Cover
Börja nu gratis 9 Ligamenten - 2025.pdf
Summary
# Indeling en eigenschappen van gewrichten
Dit onderwerp beschrijft de classificatie van gewrichten op basis van hun bewegingsmogelijkheid en de diverse typen synoviale gewrichten met bijbehorende voorbeelden.
### 1.1 Classificatie van gewrichten op basis van beweging
Gewrichten kunnen worden ingedeeld op basis van de mate van beweging die ze toelaten. Deze indeling omvat drie hoofdcategorieën [2](#page=2):
* **Synarthrosen (fibreuze gewrichten):** Deze gewrichten staan geen beweging toe [2](#page=2).
* **Amphiarthrosen (cartilagineuze gewrichten):** Deze gewrichten laten een beperkte mate van beweging toe [2](#page=2).
* **Diarthrosen (synoviale gewrichten):** Deze gewrichten laten vrije beweging toe. Dit type gewricht vormt de focus voor verdere specificatie vanwege de diverse morfologische subtypes [2](#page=2).
### 1.2 Typen synoviale gewrichten (diarthrosen)
Synoviale gewrichten, gekenmerkt door hun vermogen tot beweging, kunnen verder worden onderverdeeld in verschillende typen op basis van hun vorm en de assen waarop beweging mogelijk is [2](#page=2).
#### 1.2.1 Scharniergewricht
* **Kenmerk:** Dit gewrichtstype staat beweging toe in één vlak, vergelijkbaar met een scharnier op een deur.
* **Voorbeeld:** Het kniegewricht [2](#page=2).
#### 1.2.2 Glijdend gewricht
* **Kenmerk:** Bij dit type gewricht kunnen de gewrichtsoppervlakken over elkaar heen glijden of schuiven.
* **Voorbeeld:** De gewrichten tussen de handwortelbeentjes (ossa carpi) [2](#page=2).
#### 1.2.3 Kogelgewricht
* **Kenmerk:** Dit is een meerassig gewricht waarbij een bolvormige kop (caput) in een komvormige holte (fossa) past, wat een breed scala aan bewegingen mogelijk maakt.
* **Voorbeeld:** Het schoudergewricht (articulatio glenohumeralis) [2](#page=2).
#### 1.2.4 Zadelgewricht
* **Kenmerk:** De gewrichtsoppervlakken hebben de vorm van een zadel, waarbij elk oppervlak convex in de ene richting en concaaf in de andere richting is. Dit maakt beweging in twee richtingen mogelijk.
* **Voorbeeld:** Het gewricht tussen de eerste middenhandsbeen (metacarpus I) en het trapezium bot (os trapezium) [2](#page=2).
#### 1.2.5 Ellipsoïd gewricht
* **Kenmerk:** Dit gewricht heeft een ovale, gewelfde gewrichtsvlakte die in een ovale holte past. Het laat beweging in twee vlakken toe (flexie, extensie, abductie, adductie en circumductie), maar geen rotatie.
* **Voorbeeld:** Het gewricht tussen de spaakbeen (radius) en het scaphoid bot (os scaphoideum) [2](#page=2).
#### 1.2.6 Draaigewricht
* **Kenmerk:** Bij dit gewricht draait het ene bot rond een centrale as die door het andere bot loopt.
* **Voorbeeld:** Het gewricht tussen de atlas (eerste halswervel) en de axis (tweede halswervel) [2](#page=2).
---
# Ligamenten: structuur, functie en locatie
Ligamenten zijn bindweefselstructuren die voornamelijk bestaan uit collageen en elastine en dienen ter versteviging en stabilisatie van gewrichten. Ze kunnen platte of ronde bundels vormen van collagene bindweefselvezels die in één hoofdrichting lopen, waardoor ze de bewegingsmogelijkheden van gewrichten beperken of sturen. Bij het ouder worden worden ligamenten kleiner en minder sterk, wat kan leiden tot verrekkingen of scheuren [4](#page=4).
