Cover
Börja nu gratis III. Rechterlijke organisatie.pptx
Summary
# Organen en actoren van de rechterlijke macht
Dit onderwerp behandelt de verschillende organen en actoren binnen de Belgische rechterlijke macht, met inbegrip van de rechtbanken, het Openbaar Ministerie, de griffie en andere betrokken partijen in het rechtssysteem.
## 1. Hoven en rechtbanken
De rechterlijke organisatie is territoriaal ingedeeld in ressorten, arrondissementen en gerechtelijke kantons.
### 1.1 Inleidend
* **Ressorten:** Er zijn 5 ressorten.
* **Arrondissementen:** Er zijn 12 arrondissementen.
* **Kantons:** Er zijn 162 gerechtelijke kantons.
De territoriale bevoegdheid van de rechtbanken is van belang.
### 1.2 Vredegerecht
* **Locatie:** Gelegen per gerechtelijk kanton.
* **Samenstelling:** Een alleenzetelend beroepsmagistraat (de vrederechter).
* **Bevoegdheid:** Heeft specifieke bevoegdheden voor bepaalde dossiers, zoals huurzaken, ongeacht het bedrag.
### 1.3 Politierechtbank
* **Locatie:** Per arrondissement, met soms opgesplitste afdelingen (totaal 15).
* **Samenstelling:** Meerdere alleenzetelende beroepsmagistraten.
* **Afdelingen:** Heeft zowel een burgerlijke als een strafrechtelijke (correctionele) afdeling.
* **Bevoegdheid:** Bevoegd voor specifieke zaken, geen algemene bevoegdheden. In het strafrecht worden overtredingen vanaf april niet meer als zodanig benoemd.
### 1.4 Rechtbank eerste aanleg
* **Locatie:** Per arrondissement, met territoriale afdelingen (13).
* **Samenstelling:** Meerdere beroepsmagistraten die alleen of met drie zetelen.
* **Afdelingen:**
* **Burgerlijke rechtbank:** Heeft een "volheid van bevoegdheid", wat betekent dat ze altijd bevoegd is tenzij de zaak exclusief tot de bevoegdheid van een andere rechtbank behoort. Hoger beroep voor burgerlijke zaken boven een bepaald bedrag kan hier terecht.
* **Familie- en jeugdrechtbank:** Behandelt zaken gerelateerd aan familie- en jeugdzaken, waaronder verontrustende opvoedingssituaties (VOS).
* **Correctionele rechtbank:** Behandelt strafzaken.
* **Bijzondere instanties binnen de Rechtbank van eerste aanleg:**
* **Beslagrechter:** Bevoegd voor bewarend en conservatoir beslag.
* **Kortgedingrechter:** Bevoegd voor versnelde procedures waarbij dringende maatregelen nodig zijn. De spoedeisendheid is een belangrijke voorwaarde.
* **Onderzoeksrechter:** Leidt het gerechtelijk onderzoek, is onafhankelijk en kan dwangmaatregelen bevelen (huiszoekingen, telefoontaps, etc.). Hij onderzoekt elementen die wijzen op schuld (`à charge`) en onschuld (`à décharge`).
* **Raadkamer:** Een alleenzetelende rechter die achter gesloten deuren oordeelt over het bevel tot aanhouding en verwijzing naar de strafrechtbank. Kan ook oordelen over strafvordering in specifieke gevallen (internering, opschorting).
* **Strafuitvoeringsrechtbanken (SURB en SUR):**
* **SURB:** Bepaalt modaliteiten voor straffen van meer dan drie jaar, met lekenrechters.
* **SUR:** Bepaalt modaliteiten voor straffen van zes maanden tot drie jaar (sinds september 2023), alleenzetelend.
### 1.5 Arrondissementsrechtbank
* **Locatie:** Per arrondissement.
* **Samenstelling:** Vier beroepsmagistraten.
### 1.6 Ondernemingsrechtbank
* **Locatie:** Negen rechtbanken (door opsplitsing volgens taalwetgeving).
* **Samenstelling:** Beroepsmagistraten (voorzitter kamer) en lekenrechters (twee bijzitters).
