Cover
Börja nu gratis HC 1.2.19 25-26 Moederschapsrust en andere verlofstelsels_studentenversie.pptx
Summary
# Zwangerschap, bevalling en borstvoeding
Dit onderwerp behandelt de wettelijke bepalingen rondom zwangerschap, bevalling en borstvoeding, inclusief zwangerschapsonderzoeken, nachtarbeid, profylactisch verlof, moederschapsverlof en borstvoedingspauzes. Ook de bescherming tegen ontslag en de verschillende uitkeringspercentages komen aan bod.
## 1. Zwangerschap, bevalling en borstvoeding
### 1.1 Verwittiging werkgever en bescherming tegen ontslag
* **Verwittiging werkgever**: Zodra de werknemer zwanger is, dient zij de werkgever hiervan op de hoogte te stellen. Dit is cruciaal vanwege de wettelijke beschermingsmaatregelen die gelden ter bescherming van de gezondheid van de moeder en het ongeboren kind.
* **Bescherming tegen ontslag**: De bescherming tegen ontslag geldt vanaf het ogenblik van de verwittiging van de zwangerschap tot één maand na het einde van de postnatale rustperiode.
* De werkgever moet een geldige ontslagreden kunnen bewijzen.
* Indien er geen geldige ontslagreden is, heeft de werknemer recht op een forfaitaire vergoeding van zes maanden brutoloon, plus een vergoeding in geval van verbreking van de arbeidsovereenkomst.
### 1.2 Zwangerschapsonderzoeken
* Werknemers behouden hun loon tijdens afwezigheid voor zwangerschapsonderzoeken die niet buiten de gewone werkuren kunnen plaatsvinden.
* De werkgever dient vooraf verwittigd te worden en een medisch attest moet ingediend worden.
* De werknemer is niet verplicht deel te nemen aan zwangerschapsonderzoeken indien een medisch attest aantoont dat deze schadelijk zijn voor haar gezondheid of die van het kind, zowel vóór de bevalling als vier weken na het bevallingsverlof.
### 1.3 Nachtarbeid
* Sommige werkplekken houden bijzondere risico's in voor zwangere en lacterende werknemers, met name door de aard van de werkzaamheden (bv. zware lasten, contact met schadelijke stoffen).
* Zodra de werkgever verwittigd is en de werknemer een "risico"-tewerkstelling uitoefent, dient de werkgever aangepast werk voor te stellen binnen het bedrijf (aanpassen werkomstandigheden of overplaatsing naar een andere dienst).
* Indien aangepast werk binnen het bedrijf niet mogelijk is, wordt de arbeidsovereenkomst geschorst. De werknemer ontvangt dan een uitkering van de Ziekte- en Invaliditeitsverzekering voor het verloren loon. De werkgever is in dit geval geen loon verschuldigd.
### 1.4 Profylactisch verlof
* Profylactisch verlof kan genomen worden vanaf 6 weken vóór de vermoedelijke bevallingsdatum, met een verplichte minimumperiode van 1 week.
* De werknemer moet minstens 7 dagen vóór de vermoedelijke bevallingsdatum een medisch getuigschrift bezorgen aan de werkgever.
* De werknemer moet verplicht thuisblijven vanaf de 7e dag vóór de vermoedelijke bevallingsdatum.
* Niet opgenomen dagen van het profylactisch verlof kunnen worden overgedragen naar de rustperiode na de bevalling.
* Indien de werknemer te vroeg bevalt, gaan de dagen van het profylactisch verlof die vóór de bevalling gepland waren, niet verloren. Bij een bevalling die plaatsvindt binnen de 6 weken vóór de vermoedelijke datum, wordt het resterende deel van het profylactisch verlof omgezet in postnatale rust.
* Indien de werknemer later bevalt dan voorzien, wordt het zwangerschapsverlof verlengd tot de effectieve bevallingsdatum. De moederschapsrust kan dan langer dan 15 weken duren, op voorwaarde dat de 6 weken profylactisch verlof reeds waren opgenomen.
* Bij meerlingen geldt een verlengde periode van 8 weken voorafgaand aan de bevalling.
### 1.5 Moederschapsrust (zwangerschapsverlof en bevallingsrust)
* Werknemers hebben recht op een totale periode van maximaal 15 weken moederschapsrust, die kan worden uitgebreid tot 17 weken bij meerlingen.
* **Verplichtingen:**
* Minimaal 1 week zwangerschapsverlof (prenataal, vóór de bevalling).
* Minimaal 9 weken bevallingsrust (postnataal, vanaf de bevallingsdatum).
* **Facultatieve periode:** 5 weken moederschapsrust (verlof) die de werknemer vrij kan kiezen om voor of na de bevalling op te nemen. Bij meerlingen is dit facultatief 7 weken.
* **Uitkering:** Gedurende de volledige periode van moederschapsrust heeft de werknemer recht op een moederschapsvergoeding, uitgekeerd door het ziekenfonds.
* De eerste 30 dagen: 82% van het verloren loon (onbegrensd).
* Vanaf de 31e dag: 75% van het verloren loon (begrensd tot een bepaald maximum).
* **Formaliteiten na de bevalling:**
* Een geboorteattest moet bezorgd worden aan het ziekenfonds voor de berekening van de einddatum van de moederschapsrust.
* Een bewijs van werkhervatting moet binnen 8 dagen na het einde van het bevallingsverlof bezorgd worden.
#### 1.5.1 Omzetting postnatale rust in postnatale verlofdagen
* Indien de postnatale rust minimaal 11 weken bedraagt, kunnen de laatste 2 weken worden omgezet in postnatale verlofdagen.
* Het doel hiervan is om de werkhervatting geleidelijk te laten verlopen.
