**
De nettoverkoopmarge wordt berekend op basis van het recurrent bedrijfsresultaat na niet-kaskosten van bedrijfsaard, gedeeld door de verkopen.
#### 1.2.4 Betekenis en interpretatie
Verkoopmarges geven inzicht in het resultaat dat overblijft uit verkopen nadat recurrente bedrijfs(kas)kosten zijn terugverdiend. Ze beantwoorden de vraag hoeveel bedrijfsresultaat er per 100 euro aan verkopen overblijft na aftrek van alle relevante kosten. Dit maakt het een indicator van de commerciële prestaties van een onderneming en meet de efficiëntie van het commerciële beleid, personeelsbeleid en productiebeleid.
* **Stijgende verkoopmarge:** Kan duiden op een toename van verkopen waarbij de bedrijfskosten minder snel stijgen of constant blijven, of op een daling van bedrijfskosten bij gelijkblijvende verkopen.
* **Dalende verkoopmarge:** Kan wijzen op een daling van verkopen waarbij de bedrijfskosten minder snel dalen of constant blijven, of op een stijging van bedrijfskosten bij gelijkblijvende verkopen.
Door de bruto- en nettoverkoopmarge samen te analyseren, wordt de evolutie van niet-kaskosten van bedrijfsaard zichtbaar. Indien het belang van NKK afneemt, zal bij een gelijkblijvende brutoverkoopmarge de nettoverkoopmarge stijgen.
> **Tip:** De brutoverkoopmarge is altijd groter dan of gelijk aan de nettoverkoopmarge, omdat niet-kaskosten bij de berekening van de nettoverkoopmarge worden meegeteld en bij de brutoverkoopmarge worden genegeerd.
**Opmerkingen bij de marges:**
* **Brutoverkoopmarge negatief:** Dit betekent dat de kaskosten de kasopbrengsten overstijgen (waarde van aankopen en lonen is groter dan de waarde van verkochte goederen). Dit kan de continuïteit van de onderneming in gevaar brengen en vereist kostenbeperking. Sectorspecifieke verschillen (lage marges/grote volumes vs. hoge marges/lage volumes) zijn hierbij van belang.
* **Nettoverkoopmarge:** Houdt rekening met investeringslasten zoals afschrijvingen. De vraag is of de verkoopopbrengsten voldoende zijn om zowel kaskosten als investeringslasten te dekken. Deze marge kan gemanipuleerd worden via afschrijvingstechnieken.
> **Voorbeeld:** Bij STUDIO 100 nv kan de brutoverkoopmarge bijvoorbeeld 11,34% bedragen. Dit betekent dat op elke 100 euro aan verkopen, er 11,34 euro overblijft van het recurrent bedrijfsresultaat nadat alle recurrente bedrijfskaskosten zijn terugverdiend, zonder rekening te houden met afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen.
---
# Rendabiliteit van investeringen
**2 Rendabiliteit van investeringen**
Deze sectie analyseert de winstgevendheid van de totale activa en investeringen van een onderneming, waarbij zowel de brutorendabiliteit van het totaal vermogen als de nettorendabiliteit van het totaal vermogen worden onderzocht om de efficiëntie van het ingezette kapitaal te beoordelen.
**2.1 Omschrijving van de rendabiliteit van investeringen**
De rendabiliteit van investeringen heeft betrekking op de winstgevendheid die wordt gegenereerd door de werkmiddelen en activa van een onderneming. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen bruto- en nettorendabiliteit, toegepast op zowel bedrijfsactiva als totale activa. De winstgevendheid van de totale activa omvat alle activiteiten van de onderneming. Deze analyse legt de nadruk op de actiefzijde van de balans en abstraheert van de financieringswijze en fiscale politiek van de onderneming. De rendabiliteit van het totaal vermogen wordt ook wel aangeduid als Return on Assets (ROA) of Return on Investments (ROI).
