Cover
Börja nu gratis Medische Urgenties-1.pdf
Summary
# Bewusteloosheid en vasovagale collaps
Dit onderwerp behandelt de initiële stappen bij bewusteloosheid en focust specifiek op de vasovagale collaps als een veelvoorkomende oorzaak hiervan in de tandheelkundige praktijk.
### 1.1 Initiële stappen bij bewusteloosheid
Indien de oorzaak van bewustzijnsverlies niet direct duidelijk is, dient de volgende procedure te worden gevolgd [1](#page=1):
* Leg de patiënt op de rug op een vlakke ondergrond [1](#page=1).
* Controleer het bewustzijn door voorzichtig aan de schouder te schudden en luid te vragen: 'Bent u in orde?' [1](#page=1).
Indien er geen reactie is:
* Roep luid om hulp [1](#page=1).
* Leg de patiënt op de rug op een vlakke ondergrond [1](#page=1).
* Open de luchtweg door met één hand het voorhoofd van het slachtoffer voorzichtig naar achteren te kantelen, terwijl de duim en wijsvinger vrij blijven om eventueel de neus te sluiten voor beademing [1](#page=1).
* Til met de andere hand de kin op met twee vingertoppen om de luchtweg te openen [1](#page=1).
* Plaats de wang boven de mond van de patiënt en kijk, luister en voel maximaal tien seconden om de ademhaling te beoordelen [1](#page=1).
Bij een aanwezige ademhaling:
* Plaats het slachtoffer in stabiele zijligging [1](#page=1).
* Alarmeer een ambulance via 1-1-2 [1](#page=1).
* Controleer de ademhaling voortdurend [1](#page=1).
Bij afwezige ademhaling:
* Alarmeer een ambulance via 1-1-2 [1](#page=1).
* Start uitwendige hartmassage gecombineerd met mond-op-mondbeademing [1](#page=1).
### 1.2 Vasovagale collaps
De vasovagale collaps, ook bekend als flauwvallen of syncope, is de meest voorkomende oorzaak van acuut bewustzijnsverlies in de tandheelkundige praktijk. Deze vorm van collaps treedt vaak op bij bepaalde personen onder specifieke omstandigheden, zoals angst, vermoeidheid of een warme omgeving [1](#page=1).
#### 1.2.1 Verschijnselen van vasovagale collaps
* Patiënt ervaart een naderende collaps met symptomen zoals draaierigheid en zwart voor de ogen [1](#page=1).
* Gepaard gaand met gapen [1](#page=1).
* De huid is bleek en klam [1](#page=1).
* De polsslag is aanvankelijk langzaam en wordt later snel [1](#page=1).
* Mogelijk bewustzijnsverlies, waarbij de patiënt doorgaans slap is, maar soms epileptiforme krampen kan vertonen [1](#page=1).
* In horizontale houding treedt doorgaans binnen enkele minuten spontaan herstel op [1](#page=1).
#### 1.2.2 Behandeling van vasovagale collaps
* **Hoofdleggen:**
* Bij dreigend bewustzijnsverlies: laat de patiënt met het hoofd tussen de knieën zitten [1](#page=1).
* Bij bewustzijnsverlies: breng de patiënt in trendelenburg-houding (liggend op de rug met de benen iets hoger) [1](#page=1).
* Maak knellende kleding los [1](#page=1).
* Verbeter de ventilatie van de behandelruimte [1](#page=1).
* **Bij terugkeer bewustzijn:**
* Stel de patiënt gerust [1](#page=1).
* Breng de patiënt na enkele minuten langzaam overeind [1](#page=1).
* Overleg met de patiënt over de mogelijke oorzaak en pas de tandheelkundige behandeling indien nodig aan of stel deze uit [1](#page=1).
* Zorg voor begeleiding van de patiënt naar huis en laat de patiënt niet zelf een auto besturen [1](#page=1).
* **Indien bewustzijn niet binnen enkele minuten terugkeert:** Overweeg een alternatieve diagnose [1](#page=1).
### 1.3 Hyperventilatie (ter context)
Hoewel niet de primaire focus, wordt hyperventilatie kort aangestipt als een conditie die zich in de tandheelkundige praktijk kan manifesteren als gevolg van emoties of spanning. Verschijnselen omvatten angst, paresthesieën (tintelingen), krampen, hartkloppingen, drukkende pijn op de borst, een gevoel van kortademigheid, een licht gevoel in het hoofd, een droge mond en in zeldzame gevallen bewustzijnsverlies. Een behandelingsaanpak omvat geruststelling, het bespreken van de oorzaak en het eventueel voortzetten van de tandheelkundige behandeling [1](#page=1).