* Deze verlofdagen moeten verplicht opgenomen worden tijdens de eerste 8 weken na de werkhervatting, waarbij afwisseling met werkdagen mogelijk is.
* Tijdens deze postnatale verlofdagen behoudt de werknemer recht op een moederschapsuitkering.
#### 1.5.2 Arbeidsongeschiktheid tijdens moederschapsrust
* Indien de werknemer arbeidsongeschikt wordt tijdens de volledige periode van prenataal verlof of bevallingsrust, wordt de bevallingsrust verlengd met de periode van arbeidsongeschiktheid.
* Dit geldt met name als de ziektedagen samenvallen met de periode van 6 weken vóór de datum van de bevalling. De werknemer behoudt dan haar wedde.
### 1.6 Borstvoedingspauzes
* Borstvoedingspauzes zijn pauzes die de werkneemster mag nemen om borstvoeding te geven. Dit is verschillend van borstvoedings- of lactatieverlof. De duur en frequentie van deze pauzes is wettelijk geregeld, maar de specifieke details zijn hier niet vermeld.
## 2. Moederschapsrust voor zelfstandigen
* Zelfstandige moeders hebben recht op maximaal 12 weken moederschapsrust (zwangerschapsverlof plus bevallingsrust), bij meerlingen kan dit uitgebreid worden.
* **Verplichtingen:**
* Minimaal 3 weken moederschapsrust: 1 week prenataal en 2 weken postnataal.
* **Voorwaarden voor recht op moederschapsrust:**
* **Voltijdse rust:** Alle activiteiten moeten volledig gestopt worden.
* **Halftijdse rust:** De normale beroepsactiviteit mag maximaal halftijds worden uitgeoefend, zonder andere activiteiten.
* **Facultatieve periode:** Zelfstandigen kunnen kiezen voor voltijdse rust van maximaal 9 weken of halftijdse rust van maximaal 18 weken. Deze facultatieve weken kunnen verspreid worden opgenomen voor of na de bevalling, en ook nadien nog verlengd worden.
* **Verlenging:** Een verlenging van de facultatieve rustperiode is mogelijk, onder meer bij ononderbroken ziekenhuisopname van het kind van minimaal 7 dagen. De maximale duur van de verlenging kan oplopen tot 24 weken (voltijds) of 48 weken (halftijds).
* De aanvraag voor moederschapsrust moet ingediend worden bij het ziekenfonds, met een medisch getuigschrift dat de duur van de ziekenhuisopname vermeldt.
### 2.1 Casus zelfstandige verpleegkundige
* Nathalie Mellaerts, 28 jaar, zelfstandige verpleegkundige, met vermoedelijke bevallingsdatum op 18 december 2025.
1. Indien Nathalie bevalt op maandag 15 december 2025 (4 dagen te vroeg), verliest ze deze dagen niet. Ze kan dan de resterende dagen van haar profylactisch verlof omzetten in postnatale rust.
2. Als Nathalie een verpleegkundige is die in het ziekenhuis werkt, kan ze mogelijk al 6 weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum thuis geschreven worden, indien dit medisch noodzakelijk is. Dit valt onder de regels voor nachtarbeid of speciale risico's, indien van toepassing.
## 3. Vaderschaps- en mee-ouderverlof
### 3.1 Geboorteverlof (werknemer)
* Werknemers hebben recht op 20 dagen buitengewoon verlof bij de geboorte van een kind.
* Dit verlof is flexibel en kan worden opgesplitst in halve dagen. De dagen kunnen aaneensluitend of niet aaneensluitend worden opgenomen.
* Het verlof moet opgenomen worden binnen 4 maanden na de dag van de geboorte.
* **Uitkering:** De eerste 3 dagen worden volledig betaald door de werkgever. Voor de overige dagen ontvangt de werknemer een uitkering van het ziekenfonds, die 82% van het begrensde brutoloon bedraagt.
* Het aantal dagen is gelijk bij de geboorte van een meerling.
### 3.2 Mee-ouderverlof
* Mee-ouderschapsverlof is mogelijk als er geen wettelijke afstammingsband is met de vader, maar wel met de moeder.
* Voorwaarden voor mee-ouderschap:
* Gehuwd zijn met de moeder.
* Wettelijk samenwonend zijn met de moeder gedurende minstens 3 jaar voorafgaand aan de geboorte, op een ononderbroken, permanente en affectieve wijze, en er mag geen bloedverwantschap zijn die een huwelijksverbod met zich meebrengt.
* Feitelijk samenwonend zijn op een permanente en affectieve wijze.
* Indien de mee-ouder het kind adopteert, gelden de regels voor adoptieverlof, minus de reeds opgenomen geboorteverlof.
* Het verlof moet opgenomen worden binnen 4 maanden vanaf de geboorte, en kan volledig of deels opgenomen worden.
### 3.3 Vaderschapsverlof naast of ter vervanging van moederschapsverlof (zelfstandige vader of mee-ouder)
* Sinds 1 januari 2023 hebben zelfstandige vaders of mee-ouders recht op 20 dagen vaderschapsverlof, wat overeenkomt met het aantal dagen van werknemers.
* Dit verlof kan flexibel worden opgenomen in halve dagen en is op te splitsen.
* Het verlof moet opgenomen worden binnen 4 maanden na de geboorte.
* **Uitkering:** De uitkering bedraagt 101,50 euro per dag, met een maximum van 2.030 euro voor 20 volledige dagen of 40 halve dagen.
* Aanvragen gebeuren via het sociaal verzekeringsfonds.
* Het aantal dagen is gelijk bij de geboorte van een meerling.
### 3.4 Mee-ouderschapsverlof (overheidssector)
* Dit verlof kan enkel op verzoek van de vader of mee-ouder worden opgenomen om het kind op te vangen.