Bij de analyse van de rendabiliteit van investeringen worden correcties aangebracht voor financiële kosten van vreemd vermogen en belastingen.
**2.2 Brutorendabiliteit van het totaal vermogen**
De brutorendabiliteit van het totaal vermogen meet de winstgevendheid van het totale ingezette vermogen, zonder rekening te houden met financiële kosten van vreemd vermogen, belastingen, niet-kaskosten (NKK) en niet-kasopbrengsten (NKO).
* **Formule:**
$$ \text{Brutorendabiliteit totale activa (\%)} = \frac{\text{EBITDA}}{\text{Totale activa}} \times 100\% $$
Hierbij staat EBITDA voor Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortisation. Het vertegenwoordigt het resultaat vóór niet-kaskosten en niet-kasopbrengsten, vóór financiële kosten van vreemd vermogen en vóór belastingen.
* **Samenstelling:** De berekening omvat het operationeel resultaat vóór aftrek van afschrijvingen en waardeverminderingen (EBITDA), gedeeld door de totale activa.
**2.3 Nettorendabiliteit van het totaal vermogen**
De nettorendabiliteit van het totaal vermogen meet de winstgevendheid van het totale ingezette vermogen, waarbij rekening wordt gehouden met niet-kaskosten en niet-kasopbrengsten, maar zonder rekening te houden met financiële kosten van vreemd vermogen en belastingen.
* **Formule:**
$$ \text{Nettorendabiliteit totale activa (\%)} = \frac{\text{EBIT}}{\text{Totale activa}} \times 100\% $$
Hierbij staat EBIT voor Earnings Before Interest and Taxes. Het vertegenwoordigt het resultaat vóór financiële kosten van vreemd vermogen en vóór belastingen.
* **Samenstelling:** De berekening omvat het operationeel resultaat vóór aftrek van interesten (EBIT), gedeeld door de totale activa.
**2.4 Betekenis van de rendabiliteit van het totaal vermogen**
De rendabiliteit van het totaal vermogen geeft aan hoeveel (bruto of netto) totaal resultaat er wordt gerealiseerd per 100 euro geïnvesteerd vermogen. Het is een indicator van de globale prestaties van de onderneming.
Het verschil tussen de brutorendabiliteit en de nettorendabiliteit van het totaal vermogen wijst op het belang van niet-kaskosten en niet-kasopbrengsten binnen de onderneming.
**2.5 Opmerkingen over de rendabiliteit van het totaal vermogen**
* De rendabiliteit van het totaal vermogen houdt rekening met de winstgevendheid van alle ingezette werkmiddelen en de totale ondernemingsactiviteiten.
* Bij de berekening van de rendabiliteit van het totaal vermogen wordt het resultaat vóór financiële kosten van vreemd vermogen gebruikt, zodat de financiële structuur geen invloed heeft op de beoordeling van de rendabiliteit van het totaal vermogen.
* Ook wordt het resultaat vóór belastingen gebruikt, om te zorgen dat de fiscale regeling waaraan de onderneming onderhevig is, geen invloed uitoefent op de rendabiliteit van het totaal vermogen.
* Uitzonderlijke resultaten, die mogelijk grote maar eenmalige wijzigingen in de rendabiliteit veroorzaken, worden ook opgenomen in de berekening van de rendabiliteit van het totaal vermogen.
* Financiële elementen (geen interesten), zoals rendement uit financiële participaties, worden ook meegenomen in de berekening van de rendabiliteit van het totaal vermogen.
> **Tip:** Het is belangrijk om te beseffen dat de nettorendabiliteit niet altijd lager is dan de brutorendabiliteit. Dit kan voorkomen wanneer de niet-kasopbrengsten groter zijn dan de niet-kaskosten, wat echter een uitzonderlijke situatie is.