### 2.1 Structuur en samenstelling van ligamenten
Ligamenten zijn afkomstig van het Latijnse werkwoord *ligare*, wat "binden" of "verbinden" betekent. Hun belangrijkste componenten zijn collageen en elastine. De vezels van collagene bindweefselvezels zijn meestal georganiseerd in platte of ronde bundels die in één specifieke richting verlopen. Deze structuur bepaalt de sterkte en flexibiliteit van het ligament, waardoor het effectief de beweging van een gewricht kan beperken [4](#page=4).
### 2.2 Functie van ligamenten
De primaire functies van ligamenten zijn het verstevigen van gewrichtskapsels, het bieden van stabiliteit aan gewrichten en het beperken van scharnierbewegingen. Ze fungeren als passieve stabilisatoren die de relatieve posities van de botten in een gewricht handhaven tijdens verschillende bewegingen en belastingen [4](#page=4).
### 2.3 Locaties van ligamenten in het lichaam
#### 2.3.1 Ligamenten van de wervelkolom
De wervelkolom beschikt over een complex netwerk van ligamenten dat stabiliteit en bewegingsbeperking biedt:
* **Lig. longitudinale anterius:** Dit ligament loopt aan de voorzijde van de wervellichamen, van de schedelbasis tot het sacrum, en volgt de kromming van de wervelkolom [5](#page=5).
* **Lig. longitudinale posterius:** Gelegen aan de achterzijde van de wervellichamen, strekt dit ligament zich uit van de clivus tot het canalis sacralis en begeleidt eveneens de kromming van de wervelkolom [5](#page=5).
* **Ligg. flava:** Deze ligamenten bestaan uit elastische vezels en verbinden de arcus van opeenvolgende wervels. Ze spelen een cruciale rol bij het rechtop houden van het lichaam en stabilisatie in het sagittale vlak [5](#page=5).
* **Ligg. interspinalia:** Ligamenten die de doornuitsteeksels van opeenvolgende wervels verbinden.
* **Lig. supraspinale:** Dit ligament loopt over de toppen van de doornuitsteeksels.
* **Lig. nuchae:** Een cranialis verbreed deel van het lig. supraspinale, dat zich uitstrekt van de protuberantia occipitalis externa tot de vertebra prominens [5](#page=5).
* **Ligg. intertransversaria:** Deze ligamenten verbinden de dwarsuitsteeksels van opeenvolgende wervels en helpen bij het tegengaan van zijwaartse bewegingen [5](#page=5).
De discus intervertebralis, een belangrijk onderdeel van de wervelkolom, bestaat uit een buitenste vezelige ring (anulus fibrosus) en een centrale gelatinekern (nucleus pulposus) [9](#page=9).
#### 2.3.2 Ligamenten van het rib-wervelgewricht
Het bandapparaat dat de ribben verbindt met de wervelkolom omvat:
* **Lig. costotransversarium laterale:** Verbindt het punt van de proc. transversus met het tuberculum costae [13](#page=13).
* **Lig. costotransversarium:** Verenigt de collum costae met het dwarsuitsteeksel van de wervel [13](#page=13).
* **Lig. costotransversarium superius:** Verbindt de collum costae met het dwarsuitsteeksel van de craniaal gelegen wervel [13](#page=13).
* **Lig. radiatum:** Verbindt de caput costae met de corpora vertebrales [13](#page=13).
#### 2.3.3 Ligamenten van het bekken
Het bekken is voorzien van diverse ligamenten die stabiliteit bieden, met name in het iliosacrale gewricht (amfiartrose tussen os sacrum en os ilium) en de symphysis pubica:
* **Ligg. sacroiliaca anteriora:** Aan de voorzijde gelegen ligamenten van het iliosacrale gewricht [14](#page=14).
