Cover
立即免费开始 13dgkbmw_Annelida.pdf
Summary
# Diagnose en morfologie van Annelida
Dit deel behandelt de kenmerken die essentieel zijn voor de diagnose van Annelida, met een sterke focus op hun morfologische eigenschappen zoals het gesegmenteerde lichaam en de aanwezigheid van setae.
### 1.1 Algemene kenmerken van Annelida
De diagnose van Annelida is gebaseerd op een reeks kenmerkende morfologische en fysiologische eigenschappen [10](#page=10) [11](#page=11) [13](#page=13) [16](#page=16) [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29) [3](#page=3) [4](#page=4) [5](#page=5) [6](#page=6) [7](#page=7) [8](#page=8) [9](#page=9).
#### 1.1.1 Morfologische kenmerken
* **Gesegmenteerd lichaam:** Het lichaam van Annelida is duidelijk gesegmenteerd, zowel extern als intern. Deze segmentatie, ook wel metamerie genoemd, is een van de meest bepalende kenmerken [10](#page=10) [11](#page=11) [13](#page=13) [16](#page=16) [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29) [3](#page=3) [4](#page=4) [5](#page=5) [6](#page=6) [7](#page=7) [8](#page=8) [9](#page=9).
* **Huid bedekt met een dunne cuticula:** De buitenste laag van het lichaam is een huid die bedekt is met een dunne, flexibele cuticula [10](#page=10) [11](#page=11) [13](#page=13) [16](#page=16) [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29) [5](#page=5) [6](#page=6) [7](#page=7) [8](#page=8) [9](#page=9).
* **Setae:** Veel Anneliden bezitten setae, dit zijn borstelachtige uitsteeksels die helpen bij de voortbeweging. De aanwezigheid en het aantal setae variëren sterk tussen de verschillende klassen [10](#page=10) [11](#page=11) [13](#page=13) [16](#page=16) [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29) [5](#page=5) [6](#page=6) [7](#page=7) [8](#page=8) [9](#page=9).
* **Coeloomholte:** Anneliden hebben een goed ontwikkeld coeloom, een secundaire lichaamsholte die gevuld is met coeloomvocht. Dit coeloom vocht functioneert als een hydrostatisch skelet en speelt een cruciale rol bij de voortbeweging. Bij sommige groepen, zoals Hirudinea, is het coeloom gereduceerd [16](#page=16) [31](#page=31) [35](#page=35) [36](#page=36) [3](#page=3) [4](#page=4).
* **Spieren:** Het lichaam is voorzien van circulaire en overlangse spieren die in combinatie met het coeloomvocht voortbeweging mogelijk maken [13](#page=13) [16](#page=16).
#### 1.1.2 Fysiologische en andere kenmerken
* **Volledig spijsverteringskanaal:** Anneliden bezitten een volledig spijsverteringskanaal met een mond en een anus. De aanwezigheid van een typhlosolis, een dorsale instulping van de darmwand, komt vaak voor en vergroot het absorptieoppervlak [10](#page=10) [11](#page=11) [13](#page=13) [16](#page=16) [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29) [6](#page=6) [7](#page=7) [8](#page=8) [9](#page=9).
* **Centraal zenuwstelsel:** Ze hebben een relatief eenvoudig centraal zenuwstelsel bestaande uit een hersenganglion (dorsaal van de oesophagus) en een ventrale zenuwstreng met parige ganglia in elk segment [10](#page=10) [11](#page=11) [13](#page=13) [16](#page=16) [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29) [7](#page=7) [8](#page=8) [9](#page=9).
* **Gasuitwisseling:** Gasuitwisseling vindt meestal plaats via de huid hoewel sommige groepen gespecialiseerde structuren hiervoor hebben ontwikkeld [10](#page=10) [11](#page=11) [13](#page=13) [16](#page=16) [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29) [8](#page=8) [9](#page=9).
* **Gesloten bloedvatenstelsel:** Anneliden hebben een gesloten bloedvatenstelsel, met uitzondering van de Hirudinea (bloedzuigers) [10](#page=10) [11](#page=11) [13](#page=13) [16](#page=16) [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29) [8](#page=8) [9](#page=9).
