Cover
Börja nu gratis Dermatologie huidinfecties bij eczeem.docx
Summary
# De natuurlijke afweer van de huid
Hieronder volgt een samenvatting over de natuurlijke afweer van de huid, bedoeld als studiemateriaal voor een examen.
## 1. De natuurlijke afweer van de huid
De huid beschikt over een complex en gelaagd afweersysteem dat bescherming biedt tegen pathogenen en infecties voorkomt.
### 1.1 Het belang van een intacte huid
De fysieke integriteit van de huid vormt de eerste verdedigingslinie tegen micro-organismen.
#### 1.1.1 De hoornlaag (stratum corneum)
De hoornlaag is de buitenste laag van de epidermis en fungeert als een fysieke barrière. De continue vernieuwing van deze laag, met een snelle turnover van de hoorncellen, draagt bij aan het verwijderen van pathogenen die zich hier mogelijk aan hechten.
#### 1.1.2 Huidlipiden en huidsecretie
* **Huidlipiden:** De huid scheidt lipiden af die een beschermende film vormen. Deze lipiden dragen bij aan het behoud van de huidbarrière en kunnen een vijandige omgeving creëren voor bepaalde bacteriën.
* **Zweet en melkzuur:** Zweet bevat onder andere melkzuur, wat bijdraagt aan de zure pH van de huid. Deze zure omgeving (lage pH) remt de groei van veel pathogene bacteriën.
### 1.2 Het huidmicrobioom
De huid wordt bevolkt door een divers ecosysteem van micro-organismen, gezamenlijk het huidmicrobioom genoemd.
#### 1.2.1 Huidflora: resident en transiënt
De huidflora kan worden onderverdeeld in twee categorieën:
* **Residente flora:** Dit zijn de micro-organismen die permanent op de huid leven en zich daar vermenigvuldigen. Dit is het belangrijkste deel van de huidflora en speelt een actieve rol in de verdediging.
* **Transiënte flora:** Dit zijn micro-organismen die de huid slechts tijdelijk koloniseren en gemakkelijker te verwijderen zijn. Ze worden vaak geassocieerd met contaminatie.
#### 1.2.2 Kolonisatieresistentie en bacteriële interferentie
Het normale microbioom van de huid biedt bescherming tegen bacteriële infecties door middel van:
* **Kolonisatieresistentie:** De aanwezigheid van gunstige bacteriën concurreert met potentieel pathogene micro-organismen om voedingsstoffen en bindingsplaatsen op de huid, waardoor deze laatste minder kans krijgen zich te vestigen.
* **Bacteriële interferentie:** Commensale bacteriën kunnen stoffen produceren die de groei van pathogenen remmen of de immuunrespons van de huid stimuleren.
### 1.3 Het immuunsysteem van de huid
Naast fysieke en microbiële barrières, beschikt de huid over een eigen immuunsysteem dat infecties kan bestrijden.
#### 1.3.1 Bacteriële huidinfecties
Bacteriële huidinfecties kunnen primair zijn (zonder voorafgaande huidafwijkingen) of secundair (als complicatie van reeds bestaande huidproblemen).
* **Belangrijke pathogenen:** De twee meest voorkomende bacteriën die huidinfecties veroorzaken zijn *Staphylococcus aureus* en *Streptococcus pyogenes*.
* **Pyodermieën:** Dit is een algemene term voor bacteriële huidinfecties.
* **Secundaire bacteriële huidinfecties:** Deze treden op als complicatie bij huidafwijkingen, zoals eczeem.
* **Impetigo vulgaris (krentenbaard):** Dit is een oppervlakkige, zeer besmettelijke bacteriële huidinfectie die vaak bij kinderen voorkomt. Het begint typisch met vesikels die zich ontwikkelen tot pustels, barsten en vervolgens erosies en korsten vormen. *Staphylococcus aureus* is vaak de veroorzaker, soms in combinatie met *Streptococcus pyogenes*.
> **Tip:** Impetigo is zelden een op zichzelf staande infectie. Factoren die bijdragen aan besmetting zijn contact met geïnfecteerde personen, jeukende huidaandoeningen (zoals eczeem), contact met dragers van *Staphylococcus aureus*, of reizen naar gebieden met een hogere prevalentie.