* **Bevoegdheid:** Behandelt ondernemingsgeschillen, inclusief insolventieprocedures (zoals faillissementen). Ondernemingen kunnen natuurlijke of rechtspersonen zijn.
### 1.7 Arbeidsrechtbank
* **Locatie:** Negen rechtbanken (door opsplitsing volgens taalwetgeving).
* **Samenstelling:** Beroepsmagistraten (voorzitter kamer) en lekenrechters (één werknemersvertegenwoordiger, één werkgeversvertegenwoordiger).
* **Bevoegdheid:** Behandelt arbeidsgerelateerde geschillen, zoals ontslag en loonvorderingen.
### 1.8 Hof van beroep
* **Locatie:** Per ressort.
* **Samenstelling:** Beroepsmagistraten (raadsheren) die alleen of met drie zetelen.
* **Bevoegdheid:** Behandelt hoger beroep tegen uitspraken van de Rechtbank van eerste aanleg en de Ondernemingsrechtbank.
* **Kamers:** Bestaan voor burgerlijke en ondernemingszaken, familie- en jeugdzaken, en correctionele zaken.
* **Kamer van Inbeschuldigingstelling (KI):**
* **Samenstelling:** Drie beroepsmagistraten (raadsheren).
* **Bevoegdheid als onderzoeksgerecht:** Behandelt hoger beroep tegen beslissingen van de onderzoeksrechter en de raadkamer, en houdt toezicht op het gerechtelijk onderzoek (zuivering van nietigheden). Verwijst zaken naar het Hof van Assisen.
* **Bevoegdheid als vonnisgerecht:** Heeft dezelfde bevoegdheden als de raadkamer.
Er bestaat geen derde aanleg in het Belgische rechtssysteem.
### 1.9 Arbeidshof
* **Locatie:** Per ressort.
* **Samenstelling:** Beroepsmagistraten (voorzitter kamer) en lekenrechters (twee of vier bijzitters) - raadsheren.
* **Bevoegdheid:** Behandelt hoger beroep tegen uitspraken van de Arbeidsrechtbank.
### 1.10 Hof van Assisen
* **Bevoegdheid:**
* Behandelt misdaden die niet gecorrectionaliseerd werden (zoals moord, doodslag).
* Behandelt politieke en drukpersmisdrijven.
* Vanaf 9 april 2026: misdrijven van niveau 8 en enkele van niveau 7 van de nieuwe strafwet.
* **Locatie:** Zetelend in de provincies (elf hoven).
* **Samenstelling:** Drie beroepsmagistraten en een volksjury (12 leden).
* **Kenmerk:** Dit is geen permanent gerecht.
### 1.11 Hof van Cassatie
* **Locatie:** Eén Hof.
* **Samenstelling:** Beroepsmagistraten (raadsheren) - 5 per kamer.
* **Kamers:** Drie kamers voor burgerlijke zaken, sociale zaken en correctionele zaken.
* **Bevoegdheid:** Behandelt enkel cassatieberoep tegen uitspraken die in laatste aanleg zijn gewezen.
* **Mogelijkheden:**
* Cassatie van het vonnis/arrest met verwijzing.
* Cassatie zonder verwijzing.
* Afwijzing van het verzoek in cassatie.
## 2. Openbaar Ministerie (OM)
Het Openbaar Ministerie is de 'staande magistratuur' die de gemeenschap vertegenwoordigt en instaat voor de opsporing en vervolging van misdrijven.
* **Kenmerken:**
* **Hiërarchische opbouw:** Piramidale structuur, met de Minister van Justitie aan het hoofd.
* **Eenheid en ondeelbaarheid:** Alle leden treden op als orgaan van één Openbaar Ministerie en kunnen elkaar vervangen.
* **Onafhankelijkheid:** Onafhankelijk in de individuele opsporing en vervolging, maar onderworpen aan de richtlijnen van het strafrechtelijk beleid bepaald door de bevoegde minister.