* **Excretiestelsel:** Het excretiestelsel bestaat uit protonephridia (met solenocyten) of metanephridia (met een nefrostoom) [10](#page=10) [11](#page=11).
* **Voortbeweging:** Voortbeweging gebeurt door kruipen of zwemmen, vaak met behulp van parapodia (bij Polychaeta) of door peristaltiek en golvingen van het lichaam [16](#page=16) [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29).
* **Voortplanting:** Voortplanting kan seksueel zijn (gescheiden geslachten of hermafrodiet, met interne of externe bevruchting) of soms aseksueel (knopvorming of deling). Hermafrodieten komen veel voor, zoals bij de Oligochaeta en Hirudinea [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29) [35](#page=35) [36](#page=36).
* **Ontwikkeling:** De ontwikkeling kan indirect zijn, via een trochoforalarve, of direct. De Hirudinea hebben geen vrije larve [26](#page=26) [29](#page=29) [35](#page=35).
### 1.2 Diversiteit en habitat
Anneliden zijn een diverse groep die wereldwijd voorkomt in mariene, zoetwater- en terrestrische habitats, met uitzondering van Antarctica. De grootte van volwassen dieren varieert van minder dan 1 millimeter tot meer dan 3 meter. Er zijn ongeveer 12.000 beschreven recente soorten [29](#page=29).
### 1.3 Belangrijke klassen binnen Annelida
De phylum Annelida wordt onderverdeeld in verschillende klassen, met specifieke kenmerken:
#### 1.3.1 Polychaeta (borstelwormen)
* Kenmerken: Goed ontwikkeld coeloom, segmenten met parapodia en setae, goed ontwikkeld prostomium [31](#page=31).
* Voortplanting: Meestal gescheiden geslachten [31](#page=31).
* Habitat: Bijna allemaal marien [31](#page=31).
#### 1.3.2 Hirudinea (bloedzuigers)
* Kenmerken: Gereduceerd coeloom, geen parapodia of setae, aanwezigheid van mond- en staartzuignappen [35](#page=35).
* Voortplanting: Hermafrodiet [35](#page=35).
* Ontwikkeling: Geen vrije larve [35](#page=35).
#### 1.3.3 Oligochaeta (aardwormen)
* Kenmerken: Goed ontwikkeld coeloom, geen parapodia, maar wel weinig setae, weinig ontwikkeld prostomium. Anatomische structuren zoals de spermatheca, vrouwelijke en mannelijke geslachtsopeningen, spermagroeve en clitellum zijn kenmerkend [36](#page=36).
* Voortplanting: Hermafrodiet [36](#page=36).
* Ontwikkeling: Directe ontwikkeling [36](#page=36).
* Habitat: Terrestrisch of zoetwaterbewonend [36](#page=36).
> **Tip:** Onthoud de specifieke kenmerken van elke klasse (Polychaeta, Hirudinea, Oligochaeta) met betrekking tot parapodia, setae, coeloom, prostomium en voortplantingswijze voor diagnose en classificatie.
> **Voorbeeld:** De aanwezigheid van parapodia en talrijke setae is een diagnostisch kenmerk voor Polychaeta, terwijl de afwezigheid hiervan en de aanwezigheid van zuignappen kenmerkend is voor Hirudinea.
---
# Fysiologie en voortbeweging bij Annelida
Dit onderwerp verkent de interne fysiologie en de mechanismen van voortbeweging bij Annelida, waarbij de nadruk ligt op hun gesegmenteerde structuur en hydrostatische skelet.
## 2. Fysiologie en voortbeweging bij Annelida
### 2.1 Fysiologische systemen
Annelida bezitten diverse geavanceerde fysiologische systemen die essentieel zijn voor hun overleving en voortbeweging.
#### 2.1.1 Spijsverteringskanaal
Ze beschikken over een **volledig spijsverteringskanaal** wat betekent dat het een mond- en een anusopening heeft. Sommige soorten vertonen een **typhlosolis** een dorsale instulping van de darmwand die het absorptieoppervlak vergroot [10](#page=10) [13](#page=13) [16](#page=16) [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29) [6](#page=6) [7](#page=7) [8](#page=8) [9](#page=9).