> **Tip:** Bij het stellen van de diagnose van hyperventilatie kan het nuttig zijn om mee te ademen met de patiënt om de hyperventilatie zelf te ervaren [1](#page=1).
---
# Acute ademhalingsproblemen en pijn op de borst
Dit document beschrijft acute medische situaties die zich kunnen voordoen in een tandartspraktijk, met specifieke aandacht voor hyperventilatie, angina pectoris en hartinfarct.
## 2 Acute ademhalingsproblemen en pijn op de borst
Acute ademhalingsproblemen en pijn op de borst zijn ernstige medische incidenten die een snelle en correcte respons vereisen in een tandheelkundige omgeving. Deze situaties kunnen variëren van minder ernstige aandoeningen zoals hyperventilatie tot levensbedreigende toestanden zoals angina pectoris en een hartinfarct [1](#page=1) [2](#page=2).
### 2.1 Hyperventilatie
Hyperventilatie kan in de tandheelkundige praktijk optreden als gevolg van emoties of spanning [1](#page=1).
#### 2.1.1 Verschijnselen van hyperventilatie
De symptomen van hyperventilatie zijn divers en kunnen onder andere omvatten:
* Angst [1](#page=1).
* Paresthesieën (tintelingen), met name in de handen en rond de mond [1](#page=1).
* Krampen (tetanie) in de handen en soms de voeten, evenals trismus (kaakklem) [1](#page=1).
* Hartkloppingen [1](#page=1).
* Drukkende pijn op de borst [1](#page=1).
* Gevoel van kortademigheid [1](#page=1).
* Een licht gevoel in het hoofd [1](#page=1).
* Droge mond [1](#page=1).
* Een normale huidskleur [1](#page=1).
* In zeldzame gevallen kan bewustzijnsverlies optreden [1](#page=1).
Een nuttige diagnostische methode is om met de patiënt mee te ademen, zodat de behandelaar de hyperventilatie zelf kan ervaren [1](#page=1).
#### 2.1.2 Behandeling van hyperventilatie
De behandeling van hyperventilatie richt zich primair op geruststelling en het wegnemen van de oorzaak:
* Stel de patiënt gerust [1](#page=1).
* Bespreek de mogelijke oorzaak van de hyperventilatieaanval en pas eventueel het behandelplan aan [1](#page=1).
* De tandheelkundige behandeling kan doorgaans worden voortgezet [1](#page=1).
* Bij terugkerende klachten dient de patiënt verwezen te worden naar de huisarts [1](#page=1).
### 2.2 Acute pijn op de borst
Acute pijn op de borst in de tandheelkundige praktijk moet worden beschouwd als een potentieel teken van zuurstofgebrek van de hartspier, wat kan duiden op angina pectoris of een hartinfarct [1](#page=1) [2](#page=2).
#### 2.2.1 Angina pectoris
Angina pectoris wordt veroorzaakt door een vernauwing van de kransslagaders van het hart. Emoties of pijn tijdens tandheelkundige behandelingen kunnen de inspanning van het hart verhogen, waardoor de zuurstoftoevoer ontoereikend wordt en drukkende pijn op de borst ontstaat. Deze pijn verdwijnt wanneer de inspanning afneemt [2](#page=2).
##### 2.2.1.1 Symptomen van angina pectoris
* Pijn op de borst, omschreven als een snoerend of drukkend gevoel midden op de borst [2](#page=2).
* Vaak uitstraling van de pijn naar de linkerschouder en linkerarm, en de linkerhals tot in de linkerkaakhoek [2](#page=2).
##### 2.2.1.2 Behandeling van angina pectoris
* Staak de tandheelkundige behandeling en laat de patiënt zitten of liggen [2](#page=2).
* Dien één nitroglycerinetablet onder de tong toe (van de patiënt zelf of uit een noodset) of gebruik eenmaal nitroglycerinespray op de tong. Herhaal indien nodig na vijf minuten [2](#page=2).
* Controleer frequent de hartslag en ademhaling [2](#page=2).
* Dien eventueel zuurstof toe met een snelheid van 5 liter per minuut [2](#page=2).
* Indien de pijnklachten verergeren of niet binnen vijftien minuten volledig verdwenen zijn, moet gehandeld worden alsof er sprake is van een hartinfarct [2](#page=2).
