Cover
Börja nu gratis Urkesh.docx
Summary
# Algemene informatie en geschiedenis van Urkesh
Dit onderwerp biedt een overzicht van de locatie, de stichting, de vroege bewoning en de chronologische ontwikkeling van Urkesh, inclusief de geschiedenis van de opgravingen.
## 1.1 Locatie en stichting van Urkesh
Urkesh, ook bekend als Tell Mozan, is gelegen in het noordoosten van Syrië, nabij de Khabbour-rivier. De stad werd in het vierde millennium v.o.t. gesticht door de Hurrieten, die er een belangrijk religieus centrum van maakten. Vondsten dateren echter al uit de Halafperiode, wat wijst op een langere bewoningsgeschiedenis voorafgaand aan de Hurritische periode. De grootste expansie van de stad vond plaats in het derde millennium v.o.t.
## 1.2 Opgravingsgeschiedenis
De site werd voor het eerst ontdekt door Max Mallowan en Agatha Christie. Hun onderzoek werd beëindigd door de vermoeden van Romeinse occupatie. In 1984 startten Giorgio Buccellati en Marilyn Kelly-Buccellati opgravingen voor UCLA, waarbij delen van de tell, het koninklijk paleis, de tempel en het tempelterras werden blootgelegd. De burgeroorlog in Syrië in 2011 dwong de opgravingen tot een stopzetting, maar het Urkesh Extended Project blijft zich inzetten voor het behoud van de site.
## 1.3 Architectuur
### 1.3.1 De tell
De tell van Urkesh is 130 hectare groot en 28 meter hoog, met een terrasvormige structuur. Het paleis grenst aan de plaza, en op een hoger gelegen terras bevindt zich de tempel. De site was ommuurd door de Reventment Wall. In het westen stopte de plaza vanwege het overstromingsgebied; hier werden voorzorgsmaatregelen genomen zoals de aanleg van een stenen en kleihelling om de oeverwal te beschermen. De indeling en structurele samenhang van de tell, behouden sinds het derde millennium v.o.t., droegen bij aan een indrukwekkende architectonische ervaring voor bezoekers, van de plaza tot de monumentale tempeltrap.
### 1.3.2 Het koninklijk paleis
Het koninklijk paleis van Urkesh, ontdekt in de jaren negentig, werd aanvankelijk aangezien voor een opslagplaats vanwege de vele kamers en zegels. Nader onderzoek toonde aan dat het het paleis van koning Tupkesh en koningin Uqnitum was, zoals blijkt uit inscripties op zegels. Na Tupkesh werd het paleis ook gebruikt door koningin Ta’ram-Agade, de dochter van koning Naram-sin. Het paleis, gebouwd met mudbrick en een stenen fundering, dateert uit het derde millennium v.o.t.
Er werd tevens een ronde ondergrondse kamer gevonden, de Hurritische *ābi*. Deze kamer was afgesloten voor daglicht en had een voorliggende vierkante kamer met een trap. De *ābi* had waarschijnlijk een religieuze functie, mogelijk als doorgang naar de onderwereld. Hier werden geesten opgeroepen die door een vrouwelijk medium moesten worden vertaald. De *ābi* kende drie bouwfases en dateert rond 2300 v.C.
### 1.3.3 De tempel: Temple BA
De Tempel BA, gedateerd rond 2400 v.o.t., bevindt zich op een hoger terras dan het paleis, wat een scheiding tussen het aardse en goddelijke symboliseerde. De tempel was waarschijnlijk gewijd aan de god Kumarbi. Het rechthoekige gebouw had een altaar in het midden en vermoedelijk een zadeldak. De ingang bevond zich aan de lange zijde, en de tempel stond op een fundering van mudbricks en stenen. Belangrijke vondsten hier zijn de leeuw van Tish-atal en het funderingstablet. De asymmetrische trap van de tempel creëerde een perspectief van disaxialiteit, wat contrasteerde met de ziggoerats.
## 1.4 Sociale structuur
De koning bezat de grootste politieke, economische en sociale macht in Urkesh, wat blijkt uit het grote aantal koninklijke zegels. Ook de koningin bekleedde een belangrijke positie met aanzienlijke macht. Het koninklijk hof oefende macht uit op ritueel en symbolisch vlak, ondersteund door priesters. Daaronder bevonden zich ambachtslieden, landbouwers en het gewone volk.
