Cover
Börja nu gratis 12 INDELING MINERALEN.docx
Summary
# Belang van calcium voor botten en gebit
Calcium is een essentieel mineraal cruciaal voor de opbouw en het behoud van sterke botten en tanden, en speelt een rol in diverse andere lichaamsfuncties.
### 1.1 Functie van calcium
Calcium is noodzakelijk voor de volgende lichaamsfuncties:
* **Opbouw en onderhoud van botten en gebit**: Dit is de primaire functie van calcium, waarbij het zorgt voor de stevigheid en structuur van het skelet en de tanden.
* **Voorkomen van botontkalking**: Voldoende calcium-inname op jonge leeftijd legt een grotere reserve aan, wat op latere leeftijd de kans op botontkalking (osteoporose) verkleint.
* **Werking van zenuwen en spieren**: Calcium is betrokken bij de signaaloverdracht en contractie van spieren.
* **Bloedstolling**: Het mineraal is een belangrijke cofactor in het stollingsproces van het bloed.
* **Transport van andere mineralen**: Calcium faciliteert de opname en het transport van andere essentiële mineralen binnen lichaamscellen, zoals natrium, kalium en magnesium.
### 1.2 Opname en factoren die de opname beïnvloeden
* **Vitamine D**: Vitamine D speelt een cruciale rol bij het stimuleren van de calciumopname uit de darmen en het vastleggen ervan in het botweefsel.
* **Factoren die calciumverlies via urine verhogen**: Alcohol, cafeïne (aanwezig in koffie, thee en cola) en zout kunnen leiden tot een verhoogd calciumverlies via de urine.
* **Factoren die de opname verminderen**: Voedingsvezels, spinazie en rabarber kunnen de calciumopname in het lichaam verminderen. Dit komt door de aanwezigheid van oxaalzuur in deze voedingsmiddelen, dat met calcium een onoplosbare verbinding vormt in de darmen. Echter, bij een gevarieerde en voldoende calciumrijke voeding hoeft dit doorgaans geen problemen te veroorzaken voor de calciumbalans en botstofwisseling.
### 1.3 Gezondheidseffecten en risico's
* **Botontkalking (osteoporose)**: Een chronisch tekort aan calcium verhoogt het risico op botontkalking op latere leeftijd. Een hogere calciumopslag in de botten op jonge leeftijd zorgt ervoor dat botten langer stevig blijven.
* **Gezondheidseffecten op latere leeftijd**: Voldoende calcium-inname kan de kans op botontkalking aanzienlijk verminderen.
* **Overschrijding van aanbevolen inname**: Een inname van meer dan 2.500 milligram calcium per dag kan leiden tot de vorming van urinestenen en verkalking van de nieren en bloedvatwanden. Dit risico is verhoogd bij langdurig gebruik van maagzuurneutraliserende tabletten met calciumbicarbonaat.
### 1.4 Calciumtekort en risicogroepen
Een significant tekort aan calcium kan leiden tot botontkalking. Specifieke risicogroepen zijn:
#### 1.4.1 Ouderen
* **Verminderde opname**: Bij ouderen wordt calcium minder efficiënt opgenomen in het bloed, wat leidt tot geleidelijke botontkalking en een verhoogd risico op botbreuken.
* **Definitie van ouderen**: In deze context worden vrouwen boven de 50 jaar en mannen boven de 70 jaar als ouderen beschouwd.
* **Invloed van beweging**: Beweging kan botontkalking op latere leeftijd tegengaan, zowel bij mannen als vrouwen. Vrouwen ervaren echter snellere botontkalking na de menopauze.
#### 1.4.2 Kinderen
* **Engelse ziekte (rachitis)**: Een tekort aan calcium (minder dan 125 milligram per dag) kan leiden tot rachitis, een aandoening waarbij de botvorming onvolledig is en skeletvervorming optreedt.
* **Spierkrampen**: Kinderen met een calciumtekort kunnen last hebben van spierkrampen.
* **Rol van vitamine D**: Vaak is een tekort aan vitamine D de onderliggende oorzaak van deze aandoeningen, zelfs als de voeding voldoende calcium bevat, omdat de calciumopname hierdoor verstoord is.