#### 2.2.2 Hartinfarct
Een hartinfarct ontstaat wanneer een bloedstolsel een kransslagader van de hartspier afsluit, wat leidt tot blijvend zuurstoftekort in een deel van de hartspier. De pijn bij een hartinfarct is minder direct gerelateerd aan inspanning dan bij angina pectoris. De aard en ernst van de klachten hangen af van de grootte en locatie van het afgesloten bloedvat [2](#page=2).
##### 2.2.2.1 Symptomen van een hartinfarct
* Pijn op de borst, met uitstraling naar de linkerschouder en linkerarm, en de linkerhals tot in de linkerkaakhoek [2](#page=2).
* Misselijkheid en braken [2](#page=2).
* Bleekheid [2](#page=2).
* Transpireren [2](#page=2).
* Toediening van nitroglycerine geeft geen verbetering van de klachten [2](#page=2).
* Meestal een snelle, moeilijk palpeerbare hartslag, tenzij er een hartritmestoornis of hartblok is ontstaan, wat kan leiden tot een onregelmatige of zeer langzame polsslag [2](#page=2).
* In ernstige gevallen kan bewustzijnsverlies, cyanose (blauwe verkleuring) en volledige circulatiestilstand optreden [2](#page=2).
##### 2.2.2.2 Behandeling van een hartinfarct
* Staak de tandheelkundige behandeling [2](#page=2).
* Alarmeer een ambulance via 1-1-2 [2](#page=2).
* Dien zuurstof toe met een snelheid van 5 liter per minuut [2](#page=2).
* Breng de patiënt in een comfortabele houding, waarbij zittend vaak de voorkeur heeft [2](#page=2).
* Dien één tablet van 500 mg acetylsalicylzuur toe, mits de patiënt nog bij bewustzijn is [2](#page=2).
* Blijf de hartslag (via de halsslagader) voortdurend controleren, aangezien een hartstilstand als complicatie kan optreden [2](#page=2).
### 2.3 Vasovagale collaps (flauwvallen)
De vasovagale collaps is de meest voorkomende oorzaak van acuut bewustzijnsverlies in de tandheelkundige praktijk en staat ook bekend als flauwvallen of syncope. Dit treedt vaak op bij angst, vermoeidheid of in een warme omgeving [1](#page=1).
#### 2.3.1 Verschijnselen van vasovagale collaps
* De patiënt voelt de collaps aankomen, met symptomen als draaierigheid en zwart voor de ogen zien [1](#page=1).
* Gapen [1](#page=1).
* Een bleke, klamme huid [1](#page=1).
* De polsslag is eerst langzaam, later snel [1](#page=1).
* Mogelijk bewustzijnsverlies, waarbij de patiënt slap is en soms epilepsieachtige krampen kan krijgen [1](#page=1).
* In horizontale positie treedt binnen enkele minuten spontaan herstel op [1](#page=1).
#### 2.3.2 Behandeling van vasovagale collaps
* Breng het hoofd omlaag: bij dreigend bewustzijnsverlies kan de patiënt met het hoofd tussen de knieën zitten. Bij bewustzijnsverlies dient de patiënt in een Trendelenburg-houding te worden gebracht (liggend op de rug met de benen iets omhoog) [1](#page=1).
* Maak knellende kleding los [1](#page=1).
* Verbeter de ventilatie van de behandelruimte [1](#page=1).
* Bij terugkeer van het bewustzijn: stel de patiënt gerust. Breng de patiënt na enkele minuten langzaam overeind. Overleg met de patiënt over de mogelijke oorzaak en besluit of de tandheelkundige behandeling voortgezet of uitgesteld moet worden. Zorg voor begeleiding naar huis en laat de patiënt niet zelf autorijden [1](#page=1).
* Als het bewustzijn niet binnen enkele minuten terugkeert, moet een alternatieve diagnose worden overwogen [1](#page=1).
### 2.4 Reanimatie bij hartstilstand
Een hartstilstand kan optreden in diverse omstandigheden, waaronder bij een hartinfarct, hartblok, anafylactische reactie, verstikking, en in zeldzame gevallen door een overdosis of intravasale toediening van lokaal anestheticum [2](#page=2).
#### 2.4.1 Symptomen van hartstilstand
* Diepe bewusteloosheid binnen enkele seconden [2](#page=2).
* Een vaal, wasbleek uiterlijk [2](#page=2).
* Soms gedurende de eerste minuut epilepsieachtige krampen [2](#page=2).
