Cover
Börja nu gratis samenvatting examen sociale kaart.docx
Summary
# Asiel en migratie
Asiel en migratie is een cruciaal beleidsterrein dat zich bezighoudt met de procedures en instanties die betrokken zijn bij asielaanvragen en migratie, evenals de opvang en integratie van nieuwkomers.
## 1. Asiel en migratie
### 1.1 Personen in asielprocedure
Fedasil is het federale orgaan dat verantwoordelijk is voor de opvang van asielzoekers. Dit orgaan beheert een aantal opvangcentra, direct of via partners zoals het Rode Kruis. Fedasil biedt basisvoorzieningen zoals bed, bad en brood. Daarnaast zijn er gesloten centra voor personen die uitgeprocedeerd zijn.
Het Lokaal Opvanginitiatief (LOI) is een initiatief dat door de gemeente wordt beheerd, vaak in samenwerking met het OCMW. Deze initiatieven vallen onder de bevoegdheid van Fedasil en zijn doorgaans kleiner en bieden meer autonomie en privacy. LOI's kunnen ook opvang bieden aan niet-begeleide minderjarigen.
### 1.2 Integratie en inburgering
Integratie en inburgering zijn essentiële onderdelen van het migratiebeleid.
* **Contactpunten inburgering** bieden ondersteuning bij het inburgeringstraject, dat doorgaans bestaat uit:
* Nederlandse taalcursussen.
* Maatschappelijke oriëntatie.
* Werkgerelateerde trajecten zoals vrijwilligerswerk, stages en participatie- en netwerktrajecten.
* **Huizen van het Nederlands** coördineren de taalcursussen, hoewel ze zelf geen cursussen aanbieden.
* **Dienstverlening voor professionals**: Organisaties zoals LIGO en CVO bieden ondersteuning. De Dienst vreemdelingenrecht en internationaal familierecht richt zich op professionals en hulpverleners, en verstrekt geen individueel advies aan particulieren.
* **Sociale tolken en vertalers** worden voorzien door diverse instanties en lokale besturen.
### 1.3 Welzijnswerk
* **Eerstelijns welzijnswerk**:
* **Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW)**: Biedt ontmoeting, onthaal en begeleiding op verschillende gebieden, waaronder dak- en thuisloosheid, wonen, mentaal welzijn, kwetsbare gezinnen en jongeren, relationele problemen, intra-familiaal geweld, dader- en slachtofferschap, en precair verblijf.
* **OCMW (Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn)**:
* **Doelgroep**: Elk burger in de gemeente met welzijnsvragen. Het OCMW fungeert als sluitstuk van de sociale bescherming en streeft ernaar mensen een leven te laten leiden dat beantwoordt aan menselijke waardigheid.
* **Hulpverlening**: Biedt curatieve en preventieve hulp op materieel, sociaal, geneeskundig, sociaal-geneeskundig en psychologisch vlak. Dringende medische hulp kan ook geboden worden aan uitgewezen asielzoekers.
* **Decreet lokaal bestuur**: Grotendeels vervangen door dit decreet, dat een geïntegreerd beleid van OCMW en gemeente voorziet. De gemeenteraad wordt de Raad voor maatschappelijk welzijn en de burgemeester en schepenen vormen het vast bureau. Een uitzondering is het bijzonder comité voor de sociale dienst.
* **Individuele steun**: Het leefloon en aanvullende steun zijn gebaseerd op maatschappelijk onderzoek door een maatschappelijk assistent.
* **Decreet lokaal sociaal beleid**: Stimuleert de ontwikkeling van een inclusief en integraal lokaal sociaal beleid, gericht op het afstemmen van vraag en aanbod, toegankelijke sociale hulp en het tegengaan van onderbescherming.
### 1.4 Gezondheidszorg
De gezondheidszorg in België omvat verschillende aspecten:
* **Preventie**: Vaccinaties, beweging, zelfdodingspreventie, welzijn en preventieve tandzorg.
* **Curatieve zorg**: Behandeling van ziekten door middel van operaties, medicatie, etc.
* **Palliatieve zorg**: Gericht op het voorkomen of verlichten van lijden en comfortzorg.
**Toegang tot zorg**:
* **Stepped care model**: De huisarts is de centraleFiguur in het zorgcontinuüm.
* **Verplichte ziekteverzekering**: Zorgt voor terugbetaling door ziekenfondsen of hulpkassen, met een persoonlijke bijdrage of remgeld.
* **Gezondheidskloof**: Mensen met een lager inkomen stellen zorg uit, wat leidt tot een kortere levensverwachting.
**Organisatie van de gezondheidszorg**:
* **Zelfstandige zorgverstrekkers**: Vergoeding per prestatie volgens de nomenclatuur. Ze kunnen geconventioneerd of niet-geconventioneerd zijn.
* **Diensten en organisaties**:
* **Ziekenhuizen**: Met sociale diensten en ombudsdiensten.
* **Wijkgezondheidscentra**.
* **Diensten voor thuisverpleging**.
* **Ziekenfondsen**: Bieden begeleiding bij ziekte, handicap, ouderdom, thuiszorg en ondersteuning van mantelzorgers. Ze stellen ook de zorgbehoefte vast voor zorgbudgetten of tegemoetkomingen en fungeren als contactpunt voor personen met een beperking. Ze bieden ook psychosociale begeleiding bij verliesverwerking.
* **Geestelijke gezondheidszorg**:
* **Zelfstandig werkende zorgverstrekkers**: Psychologen, klinisch orthopedagogen, psychiaters en therapeuten (federaal).
* **Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG)** (Vlaamse overheid): Bieden ambulante diagnostiek, behandeling en begeleiding voor kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen, met multidisciplinaire teams. Ze organiseren ook preventieve activiteiten.
* **Psychiatrisch ziekenhuis**: Biedt residentiële (dag en nacht) medische, gespecialiseerde diagnostiek en behandeling voor kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen, zowel kortdurend als langdurend. Er is ook een polikliniek voor ambulante zorg.
* **PAAZ (Psychiatrische afdeling in een algemeen ziekenhuis)**: Richt zich op acute, crisis- en kortdurende diagnostiek en behandeling.
* **Psychiatrisch verzorgingstehuis**: Biedt residentiële woonvormen met continue verzorging en begeleiding voor volwassenen en ouderen met een gestabiliseerde langdurige psychiatrische problematiek.
* **Rehabilitatie**:
* **Beschut wonen**: Voor volwassenen (en ouderen) met een complexe en langdurige psychiatrische problematiek, waarbij begeleiding gekoppeld is aan huisvesting (individueel of in groep).
* **Dagactiviteitencentra**: Bieden ondersteuning, structuur voor de dag, ontmoeting, vrije tijdsinvulling, vorming en werk voor volwassenen (en ouderen) met een complexe en langdurige psychiatrische problematiek.
* **Artikel 107 (Ziekenhuiswet)**: Regelt de afbouw van bedden en de vermaatschappelijking van zorg, met de oprichting van zorgcircuits en zorgnetwerken voor continuïteit.
* **PANGG 0-18**: Centra met revalidatieovereenkomst die psychosociale revalidatie bieden.
* **Centra ambulante revalidatie**: Bieden revalidatie voor verslaafden, kinderpsychiatrische aandoeningen en vroegtijdige stoornissen in de interactie ouderen-kinderen. Ze helpen bij het terugwinnen van autonomie en het verminderen van beperkingen.
**Bevoegdheden**:
* **Federaal**: Acute zorg en beheer van ziekteverzekering.
* **Vlaanderen**: Kwaliteit, preventieve zorg, chronische zorg.
### 1.5 Onderwijs
Het onderwijs in Vlaanderen is georganiseerd rond drie onderwijsnetten:
* **Gemeenschapsonderwijs (GO!)**.
* **Officieel gesubsidieerd onderwijs** (door provincies, steden en gemeenten).
* **Vrij gesubsidieerd onderwijs** (waaronder het Katholiek onderwijs).
**Diensten voor kwetsbare groepen**:
* **Duaal leren**: Gericht op tweede en derde graad en op werkervaring.
* **Ligo (Centrum voor Basiseducatie)**: Biedt basisopleidingen aan volwassenen.
* **Volwassenonderwijs**: Ook wel bekend als tweedekansonderwijs.
* **OKAN (Onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers)**: Biedt specifieke ondersteuning aan nieuwkomers.
**Decreet leerlingenbegeleiding (17/04/2018)**: Heeft vier doelen:
1. De totale ontwikkeling van alle leerlingen bevorderen.
2. Het welbevinden van leerlingen verhogen.
3. Vroegtijdig schoolverlaten voorkomen.
4. Meer gelijke onderwijskansen creëren.
Het omvat vier domeinen: leren en studeren, preventieve gezondheidszorg (medisch schooltoezicht), schoolloopbaan, en psychisch en sociaal functioneren.
**Leersteendecreet (vanaf 01/09/2023)**:
* **Doel**: Bevordert de maximale ontplooiing, leerwinst, welbevinden, zelfredzaamheid en volwaardige participatie van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon onderwijs. Versterkt ook de competenties van leraren en schoolteams voor inclusieve praktijken.
* **Positief doel**: Inclusief onderwijs voor leerlingen met specifieke leerbehoeften (bv. leerstoornissen, lichte mentale beperking) in het gewoon onderwijs. De school past 'redelijke aanpassingen' toe als eerste fase van het zorgcontinuüm.
* **Centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB)**: Fungeert als poortwachter.
* **Leersteuncentra**: Beschikken over diverse expertise (onderwijskundig, handicap-specifiek, inclusie, coaching).
* **Handicap-specifieke expertise**: Behandelt verschillende types, waaronder type basisaanbod, type 2 (verstandelijke beperking), type 3 (emotionele of gedragsstoornis), type 4 (motorische beperking), type 6 (visuele beperking), type 7 (auditieve beperking en spraak- of taalstoornis), en type 9 (autismespectrumstoornis).
### 1.6 Jeugdhulp
**Kind en Gezin (Opgroeien)**:
* **Missie**: Bijdragen aan het welzijn van elk kind in Vlaanderen en Brussel, met aandacht voor kinderrechten en diversiteit.
* **Dienst- en hulpverlening**: Preventieve gezinsondersteuning, kinderopvang, adoptie.
* **Preventieve gezinsondersteuning**: Gericht op aanstaande ouders en gezinnen met kinderen tot 3 jaar, met extra aandacht voor maatschappelijk kwetsbare groepen. Kerntaak is medische, psychosociale en pedagogische preventie en ondersteuning. Dit is gratis, vrijwillig en vraaggericht.
* **Integrale jeugdhulp**:
* **Doelstellingen**: Krachtgericht werken, tijdige toegang, continuïteit, omgaan met verontrusting, crisishulp en participatie.
* **Doelgroep**: Minderjarigen, ouders, opvoedingsverantwoordelijken, leefomgeving, en voogden van niet-begeleide minderjarigen. Hulpverlening aan +18-jarigen is beperkt mogelijk tot 25 of 26 jaar.
* **Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (RTJ)**:
* **Brede Instap**: Het eerste aanspreekpunt voor alle hulpvragen, biedt informatie, kortdurende hulp en doorverwijzing indien nodig. CAW, JAC, inloopteams Kind en Gezin en CLB vallen hieronder.
* **Intensievere hulp**: Probleemgebonden hulp die meer gespecialiseerd is, zoals aanbod voor kinderen en jongeren met een beperking, CLB, CKG, Kind en Gezin, en voorzieningen bijzondere jeugdbijstand.
* **Niet rechtstreeks toegankelijke hulp (NRTH)**: Vereist akkoord en tussenkomst van de intersectorale toegangspoort. De hulp is gespecialiseerd en intensief. Aanvraag met een A-document door een hulpverlener, bij verontrusting over de ontwikkeling van een minderjarige, focus op alle gezinsleden, ernstige, langdurige en complexe problemen, of ernstig gevaar.