> **Voorbeeld:** Een bedrijf met veel immateriële activa kan hogere afschrijvingen hebben. Als de niet-kasopbrengsten, bijvoorbeeld uit de verkoop van activa, hoger uitvallen dan deze afschrijvingen, kan de nettorendabiliteit hoger zijn dan de brutorendabiliteit.
**2.6 Case STUDIO 100 nv: Brutorendabiliteit van totaal vermogen**
[Hier zou een concrete berekening en interpretatie voor STUDIO 100 nv staan, gebaseerd op de documentatie.]
**2.7 Case STUDIO 100 nv: Nettorendabiliteit van totaal vermogen**
[Hier zou een concrete berekening en interpretatie voor STUDIO 100 nv staan, gebaseerd op de documentatie.]
---
# Rendabiliteit van eigen vermogen
Dit onderdeel richt zich op de winstgevendheid die gegenereerd wordt uit het door aandeelhouders geïnvesteerde vermogen, met aandacht voor zowel de rendabiliteit vóór als na belastingen.
## 3.1 Omschrijving van de rendabiliteit van eigen vermogen
De rendabiliteit van het eigen vermogen (Return on Equity - ROE) relateert de winst of het verlies van het boekjaar aan het eigen vermogen van de onderneming. Het beoordeelt in hoeverre de onderneming in staat is om winst te genereren die de door de aandeelhouders genomen risico's vergoedt.
## 3.2 Formules voor de berekening van de rendabiliteit van eigen vermogen
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de rendabiliteit van het eigen vermogen vóór belastingen en na belastingen.
### 3.2.1 Rendabiliteit eigen vermogen vóór belastingen
Deze maatstaf kijkt naar het resultaat van het boekjaar vóór belastingen, gedeeld door het eigen vermogen.
$$ \text{Rendabiliteit EV vóór belastingen} (\%) = \frac{\text{Resultaat van het boekjaar vóór belastingen}}{\text{Eigen vermogen}} \times 100 \% $$
### 3.2.2 Rendabiliteit eigen vermogen na belastingen
Deze maatstaf, die doorgaans relevanter is voor aandeelhouders, kijkt naar het resultaat van het boekjaar na belastingen, gedeeld door het eigen vermogen.
$$ \text{Rendabiliteit EV na belastingen} (\%) = \frac{\text{Resultaat van het boekjaar na belastingen}}{\text{Eigen vermogen}} \times 100 \% $$
> **Tip:** De rendabiliteit van het eigen vermogen na belastingen is de meest directe indicator voor aandeelhouders, omdat dit het daadwerkelijke rendement op hun investering weergeeft nadat alle kosten, inclusief belastingen, zijn verrekend.
## 3.3 Samenstelling en betekenis van de rendabiliteit van eigen vermogen
De rendabiliteit van het eigen vermogen geeft antwoord op de vraag welk rendement de aandeelhouders behalen op hun geïnvesteerde vermogen. Idealiter zou dit rendement hoger moeten zijn dan de risicovrije rentevoet, aangevuld met een risicopremie die de inherente risico's van de onderneming weerspiegelt.
* **Betekenis:** Genereert de onderneming voldoende middelen om de aandeelhouders te vergoeden voor het risico dat zij lopen?
* **Vergelijking:** Het rendement zou minimaal gelijk moeten zijn aan de risicovrije rentevoet plus een risicopremie die afhankelijk is van de specifieke onderneming.
### 3.3.1 Belang van negatief eigen vermogen
Het is theoretisch mogelijk dat het eigen vermogen negatief wordt wanneer de overgedragen verliezen groter zijn dan de som van ingebracht kapitaal, reserves en overgedragen winsten. Dit is een alarmsignaal dat de voortzetting van de onderneming in gevaar kan brengen.
### 3.3.2 Brutorendabiliteit van eigen vermogen
Naast de netto rendabiliteit van het eigen vermogen, kan ook een brutorendabiliteit worden berekend. Deze houdt enkel rekening met kaskosten en kasopbrengsten, en geeft een indicatie van de potentiële operationele cashflow die het eigen vermogen genereert.