* **Misvattingen**: Witte plekjes op nagels of afbrokkelende nagels zijn geen indicatie van een calciumgebrek, maar wijzen eerder op een schimmelinfectie.
### 1.5 Bronnen van calcium
Calcium is voornamelijk te vinden in:
* Melk en melkproducten
* Kaas
* Groenten
* Noten
* Peulvruchten
Het volledig vermijden van deze voedingsmiddelen verhoogt het risico op een calciumtekort aanzienlijk.
---
# Rol van magnesium bij spieren en zenuwen
Magnesium is een essentieel mineraal dat een cruciale rol speelt in de vorming van botten en spieren, de overdracht van zenuwprikkels en het algemeen functioneren van spieren.
### 2.1 Functie van magnesium
Magnesium is betrokken bij verschillende vitale lichaamsfuncties:
* **Bot- en spieropbouw:** Het mineraal draagt bij aan de vorming van zowel botweefsel als spierweefsel.
* **Overdracht van prikkels:** Magnesium is essentieel voor de correcte overdracht van zenuwprikkels binnen de zenuwbanen en tussen zenuwen en spieren.
* **Spierfunctie:** Het zorgt voor het goed functioneren van de spieren, inclusief de spiercontractie en ontspanning.
* **Enzymwerking:** Magnesium is een cofactor voor een groot aantal enzymen die nodig zijn om diverse biochemische processen in het lichaam mogelijk te maken.
* **Energieproductie:** Het speelt een rol bij de energieproductie op cellulair niveau.
### 2.2 Bronnen van magnesium
Magnesium is te vinden in een breed scala aan voedingsmiddelen:
* Brood en andere volkoren graanproducten
* Groente
* Noten
* Melk en melkproducten
* Vlees
* Water kan ook bijdragen aan de inname van magnesium.
### 2.3 Opname van magnesium
De opname van magnesium vindt plaats aan het einde van de dunne darm. De absorptievariabiliteit ligt tussen de 20 en 60 procent. Voedingsmiddelen met een hoog gehalte aan fytaat, een stof die voorkomt in volkoren graanproducten, kunnen de opname van magnesium verminderen.
### 2.4 Magnesiumtekort
Een tekort aan magnesium komt niet vaak voor, omdat het mineraal in veel verschillende voedingsmiddelen voorkomt. Een tekort kan echter optreden bij specifieke omstandigheden, zoals bij een slechte nier- of darmfunctie.
**Klachten bij magnesiumtekort:**
* Algehele lusteloosheid of vermoeidheid.
* Spierkrampen.
* In extreme gevallen kunnen hartritmestoornissen optreden.
Het is lastig om een magnesiumtekort definitief vast te stellen. Een arts kan dit niet goed beoordelen omdat de hoeveelheid magnesium in het bloed geen betrouwbare indicator is. Slechts ongeveer 1 procent van het totale magnesium in het lichaam bevindt zich in het bloed; de rest is opgeslagen in botten, tanden, cellen, spieren, organen en zenuwweefsel.
### 2.5 Te veel magnesium
Een overschot aan magnesium ontstaat voornamelijk door de inname van supplementen, zoals magnesiumtabletten of -zouten, of door het drinken van mineraalwater met een zeer hoog magnesiumgehalte. Bij een extra inname van meer dan 250 milligram magnesium per dag (bovenop de inname via voeding) kunnen darmklachten zoals diarree optreden.
### 2.6 Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid magnesium
De aanbevolen dagelijkse hoeveelheden magnesium variëren per leeftijdsgroep en geslacht. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de aanbevelingen:
| Categorie/leeftijd | Dagelijkse aanbeveling magnesium (milligram) |
| :-------------------------- | :------------------------------------------- |
| Kinderen 6-11 maanden | 80 |
| Kinderen 1-2 jaar | 85 |
| Kinderen 2-5 jaar | 120 |
| Kinderen 6-9 jaar | 200 |
| Mannen 9-13 jaar | 280 |
| Mannen 14-70 jaar (en meer) | 350 |
| Vrouwen 9-70 jaar (en meer) | 280 |
| Zwangere vrouwen | 280 |
| Vrouwen die borstvoeding geven | 280 |
### 2.7 Vergelijking met calcium en natrium
* **Calcium:** Is ook belangrijk voor spier- en zenuwfunctie, naast bot- en tandopbouw. Calciumtekorten kunnen leiden tot botontkalking en spierkrampen, met name bij ouderen en kinderen. De opname van calcium wordt beïnvloed door vitamine D, maar ook door factoren als alcohol, cafeïne, zout, voedingsvezels, spinazie en rabarber.