* Ademstilstand [2](#page=2).
* Bij uitblijven van reanimatie kunnen cyanose en hersendood (met pupilverwijding of het ontbreken van pupilvernauwing op licht) optreden [2](#page=2).
#### 2.4.2 Behandeling van hartstilstand
* Alarmeer een ambulance via 1-1-2 [2](#page=2).
* Leg de patiënt op de rug op een vlakke ondergrond [2](#page=2).
* Start uitwendige hartmassage: kniel naast het slachtoffer, plaats de muis van de hand midden op de borst, plaats de muis van de andere hand erbovenop, haak de vingers in elkaar om druk op de ribben te voorkomen. Oefen geen druk uit op het bovenste deel van het abdomen of het onderste deel van het sternum [2](#page=2).
* Combineer hartmassage met mond-op-mondbeademing [1](#page=1).
> **Tip:** Adequate kennis van deze acute situaties en de bijbehorende spoedprotocollen is essentieel voor elke tandarts om de patiëntveiligheid te waarborgen.
> **Tip:** Zorg ervoor dat een noodset met relevante medicatie (zoals nitroglycerine en acetylsalicylzuur) en zuurstofapparatuur altijd beschikbaar en goed onderhouden is in de praktijk.
---
# Reanimatie en aspiratie
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de procedures voor het uitvoeren van reanimatie bij een hartstilstand en de behandeling van aspiratie, het inademen van vreemde voorwerpen [2](#page=2) [3](#page=3).
### 3.1 Reanimatie bij hartstilstand
Een hartstilstand kan optreden bij diverse medische noodgevallen, waaronder een hartinfarct, hartblok, het eindstadium van een anafylactische reactie, verstikking (door glottisoedeem of aspiratie van een vreemd voorwerp), en in zeldzame gevallen door overdosering of intravasale toediening van lokaal anestheticum [2](#page=2).
#### 3.1.1 Symptomen van een hartstilstand
De symptomen van een hartstilstand manifesteren zich binnen enkele seconden en omvatten diepe bewusteloosheid, een vaal of wasbleek uiterlijk, soms epilepsieachtige krampen gedurende de eerste minuut, en ademstilstand. Bij het uitblijven van primaire reanimatie kunnen cyanose en hersendood optreden, wat zich uit in pupilverwijding en het ontbreken van een pupilreactie op licht [2](#page=2).
#### 3.1.2 Behandeling van een hartstilstand
De behandeling van een hartstilstand begint met het alarmeren van een ambulance via 1-1-2. Vervolgens wordt het slachtoffer op de rug op een vlakke ondergrond gelegd [2](#page=2).
##### 3.1.2.1 Uitwendige hartmassage
De uitwendige hartmassage wordt als volgt uitgevoerd:
* Kniel naast het slachtoffer [2](#page=2).
* Plaats de overgang van hand naar pols midden op de borstkas van het slachtoffer [2](#page=2).
* Plaats de muis van de andere hand bovenop de eerste hand [2](#page=2).
* Haak de vingers in elkaar om druk op de ribben te vermijden. Oefen geen druk uit op het bovenste deel van het abdomen of het onderste deel van het sternum [2](#page=2).
* Breng de schouders loodrecht boven de borstkas en druk met gestrekte armen het sternum 5-6 cm naar beneden [3](#page=3).
* Laat het sternum weer omhoogkomen, terwijl de handen contact houden met het sternum [3](#page=3).
* Herhaal de hartmassages met een snelheid van 100 tot 120 per minuut [3](#page=3).
##### 3.1.2.2 Mond-op-mondbeademing
De mond-op-mondbeademing wordt gecombineerd met de hartmassages in een verhouding van 30:2. Na dertig hartmassages wordt de luchtweg geopend door het hoofd achterover te kantelen en de kin op te tillen. Het zachte deel van de neus wordt dichtgeknepen met de duim en wijsvinger. De mond van de hulpverlener wordt rond de mond van het slachtoffer geplaatst om luchtlekkage te voorkomen. Er wordt rustig 500-600 ml lucht ingeblazen gedurende één seconde, waarbij wordt gelet op het omhoogkomen van de borstkas. Vervolgens wordt de mond weggehaald en wordt gecontroleerd of de borstkas weer daalt. Twee effectieve beademingen worden gegeven voordat verder wordt gegaan met hartmassages [3](#page=3).