## 3.4 Opmerkingen bij de rendabiliteit van eigen vermogen
* De berekende rendabiliteit van het eigen vermogen is de nettorendabiliteit, die rekening houdt met alle kosten en opbrengsten.
* Hoewel een positief rendement wenselijk is, dient dit voorzichtig geïnterpreteerd te worden, vooral in gevallen van een negatief eigen vermogen.
* De rendabiliteit van het eigen vermogen wordt sterk beïnvloed door de winstgevendheid van de onderneming. Een stijging in de winst zal doorgaans een positief effect hebben op de ROE, zeker wanneer het eigen vermogen relatief stabiel blijft of beperkt groeit.
## 3.5 Voorbeeld: Rendabiliteit eigen vermogen STUDIO 100 nv
**Voorbeeld:**
* Rendabiliteit EV na belastingen: 19,30%
* Sectorgegevens (mediaan): 18,95%
Deze cijfers suggereren dat STUDIO 100 nv, ondanks een iets hogere rendabiliteit dan de sector mediaan, solide presteert op het gebied van het rendement voor haar aandeelhouders. De rendabiliteit vóór belastingen (26,44%) toont aan dat de belastingdruk een significante impact heeft op het uiteindelijke rendement voor de aandeelhouders.
> **Tip:** Vergelijk de berekende rendabiliteit van het eigen vermogen altijd met die van concurrenten in dezelfde sector en met historische gegevens van de onderneming zelf om een correcte inschatting te maken van de prestaties.
---
# Studieleidraad en oefeningen
Dit gedeelte biedt een overzicht van de leerdoelen, te beheersen concepten en oefenmogelijkheden met betrekking tot rendabiliteitsratio's, met verwijzingen naar het handboek.
### 4.1 Wat ga je leren?
De kern van dit onderwerp draait om het begrijpen en toepassen van rendabiliteitsratio's. Je zult leren om:
* De functie en het doel van rendabiliteitsratio's te beoordelen.
* Een specifieke financiële ratio te omschrijven.
* De formule voor de berekening van een bepaalde financiële ratio te kennen.
* De concrete betekenis van een berekende financiële ratio te interpreteren.
* De mogelijke waarden die een financiële ratio kan aannemen te begrijpen.
* Te bepalen voor welke waarden een gunstige of ongunstige financiële situatie bestaat.
Deze vaardigheden worden toegepast op de volgende rendabiliteitsratio's:
* Rendabiliteit van verkopen: brutoverkoopmarge en nettoverkoopmarge.
* Rendabiliteit van totaal actief: brutorendabiliteit van totaal vermogen en nettorendabiliteit van totaal vermogen.
* Rendabiliteit van eigen vermogen: rendabiliteit van eigen vermogen vóór en na belastingen.
### 4.2 Inleiding tot rendabiliteit
Rendabiliteit, ook wel winstgevendheid genoemd, duidt op het vermogen van een onderneming om winst te genereren uit haar activiteiten en de inzet van haar investeringen. Het beoordeelt of commerciële activiteiten en investeringen voldoende winstgevend zijn. Verschillende stakeholders, zoals aandeelhouders, klanten, management en personeel, zijn geïnteresseerd in de rendabiliteit van een onderneming.
**Doelstelling:** Het bestuderen van het resultaat uit ondernemingsprestaties in verhouding tot verkopen of ingezette middelen, wat een relatieve evaluatie van winstgevendheid mogelijk maakt. Dit is cruciaal om te bepalen of ingezette middelen voldoende rendement opleveren en om het voortbestaan van de onderneming op middellange termijn te waarborgen.
Er zijn drie hoofdtypen rendabiliteit:
1. **Rendabiliteit van commerciële activiteiten (ROS - Return on Sales):** Meet de winstgevendheid van de verkopen van goederen of het leveren van diensten. Het geeft een indicatie van de efficiëntie van de bedrijfsactiviteit.