* **Opdracht:**
* **Oordelen over opportuniteit van vervolging:** Beslist of een strafvordering wordt ingesteld of geseponeerd. Kan ook buitengerechtelijke afhandeling, minnelijke schikking, bemiddeling of VES (Vrijwillige Educatieve Sanctionering) toepassen.
* **Uitoefenen strafvordering:** Stelt de strafvordering in bij het onderzoeksgerecht of vonnisgerecht, behartigt de samenstelling van het strafdossier, waakt over het verloop van de strafrechtspleging en de uitvoering van uitgesproken straffen.
* **Aanwezigheid:** Het OM kan worden aangetroffen in verschillende rechtscolleges.
## 3. Griffie
* **Functie:** Het administratief centrum van de rechtbank of het hof.
* **Taken:**
* Toegankelijk maken van de griffie.
* Afleveren van uitgiften.
* Bijstand verlenen aan magistraten.
* Notuleren op de zitting.
* **Wettelijke basis:** Bepaald in artikelen 157-161 en 260-272 bis van het Gerechtelijk Wetboek.
## 4. Advocaat
* **Wettelijke basis:** Artikel 428 e.v. van het Gerechtelijk Wetboek.
* **Organisatie:** Verenigd door een 'balie' per arrondissement, met aan het hoofd een stafhouder.
## 5. Gerechtsdeurwaarder
* **Wettelijke basis:** Artikel 509 e.v. van het Gerechtelijk Wetboek.
* **Functie:** Gerechtelijk ambtenaar die een vrij beroep uitoefent.
## 6. Gerechtsdeskundige
* **Wettelijke basis:** Artikel 962 e.v. van het Gerechtelijk Wetboek.
* **Functie:** Technische raadgever van de rechtbank, aangesteld tijdens een procedure.
* **Kenmerk:** Een zelfstandige professional, los van de rechtbank.
## 7. Specifieke actoren in het strafprocesrecht
### 7.1 (Vermoedelijke) dader
* **Definitie:** Een natuurlijke persoon of rechtspersoon.
* **In het strafrecht:** Dader, mededader en medeplichtige. Vanaf 9 april 2026 zal er geen onderscheid meer zijn in bestraffing tussen mededader en medeplichtige; men spreekt dan van "dader" (incl. mededader) en "deelnemer".
* **In de strafprocedure:**
* **Verdachte:** Tijdens het opsporingsonderzoek (geleid door het OM).
* **Inverdenkinggestelde:** Door de onderzoeksrechter tijdens het gerechtelijk onderzoek.
* **Beklaagde:** Voor de politierechtbank of correctionele rechtbank.
* **Beschuldigde:** Voor het Hof van Assisen.
* **Veroordeelde:** Na uitspraak van het vonnis.
### 7.2 Slachtoffer
* **Definitie:** Een persoon die benadeeld is door een misdrijf.
* **Rechten:**
* Wordt (in principe) niet uitgeoefend de strafvordering.
* Kan het misdrijf melden (aangifte) en de vervolging wensen (klacht neerleggen).
* Kan beslissen schadevergoeding te vorderen.
* Heeft basisrechten, waaronder zorgvuldig en correct behandeld worden, recht op informatie en contact met justitieassistenten.
* **Verklaring van benadeelde (art. 5 bis V.T.Sv.):**
* Een laagdrempelig statuut, geen burgerlijke partijstelling.
* Geeft recht op bijstand/vertegenwoordiging, voeging van stukken, verwittiging, inzage en kopie van het strafdossier.
* **Burgerlijke partij stellen:**
* Een burgerlijke vordering gericht tegen de dader en/of burgerrechtelijk aansprakelijke partij.
* Indien strafvordering al bestaat: burgerlijke vordering wordt gevoegd bij de strafvordering (of gaat naar burgerlijke rechter).
* Indien strafvordering nog niet bestaat: stelt ook de strafvordering in (klacht met BP-stelling bij OR).
### 7.3 Politie
* **Structuur:** Geïntegreerde politiedienst op twee autonome niveaus: Lokale politie (basispolitiezorg in elke zone) en Federale politie (taken op het hele grondgebied en grensoverschrijdend).
* **Taken:** Bestuurlijke politieopdrachten, gerechtelijke politieopdrachten, bovenlokale politieopdrachten.