* De arbeidsovereenkomst van de werknemer kan worden geschorst wegens moederschapsverlof en omgezet worden in ouderschapsverlof voor de vader. Beide ouders genieten ontslagbescherming.
* In geval van overlijden van de moeder, kan het verlof maximaal de resterende periode van het niet opgenomen postnataal verlof bedragen.
* Bij hospitalisatie van de moeder gelden specifieke voorwaarden: het verlof mag niet voor de 8e dag na de geboorte starten, de pasgeborene moet het ziekenhuis verlaten hebben, en de hospitalisatie van de moeder moet langer dan 7 dagen duren.
* De uitkering wordt door het ziekenfonds betaald, met een berekening die verschilt naargelang overlijden of hospitalisatie.
* Het verlof eindigt bij het einde van de hospitalisatie van de moeder of bij het einde van het postnataal verlof.
## 4. Adoptieverlof
### 4.1 Adoptieverlof voor werknemers
* Voor de adoptie van een minderjarig kind bedraagt het adoptieverlof maximaal 6 weken per ouder. Bij gelijktijdige adoptie van meerdere kinderen wordt dit 8 weken per ouder.
* Er zijn bijkomende weken die onderling tussen de adoptieouders kunnen worden verdeeld. Tegen 2027 zullen er 17 weken adoptieverlof zijn, bestaande uit 2 keer 6 weken per ouder plus 5 bijkomende weken die verdeeld kunnen worden.
* Het verlof kan opgenomen worden binnen 2 maanden na de inschrijving van het kind in het bevolkings- of vreemdelingenregister.
* Het verlof kan per week of meerdere weken worden opgenomen.
* Er is ontslagbescherming vanaf 2 maanden voor de opname tot 1 maand na het einde van het verlof, tenzij om redenen die vreemd zijn aan de opname van het verlof.
* De eerste 3 dagen worden volledig door de werkgever betaald, daarna ontvangt de werknemer een uitkering van het ziekenfonds. De werkgever moet 1 maand vooraf op de hoogte worden gebracht, maar deze termijn kan verkort worden indien de werkgever instemt.
### 4.2 Adoptieverlof voor zelfstandigen
* De regeling voor zelfstandigen is vergelijkbaar met die voor werknemers. Minderjarig kind, maximaal 6 weken verlof.
* Bij gelijktijdige adoptie van meerdere kinderen komen er 2 extra weken bij die vrij te verdelen zijn onder beide ouders.
* Voor alleenstaande ouders komen er 2 extra weken bij.
* Het verlof kan aaneengesloten periodes worden opgenomen, en de startdatum kan door de ouders zelf bepaald worden, ten vroegste vanaf de inschrijving van het kind als hoofdverblijfplaats.
* Voor beide ouders (zelfstandig of werknemer) geldt het recht op adoptieverlof.
* Bij gelijktijdige plaatsing van meerdere minderjarige kinderen, wordt de maximale duur met 2 weken per pleegouder verlengd.
* Het verlof moet minimaal 1 week of een veelvoud ervan worden opgenomen.
* De maximale duur wordt verdubbeld als het kind fysiek of mentaal ongeschikt is.
* Voorwaarden: de plaatsing moet minimaal 6 maanden duren en voldoen aan de regelgeving jeugdbijstand en jeugdbescherming.
* De uitkering wordt aangevraagd bij het ziekenfonds en bedraagt 597,07 euro per week, met betaling uiterlijk 1 maand na het begin van het verlof, minus 11,11% btw.
* Vanaf 2027 zullen de regels voor zelfstandigen identiek zijn aan die voor werknemers, wat neerkomt op maximaal 11 weken verlof.
## 5. Verlof voor zorg voor een kind in pleeggezin
### 5.1 Pleegouderverlof voor werknemers
* Dit verlof is bedoeld voor werknemers die worden aangesteld als pleegouder voor een kind dat langdurig (minimaal 6 maanden) in een pleeggezin wordt opgevangen. De aanstelling gebeurt door een rechtbank, een erkende dienst voor pleegzorg, of diensten van de Jeugdbijstand.
* Er is een eenmalig recht op maximaal 6 weken aaneengesloten verlof per ouder, met een minimum van 1 week of een veelvoud daarvan.
* De duur van dit verlof wordt progressief verlengd, met een bijkomende week om de twee jaar, vergelijkbaar met het adoptieverlof. Tegen 2027 zal de maximale termijn 11 weken bedragen.
* Weken die de 6 weken overschrijden, worden onderling verdeeld tussen de twee aangestelde pleegouders.
* Het verlof moet worden opgenomen binnen 12 maanden volgend op de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister van de gemeente waar het verblijft.
* De werknemer dient de werkgever minimaal 1 maand van tevoren op de hoogte te brengen, hoewel een kortere termijn mogelijk is met instemming van de werkgever.
* Het aparte pleegzorgverlof (6 dagen afwezigheid per jaar) blijft naast dit verlof bestaan.
* De eerste 3 dagen van het pleegouderverlof worden door de werkgever betaald, daarna ontvangt de werknemer een uitkering van het ziekenfonds.
* De maximale duur van het verlof wordt verdubbeld als het kind getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid.
* Bij de gelijktijdige opvang van meerdere minderjarige kinderen, wordt de maximale duur per pleegouder met 2 weken verlengd.
* Er is ontslagbescherming vanaf 2 maanden voor de opname tot 1 maand na het einde van het verlof, tenzij om redenen die vreemd zijn aan de opname ervan.
### 5.2 Pleegouderverlof voor zelfstandigen
* Zelfstandigen die worden aangesteld als pleegouder voor een minderjarig kind hebben recht op maximaal 6 weken verlof.
* Er zijn 2 extra weken die vrij te verdelen zijn tussen beide ouders.
* Voor alleenstaande ouders komen er 2 extra weken bij.