* **Behandeling:** De behandeling van impetigo omvat basis hygiënemaatregelen zoals wassen met povidonjodium of chloorhexidine. Topische antibiotica zoals fucidinezuur of mupirocine (effectief tegen *Staphylococcus aureus*) kunnen worden voorgeschreven. In ernstigere gevallen kan orale antibiotica zoals flucloxacilline nodig zijn. Zinkolie kan ter bescherming van de huid worden gebruikt.
#### 1.3.2 Virale huidinfecties
Virale infecties kunnen de huid direct aantasten of als onderdeel van een systemische ziekte verschijnen.
* **Ectodermotrope virussen:** Deze virussen infecteren primair huidcellen. Een voorbeeld is het humaan papillomavirus (HPV) dat wratten veroorzaakt.
* **Pantrope virussen:** Deze virussen kunnen verschillende weefsels in het lichaam infecteren, waaronder de huid, en kunnen leiden tot algehele ziekte. Voorbeelden zijn virussen die mazelen of waterpokken veroorzaken, waarbij huiduitslag een uiting is van de systemische infectie.
* **Herpes Simplex Virus (HSV):**
* **HSV-1 en HSV-2:** Beide typen kunnen primaire infecties veroorzaken, waarna ze latent aanwezig blijven en bij verminderde weerstand recidiveren.
* **Primaire infectie:** Vaak gepaard gaand met algehele malaise, misselijkheid, loomheid en koorts. Er kunnen kleine blaasjes ontstaan.
* **Latentiefase:** Het virus blijft in zenuwknopen aanwezig.
* **Recidiefinfecties:** Deze zijn vaak ectodermotroop en manifesteren zich als koortsblaasjes (herpes labialis) rond de lippen (vaker HSV-1) of genitale herpes (vaker HSV-2, maar HSV-1 kan dit ook veroorzaken).
> **Tip:** Een recidief van herpes simplex komt vaker voor wanneer de weerstand van het lichaam verzwakt is. Zowel HSV-1 als HSV-2 kunnen echter ectodermotroop zijn, wat betekent dat ze de huid en zenuwen kunnen infecteren.
---
# Bacteriële huidinfecties bij eczeem
Dit hoofdstuk behandelt de secundaire bacteriële huidinfecties die kunnen optreden bij huidafwijkingen zoals eczeem, met specifieke aandacht voor impetigenisatie en eczema herpeticum.
### 2.1 De natuurlijke afweer van de huid
De huid beschikt over diverse mechanismen ter bescherming tegen infecties:
* **Intact stratum corneum:** De buitenste hoornlaag vormt een fysieke barrière.
* **Snelle turnover van de hoornlaag:** Continue vernieuwing van de huid helpt micro-organismen te verwijderen.
* **Huidlipiden:** Vetzuren op de huid dragen bij aan de antimicrobiële werking.
* **Zweet:** Bevat melkzuur, wat de pH van de huid verlaagt en groei van pathogenen remt.
* **Immuunsysteem:** Lokale immuuncellen bewaken de huid.
* **Microbioom:** De aanwezige huidflora (microbioom) zorgt voor kolonisatieresistentie, ook wel "bacteriële interferentie" genoemd, waarbij commensaal bacteriën pathogenen verdringen.
### 2.2 Huidinfecties door bacteriën
Bacteriële huidinfecties worden onderverdeeld in:
* **Primaire huidinfecties (pyodermieën):** Treden op bij een gezonde huid.
* **Secundaire bacteriële huidinfecties:** Compliceren bestaande huidafwijkingen, zoals eczeem.
#### 2.2.1 Impetigo vulgaris (krentenbaard)
Impetigo vulgaris is een oppervlakkige, zeer besmettelijke bacteriële huidinfectie die vaak secundair optreedt bij huidaandoeningen zoals eczeem.
**Klinisch beeld:**
De infectie begint vaak met vesikels (blaasjes) omgeven door een rode hof. Deze evolueren naar pustels (puistjes), die openbarsten en resulteren in erosies bedekt met een kenmerkende korst (crusta).
**Etiologie/Pathogenese:**
De infectie wordt meestal veroorzaakt door *Staphylococcus aureus*, soms in combinatie met *Streptococcus pyogenes*. Bij kinderen is *Staphylococcus aureus* de meest voorkomende verwekker.
