Cover
Börja nu gratis Hoofdstuk 1. De Europese Unie.docx
Summary
# Internationaal recht en staatssoevereiniteit
Dit onderwerp verkent de fundamenten van internationaal recht, de rol van verdragen, en het concept van staatssoevereiniteit, inclusief de overdracht ervan en de implicaties voor internationale samenwerking.
## 1. Internationaal recht
Wanneer staten afspraken met elkaar maken, is niet het nationaal recht van toepassing, maar het internationale recht. Dit rechtsgebied regelt alle betrekkingen tussen staten, waarbij alle staten, ongeacht hun grootte, gelijkwaardig worden geacht. Afspraken tussen staten worden doorgaans vastgelegd in verdragen. Een cruciaal beginsel binnen het internationale recht is staatssoevereiniteit.
### 1.1 Staatssoevereiniteit
Staatssoevereiniteit verwijst naar de ultieme beslissingsbevoegdheid van de overheid op het eigen grondgebied, wat betekent dat andere staten zich niet mogen mengen in de nationale regelgeving. Deze soevereiniteit kan op twee manieren worden beperkt:
* **Vrijwillige overdracht:** Een staat kan ervoor kiezen om (een deel van) zijn beslissingsbevoegdheid over te dragen aan een internationale organisatie. Dit gebeurt doorgaans alleen als dit het belang van het land dient en bijdraagt aan het welzijn van de inwoners. Een historisch voorbeeld is de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), die leidde tot de EU, met als doelen het voorkomen van oorlog en het bevorderen van economische groei. De mogelijkheid tot uittreding uit de EU is vastgelegd in artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU).
* **Onvrijwillige beperking:** Staatssoevereiniteit kan ook worden beperkt door externe machtsuitoefening, zoals militaire invasie of een mandaat van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Internationale organisaties kunnen ook vredesmissies sturen om de vrede te waarborgen.
> **Tip:** Het vrijwillig overdragen van soevereiniteit aan internationale organisaties is een bewuste keuze van staten om gezamenlijke doelen te bereiken, zoals vrede en economische welvaart.
### 1.2 Internationale organisaties
Internationale organisaties spelen een significante rol binnen het internationale recht. Ze kunnen worden onderverdeeld in twee hoofdcategorieën:
* **Gouvernementele organisaties:** Dit zijn samenwerkingsverbanden tussen staten, opgericht via verdragen, zoals de Europese Unie.
* **Intergouvernementele organisaties:** Lidstaten dragen weinig macht over aan de organisatie, die primair een samenwerking tussen staten is. Beslissingen worden voornamelijk gezamenlijk door de staten genomen. De Internationale Telecommunicatie-unie (ITU) is hiervan een voorbeeld.
* **Supranationale organisaties:** Deze organisaties staan boven de lidstaten. Staten dragen vrijwillig een deel van hun beslissingsbevoegdheid af, waardoor de organisatie regels kan vaststellen waaraan de lidstaten zich moeten houden. De EU is hiervan een prominent voorbeeld.
* **Non-gouvernementele organisaties (NGO's):** Dit zijn organisaties die onafhankelijk van staten opereren, vaak met een ideële doelstelling. Bekende internationale NGO's zijn het Rode Kruis, Amnesty International en het Wereld Natuur Fonds. Hoewel ze geen stemrecht hebben, spelen ze een belangrijke adviserende rol in internationale vergaderingen.
> **Voorbeeld:** De oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in 1952, bestaande uit Frankrijk, Duitsland, Nederland, België, Luxemburg en Italië, was een supranationale organisatie die de productie van kolen en staal gezamenlijk beheerde om oorlogsmisbruik te voorkomen en economische groei te stimuleren.
## 2. De EU en haar doelstellingen
De Europese Unie (EU) is het resultaat van opeenvolgende internationale verdragen die de doelstellingen en juridische kaders van de Unie hebben vastgelegd. De belangrijkste verdragen die momenteel van kracht zijn, zijn het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Het Handvest van de grondrechten van de EU is eveneens een cruciaal EU-verdrag.