* **Natrium:** Speelt een rol bij de vochtbalans, bloeddrukregulatie en prikkeloverdracht in spier- en zenuwcellen. Een overschot aan natrium, voornamelijk door te veel zoutinname, kan leiden tot een hoge bloeddruk. Magnesium werkt samen met natrium in de zenuw- en spierfunctie.
Deze informatie benadrukt de veelzijdige en onmisbare rol van magnesium in het menselijk lichaam, met name voor de neuromusculaire activiteit en botgezondheid.
---
# Functies van natrium en kalium in het lichaam
Dit onderwerp beschrijft de rol van natrium en kalium bij de vochtbalans, bloeddrukregulatie, en prikkeloverdracht in spieren en zenuwen, inclusief adviezen bij inname.
### 3.1 Natrium
Natrium is een mineraal dat deel uitmaakt van keukenzout (natriumchloride) en is essentieel voor verschillende lichaamsfuncties. De meeste mensen krijgen echter te veel natrium binnen via hun voeding. In de praktijk worden de termen natrium en zout vaak door elkaar gebruikt; op voedseletiketten wordt het zoutgehalte vaak vermeld als natrium per 100 gram. Een verhouding van 0,4 gram natrium staat gelijk aan 1 gram keukenzout.
#### 3.1.1 Bronnen van natrium
Naast keukenzout zijn ook stoffen zoals natriumwaterstofcarbonaat (bakpoeder), natriumbenzoaat (conserveermiddel) en natriumfosfaten (stabilisator) belangrijke bronnen van natrium in de voeding.
#### 3.1.2 Gezondheidseffecten van natrium
Natrium speelt een cruciale rol bij het handhaven van de vochtbalans in het lichaam, het reguleren van de bloeddruk en het faciliteren van de prikkeloverdracht in spier- en zenuwcellen. Hierbij werken natrium samen met andere mineralen zoals kalium, magnesium, chloride en fosfaat.
> **Tip:** Te veel natrium innemen is schadelijk en kan leiden tot een hoge bloeddruk.
#### 3.1.3 Te veel natrium
Een teveel aan natrium verhoogt de bloeddruk. Het beperken van de natriuminname heeft positieve gezondheidseffecten, met name voor mensen met een normale bloeddruk, en is extra voordelig voor personen met een reeds hoge bloeddruk.
#### 3.1.4 Voedingsadvies voor natrium
Voor alle volwassenen geldt het advies om niet meer dan 6 gram zout per dag te consumeren, wat overeenkomt met 2,4 gram natrium. Voor kinderen ligt dit getal lager. De exacte benodigde hoeveelheid natrium is variabel en afhankelijk van factoren zoals vochtverlies door zweten en activiteitenniveau. Deze algemene adviezen gelden niet voor individuen die grote hoeveelheden zweet verliezen, zoals topsporters of werknemers in zware industrieën. Door de ruime aanwezigheid van natrium (zout) in de gemiddelde voeding is compensatie met extra zout na extreem zweten zelden noodzakelijk.
### 3.2 Kalium
Kalium is een mineraal dat, in samenwerking met chloor en natrium, betrokken is bij de regulatie van de vochtbalans en bloeddruk in het lichaam. Kalium heeft een gunstig effect op de bloeddruk doordat het het bloeddrukverhogende effect van natrium tegengaat. Samen met natrium zorgt kalium voor een efficiënte geleiding van zenuwprikkels en de samentrekking van spieren.
#### 3.2.1 Bronnen van kalium
Kalium is voornamelijk te vinden in groenten en fruit, aardappelen en vlees. Ook brood, melk en noten zijn bronnen van kalium.
#### 3.2.2 Oorzaken van kaliumtekort en -overschot
Een kaliumtekort kan ontstaan na hevig braken, ernstige diarree, of door het gebruik van diuretica (plaspillen). Een overschot aan kalium kan optreden wanneer de nieren niet optimaal functioneren.