**Besmettingsrisico:**
Impetigo is zeer besmettelijk en kan zich verspreiden via direct contact, gedeelde voorwerpen, of door krabben. Factoren die de kans op impetigo vergroten zijn onder andere:
* Contact met geïnfecteerde personen.
* Bestaande jeukende huidaandoeningen zoals eczeem.
* Aanwezigheid van *Staphylococcus aureus* in de directe omgeving.
* Reizen naar gebieden waar specifieke *Staphylococcus aureus*-stammen prevaleren die minder bekend zijn bij de lokale bevolking.
**Behandeling:**
De behandeling van impetigo richt zich op het bestrijden van de bacteriële infectie en het voorkomen van verspreiding.
* **Basis:** Regelmatig wassen met desinfecterende middelen zoals povidonjodium of chloorhexidine.
* **Topisch:** Crèmes met fucidinezuur of mupirocine kunnen lokaal worden toegepast om *Staphylococcus aureus* te doden.
* **Systemisch:** Indien de infectie uitgebreid is of bij risicofactoren, kan een antibioticum zoals flucloxacilline worden voorgeschreven.
* **Bescherming:** Zinkolie kan worden gebruikt ter bescherming van de huid.
* **NHG-standaard:** Raadpleeg de NHG-standaard voor specifieke richtlijnen.
#### 2.2.2 Secundaire bacteriële infecties bij eczeem
Eczeem, door de beschadigde huidbarrière, is een belangrijke risicofactor voor secundaire bacteriële kolonisatie en infectie.
**Belangrijkste bacteriële verwekker:**
* *Staphylococcus aureus* is de meest voorkomende bacteriële verwekker van secundaire infecties bij eczeem. De aanwezigheid van *S. aureus* op de huid van eczeempatiënten is significant hoger dan bij gezonde individuen.
**Impact op eczeem:**
* Bacteriële infecties kunnen de eczeemklachten verergeren, leiden tot een toename van jeuk, roodheid en ontstekingsreacties.
* Het kan de effectiviteit van locale therapieën beïnvloeden.
**Preventie en behandeling:**
* Het minimaliseren van de kolonisatie met *S. aureus* is cruciaal. Dit kan door:
* Regelmatige hygiëne met antibacteriële middelen (bv. chloorhexidine).
* Gebruik van bleekbadjes (in verdunde concentratie) kan de huidflora helpen reguleren.
* Adequaat gebruik van emolientia om de huidbarrière te herstellen.
* Indien nodig, lokale of systemische antibiotica na diagnostische bevestiging.
### 2.3 Virale infecties bij eczeem
Naast bacteriële infecties kunnen ook virale infecties complicaties veroorzaken bij eczeem.
**Classificatie van virale infecties:**
* **Ectodermotrope virusinfecties:** Infecteren primair de huid, zoals wratten.
* **Pantrope virusinfecties:** Infecteren de huid én kunnen algemeen ziek maken, zoals mazelen.
* **Secundaire exanthemen:** Een huiduitslag als uiting van een algemene virale infectie, zoals waterpokken.
#### 2.3.1 Eczema herpeticum (varicelliforme eruptie van Kaposi)
Eczema herpeticum is een ernstige, gegeneraliseerde huidinfectie die ontstaat door een superinfectie met het Herpes Simplex Virus (HSV) bij reeds bestaande huidaandoeningen, met name eczeem.
**Verwekkers:**
* Herpes Simplex Virus (HSV) type 1 en type 2.
* HSV-type 1 is vaker geassocieerd met infecties boven de gordel (o.a. herpes labialis).
* HSV-type 2 is vaker geassocieerd met infecties onder de gordel, maar dit onderscheid is niet strikt.
* Primair kan HSV-infectie pantroop zijn, terwijl recidiefinfecties vaker ectodermotroop zijn.
**Pathogenese:**
Bij patiënten met een beschadigde huidbarrière (zoals bij eczeem) kunnen HSV-virussen gemakkelijk de huid binnendringen en zich snel verspreiden. Dit kan optreden tijdens een primaire HSV-infectie of tijdens een recidiefinfectie bij personen die al eerder met HSV geïnfecteerd zijn geweest.
**Klinisch beeld:**
* De eruptie wordt gekenmerkt door gegeneraliseerde, pijnlijke, met vocht gevulde blaasjes op een rode achtergrond.