De EU kent diverse doelstellingen, waaronder:
### 2.1 Vrede en welzijn
Een primair doel van de EU is het bewerkstelligen van vrede en welzijn in Europa, voornamelijk door economische integratie. Economische verwevenheid tussen lidstaten bevordert diplomatieke conflictresolutie en vermindert de kans op militaire conflicten door wederzijdse afhankelijkheid.
### 2.2 Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht
Dit beleidsterrein heeft tot doel het creëren van een gebied waarin burgers vrij kunnen verblijven, werken en studeren. Tegelijkertijd bestrijdt de EU grensoverschrijdende criminaliteit en illegale migratie door middel van justitiële samenwerking, grensbewaking en gemeenschappelijk asiel- en immigratiebeleid.
### 2.3 Interne markt
Het oprichten van een interne markt, een ruimte zonder economische grenzen en belemmeringen, is een van de bekendste doelstellingen van de EU. Deze markt bevordert handel, mobiliteit van personen en investeringen. Bij de vorming van de interne markt houdt de EU rekening met sociale vooruitgang, milieubescherming, gelijke kansen, non-discriminatie en sociale inclusie.
> **Voorbeeld:** De EU-strategie voor duurzaam en circulair textiel, voortkomend uit de Europese Green Deal, toont aan dat de EU bij de vorming van de interne markt ook niet-economische doelstellingen nastreeft, zoals milieubescherming.
#### 2.3.1 Onderdelen interne markt
De interne markt omvat drie hoofdonderdelen:
* **Vrij verkeer:** Dit beginsel garandeert het vrije verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal tussen lidstaten. Hoewel dit in principe onbelemmerd moet plaatsvinden, kan het in uitzonderlijke omstandigheden, zoals tijdens de coronapandemie, tijdelijk worden beperkt om de volksgezondheid te beschermen. De Brexit heeft geleid tot verhoogde administratieve lasten voor handel tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU.
* **Verbod op staatssteun:** Staatssteun, zoals subsidies, is in beginsel verboden omdat het oneerlijke concurrentie kan creëren. De EU heeft echter regelgeving opgesteld die bepaalt wanneer staatssteun wel is toegestaan.
* **Mededingingsrecht:** Dit verbiedt zowel kartelvorming (afspraken tussen bedrijven over prijzen) als misbruik van een machtspositie door bedrijven. Beide praktijken verstoren de interne markt.
#### 2.3.2 Voor- en nadelen interne markt
De interne markt biedt aanzienlijke voordelen, zoals vergrote afzetmarkten, schaalvergroting, specialisatie, lagere prijzen en meer keuzevrijheid voor consumenten. Ook wordt het voor werknemers en zelfstandigen gemakkelijker om werk te vinden.
Nadelen van de interne markt zijn onder meer dat lidstaten hun nationale economieën minder kunnen beschermen (protectionisme is verboden). Kleinere bedrijven kunnen het moeilijk krijgen door toegenomen concurrentie, en er bestaat het risico op een 'verMcDonaldisering' van de samenleving. Daarnaast kan de afhankelijkheid van andere lidstaten, met name bij economische crises of sancties, een uitdaging vormen.
> **Voorbeeld:** De Nederlandse landbouwexport profiteert enorm van de interne markt, met Duitsland, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk als belangrijke exportbestemmingen.
### 2.4 Economische en Monetaire Unie (EMU)
De EMU, een andere doelstelling van de EU, bestaat uit twee pijlers: monetair beleid en economisch beleid.
* **Monetair beleid:** De Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale banken vormen het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) en zijn verantwoordelijk voor het supranationale monetaire beleid. De gemeenschappelijke munt, de euro, is een belangrijk element van de EMU en bevordert handel en vergelijking van prijzen, hoewel niet alle lidstaten de euro hebben ingevoerd vanwege mogelijke beperkingen op nationaal economisch beleid.
* **Economisch beleid:** Dit blijft grotendeels de verantwoordelijkheid van de lidstaten, maar vereist coördinatie via het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) en het Europees semester om stabiliteit, groei en werkgelegenheid te waarborgen.
> **Tip:** De financiële crisis in Griekenland toonde aan dat economische tegenspoed in één euroland gevolgen kan hebben voor de gehele eurozone, wat leidde tot versterkt supranationaal financieel toezicht.