* Het verlof wordt opgenomen in aaneengesloten periodes en de startdatum mag door de zelfstandige worden bepaald, ten vroegste vanaf de inschrijving van het kind als hoofdverblijfplaats.
* Voor beide ouders (zelfstandig of werknemer) geldt dit recht.
* Bij de gelijktijdige plaatsing van meerdere minderjarige kinderen wordt de maximale duur met 2 weken per pleegouder verlengd.
* Het verlof moet minimaal 1 week of een veelvoud daarvan worden opgenomen.
* De maximale duur wordt verdubbeld als het kind fysiek of mentaal ongeschikt is.
* Voorwaarde is een plaatsing van minimaal 6 maanden en conform de regelgeving jeugdbijstand en jeugdbescherming.
* De aanvraag wordt ingediend bij het ziekenfonds. De uitkering bedraagt 597,07 euro per week en wordt uiterlijk 1 maand na het begin van het verlof in één keer uitbetaald, minus 11,11% btw.
* Vanaf 2027 zijn de regels voor zelfstandigen identiek aan die voor werknemers (11 weken).
## 6. Thematisch verlof (ouderschapsverlof)
* Thematisch verlof is een specifieke vorm van volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbreking om tijdelijk de arbeidsprestaties te schorsen of te verminderen, specifiek voor de opvoeding van jonge kinderen.
* Tijdens de onderbreking ontvangt de werknemer een maandelijkse uitkering van de RVA.
* Het thematisch verlof ("zorgkrediet") kan los van elkaar worden opgenomen en wordt niet afgetrokken van de maximale termijn van het tijdskrediet.
### 6.1 Ouderschapsverlof
* Ouderschapsverlof is een thematisch verlof voor de opvoeding van jonge kinderen.
* **Flexibele opname (sinds 1 juni 2019):**
* **Voltijdse onderbreking:** Tijdens 4 maanden, op te delen per periode van 1 maand of een veelvoud ervan (1, 2, 3 of 4 maanden).
* **Onderbreking tot de helft:** Tijdens 8 maanden, op te delen per periode van 2 maanden of een veelvoud ervan (2, 4, 6 of maximaal 8 maanden).
* **1/5 onderbreking:** Tijdens 20 maanden, op te delen per periode van 5 maanden of een veelvoud ervan (5, 10, 15 of maximaal 20 maanden).
* **1/10 onderbreking:** Tijdens 40 maanden, op te delen per periode van 10 maanden of een veelvoud ervan (10, 20, 30 of maximaal 40 maanden).
* **Overgang tussen vormen:** Een volledige maand wordt gelijkgesteld aan 2 maanden halftijdse onderbreking, 5 maanden 1/5 onderbreking, of 10 maanden 1/10 onderbreking.
* **Wie kan ouderschapsverlof genieten?**
* Alle voltijdse loontrekkenden in de privésector, openbare sector, onderwijs, etc. (zelfstandigen kunnen dit niet).
* **Verwantschap vereist:** Biologische moeder en vader, persoon die het kind heeft erkend (vader), echtgenote of partner van de biologische moeder die meemoeder is geworden.
* Adoptieouders.
* Beide ouders (biologisch of adoptie) hebben elk recht op ouderschapsverlof voor hetzelfde kind. Het recht kan niet worden overgedragen aan de andere ouder als de ene ouder het niet opneemt.
* **Meemoeder:** Heeft aanspraak op ouderschapsverlof als echtgenote of partner van de moeder (en biologische vader heeft kind niet erkend). Bewijs kan geleverd worden via huwelijksakte, bewijs wettelijke samenwoonst, of uittreksel bevolkingsregister dat inschrijving op hetzelfde adres aantoont gedurende ononderbroken periode van 3 jaar voorafgaand aan de geboorte.
* **Voorwaarden voor aanvraag:**
* **Leeftijd kind:** Geen 12 jaar bij ingangsdatum (voor biologische of adoptiekinderen). Tussen 12 en 21 jaar bij een gehandicapt kind (met een minimum van 66% ongeschiktheid, of een bepaalde score op de medisch-sociale schaal).
* **Anciënniteit:** Minimaal 12 maanden bij dezelfde werkgever in de 15 maanden voor de aanvraag (in de privésector of lokaal/provinciaal bestuur). Geen anciënniteitsvoorwaarde in de openbare sector of onderwijs.
* **Formaliteiten:**
* Minimaal 2-3 maanden op voorhand schriftelijk (aangetekend of met ontvangstbewijs) de werkgever verwittigen. Andere termijnen zijn mogelijk in de openbare sector/onderwijs.
* Aanvragen bij de RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening).
* **Ontslagbescherming:** Vanaf de datum van de aanvraag tot 3 maanden na het einde van het ouderschapsverlof. De werkgever mag ouderschapsverlof niet weigeren, maar kan wel een uitstel van maximaal 6 maanden wegens gegronde redenen (bv. goede werking van de dienst) toepassen.
### 6.2 Casus administratief bediende (UZ Leuven)
* Michelle Vrancken, administratief bediende in UZ Leuven, verwacht op 1 april 2025. Crèche pas beschikbaar vanaf 1 december 2026.
* Voor de periode tussen de geboorte en de start van de crèche kan Michelle voltijds of halftijds ouderschapsverlof opnemen. Haar partner kan dit ook doen, tenzij deze zelfstandige is. De duur van het verlof kan variëren afhankelijk van de gekozen vorm van onderbreking (bv. 1/5 of 1/10). Moederschapsverlof (14 weken postnataal) zal ook van toepassing zijn.
---
# Vaderschaps- en mee-ouderschapsverlof
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de wettelijke verlofstelsels voor vaders en mee-ouders bij de geboorte van een kind, inclusief specifieke regelingen voor zelfstandigen.