2. **Rendabiliteit van activa of investeringen (ROA - Return on Assets):** Beoordeelt de winstgevendheid van de onderneming als geheel en geeft een indicatie van de efficiëntie in de inzet van activa.
3. **Rendabiliteit van eigen vermogen (ROE - Return on Equity):** Meet de winstgevendheid van het door de aandeelhouders geïnvesteerde vermogen.
**Onderscheid tussen bruto en netto:**
* **Bruto:** Winst vóór niet-kaskosten (NKK) en niet-kasopbrengsten (NKO).
* **Netto:** Winst na niet-kaskosten (NKK) en niet-kasopbrengsten (NKO).
> **Tip:** Rendabiliteitsratio's zijn verhoudingen (teller/noemer) en worden vaak uitgedrukt als een percentage. Een hogere ratio duidt in de meeste gevallen op een betere prestatie, maar het is essentieel om deze te vergelijken met historische gegevens, concurrenten of sectorgemiddelden.
### 4.3 Rendabiliteit van commerciële activiteiten (ROS)
De rendabiliteit van commerciële activiteiten, of rendabiliteit van verkopen, duidt op de winstgevendheid van de recurrente bedrijfsactiviteiten van een onderneming. Dit omvat het resultaat uit recurrente bedrijfsopbrengsten min recurrente bedrijfskosten.
#### 4.3.1 Omschrijving
* **Brutoverkoopmarge:** Verwijst naar de winstgevendheid van verkopen zonder rekening te houden met niet-kaskosten van bedrijfsaard. Het geeft een indicatie van het bedrijfsresultaat dat overblijft uit verkopen nadat alle recurrente bedrijfskaskosten zijn terugverdiend.
* **Nettoverkoopmarge:** Verwijst naar de winstgevendheid van verkopen waarbij rekening wordt gehouden met alle recurrente bedrijfskosten. Het geeft een indicatie van het bedrijfsresultaat dat overblijft uit verkopen nadat alle recurrente bedrijfskosten zijn terugverdiend.
> **Tip:** De brutoverkoopmarge is altijd groter dan of gelijk aan de nettoverkoopmarge.
#### 4.3.2 Formule
* **Brutoverkoopmarge (%)**:
$$ \text{Brutoverkoopmarge} = \frac{\text{Recurrent bedrijfsresultaat vóór NKK van bedrijfsaard}}{\text{Verkopen}} \times 100\% $$
* **Nettoverkoopmarge (%)**:
$$ \text{Nettoverkoopmarge} = \frac{\text{Recurrent bedrijfsresultaat na NKK van bedrijfsaard}}{\text{Verkopen}} \times 100\% $$
#### 4.3.3 Betekenis en interpretatie
Verkoopmarges geven aan welk bedrijfsresultaat er overblijft op elke 100 euro aan verkopen nadat de recurrente bedrijfs(kas)kosten zijn terugverdiend. Ze zijn een indicator van de commerciële prestaties van een onderneming en meten de efficiëntie van het commerciële beleid, personeelsbeleid en productiebeleid.
* **Stijgende verkoopmarge kan wijzen op:**
* Toename van verkopen waarbij bedrijfskosten minder snel stijgen of constant blijven.
* Daling van bedrijfskosten bij gelijkblijvende verkopen.
* **Dalende verkoopmarge kan wijzen op:**
* Daling van verkopen waarbij bedrijfskosten minder snel dalen of constant blijven.
* Stijging van bedrijfskosten bij gelijkblijvende verkopen.
Door de bruto- en nettoverkoopmarge samen te bekijken, wordt de evolutie van de niet-kaskosten van bedrijfsaard zichtbaar. Als het belang van NKK afneemt (toeneemt), zal bij een gelijkblijvende brutoverkoopmarge de nettoverkoopmarge stijgen (dalen).