* Deze blaasjes kunnen conflueren en zich uitbreiden over grote delen van het lichaam, inclusief de eczeemhaarden.
* Vaak gaan de blaasjes over in erosies en secundaire korsten.
* Systemische symptomen zoals koorts, malaise, misselijkheid en loomheid kunnen optreden.
**Behandeling:**
Eczema herpeticum is een medische urgentie en vereist snelle antivirale therapie.
* **Antivirale middelen:** Systemische toediening van antivirale middelen, zoals aciclovir, is de hoeksteen van de behandeling. Hoe eerder gestart, hoe beter het resultaat.
### 2.4 Huidflora en microbioom
De huidflora, het geheel van micro-organismen die op de huid leven, speelt een belangrijke rol in de bescherming.
**Soorten huidflora:**
* **Residente flora:** Dit is het belangrijkste deel van de huidflora. Deze bacteriën leven permanent op de huid, vermenigvuldigen zich daar en zijn moeilijker te verwijderen. Ze bieden bescherming tegen bacteriële infecties. De residente flora bevindt zich voornamelijk op gebieden zoals het gezicht, de hals, de nek en de handen.
* **Transiënte flora:** Deze bacteriën zijn contaminant (bijkomend) en komen op de huid door contact. Ze overleven er minder lang en zijn makkelijker te verwijderen.
**Belang bij eczeem:**
Bij eczeem kan de balans van de huidflora verstoord zijn, wat leidt tot een toename van potentiële pathogenen zoals *Staphylococcus aureus* en een verminderde kolonisatieresistentie.
> **Tip:** Begrijpen hoe de huidflora functioneert en hoe deze verstoord kan raken bij eczeem is cruciaal voor het verklaren van secundaire infecties. De rol van *Staphylococcus aureus* bij eczeem is hierin een sleutelconcept.
---
# Virale huidinfecties en hun manifestaties
Dit onderwerp behandelt de verschillende typen virale infecties die de huid kunnen aantasten, inclusief hun aard en de implicaties van primaire versus recidiverende infecties.
### 3.1 Inleiding tot virale huidinfecties
Virale huidinfecties worden geclassificeerd op basis van waar het virus zich in het lichaam manifesteert.
#### 3.1.1 Ectodermotrope virusinfecties
Deze virussen infecteren primair cellen van de huid, zoals te zien is bij wratten.
#### 3.1.2 Pantrope virusinfecties
Pantrope virussen kunnen zowel de huid als andere organen aantasten, wat kan leiden tot algemene ziekteverschijnselen. Mazelen is een voorbeeld van een pantroop virusinfectie waarbij ook huiduitslag optreedt. Waterpokken is een ander voorbeeld waarbij het virus in het lichaam ziekte veroorzaakt en zich ook uit op de huid.
### 3.2 Herpes simplex virus (HSV)
Herpes simplex virussen, specifiek HSV-type 1 en HSV-type 2, zijn belangrijke verwekkers van virale huidinfecties.
#### 3.2.1 Kenmerken van HSV-infecties
* **Primaire infectie:** Tijdens de eerste infectie met HSV kan het virus pantroop zijn en leiden tot algemene symptomen zoals weinig eetlust, misselijkheid, loomheid en koorts. De primaire infectie wordt gekenmerkt door kleine blaasjes.
* **Latentiefase:** Na de primaire infectie trekt het virus zich terug en kan het latent aanwezig blijven in het lichaam.
* **Recidiefinfectie:** Bij een verzwakking van de weerstand kan het virus reactiveren. Recidiefinfecties zijn doorgaans ectodermotroop, wat betekent dat ze zich vooral manifesteren op de huid.
#### 3.2.2 HSV-type 1 versus HSV-type 2
* **HSV-type 1:** Wordt voornamelijk geassocieerd met infecties boven de gordel, zoals herpes labialis (koortslip).
* **HSV-type 2:** Wordt vaker gezien bij infecties onder de gordel, hoewel deze indeling niet strikt is.
#### 3.2.3 Klinische manifestaties van recidiefinfecties
* **Herpes labialis (koortslip/lip):** Dit is de meest voorkomende manifestatie van een recidief HSV-infectie, die zich kenmerkt door de vorming van kleine blaasjes, met name rond de lippen. Deze infecties kunnen optreden wanneer de weerstand van de persoon verzwakt is.