* **Ligg. sacroiliaca interossea:** Liggen tussen het os sacrum en os ilium [14](#page=14).
* **Ligg. sacroiliaca posteriora:** Aan de achterzijde gelegen ligamenten van het iliosacrale gewricht [14](#page=14).
* **Lig. inguinale:** Strekt zich uit van de spina iliaca anterior superior tot het tuberculum pubicum en vormt het onderste deel van de aponeurose van de musculus externus [14](#page=14).
* **Membrana obturatoria:** Bedekt het foramen obturatum en vormt de canalis obturatorius [14](#page=14).
* **Symphysis pubica:** Een kraakbenige verbinding tussen de schaambeenderen [14](#page=14).
* **Lig. sacrospinale:** Een belangrijk ligament dat de uitgang van het bekken stabiliseert [14](#page=14).
* **Lig. sacrotuberale:** Een ander cruciaal ligament voor de stabiliteit van het bekken [14](#page=14).
#### 2.3.4 Ligamenten van de ledematen
**2.3.4.1 Schouder- en ellebooggewrichten**
De verbindingen tussen de clavicula, sternum en costa prima omvatten diverse ligamenten. De verbindingen tussen de clavicula en scapula, inclusief de fornix humeri, worden eveneens door ligamenten ondersteund [18](#page=18) [19](#page=19).
**2.3.4.2 Radio-ulnair gewricht**
Het bandapparaat van het proximaal en distaal radio-ulnair gewricht is essentieel voor pronatie en supinatie:
* **Lig. collaterale radiale & ulnare:** Stabiliseren de elleboog [25](#page=25).
* **Lig. anulare radii:** Omringt de radiuskop en zorgt voor stabiliteit van het proximale radio-ulnair gewricht [25](#page=25).
* **Membrana interossea antebrachii:** Een vezelig membraan dat de radius en ulna verbindt en zorgt voor een functionele koppeling van beide botten, wat cruciaal is voor bewegingen zoals pronatie en supinatie [25](#page=25).
* **Lig. radioulnare palmare & dorsale:** Ligamenten die de distale uiteinden van de radius en ulna verbinden [25](#page=25).
**2.3.4.3 Pols en hand**
De canalis carpi wordt begrensd door het retinaculum musculorum flexorum, ook wel lig. carpi transversum genoemd [27](#page=27).
**2.3.4.4 Heupgewricht**
Het bandapparaat van het heupgewricht is cruciaal voor de stabilisatie van de femurkop en het inhiberen van bekkenkanteling:
* **Lig. iliofemorale:** Loopt van de spina iliaca anterior inferior naar de linea intertrochanterica [28](#page=28).
* **Lig. pubofemorale:** Verenigt de pecten ossis pubis met de trochanter minor [28](#page=28).
* **Lig. ischiofemorale:** Strekt zich uit van het acetabulum naar de linea intertrochanterica [28](#page=28).
Bij extensie van het heupgewricht vormen deze ligamenten een schroefvorm, waardoor de femurkop stevig vastgezet wordt, terwijl bij flexie deze schroefvorm verdwijnt en de femurkop vrijer kan bewegen [28](#page=28).
* **Lig. capitis femoris:** Dit is een vaatdragend ligament dat de femurkop van bloed voorziet [28](#page=28).
**2.3.4.5 Kniegewricht**
Het kniegewricht wordt gestabiliseerd door een reeks ligamenten:
* **Lig. collaterale tibiale & fibulare:** De mediale en laterale collaterale ligamenten die de stabiliteit van de knie in het frontale vlak waarborgen [31](#page=31).
* **Lig. cruciatum anterius & posterius:** De voorste en achterste kruisbanden, essentieel voor de stabiliteit in het sagittale vlak en ter preventie van anterieure en posterieure schuifverplaatsingen van de tibia ten opzichte van het femur [31](#page=31).
* **Lig. patellae:** Een uitloper van de quadricepspees, die de patella met de tibia verbindt [31](#page=31).