* **Gerechtelijke politie:** Spoort misdrijven op, verzamelt bewijzen, onder bevoegdheid van parketten en minister van Justitie. Vereist een officier bij specifieke acties zoals huiszoekingen.
### 7.4 Openbaar Ministerie (zie punt 2 hierboven)
Het Openbaar Ministerie treedt ook op als specifieke actor in het strafproces.
### 7.5 Onderzoeksrechter (zie punt 1.4 hierboven)
De onderzoeksrechter is een sleutelfiguur in het gerechtelijk onderzoek.
### 7.6 Onderzoeksgerechten (zie punt 1.4 hierboven)
De raadkamer en de Kamer van Inbeschuldigingstelling fungeren als onderzoeksgerechten.
### 7.7 Strafuitvoeringsrechtbanken (SURB en SUR) (zie punt 1.4 hierboven)
Deze rechtbanken regelen de uitvoering van straffen.
### 7.8 Justitieassistenten en justitiehuizen
Deze instanties bieden ondersteuning aan verschillende actoren binnen het rechtssysteem, waaronder slachtoffers en daders.
---
# Specifieke strafrechtelijke actoren
Dit deel van de studiegids behandelt de verschillende specifieke actoren die een rol spelen binnen het Belgische strafrechtelijk proces.
## 2 Specifieke strafrechtelijke actoren
Binnen het strafprocesrecht zijn diverse actoren betrokken, elk met een eigen rol en bevoegdheden. Deze omvatten onder meer de (vermoedelijke) dader, het slachtoffer, de politie, het Openbaar Ministerie en specifieke gerechtelijke organen zoals de onderzoeksrechter en de onderzoeksgerechten.
### 2.1 De (vermoedelijke) dader
De dader is de natuurlijke of rechtspersoon die verdacht wordt van het plegen van een misdrijf. In het strafrecht worden verschillende termen gebruikt om de juridische status van de dader aan te duiden gedurende het proces:
* **Verdachte:** Dit is de persoon tegen wie opsporingsonderzoek wordt ingesteld, onder leiding van het Openbaar Ministerie.
* **Inverdenkinggestelde:** Een persoon die door de onderzoeksrechter van een misdrijf wordt verdacht tijdens het gerechtelijk onderzoek.
* **Beklaagde:** De persoon die terechtstaat voor de politierechtbank of de correctionele rechtbank.
* **Beschuldigde:** De persoon die terechtstaat voor het Hof van Assisen.
* **Veroordeelde:** Een persoon na de uitspraak van een schuldigbevinding en oplegging van een straf.
Vanaf 9 april 2026 zal er geen onderscheid meer gemaakt worden in bestraffing tussen mededader en medeplichtige, en wordt gesproken van "dader" (inclusief mededader) en "deelnemer".
### 2.2 Het slachtoffer
Het slachtoffer is de persoon die benadeeld is door een misdrijf. Hoewel het slachtoffer in principe de strafvordering niet zelf uitoefent, heeft deze wel diverse rechten en kan hij of zij verschillende rollen opnemen binnen het proces.
* **Meldingsrechten:** Een slachtoffer kan het misdrijf aangeven bij de overheid en de wens uiten om strafrechtelijke vervolging te zien (klacht neerleggen).
* **Basisrechten:** Slachtoffers hebben recht op een zorgvuldige en correcte bejegening, informatie, contact met justitieassistenten, en informatie over burgerlijke partijstelling en het statuut van benadeelde persoon. De parketmagistraat informeert het slachtoffer over de verschijning voor het vonnisgerecht, en de vonnisrechter informeert over de uitvoering van straffen.
**Statuut van benadeelde persoon:** Dit is een laagdrempelig statuut met vier rechten:
* Recht op bijstand of vertegenwoordiging door een advocaat.
* Voeging van stukken bij het dossier.
* Verwittigingsplicht.
* Inzagerecht en recht op kopie van het strafdossier.
**Burgerlijke partijstelling:** Dit houdt in dat het slachtoffer een burgerlijke vordering instelt tegen de dader en/of de burgerrechtelijk aansprakelijke partij.