* **Mandaat van voorzieningen (GV)**: Ingezet als hulp vastloopt of niet aanvaard wordt. Vereist een M-document. Taken omvatten consultatie, onderzoek naar maatschappelijke noodzaak (MaNo), aanklampend werken, en opstarten van passende hulpverlening. Bij weigering of niet meewerken, kan doorverwijzing naar het jeugdparket volgen.
* **Gerechtelijke jeugdhulp**: De jeugdrechter legt hulp op wanneer een minderjarige de wet overtreedt, zich in een Veilig Opvoedingssituatie (VOS) bevindt en vrijwillige hulp niet mogelijk is, of in acute crisissituaties.
* De sociale dienst van de jeugdrechtbank speelt hierbij een belangrijke rol.
* Verschillende gerechtelijke jeugdhulpmaatregelen bestaan, waaronder crisisjeugdhulp, bemiddeling en cliëntoverleg.
### 1.7 Personen met een beperking
**Definitie**: Personen met langdurige fysieke, mentale, verstandelijke of zintuiglijke beperkingen die, in wisselwerking met diverse drempels, hun volledige, daadwerkelijke en op voet van gelijkheid met anderen participeren in de samenleving belemmeren. Dit is conform het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.
**Doelgroepen**: Personen met psychische problemen, leerstoornissen, verstandelijke beperkingen, fysieke of sensorische beperkingen (slechtzienden, rolstoelgebruikers, slechthorenden), en personen met een chronische of degeneratieve ziekte.
**Bevoegdheden**:
* **FOD Directie Generaal personen met handicap**: Beheert inkomen, parkeerkaarten en attesten.
* **Vlaams Agentschap voor personen met een handicap (VAPH)**: Verantwoordelijk voor zorg en ondersteuning. Het VAPH is geen directe dienstverlener maar subsidieert en komt tussen voor:
* Begeleiding en opvang.
* Hulpmiddelen en aanpassingen (via een refertelijst).
* Vergunnen van zorgaanbieders.
* Persoonsvolgende budgetten (PVB) en persoonlijk assistentiebudget (PAB).
**Aanvraag**: Belangrijk is de aanvraag vóór de leeftijd van 65 jaar.
**Ondersteuning**:
* **Definitie van langdurige participatieproblemen**: Oorsprong in het samenspel tussen functiestoornissen, beperkingen in activiteiten en persoonlijke/externe factoren.
* **Rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH)**:
* **Diensten ondersteuningsplan (DOP)**.
* **Bijstandsorganisaties**.
* **Groenezorg initiatieven**.
* **Organisaties voor vrijetijdszorg**.
* **Observatie-, diagnose- en behandelingseenheden (ODB-unit)**.
* **Niet rechtstreeks toegankelijke hulp (NRTH)**:
* **Voor minderjarigen**: PAB, Multifunctionele centra (begeleiding, dagopvang, verblijf).
* **Voor meerderjarigen**: Persoonsvolgend budget (PVB), cash voucher, dagondersteuning, woonondersteuning, individuele ondersteuning (psychosociaal, praktisch, globaal).
* **Permanentie en Dienst ondersteuningsplan (DOP)**: Werkt samen met het netwerk van de hulpvrager om ondersteuningsplannen op te stellen.
* **Hulpmiddelen en aanpassingen**:
* **Hulpmiddelen**: Voor motorische, visuele, auditieve en cognitieve handicaps (bv. blinde geleide hond, ringleiding), taal- en stemstoornissen (bv. stemversterker), en leerstoornissen (bv. ondersteuningssoftware).
* **Aanpassingen**: Zoals aanpassingen aan een stuur.
### 1.8 Samenlevingsopbouw
**Samenwerking SAAMO**: 8 erkende VZW's die samen uitsluiting aanpakken, actief in elke provincie en in de steden Gent, Brussel en Antwerpen.
* **Agogische opdracht**: Brengt mensen samen in projectwerk en buurtwerk om grond- en mensenrechten te realiseren, sterke buurten en steden te creëren en collectief burgerschap te bevorderen.
* **Politieke opdracht**: Werkt aan verbeteringen in beleid en regelgeving en verhoogt het publieke bewustzijn.
### 1.9 Vrije tijd en sociaal-cultureel werk
* **Sociaal-cultureel werk volwassenen**:
* **Centraal**: Ontmoeting, niet-formeel leren, gemeenschapsvorming en maatschappelijk engagement.
* **Sector**: Omvat 131 sociaal-culturele organisaties met 180.000 vrijwilligers en 14.000 lokale groepen.
* **Activiteiten**: Participatie, actief burgerschap, samenleven, mensenrechten, vrede, welzijn, opvoeding, onderwijs, kunst, cultuur, persoonlijke groei en zingeving.
* **Burgerinitiatieven**: Kunnen doelgroepgericht zijn of gericht op specifieke thema's.
* **Verbindende rol**: Verbindt mensen en groepen, bevordert wederzijds begrip en vertrouwen, en draagt bij aan groei als burger.
* **Kritische rol**: Stimuleert kritisch denken over maatschappelijke kwesties en bevordert kritisch burgerschap.
* **Laboratoriumrol**: Experimenteert met antwoorden op complexe samenlevingskwesties en ontwikkelt ondernemend burgerschap.
* **Organisaties**: Femma, Raak, Oxfam, etnisch-culturele federaties, Avansa (Vormingplus), landelijke vormingscentra (bv. milieu, relaties), en bewegingen die mensen mobiliseren rond thema's (bv. klimaat).
* **Jeugdwerk**: Zeer divers en volgt de noden van jongeren.
* **Definitie**: Groepsgericht sociaal-cultureel werk met niet-commerciële doelen voor of door de jeugd (3-30 jaar) in de vrije tijd, onder educatieve begeleiding, ter bevordering van algemene en integrale ontwikkeling op vrijwillige basis.
* **Werksoorten**: Landelijk georganiseerde jeugdverenigingen (begeleiden lokale verenigingen), informatie en participatie (kinderrechten, mediaproductie), cultuureducatieve verenigingen (artistieke creativiteit), politieke jongerenbewegingen (politieke participatie), en intermediaire organisaties (belangenbehartiging, beleidsgericht).
* **Bovenlokaal jeugdwerk**: Bovenlokale open jeugdwerkingen, en geprofessionaliseerde jeugdverenigingen voor kwetsbare jongeren (FORMAAT) of jongeren met een handicap (Uit de Marge).
### 1.10 Arbeidsmarkt
* **RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening)**: Openbare instelling van sociale zekerheid die zich bezighoudt met het stelsel van werkloosheidsverzekering (uitkeringen, loopbaanonderbreking, tijdskrediet) en de bestrijding van oneigenlijk gebruik.
* **VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling)**: Bevordert de arbeidsmarktwerking in Vlaanderen, helpt werkzoekenden en werknemers bij loopbaanontwikkeling, werkt samen met andere dienstverleners en besteedt speciale aandacht aan kansengroepen. Organiseert opleidingen.
* **Sociale economie**:
* **Maatwerkbedrijven**: Bieden werk aan mensen met een arbeidsbeperking in een aangepaste omgeving met begeleiding.
* **Lokale Diensteneconomie initiatieven**: Vullen maatschappelijke noden in en creëren kansen voor personen met moeilijkheden op de arbeidsmarkt (bv. sociaal restaurant, buurtgerichte kinderopvang).
* **Individueel maatwerk**: Werkgever ontvangt een loonpremie en/of begeleidingspremie voor mensen met een arbeidsbeperking.
* **Arbeidsmatige activiteiten**: Tijdelijke, onbetaalde activiteiten gericht op het ontwikkelen van latentie functies van arbeid met een focus op stappen naar betaalde arbeid.
* **Vakbonden**: Regionale dienstverlening (uitbetalingsinstelling werkloosheid), juridische bijstand bij individuele vragen over arbeidsovereenkomsten, en deelname aan sociaal overleg (Collectieve Arbeidsovereenkomsten - CAO).
* **Werkgeversorganisaties**: VOKA (Vlaams netwerk van ondernemingen), UNIZO (zelfstandigen, KMO's), vrije beroepen, Boerenbond (boeren en tuinders).
### 1.11 Wonen
* **Sociale woonmaatschappijen**: Sinds 1/01/2024 samengegaan tot één maatschappij per werkingsgebied. Ze verhuren woningen op de private huurmarkt en bouwen sociale woningen.
* **Voorwaarden**: Inkomensvoorwaarden (middeltoets), kennis Nederlands, eigendomsvoorwaarden, inschrijving bij VDAB.
* **Toewijzing**: Volgorde: lokale binding, mantelzorger, periode op wachtlijst. Versnelde toewijzing voor specifieke doelgroepen (dak- en thuislozen, personen met psychische kwetsbaarheid, jongeren in begeleid zelfstandig wonen, slachtoffers van intra-familiaal geweld, slechte woonomstandigheden).
* **Begeleiding**: Kan verplicht gekoppeld worden.
* **Doelgroepenbeleid**: Vastgelegd in een lokaal woonreglement (bv. aangepaste woningen voor ouderen of personen met een beperking).
* **Huurdersbond**: Belangenbehartiger voor private en sociale huurders (2e lijn). Ledenbijdrage vereist. Biedt huuradvies, informeert over rechten en plichten, assisteert bij opmaak van documenten en verduidelijkt wetgeving (bv. opzeg, waarborg).
### 1.12 Woonzorg
* **Woonzorgdecreet**:
* **Lokale dienstencentra**: Bieden maaltijden, poetsdiensten, ondersteuning van mantelzorgers (premies, cafés), vorming en ontmoeting (dementie, lotgenoten).
* **Diensten voor gezinszorg, oppashulp, thuisverpleging, maatschappelijk werk van ziekenfondsen, gastopvang**: Zorg en verpleging aan huis.
* **Centra voor dagverzorging, kortverblijf en herstelverblijf**.
* **Groepen van assistentiewoningen en woonzorgcentra**.
* **Verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers**: Bieden ondersteuning, vorming en ontmoeting.
* **Vrijwilligersaanbod**: Oppashulp, Minder Mobielen Centrale (MMC), klusjes.
* **Rol van sociaal werkers in thuiszorg**: Coördinerende rol, hulp bij organisatie van thuiszorg en ondersteuning van mantelzorgers.
---
# Welzijn en sociale bescherming
Dit onderwerp biedt een overzicht van de verschillende welzijnsorganisaties en hun taken binnen de Belgische sociale bescherming, met specifieke aandacht voor het OCMW, de Dienst Maatschappelijke Werken (DMW) en de gezondheidszorg.
### 2.1 Asiel en migratie
#### 2.1.1 Personen in asielprocedure
* **Fedasil:** Een federaal orgaan dat instaat voor de opvang van asielzoekers. Fedasil beheert een aantal opvangcentra, direct of via uitbesteding aan partners zoals het Rode Kruis. Zij bieden basisvoorzieningen zoals bed, bad en brood. Er zijn ook gesloten centra voor uitgeprocedeerde personen.
* **Lokaal Opvanginitiatief (LOI):** Deze initiatieven worden beheerd door de gemeente, vaak in samenwerking met het OCMW. Ze vallen onder de bevoegdheid van Fedasil en zijn meestal kleinere opvangplekken met meer autonomie en privacy. LOI's kunnen ook voor niet-begeleide minderjarigen worden ingezet.
#### 2.1.2 Integratie en inburgering
* **Contactpunten inburgering:** Deze bieden een inburgeringstraject aan, dat meestal bestaat uit Nederlandse taalles, maatschappelijke oriëntatie en hulp bij het vinden van werk, vrijwilligerswerk, stages of participatie- en netwerktrajecten.
* **Huizen van het Nederlands:** Deze huizen coördineren de Nederlandse taallessen, maar geven zelf geen cursussen.
* **Andere instanties:** LIGO, CVO en sociale tolken/vertalers spelen ook een rol in de integratie van nieuwkomers.
* **Dienst vreemdelingenrecht en internationaal familierecht:** Deze dienst biedt ondersteuning aan professionals en hulpverleners, maar geen individueel advies aan particulieren.