## 1.5 Economie
Urkesh's economie profiteerde van de strategische ligging aan de Khabbour-rivier en de verbindingen met het noorden. Er zijn zegels gevonden die vanuit Urkesh naar het noorden werden geëxporteerd, herkenbaar aan hun iconografie en stijl. Obsidiaan en koper, gevonden op de site, werden voornamelijk uit Anatolië geïmporteerd. Sites aan de rivier, waaronder Urkesh, vertonen concentraties aardewerk uit de Halafperiode. Vanaf fase drie en vier werd dit aardewerk geïmiteerd, wat mogelijk duidt op een groeiend etnisch bewustzijn bij de bewoners.
## 1.6 Materiële cultuur
### 1.6.1 Zegels
In de opslagplaats van het paleis werden zegels gevonden, zowel met als zonder inscriptie. Zegels met inscripties behoorden tot de koning, koningin en het hof en dienden voor administratieve doeleinden, zoals het verzegelen van kruiken. Ze dienden ook om de identiteit en macht van het koninklijk hof te etaleren. Sommige zegels vertonen Akkadische stijl.
### 1.6.2 Het funderingstablet
Dit tablet wordt beschouwd als de oudst bekende Hurritische tekst. Het vermeldt dat de koning van Urkesh de stichter is van een tempel gewijd aan de god Nergal. Het tablet dateert rond 200 v.C. en werd gevonden samen met de bronzen leeuw van Tish-Atal, de koning die de bouw opdroeg.
### 1.6.3 Kleitabletten
Een aanzienlijk aantal kleitabletten, voornamelijk administratieve documenten zoals belastingen en goederenlijsten, is gevonden in Urkesh. Deze dateren rond 2400-2000 v.o.t. en kwamen uit het paleiscomplex. De meeste zijn in het Akkadisch geschreven, maar ook in het Hurritisch, wat de belang van de Hurritische taal aantoont.
### 1.6.4 Dierenbeeldjes
Ongeveer 300 dierenbeeldjes zijn gevonden in Urkesh, daterend uit het derde millennium. Deze zijn naturalistisch en realistisch vormgegeven, met paarden, leeuwen, schapen, geiten en honden als meest voorkomende dieren.
### 1.6.5 Vondsten uit de ābi
In de *ābi* werd een antropomorf vrouwenbeeldje gevonden. Het naakte beeldje met een vervormde mond vertegenwoordigt waarschijnlijk het vrouwelijke medium dat de boodschappen van de onderwereldgeesten vertaalde. Het beeldje is een klein oliekruikje. Er werd ook een klein vat in de vorm van een varken gevonden, wat overeenkomt met de botresten van biggen die als offer in de *ābi* werden gebruikt.
### 1.6.6 Andiron
Een *andiron* (vuurhond of -bok) werd in de haard gebruikt als ondersteuning voor brandhout, wat zorgde voor betere luchttoevoer en verbranding. Deze keramische objecten, vaak versierd met antropomorfe of dierlijke figuren, werden in de Khabur-periode (1800-1600 v.C.) gebruikt en hadden een connectie met huiselijk en ritueel gebruik.
## 1.7 Religie en begraving
Urkesh was een belangrijk religieus centrum, mede doordat volgens mythes de god Kumarbi er resideerde. Kumarbi, de vader van de goden, is bekend uit de Kumarbijsche cyclus. De Hurritische religie had een grote invloed op de Hettitische religie en het bredere Mesopotamische pantheon. Kuilen speelden een centrale rol in de Hurritische religie voor offers en communicatie met de doden en goden; de *ābis* worden verondersteld deze kuilen te zijn. Vrouwen werden als moedergodin vereerd, wat vaak terugkomt in hun afbeeldingen.
Vanaf fase vier werden begraafplaatsen aangetroffen, met name graven uit de Khabur-periode in het tempelgebied. Na de verlatenheid van het paleis werd het gebruikt voor begrafenissen tijdens de Isin-Larsa cultuur (2000-1900 v.o.t.) en de Oud-Babylonische cultuur (1900-1600 v.o.t.). Er werden diverse begrafenisrituelen toegepast, zoals kuilbegravingen en crematies, meestal in enkelvoudige, maar soms ook in meervoudige graven. Standaard grafgiften zoals aardewerk, bronzen voorwerpen, gereedschappen en sieraden werden meegegeven.