### 2.1 Vaderschapsverlof en mee-ouderschapsverlof voor werknemers
Het vaderschapsverlof, sinds 1 januari 2023, bedraagt 20 dagen. Dit verlof is flexibel en kan worden opgesplitst in halve dagen, aaneensluitend of niet. De opname moet plaatsvinden binnen vier maanden na de geboortedatum. De uitkering bedraagt 101,50 euro per dag, met een maximum van 2.030 euro voor 20 volledige dagen of 40 halve dagen. Het aantal dagen is gelijk bij de geboorte van een meerling. De aanvraag verloopt via het sociaal verzekeringsfonds.
Het mee-ouderschapsverlof is van toepassing in specifieke situaties:
* Wanneer er enkel een wettelijke afstammingsband met de moeder bestaat en niet met de vader.
* Wanneer de partner gehuwd of wettelijk samenwonend is met de moeder gedurende minstens drie jaar voorafgaand aan de geboorte, op een onafgebroken en affectieve manier samenwoont en er geen bloedverwantschap is die een huwelijksverbod zou veroorzaken.
Het mee-ouderschapsverlof kan naast of ter vervanging van het moederschapsverlof worden opgenomen. De arbeidsovereenkomst van de vader of mee-ouder wordt geschorst, en beide genieten ontslagbescherming. In geval van overlijden van de moeder heeft de vader of mee-ouder recht op het resterende deel van het niet-opgenomen postnatale verlof. Bij hospitalisatie van de moeder geldt een maximumduur die afhangt van de duur van de hospitalisatie of het einde van het postnatale verlof. De uitkering wordt berekend door het ziekenfonds.
Het verlof mag niet worden opgenomen voor de achtste dag na de geboorte, tenzij de pasgeborene het ziekenhuis verlaat en de moeder langer dan zeven dagen gehospitaliseerd is.
#### 2.1.1 Opsplitsing en duur
De 20 dagen vaderschapsverlof kunnen flexibel worden opgenomen, aaneensluitend of opgesplitst in halve dagen. De opnametermijn bedraagt vier maanden na de geboorte.
#### 2.1.2 Vergoeding
Werknemers ontvangen een uitkering van het ziekenfonds. De eerste 30 dagen van de moederschapsrust bedragen 82% van het verloren loon (onbegrensd), daarna 75% van het verloren loon (begrensd). Tijdens de verlofdagen van het vaderschapsverlof ontvangt de werknemer een uitkering van 101,50 euro per dag, met een maximum van 2.030 euro voor 20 volledige dagen of 40 halve dagen.
### 2.2 Vaderschaps- en geboorteverlof voor zelfstandigen
Zelfstandige vaders of mee-ouders hebben recht op een vergoeding. De regeling is vergelijkbaar met die voor werknemers, met een uitkering van het sociaal verzekeringsfonds. De duur van het verlof is afhankelijk van de gezinssituatie.
### 2.3 Adoptieverlof
Voor elke adoptieouder geldt een maximum van zes weken adoptieverlof. Bij de gelijktijdige adoptie van meerdere kinderen geldt een maximum van acht weken per adoptieouder. De bijkomende weken kunnen onderling worden verdeeld tussen de adoptieouders. De duur van het adoptieverlof wordt progressief verlengd van 2019 tot 2027. In 2027 bedraagt het adoptieverlof 17 weken, met twee keer zes weken per ouder en vijf bijkomende weken die verdeeld kunnen worden.
Voor zelfstandigen geldt een regeling die vergelijkbaar is met die voor werknemers. Het verlof kan worden opgenomen vanaf de dag dat het kind is ingeschreven op het hoofdverblijf. Een uitzondering geldt als ouders het kind vroeger ophalen uit het buitenland. Het verlof moet minstens één week of een veelvoud daarvan bedragen. De uitkering bedraagt 597,07 euro per week, met een inhouding van 11,11% BTW. De opname van het verlof kan binnen twee maanden na de inschrijving van het kind in het bevolkings- of vreemdelingenregister plaatsvinden. De bescherming tegen ontslag geldt vanaf twee maanden vóór de opname tot één maand erna.
### 2.4 Pleegouderverlof
Werknemers die een kind langdurig (minimaal zes maanden) in een pleeggezin opvangen, hebben recht op maximaal zes weken aaneengesloten verlof per ouder. Dit verlof kan minstens één week of een veelvoud daarvan bedragen. De maximale termijn wordt progressief verlengd tot elf weken in 2027. De extra weken boven de zes weken moeten worden verdeeld tussen beide aangestelde pleegouders. Als het pleeggezin uit twee werknemers bestaat die als pleegouder zijn aangesteld, worden de weken onderling verdeeld.
Het verlof moet worden aangevraagd met een minimale voorafgaande kennisgeving aan de werkgever van één maand, tenzij de werkgever akkoord gaat met een kortere termijn. Het pleegzorgverlof (zes dagen afwezigheid per jaar) blijft apart bestaan. De eerste drie dagen van het pleegouderverlof worden door de werkgever betaald, daarna volgt een uitkering van het ziekenfonds. De maximale duur van het verlof verdubbelt als het kind getroffen is door lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid. Bij de gelijktijdige opvang van meerdere minderjarige kinderen geldt een verlenging van twee weken per pleegouder.