### 2.2 Eerstelijns welzijnswerk
#### 2.2.1 Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW)
Het CAW biedt ontmoeting en onthaal, begeleiding, en werkt rond thema's zoals dak- en thuisloosheid, wonen, mentaal welzijn, kwetsbare gezinnen en jongeren, relationele problemen, intrafamiliaal geweld, en precair verblijf. Het JAC (Jongeren Advies Centrum) richt zich specifiek op jongeren.
### 2.3 OCMW
#### 2.3.1 Voor wie en doel
* **Geografische afbakening:** Er is één OCMW per gemeente.
* **Doelgroep:** Het OCMW staat open voor iedere burger met elke welzijnsvraag. Het fungeert als sluitstuk van de sociale bescherming.
* **Recht op maatschappelijke dienstverlening:** Iedereen heeft recht op maatschappelijke dienstverlening, met als doel een leven te leiden dat beantwoordt aan menselijke waardigheid. Dit omvat zowel curatieve als preventieve hulp op materieel, sociaal, geneeskundig, sociaal-geneeskundig en psychologisch vlak.
* **Dringende medische hulp:** OCMW's bieden ook dringende medische hulp aan uitgewezen asielzoekers.
#### 2.3.2 Juridisch kader
* **Decreet lokaal bestuur:** Grotendeels vervangen de federale OCMW-wet. Dit decreet zorgt voor één beleid en één beleidsploeg voor het OCMW en de gemeente. De gemeenteraad wordt de raad voor maatschappelijk welzijn, en de voorzitter van de gemeenteraad is ook voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het vast bureau bestaat uit de burgemeester en schepenen. Een bijzonder comité van sociale dienst is een uitzondering.
* **Decreet lokaal sociaal beleid:** Dit decreet stimuleert het ontwikkelen van een inclusief en integraal lokaal sociaal beleid, met een focus op het afstemmen van vraag en aanbod, het toegankelijk maken van sociale hulp, het tegengaan van onderbescherming en het bijdragen aan de vermaatschappelijking.
#### 2.3.3 Dienstverlening
* **Individuele steun:** Dit omvat het leefloon en aanvullende steun, na maatschappelijk onderzoek door een maatschappelijk assistent.
### 2.4 Dienst Maatschappelijke Werken (DMW) - Ziekenfondsen
#### 2.4.1 Taken
* De DMW is binnen elk ziekenfonds aanwezig en biedt begeleiding bij ziekte, handicap en ouderdom.
* Ze helpen bij het organiseren van thuiszorg en het ondersteunen van mantelzorgers.
* De DMW stelt de graad van zorgbehoefte vast ter bepaling van een zorgbudget of tegemoetkomingen.
* Ze fungeren als contactpunt voor personen met een beperking en bieden psychosociale begeleiding bij verliesverwerking.
### 2.5 Gezondheidszorg
#### 2.5.1 Componenten
* **Preventie:** Activiteiten gericht op het voorkomen van ziekte, zoals vaccinatie, bevordering van beweging, zelfmoordpreventie, algemeen welzijn en preventieve tandzorg.
* **Curatieve zorg:** Zorg gericht op het genezen van ziekte door middel van operaties, medicatie, etc.
* **Palliatieve zorg:** Zorg gericht op het voorkomen of verlichten van lijden en het bevorderen van comfort.
#### 2.5.2 Toegang en financiering
* **Stepped care:** De huisarts vormt de spilfiguur in het gezondheidssysteem.
* **Verzekering:** De verplichte ziekteverzekering regelt de terugbetaling door het ziekenfonds of de hulpkas.
* **Persoonlijke bijdrage:** Patiënten betalen een persoonlijk aandeel of remgeld.
#### 2.5.3 Gezondheidskloof
Een significant deel van de bevolking met een laag inkomen stelt zorg uit, wat leidt tot een kortere levensverwachting voor mensen lager op de sociale ladder.
#### 2.5.4 Organisatie en zorgaanbieders
* **Zelfstandige zorgverstrekkers:** Vergoeding gebeurt per prestatie, gebaseerd op een nomenclatuur. Er is een onderscheid tussen geconventioneerde en niet-geconventioneerde zorgverstrekkers.
* **Diensten en organisaties:** Dit omvat ziekenhuizen (met sociale dienst en ombudsdienst), wijkgezondheidscentra, diensten voor thuisverpleging, ziekenfondsen (met wettelijke opdrachten, aanvullende diensten en belangenbehartiging), en revalidatiecentra.
#### 2.5.5 Geestelijke gezondheidszorg
* **Zelfstandige zorgverstrekkers:** Psychologen, psychiaters en therapeuten. De huisarts is de spilfiguur.
* **Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG):** Vallen onder de bevoegdheid van de Vlaamse overheid en bieden ambulante diagnostiek, behandeling en begeleiding aan kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen. Ze werken multidisciplinair en organiseren preventieve activiteiten.
* **Psychiatrisch ziekenhuis:** Biedt residentiële (dag en nacht) medische, gespecialiseerde diagnostiek en behandeling voor kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen. Dit kan zowel kortdurend als langdurig zijn. Er is ook een poliklinisch aanbod.
* **PAAZ (Psychiatrische afdeling in een algemeen ziekenhuis):** Richt zich op acute, crisis- en kortdurende zorg met diagnostiek en behandeling.
* **Psychiatrisch verzorgingstehuis:** Biedt residentiële woonvormen met continue zorg en begeleiding voor volwassenen en ouderen met een gestabiliseerde langdurige psychiatrische problematiek.
* **Rehabilitatie:** Dit omvat beschut wonen voor volwassenen (en ouderen) met een complexe en langdurige psychiatrische problematiek, waarbij begeleiding gekoppeld is aan huisvesting. Dagactiviteitencentra bieden ondersteuning, structuur, ontmoeting, vrijetijdsinvulling, vorming en werk.
* **Netwerk GGZ Kempen:** Gebaseerd op artikel 107 van de ziekenhuiswet, focust dit netwerk op de afbouw van bedden en de vermaatschappelijking van de zorg, met zorgcircuits en zorgnetwerken voor continuïteit. Functies omvatten preventie, promotie, mobiele teams, rehabilitatie, behandelunits en specifieke woonvormen.
* **PANGG 0-18:** Centra met revalidatieovereenkomst die zich richten op psychosociale revalidatie voor kinderen en jongeren.
* **Centra ambulante revalidatie:** Bieden gespecialiseerde revalidatie, onder andere voor verslavingen, autismespectrumstoornissen, en vroegtijdige stoornissen in de interactie tussen ouderen en kinderen.
* **Referentiecentra autisme:** Gericht op het terugwinnen van autonomie en het verminderen van beperkingen.
#### 2.5.6 Bevoegdheden
* **Federaal:** Acute zorg en beheer van de ziekteverzekering.
* **Vlaanderen:** Kwaliteit, preventieve zorg, chronische zorg en onderwijs.
### 2.6 Onderwijs
#### 2.6.1 Onderwijsnetten
Er zijn drie onderwijsnetten:
* **Gemeenschapsonderwijs (GO!):** Officieel gesubsidieerd onderwijs.
* **Officieel gesubsidieerd onderwijs:** Georganiseerd door provincies, steden en gemeenten.
* **Vrij gesubsidieerd onderwijs:** Voornamelijk het katholiek onderwijs.
#### 2.6.2 Dienstverlening voor kwetsbare groepen
* **Duaal leren:** Gericht op de tweede en derde graad voor meer praktijkervaring op de werkvloer.
* **LIGO (Centrum voor Basiseducatie):** Biedt basisopleidingen aan volwassenen die dat nodig hebben.
* **Volwassenenonderwijs:** Biedt een tweede kans onderwijs.
* **OKAN (Onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers):** Richt zich op anderstalige nieuwkomers.
#### 2.6.3 Leerlingenbegeleiding
Het decreet leerlingenbegeleiding (17/04/2018) heeft vier doelen:
1. De totale ontwikkeling van alle leerlingen bevorderen.
2. Het welbevinden van leerlingen verhogen.
3. Vroegtijdig schoolverlaten voorkomen.
4. Meer gelijke onderwijskansen creëren.
De vier domeinen van leerlingenbegeleiding zijn: leren en studeren, preventieve gezondheidszorg (medisch schooltoezicht), schoolloopbaan, en psychisch en sociaal functioneren.
#### 2.6.4 Leersteun
Het leersteun-decreet (vanaf 1 september 2023) heeft twee doelen:
1. Maximale ontplooiing, leerwinst, welbevinden, zelfredzaamheid en participatie bevorderen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon onderwijs.
2. Competenties van leraren en schoolteams versterken om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften te begeleiden en een inclusieve klas- en schoolcultuur te creëren.
Dit deeltraject heeft als doel inclusief onderwijs te realiseren. Het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) fungeert als poortwachter. Leersteuncentra bieden diverse expertise.
* **Handicap-specifieke expertise:**
* Type basisaanbod: voor leerlingen die met redelijke aanpassingen in het gewoon onderwijs niet terechtkunnen.
* Type 2: verstandelijke beperking.
* Type 3: emotionele of gedragsstoornis (zonder verstandelijke beperking).
* Type 4: motorische beperking.
* Type 6: visuele beperking.
* Type 7: auditieve beperking en spraak- of taalstoornis.
* Type 9: autismespectrumstoornis (zonder verstandelijke beperking).
### 2.7 Opgroeien
#### 2.7.1 Kind en Gezin
* **Missie:** Bijdragen aan het welzijn van elk kind in Vlaanderen en Brussel, met oog voor kinderrechten en diversiteit.
* **Dienst- en hulpverlening:**
* **Preventieve gezinsondersteuning:** Gericht op aanstaande ouders en gezinnen met kinderen tot 3 jaar, met extra aandacht voor maatschappelijk kwetsbare groepen. Kerntaken zijn medische, psychosociale en pedagogische preventie en ondersteuning. Dit omvat consultatiebureaus, inloopteams, telefonisch advies en informatiemateriaal. Deze dienstverlening is gratis, vrijwillig en vraaggericht.
* **Kinderopvang.**
* **Adoptie.**
* **Samenwerking:** Kind en Gezin werkt samen met kraamklinieken en met partners die door Kind en Gezin (Opgroeien) gesubsidieerd worden, zoals centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning en vertrouwenscentra voor kindermishandeling.
#### 2.7.2 Integrale jeugdhulp (IJH)
IJH streeft naar zes doelstellingen: krachtgericht werken, tijdige toegang, continuïteit, omgaan met verontrusting, crisishulp en participatie. De doelgroep zijn minderjarigen, ouders, opvoedingsverantwoordelijken, leefomgeving en voogden van niet-begeleide minderjarigen. Er is een beperkte hulpverlening mogelijk tot 25 of 26 jaar.
* **Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (RTJ):** Dit is de brede instap voor alle hulpvragen. Het eerste aanspreekpunt biedt informatie, kortdurende hulp en verwijst indien nodig. Instanties zijn o.a. CAW, JAC, inloopteams Kind en Gezin, en CLB.
* **Niet rechtstreeks toegankelijke hulp (NRTH):** Deze hulp is gespecialiseerd en intensief en kan enkel ingezet worden met het akkoord en de tussenkomst van de intersectorale toegangspoort. Aanvragen gebeuren met een A-document door een hulpverlener. Focus ligt op de ontwikkeling van de minderjarige, alle gezinsleden en ernstige, langdurige en complexe problemen.
* **Gemandateerde voorziening (GV):** Bij weigering of niet meewerken aan hulp, of in situaties van ernstig gevaar, kan een gemandateerde voorziening ingeschakeld worden. De GV onderzoekt of overheidsinterventie noodzakelijk is (maatschappelijke noodzaak, MaNo), werkt aanklampend en start gepaste hulpverlening op. Bij weigering kan een doorverwijzing naar het jeugdparket volgen.
#### 2.7.3 Gerechtelijke jeugdhulp
De jeugdrechter legt hulp op in specifieke situaties:
* Wanneer een minderjarige de wet overtreedt.
* Wanneer een minderjarige zich in een VOS-situatie bevindt en vrijwillige hulp niet mogelijk is.