## 1.8 Verwoesting
In het tweede millennium v.o.t. nam de bevolking van Urkesh sterk af; de stad beperkte zich tot de top van de tell. Mari en later Mitanni oefenden politieke controle uit, en rond 1300 v.o.t. werd de stad verlaten. Ondanks buitenlandse overheersing bleef Urkesh een Hurritische stad, wat blijkt uit het continue gebruik van de tempel en verzet tegen gouverneurs van Mari. De sterke Hurritische religieuze identiteit van de stad, minder aantrekkelijk voor volkeren zoals de Assyriërs, kan mede hebben bijgedragen aan het verlaten van de stad.
---
# Architectuur en stedenbouw van Urkesh
Dit deel van de studie behandelt de architectonische structuur en de stedelijke indeling van de oude stad Urkesh, met speciale aandacht voor de tell, het koninklijk paleis en de Temple BA.
### 3.1 De tell van Urkesh
De tell, of kunstmatige heuvel, van Urkesh, ook bekend als Tell Mozan, is een imposant complex van ongeveer 130 hectare groot en 28 meter hoog. De structuur kenmerkt zich door een systeem van terrassen. Centraal in deze indeling bevinden zich het koninklijk paleis en de plaza, die grenzen aan elkaar. Op een hoger gelegen terras is de tempel (Temple BA) gesitueerd, wat de hiërarchische en sacrale indeling van de stad benadrukt. De gehele site werd omringd door de Reventment Wall.
In het westelijke deel van de tell eindigt de plaza abrupt. Dit komt doordat dit gebied oorspronkelijk een overstromingsgebied was. Om de stad te beschermen, werden er slimme voorzorgsmaatregelen genomen, waaronder de aanleg van een stenen helling, bedekt met een kleihelling, om de oeverwal te verstevigen en te beschermen.
De structurele samenhang en de indeling van de tell, zoals die zich ontwikkelde in het derde millennium v.o.t., bleven door de eeuwen heen grotendeels onveranderd en werden continu onderhouden. Deze zorgvuldige planning was bedoeld om bezoekers, die op weg waren naar de tempel, al te imponeren met de monumentale structuren zoals de plaza en de monumentale trap. De integrale beleving van deze functionele elementen samen creëerde een overweldigende ervaring.
### 3.2 Het koninklijk paleis
Het koninklijk paleis van Urkesh werd in de jaren negentig van de vorige eeuw ontdekt. Aanvankelijk werd het aangezien voor een opslagplaats vanwege de vele kamers en vondsten van zegels. Verdere opgravingen onthulden echter de ware omvang en functie als het paleis van koning Tupkesh en koningin Uqnitum, wat bleek uit inscripties op de gevonden zegels. Na Tupkesh werd het paleis ook gebruikt door koningin Ta’ram-Agade, de dochter van koning Naram-sin. Het paleis, gedateerd uit het derde millennium voor Christus, is gebouwd met moddersteen (mudbrick) op een stenen fundering.
Nabij het koninklijk paleis werd een ronde ondergrondse kamer ontdekt, die de Hurrietische naam ābi draagt. Deze kamer was afgesloten voor daglicht en had een vierkante voorruimte met een trap die ernaartoe leidde. Er wordt aangenomen dat de ābi een religieuze functie had en mogelijk diende als een doorgang naar de onderwereld. In deze ruimte werden vermoedelijk geesten opgeroepen, wier onduidelijke boodschappen door een vrouwelijk medium werden vertaald. De ābi kende drie bouwfases en dateert van rond 2300 v.C.
> **Tip:** De ābi wordt beschouwd als een potentieel voorbeeld van de in Hurrietische religieuze teksten genoemde "putten" die gebruikt werden voor communicatie met de doden en goden.
### 3.3 De tempel: Temple BA
De Temple BA, gedateerd rond 2400 v.o.t., bevindt zich op een hoger gelegen terras dan het paleis. Deze positionering creëerde een symbolische scheiding tussen het aardse en het goddelijke domein. Volgens archeologische analyses was de tempel waarschijnlijk gewijd aan de godheid Kumarbi.