##### 3.1.2.3 Problemen met de beademing
Indien de borstkas tijdens de eerste beademing niet normaal omhoogkomt, dient de mondholte gecontroleerd te worden op obstructies en moet gecheckt worden of het hoofd voldoende naar achteren is gekanteld en de kin is opgetild. Er worden niet meer dan twee beademingen verricht voordat verder gegaan wordt met hartmassages [3](#page=3).
##### 3.1.2.4 Stoppen met reanimatie
De reanimatiepoging wordt voortgezet tot gekwalificeerde hulpverleners ter plaatse zijn en de reanimatie overnemen, tot het slachtoffer normaal begint te ademen, of tot de hulpverlener lichamelijk uitgeput raakt [3](#page=3).
> **Tip:** De reanimatiepoging wordt niet onderbroken, behalve om de ademhaling te controleren indien de patiënt begint te ademen [3](#page=3).
### 3.2 Aspiratie
Aspiratie treedt op wanneer tandheelkundige materialen, of delen van gebitselementen, in de keelholte terechtkomen en ingeademd worden, wat kan leiden tot een milde of ernstige luchtwegobstructie [3](#page=3).
#### 3.2.1 Verschijnselen van aspiratie
Bij een milde luchtwegobstructie zal het slachtoffer hoesten, ademen en in staat zijn om de vraag 'Bent u aan het stikken?' met 'Ja' te beantwoorden. Bij een ernstige luchtwegobstructie kan het slachtoffer niet praten, ademen of hoesten [3](#page=3).
#### 3.2.2 Behandeling van aspiratie
##### 3.2.2.1 Milde luchtwegobstructie
Bij verschijnselen van een milde luchtwegobstructie wordt het slachtoffer aangemoedigd om te hoesten, maar verder wordt er niets ondernomen [3](#page=3).
##### 3.2.2.2 Ernstige luchtwegobstructie bij bewustzijn
Indien een patiënt bij bewustzijn verschijnselen van een ernstige luchtwegobstructie vertoont, worden maximaal vijf slagen op de rug gegeven. De hulpverlener gaat naast en een beetje achter het slachtoffer staan, ondersteunt de borstkas met één hand en vraagt het slachtoffer voorover te buigen. Met een vlakke hand worden maximaal vijf krachtige slagen gegeven tussen de schouderbladen, waarbij na elke slag gecontroleerd wordt of het voorwerp is verwijderd [3](#page=3).
Als de vijf slagen op de rug niet succesvol zijn, worden maximaal vijf buikcompressies ('heimlich-manoeuvre') gegeven. De hulpverlener gaat achter het slachtoffer staan, legt beide armen om het bovenste deel van de buik en vraagt het slachtoffer voorover te buigen. Een vuist wordt gemaakt en geplaatst tussen de navel en het zwaardvormig aanhangsel van het borstbeen, omvat met de andere hand, waarna met een krachtige ruk de handen schuin omhoog naar de hulpverlener toe worden getrokken [3](#page=3).
Indien de obstructie nog steeds niet is opgeheven, wordt afwisselend doorgegaan met het geven van vijf slagen tussen de schouderbladen en vijf buikcompressies [3](#page=3).
> **Tip:** Door het slachtoffer ver voorover te laten buigen tijdens rugslagen, komt het vreemde voorwerp, indien het loskomt, uit de mond en zakt het niet verder de luchtwegen in [3](#page=3).
#### 3.2.3 Nazorg na aspiratiebehandeling
Na succesvolle behandeling van een luchtwegobstructie kan een deel van het geaspireerde voorwerp achterblijven in de hogere of lagere luchtwegen. Patiënten met aanhoudende hoest, slikproblemen en/of het gevoel dat er iets in de keel zit, moeten nader medisch worden onderzocht. Alle slachtoffers die met buikcompressies zijn behandeld, dienen op inwendige bloedingen te worden gecontroleerd door een arts of op de Spoedeisende Hulp [3](#page=3).
#### 3.2.4 Bewusteloosheid bij aspiratie
Als het slachtoffer bewusteloos raakt tijdens een aspiratie-incident, wordt het voorzichtig op de grond geholpen en wordt een ambulance gealarmeerd via 1-1-2 [3](#page=3).
---
# Reacties op allergenen en metabole stoornissen
Dit onderdeel beschrijft de symptomen en behandeling van astma-aanvallen, anafylactische reacties en hypoglykemie, met specifieke aandacht voor de tandheelkundige setting.