> **Tip:** Bij een kaliumtekort is het raadzaam om kaliumtabletten alleen in overleg met een arts te gebruiken. Het consumeren van veel aardappelen, groente en fruit is een effectieve manier om de kaliuminname te verhogen.
#### 3.2.3 Bereiding van voedingsmiddelen en kaliumverlies
Bij het koken van aardappelen en groenten in grote hoeveelheden water kan kalium verloren gaan. Het is daarom aan te raden om zo min mogelijk water te gebruiken.
#### 3.2.4 Aanbevolen inname van kalium
Er zijn geen algemene aanbevelingen voor de dagelijkse kaliuminname opgesteld, omdat de behoefte sterk samenhangt met de vochtbalans van het lichaam en niet enkel afhankelijk is van de inname via voeding en dranken. Voor een optimale bloeddruk is het belangrijk om veel kalium te combineren met weinig natrium of zout. In Scandinavië zijn in 2012 wel aanbevolen hoeveelheden afgeleid: 3.500 milligram per dag voor volwassen mannen en 3.100 milligram per dag voor vrouwen.
#### 3.2.5 Opname en uitscheiding van kalium
Het lichaam reguleert de hoeveelheid kalium meestal zelf, waarbij de nieren een constante concentratie handhaven. Wie te weinig kalium binnenkrijgt, zal zo min mogelijk kalium verliezen. Ongeveer 90% van het kalium wordt via de urine uitgescheiden, de rest verlaat het lichaam via de ontlasting. Zweten leidt tot een zeer beperkt kaliumverlies. De hoeveelheid verloren kalium hangt ook samen met de hoeveelheid natrium in het lichaam; een hoog natriumverlies gaat gepaard met een hoger kaliumverlies, en vice versa.
#### 3.2.6 Verschijnselen van kaliumtekort
Een kaliumtekort kan zich uiten in verminderde eetlust, verzwakte spieren, misselijkheid, lusteloosheid en, in ernstige gevallen, hartritmestoornissen.
#### 3.2.7 Te veel kalium
Een overschot aan kalium is zeldzaam en ontstaat voornamelijk bij een verminderde nierfunctie of bij gebruik van bepaalde bloeddrukmedicatie. Het is vrijwel onmogelijk om te veel kalium binnen te krijgen via voeding en dranken. Een acute kaliumvergiftiging kan optreden bij de inname van ongeveer 18 gram (18.000 milligram) kalium per dag, wanneer de nieren het teveel onvoldoende kunnen uitscheiden. In het ernstigste geval kan een te hoog kaliumgehalte leiden tot een hartstilstand.
### 3.3 Rol bij vochtbalans, bloeddruk en prikkeloverdracht
Natrium en kalium zijn samen met chloor en fosfaat cruciaal voor het reguleren van de vochtbalans in het lichaam. Deze vochtbalans heeft vervolgens directe invloed op de bloeddruk. Daarnaast spelen natrium en kalium een sleutelrol bij de prikkeloverdracht in zenuw- en spiercellen.
#### 3.3.1 Vochtbalans en bloeddruk
De concentratie van natrium en kalium in het extracellulaire en intracellulaire vocht is bepalend voor de waterverdeling in het lichaam. Een verstoorde balans, vaak gerelateerd aan een hoge natriuminname, kan leiden tot vochtretentie (oedeem) en daardoor tot een verhoogde bloeddruk. Kalium werkt hier tegenin, waardoor een goede verhouding tussen natrium en kalium essentieel is voor een gezonde bloeddruk.
#### 3.3.2 Prikkeloverdracht in zenuwen en spieren
De ionen natrium ($Na^+$) en kalium ($K^+$) spelen een fundamentele rol in de totstandkoming van elektrische potentialen over celmembranen, zoals de rustpotentiaal en actiepotentialen. Deze potentialen zijn de basis voor signaaloverdracht in zenuwcellen en voor de contractie van spiercellen. De natrium-kaliumpomp, een enzymatisch proces in de celmembraan, transporteert actief natriumionen uit de cel en kaliumionen naar binnen, wat essentieel is voor het handhaven van de juiste ionengradiënten en daarmee de elektrische activiteit van de cellen.