De tempel heeft een rechthoekige plattegrond met een altaar in het midden. Het dak was waarschijnlijk een zadeldak. De ingang van de tempel bevond zich aan de lange zijde. De gehele structuur stond op een fundament van moddersteen en steen. Belangrijke archeologische vondsten uit de tempel zijn onder meer de leeuw van Tish-atal en een funderingstablet.
De structurele samenhang van het tempelcomplex is ook zichtbaar in de asymmetrische trap naar de tempel. Deze trap zorgde voor een perspectiefwisseling, waardoor de tempel steeds vanuit een ander oogpunt werd ervaren. Dit stond in contrast met de meer geometrische en symmetrische bouwstijlen die vaak werden aangetroffen bij bijvoorbeeld ziggurats.
---
# Sociale structuur, economie en materiële cultuur
Deze secties beschrijven de sociale hiërarchie, economische activiteiten zoals handel en landbouw, en de diverse materiële vondsten zoals zegels, kleitabletten en dierenbeeldjes in Urkesh.
### 3.1 Sociale structuur
De sociale structuur in Urkesh was hiërarchisch, met de koning aan de top van de machtspiramide. De koning had de hoogste autoriteit op politiek, economisch en sociaal vlak, wat blijkt uit de overvloed aan koninklijke zegels. De koningin speelde ook een significante rol, met een eigen reeks zegels die duiden op aanzienlijke macht. De macht van het koninklijke hof werd niet alleen politiek en economisch uitgeoefend, maar ook ritueel en symbolisch. De koninklijke familie werd bijgestaan door priesters. Verder naar beneden in de sociale orde bevonden zich de ambachtslieden, gevolgd door de landbouwers en het gewone volk.
### 3.2 Economie
De economie van Urkesh profiteerde sterk van zijn strategische ligging. De aanwezigheid van de rivier de Khabbour was cruciaal voor economische activiteiten, evenals de algemene geografische positie die verbindingen met het noorden faciliteerde. Er zijn zegels uit Urkesh gevonden in andere regio's, wat duidt op een actief handelsnetwerk. Onderzoek suggereert dat obsidiaan en koper, gevonden op de site, voornamelijk afkomstig waren uit Anatolië.
Aardewerk uit de Halafperiode, gevonden langs de rivier, werd later (tijdens fase drie en vier, ca. 2200-1900 v.o.t.) geïmiteerd door de bewoners van Urkesh. Dit zou kunnen wijzen op een groeiend bewustzijn van hun etnische achtergrond onder de bevolking.
### 3.3 Materiële cultuur
De materiële cultuur van Urkesh wordt weerspiegeld in een breed scala aan vondsten, die inzicht geven in het dagelijks leven, bestuur, religie en handel.
#### 3.3.1 Zegels
Een aanzienlijk aantal zegels is gevonden, met name in de opslagplaatsen van het paleis. Deze zegels varieerden van die met inscripties tot die zonder. Zegels met inscripties behoorden toe aan de koning, koningin en het koninklijke hof en dienden een administratieve functie, zoals het verzegelen van kruiken. Ze waren ook een middel om de identiteit en macht van het koninklijke hof te etaleren. Sommige zegels vertonen Akkadische stijlen.
#### 3.3.2 Het funderingstablet
Het funderingstablet is bekend als de oudste bekende Hurritische tekst. Het documenteert de stichting van een tempel voor de god Nergal door de koning van Urkesh. Het tablet dateert rond 200 v.C. en werd gevonden samen met de bronzen leeuw van Tish-Atal, de koning die de bouw had opgedragen.
#### 3.3.3 Kleitabletten
Een aanzienlijk aantal kleitabletten is in Urkesh aangetroffen, voornamelijk administratieve documenten die betrekking hadden op belastingen en goederenlijsten. Deze dateren uit circa 2400-2000 v.o.t. en komen uit het paleiscomplex. De meeste tabletten zijn in het Akkadisch geschreven, maar een aantal in het Hurrietisch, wat de belangrijkheid van de Hurritische taal benadrukt.
#### 3.3.4 Dierenbeeldjes
Ongeveer 300 dierenbeeldjes zijn in Urkesh gevonden. Deze beeldjes zijn opmerkelijk natuurlijk en realistisch vervaardigd. De meest voorkomende dieren die worden afgebeeld zijn paarden, leeuwen, schapen, geiten en honden. Deze beeldjes dateren uit het derde millennium.