#### 2.1.2 Zenuwstelsel
Het zenuwstelsel van Annelida is **centraal** georganiseerd en bestaat uit **parige ganglia** met **ventrale zenuwen**. Aan de 'kopzijde' bevindt zich een **ganglion dorsaal van de oesophagus** dat als een soort hersenen fungeert [10](#page=10) [13](#page=13) [16](#page=16) [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29) [7](#page=7) [8](#page=8) [9](#page=9).
#### 2.1.3 Gasuitwisseling
Gasuitwisseling vindt voornamelijk plaats **door de huid** hoewel sommige soorten **speciale structuren** hiervoor hebben ontwikkeld [10](#page=10) [13](#page=13) [16](#page=16) [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29) [8](#page=8) [9](#page=9).
#### 2.1.4 Bloedvatenstelsel
De meeste Annelida hebben een **gesloten bloedvatenstelsel** met uitzondering van de Hirudinea (bloedzuigers) [10](#page=10) [13](#page=13) [16](#page=16) [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29) [8](#page=8) [9](#page=9).
#### 2.1.5 Excretie
Excretie vindt plaats via **protonephridia of metanephridia** [10](#page=10) [13](#page=13) [16](#page=16) [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29).
### 2.2 Voortbeweging
De voortbeweging bij Annelida is een complex proces dat afhankelijk is van de interactie tussen spieren en het coeloomvocht.
#### 2.2.1 Musculatuur
Het lichaam van Annelida bevat **circulaire en overlangse spieren** in elk segment [13](#page=13) [16](#page=16) [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29).
* **Samentrekking van circulaire spieren:** Wanneer de circulaire spieren in een segment samentrekken, wordt het segment dunner en langer [15](#page=15).
* **Samentrekking van overlangse spieren:** De samentrekking van de overlangse spieren maakt het segment korter en dikker.
#### 2.2.2 Het coeloom als hydrostatisch skelet
Het **coeloomvocht** speelt een cruciale rol door te functioneren als een **hydrostatisch skelet**. Dit betekent dat de druk van het coeloomvocht, in combinatie met de spiercontracties, zorgt voor vormverandering en beweging [16](#page=16) [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29).
> **Tip:** Denk aan een waterballon: door erop te drukken (spiercontractie) en de druk van het water (coeloomvocht) kun je de vorm veranderen.
#### 2.2.3 Voortbewegingsmethoden
De Annelida bewegen zich op verschillende manieren voort, waaronder:
* **Kruipend**: Dit gebeurt door afwisselende samentrekkingen van de overlangse en circulaire spieren, vaak in combinatie met setae (borstels) die grip bieden op de ondergrond [16](#page=16) [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29).
* **Zwemmend**: Sommige soorten zwemmen met behulp van parapodia (zijdelingse aanhangsels) of door golvende bewegingen van het lichaam [16](#page=16) [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29).
* **Peristaltiek**: Een golf van spiercontracties die zich door het lichaam voortplant, vergelijkbaar met de beweging van een rups [16](#page=16) [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29).
> **Voorbeeld:** Een regenworm kruipt door de bodem door de circulaire spieren in de voorste helft van zijn lichaam samen te trekken om het segment te verlengen en vooruit te bewegen, gevolgd door de samentrekking van de overlangse spieren om het achterste deel van het lichaam aan te trekken. Tegelijkertijd helpt het coeloomvocht bij het stabiliseren van de vorm tijdens deze manoeuvres.
---
# Voortplanting en ontwikkeling van Annelida
De voortplanting en ontwikkeling van Annelida vertonen een aanzienlijke variëteit, variërend van gescheiden geslachten tot hermafrodieten, met diverse bevruchtingsstrategieën en ontwikkelingswegen [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29).
### 3.1 Voortplanting bij Annelida
Annelida kunnen gescheiden geslachten hebben of hermafrodiet zijn. De bevruchting kan zowel intern als extern plaatsvinden, al dan niet na copulatie. In sommige gevallen komt ook aseksuele knopvorming of deling voor [19](#page=19) [26](#page=26) [29](#page=29).