> **Formule (conceptueel):** De membraanpotentiaal van een cel wordt beïnvloed door de concentratieverschillen van ionen zoals natrium en kalium over de membraan.
>
> $$V_m \approx \frac{RT}{F} \ln\left(\frac{K_{out}^+ + P_{Na}Na_{out}^+}{K_{in}^+ + P_{Na}Na_{in}^+}\right)$$
> Waarbij $V_m$ de membraanpotentiaal is, $R$ de gasconstante, $T$ de temperatuur, $F$ de constante van Faraday, $K^+$ en $Na^+$ de concentraties van kalium en natrium zijn binnen ($in$) en buiten ($out$) de cel, en $P_{Na}$ de permeabiliteit van de membraan voor natrium representeert.
> **Voorbeeld:** Bij zenuwimpulsen zorgen snelle influx van natriumionen in de cel voor depolarisatie, terwijl een daaropvolgende efflux van kaliumionen de cel repolariseert, waardoor de impuls zich kan voortplanten. Dit mechanisme is cruciaal voor alle neurologische functies.
---
# Chloor en fosfor als essentiële mineralen
Dit gedeelte behandelt de cruciale rollen van chloor en fosfor als essentiële mineralen in het menselijk lichaam, met specifieke aandacht voor hun bijdrage aan de vochtbalans, botsterkte en energiestofwisseling, evenals de oorzaken en gevolgen van mogelijke tekorten of overschotten.
### 4.1 Chloor
Chloor, ook wel chloride genoemd, is een mineraal dat nauw samenwerkt met natrium en kalium om de vochtbalans in het lichaam te reguleren. Deze regulatie heeft direct invloed op de bloeddruk.
#### 4.1.1 Bronnen van chloor
De primaire bron van chloor in de voeding is keukenzout, dat chemisch bekend staat als natriumchloride ($NaCl$). Vrijwel alle producten waar keukenzout aan is toegevoegd, leveren dus ook chloor. Daarnaast is chloor een bestanddeel van maagzuur, ook wel zoutzuur ($HCl$) genoemd.
#### 4.1.2 Gezondheidseffecten van chloor
* **Vochtbalans en bloeddruk:** Net als natrium en kalium speelt chloor een sleutelrol in het handhaven van de vochtbalans. Een hoge inname van natrium en chloride, voornamelijk via zout, kan leiden tot vochtretentie (oedeem) en een verhoogde bloeddruk, wat het risico op hart- en vaatziekten vergroot. Kalium daarentegen heeft een tegengesteld effect, zelfs wanneer het wordt ingenomen in de vorm van kaliumchloride.
* **Maagzuur:** Chloor is een essentieel onderdeel van maagzuur ($HCl$), dat nodig is voor de vertering van voedsel.
#### 4.1.3 Voedingsadvies en tekorten/overschotten
Het is uiterst onwaarschijnlijk dat iemand een tekort aan chloor oploopt, aangezien zout en zoutrijke producten wijdverspreid zijn in de voeding. Zelfs bij een zoutarm dieet is een tekort aan chloor geen reëel risico. De nieren spelen een belangrijke rol bij het reguleren van de chloorbalans en voorkomen dat het lichaam te veel verliest. Een overschot aan chloor in combinatie met natrium is wel geassocieerd met een hoge bloeddruk.
### 4.2 Fosfor
Fosfor, ook wel fosfaat genoemd, is een mineraal dat cruciaal is voor de structuur van botten en tanden, en een sleutelrol speelt in de energiestofwisseling van het lichaam.
#### 4.2.1 Bronnen van fosfor
Fosfor is ruimschoots aanwezig in diverse voedingsmiddelen, waaronder:
* Melk en melkproducten
* Kaas
* Vis
* Vlees
* Peulvruchten
* Volkorenproducten
#### 4.2.2 Gezondheidseffecten van fosfor
* **Bot- en tandsterkte:** Fosfor werkt nauw samen met calcium om botten en tanden stevigheid te geven. De mineralisatie van het skelet is afhankelijk van een adequate balans tussen deze twee mineralen.
* **Energiestofwisseling:** Fosfor is van vitaal belang voor de energiestofwisseling in de lichaamscellen. Het is betrokken bij de tijdelijke opslag en het transport van energie, onder meer via de vorming van adenosinetrifosfaat ($ATP$).