### 4.1 Astma-aanval
Een astma-aanval is vaak gerelateerd aan een immunologische overgevoeligheidsreactie (type I) of gevoeligheid voor niet-specifieke prikkels zoals tabaksrook, inspanning en emoties, resulterend in vernauwing van de bronchiën. Astmapatiënten herkennen de symptomen en hebben doorgaans medicatie bij zich. Het is cruciaal om vóór een tandheelkundige behandeling te verifiëren of de patiënt zijn medicatie bij zich heeft [4](#page=4).
#### 4.1.1 Symptomen van een astma-aanval
De symptomen omvatten plotselinge kortademigheid, een 'gierende' inademing, piepende uitademing, versnelde ademhaling en gebruik van hulpademhalingsspieren. De pols is snel. Bij ernstige gevallen kunnen doodsangst, geringe en oppervlakkige ademhaling, cyanose en bewustzijnsverlies optreden [4](#page=4).
#### 4.1.2 Behandeling van een astma-aanval
1. **Positie:** Breng de patiënt in een comfortabele houding, meestal zittend [4](#page=4).
2. **Eigen medicatie:** Indien de patiënt medicatie bij zich heeft, laat deze dan gebruiken zoals gebruikelijk [4](#page=4).
3. **Noodmedicatie:** Indien de patiënt geen medicatie bij zich heeft, gebruik salbutamol uit de noodset. Dien één puff toe tijdens een inademing en herhaal na twee minuten indien nodig [4](#page=4).
4. **Verergering:** Bij onvoldoende resultaat of verergering, alarmeer een ambulance via 1-1-2 en dien zuurstof toe (5 liter per minuut) [4](#page=4).
### 4.2 Anafylactische reacties
Anafylactische reacties treden op bij patiënten die overgevoelig zijn voor bepaalde stoffen (allergenen), leidend tot een hevige immunologische reactie. Preventie omvat het vermijden van contact met het allergeen. Aangezien tandheelkundige materialen reacties kunnen veroorzaken, is het essentieel om bij alle patiënten te informeren naar immunologische overgevoeligheden ('allergieën') [4](#page=4).
#### 4.2.1 Symptomen van anafylactische reacties
Symptomen treden op binnen seconden tot minuten na contact [4](#page=4).
* **Beperkte verschijnselen:**
* Onwel gevoel [4](#page=4).
* Jeuk, tintelingen [4](#page=4).
* Huiduitslag en oedeem, met name in gezicht en nek [4](#page=4).
* **Ernstige verschijnselen:**
* Piepende ademhaling [4](#page=4).
* Tranende ogen en loopneus [4](#page=4).
* Buikpijn, misselijkheid, braken [4](#page=4).
* Asgrauwe huid, klamme huid [4](#page=4).
* Snelle en moeilijk palpeerbare polsslag [4](#page=4).
* Bewustzijnsverlies [4](#page=4).
* Shock [4](#page=4).
#### 4.2.2 Behandeling van anafylactische reacties
* **Algemeen:**
* Vermijd verder contact met het allergeen [4](#page=4).
* Trek latexhandschoenen uit zonder poeder te verspreiden [4](#page=4).
* Breng de patiënt in trendelenburg-houding [4](#page=4).
* **Bij beperkte verschijnselen:**
* Dien een antihistaminicum per os toe [4](#page=4).
* Controleer ademhaling en circulatie voortdurend [4](#page=4).
* Indien er binnen een uur geen verergering optreedt, bepaal het verdere beleid in overleg met een huisarts of de Spoedeisende Hulp [4](#page=4).
* **Bij levensbedreigende verschijnselen:**
* Alarmeer een ambulance via 1-1-2 [4](#page=4).
* Injecteer intramusculair 0,5 mg adrenaline (noteer het tijdstip); herhaal dit na 10 minuten [4](#page=4).
* Injecteer intramusculair 2 mg clemastine [4](#page=4).
* Injecteer intramusculair 25 mg prednisolon [4](#page=4).
* Dien zuurstof toe (5 liter per minuut) [4](#page=4).
* Controleer ademhaling en hartslag voortdurend [4](#page=4).
### 4.3 Hypoglykemie
Hypoglykemie komt voornamelijk voor bij diabetespatiënten die behandeld worden met insuline of sulfonylureumderivaten. Patiënten herkennen de eerste symptomen vaak en weten hoe te handelen, sommigen beschikken over een bloedsuikermeter. Bij elke ongewone verschijnsel bij een bekende diabetespatiënt, moet de tandarts een hypoglykemie overwegen [5](#page=5).