* Bij acute crisissituaties die onmiddellijk ingrijpen vereisen (hoogdringendheid).
De sociale dienst van de jeugdrechtbank speelt hierin een belangrijke rol. Diverse gerechtelijke jeugdhulpmaatregelen kunnen ingezet worden.
* **Crisisjeugdhulp:** Inzetbaar voor alle minderjarigen in crisis.
* **Bemiddeling:** Bij conflicten in de hulpverlening, gericht op het bereiken van een aanvaardbaar akkoord.
* **Cliëntoverleg:** Een specifieke vorm van overleg tussen cliënten, netwerk en hulpverleners.
### 2.8 Personen met een beperking
#### 2.8.1 Definitie en doelgroep
Personen met een beperking worden gedefinieerd als personen met langdurige fysieke, mentale, verstandelijke of zintuiglijke beperkingen die hen, in wisselwerking met diverse drempels, beletten volledig, daadwerkelijk en op voet van gelijkheid met anderen te participeren in de samenleving. Dit valt onder het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.
De doelgroep omvat personen met:
* Psychische problemen.
* Leerstoornissen.
* Verstandelijke beperkingen.
* Fysieke of sensorische beperkingen (slechtzienden, rolstoelgebruikers, slechthorenden).
* Chronische of degeneratieve ziekten (gewrichtsaandoeningen, diabetes, epilepsie, multiple sclerose, reuma, etc.).
#### 2.8.2 Bevoegdheden en financiering
* **FOD Directie Generaal personen met handicap:** Bevoegd voor inkomen, parkeerkaarten en attesten.
* **Vlaams Agentschap voor personen met een handicap (VAPH):** Bevoegd voor zorg en ondersteuning, en voor andere domeinen zoals G-sport, VDAB, participatie, sociale woningen en de Vlaamse sociale bescherming.
* **VAPH is GEEN dienst voor opvang of begeleiding**, maar verleent subsidies en tussenkomsten voor:
* Begeleiding en opvang.
* Hulpmiddelen en aanpassingen (via een refertelijst).
* Vergunde zorgaanbieders.
* Persoonsvolgende budgetten (PVB).
* Persoonlijk assistentiebudget (PAB).
**BELANGRIJK:** Aanvragen voor VAPH-ondersteuning moeten gebeuren vóór de leeftijd van 65 jaar.
#### 2.8.3 Kenmerken van een beperking
Een langdurig en belangrijk participatieprobleem wordt veroorzaakt door een samenspel tussen:
* Functiestoornissen (mentaal, psychisch, zintuiglijk).
* Beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten.
* Persoonlijke en externe factoren.
#### 2.8.4 Ondersteuningsvormen
* **Rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH):**
* Diensten ondersteuningsplan (DOP).
* Bijstandsorganisaties.
* Groenezorg initiatieven.
* Organisaties voor vrijetijdszorg.
* Observatie-, diagnose- en behandelingsunits (ODB-units).
* **Niet rechtstreeks toegankelijke hulp (NRTH):**
* **Voor minderjarigen:** Persoonlijk assistentiebudget (PAB), Multifunctioneel centrum (MFC) voor begeleiding, dagopvang en verblijf.
* **Voor meerderjarigen:** Persoonsvolgend budget (PVB) in cash of voucher, dagondersteuning, woonondersteuning, individuele ondersteuning (psychosociaal, praktisch, globaal), permanentie.
* **Dienst ondersteuningsplan (DOP):** Ondersteunt de hulpvrager en zijn netwerk bij het opstellen van een ondersteuningsplan op maat.
* **Hulpmiddelen en aanpassingen:** Ondersteuning voor motorische, visuele, auditieve en cognitieve handicaps, taal- en stemstoornissen, en leerstoornissen.
### 2.9 Samenlevingsopbouw
#### 2.9.1 Samen uitsluiting aanpakken (SAAMO)
SAAMO is een netwerk van 8 erkende vzw's in Vlaanderen en is actief in de steden Gent, Brussel en Antwerpen. Ze hebben twee opdrachten:
* **Agogische opdracht:** Mensen samenbrengen in projectwerk en buurtwerk om grond- en mensenrechten te realiseren, sterke buurten en steden te bouwen en collectief burgerschap te bevorderen.
* **Politieke opdracht:** Werken aan verbeteringen in beleid en regelgeving en publieke bewustwording vergroten.
### 2.10 Vrije tijd en sociaal-cultureel werk
#### 2.10.1 Sociaal-cultureel werk volwassenen
Centraal in deze praktijken staan:
* **Ontmoeting:** Het samenbrengen van mensen.
* **Niet-formele vorming:** Leren buiten schoolverband.
* **Gemeenschapsvorming:** Het creëren van een gemeenschap.
* **Maatschappelijk engagement:** Actieve deelname aan de samenleving.
De sector omvat 131 sociaal-culturele organisaties, 180.000 vrijwilligers en 14.000 lokale groepen. Activiteiten richten zich op participatie, actief burgerschap, samenleven, mensenrechten, vrede en persoonlijke groei. Burgerinitiatieven kunnen doelgroepgericht zijn of zich richten op specifieke thema's.
#### 2.10.2 Maatschappelijke opdrachten
* **Verbindende rol:** Verbinding tussen mensen en groepen bevorderen, wat leidt tot meer begrip en vertrouwen, en groei als burger.
* **Kritische rol:** Aanzetten tot kritisch denken over maatschappelijke kwesties, ter bevordering van kritisch burgerschap.
* **Laboratoriumrol:** Experimenteren met oplossingen voor maatschappelijke problemen, wat ondernemend burgerschap stimuleert.
#### 2.10.3 Organisatievormen
* **Sociaal-culturele verenigingen:** Femma, Raak, Oxfam, etc.
* **Etnisch-culturele federaties.**
* **Internationaal comité.**
* **AVANSA (Vormingplus):** Biedt vorming rond uiteenlopende thema's en werkt samen met andere centra.
* **Landelijke vormingscentra:** Gespecialiseerd in specifieke thema's (bv. milieu, relaties).
* **Bewegingen:** Mobiliseren mensen rond een bepaald thema (bv. klimaat).
#### 2.10.4 Jeugdwerk
Jeugdwerk in Vlaanderen is divers en evolueert mee met de noden van jongeren. De definitie is: "groepsgericht sociaal-cultureel werk op basis van niet-commerciële doelen voor of door de jeugd van drie tot en met dertig jaar, in de vrije tijd, onder educatieve begeleiding en ter bevordering van de algemene en integrale ontwikkeling van de jeugd die daaraan deelneemt op vrijwillige basis".
* **Vlaamse jeugdwerkvormen:**
* **Landelijke jeugdverenigingen:** Begeleiden lokale verenigingen met activiteiten en vorming.
* **Cultuureducatieve verenigingen:** Stimuleren artistieke creativiteit bij kinderen.
* **Politieke jongerenbewegingen:** Vormen en stimuleren jongeren tot politieke participatie.
* **Intermediaire organisaties:** Belangenbehartiging en beleidsgericht werk.
* **Bovenlokaal jeugdwerk:**
* **Bovenlokale open jeugdwerkingen:** Organiseren activiteiten op publieke, open toegankelijke plaatsen.
* **Ondersteunende organisaties:** Zoals FORMAAT (geprof. jeugdvereniging voor kinderen & jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties) en Uit de Marge (geprof. jeugdvereniging voor kinderen & jongeren met een handicap).
### 2.11 Werken
#### 2.11.1 Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA)
De RVA is een openbare instelling van sociale zekerheid. Zij beheert:
* Het stelsel van werkloosheidsverzekering en aanverwante uitkeringen.
* De rechten op loopbaanonderbreking en tijdskrediet.
* De bestrijding van oneigenlijk gebruik van de werkloosheidsverzekering.
#### 2.11.2 Vlaamse dienst voor arbeidsbemiddeling (VDAB)
De VDAB draagt bij aan een betere werking van de arbeidsmarkt in Vlaanderen door:
* Werkzoekenden en werknemers te ondersteunen bij hun loopbaanontwikkeling.
* Samen te werken met andere dienstverleners om werkzoekenden sneller aan een job te helpen.
* Speciale aandacht te besteden aan personen uit kansengroepen.
* Opleidingen te organiseren.
#### 2.11.3 Sociale economie
* **Maatwerkbedrijven:** Gericht op mensen met een arbeidsbeperking die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Zij bieden aangepaste werkplekken en begeleiding.
* **Lokale Diensteneconomie initiatieven:** Overheidsinitiatieven die maatschappelijke noden invullen en kansen creëren voor personen die moeilijk aan de slag geraken (bv. sociaal restaurant, buurtgerichte kinderopvang).
* **Individueel maatwerk:** Werkgevers ontvangen een loonpremie en/of begeleidingspremie voor werknemers met een arbeidsbeperking.
* **Arbeidsmatige activiteiten:** Tijdelijke, onbetaalde activiteiten gericht op het ontwikkelen van arbeidskenmerken met het oog op betaalde arbeid (bv. in een kringwinkel).
#### 2.11.4 Vakbonden en werkgeversorganisaties
* **Beroepscentrales:** Regionale dienstverlening, uitbetalingsinstelling werkloosheid, juridische bijstand en deelname aan sociaal overleg.
* **Werkgeversorganisaties:** Voka (Vlaams netwerk van ondernemingen), UNIZO (zelfstandigen, KMO's, vrije beroepen), Boerenbond (boeren en tuinders).
### 2.12 Wonen
#### 2.12.1 Sociale woonmaatschappijen
Sinds 1 januari 2024 is er één maatschappij voor een werkingsgebied. Deze zijn ontstaan uit de fusie van sociale verhuurkantoren en sociale huisvestingsmaatschappijen. Ze bouwen sociale woningen voor verhuur en verhuren woningen op de private huurmarkt.
* **Inschrijvingsregister:** Er is een centraal inschrijvingsregister.
* **Voorwaarden:** Inkomensvoorwaarden (middeltoets), kennis Nederlands, eigendomsvoorwaarden en inschrijving VDAB.
* **Toewijzing:** De toewijzing hangt af van lokale binding, mantelzorgrelatie, en de periode op de wachtlijst. Er is een versnelde toewijzing voor specifieke doelgroepen (dak- en thuislozen, personen met psychische kwetsbaarheid, jongeren in begeleid zelfstandig wonen, slachtoffers van intrafamiliaal geweld, personen met slechte woonomstandigheden).
* **Doelgroepenbeleid:** Lokaal woonreglement bepaalt specifieke doelgroepen (bv. aangepaste woningen voor ouderen of personen met een beperking).
#### 2.12.2 Huurdersbond
De Huurdersbond behartigt de belangen van private en sociale huurders. Ze bieden huuradvies over private en sociale huur, informeren over rechten en plichten, helpen bij opmaak van documenten en verduidelijken wetgeving.
### 2.13 Woonzorg
#### 2.13.1 Woonzorgdecreet
Dit decreet omvat een breed aanbod van diensten:
* **Lokale dienstencentra (LDC).**
* **Diensten voor gezinszorg en oppashulp.**
* **Diensten voor thuisverpleging.**
* **Diensten maatschappelijk werk van ziekenfondsen.**
* **Diensten voor gastopvang.**
* **Centra voor dagverzorging, kortverblijf en herstelverblijf.**
* **Groepen van assistentiewoningen.**
* **Woonzorgcentra.**
* **Verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers.**
#### 2.13.2 Hulpaanbod
* **Concreet hulpaanbod:** Maaltijden, poetsen, etc.
* **Ondersteuning mantelzorgers:** Mantelzorgpremies, mantelzorgcafé's.
* **Zorg:** Verzorging, verpleging.
* **Vorming en ontmoeting:** Dementie, lotgenotencontact, LDC-activiteiten.
* **Vrijwilligersaanbod:** Oppashulp, MinderMobielenCentrale (MMC), klusjes.
Sociaal werkers in thuiszorgdiensten spelen een coördinerende rol, helpen bij de organisatie en ondersteunen mantelzorgers.