### 2.5 Beschermen van mensenrechten
De EU hecht groot belang aan de bescherming van mensenrechten, democratie en de rechtsstaat, zoals vastgelegd in artikel 2 VEU. Dit strekt zich ook uit tot haar relaties met derde landen, waar de EU zich inzet voor de verbetering van mensenrechten en democratie door middel van samenwerkingsverbanden en ontwikkelingshulp. De EU wordt hierdoor steeds vaker beschouwd als een waardengemeenschap.
## 3. Kandidaat-lidstaten
Landen die lid willen worden van de EU moeten voldoen aan de Kopenhagen criteria, die onder andere betrekking hebben op democratie, rechtsstaat, mensenrechten en een functionerende markteconomie.
## 4. Samenwerking van staten P, A, I en S
De casus van de landen P, A, I en S illustreert hoe internationale samenwerking kan leiden tot de oprichting van een internationale organisatie. Door middel van een verdrag kunnen zij internationale recht regels hanteren en soevereiniteit overdragen, met name op gebieden als het beheer van een rivier of de instelling van een interne markt. Dit biedt een kader voor gezamenlijke besluitvorming en het voorkomen van onevenwichtige machtsverhoudingen.
## 5. De Europese pijler van sociale rechten
Sinds 2017 hanteert de EU de Europese pijler van sociale rechten, met twintig sociale rechten en beginselen die gericht zijn op rechtvaardige arbeidsmarkten en socialezekerheidsstelsels. Drie kerndoelen voor 2030 zijn een minimale werkgelegenheid, deelname aan levenslang leren en de reductie van armoede en sociale uitsluiting. Dit onderstreept de evolutie van de EU tot een organisatie die economische vooruitgang koppelt aan sociale vooruitgang.
---
# De Europese Unie en haar doelstellingen
De Europese Unie (EU) is een internationale organisatie met als doel het bevorderen van vrede, veiligheid, economische integratie en de bescherming van fundamentele rechten onder haar lidstaten.
### 2.1 Oorsprong en ontwikkeling van de Europese Unie
De Europese Unie is voortgekomen uit een reeks opeenvolgende internationale verdragen, die de doelstellingen en juridische kaders hebben bepaald. Het verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) uit 1952 wordt vaak beschouwd als het startpunt. Dit verdrag werd gevolgd door talrijke andere verdragen die de Unie aanvulden en uitbreidden, waarbij steeds meer Europese landen lid werden.
> **Tip:** De geschiedenis van de EU kan worden gevolgd via een chronologisch overzicht van de belangrijkste verdragen en toetredingen van lidstaten.
#### 2.1.1 Staatssoevereiniteit en internationale organisaties
Internationaal recht regelt de betrekkingen tussen staten, waarbij alle staten, groot of klein, als gelijk worden beschouwd. Staten kunnen hun staatssoevereiniteit, de ultieme beslissingsbevoegdheid op hun grondgebied, op twee manieren beperken: vrijwillige overdracht aan bijvoorbeeld een internationale organisatie, of onvrijwillige beperking door externe machtsovername. De oprichting van de EU was oorspronkelijk gedreven door de wens om oorlog te voorkomen en economische groei te realiseren, wat leidde tot de vrijwillige overdracht van soevereiniteit.
Er bestaan twee hoofdtypes internationale organisaties:
* **Gouvernementele organisaties:** Samenwerkingsverbanden tussen staten, opgericht bij verdrag. De EU is een voorbeeld van een **supranationale organisatie**, waarbij lidstaten beslissingsbevoegdheid afstaan aan de organisatie. Intergouvernementele organisaties, zoals de Internationale Telecommunicatie-unie, waarbij lidstaten weinig macht afstaan, zijn een ander type.
* **Non-gouvernementele organisaties (ngo's):** Organisaties die onafhankelijk van staten opereren, vaak met een ideële doelstelling, zoals het Rode Kruis of Amnesty International.
#### 2.1.2 Uittreding uit de EU
Lidstaten hebben de mogelijkheid om hun lidmaatschap van de EU op te zeggen, zoals het Verenigd Koninkrijk met Brexit heeft gedaan. Dit proces is complex en vereist instemming van diverse EU-instellingen en het nationale parlement.