Zelfstandigen die aangesteld zijn als pleegouder hebben recht op maximaal zes weken verlof, met twee extra weken die vrij te verdelen zijn onder beide ouders. Er zijn twee extra weken voor alleenstaande pleegouders. Het verlof kan in aaneengesloten periodes worden opgenomen, en de aanvang wordt door de pleegouder bepaald, ten vroegste wanneer het kind ingeschreven is op het hoofdverblijf. Voor beide ouders geldt het recht op verlof, ongeacht of ze zelfstandige of werknemer zijn. Bij gelijktijdige plaatsing van meerdere minderjarige kinderen geldt een verlenging van twee weken per pleegouder. De maximale duur wordt verdubbeld bij lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van het kind. De plaatsing moet minimaal zes maanden duren en voldoen aan de regelgeving inzake jeugdbijstand en jeugdbescherming. De uitkering bedraagt 597,07 euro per week en wordt uiterlijk één maand na aanvang van het pleegouderverlof volledig uitbetaald, minus 11,11% BTW. Vanaf 2027 is de regeling voor zelfstandigen identiek aan die voor werknemers, met een maximum van elf weken.
### 2.5 Thematisch verlof (ouderschapsverlof)
Thematisch verlof is een specifieke vorm van volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbreking om arbeidsprestaties tijdelijk te schorsen of te verminderen voor de opvoeding van kinderen. Er bestaat een maandelijkse uitkering van de RVA tijdens deze onderbreking. Het ouderschapsverlof verschilt van tijdskrediet, hoewel beide stelsels vergelijkbare doelen nastreven.
#### 2.5.1 Ouderschapsverlof versus tijdskrediet
Het ouderschapsverlof is bedoeld voor de zorg voor een kind tot 12 jaar. Voor gehandicapte kinderen is dit uitgebreid tot 21 jaar, onder bepaalde voorwaarden met betrekking tot de ernst van de ongeschiktheid of aandoening. Het geldt voor zowel biologische als adoptiekinderen.
#### 2.5.2 Flexibilisering van opname
Sinds 1 juni 2019 is er een flexibilisering van de opname van ouderschapsverlof mogelijk, met kortere periodes. Dit is echter geen recht voor de werknemer, maar een gunst van de werkgever waarvoor toestemming vereist is. De mogelijke vormen van opname zijn:
* Volledige onderbreking gedurende 4 maanden (in periodes van 1 tot 4 maanden).
* Onderbreking tot de helft gedurende 8 maanden (in periodes van 2 tot 8 maanden).
* 1/5 onderbreking gedurende 20 maanden (in periodes van 5 tot 20 maanden).
* 1/10 onderbreking gedurende 40 maanden (in periodes van 10 tot 40 maanden).
Bij de overgang van de ene vorm van onderbreking naar de andere gelden conversieregels: 1 maand volledige onderbreking staat gelijk aan 2 maanden halftijdse onderbreking, 5 maanden 1/5 onderbreking, of 10 maanden 1/10 onderbreking.
#### 2.5.3 Wie kan ouderschapsverlof genieten?
Ouderschapsverlof kan worden genoten door voltijds loontrekkende werknemers in de privésector, de openbare sector en het onderwijs. Zelfstandigen komen hier niet voor in aanmerking. De verwantschap met het kind is vereist: de biologische moeder, de biologische vader, de echtgenote of partner van de biologische moeder die mee-moeder is geworden, of adoptieouders. Beide ouders hebben elk recht op ouderschapsverlof voor hetzelfde kind; het recht kan niet worden overgedragen aan de andere ouder.
#### 2.5.4 Voorwaarden voor het bekomen van ouderschapsverlof
* **Leeftijdsvoorwaarde kind:** Het kind mag bij aanvang van het verlof geen 12 jaar oud zijn. Bij een gehandicapt kind geldt een leeftijdsgrens van 12 tot 21 jaar.
* **Anciënniteit:** In de privésector en bij lokale/provinciale besturen is een anciënniteit van minimaal 12 maanden bij dezelfde werkgever vereist in de 15 maanden vóór de aanvraag. In de openbare sector en het onderwijs geldt geen anciënniteitsvoorwaarde.
#### 2.5.5 Formaliteiten bij aanvraag
De aanvraag dient minimaal 2 tot 3 maanden vóór de gewenste ingangsdatum schriftelijk (aangetekend of met ontvangstbewijs) bij de werkgever te worden ingediend. In de openbare sector en het onderwijs gelden soms andere termijnen. De aanvraag moet ook bij de RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening) worden ingediend. De werkgever mag ouderschapsverlof niet weigeren, maar kan wel een uitstel van maximaal zes maanden toestaan omwille van de goede werking van de dienst, mits gegronde redenen.
#### 2.5.6 Bescherming tegen ontslag
De bescherming tegen ontslag geldt vanaf de datum van de aanvraag tot drie maanden na het einde van het ouderschapsverlof.
---
# Adoptieverlof en pleegouderverlof
Dit onderdeel behandelt de specifieke verlofstelsels die van toepassing zijn bij adoptie en pleegzorg, inclusief de duur, voorwaarden en ontslagbescherming.
### 3.1 Adoptieverlof
Adoptieverlof is een recht voor werknemers die een kind adopteren.
#### 3.1.1 Duur van het adoptieverlof
De duur van het adoptieverlof evolueert progressief van 2019 tot 2027.
* **Per adoptieouder:** is er maximaal zes weken verlof voorzien.
* **Bij gelijktijdige adoptie van meerdere kinderen:** is er een bijkomende verhoging van het verlof.
* **Groeipad tot 2027:**
* Per 1 januari 2027 zal het adoptieverlof in totaal 17 weken bedragen, waarbij elke ouder zes weken kan opnemen en er vijf bijkomende weken onderling te verdelen zijn tussen de adoptieouders.
#### 3.1.2 Voorwaarden voor werknemers
* **Aanvang van het verlof:** Het verlof kan worden opgenomen vanaf de dag dat het kind is ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister van de gemeente waar het kind verblijft.
* **Uitzondering voor internationale adoptie:** Bij adoptie van een kind uit het buitenland kan het verlof vroeger aanvangen.
* **Opname van het verlof:** Adoptieverlof moet minstens per week of een veelvoud van een week worden opgenomen.