---
# Onderwijs en jeugdhulp
Deze sectie beschrijft de structuur van het onderwijs, leerlingenbegeleiding en leersteun, en de integrale jeugdhulpverlening.
### 3.1 Structuur van het onderwijs
Het onderwijs in Vlaanderen is opgebouwd rond drie onderwijsnetten:
* **Gemeenschapsonderwijs (GO!)**: Dit is het officiële onderwijs, georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap.
* **Officieel gesubsidieerd onderwijs**: Dit onderwijs wordt georganiseerd door provincies, steden en gemeenten.
* **Vrij gesubsidieerd onderwijs**: Dit omvat onder andere het Katholiek onderwijs, maar ook andere vrije initiatieven die door de overheid gesubsidieerd worden.
Daarnaast zijn er specifieke diensten voor kwetsbare groepen, zoals:
* **Duaal leren**: Een traject voor de tweede en derde graad van het secundair onderwijs dat leerlingen praktijkervaring op de werkvloer biedt.
* **Ligo (Centrum voor Basiseducatie)**: Biedt basisopleidingen aan volwassenen die deze nodig hebben.
* **Volwassenenonderwijs**: Biedt een tweede kans om onderwijs te volgen.
* **OKAN (Onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers)**: Specifieke klassen voor nieuwkomers om Nederlands te leren en zich voor te bereiden op het reguliere onderwijs.
### 3.2 Leerlingenbegeleiding en leersteun
De begeleiding van leerlingen is wettelijk vastgelegd met als doel de totale ontwikkeling, het welbevinden en de gelijke onderwijskansen te bevorderen, en vroegtijdig schoolverlaten te voorkomen. Dit gebeurt binnen vier domeinen: leren en studeren, preventieve gezondheidszorg (zoals medisch schooltoezicht), de schoolloopbaan, en psychisch en sociaal functioneren.
Het **Decreet leerlingenbegeleiding** (17/04/2018) omvat deze vier doelen en domeinen en beoogt een zorgcontinuüm.
Het **Leersteendecreet** (vanaf 1 september 2023) heeft twee hoofddoelen:
1. De maximale ontplooiing, leerwinst, welbevinden, zelfredzaamheid en participatie van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon onderwijs bevorderen.
2. De competenties van leraren en schoolteams versterken in het begeleiden van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en het creëren van een inclusieve klaspraktijk en schoolcultuur.
Dit decreet werkt naar een inclusief onderwijs toe voor leerlingen met specifieke leerbehoeften (zoals leerstoornissen of een lichte mentale beperking) binnen het gewoon onderwijs. Scholen passen hiervoor "redelijke aanpassingen" toe, wat de eerste fase van het zorgcontinuüm vormt.
Het **Centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB)** fungeert als poortwachter voor leersteun.
**Leersteuncentra** bieden expertise op verschillende gebieden (onderwijskundig, handicap-specifiek, inclusie, coaching). De handicap-specifieke expertise omvat verschillende types, waaronder:
* Type basisaanbod: voor leerlingen waarbij het gemeenschappelijk curriculum met redelijke aanpassingen niet haalbaar is in het gewoon onderwijs.
* Type 2: verstandelijke beperking.
* Type 3: emotionele of gedragsstoornis (zonder verstandelijke beperking).
* Type 4: motorische beperking.
* Type 6: visuele beperking.
* Type 7: auditieve beperking en spraak- of taalstoornis.
* Type 9: autismespectrumstoornis (zonder verstandelijke beperking).
### 3.3 Integrale jeugdhulpverlening
**Opgroeien (Kind en Gezin)** draagt bij aan het welzijn van elk kind in Vlaanderen en Brussel, met oog voor kinderrechten en diversiteit. De dienstverlening omvat onder andere preventieve gezinsondersteuning, kinderopvang en adoptie. Preventieve gezinsondersteuning richt zich op aanstaande ouders en gezinnen met kinderen tot 3 jaar, met extra aandacht voor maatschappelijk kwetsbare groepen. Dit aanbod is gratis, vrijwillig en vraaggericht.
**Integrale jeugdhulp (IJH)** heeft zes doelstellingen: krachtgericht werken, tijdige toegang, continuïteit, omgaan met verontrusting, crisishulp en participatie. De doelgroep zijn minderjarigen, hun ouders, opvoedingsverantwoordelijken, de leefomgeving en voogden van niet-begeleide minderjarigen. Hulpverlening aan +18-jarigen is beperkt mogelijk tot 25 jaar (jeugdhulp) of 26 jaar (VAPH).
Er is een onderscheid tussen:
#### 3.3.1 Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (RTJ)
Dit is het eerste aanspreekpunt voor alle hulpvragen. De RTJ biedt informatie, kortdurende hulp en verwijst indien nodig door. Instanties die hiervoor instaan zijn onder andere Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW), JAC (Jongeren Advies Centrum), inloopteams van Kind en Gezin, en CLB's.
> **Tip:** De RTJ is de 'brede instap' voor jeugdhulp, toegankelijk voor iedereen met een hulpvraag.
#### 3.3.2 Niet rechtstreeks toegankelijke hulp (NRTH)
Deze hulp is intensiever en probleemgebonden en kan enkel ingezet worden met het akkoord en de tussenkomst van de **intersectorale toegangspoort**. Een aanvraag gebeurt via een A-document door een hulpverlener. Dit type hulp is gespecialiseerd en intensief.
> **Voorbeeld:** Situaties die leiden tot NRTH kunnen te maken hebben met ernstige verontrusting over de ontwikkeling van een minderjarige, focus op alle gezinsleden, ernstige, langdurige en complexe problemen, of ernstig gevaar.
Als hulp binnen de NRTH vastloopt of niet aanvaard wordt, kan een **gemandateerde voorziening (GV)** worden ingeschakeld. Dit kan het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ) of een Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK) zijn. De taak van een GV is consultatie, onderzoek naar de maatschappelijke noodzaak van overheidsinterventie (MaNo), en het opstarten van gepaste hulpverlening. Bij weigering of niet meewerken kan doorverwijzing naar het jeugdparket volgen.
#### 3.3.3 Gerechtelijke jeugdhulp
Gerechtelijke jeugdhulp wordt opgelegd door de jeugdrechter. Dit gebeurt wanneer:
* Een minderjarige de wet overtreedt (delict).
* Een minderjarige zich in een onveilige situatie (VOS) bevindt en hulp op vrijwillige basis niet mogelijk is.
* Er een acute crisissituatie is waarbij onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk is (hoogdringendheid).
De **sociale dienst van de jeugdrechtbank** speelt hierin een belangrijke rol.
#### 3.3.4 Specifieke vormen van jeugdhulp
* **Crisisjeugdhulp**: Inzetbaar voor alle minderjarigen in een crisissituatie.
* **Bemiddeling**: Wordt ingezet bij conflicten in de hulpverlening, met als doel een voor iedereen aanvaardbaar akkoord te bereiken.
* **Cliëntoverleg**: Een specifieke vorm van overleg waarbij cliënten, hun netwerk en hulpverleners samenkomen om afstemming te realiseren.
### 3.4 Personen met een beperking
Personen met een beperking worden gedefinieerd als personen met langdurige fysieke, mentale, verstandelijke of zintuiglijke beperkingen die hen, in wisselwerking met diverse drempels, beletten volledig en op voet van gelijkheid te participeren in de samenleving. Dit omvat onder andere personen met psychische problemen, leerstoornissen, verstandelijke beperkingen, fysieke of sensorische beperkingen, en personen met een chronische ziekte.
De bevoegdheden zijn verdeeld:
* **FOD Directie Generaal personen met handicap**: Regelt inkomen, parkeerkaarten en attesten.
* **Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH)**: Verantwoordelijk voor zorg en ondersteuning, G-sport, VDAB-ondersteuning, participatie, aangepaste sociale woningen en de Vlaamse sociale bescherming. Het VAPH subsidieert en komt tussen voor begeleiding, opvang, hulpmiddelen, aanpassingen, vergunde zorgaanbieders, persoonsvolgende budgetten en het persoonlijk assistentiebudget (PAB).
> **Belangrijk:** Aanvragen voor VAPH-ondersteuning moeten gebeuren vóór de leeftijd van 65 jaar.
De definitie van een langdurig en belangrijk participatieprobleem benadrukt het samenspel tussen functiestoornissen, beperkingen in activiteiten en persoonlijke/externe factoren.
Ondersteuning kan bestaan uit:
* **Rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH)**: Diensten ondersteuningsplan (DOP), bijstandsorganisaties, groenezorginitiatieven, organisaties voor vrijetijdszorg, en observatie-, diagnose- en behandelingsunits (ODB).
* **Niet rechtstreeks toegankelijke hulp (NRTH)**:
* Voor minderjarigen: Persoonlijk assistentiebudget (PAB), Multifunctioneel centrum (MFC) met begeleiding (pedagogisch, psychosociaal), dagopvang en verblijf.
* Voor meerderjarigen: Persoonsvolgend budget (PVB) in cash of via voucher, dagondersteuning, woonondersteuning, en individuele ondersteuning (psychosociaal, praktisch).
Het **Dienst ondersteuningsplan (DOP)** werkt samen met het netwerk van de hulpvrager om op maat gemaakte oplossingen te vinden en een ondersteuningsplan op te stellen.
**Hulpmiddelen en aanpassingen** worden ook voorzien voor diverse beperkingen (motorisch, visueel, auditief, cognitief, taal-, stem- en leerstoornissen).
### 3.5 Sociale opbouw en vrije tijd
**Samenlevingsopbouw (SAAMO)** is een netwerk van VZW's die werken aan het aanpakken van uitsluiting. Ze hebben een agogische opdracht (mensen samenbrengen, grond- en mensenrechten realiseren) en een politieke opdracht (verbeteringen in beleid en regelgeving, publieke bewustwording).
**Sociaal-cultureel volwassenenwerk** richt zich op ontmoeting, niet-formeel leren, gemeenschapsvorming en maatschappelijk engagement in de vrije tijd. Het heeft een verbindende, kritische en laboratoriumrol, waarbij mensen worden gestimuleerd tot actief burgerschap en het vinden van oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. Dit omvat onder andere sociaal-culturele verenigingen, etnisch-culturele federaties, vormingscentra en bewegingen die mensen rond specifieke thema's organiseren.
**Jeugdwerk** is zeer divers en past zich aan de noden van jongeren aan. De definitie omvat groepsgericht, sociaal-cultureel werk voor of door jongeren (3-30 jaar) in de vrije tijd, met educatieve begeleiding, ter bevordering van hun integrale ontwikkeling op vrijwillige basis.
Vlaamse jeugdwerkvormen omvatten:
* **Landelijk georganiseerde jeugdverenigingen**: Ondersteunen lokale verenigingen.
* **Verenigingen informatie en participatie**: Bieden informatie over kinderrechten en participatie.
* **Cultuureducatieve verenigingen**: Stimuleren artistieke creativiteit.
* **Politieke jongerenbewegingen**: Vormen jongeren tot politieke participatie.
Daarnaast is er **bovenlokaal jeugdwerk**, zoals open jeugdwerkingen en geprofessionaliseerde jeugdverenigingen voor kwetsbare jongeren of jongeren met een handicap.
### 3.6 Arbeidsbemiddeling en sociale economie
* **Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA)**: Een openbare instelling van Sociale Zekerheid die instaat voor de werkloosheidsverzekering, uitkeringen, en de bestrijding van oneigenlijk gebruik van de werkloosheidsverzekering.
* **Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB)**: Bevordert de werking van de arbeidsmarkt in Vlaanderen, helpt werkzoekenden en werknemers bij hun loopbaanontwikkeling, werkt samen met andere dienstverleners, en heeft speciale aandacht voor kansengroepen. De VDAB organiseert ook opleidingen.