* Als de strafvordering reeds bestaat, wordt de burgerlijke vordering gevoegd bij de strafvordering of verwezen naar de burgerlijke rechter.
* Indien de strafvordering nog niet ingesteld is, stelt het slachtoffer tevens de strafvordering in (klacht met burgerlijke partijstelling bij de onderzoeksrechter).
### 2.3 De politie
De politie in België is geïntegreerd en opereert op twee autonome niveaus: de lokale politie (in 178 politiezones) en de federale politie. De politie heeft voornamelijk drie taken:
* **Bestuurlijke politieopdrachten:** Gericht op het handhaven van de openbare orde en veiligheid.
* **Gerechtelijke politieopdrachten:** Deze omvatten het opsporen van misdrijven, het verzamelen van bewijzen en het ondersteunen van het Openbaar Ministerie. Deze taken worden uitgevoerd onder het gezag van de procureurs des Konings, het Federaal Parket, het College van procureurs-generaal en de minister van Justitie. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen officieren van de gerechtelijke politie en agenten.
* **Bovenlokale politieopdrachten:** Specifieke taken die boven de lokale zone uitstijgen.
### 2.4 Het Openbaar Ministerie (OM)
Het Openbaar Ministerie (ook wel parket genoemd) is een hiërarchisch gestructureerd orgaan met een piramidale opbouw, onderworve aan het gezag van de Minister van Justitie.
**Kenmerken:**
* **Hiërarchische opbouw:** Het OM is onderworpen aan de richtlijnen van het strafrechtelijk beleid, vastgesteld door de Minister van Justitie.
* **Eenheid en ondeelbaarheid:** Alle leden van het OM treden op als orgaan van één Openbaar Ministerie en nooit in eigen naam. Elk lid heeft dezelfde bevoegdheid en kan vrij vervangen worden.
* **Onafhankelijkheid:** Het OM is onafhankelijk ten opzichte van de rechtbanken en fungeert als partij in het proces, net als de beklaagde of de burgerlijke partij. Het vertolkt het standpunt van de gemeenschap. Artikel 151, § 1 van de Grondwet benadrukt de onafhankelijkheid van het OM in de individuele opsporing en vervolging, onverminderd het recht van de bevoegde minister om de vervolging te bevelen en bindende richtlijnen vast te leggen.
**Opdracht:**
* **Oordelen over de opportuniteit van de vervolging:** De procureur des Konings oordeelt, rekening houdend met de beleidsrichtlijnen, of er vervolging ingesteld wordt. Bij seponering moet hij hiervan de reden aangeven. Andere opties zijn buitengerechtelijke afhandeling, minnelijke schikking, bemiddeling of een alternatieve strafaanpak (VES).
* **Uitoefenen van de strafvordering:** Het OM stelt de strafvordering in bij het onderzoeksgerecht of vonnisgerecht. Het is verantwoordelijk voor de samenstelling van het strafdossier, waakt over het verloop van de strafrechtspleging en ziet toe op de uitvoering van uitgesproken straffen.
### 2.5 De onderzoeksrechter
De onderzoeksrechter, een lid van de rechtbank van eerste aanleg, leidt het gerechtelijk onderzoek. Hij is onafhankelijk van de overheid en onderzoekt zowel elementen die de schuld van de verdachte ondersteunen (à charge) als elementen die wijzen op onschuldigheid (à décharge). De onderzoeksrechter kan dwangmaatregelen bevelen, zoals huiszoekingen, telefoontaps en inbeslagname van bewijsmateriaal.
### 2.6 Onderzoeksgerechten
Onderzoeksgerechten spelen een rol in het gerechtelijk onderzoek:
* **Raadkamer:** Een steeds alleenzetelende rechter die oordeelt over het bevel tot aanhouding en de verwijzing van een zaak naar de bevoegde strafrechtbank. Als vonnisgerecht kan de raadkamer oordelen over internering of opschorting, fungerend als een filter tussen het gerechtelijk onderzoek en het vonnisgerecht. Zittingen vinden plaats achter gesloten deuren, met aanwezigheid van het Openbaar Ministerie en de beklaagde of diens advocaat.