### 2.2 De doelstellingen van de Europese Unie
De belangrijkste doelstellingen van de EU zijn vastgelegd in artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). De EU streeft deze doelstellingen na door middel van **negatieve integratie** (het uitvaardigen van verboden) en **positieve integratie** (het uitvaardigen van geboden ter harmonisatie van nationale regelgeving).
> **Voorbeeld Negatieve Integratie:** Nationale overheden mogen van werknemers uit andere lidstaten geen werkvergunning eisen om toegang te krijgen tot de nationale arbeidsmarkt.
> **Voorbeeld Positieve Integratie:** Nationale overheden zijn verplicht om diploma's van werknemers uit andere lidstaten te erkennen.
De kernwaarden van de EU, zoals vrede, democratie, rechtstaat en mensenrechten, vormen de basis voor al haar beleid.
#### 2.2.1 Vrede en welzijn
De primaire doelstelling van de EU is het bewerkstelligen van vrede en welzijn in Europa. Economische integratie speelt hierbij een sleutelrol. Door economische verwevenheid tussen lidstaten worden conflicten eerder diplomatiek opgelost en ontstaat er wederzijdse afhankelijkheid, wat militaire conflicten ontmoedigt.
#### 2.2.2 Een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht
De EU streeft ernaar een ruimte te creëren waar burgers vrij kunnen verblijven en werken. Dit vereist echter ook beleid ter bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit en illegale migratie, door middel van justitiële samenwerking, grensbewaking en gemeenschappelijk asiel- en immigratiebeleid.
#### 2.2.3 De interne markt
De oprichting en voltooiing van de interne markt is een van de bekendste doelstellingen. Dit omvat een ruimte zonder economische grenzen en belemmeringen, waarin goederen, diensten, personen en kapitaal vrij kunnen circuleren. De interne markt streeft ernaar economische groei te bevorderen, maar houdt ook rekening met sociale vooruitgang, milieubescherming en gelijke kansen.
> **Tip:** De interne markt is gebaseerd op de pijlers van vrij verkeer, het verbod op staatssteun en het mededingingsrecht.
##### 2.2.3.1 Onderdelen van de interne markt
De interne markt bestaat uit drie hoofdonderdelen:
1. **Vrij verkeer:** Dit omvat het vrije verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Handel wordt niet belemmerd en burgers mogen vrij reizen binnen de EU. Uitzonderingen kunnen gelden ter bescherming van de volksgezondheid.
2. **Verbod op staatssteun:** Subsidies of andere overheidssteun die de concurrentie vervalsen, zijn in beginsel verboden.
3. **Mededingingsrecht:** Dit verbiedt kartelvorming en misbruik van een machtspositie door bedrijven om oneerlijke concurrentie te voorkomen.
##### 2.2.3.2 Voor- en nadelen van de interne markt
De interne markt biedt talrijke voordelen, zoals een vergrote afzetmarkt, schaalvergroting, lagere prijzen voor consumenten en meer keuzevrijheid. Het faciliteert ook de arbeidsmobiliteit.
Nadelen kunnen zijn:
* Beperking van nationale economische instrumenten (protectionisme is verboden).
* Verhoogde concurrentie kan kleinere bedrijven benadelen.
* Het risico op loondruk en het verplaatsen van productie naar lidstaten met lagere lonen.
* Afhankelijkheid van andere lidstaten, wat kwetsbaarheden kan creëren bij economische crises of sancties.
#### 2.2.4 Economische en Monetaire Unie (EMU)
De EMU, die valt uiteen in monetair en economisch beleid, is een andere doelstelling.
* **Monetair beleid:** Gecoördineerd door de Europese Centrale Bank (ECB) en nationale banken. De gemeenschappelijke munt, de euro, bevordert handel door prijsvergelijking en vermindert transactiekosten. Niet alle lidstaten voeren de euro.
* **Economisch beleid:** Blijft grotendeels de verantwoordelijkheid van de lidstaten, maar vereist coördinatie via het Stabiliteits- en Groeipact en het Europees semester om stabiliteit, groei en werkgelegenheid te waarborgen. De financiële crisis heeft geleid tot een versterking van het financiële toezicht, met een meer supranationaal karakter.