> **Tip:** Het begrijpen van het onderscheid tussen primaire en recidiverende infecties is cruciaal voor de diagnose en behandeling van herpes simplex virusinfecties. Recidieven zijn vaak ectodermotroop en worden getriggerd door factoren die de immuniteit verminderen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Huidflora | De verzameling micro-organismen, waaronder bacteriën, die van nature op de huid leven en een rol spelen in de bescherming en het onderhoud van de huidgezondheid. |
| Stratum corneum | De buitenste laag van de epidermis, bestaande uit dode cellen (hoorncellen) en lipiden, die fungeert als een fysieke barrière tegen pathogenen en vochtverlies. |
| Huidlipiden | Vetzuren en andere lipidecomponenten die door de talgklieren worden geproduceerd en bijdragen aan de barrièrefunctie van de huid door deze soepel te houden en te beschermen. |
| Melkzuur | Een organisch zuur dat wordt geproduceerd door zweetklieren, wat bijdraagt aan de zure pH van de huid, een omstandigheid die ongunstig is voor de groei van veel bacteriën. |
| Immuunsysteem | Het complexe netwerk van cellen, weefsels en organen dat het lichaam beschermt tegen ziekteverwekkers zoals bacteriën, virussen en schimmels. |
| Microbioom | De gemeenschap van micro-organismen die in een specifieke omgeving leven, in dit geval op de huid; het huidmicrobioom speelt een cruciale rol bij de afweer. |
| Kolonisatieresistentie | Het vermogen van de natuurlijke huidflora om de vestiging en groei van pathogene micro-organismen te voorkomen, vaak door concurrentie om voedingsstoffen en ruimte. |
| Bacteriële interferentie | Het fenomeen waarbij de aanwezigheid van niet-pathogene bacteriën op de huid de kolonisatie door potentieel schadelijke bacteriën bemoeilijkt. |
| Stafylokokken | Een type bacterie dat vaak voorkomt op de huid en in de neus; kan bij verminderde weerstand of huidbeschadiging infecties veroorzaken zoals impetigo. |
| Streptokokken | Een ander type bacterie dat huidinfecties kan veroorzaken, vaak in combinatie met stafylokokken, zoals bij impetigo vulgaris. |
| Pyodermieën | Pusvormende infecties van de huid die veroorzaakt worden door bacteriën en zich kunnen manifesteren als primaire infecties of als complicaties. |
| Impetigo vulgaris | Een oppervlakkige, zeer besmettelijke bacteriële huidinfectie, ook bekend als krentenbaard, die karakteristieke blaasjes en korsten vormt. |
| Secundaire impetigenisatie | Het optreden van een bacteriële infectie, zoals impetigo, als complicatie van een reeds bestaande huidaandoening, bijvoorbeeld eczeem. |
| Ectodermotrope | Virussen die primair de huid en de huidlagen (ectoderm) infecteren en daar hun replicatiecyclus doorlopen. |
| Pantrope | Virussen die meerdere weefsels en organen in het lichaam kunnen infecteren, waaronder de huid, en zo systemische ziekte kunnen veroorzaken. |
| Exantheem | Een huiduitslag die optreedt als symptoom van een andere ziekte, vaak een virale infectie, waarbij de uitslag een secundaire manifestatie is. |
| Herpes simplex virus (HSV) | Een virus dat twee hoofdtypen kent (HSV-1 en HSV-2) en infecties kan veroorzaken die variëren van milde koortsblaasjes tot ernstigere genitale herpes of eczeem herpeticum. |
| Latentiefase | De periode waarin een virus in het lichaam aanwezig is maar geen actieve ziekte veroorzaakt; het virus kan zich op een later moment weer manifesteren. |
| Herpes labialis | Een veelvoorkomende recidiverende infectie veroorzaakt door HSV-1, die zich uit als koortsblaasjes rond de lippen of mond. |
| Residente flora | De bacteriën die permanent op de huid leven en zich daar kunnen vermenigvuldigen; deze flora draagt bij aan de bescherming van de huid. |
| Transiënte flora | Bacteriën die tijdelijk op de huid aanwezig zijn, vaak door contact met de omgeving; deze zijn meestal makkelijker te verwijderen dan de residente flora. |