De menisci (meniscus medialis en lateralis) spelen ook een belangrijke rol in de stabiliteit en schokabsorptie van het kniegewricht [31](#page=31).
**2.3.4.6 Enkelgewricht**
Het bandapparaat van de voet en enkel is uitgebreid en omvat zowel syndesmosebanden als mediale en laterale ligamenten:
* **Syndesmosebanden van de enkelvork:**
* **Lig. tibiofibulare anterius:** Verbindt het anterieure deel van de tibia en fibula [36](#page=36).
* **Lig. tibiofibulare posterius:** Verbindt het posterieure deel van de tibia en fibula [36](#page=36).
* **Mediaal bandapparaat:**
* **Lig. deltoideum:** Een breed, driehoekig ligament aan de mediale zijde van de enkel [36](#page=36).
* **Lateraal bandapparaat:**
* **Lig. talofibulare anterius:** Verbindt de voorkant van de fibula met de talus [36](#page=36).
* **Lig. talofibulare posterius:** Verbindt de achterkant van de fibula met de talus [36](#page=36).
* **Lig. calcaneofibulare:** Verbindt de fibula met het calcaneus [36](#page=36).
**2.3.4.7 Voet**
* **Het ‘sprong’ ligament (Lig. calcaneonaviculare plantaris):** Dit ligament speelt een belangrijke rol in de ondersteuning van de voetboog [39](#page=39).
#### 2.3.5 Ligamenten in de nek en keel
* **Ligamentum anterolaterale:** Een ligament dat zich in de nek bevindt [34](#page=34).
* **Ligamentum hyoepiglotticum:** Verbindt het strottenhoofd (epiglottis) met het tongbeen [40](#page=40).
* **Ligamentum thyrohyoideum mediale & laterale:** Versterken de membranen tussen het strottenhoofd en het tongbeen [40](#page=40).
* **Membrana thyroidea (thyrohyoidea):** Een membraan dat het strottenhoofd met het tongbeen verbindt [40](#page=40).
---
# Fasciae: anatomie, lagen en functies
Fasciae vormen een uitgebreid, driedimensionaal netwerk door het hele lichaam dat structuren verbindt, stabiliteit biedt en organen op hun plaats houdt.
### 3.1 Anatomie van fasciae
#### 3.1.1 Algemene beschrijving
Fasciae zijn structuren die het hele menselijke lichaam omhullen en verbinden, van de oppervlakte tot de diepste regionen. Ze vormen een fijnmazig en taai netwerk dat alle fasciae met elkaar verbindt. De term 'fascia' is afkomstig uit het Latijn en betekent band, bundel of verband. Het totale gewicht van de fasciae bij een gemiddelde mens wordt geschat op 18 tot 23 kg [41](#page=41).
#### 3.1.2 Samenstelling
De anatomie van fasciae is vergelijkbaar met die van ander bindweefsel. Ze bestaan uit cellen en de extracellulaire matrix. In fysiologische toestand bindt de extracellulaire matrix veel vocht, wat cruciaal is voor de beweeglijkheid, met name in spieren, en ervoor zorgt dat spierweefsel soepel blijft en spiervezels goed langs elkaar kunnen glijden. Fasciae zijn hoofdzakelijk opgebouwd uit twee soorten proteïnes: collageen en elastine [41](#page=41).
### 3.2 Lagen van fasciae
Er worden drie hoofdlagen van fasciae onderscheiden:
#### 3.2.1 Fascia superficialis (oppervlakkige fascia)
Deze laag bevindt zich direct onder de huid en de oppervlakkige vetlagen. De fascia superficialis bestaat uit losjes verpakte en verweven collageen- en elastinevezels [42](#page=42).