#### 2.2.5 Beschermen van mensenrechten
De bescherming van mensenrechten, democratische beginselen en de rechtsstaat is een fundamentele waarde van de EU. Dit geldt zowel binnen de Unie als in haar betrekkingen met derde landen. Associatieakkoorden met buurlanden streven ernaar deze waarden te bevorderen, naast andere belangen zoals handelsrelaties. De EU wordt dan ook steeds vaker beschouwd als een waardengemeenschap.
### 2.3 De Europese pijler van sociale rechten
Sinds 2017 heeft de EU de Europese pijler van sociale rechten geïntroduceerd, met twintig sociale rechten en beginselen om het sociale beleid vorm te geven. Doelen voor 2030 omvatten onder meer een hogere werkgelegenheid, deelname aan opleidingen en vermindering van armoede en sociale uitsluiting. Initiatieven zoals het InvestEU-programma ondersteunen investeringen op gebieden als concurrentievermogen, sociale veerkracht en duurzame infrastructuur.
---
# De interne markt van de Europese Unie
Hier is een gedetailleerde samenvatting van "De interne markt van de Europese Unie", opgesteld als een examenklare studiehandleiding.
## 3. De interne markt van de Europese Unie
De interne markt is een van de meest fundamentele doelstellingen van de EU, gericht op het creëren van een gemeenschappelijke economische ruimte zonder grenzen en belemmeringen.
### 3.1 Onderdelen van de interne markt
De interne markt wordt gevormd door drie kernpijlers die samen de basis leggen voor economische integratie binnen de EU: vrij verkeer, het verbod op staatssteun en het mededingingsrecht.
#### 3.1.1 Vrij verkeer
Het beginsel van vrij verkeer omvat de vrije beweging van personen, goederen, diensten en kapitaal tussen de lidstaten. Dit houdt in dat handelsstromen niet belemmerd mogen worden en dat producten die eenmaal wettelijk in een lidstaat zijn verhandeld, in principe toegang hebben tot alle nationale markten van de EU.
* **Vrij verkeer van personen:** EU-burgers mogen vrij reizen, wonen en werken binnen de lidstaten. De COVID-19-pandemie toonde aan hoe dit principe tijdelijk beperkt kan worden ter bescherming van de volksgezondheid.
* **Vrij verkeer van goederen:** Nationale grenzen mogen geen belemmering vormen voor de handel in producten.
* **Vrij verkeer van diensten:** Bedrijven en individuen moeten diensten kunnen aanbieden in andere lidstaten zonder excessieve beperkingen.
* **Vrij verkeer van kapitaal:** Kapitaal moet vrij kunnen bewegen tussen lidstaten, wat investeringen en financiële transacties vergemakkelijkt.
> **Tip:** Het VK's uittreden uit de EU (Brexit) heeft geleid tot aanzienlijke administratieve lasten en hogere kosten voor handel tussen het VK en de EU, wat de impact van het vrij verkeer benadrukt.
#### 3.1.2 Verbod op staatssteun
Staatssteun, zoals subsidies die overheden aan bedrijven verstrekken, is in beginsel verboden binnen de EU. Dit verbod is ingesteld om oneerlijke concurrentie te voorkomen die de interne markt zou kunnen schaden. De EU kent echter wel regelgeving die specificeert onder welke voorwaarden staatssteun wel toegestaan is.
> **Voorbeeld:** Een lidstaat mag niet zomaar subsidies verlenen aan een nationaal bedrijf om goedkoper te produceren dan concurrenten uit andere lidstaten.
#### 3.1.3 Mededingingsrecht
Het mededingingsrecht heeft tot doel de concurrentie binnen de interne markt te waarborgen en te voorkomen dat bedrijven deze markt verstoren. Dit omvat twee hoofdaspecten:
* **Verbod op kartelvorming:** Bedrijven mogen geen afspraken maken over prijzen of productie om de concurrentie te beperken. Kartelvorming wordt streng bestraft met hoge boetes.