#### 4.2.3 Tekorten en overschotten van fosfor
Bij gezonde personen die een normaal en gevarieerd dieet volgen, komen tekorten of overschotten aan fosfor doorgaans niet voor.
* **Te weinig fosfor:** Een fosfortekort is zeldzaam en kan voornamelijk ontstaan door overmatig gebruik van bepaalde medicijnen, met name maagzuurremmers. Symptomen van een fosfortekort kunnen zijn:
* Pijn in spieren en botten
* Gebrek aan eetlust
* Ontwikkeling van nierstenen
* **Te veel fosfor:** Een te hoge inname van fosfor uit voeding is bij een normale gezondheid en nierfunctie niet problematisch. Er zijn geen nadelige effecten aangetoond tot een inname van 3.000 milligram per dag. Echter, wanneer de nieren minder goed functioneren, bijvoorbeeld door veroudering, kan fosfor zich ophopen in het lichaam. Dit kan leiden tot botontkalking.
> **Tip:** De balans tussen calcium en fosfor is essentieel voor gezonde botten. Een te veel aan één kan de opname of functie van de ander beïnvloeden.
> **Voorbeeld:** Maagzuurremmers die aluminium- of calciumzouten bevatten, kunnen de opname van fosfaat in de darm verminderen, wat potentieel kan leiden tot een fosfortekort bij langdurig gebruik.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Calcium | Calcium is een mineraal dat essentieel is voor de opbouw en het onderhoud van botten en tanden, en speelt een rol bij de werking van zenuwen en spieren, en de bloedstolling. |
| Botontkalking (Osteoporose) | Een aandoening waarbij botten brozer worden en de kans op breuken toeneemt, vaak gerelateerd aan onvoldoende calciumopname of leeftijdsgebonden processen. |
| Vitamine D | Een vitamine die de opname van calcium uit de darmen stimuleert en helpt bij de inbouw van calcium in het botweefsel, wat cruciaal is voor gezonde botten. |
| Oxaalzuur | Een stof die voorkomt in groenten zoals spinazie en rabarber en de opname van calcium in het lichaam kan verminderen door onoplosbare verbindingen te vormen. |
| Rachitis (Engelse ziekte) | Een kinderziekte veroorzaakt door een tekort aan vitamine D, wat leidt tot onvolledige botvorming en skeletvervorming, soms geassocieerd met onvoldoende calciumopname. |
| Magnesium | Een mineraal dat betrokken is bij de vorming van bot en spieren, de overdracht van zenuwprikkels en de werking van vele enzymen in het lichaam. |
| Fytaat | Een stof aanwezig in volkoren graanproducten die de opname van mineralen zoals magnesium uit de voeding kan verminderen. |
| Enzymen | Stoffen in het lichaam die nodig zijn om chemische processen mogelijk te maken, en magnesium speelt een rol bij de goede werking van een groot aantal enzymen. |
| Natrium | Een mineraal dat deel uitmaakt van keukenzout en belangrijk is voor de vochtbalans van het lichaam en de regulatie van de bloeddruk. |
| Bloeddruk | De druk die het bloed uitoefent op de wanden van de bloedvaten, waarbij natrium een verhogend effect heeft en kalium een tegengesteld effect. |
| Kalium | Een mineraal dat samen met natrium en chloor de vochtbalans en bloeddruk regelt, en een gunstig effect heeft op de bloeddruk door het effect van natrium tegen te werken. |
| Chloor (Chloride) | Een mineraal dat onderdeel is van keukenzout en samen met natrium en kalium bijdraagt aan de vochtbalans in het lichaam, met invloed op de bloeddruk. |
| Oedeem | Een aandoening waarbij het lichaam vocht vasthoudt, wat kan ontstaan bij een hoge inname van natrium en chloor en kan bijdragen aan een hoge bloeddruk. |
| Fosfor (Fosfaat) | Een mineraal dat samen met calcium zorgt voor stevigheid van botten en tanden en een rol speelt bij de energiestofwisseling in het lichaam. |
| Energiestofwisseling | Het proces waarbij het lichaam energie uit voedsel omzet voor verschillende functies, waarbij fosfor een rol speelt bij de tijdelijke opslag en transport van energie. |