* **Kamer van Inbeschuldigingstelling (KI):** Samengesteld uit drie raadsheren (beroepsmagistraten), heeft de KI bevoegdheid als onderzoeksgerecht om hoger beroep te behandelen tegen beslissingen van de onderzoeksrechter en de raadkamer. De KI oefent toezicht uit op het gerechtelijk onderzoek en kan zaken doorverwijzen naar het Hof van Assisen. Als vonnisgerecht heeft de KI dezelfde bevoegdheden als de raadkamer.
### 2.7 Strafuitvoeringsrechtbanken (SURB en SUR)
Deze rechtbanken, ingesteld bij wet van 17 mei 2006, bepalen de modaliteiten voor de tenuitvoerlegging van straffen.
* **SURB (Strafuitvoeringsonderbevoegdheidsrechtbank):** Behandelt straffen van meer dan drie jaar, met deelname van lekenrechters.
* **SUR (Strafuitvoeringsrechter):** Behandelt straffen van zes maanden tot drie jaar (sinds september 2023). Deze zijn alleenzetelende rechters.
### 2.8 Justitieassistenten en justitiehuizen
Justitieassistenten en justitiehuizen bieden ondersteuning en begeleiding aan diverse justitiabelen, waaronder slachtoffers, daders en personen die alternatieve straffen krijgen. Ze bevorderen de reintegratie en het herstel binnen de samenleving.
> **Tip:** De specifieke termen die gebruikt worden voor de dader (verdachte, inverdenkinggestelde, beklaagde, beschuldigde) zijn cruciaal om te onthouden. Ze geven de evolutie van de zaak binnen het strafproces weer.
>
> **Tip:** Maak een schema van de verschillende rechtbanken en hun bevoegdheden om een beter overzicht te krijgen van het gerechtelijk landschap. Dit helpt bij het plaatsen van de verschillende actoren.
---
# Rol van de advocaat, gerechtsdeurwaarder en gerechtsdeskundige
Dit onderwerp behandelt de specifieke rollen, bevoegdheden en plaats binnen het juridische systeem van de advocaat, de gerechtsdeurwaarder en de gerechtsdeskundige.
### 3.1 De advocaat
Advocaten zijn organisatorisch verenigd in een 'balie' per arrondissement en staan onder leiding van een stafhouder. Ze opereren op basis van de artikelen 428 en verder van het Gerechtelijk Wetboek.
### 3.2 De gerechtsdeurwaarder
De gerechtsdeurwaarder is een gerechtelijk ambtenaar die een vrij beroep uitoefent. Hun juridische basis is te vinden in artikel 509 en verder van het Gerechtelijk Wetboek. De gerechtsdeurwaarder wordt beschouwd als een zelfstandige intellectueel.
### 3.3 De gerechtsdeskundige
Een gerechtsdeskundige fungeert als technische raadgever voor de rechtbank en wordt gedurende een procedure aangesteld. Hun rol wordt beschreven in artikel 962 en verder van het Gerechtelijk Wetboek. Het is cruciaal te onthouden dat gerechtsdeskundigen zelfstandig opereren en niet gebonden zijn aan de rechtbank.
> **Tip:** Hoewel de gerechtsdeskundige een aanstelling krijgt van de rechtbank, behoudt hij zijn zelfstandigheid en professionele autonomie. Dit is essentieel voor de objectiviteit van zijn advies.