* **Verbod op misbruik van machtspositie:** Bedrijven met een dominante marktpositie mogen deze positie niet misbruiken door bijvoorbeeld excessieve prijzen te hanteren, concurrenten uit te sluiten of onredelijke contractuele voorwaarden te stellen.
### 3.2 Voor- en nadelen van de interne markt
De oprichting van één Europese interne markt heeft zowel aanzienlijke voordelen als enkele nadelen voor de nationale economieën.
#### 3.2.1 Voordelen
* **Vergrote afzetmarkt:** Vrijhandel vergroot de markt voor goederen en diensten, wat gunstig is voor zowel bedrijven als de nationale economie. De export naar EU-landen is cruciaal voor economische groei.
* **Schaalvergroting en specialisatie:** Bedrijven kunnen profiteren van schaalvoordelen en zich specialiseren, wat leidt tot lagere productiekosten en een sterkere concurrentiepositie.
* **Lagere prijzen en betere kwaliteit voor consumenten:** Meer concurrentie zorgt doorgaans voor lagere prijzen en een hogere kwaliteit van producten en diensten.
* **Uitbreiding van keuzemogelijkheden voor consumenten:** Consumenten krijgen toegang tot een breder scala aan producten en merken uit heel Europa.
* **Verbeterde mobiliteit voor werknemers:** Het wordt makkelijker voor werknemers en zelfstandigen om banen of opdrachten te vinden in andere lidstaten.
> **Voorbeeld:** De export van landbouwproducten uit Nederland naar buurlanden als Duitsland en België is een significant economisch voordeel van de interne markt.
#### 3.2.2 Nadelen
* **Beperking van nationale economische autonomie:** Lidstaten kunnen niet meer volledig vrij hun nationale economie stimuleren met protectionistische maatregelen, zoals het verlenen van subsidies of het heffen van invoerheffingen.
* **Intensere concurrentie voor kleinere bedrijven:** Kleinere bedrijven kunnen moeite hebben om te concurreren met grotere concerns, wat kan leiden tot marktconcentratie. Dit kan resulteren in een "verMcDonaldisering" van de economie, waarbij grote, gestandaardiseerde concerns de markt domineren.
* **Risico op loondumping en productieverplaatsing:** Nederlandse bedrijven kunnen worden gedwongen om productie te verplaatsen naar lidstaten met lagere loonkosten, wat kan leiden tot werkloosheid in duurdere lidstaten.
* **Afhankelijkheid:** De sterke economische verwevenheid binnen de interne markt kan leiden tot een grote afhankelijkheid van andere lidstaten, wat gevolgen kan hebben bij internationale crises of sancties.
> **Tip:** Hoewel de interne markt voordelen biedt, is het belangrijk om de nadelen, zoals de mogelijke impact op kleine bedrijven en de afhankelijkheid, te erkennen en waar mogelijk aan te pakken met aanvullend beleid.
De interne markt is dus een complex samenspel van regels en beleid gericht op economische integratie, met zowel significante voordelen als uitdagingen voor de lidstaten en hun burgers.
---
# De Europese pijler van sociale rechten
De Europese pijler van sociale rechten markeert een verschuiving in de focus van de EU naar het welzijn van haar burgers, waarbij sociale vooruitgang naast economische integratie wordt geplaatst.
### 1.4.1 Introductie en kerndoelen
De EU heeft zich, naast economische integratie, ten doel gesteld om sociale vooruitgang te bevorderen. De Europese pijler van sociale rechten, geïntroduceerd in 2017, bevat twintig sociale rechten en beginselen die dienen als leidraad voor het sociale beleid van de EU. Deze zijn cruciaal voor een eerlijke werking van de arbeidsmarkten en sociale zekerheidssystemen in de lidstaten.
Het actieplan van de EU stelt de volgende kerndoelen vast voor 2030:
* **Werkgelegenheid:** Ten minste 78% van de bevolking tussen 20 en 64 jaar moet tegen 2030 een baan hebben.
* **Opleiding:** Ten minste 60% van alle volwassenen moet jaarlijks aan een opleiding deelnemen.
* **Armoedebestrijding:** Het aantal mensen dat met armoede of sociale uitsluiting wordt bedreigd, moet met ten minste 15 miljoen worden verminderd, waarvan 5 miljoen kinderen.