#### 4.3.4 Opmerkingen
* **Brutoverkoopmarge:** Indien negatief, betekent dit dat de kaskosten hoger zijn dan de kasopbrengsten (waardoor de waarde van aankopen, lonen, etc. hoger is dan de waarde van verkochte goederen). Dit kan de continuïteit van de onderneming in gevaar brengen en noodzaakt kostenbeperking. Sectorverschillen zijn hierbij belangrijk (bijvoorbeeld lage marges en grote volumes in distributie versus hoge marges en lage volumes in scheepsbouw).
* **Nettoverkoopmarge:** Houdt rekening met investeringslasten zoals afschrijvingen. Het toont of de verkoopopbrengsten voldoende zijn om niet alleen kaskosten te dekken, maar ook investeringslasten. Deze ratio kan gemanipuleerd worden via niet-kaskosten (NKK) zoals afschrijvingstechnieken.
### 4.4 Rendabiliteit van investeringen (ROA/ROI)
De rendabiliteit van investeringen duidt op de winstgevendheid van de werkmiddelen en activa van een onderneming. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de bruto- en nettorendabiliteit van de bedrijfsactiva en de totale activa. De rendabiliteit van de totale activa houdt rekening met het geheel van de ondernemingsactiviteiten. Deze ratio's worden ook wel Return on Assets (ROA) of Return on Investments (ROI) genoemd.
> **Tip:** Bij de rendabiliteit van totaal vermogen wordt abstractie gemaakt van de financieringswijze van de onderneming en de fiscale politiek, omdat de focus ligt op de actiefzijde van de balans.
#### 4.4.1 Omschrijving
* **Brutorendabiliteit van totaal vermogen:** Meet de winstgevendheid van het totaal ingezette vermogen, zonder rekening te houden met financiële kosten van vreemd vermogen, belastingen, NKK en NKO.
* **Nettorendabiliteit van totaal vermogen:** Meet de winstgevendheid van het totaal ingezette vermogen, zonder rekening te houden met financiële kosten van vreemd vermogen en belastingen, maar wel rekening houdend met NKK en NKO.
> **Tip:** De brutorendabiliteit van totaal vermogen is niet altijd groter dan de nettorendabiliteit. De nettorendabiliteit kan groter zijn wanneer niet-kasopbrengsten (NKO) groter zijn dan niet-kaskosten (NKK), wat uitzonderlijk is maar mogelijk.
#### 4.4.2 Formule
* **Brutorendabiliteit totale activa (%)**: Dit is gelijk aan EBITDA gedeeld door de totale activa. Het resultaat is vóór niet-kaskosten (NKK), niet-kasopbrengsten (NKO), financiële kosten van vreemd vermogen en belastingen.
$$ \text{Brutorendabiliteit totale activa} = \frac{\text{Resultaat vóór NKK en NKO vóór financiële kosten vreemd vermogen vóór belastingen}}{\text{Totale activa}} \times 100\% $$
Dit wordt ook wel berekend als:
$$ \text{Brutorendabiliteit totale activa} = \frac{\text{EBITDA}}{\text{Totale activa}} \times 100\% $$
* **Nettorendabiliteit totale activa (%)**: Dit is gelijk aan EBIT gedeeld door de totale activa. Het resultaat is vóór financiële kosten van vreemd vermogen en vóór belastingen.
$$ \text{Nettorendabiliteit totale activa} = \frac{\text{Resultaat vóór financiële kosten vreemd vermogen vóór belastingen}}{\text{Totale activa}} \times 100\% $$
Dit wordt ook wel berekend als:
$$ \text{Nettorendabiliteit totale activa} = \frac{\text{EBIT}}{\text{Totale activa}} \times 100\% $$
#### 4.4.3 Betekenis en interpretatie
Deze ratio's beantwoorden de vraag hoeveel bruto- of nettoresultaat er wordt gerealiseerd per 100 euro aan geïnvesteerd vermogen. Ze zijn een indicator van de globale prestaties van de onderneming.