#### 3.1.1 Hermafroditisme en Paring
Bij hermafrodiete Annelida, zoals de regenworm, vindt paring plaats waarbij de wormen naast elkaar liggen en met behulp van setae in elkaar verankerd zijn. De huid scheidt vervolgens een verhardend slijm af, en het clitellum scheidt ook verhardend slijm af dat een omhulling vormt. Een spermadruppel wordt in de spermagroeve geloosd, anaalwaarts vervoerd en opgenomen in de receptacula seminis (spermaopslagorganen) van de partner. Vreemd sperma wordt opgeslagen in de receptaculum seminis [20](#page=20) [21](#page=21) [22](#page=22).
#### 3.1.2 Eileg en Bevruchting
Na de paring scheidt het clitellum slijm af dat tot een gordel verhardt. Dit clitellum scheidt ook eiwitrijk vocht af. De verhardende slijmgordel verschuift rostraalwaarts en wordt gevuld met eigen eieren uit de vrouwelijke geslachtsopening (gonoporus) en vreemd sperma uit de receptacula. Wanneer de gordel over het prostomium glijdt, wordt een kokon gevormd [23](#page=23).
#### 3.1.3 Typen Bevruchting
De bevruchting bij regenwormen kan op verschillende manieren beschreven worden:
* Copulatie met interne bevruchting [25](#page=25).
* Spermatofoor met interne bevruchting [25](#page=25).
* Copulatie met externe bevruchting [25](#page=25).
> **Tip:** Begrijpen van de anatomische structuren zoals het clitellum, de spermagroeve en de receptacula seminis is cruciaal voor het begrijpen van de paring en eilege bij hermafrodiete Annelida.
### 3.2 Ontwikkeling bij Annelida
De ontwikkeling bij Annelida kan indirect verlopen, met een trochoforalarve, of direct [26](#page=26) [29](#page=29).
#### 3.2.1 De Trochoforalarve
De trochoforalarve is een vrijzwemmend stadium dat niet gesegmenteerd is. Kenmerkend is een trilharenkrans (prototroch) die de larve verdeelt in een hyposfeer en episfeer. De mond bevindt zich onder de prototroch, en de larve heeft een maag, darm en anus [27](#page=27).
#### 3.2.2 Metamorfose en Coeloomvorming
Tijdens de ontwikkeling vindt metamorfose plaats, waarbij ook het lichaam coeloom (lichaamsholte) wordt gevormd. Dit coeloom bevat organen zoals twee protonephridia, twee mesoteloblasten en spiercellen [27](#page=27).
> **Example:** Bij veel mariene polychaeten (een klasse binnen de Annelida) is de trochoforalarve een kenmerkend ontwikkelingsstadium voordat het volwassen, gesegmenteerde dier ontstaat [27](#page=27).
---
# Systematiek en diversiteit van Annelida
Het fylum Annelida, ook wel ringwormen genoemd, kenmerkt zich door een gesegmenteerd lichaam en vertoont een aanzienlijke diversiteit in habitat, grootte en levenswijze, onderverdeeld in de hoofdklassen Oligochaeta, Polychaeta en Hirudinea [29](#page=29).
### 4.1 Algemene kenmerken van Annelida
Annelida is een fylum met ongeveer 12.000 beschreven recente soorten, die wereldwijd voorkomen in mariene, zoetwater- en terrestrische habitats, met uitzondering van Antarctica. De grootte van volwassen dieren varieert van minder dan 1 millimeter tot meer dan 3 meter [29](#page=29).
#### 4.1.1 Diagnose
De diagnose van Annelida omvat de volgende kenmerken [29](#page=29):
* **Gesegmenteerd lichaam**: Het lichaam is duidelijk verdeeld in een reeks herhalende segmenten [29](#page=29).
* **Huid**: Bedekt met een dunne cuticula en vaak voorzien van setae [29](#page=29).
* **Spijsverteringskanaal**: Een volledig spijsverteringskanaal [29](#page=29).
* **Zenuwstelsel**: Een centraal zenuwstelsel met parige ganglia en ventrale zenuwen; een kopganglion bevindt zich dorsaal van de slokdarm [29](#page=29).
* **Gasuitwisseling**: Vindt plaats door de huid, hoewel speciale structuren soms aanwezig zijn [29](#page=29).
* **Bloedsomloop**: Een gesloten bloedvatenstelsel, met uitzondering van de Hirudinea [29](#page=29).
* **Excretie**: Protonephridia of metanephridia [29](#page=29).