Deze doelstellingen worden juridisch ondersteund door de titels 9, 10 en 11 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU).
> **Tip:** De Europese pijler van sociale rechten benadrukt dat economische vooruitgang hand in hand moet gaan met sociale vooruitgang, wat de EU meer definieert als een waardengemeenschap dan enkel een economisch samenwerkingsverband.
### 1.4.2 Sociaal Europa en initiatieven
Het concept van "Sociaal Europa" omvat diverse initiatieven die economische en sociale vooruitgang beogen te verenigen. Dit betreft onderwerpen als gelijke kansen, toegang tot de arbeidsmarkt, eerlijke arbeidsvoorwaarden en sociale bescherming.
Een voorbeeld van een initiatief ter bevordering van deze doelstellingen is Verordening (EU) 2021/523, die het InvestEU-programma vaststelt. Dit programma ondersteunt financiering voor projecten gericht op:
* Concurrentievermogen, inclusief onderzoek, innovatie en digitalisering.
* Economische groei, duurzaamheid en werkgelegenheid.
* Sociale veerkracht, inclusiviteit en innovatievermogen.
* Wetenschappelijke en technologische vooruitgang, inclusief cultuur, onderwijs en opleiding.
* Integratie van kapitaalmarkten en een sterkere interne markt.
* Economische, sociale en territoriale samenhang.
* Een duurzaam en inclusief herstel van de EU-economie na de COVID-19-crisis, met inbegrip van kapitaalsteun voor kleine en middelgrote ondernemingen.
Het InvestEU-programma opereert via vier specifieke beleidsterreinen (kaders) met EU- en nationale onderdelen (compartimenten) om markttekortkomingen aan te pakken. Deze terreinen omvatten:
* Duurzame infrastructuur.
* Onderzoek, innovatie en digitalisering.
* Financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen.
* Sociale investeringen en vaardigheden.
### 1.4.3 De twintig sociale rechten en beginselen
De Europese pijler van sociale rechten omvat de volgende twintig rechten en beginselen die de EU wil nastreven:
1. **Onderwijs, opleiding en levenslang leren:** Gelijkheid van kansen en toegang tot kwalitatief hoogwaardig onderwijs, opleiding en levenslang leren.
2. **Gelijke kansen voor mannen en vrouwen:** Gelijkheid op alle gebieden, met name op het gebied van gelijke beloning voor gelijk werk of werk van gelijke waarde.
3. **Gelijke kansen:** Gelijkheid van kansen, ongeacht geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid.
4. **Actieve steun voor werkgelegenheid:** Recht op tijdige en gerichte steun om de kansen op de arbeidsmarkt te verbeteren.
5. **Fatsoenlijk werk:** Recht op eerlijke en veilige arbeidsomstandigheden en een eerlijke beloning.
6. **Kinderopvang en steun aan gezinnen:** Recht op betaalbare en kwalitatief hoogwaardige kinderopvang en steun voor gezinnen met kinderen.
7. **Vrouwen en mannen op de arbeidsmarkt:** Gelijke behandeling en gelijke kansen voor vrouwen en mannen op de arbeidsmarkt en passende regelingen voor ouderschapsverlof.
8. **Geboorte tot pensioen:** Recht op levenslange steun door middel van een passende sociale bescherming voor alle leeftijden.
9. **Mensen met een handicap:** Gelijkwaardigheid en recht op steun om deel te nemen aan het maatschappelijk leven.
10. **Veilige en aangepaste woningen:** Recht op toegang tot sociale huisvesting en diensten die het verblijf verbeteren.
11. **Schone lucht, bescherming van de gezondheid en veiligheid:** Recht op een gezonde leefomgeving en toegang tot gezondheidszorg.
12. **Opvang van kinderen:** Recht op bescherming tegen geweld en toegang tot opvangdiensten voor kinderen.
13. **Gezondheidszorg:** Recht op tijdige toegang tot betaalbare, kwalitatief hoogwaardige gezondheidszorg.
14. **Inclusie van personen met een handicap:** Recht op steun om deel te nemen aan het maatschappelijk leven en de arbeidsmarkt.