* Het verschil tussen de brutorendabiliteit en nettorendabiliteit wijst op het belang van niet-kaskosten en niet-kasopbrengsten.
* De rendabiliteit van totaal vermogen houdt rekening met de winstgevendheid van alle ingezette werkmiddelen en de gehele ondernemingsactiviteiten.
* Het resultaat vóór financiële kosten van vreemd vermogen (bij de nettorendabiliteit) zorgt ervoor dat de financiële structuur geen invloed heeft op de rendabiliteit van het totaal vermogen.
* Het resultaat vóór belastingen (bij beide ratio's) zorgt ervoor dat de fiscale regeling waaraan de onderneming onderhevig is, geen invloed uitoefent op de rendabiliteit van het totaal vermogen.
* Bij de berekening van de rendabiliteit van totaal vermogen worden ook uitzonderlijke resultaten opgenomen, wat kan leiden tot grote maar eenmalige wijzigingen in de rendabiliteit.
* Financiële elementen die geen interesten zijn (zoals rendement uit financiële participaties) worden ook meegenomen.
### 4.5 Rendabiliteit van eigen vermogen (ROE)
De rendabiliteit van het eigen vermogen relateert de winst of het verlies van het boekjaar aan het eigen vermogen. Deze ratio wordt ook wel Return on Equity (ROE) genoemd.
#### 4.5.1 Formule
* **Rendabiliteit EV vóór belastingen (%)**:
$$ \text{Rendabiliteit EV vóór belastingen} = \frac{\text{Resultaat van het boekjaar vóór belastingen}}{\text{Eigen vermogen}} \times 100\% $$
* **Rendabiliteit EV na belastingen (%)**: Dit is de meest relevante maatstaf voor aandeelhouders.
$$ \text{Rendabiliteit EV na belastingen} = \frac{\text{Resultaat van het boekjaar na belastingen}}{\text{Eigen vermogen}} \times 100\% $$
#### 4.5.2 Betekenis en interpretatie
Deze ratio's beantwoorden de vraag wat het rendement is van het door aandeelhouders geïnvesteerde vermogen. Ze geven aan of de onderneming voldoende middelen genereert om aandeelhouders te vergoeden voor het genomen risico.
* Het rendement op eigen vermogen zou idealiter hoger moeten zijn dan het rendement op een risicovrije investering.
* De rendabiliteit van het eigen vermogen moet minimaal gelijk zijn aan de risicovrije rentevoet plus een risicopremie.
* Hoewel een positief rendement wenselijk is, moet een positief rendement bij een negatief eigen vermogen voorzichtig worden geïnterpreteerd.
* De berekende rendabiliteit van het eigen vermogen is meestal de nettorendabiliteit, rekening houdend met alle kosten en opbrengsten. Een brutorendabiliteit van eigen vermogen kan ook berekend worden, waarbij enkel rekening wordt gehouden met kaskosten en kasopbrengsten (potentiële operationele cashflow).
> **Tip:** Het eigen vermogen kan theoretisch negatief worden als de overgedragen verliezen groter zijn dan het ingebrachte kapitaal en reserves. Dit is een alarmsignaal.
### 4.6 Oefenmogelijkheden
Om de leerstof te beheersen, moet je in staat zijn om:
* Rendabiliteitsratio's in je eigen woorden te omschrijven.
* De formules voor de berekening van de belangrijkste rendabiliteitsratio's toe te passen.
* Deze ratio's te berekenen op basis van een jaarrekening.
* De concrete betekenis van de berekende ratio's te interpreteren en te duiden in termen van gunstige of ongunstige financiële situaties.