#### 3.2.2 Fascia profunda (diepe fascia)
De diepe fascia omgeeft en verpakt spieren, botten, zenuwen en bloedvaten. Deze laag heeft een meer fibreuze consistentie en is rijk aan hyaluronzuur. Bovendien is de fascia profunda sterk gevasculariseerd en bevat deze veel goed ontwikkelde lymfevaten en zenuwuiteinden [42](#page=42).
#### 3.2.3 Verbindende fascialaag
Deze laag zorgt ervoor dat de inwendige organen op hun plek blijven zitten. Net als de diepe laag is de verbindende laag minder rekbaar dan de onderhuidse laag om de spanning stabiel te houden. Voorbeelden van structuren omhuld door de verbindende laag zijn [42](#page=42):
* De hersenen en het ruggenmerg met de hersenvliezen (meningen) [42](#page=42).
* Het hart met het hartzakje (pericard) [42](#page=42).
* De longen met het longvlies (pleura) [42](#page=42).
Binnen de verbindende laag onderscheiden we de fascia visceralis, die alle organen in de lichaamsholten omgeeft, en de fascia parietalis, die de lichaamsholten bekleedt [42](#page=42).
Fibreuze septa verbinden de oppervlakkige en diepe fasciae [42](#page=42).
### 3.3 Functies van fasciae
Fasciae spelen een cruciale rol voor de gezondheid en het welzijn van het lichaam. Ze stabiliseren het lichaam in zowel statische houdingen als dynamische bewegingen, waarbij ze weerstand bieden tegen de zwaartekracht. Hierdoor houden ze het lichaam rechtop en alle organen op hun plaats. De beweeglijkheid van spieren wordt sterk beïnvloed door de hydratatie van de extracellulaire matrix binnen de fasciae [41](#page=41).
---
# Pathologieën gerelateerd aan ligamenten en fasciae
Dit onderwerp bespreekt pathologieën die verband houden met ligamenten en fasciae, waaronder rotator cuff arthropathie, compartimentsyndroom, hernia's en plantaire fasciitis.
## 4. Pathologieën gerelateerd aan ligamenten en fasciae
### 4.1 Rotator cuff arthropathie
Rotator cuff arthropathie verwijst naar aandoeningen die de rotator cuff aantasten, een groep van vier spieren en hun pezen die de schouderkop in het schouderblad omringen en stabiliseren [24](#page=24).
### 4.2 Compartiment syndroom
Compartiment syndroom is een pijnlijke aandoening die wordt veroorzaakt door druk in een spiercompartiment. Dit kan acuut of chronisch zijn. Acuut compartiment syndroom is meestal het gevolg van een ernstige blessure. Chronisch compartiment syndroom, ook wel inspanningsgebonden compartiment syndroom genoemd, wordt meestal veroorzaakt door herhaalde bewegingen tijdens lichaamsbeweging. De verhoogde druk belemmert de bloedtoevoer naar de spieren en zenuwen binnen het compartiment [46](#page=46).
### 4.3 Hernia's
Een hernia treedt op wanneer een orgaan of weefsel door een zwakke plek in een spier of bindweefselwand puilt. Verschillende soorten hernia's die verband houden met de buikwand omvatten [47](#page=47):
* **Navelbreuk (Umbilical hernia):** Ontstaat wanneer weefsel door de navel puilt. Dit komt vaker voor bij baby's, maar kan ook volwassenen treffen [47](#page=47).
* **Liesbreuk (Inguinal hernia):** Treedt op wanneer weefsel door de liesbuis puilt. Dit is de meest voorkomende vorm van hernia bij mannen [47](#page=47).
* **Femoral hernia:** Ontstaat wanneer weefsel door het femorale kanaal puilt, dat loopt van de buik naar het bovenbeen. Dit type komt vaker voor bij vrouwen [47](#page=47).