15. **Dakloosheid:** Recht op passende steun en diensten om dakloosheid te voorkomen en te bestrijden.
16. **Toegang tot essentiële diensten:** Recht op toegang tot essentiële diensten, waaronder water, energie, vervoer en digitale communicatie.
17. **Financiële diensten:** Recht op toegang tot financiële diensten, zoals bankrekeningen en betalingsdiensten.
18. **Sociale bijstand en duurzame inkomensondersteuning:** Recht op een passende sociale bijstand en duurzame inkomensondersteuning.
19. **Pensioenen:** Recht op een adequaat pensioen.
20. **Basisinkomen:** Gelijkwaardigheid, inclusie en recht op een menswaardig bestaan.
Deze rechten en beginselen vormen de basis voor het sociale beleid van de EU en dragen bij aan de vorming van een rechtvaardigere en meer inclusieve samenleving.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Internationaal recht | Het rechtsgebied dat alle betrekkingen tussen staten regelt, inclusief verdragen, diplomatie en de rechten en plichten van staten ten opzichte van elkaar. |
| Staatssoevereiniteit | De ultieme beslissingsbevoegdheid van de overheid binnen het grondgebied van een staat, wat inhoudt dat andere staten geen invloed mogen uitoefenen op de interne regelgeving. |
| Verdrag | Een formele schriftelijke overeenkomst tussen twee of meer staten of internationale organisaties die is gebaseerd op het internationaal recht en bindende afspraken bevat. |
| Interne markt | Een economische ruimte binnen de EU waarbinnen het vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal is gegarandeerd, zonder economische grenzen of belemmeringen. |
| Negatieve integratie | Een beleidsstrategie van de EU waarbij overheidshandelen wordt verboden of beperkt, met als doel het wegnemen van belemmeringen voor bijvoorbeeld het vrije verkeer van personen en goederen. |
| Positieve integratie | Een beleidsstrategie van de EU waarbij lidstaten verplichtingen krijgen om hun nationale regelgeving te uniformeren of harmoniseren, ter bevordering van gemeenschappelijke doelstellingen. |
| Economische en Monetaire Unie (EMU) | Een beleidsterrein binnen de EU dat zich richt op de coördinatie van economisch en monetair beleid van de lidstaten, inclusief de invoering van een gemeenschappelijke munt, de euro. |
| Gouden Eeuw | Een historische periode in de Nederlandse geschiedenis, gekenmerkt door grote economische bloei, culturele ontwikkeling en politieke invloed van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. |
| Vrij verkeer van personen | Het principe binnen de EU dat burgers van de lidstaten het recht hebben om vrij te reizen, te verblijven, te werken en te studeren in andere lidstaten zonder speciale vergunningen. |
| Staatssteun | Financiële hulp of voordelen die door een nationale overheid aan bedrijven worden verstrekt, welke in beginsel verboden is in de EU omdat het de interne markt kan verstoren door oneerlijke concurrentie te creëren. |
| Mededingingsrecht | Het Europese recht dat gericht is op het voorkomen en bestrijden van concurrentievervalsende praktijken door bedrijven, zoals kartelvorming en misbruik van een economische machtspositie. |
| Europese pijler van sociale rechten | Een initiatief van de EU dat twintig sociale rechten en beginselen vastlegt, bedoeld om de arbeidsmarkten en socialezekerheidsstelsels van de lidstaten rechtvaardiger te maken en sociale vooruitgang te bevorderen. |
| Supranationale organisatie | Een internationale organisatie waarbij lidstaten een deel van hun soevereiniteit hebben overgedragen, waardoor de organisatie boven de nationale regeringen staat en bindende beslissingen kan nemen. |
| Intergouvernementele organisatie | Een internationale organisatie waarbij lidstaten samenwerken op basis van vrijwillige besluitvorming en waarbij de soevereiniteit primair bij de nationale staten blijft liggen; beslissingen vereisen vaak unanimiteit. |
| Non-gouvernementele organisatie (ngo) | Een organisatie die onafhankelijk is van staten en overheidsinstanties, vaak met een ideële of sociale doelstelling, die zich inzet voor specifieke maatschappelijke thema's. |