#### 3.3.5 Vondsten uit de ābi
In de speciale ondergrondse kamer, de ābi, zijn opvallende artefacten gevonden. Daaronder bevindt zich een antropomorf vrouwenbeeldje dat naakt is afgebeeld met een vervormde mond. Dit wordt geïnterpreteerd als een representatie van een vrouwelijk medium dat boodschappen van de geesten van de onderwereld moest vertalen. Dit beeldje functioneerde als een klein oliekruikje. Verder is er een klein vaatwerk in de vorm van een varken gevonden, wat overeenkomt met botresten van biggen die als offer in de ābi werden gebruikt.
#### 3.3.6 Andiron
Een andiron, ook wel vuurhond of –bok genoemd, werd gebruikt in de haard als ondersteuning voor brandhout, wat zorgde voor een betere luchttoevoer en verbranding. Deze objecten zijn keramisch en vaak gedecoreerd met antropomorfe of dierlijke figuren. Ze worden geassocieerd met huiselijk en ritueel gebruik en werden toegepast tijdens de Khabur-periode (1800-1600 v.C.).
> **Tip:** De analyse van de materiële cultuur, zoals zegels, tabletten en beeldjes, biedt directe inzichten in de administratieve structuren, economische netwerken en religieuze overtuigingen van de samenleving in Urkesh.
---
# Religie, begrafenisrituelen en de ondergang van Urkesh
Dit onderwerp onderzoekt de religieuze overtuigingen, de rol van godheden en rituelen, begrafenispraktijken en de uiteindelijke verlating van de stad Urkesh.
### 4.1 Religieuze overtuigingen en godheden
Urkesh was een belangrijk religieus centrum, mede omdat de godheid Kumarbi er volgens mythes woonde. Kumarbi wordt beschouwd als de vader van alle goden en is met name bekend uit de Kumarbisched cycli, een reeks epen die de strijd om de heerschappij over de hemel tussen goden beschrijven. De Hurritische religie heeft een aanzienlijke invloed gehad op zowel de Hittitische religie als het bredere Mesopotamische pantheon.
### 4.2 Rituelen en de rol van water
Putten speelden een centrale rol in de Hurritische religie. Men geloofde dat men via deze putten offers kon brengen en zo kon communiceren met zowel de doden als de goden. Onderzoekers veronderstellen dat de zogenaamde 'ābi's, de ronde ondergrondse kamers die in Urkesh zijn gevonden, deze functionele putten waren. De vrouw bekleedde een belangrijke positie in de Hurritische samenleving, vaak afgebeeld als moedergodin, wat haar centrale rol symboliseerde.
### 4.3 Begrafenispraktijken
Vanaf fase vier van de stadsgeschiedenis worden begraafplaatsen gevonden, waarbij de graven uit de Khabur-periode (ongeveer 1800-1600 v.o.t.) de meeste informatie verschaffen. In deze periode werden de doden binnen het tempelgebied begraven. Na de verlating van het koninklijk paleis, werd dit complex gebruikt voor begrafenissen, gedurende twee periodes: de Isin-Larsa cultuur (2000-1900 v.o.t.) en de Oud-Babylonische cultuur (1900-1600 v.o.t.).
Gedurende alle periodes kwamen verschillende begrafenisrituelen voor, waaronder kuilbegravingen en crematies. Meestal ging het om enkelvoudige graven, maar soms werden ook meervoudige graven aangetroffen. Het openen van een dergelijk graf werd beschouwd als onderdeel van het begrafenisritueel. Standaard grafgiften omvatten aardewerk, bronzen voorwerpen, gereedschappen en sieraden.
> **Tip:** De ligging van begraafplaatsen en de aard van de grafgiften kunnen veel onthullen over de sociale status en religieuze overtuigingen van de overledenen.
### 4.4 De ondergang en verlating van Urkesh
In het tweede millennium v.o.t. nam de bevolking van Urkesh aanzienlijk af, waarbij de bewoning zich beperkte tot de top van de tell. Later kwam de stad onder politieke controle van Mari, en vervolgens van Mitanni. In 1300 v.o.t. werd de stad definitief verlaten.