#### 4.3.1 Symptomen van hypoglykemie
De symptomen omvatten hongergevoel, transpireren, bleekheid, trillende handen en gedragsveranderingen zoals sufheid, verwardheid, onrust, irritatie of agressiviteit ('dronkenmansgedrag'). Ook verwijde pupillen, bewustzijnsverlies, soms met epilepsieachtige krampen, en een normale polsslag kunnen voorkomen [5](#page=5).
#### 4.3.2 Behandeling van hypoglykemie
* **Indien patiënt bij bewustzijn:**
* Laat de patiënt het bloedsuikergehalte bepalen en handelen zoals gebruikelijk [5](#page=5).
* Dien drie opgeloste suikerklontjes of een glucosehoudende vloeistof toe, gevolgd door iets te eten [5](#page=5).
* Bepaal na twintig minuten opnieuw het bloedsuikergehalte [5](#page=5).
* Indien het bloedsuikergehalte normaal is en de patiënt klachtenvrij is, overleg over voortzetting van de behandeling [5](#page=5).
* **Indien patiënt buiten bewustzijn:**
* Injecteer intramusculair 1 mg glucagon [5](#page=5).
* Indien de patiënt na glucagon weer bij bewustzijn komt, dien glucose en koolhydraten per os toe en verwijs naar de (huis)arts [5](#page=5).
* Indien de patiënt na glucagon niet binnen vijf minuten bij bewustzijn komt, alarmeer een ambulance via 1-1-2 en controleer frequent de ademhaling en hartslag [5](#page=5).
> **NB:** Bewustzijnsverlies door hyperglykemie komt niet voor in de tandheelkundige setting [5](#page=5).
---
# Epileptische aanvallen
Epileptische aanvallen kunnen voorkomen tijdens tandheelkundige bezoeken bij patiënten met epilepsie, vaak uitgelokt door factoren zoals pijn, spanning of slaapgebrek, en vereisen specifieke preventieve en crisismanagementstrategieën.
### 5.1 Oorzaken en preventie
Epileptische aanvallen kunnen bij patiënten met epilepsie worden uitgelokt door pijn, spanning, slaapgebrek en/of onvoldoende eten [ ](#page=5). Het is van belang om patiënten met epilepsie die nog regelmatig aanvallen hebben, goed te begeleiden bij het hanteren van spanning en angst [ ](#page=5). Effectieve pijnbeheersing en angstbegeleiding zijn cruciaal om mogelijke aanvallen te voorkomen [ ](#page=5) [5](#page=5).
### 5.2 Symptomen van een epileptisch insult (grand mal)
Een epileptisch insult, specifiek het grand mal type, kan zich manifesteren met verschillende fasen en symptomen [ ](#page=5) [5](#page=5):
* **Aura:** Dit kan aan een aanval voorafgaan bij een deel van de patiënten en omvat stemmingsveranderingen, hallucinaties zoals lichtflitsen zien, of het ruiken van een specifieke geur [ ](#page=5) [5](#page=5).
* **Tonische fase:** Gekenmerkt door het aanspannen van alle lichaamsspieren, wat kan leiden tot een tongbeet [ ](#page=5). Vaak wordt er een kreet geslaakt, de pupil wordt verwijd en deze fase duurt minder dan één minuut [ ](#page=5) [5](#page=5).
* **Klonische fase:** Hierbij treden symmetrische strekkingen en schokken van de ledematen op. Deze krampen doven geleidelijk uit binnen enkele minuten [ ](#page=5). Tijdens deze fase kan cyanose optreden, evenals hypersialie (overmatige speekselproductie) en incontinentie voor urine (frequent) of ontlasting (zelden) [ ](#page=5) [5](#page=5).
* **Na de klonische fase:** De patiënt kan een snurkende slaap hebben, met een geleidelijke terugkeer van het bewustzijn [ ](#page=5). Aanhoudende verwardheid, slaperigheid en hoofdpijn kunnen nog enige tijd aanwezig zijn [ ](#page=5) [5](#page=5).
### 5.3 Behandeling van een epileptisch insult
De behandeling van een epileptisch insult richt zich primair op het voorkomen van verwondingen en het monitoren van vitale functies [ ](#page=5) [5](#page=5).
1. **Positionering:** Breng de patiënt in een positie waarin hij of zij zich tijdens de aanval niet kan verwonden [ ](#page=5). Leg de patiënt op een ruime plek, buiten bereik van scherpe voorwerpen [ ](#page=5) [5](#page=5).