### 4.4 Plantaire fasciitis
Plantaire fasciitis, ook bekend als hielpijn, is een veelvoorkomende oorzaak van hielpijn. Het wordt gekenmerkt door ontsteking van de plantaire fascie, een dikke band van bindweefsel die langs de onderkant van de voet loopt en de hiel met de tenen verbindt. De pijn is typisch het meest ernstig bij de eerste stappen in de ochtend of na periodes van rust. Overbelasting, overgewicht en bepaalde voetstructuren (zoals platvoeten of holvoeten) kunnen bijdragen aan de ontwikkeling ervan [44](#page=44).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Ligament | Een ligament is een structuur die voornamelijk uit collageen en elastine bestaat en voornamelijk platte of ronde bundels van collagene bindweefselvezels bevat die in één hoofdrichting verlopen; het dient ter versteviging van gewrichtskapsels, stabilisatie van gewrichten en het beperken van bewegingen. |
| Fascia | Fascia is een bindweefsel dat als een omhullend en verbindend, fijnmazig en taai, driedimensionaal netwerk door het hele lichaam loopt, waarbij het structuren bij elkaar houdt en organen op hun plaats houdt, essentieel voor stabiliteit en beweeglijkheid. |
| Synartrosen | Synartrosen, ook wel fibreuze gewrichten genoemd, zijn gewrichten die geen beweging toestaan en worden gekenmerkt door bindweefsel dat de botten stevig met elkaar verbindt. |
| Amphiartrosen | Amphiartrosen, ook wel kraakbenige gewrichten genoemd, zijn gewrichten die slechts een beperkte mate van beweging toelaten, waarbij het kraakbeen fungeert als verbindingsmateriaal tussen de botten. |
| Diarthrosen | Diarthrosen, ook wel synoviale gewrichten genoemd, zijn gewrichten die een aanzienlijke beweging toelaten en gekenmerkt worden door een gewrichtsholte gevuld met synoviale vloeistof, omgeven door een gewrichtskapsel. |
| Anulus fibrosus | De anulus fibrosus is de buitenste vezelige ring van de tussenwervelschijf, bestaande uit meerdere concentrische lagen van bindweefsel, die de gelatineuze nucleus pulposus omgeeft en stabiliseert. |
| Nucleus pulposus | De nucleus pulposus is de centrale, gelatineuze kern van de tussenwervelschijf, die fungeert als een schokdemper en zorgt voor de flexibiliteit en drukverdeling van de wervelkolom. |
| Syndesmosebanden | Syndesmosebanden zijn fibreuze verbindingen tussen botten die slechts beperkte beweging toestaan; in de enkel verbinden ze de tibia en fibula, wat stabiliteit biedt aan de enkelvork. |
| Retinaculum musculorum flexorum | Het retinaculum musculorum flexorum, ook bekend als het lig. carpi transversum, is een fibreuze band over de pols die de pezen van de flexorspieren op hun plaats houdt. |
| Lig. longitudinale anterius | Het lig. longitudinale anterius is een lang ligament dat de voorzijde van de wervellichamen van de schedelbasis tot het sacrum bedekt en de wervelkolom stabiliseert. |
| Lig. longitudinale posterius | Het lig. longitudinale posterius loopt over de achterzijde van de wervellichamen, van de clivus tot het canalis sacralis, en draagt bij aan de stabiliteit van de wervelkolom. |
| Ligg. flava | De ligg. flava zijn elastische ligamenten die de lamine van opeenvolgende wervels met elkaar verbinden, essentieel voor het rechtop houden van het lichaam en stabilisatie in het sagittale vlak. |
| Fascia superficialis | De fascia superficialis, of onderhuidse fascia, bevindt zich direct onder de huid en vetlagen en bestaat uit losjes verpakte collageen en elastine vezels, die bijdragen aan de flexibiliteit. |
| Fascia profunda | De fascia profunda is een dichtere, fibreuze laag die spieren, botten, zenuwen en bloedvaten omgeeft, rijk is aan hyaluronzuur en belangrijke rol speelt in beweeglijkheid en structuurondersteuning. |