**Sociale economie** richt zich op maatwerkbedrijven en lokale diensteneconomie-initiatieven. Maatwerkbedrijven focussen op mensen met een arbeidsbeperking, door een aangepaste werkomgeving en ondersteuning te bieden. Lokale diensteneconomie-initiatieven vullen maatschappelijke noden in en creëren kansen voor personen die moeilijk aan de slag geraken. Individueel maatwerk omvat loon- en/of begeleidingspremies voor werkgevers die personen met een arbeidsbeperking tewerkstellen. Arbeidsmatige activiteiten zijn tijdelijke, onbetaalde activiteiten gericht op het ontwikkelen van latente functies van arbeid met een stap naar betaalde arbeid.
### 3.7 Wonen en Woonzorg
Sinds 1 januari 2024 zijn er belangrijke wijzigingen in de **sociale woonmaatschappijen**, waarbij er nu één maatschappij is voor een werkingsgebied, wat een samengaan betekent van sociale verhuurkantoren en sociale huisvestingsmaatschappijen. Ze bouwen en verhuren sociale woningen, en verhuren woningen op de private huurmarkt. Er is een centraal inschrijvingsregister en er gelden inkomens- en andere voorwaarden voor inschrijving. De toewijzing van sociale woningen is afhankelijk van lokale binding, mantelzorgsituaties, en de wachttijd, met versnelde toewijzing voor specifieke doelgroepen.
De **Huurdersbond** behartigt de belangen van private en sociale huurders, biedt huuradvies, informeert over rechten en plichten, en helpt bij het opmaken van documenten en het verduidelijken van wetgeving.
Het **Woonzorgdecreet** omvat diverse diensten om langer thuis wonen mogelijk te maken, zoals lokale dienstencentra, diensten voor gezinszorg, oppashulp, thuisverpleging, diensten maatschappelijk werk van ziekenfondsen, dagverzorgingscentra, kortverblijf, herstelverblijven, assistentiewoningen en woonzorgcentra. Sociaal werkers in thuiszorgdiensten spelen een coördinerende en ondersteunende rol, ook voor mantelzorgers. Het aanbod kan maaltijden, poetsen, zorg, verpleging, vorming en ontmoeting omvatten, evenals vrijwilligersaanbod zoals oppashulp en de Minder Mobielen Centrale (MMC).
---
# Ondersteuning van personen met een beperking
Dit onderwerp behandelt de definitie van personen met een beperking, de bevoegde instanties en de diverse vormen van ondersteuning en hulpmiddelen die beschikbaar zijn.
### 4.1 Definitie van personen met een beperking
De definitie van een persoon met een beperking is gebaseerd op het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap, geratificeerd door België in 2009. Het verwijst naar "personen met langdurige fysieke, mentale, verstandelijke of zintuiglijke beperkingen die hen in wisselwerking met diverse drempels kunnen beletten volledig, daadwerkelijk en op voet van gelijkheid met anderen te participeren in de samenleving".
Hieronder vallen diverse groepen, waaronder:
* Personen met psychische problemen.
* Personen met leerstoornissen.
* Personen met een verstandelijke beperking.
* Personen met een fysieke of sensorische beperking (bijvoorbeeld slechtzienden, rolstoelgebruikers, slechthorenden).
* Personen die lijden aan een chronische of degeneratieve ziekte (zoals gewrichtsaandoeningen, diabetes, epilepsie, multiple sclerose, reuma).
De kern van de definitie ligt in de langdurige en belangrijke participatieproblemen die voortvloeien uit het samenspel tussen functiestoornissen (mentaal, psychisch, zintuiglijk), beperkingen in activiteitenuitvoering en persoonlijke/externe factoren.
### 4.2 Bevoegdheden en ondersteuning
Verschillende instanties zijn bevoegd voor de ondersteuning van personen met een beperking:
#### 4.2.1 Federale bevoegdheden
De FOD Directie-Generaal Personen met een Handicap is verantwoordelijk voor:
* Inkomen.
* Parkeerkaarten.
* Attesten.
#### 4.2.2 Vlaamse bevoegdheden
Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) richt zich op zorg en ondersteuning.
* **VAPH is geen directe hulpverlener:** Het VAPH biedt geen opvang of directe begeleiding aan individuen.
* **Subsidies en tussenkomsten:** Het VAPH verleent subsidies en tussenkomsten voor:
* Begeleiding en opvang.
* Hulpmiddelen en aanpassingen (via een refertelijst).
* Vergoedingen aan vergunde zorgaanbieders.
* Persoonsvolgende budgetten (PVB).
* Persoonlijk assistentiebudget (PAB).
#### 4.2.3 Andere domeinen van ondersteuning
Naast het VAPH zijn er ondersteuningsmogelijkheden in andere domeinen, zoals:
* G-sport (aangepaste sportactiviteiten).
* VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) voor tewerkstelling.
* Participatie en aangepaste sociale woningen.
* Vlaamse sociale bescherming.
### 4.3 Vormen van ondersteuning
De ondersteuning voor personen met een beperking kan worden onderverdeeld in rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) en niet rechtstreeks toegankelijke hulp (NRTH).
#### 4.3.1 Rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH)
RTH is hulp die zonder specifieke indicatiestelling of doorverwijzing door een hulpverlener kan worden aangevraagd.
* **Diensten ondersteuningsplan (DOP):** Deze diensten werken samen met de hulpvrager en diens netwerk om antwoorden op maat te vinden voor vragen en ondersteuningsnoden, en stellen een ondersteuningsplan op.
* **Bijstandsorganisaties:** Organisaties die individuele bijstand verlenen.
* **Groenezorginitiatieven:** Projecten die natuur en zorg combineren.
* **Organisaties voor vrijetijdszorg:** Faciliteren vrijetijdsactiviteiten.
* **Observatie, diagnose en behandeling (ODB-units):** Specifieke eenheden voor diagnostiek en behandeling.
#### 4.3.2 Niet rechtstreeks toegankelijke hulp (NRTH)
NRTH vereist doorgaans een indicatiestelling door een hulpverlener of instantie (bijvoorbeeld via een A-document) en is intensiever en gespecialiseerder.
**Voor minderjarigen:**
* **Persoonlijk assistentiebudget (PAB):** Financieel budget voor persoonlijke assistentie.
* **Multifunctioneel centrum (MFC):** Biedt diverse vormen van ondersteuning:
* **Begeleiding:** Pedagogische en psychosociale ondersteuning.
* **Dagopvang:** Schoolaanvullend of schoolvervangend.
* **Verblijf:** Opvang gedurende de nacht in een aangepaste omgeving.
**Voor meerderjarigen:**
* **Persoonsvolgend budget (PVB):** Een budget dat de persoon zelf kan besteden aan ondersteuning.
* **Cash:** Financiële tussenkomst.
* **Voucher:** Besteding via specifieke diensten.
* **Dagondersteuning:** Begeleiding en structuur gedurende de dag.
* **Woonondersteuning:** Hulp bij het wonen in een aangepaste omgeving.
* **Individuele ondersteuning:**
* **Psychosociaal:** Begeleiding bij psychische en sociale noden.
* **Praktisch:** Hulp bij dagelijkse taken.
* **Globaal:** Integrale ondersteuning.
* **Permanentie:** Beschikbaarheid voor dringende hulp of informatie.
### 4.4 Hulpmiddelen en aanpassingen
Er is een breed gamma aan hulpmiddelen en aanpassingen beschikbaar om de participatie en zelfstandigheid van personen met een beperking te bevorderen.
* **Hulpmiddelen:**
* **Motorische, visuele, auditieve en cognitieve handicaps:** Bijvoorbeeld een blindengeleide hond, een ringleiding voor slechthorenden.
* **Taal- en stemstoornissen:** Bijvoorbeeld een stemversterker.
* **Leerstoornissen:** Bijvoorbeeld ondersteuningssoftware voor mensen met leesproblemen.
* **Aanpassingen:** Dit kunnen aanpassingen zijn aan de omgeving of specifieke voorzieningen, zoals aanpassingen aan een auto (bijvoorbeeld een gas-aan-stuur-regeling).
### 4.5 Samenlevingsopbouw en participatie
Organisaties zoals SAAMO (8 erkende VZW's in Vlaanderen) zetten zich in voor samenlevingsopbouw en het aanpakken van uitsluiting. Zij werken vanuit een agogische opdracht (het samenbrengen van mensen in innovatieve projecten en buurtwerk) en een politieke opdracht (werken aan beleidsverbeteringen en publieke bewustwording).
### 4.6 Vrije tijd, sociaal-cultureel werk en jeugdwerk
* **Sociaal-cultureel werk voor volwassenen:** Centraal staan ontmoeting, niet-formeel leren, gemeenschapsvorming en maatschappelijk engagement. Het heeft een verbindende, kritische en laboratoriumrol, waarbij mensen worden samengebracht, aangespoord tot kritisch denken en experimenteren met antwoorden op maatschappelijke kwesties.
* **Jeugdwerk:** Wordt omschreven als groepsgericht sociaal-cultureel werk voor of door jongeren (3 tot 30 jaar) in de vrije tijd, gericht op hun algemene en integrale ontwikkeling. Het is divers en omvat verschillende werksoorten zoals landelijk georganiseerde jeugdverenigingen, bovenlokaal jeugdwerk en specifieke jeugdverenigingen voor kwetsbare jongeren of jongeren met een handicap.
### 4.7 Arbeidsmarkt en sociale economie
* **RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening):** Beheert het stelsel van werkloosheidsverzekering en andere uitkeringen, en bestrijdt oneigenlijk gebruik.
* **VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding):** Bevordert de werking van de arbeidsmarkt, helpt werkzoekenden en werknemers bij loopbaanontwikkeling, en heeft speciale aandacht voor kansengroepen.
* **Sociale economie:**
* **Maatwerkbedrijven:** Bieden werk op maat en ondersteund werken voor personen met een arbeidsbeperking.
* **Lokale Diensteneconomie initiatieven:** Vullen maatschappelijke noden in en creëren kansen voor personen die moeilijk aan de slag geraken (bv. sociaal restaurant).
* **Individueel maatwerk:** Werkgevers ontvangen een loon- en/of begeleidingspremie voor werknemers met een arbeidsbeperking.
* **Arbeidsmatige activiteiten:** Tijdelijke, onbetaalde activiteiten gericht op het ontwikkelen van latente functies van arbeid en het zetten van stappen naar betaalde arbeid.
### 4.8 Wonen
* **Sociale woonmaatschappijen:** Gaan woningen bouwen en verhuren aan mensen met een lager inkomen, met specifieke inkomens- en andere voorwaarden. Toewijzing gebeurt op basis van lokale binding, mantelzorgrelaties en wachttijd. Versnelde toewijzing is mogelijk voor specifieke doelgroepen.
* **Huurdersbond:** Komt op voor de belangen van zowel private als sociale huurders, biedt huuradvies en informeert over rechten en plichten.
### 4.9 Woonzorg
Het woonzorgdecreet omvat een reeks diensten en voorzieningen die ouderen en personen met een zorgnood ondersteunen:
* **Lokale dienstencentra:** Bieden diverse diensten aan zoals maaltijden, poetsdiensten en ondersteuning voor mantelzorgers.
* **Diensten voor gezinszorg en oppashulp:** Hulp aan huis.
* **Diensten voor thuisverpleging:** Medische verzorging aan huis.
* **Diensten maatschappelijk werk van ziekenfondsen:** Coördineren zorg en ondersteunen mantelzorgers.
* **Voorzieningen voor dagverzorging, kortverblijf en herstelverblijf:** Tijdelijke opvang en zorg.
* **Groepen van assistentiewoningen en woonzorgcentra:** Residentiële woonvormen met zorg en begeleiding.
* **Verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers:** Bieden ondersteuning, informatie en ontmoetingsmogelijkheden.
De sociale werkers binnen thuiszorgdiensten spelen een coördinerende rol, helpen bij de organisatie van de thuiszorg en ondersteunen mantelzorgers.
---
# Vrije tijd en werk
Dit onderwerp behandelt de rol van sociaal-cultureel werk, jeugdwerk, arbeidsbemiddelingsinstanties en de sociale economie binnen het bredere welzijnslandschap.
### 5.1 Sociaal-cultureel werk
#### 5.1.1 Kernaspecten van sociaal-cultureel werk
Sociaal-cultureel werk richt zich op diverse centrale aspecten:
* **Ontmoeting:** Het faciliteren van interacties tussen mensen en groepen.