* **Musculatuur**: Aanwezigheid van circulaire en overlangse spieren [29](#page=29).
* **Coeloom**: Het coeloom vocht functioneert als een hydrostatisch skelet [29](#page=29).
#### 4.1.2 Voortbeweging
Voortbeweging vindt plaats door kruipen, zwemmen (met behulp van parapodia) of door peristaltiek en golvende bewegingen [29](#page=29).
#### 4.1.3 Voortplanting en ontwikkeling
Annelida kan gescheiden geslachten hebben of hermafrodiet zijn. De bevruchting is intern of extern, al dan niet na copulatie. Aseksuele knopvorming of deling komt soms voor. De ontwikkeling is indirect, met een trochoforalarve, of direct [29](#page=29).
### 4.2 Systematiek van Annelida
Het fylum Annelida wordt traditioneel onderverdeeld in de volgende hoofdklassen [30](#page=30):
* **Classis Oligochaeta** [30](#page=30) [36](#page=36).
* **Classis Polychaeta** [30](#page=30) [31](#page=31).
* **Classis Hirudinea** [30](#page=30) [35](#page=35).
#### 4.2.1 Classis Polychaeta
Polychaeten zijn mariene wormen die gekenmerkt worden door een goed ontwikkeld coeloom, segmenten met parapodia en setae, en een goed ontwikkeld prostomium. Meestal hebben ze gescheiden geslachten [31](#page=31).
* **Habitat**: Bijna allemaal marien [31](#page=31).
* **Morfologie**: Kenmerkend zijn de parapodia (uitsteeksels aan de segmenten voor voortbeweging en gasuitwisseling) en setae (borstelachtige structuren) [31](#page=31).
* **Voortbeweging**: Variërend van vrij zwemmend (vaak predatoren) tot gravende vormen (detrituseters of substraateters) [17](#page=17).
#### 4.2.2 Classis Hirudinea (Bloedzuigers)
Hirudinea, of bloedzuigers, onderscheiden zich door een gereduceerd coeloom en de afwezigheid van parapodia en setae. Ze hebben mond- en staartzuignappen, zijn hermafrodiet en hebben geen vrije larve [35](#page=35).
* **Habitat**: Divers, inclusief zoetwater en terrestrische omgevingen [17](#page=17).
* **Fysiologie**: Gesloten bloedvatenstelsel ontbreekt [29](#page=29).
* **Medische relevantie**: Bloedzuigers behoren tot deze groep [1](#page=1).
#### 4.2.3 Classis Oligochaeta
Oligochaeten hebben een goed ontwikkeld coeloom, maar missen parapodia en hebben slechts weinig setae. Het prostomium is weinig ontwikkeld. Ze zijn hermafrodiet en kennen directe ontwikkeling [36](#page=36).
* **Habitat**: Meestal terrestrisch of zoetwaterbewonend [36](#page=36).
* **Voorbeelden**: Regenwormen behoren tot deze klasse.
* **Morfologie**: Kenmerkend is het gesegmenteerde lichaam met ventrale setae. Structuren zoals spermathecae, vrouwelijke en mannelijke geslachtsopeningen, spermagroeven en het clitellum zijn aanwezig [36](#page=36).
> **Tip:** Let bij het bestuderen van Annelida goed op de verschillen in de aanwezigheid van parapodia en setae, en de gradatie van het coeloom tussen de verschillende klassen, aangezien dit belangrijke diagnostische kenmerken zijn.