> **Example:** Bij complexe bouwgeschillen kan een gerechtsdeskundige worden ingeschakeld om technische expertise te verlenen over de aard van de gebreken en de oorzaak daarvan.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Rechterlijke organisatie | Het geheel van organen en instellingen die belast zijn met de rechtspraak in een land. Dit omvat de hoven, rechtbanken en de daaraan verbonden rechtspersonen en ambtenaren. |
| Organen van de rechterlijke macht | Dit zijn de verschillende gerechtelijke instanties die bevoegd zijn om recht te spreken, zoals hoven en rechtbanken op diverse niveaus. |
| Actoren van de rechterlijke macht | Personen of instanties die een rol spelen in het juridische proces, zoals magistraten, griffiers, advocaten, en andere functionarissen die de rechterlijke organisatie ondersteunen. |
| Hoven en rechtbanken | De rechterlijke instanties waar juridische geschillen worden beslecht en waar recht wordt gesproken. Dit varieert van lagere rechtbanken tot hogere hoven. |
| Openbaar Ministerie (OM) | Een orgaan binnen de rechterlijke macht dat belast is met de handhaving van de wet, het opsporen van misdrijven en het vervolgen van verdachten. Het vertegenwoordigt de gemeenschap. |
| Griffie | Het administratieve centrum van een rechtbank of hof, dat instaat voor de ondersteuning van de magistraten, het beheer van dossiers en het afleveren van akten en uitgiften. |
| Vredegerecht | Een gerecht van eerste aanleg dat zich bezighoudt met specifieke, vaak lagere, burgerlijke en soms strafrechtelijke zaken binnen een bepaald kanton. |
| Politierechtbank | Een rechtbank die bevoegd is voor bepaalde strafrechtelijke overtredingen en kleinere burgerlijke geschillen. Het heeft zowel een burgerlijke als een strafrechtelijke afdeling. |
| Rechtbank van eerste aanleg | Een belangrijk gerecht van eerste aanleg met een brede bevoegdheid in burgerlijke, familierechtelijke, jeugdrechtelijke en correctionele zaken. |
| Ondernemingsrechtbank | Een gespecialiseerde rechtbank die zich bezighoudt met geschillen die voortvloeien uit ondernemingsactiviteiten, zoals faillissementen en geschillen tussen bedrijven. |
| Arbeidsrechtbank | Een rechtbank die oordeelt over geschillen die verband houden met arbeidsovereenkomsten, ontslag, loon en andere arbeidsrechtelijke kwesties. |
| Hof van beroep | Een hogere rechtbank waar men in beroep kan gaan tegen de uitspraken van rechtbanken van eerste aanleg of gespecialiseerde rechtbanken. |
| Arbeidshof | Een hogere rechtbank waar men in beroep kan gaan tegen uitspraken van de arbeidsrechtbank. |
| Hof van Assisen | Een speciaal hof dat oordeelt over ernstige misdrijven, zoals moord en doodslag, en waar een jury van burgers participeert in de beslissing. |
| Hof van Cassatie | Het hoogste gerecht in België, dat enkel uitspraken toetst op rechtmatigheid en niet op feiten. Het oordeelt niet over de zaak zelf, maar over de correcte toepassing van het recht. |
| Advocaat | Een rechtgeleerde persoon die bevoegd is om partijen te vertegenwoordigen en te verdedigen in juridische procedures, zowel voor de rechtbank als daarbuiten. |
| Gerechtsdeurwaarder | Een openbare ambtenaar die belast is met de betekening van gerechtelijke akten, de tenuitvoerlegging van vonnissen en andere gerechtelijke taken. |
| Gerechtsdeskundige | Een technisch raadgever die door de rechtbank wordt aangesteld om expertise te verlenen in specifieke technische of wetenschappelijke domeinen tijdens een procedure. |
| Strafvordering | Het geheel van rechtsregels en procedures die betrekking hebben op de opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten. |
| Burgerlijke partij | Een persoon die zich in een strafprocedure voegt om naast de strafrechtelijke vordering ook zijn burgerlijke schade te laten vergoeden. |
| Onderzoeksrechter | Een rechter belast met het leiden van gerechtelijke onderzoeken naar strafbare feiten, waarbij hij bewijzen verzamelt en dwangmaatregelen kan bevelen. |
| Raadkamer | Een kamer binnen de rechtbank van eerste aanleg die oordeelt over het bevel tot aanhouding en de verwijzing van zaken naar de strafrechtbank tijdens een gerechtelijk onderzoek. |
| Strafuitvoeringsrechtbank (SURB) | Een rechtbank die de modaliteiten bepaalt voor de uitvoering van straffen die langer duren dan drie jaar, inclusief voorwaarden voor vervroegde invrijheidstelling. |