* **Niet-formeel leren:** Leren buiten het traditionele onderwijssysteem, gericht op persoonlijke ontwikkeling en gemeenschapsvorming.
* **Gemeenschapsvorming:** Het opbouwen van verbindingen en cohesie binnen gemeenschappen.
* **Maatschappelijk engagement:** Het stimuleren van actieve deelname aan de samenleving en het bevorderen van burgerschap.
#### 5.1.2 De sector sociaal-cultureel werk
De sector omvat een aanzienlijk aantal organisaties en vrijwilligers:
* 131 sociaal-culturele organisaties.
* 180.000 vrijwilligers.
* 14.000 lokale groepen.
#### 5.1.3 Activiteiten en maatschappelijke opdracht
Het werk omvat diverse activiteiten, gericht op participatie, actief burgerschap en samenleven. De maatschappelijke opdracht van sociaal-cultureel volwassenenwerk kent drie hoofdfuncties:
* **Verbindende rol:** Mensen en groepen samenbrengen om wederzijds begrip en vertrouwen te vergroten, wat leidt tot groei als burgers in de samenleving.
* **Kritische rol:** Mensen aanzetten tot kritisch denken over maatschappelijke kwesties, ter bevordering van kritisch burgerschap.
* **Laboratoriumrol:** Experimenteren met innovatieve projecten en antwoorden op maatschappelijke uitdagingen, om zo maatschappelijke verandering te realiseren en ondernemend burgerschap te ontwikkelen.
#### 5.1.4 Organisaties binnen sociaal-cultureel werk
Diverse organisaties vallen onder deze sector:
* **Sociaal-culturele verenigingen:** Zoals Femma, Raak, Oxfam.
* **Etnisch-culturele federaties:** Bijvoorbeeld het Internationaal Comité.
* **Vormingscentra:** Zoals AVANSA (voorheen Vormingsplus), die vormingen aanbieden rond diverse thema's en samenwerken met andere centra.
* **Landelijke vormingscentra:** Gespecialiseerd in specifieke thema's zoals milieu of relaties.
* **Bewegingen:** Die mensen mobiliseren rond specifieke thema's, zoals klimaat.
### 5.2 Jeugdwerk
#### 5.2.1 Definitie en reikwijdte
Jeugdwerk wordt omschreven als "groepsgericht sociaal-cultureel werk op basis van niet-commerciële doelen voor of door de jeugd van drie tot en met dertig jaar, in de vrije tijd, onder educatieve begeleiding en ter bevordering van de algemene en integrale ontwikkeling van de jeugd die daaraan deelneemt op vrijwillige basis". Het is een diverse sector die meebeweegt met de noden van jongeren.
#### 5.2.2 Vlaamse jeugdwerkvormen
De Vlaamse jeugdwerksector kent verschillende werksoorten:
* **Landelijk georganiseerde jeugdverenigingen:** Deze begeleiden lokale verenigingen met activiteiten en vorming.
* **Verenigingen voor informatie en participatie:** Bieden informatie over kinderrechten, participatieprocessen en mediaproductie.
* **Cultuureducatieve verenigingen:** Stimuleren de artistieke creativiteit van kinderen.
* **Politieke jongerenbewegingen:** Vormen en stimuleren jongeren tot politieke participatie.
* **Intermediaire organisaties:** Gericht op belangenbehartiging en beleid.
#### 5.2.3 Bovenlokaal jeugdwerk
Dit omvat:
* **Bovenlokale open jeugdwerkingen:** Organiseren activiteiten op publieke, open toegankelijke plaatsen.
* **Ondersteunende organisaties:**
* **FORMAAT:** Bovenlokaal geprofessionaliseerde jeugdvereniging voor kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties, met activiteiten en vorming.
* **Uit de Marge:** Bovenlokaal geprofessionaliseerde jeugdvereniging voor kinderen en jongeren met een handicap, met activiteiten en vorming.
### 5.3 Instanties voor arbeidsbemiddeling en sociale economie
#### 5.3.1 Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA)
De RVA is een openbare instelling van Sociale Zekerheid die zich bezighoudt met:
* **Werkloosheidsverzekering en uitkeringen:** Toekennen van rechten op uitkeringen en bepalen van bedragen.
* **Loopbaanonderbreking en tijdskrediet:** Toekennen van rechten en geven van toestemming tot betaling van uitkeringen.
* **Bestrijding van oneigenlijk gebruik:** Controleren op misbruik van de werkloosheidsverzekering.
#### 5.3.2 Vlaamse dienst voor arbeidsbemiddeling (VDAB)
De VDAB bevordert de werking van de arbeidsmarkt in Vlaanderen en ondersteunt:
* **Werkzoekenden en werknemers:** Bij loopbaanontwikkeling.
* **Snellere jobbemiddeling:** Door samenwerking met andere dienstverleners.
* **Kansengroepen:** Met speciale aandacht.
* **Opleidingen:** Organiseren van diverse opleidingen.
#### 5.3.3 Sociale economie
Dit domein focust op organisaties die sociale en economische doelstellingen combineren:
* **Maatwerkbedrijven:** Bieden werk aan personen met een arbeidsbeperking in een aangepaste omgeving met ondersteuning op maat. Dit omvat werk op maat en ondersteund werken.
* **Lokale Diensteneconomie initiatieven:** De overheid bouwt een dienstenaanbod uit om lokale noden in te vullen en kansen te creëren voor personen die moeilijk aan werk geraken, zoals sociale restaurants of buurtgerichte kinderopvang.
* **Individueel maatwerk:** Werkgevers ontvangen een loon- en/of begeleidingspremie voor het aanwerven van personen met een arbeidsbeperking.
* **Arbeidsmatige activiteiten:** Tijdelijke, onbetaalde activiteiten gericht op het aanbieden van de latente functies van arbeid, met als doel stappen te zetten naar betaalde arbeid (bv. in een kringwinkel).
#### 5.3.4 Vakbonden en werkgeversorganisaties
* **Regionale dienstverlening:** Uitbetalingsinstellingen voor werkloosheid.
* **Beroepscentrales:** Bieden juridische bijstand bij individuele vragen over arbeidsovereenkomsten en nemen deel aan sociaal overleg.
* **Collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO's):** Sectorale CAO's worden afgesloten.
* **Werkgeversorganisaties:**
* VOKA (Vlaams netwerk van ondernemingen).
* UNIZO (voor zelfstandigen, KMO's en vrije beroepen).
* Boerenbond (beroepsorganisatie voor boeren en tuinders).
Deze organisaties behartigen de individuele en collectieve belangen van arbeiders en werkgevers.
---
# Wonen en woonzorg
Dit onderwerp behandelt de sociale woonmaatschappijen, de rol van de huurdersbond en de verschillende vormen van woonzorg.
### 6.1 Sociale woonmaatschappijen
Sociale woonmaatschappijen zijn recentelijk hervormd met belangrijke wijzigingen sinds 1 januari 2024. Kenmerkend is de fusie tot één maatschappij per werkingsgebied (bv. WIL, Woonboog, Leefgoed), waarbij sociale verhuurkantoren en bestaande sociale huisvestingsmaatschappijen zijn samengegaan.
Deze maatschappijen hebben twee kerntaken:
* **Woningen doorverhuren op de private huurmarkt:** Dit creëert meer opties voor huurders en bevordert een stabiele huurmarkt.
* **Sociale woningen bouwen voor verhuur:** Dit vergroot het aanbod aan betaalbare en kwalitatieve sociale woningen.
Er is een centraal inschrijvingsregister ingevoerd. Om in aanmerking te komen voor een sociale woning, gelden verschillende voorwaarden, waaronder:
* **Inkomensvoorwaarden:** Een middelentoets bepaalt de financiële draagkracht.
* **Andere voorwaarden:**
* Kennis van de Nederlandse taal.
* Eigendomsvoorwaarden.
* Inschrijving bij de VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding).
De toewijzing van sociale woningen gebeurt volgens een specifieke volgorde:
1. **Lokale binding met de gemeente:** Hoe langer iemand verbonden is aan de gemeente, hoe meer prioriteit.
2. **Mantelzorger zijn of mantelzorg ontvangen:** Dit stimuleert zorgrelaties binnen de gemeenschap.
3. **Periode op de wachtlijst:** De anciënniteit op de wachtlijst speelt een rol.
**Versnelde toewijzing** is mogelijk voor specifieke doelgroepen, zoals:
* Dak- en thuislozen.
* Personen met een psychische kwetsbaarheid.
* Jongeren in begeleid zelfstandig wonen.
* Slachtoffers van intrafamiliaal geweld.
* Personen die in slechte woonomstandigheden leven.
Er kan een **verplichte begeleiding** gekoppeld worden aan de toewijzing, afhankelijk van de specifieke situatie en de vastgelegde doelgroepen in een lokaal woonreglement. Dit beleid richt zich bijvoorbeeld op aangepaste woningen voor ouderen of personen met een beperking.
> **Tip:** De hervorming van de sociale woonmaatschappijen heeft geleid tot grotere, meer efficiënte entiteiten met een breder werkingsgebied. De nadruk ligt op een geharmoniseerde aanpak en een verbeterde dienstverlening aan huurders.
### 6.2 De huurdersbond
De Huurdersbond treedt op als een **tweede lijn** van dienstverlening voor zowel private als sociale huurders. Lidmaatschap vereist een jaarlijkse bijdrage.
De Huurdersbond behartigt de belangen van huurders en biedt ondersteuning op diverse gebieden:
* **Opkomen voor belangen van huurders:** De bond ijvert voor betere huurvoorwaarden en bescherming van huurdersrechten.
* **Vlaams huurdersplatform:** De organisatie maakt deel uit van een breder Vlaams netwerk dat de belangen van huurders op regionaal niveau vertegenwoordigt.
* **Geen dienst voor eigenaars en verhuurders:** De focus ligt uitsluitend op de huurders.
* **Huuradvies:** Biedt advies met betrekking tot zowel private als sociale huurcontracten.
* **Informeren over rechten en plichten:** Huurders worden geïnformeerd over hun juridische positie.
* **Opmaak documenten:** Assistentie bij het opstellen van huurgerelateerde documenten.
* **Wetgeving verduidelijken:** Uitleg over wetgeving omtrent opzeggingen, waarborgsommen en andere huurregels.
> **Tip:** Als huurder is het essentieel om je rechten en plichten te kennen. De Huurdersbond kan hierbij een waardevolle bron van informatie en ondersteuning zijn.
### 6.3 Woonzorg
Woonzorg combineert wonen met zorg en ondersteuning, en omvat een breed scala aan diensten en voorzieningen, gereguleerd door het **Woonzorgdecreet**.
Het aanbod binnen woonzorg omvat verschillende componenten:
* **Lokale dienstencentra (LDC):** Centra die een verscheidenheid aan diensten aanbieden voor ouderen en hulpbehoevenden, zoals maaltijden, poetsdiensten, ontmoetingsmogelijkheden en vorming.
* **Diensten voor gezinszorg:** Ondersteuning aan huis bij dagelijkse taken, zoals persoonlijke verzorging en huishoudelijke hulp.
* **Diensten voor oppashulp:** Tijdelijke opvang en zorg, vaak ter ontlasting van mantelzorgers.
* **Diensten voor thuisverpleging:** Medische zorg en verpleegkundige handelingen aan huis.
* **Diensten maatschappelijk werk van ziekenfondsen:** Begeleiding bij ziekte, handicap of ouderdom, inclusief hulp bij het organiseren van thuiszorg en ondersteuning van mantelzorgers.
* **Diensten voor gastopvang:** Tijdelijke opvang in een gezinsomgeving.
* **Centra voor dagverzorging, kortverblijf en herstelverblijf:** Dagopvang, tijdelijk verblijf voor respijtdoeleinden of herstel na ziekte.
* **Groepen van assistentiewoningen:** Aangepaste zelfstandige wooneenheden met toegang tot zorg- en ondersteuningsdiensten.