2. **Monitoring:** Controleer frequent de hartslag en ademhaling [ ](#page=5) [5](#page=5).
3. **Nazorg:** Overleg na het einde van het insult met de patiënt en diens huisarts over het verdere beleid [ ](#page=5). Zorg voor begeleiding van de patiënt op weg naar huis [ ](#page=5) [5](#page=5).
#### 5.3.1 Crisismanagement bij langdurige aanvallen of bewustzijnsverlies
In specifieke ernstige situaties is onmiddellijk medisch ingrijpen noodzakelijk [ ](#page=5) [5](#page=5):
* **Status epilepticus:** Indien een epileptische aanval langer dan vijf minuten duurt, of als een serie aanvallen langer duurt dan dertig minuten, wordt dit beschouwd als een status epilepticus [ ](#page=5) [5](#page=5).
* **Langdurig bewustzijnsverlies:** Als de patiënt langer dan vijftien minuten buiten bewustzijn is [ ](#page=5) [5](#page=5).
In deze gevallen dient direct een ambulance te worden gealarmeerd via 1-1-2 [ ](#page=5). Continue controle van de ademhaling en hartslag is hierbij essentieel [ ](#page=5) [5](#page=5).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Vasovagale collaps | Een veelvoorkomende oorzaak van plotseling bewustzijnsverlies, gekenmerkt door een vertraagde hartslag en lage bloeddruk, vaak uitgelokt door angst of stress. |
| Syncope | Een andere term voor flauwvallen, veroorzaakt door een tijdelijke vermindering van de bloedtoevoer naar de hersenen. |
| Hyperventilatie | Een abnormaal snelle of diepe ademhaling die kan leiden tot symptomen zoals tintelingen, duizeligheid en kramp. |
| Paresthesieën | Een abnormaal gevoel zoals tintelingen, prikkelingen of gevoelloosheid, vaak een symptoom van hyperventilatie of neurologische aandoeningen. |
| Trismus | Samentrekking van de kaakspieren die het moeilijk maakt de mond te openen, ook wel kaakklem genoemd. |
| Angina pectoris | Pijn op de borst veroorzaakt door een ontoereikende bloedtoevoer naar de hartspier, meestal als gevolg van vernauwing van de kransslagaders. |
| Hartinfarct | Een ernstige medische aandoening waarbij een deel van de hartspier beschadigd raakt door een bloedstolsel dat een kransslagader afsluit. |
| Uitwendige hartmassage | Een techniek waarbij ritmisch druk wordt uitgeoefend op de borstkas om de bloedsomloop te stimuleren tijdens een hartstilstand. |
| Mond-op-mondbeademing | Een kunstmatige ademhalingstechniek waarbij de hulpverlener lucht blaast in de mond van een patiënt om de ademhaling te ondersteunen. |
| Aspiratie | Het inademen van vreemde voorwerpen, voedsel, vloeistoffen of maaginhoud in de luchtwegen. |
| Tracheotomie | Een chirurgische ingreep waarbij een opening in de luchtpijp wordt gemaakt om ademhalen mogelijk te maken. |
| Astma-aanval | Een plotselinge verergering van astmasymptomen zoals kortademigheid, piepende ademhaling en hoesten, veroorzaakt door vernauwing van de luchtwegen. |
| Bronchiën | De vertakkingen van de luchtpijp die naar de longen leiden. |
| Anafylactische reactie | Een ernstige, potentieel levensbedreigende allergische reactie die snel optreedt na blootstelling aan een allergeen. |
| Allergeen | Een stof die bij een overgevoelig persoon een allergische reactie kan veroorzaken. |
| Hypoglykemie | Een te lage bloedsuikerspiegel, vaak voorkomend bij diabetespatiënten die insuline gebruiken. |
| Glucagon | Een hormoon dat de bloedsuikerspiegel verhoogt en wordt gebruikt bij de behandeling van ernstige hypoglykemie. |
| Epileptisch insult | Een abnormale elektrische activiteit in de hersenen die kan leiden tot veranderingen in gedrag, beweging of bewustzijn. |
| Grand mal | Een type epileptische aanval dat gekenmerkt wordt door verlies van bewustzijn, spierschokken en stijfheid. |
| Status epilepticus | Een gevaarlijke toestand waarbij een patiënt langdurig een epileptische aanval heeft, of een reeks aanvallen achter elkaar zonder volledig te herstellen. |