> **Example:** Een regenworm (Oligochaeta) kruipt door peristaltiek van spiercontracties langs zijn lichaam, waarbij het coeloom dient als hydrostatisch skelet. Een zeepier (Polychaeta) gebruikt zijn parapodia voor voortbeweging in het water of sediment. Een bloedzuiger (Hirudinea) hecht zich met zijn zuignappen vast en beweegt zich voort door een golvende beweging van zijn lichaam, waarbij de segmenten verkorten en verlengen [17](#page=17) [29](#page=29).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Annelida | Een fylum van wormachtige, ongewervelde dieren die gekenmerkt worden door een gesegmenteerd lichaam en een gesloten bloedvatenstelsel. Ze komen voor in mariene, zoetwater- en terrestrische habitats. |
| Gesegmenteerd lichaam | Het lichaam van het dier is opgedeeld in herhalende eenheden, genaamd segmenten. Deze segmentatie is een kenmerk van de Annelida en kan zichtbaar zijn aan de buitenkant en intern. |
| Coeloom | Een primaire lichaams- of celholte die zich ontwikkelt tijdens de embryonale ontwikkeling. Bij Annelida fungeert het coeloom vaak als een hydrostatisch skelet en speelt het een rol in de voortbeweging. |
| Cuticula | Een dunne, beschermende laag die de buitenkant van het lichaam bedekt bij veel ongewervelde dieren. Bij Annelida is deze laag vaak vochtig en helpt hij bij gasuitwisseling. |
| Setae | Kleine, borstelachtige structuren die uit het lichaam steken, vaak gebruikt voor voortbeweging door grip te bieden op het substraat. Ze komen in variërende aantallen voor bij verschillende Annelida. |
| Spijsverteringskanaal | Het systeem dat verantwoordelijk is voor de opname, vertering en uitscheiding van voedsel. Bij Annelida is dit kanaal doorgaans volledig, met een mond en een anus. |
| Typhlosolis | Een rugwaartse instulping van de darmwand in het spijsverteringskanaal van sommige ongewervelde dieren, zoals regenwormen. Dit vergroot het oppervlak voor absorptie van voedingsstoffen. |
| Centraal zenuwstelsel | Het besturingssysteem van het lichaam, bestaande uit een hersenknoop (ganglion) en een ventrale zenuwstreng. Bij Annelida is dit relatief eenvoudig, met parige ganglia in elk segment. |
| Ganglion | Een cluster van zenuwcellichamen die functioneert als een lokaal verwerkingscentrum voor zenuwsignalen. In Annelida zijn deze ganglia georganiseerd in het centrale zenuwstelsel. |
| Gasuitwisseling | Het proces van het uitwisselen van zuurstof en koolstofdioxide tussen het organisme en zijn omgeving. Bij Annelida vindt dit vaak plaats via de huid of gespecialiseerde structuren. |
| Gesloten bloedvatenstelsel | Een circulatiesysteem waarbij bloed altijd binnen een netwerk van bloedvaten stroomt. Dit is kenmerkend voor de meeste Annelida, behalve enkele uitzonderingen. |
| Protonephridia | Een type primitief excretiestelsel dat bestaat uit een netwerk van buisjes die eindigen in gespecialiseerde cellen (solenocyten of vlamcellen). Deze worden gebruikt voor osmoregulatie en uitscheiding. |
| Metanephridia | Een complexer type excretiestelsel dat bestaat uit een nierbuis die opent in het coeloom (met een nefrostoom) en naar buiten opent via een nephridiopore. Ze filteren afvalstoffen uit het coeloomvocht. |
| Hydrostatisch skelet | Een ondersteunende structuur gevormd door een inwendige vloeistof onder druk binnen een lichaamsholte. Bij Annelida helpt het coeloomvocht bij het handhaven van de lichaamsvorm en voortbeweging. |
| Parapodia | Laterale aanhangsels die voorkomen bij veel Polychaeta (Annelida). Ze zijn vaak gepaard, gearticuleerd en bevatten setae, en worden gebruikt voor voortbeweging en soms ademhaling. |
| Peristaltiek | Golvende samentrekkingen van spieren die worden gebruikt om inhoud door buisvormige organen, zoals de darm of een slokdarm, te transporteren. Bij Annelida wordt dit ook gebruikt voor voortbeweging. |
| Hermafrodiet | Een organisme dat zowel mannelijke als vrouwelijke voortplantingsorganen bezit. Veel Annelida zijn hermafrodieten en kunnen zowel sperma als eicellen produceren. |
| Clitellum | Een verdikte, zadelachtige band op het lichaam van sommige gesegmenteerde wormen, zoals regenwormen. Het produceert een slijmhuls die belangrijk is voor de voortplanting, waaronder de vorming van een cocon. |
| Trochoforalarve | Een karakteristieke, vrijzwemmende larvale vorm die voorkomt bij veel weekdieren en Annelida. Het is niet gesegmenteerd en heeft een duidelijke trilharenkrans. |