* **Woonzorgcentra (rusthuizen):** Verblijf met permanente zorg en begeleiding voor ouderen die niet langer thuis kunnen wonen.
* **Verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers:** Ondersteuningsgroepen en belangenbehartiging voor mantelzorgers en gebruikers van woonzorgdiensten.
**Concreet hulpaanbod binnen woonzorg:**
* **Maaltijden, poetsen, etc.:** Basis huishoudelijke en dagdagelijkse ondersteuning.
* **Ondersteuning mantelzorgers:**
* Mantelzorgpremies.
* Mantelzorgcafés voor ontmoeting en informatie-uitwisseling.
* **Zorg:** Verzorging en verpleging, zowel thuis als in residentiële settings.
* **Vorming en ontmoeting:** Thema's zoals dementie, lotgenotencontact en activiteiten in lokale dienstencentra.
* **Vrijwilligersaanbod:** Oppashulp, MinderMobielenCentrale (MMC) voor vervoer, en klusjesdiensten.
**Rol van sociaal werkers in thuiszorgdiensten:**
Sociaal werkers in deze diensten nemen voornamelijk een **coördinerende rol** op zich, helpen bij de organisatie van de thuiszorg en bieden ondersteuning aan mantelzorgers.
> **Tip:** Het woonzorglandschap is complex en divers. Het is belangrijk om tijdig de nodige informatie in te winnen om de meest geschikte ondersteuning te vinden voor uzelf of uw naasten.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Asielzoeker | Een persoon die internationale bescherming aanvraagt in een ander land en wacht op de beslissing over zijn aanvraag. Dit is een voorlopige status die voorafgaat aan de erkenning als vluchteling of de afwijzing van de aanvraag. |
| Fedasil | Het federaal agentschap dat instaat voor de opvang van asielzoekers in België. Fedasil beheert een aantal opvangcentra, zowel eigen centra als centra die uitbesteed zijn aan partners zoals het Rode Kruis. |
| Bed, bad, brood | Een regeling die voorziet in basisbehoeften zoals onderdak, hygiëne en voeding voor personen die geen recht meer hebben op reguliere opvang en toch in België verblijven. |
| Lokaal opvanginitiatief (LOI) | Opvanginitiatieven die door gemeenten worden beheerd, vaak in samenwerking met het OCMW. Deze initiatieven zijn doorgaans kleiner, bieden meer privacy en autonomie, en kunnen ook niet-begeleide minderjarigen opvangen. |
| Inburgeringstraject | Een gestructureerd programma dat nieuwkomers helpt bij hun integratie in de samenleving, door middel van taalonderwijs, maatschappelijke oriëntatie en ondersteuning bij tewerkstelling of participatie. |
| Maatschappelijke oriëntatie | Een onderdeel van het inburgeringstraject dat nieuwkomers informeert over de Belgische samenleving, de culturele normen, de sociale voorzieningen en de rechten en plichten van burgers. |
| Sociaal tolk – vertaler | Professionele tolken en vertalers die ingezet worden om communicatieproblemen te overbruggen tussen mensen die verschillende talen spreken, bijvoorbeeld in sociale dienstverlening of bij contacten met overheden. |
| Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) | Een organisatie die brede welzijnsdiensten aanbiedt aan diverse doelgroepen, waaronder hulp bij dak- en thuisloosheid, relationele problemen, geweld en psychisch welzijn. |
| Leefloon | Een financiële uitkering die door het OCMW wordt verstrekt aan personen die niet over voldoende bestaansmiddelen beschikken om een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. |
| Sociaal beleid | Het geheel van maatregelen en acties die een overheid onderneemt om het welzijn van haar burgers te bevorderen, kansenongelijkheid te bestrijden en sociale rechtvaardigheid te realiseren. |
| Preventie | Acties gericht op het voorkomen van ziekten, problemen of ongevallen, en het bevorderen van gezondheid en welzijn op individueel en maatschappelijk niveau. |
| Curatieve zorg | Zorg gericht op het genezen van ziekten, het behandelen van aandoeningen en het herstellen van de gezondheid na ziekte of letsel. |
| Palliatieve zorg | Zorg die gericht is op het verlichten van lijden en het verbeteren van de levenskwaliteit van patiënten met een levensbedreigende ziekte, met nadruk op comfort en ondersteuning voor de patiënt en diens naasten. |
| Gezondheidskloof | Het verschil in gezondheidstoestand en levensverwachting tussen verschillende sociaaleconomische groepen, waarbij mensen met een lager inkomen vaak slechtere gezondheidsuitkomsten hebben. |
| Nomenclatuur | Een gestandaardiseerde lijst van medische prestaties en verstrekkingen, die als basis dient voor de terugbetaling door de ziekteverzekering. |
| Geconventioneerd – Niet geconventioneerd | Een onderscheid tussen zorgverstrekkers die zich gehouden hebben aan de officiële tarieven (geconventioneerd) en zij die dat niet doen (niet-geconventioneerd), wat invloed heeft op de terugbetaling door de ziekteverzekering. |
| Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) | Instellingen die ambulante geestelijke gezondheidszorg aanbieden aan kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen, met multidisciplinaire teams voor diagnostiek, behandeling en begeleiding. |
| Psychiatrisch ziekenhuis | Een instelling die gespecialiseerde medische zorg, diagnostiek en behandeling biedt aan personen met ernstige psychische aandoeningen, zowel residentieel als ambulant. |
| Psychiatrisch verzorgingstehuis (PVT) | Een woonvorm voor volwassenen en ouderen met een langdurige psychiatrische problematiek, die continue zorg en begeleiding biedt in een beschermde omgeving. |
| Beschut wonen | Een woonvorm voor volwassenen met een complexe en langdurige psychiatrische problematiek, waarbij begeleiding gekoppeld is aan huisvesting, zowel individueel als in groep. |
| Artikel 107 | Een bepaling in de ziekenhuiswet die de afbouw van ziekenhuisbedden stimuleert ten gunste van de vermaatschappelijking van de zorg, door de ontwikkeling van zorgcircuits en netwerken. |
| Leersteundecreet | Een decreet dat tot doel heeft de maximale ontplooiing, leerwinst en participatie van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften te bevorderen, en de competenties van leraren in het gewoon onderwijs te versterken. |
| Leersteuncentra | Organisaties die expertise aanbieden op het gebied van onderwijs, handicapspecifieke zorg, inclusie en coaching, om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften te ondersteunen in het gewoon onderwijs. |
| Kind en Gezin | Een Vlaamse organisatie die zich inzet voor het welzijn van elk kind en actieve bijdrage levert aan gezinsondersteuning, kinderopvang en adoptie. |
| Integrale jeugdhulp | Een samenwerkingsverband van verschillende jeugdhulpverleningsdiensten die zich richten op minderjarigen en hun omgeving, met als doel een tijdige, continue en krachtgerichte hulpverlening te garanderen. |
| Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (RAJ) | Jeugdhulp die zonder tussenkomst van een toegangspoort kan worden ingeschakeld, zoals centra voor algemeen welzijnswerk (CAW) en JAC, voor algemene hulpvragen en kortdurende ondersteuning. |
| Niet rechtstreeks toegankelijke hulp (NRTH) | Gespecialiseerde en intensieve jeugdhulp die enkel kan worden ingezet met akkoord van de intersectorale toegangspoort en de tussenkomst van een hulpverlener, vaak bij ernstige problemen of gevaar. |
| Gemandateerde voorziening (GV) | Een organisatie die de bevoegdheid heeft om hulpverlening op te starten of voort te zetten, ook als er weerstand is van de cliënt, en kan doorverwijzen naar het jeugdparket bij weigering of niet meewerken. |
| Gerechtelijke jeugdhulp | Jeugdhulp die door de jeugdrechter wordt opgelegd, bijvoorbeeld na een delict door een minderjarige, of wanneer de minderjarige zich in een onveilige situatie bevindt en vrijwillige hulp niet mogelijk is. |
| Personen met een beperking | Personen die door een langdurige fysieke, mentale, verstandelijke of zintuiglijke beperking in hun participatie in de samenleving worden belemmerd, ondanks inspanningen om drempels weg te nemen. |
| Vlaams Agentschap voor personen met een handicap (VAPH) | Een Vlaamse overheidsinstantie die instaat voor de financiering van zorg en ondersteuning voor personen met een handicap, zoals persoonsvolgende budgetten en hulpmiddelen. |
| Persoonsvolgende budgetten (PVB) | Financiële middelen die door het VAPH worden toegekend aan personen met een handicap, waarmee zij zelf de nodige zorg en ondersteuning kunnen inkopen. |
| Dienst ondersteuningsplan (DOP) | Een dienst die personen met een hulpvraag, samen met hun netwerk, ondersteunt bij het opstellen van een plan op maat voor hun ondersteuningsnoden. |
| Hulpmiddelen | Materiële voorzieningen die personen met een beperking helpen om activiteiten uit te voeren, hun zelfredzaamheid te vergroten en hun participatie in de samenleving te bevorderen. |
| Samenlevingsopbouw | Een aanpak die gericht is op het bestrijden van uitsluiting en het bevorderen van sterke buurten en collectief burgerschap door middel van projectwerk en buurtwerk. |
| Sociaal-cultureel werk | Een sector die volwassenen samenbrengt voor ontmoeting, informeel leren, gemeenschapsvorming en maatschappelijk engagement, met zowel een verbindende, kritische als een laboratoriumrol. |
| Jeugdwerk | Een brede en diverse sector die zich richt op jongeren van 3 tot 30 jaar, door groepsgerichte sociaal-culturele activiteiten aan te bieden ter bevordering van hun algemene en integrale ontwikkeling. |
| Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) | Een openbare instelling die verantwoordelijk is voor de uitbetaling van werkloosheidsuitkeringen, het beheer van tijdskredieten en de bestrijding van oneigenlijk gebruik van de werkloosheidsverzekering. |
| Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB) | Een organisatie die de arbeidsmarkt in Vlaanderen bevordert door werkzoekenden en werknemers te helpen bij hun loopbaanontwikkeling en hen te koppelen aan jobs, met speciale aandacht voor kansengroepen. |
| Sociale economie | Een economisch model dat gericht is op het creëren van werkgelegenheid en het invullen van maatschappelijke noden, met initiatieven zoals maatwerkbedrijven en lokale diensteneconomie. |
| Maatwerkbedrijven | Bedrijven die mensen met een arbeidsbeperking tewerkstellen in een aangepaste omgeving, met begeleiding op maat, om hen een activiteit te laten uitoefenen die bij hun capaciteiten past. |
| Vakbond | Een organisatie die de individuele en collectieve belangen van werknemers behartigt, onder andere door juridische bijstand te verlenen en deel te nemen aan sociaal overleg. |
| Werkgeversorganisaties | Organisaties die de belangen van werkgevers vertegenwoordigen, zoals VOKA, UNIZO en Boerenbond, en zich inzetten voor een gunstig ondernemingsklimaat. |
| Sociale woonmaatschappijen | Organisaties die instaan voor de bouw en verhuur van sociale woningen, en het beheer van sociale verhuurkantoren, om betaalbare huisvesting te garanderen voor personen met een beperkt inkomen. |
| Huurdersbond | Een organisatie die opkomt voor de belangen van huurders in zowel de private als de sociale huurmarkt, door advies te verlenen, informatie te geven over rechten en plichten, en te bemiddelen bij geschillen. |
| Woonzorgdecreet | Een decreet dat de organisatie en financiering van woonzorgvoorzieningen regelt, zoals lokale dienstencentra, thuisverpleging, dagverzorgingscentra en woonzorgcentra. |
| Lokale dienstencentra (LDC) | Centra die een breed scala aan diensten aanbieden aan ouderen en mantelzorgers, zoals maaltijden, poetsdiensten, vorming, ontmoeting en ondersteuning. |
| Mantelzorger | Een persoon die onbetaald zorg verleent aan een familielid, vriend of kennis met een zorgbehoefte, vaak naast andere verantwoordelijkheden zoals werk of gezin. |