* **Verdeling van weken:** De bijkomende weken, bovenop de individuele zes weken per ouder, kunnen onderling worden verdeeld tussen de adoptieouders.
#### 3.1.3 Ontslagbescherming
Werknemers die gebruikmaken van adoptieverlof genieten ontslagbescherming. Deze bescherming geldt gedurende een periode van twee maanden vóór de aanvang van het verlof tot één maand na het einde ervan. Ontslag is wel mogelijk om redenen die vreemd zijn aan de opname van het adoptieverlof.
#### 3.1.4 Adoptieverlof voor zelfstandigen
De regeling voor zelfstandigen die een minderjarig kind adopteren is vergelijkbaar met die voor werknemers:
* **Duur:** Maximaal zes weken per adoptieouder.
* **Bijkomende weken:** Twee extra weken zijn vrij te verdelen tussen de ouders.
* **Alleenstaande adoptieouder:** Twee extra weken voor alleenstaande adoptieouders.
* **Meerdere kinderen:** Bij gelijktijdige plaatsing van meerdere minderjarige kinderen, is er een verlenging van twee weken per adoptieouder.
* **Voorwaarde voor recht op uitkering:** De plaatsing moet minstens zes maanden duren en gebeuren volgens de regelgeving van jeugdbijstand en jeugdbescherming.
* **Opname:** Het verlof kan in aaneengesloten periodes worden opgenomen, met een minimum van één week of een veelvoud daarvan. De aanvang is zelf te bepalen, ten vroegste vanaf de inschrijving van het kind op het hoofdverblijfadres.
* **Verdubbeling duur bij ongeschiktheid:** De maximale duur van het verlof wordt verdubbeld indien het kind getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid.
* **Uitkering:** Zelfstandigen ontvangen een uitkering van het ziekenfonds. Het bedrag is 597,07 euro per week, uitbetaald uiterlijk één maand na het begin van het verlof, min 11,11 procent belastingen.
* **Toekomstige regeling:** Vanaf 2027 zal de regeling voor zelfstandigen identiek zijn aan die voor werknemers, met een maximale duur van elf weken.
### 3.2 Pleegouderverlof
Pleegouderverlof biedt werknemers en zelfstandigen de mogelijkheid om verlof op te nemen ter zorg voor een kind dat langdurig in een pleeggezin wordt opgevangen.
#### 3.2.1 Voorwaarden voor pleegzorg
* **Aanstelling als pleegouder:** De aanstelling moet gebeuren door een rechtbank, een door de gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, diensten van de jeugdbijstand, of het Comité Bijzondere Jeugdbijstand.
* **Duur van opvang:** Het kind moet minstens zes maanden in het pleeggezin worden onthaald, wat bij aanvang duidelijk moet zijn.
#### 3.2.2 Duur van het pleegouderverlof voor werknemers
De duur van het pleegouderverlof evolueert progressief, met een toename van één week om de twee jaar tot 2027.
* **Per pleegouder:** is er een eenmalig recht op maximaal zes weken verlof.
* **Groeipad tot 2027:** In 2027 zal de maximale termijn elf weken bedragen.
* **Verdeling van weken:** Weken die de zes overschrijden, moeten worden verdeeld tussen beide aangestelde pleegouders.
* **Meerdere kinderen:** Bij gelijktijdige opvang van meerdere minderjarige kinderen, krijgt elke pleegouder extra weken per kind.
* **Verdubbeling duur bij ongeschiktheid:** De maximale duur van het verlof wordt verdubbeld indien het kind getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid.
#### 3.2.3 Opname en procedure voor werknemers
* **Aanvang:** Het verlof moet aanvangen binnen twaalf maanden volgend op de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister van de gemeente waar het verblijft.
* **Procedure:** De werknemer moet de werkgever minimaal één maand van tevoren schriftelijk op de hoogte brengen. Indien de werkgever instemt, kan deze termijn korter zijn.
* **Aparte regeling:** Het bestaande pleegzorgverlof (zes dagen afwezigheid per jaar) blijft afzonderlijk bestaan.
* **Financiering:** De eerste drie dagen van het verlof worden door de werkgever betaald met behoud van loon. Vanaf de vierde dag ontvangt de werknemer een uitkering van het ziekenfonds.
#### 3.2.4 Ontslagbescherming voor werknemers
Werknemers die gebruikmaken van pleegouderverlof zijn beschermd tegen ontslag vanaf twee maanden vóór de opname van het verlof tot één maand na het einde ervan. Ontslag is echter wel mogelijk om redenen die vreemd zijn aan de opname van het pleegouderverlof.
#### 3.2.5 Pleegouderverlof voor zelfstandigen
Zelfstandigen die worden aangesteld als pleegouder voor een minderjarig kind hebben recht op een pleegouderverlof met vergelijkbare regels als werknemers:
* **Duur:** Maximaal zes weken per pleegouder.
* **Bijkomende weken:** Twee extra weken zijn vrij te verdelen onder beide ouders, en twee extra weken voor alleenstaande pleegouders.
* **Meerdere kinderen:** Bij gelijktijdige plaatsing van meerdere minderjarige kinderen, is er een verlenging van twee weken per pleegouder.
* **Verdubbeling duur bij ongeschiktheid:** De maximale duur van het verlof wordt verdubbeld indien het kind getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid.
* **Voorwaarden:** Plaatsing moet minstens zes maanden duren en gebeuren volgens de regelgeving van jeugdbijstand en jeugdbescherming.
* **Opname:** Het verlof kan in aaneengesloten periodes worden opgenomen, met een minimum van één week of een veelvoud daarvan. De aanvang is zelf te bepalen, ten vroegste vanaf de inschrijving van het kind op het hoofdverblijfadres.