Ondanks de buitenlandse heerschappij behield Urkesh een sterk Hurritisch karakter. Dit blijkt uit het voortdurende gebruik van de tempel en het verzet tegen de gouverneur van Mari, zoals beschreven in diens brieven. De uiteindelijke verlating van de stad kan worden toegeschreven aan het uitgesproken Hurritische karakter van de religieuze gebouwen, wat mogelijk minder aantrekkelijk was voor andere volkeren, zoals de Assyriërs.
> **Voorbeeld:** Het verzet tegen de gouverneur van Mari toont aan dat de bevolking van Urkesh ondanks externe politieke druk vasthield aan hun culturele en religieuze identiteit.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Tell | Een kunstmatige heuvel die ontstaat door de opeenhoping van menselijke bewoning en afval over lange perioden, typisch in het Nabije Oosten. |
| Hurrieten | Een oud volk dat zich in het derde millennium v.Chr. vestigde in Mesopotamië en Syrië en een eigen taal en cultuur ontwikkelde. |
| Halafperiode | Een archeologische cultuur uit het Neolithicum in Noord-Mesopotamië, gekenmerkt door uniek beschilderd aardewerk, die dateert van circa 5500 tot 4700 v.Chr. |
| Khabbour | Een belangrijke rivier in Noordoost-Syrië die een cruciale rol speelde in de economie en ontwikkeling van nederzettingen zoals Urkesh. |
| Mudbrick | Baksteen gemaakt van klei gemengd met stro en gedroogd in de zon; een veelgebruikt bouwmateriaal in oude beschavingen van het Nabije Oosten. |
| Ābi | Een ronde ondergrondse kamer in Urkesh met een vermeende religieuze functie, mogelijk gebruikt voor het oproepen van geesten. |
| Temple BA | De hoofdtempel van Urkesh, waarschijnlijk gewijd aan de godheid Kumarbi, gelegen op een hoger terras dan het paleis. |
| Kumarbi | Een belangrijke godheid in de Hurritische mythologie, beschouwd als de vader van de goden en centraal in de Kumarbische cyclus. |
| Kumarbische cyclus | Een reeks epische verhalen uit de Hurritische mythologie die de strijd tussen goden om de heerschappij over de hemel beschrijven. |
| Pantheen | De verzameling van alle goden van een bepaalde religie of mythologie. |
| Mesopotamische pantheon | De verzameling goden van de oude beschavingen in Mesopotamië, waaronder Sumeriërs, Akkadiërs, Babyloniërs en Assyriërs. |
| Zegels | Kleine objecten, vaak gemaakt van steen of klei, waarop afbeeldingen en/of inscripties staan en die werden gebruikt om documenten, opslagplaatsen of deuren te verzegelen door middel van een afdruk in klei. |
| Funderingstablet | Een tablet dat bij de bouw van een gebouw werd ingemetseld om de stichting en de godheid aan wie het gebouw was gewijd te documenteren. |
| Kleitabletten | Tablets gemaakt van klei waarop oude teksten zijn gekrast, gebruikt voor administratieve, literaire of religieuze doeleinden. |
| Akkadisch | Een oude Semitische taal die gesproken werd in Mesopotamië, vooral tijdens het Akkadische rijk (circa 2300-2150 v.Chr.). |
| Hurrietisch | Een taal die gesproken werd door de Hurrieten in Noord-Mesopotamië en Syrië, met een eigen schrift en literatuur. |
| Andiron | Een vuurhond of -bok, een metalen of keramische steun die in een haard werd gebruikt om brandhout te ondersteunen en luchtcirculatie te bevorderen voor een betere verbranding. |
| Khabur-periode | Een archeologische periode in Noord-Syrië, ruwweg van 1800 tot 1600 v.Chr., gekenmerkt door specifieke aardewerkstijlen en culturele ontwikkelingen. |
| Isin-Larsa cultuur | Een periode in Mesopotamië die grofweg van 2000 tot 1750 v.Chr. liep, gekenmerkt door politieke fragmentatie en de opkomst van stedelijke centra zoals Isin en Larsa. |
| Oud-Babylonische cultuur | Een periode in Mesopotamië die grofweg van 1894 tot 1595 v.Chr. liep, gekenmerkt door de dominantie van Babylon onder koningen zoals Hammurabi. |
| Mitanni | Een oude Hurritische staat die tussen circa 1550 en 1270 v.Chr. een belangrijke macht vormde in Noord-Syrië en Mesopotamië. |