De volgende oefeningen worden aanbevolen:
* **Bereken en bespreek de volgende financiële ratio's voor het laatst bekende boekjaar (bv. 2024) van STUDIO 100 nv:**
* Brutoverkoopmarge
* Nettoverkoopmarge
* Brutorendabiliteit van totaal vermogen
* Nettorendabiliteit van totaal vermogen
* Rendabiliteit van eigen vermogen vóór en na belastingen
### 4.7 Verwijzingen in het handboek
De relevante stof kan worden teruggevonden in het handboek 'Analyseer de cijfers van een onderneming':
* **Hoofdstuk 5: Analyse van de ondernemingsprestaties**, pagina's 111 tot 136.
Specifieke secties die **niet** te kennen zijn, omvatten:
* 5.3.2. Rendabiliteit van de bedrijfsactiva
* 5.6. Toegevoegde waarde
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Rendabiliteit | De mogelijkheid van een onderneming om winst te genereren uit haar activiteiten en inzet van investeringen. Het beoordeelt of commerciële activiteiten en investeringen voldoende winstgevend zijn. |
| Brutoverkoopmarge | Een maatstaf die de winstgevendheid van verkopen weergeeft vóór aftrek van niet-kaskosten van bedrijfsaard. Het toont het bedrijfsresultaat dat overblijft uit verkopen nadat alle recurrente bedrijfskasstromen zijn terugverdiend. |
| Nettoverkoopmarge | Een maatstaf die de winstgevendheid van verkopen weergeeft na aftrek van alle recurrente bedrijfskosten, inclusief niet-kaskosten van bedrijfsaard. Het toont het bedrijfsresultaat dat overblijft uit verkopen nadat alle recurrente bedrijfskosten zijn terugverdiend. |
| Brutorendabiliteit van totaal vermogen | Geeft de winstgevendheid weer van het totale ingezette vermogen, zonder rekening te houden met financiële kosten van vreemd vermogen, belastingen, niet-kaskosten (NKK) en niet-kasopbrengsten (NKO). Het wordt ook wel Return on Assets (ROA) of Return on Investments (ROI) genoemd. |
| Nettorendabiliteit van totaal vermogen | Geeft de winstgevendheid weer van het totale ingezette vermogen, rekening houdend met niet-kaskosten (NKK) en niet-kasopbrengsten (NKO), maar exclusief financiële kosten van vreemd vermogen en belastingen. |
| Rendabiliteit van eigen vermogen | Meet de winstgevendheid van het door aandeelhouders geïnvesteerde vermogen. Het wordt ook wel Return on Equity (ROE) genoemd en meet hoeveel winst wordt gegenereerd per euro eigen vermogen. |
| Niet-kaskosten (NKK) | Kosten die wel in de boekhouding worden opgenomen, maar geen directe uitstroom van geld veroorzaken, zoals afschrijvingen en voorzieningen. |
| Niet-kasopbrengsten (NKO) | Opbrengsten die wel in de boekhouding worden opgenomen, maar geen directe instroom van geld vertegenwoordigen, zoals winst op de verkoop van activa. |
| Recurrente bedrijfsactiviteiten | De normale, dagelijkse operationele activiteiten van een onderneming die herhaaldelijk plaatsvinden. |
| Resultaat van het boekjaar vóór belastingen | Het totale winstbedrag van een onderneming in een boekjaar, alvorens de verschuldigde belastingen hierop in mindering zijn gebracht. |
| Resultaat van het boekjaar na belastingen | Het uiteindelijke nettowinstbedrag van een onderneming na aftrek van alle verschuldigde belastingen over het boekjaar. |
| Eigen vermogen | Het deel van de activa van een onderneming dat gefinancierd is door de eigenaren of aandeelhouders. Dit omvat ingebracht kapitaal, reserves en ingehouden winsten. |
| EBIT (Earnings Before Interest and Taxes) | Winst voor aftrek van rente en belastingen. |
| EBITDA (Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation, and Amortization) | Winst voor aftrek van rente, belastingen, afschrijvingen en amortisatie. |