* **Geldigheid voor beide ouders:** Zowel zelfstandige als werknemer-pleegouders hebben recht op dit verlof.
* **Uitkering:** Zelfstandigen ontvangen een uitkering van het ziekenfonds van 597,07 euro per week, die uiterlijk één maand na aanvang van het verlof in zijn geheel wordt uitbetaald, na aftrek van 11,11 procent belastingen.
* **Toekomstige regeling:** Vanaf 2027 zal de regeling voor zelfstandigen identiek zijn aan die voor werknemers, met een maximale duur van elf weken.
---
# Thematisch verlof (ouderschapsverlof)
Dit gedeelte behandelt thematische verloven, met een specifieke focus op ouderschapsverlof, de voorwaarden, flexibiliteit in opname en regels per sector.
### 5.1 Overzicht thematisch verlof
Thematisch verlof is een specifieke vorm van volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbreking waarbij werknemers tijdelijk hun arbeidsprestaties schorsen of verminderen voor de opvoeding van jonge kinderen, medische bijstand of palliatieve zorg. Er bestaat een maandelijks uitkering van de RVA tijdens deze onderbreking. Het is belangrijk om thematisch verlof te onderscheiden van tijdskrediet, hoewel beide stelsels een gelijkaardige bedoeling hebben en cumulatie met bepaalde vormen van tijdskrediet toegelaten is. De toepasselijke reglementering hangt af van de sector waartoe de werkgever behoort (privésector, openbare sector, onderwijs, autonome overheidsbedrijven, etc.).
Er worden drie hoofdvormen van thematisch verlof onderscheiden:
* Ouderschapsverlof
* Verlof voor medische bijstand (zorgverlof)
* Palliatief verlof
Deze kunnen los van elkaar opgenomen worden en tellen niet mee voor de maximale termijn van tijdskrediet.
### 5.2 Ouderschapsverlof
Ouderschapsverlof is een tijdelijke onderbreking van de arbeidsprestaties voor de opvoeding van een jong kind. Het is **niet** hetzelfde als het tijdskrediet voor "zorgen voor uw kind jonger dan 8 jaar" in de privésector, hoewel de doelstellingen vergelijkbaar zijn.
#### 5.2.1 Wie kan ouderschapsverlof genieten?
Alle voltijds loontrekkende werknemers, ongeacht de sector (privé, openbaar, onderwijs, autonome overheidsbedrijven), hebben recht op ouderschapsverlof. Zelfstandigen kunnen **geen** aanspraak maken op dit verlof.
De volgende personen komen in aanmerking:
* De biologische moeder.
* De biologische vader of de persoon die het kind heeft erkend, waardoor de afstamming langs vaderszijde vaststaat.
* De echtgenote of partner van de biologische moeder van het kind die meemoeder is geworden.
#### 5.2.2 Verbandsvereisten voor meemoederschap
Om als meemoeder aanspraak te maken op ouderschapsverlof, dient de volgende situatie zich voor:
* De meemoeder is de echtgenote of partner van de moeder van het kind.
* De biologische vader heeft het kind niet erkend.
* Bewijs van meemoederschap kan geleverd worden via de huwelijksakte, een bewijs van wettelijke samenwoonst, of een uittreksel uit het bevolkingsregister dat aantoont dat de betrokkenen reeds ononderbroken voor minstens 3 jaar op hetzelfde adres ingeschreven stonden vóór de geboorte van het kind.
#### 5.2.3 Recht op ouderschapsverlof per kind
Beide ouders (biologisch of adoptie) hebben elk recht op ouderschapsverlof voor hetzelfde kind. De ouder die geen ouderschapsverlof opneemt, kan dit recht **niet** overdragen aan de andere ouder. Dit betekent dat bijvoorbeeld een vader die geen ouderschapsverlof opneemt, zijn vrouw geen recht geeft op tweemaal ouderschapsverlof voor hetzelfde kind.
#### 5.2.4 Voorwaarden voor het verkrijgen van ouderschapsverlof
De volgende voorwaarden moeten vervuld zijn:
* **Leeftijdsvoorwaarde kind:**
* Bij geboorte: het kind mag bij de ingangsdatum van het verlof niet ouder zijn dan 12 jaar.
* Bij adoptie: het kind mag bij de ingangsdatum van het verlof niet ouder zijn dan 21 jaar. Dit geldt voor kinderen met een handicap, waarbij deze handicap gedefinieerd wordt door een fysieke of mentale ongeschiktheid van minstens 66%, of een aandoening waarvoor minstens 4 punten worden toegekend in de eerste pijler van de medisch-sociale schaal (in het kader van de kinderbijslagreglementering), of waarvoor minstens 9 punten worden toegekend in de drie pijlers van de medisch-sociale schaal (in het kader van de kinderbijslagreglementering).
* Deze leeftijdsgrenzen gelden zowel voor biologische als voor adoptiekinderen.
* **Anciënniteit van de ouder:**
* **Privésector of lokaal/provinciaal bestuur:** de werknemer moet minstens 12 maanden gewerkt hebben voor dezelfde werkgever in de 15 maanden die voorafgaan aan de aanvraag.
* **Openbare sector of onderwijs:** er is geen anciënniteitsvoorwaarde.
#### 5.2.5 Flexibiliteit in opname
Sinds 1 juni 2019 is er een flexibilisering van de opname van ouderschapsverlof mogelijk, waardoor werknemers hun werk en gezin beter kunnen combineren door het verlof in kortere periodes op te nemen. De werkgever moet wel instemmen met deze flexibilisering, het is geen recht van de werknemer.
Er zijn verschillende vormen van onderbreking mogelijk:
* **Volledige onderbreking:** gedurende maximaal 4 maanden, opdeelbaar per periode van 1 maand of veelvoud ervan (dus 1, 2, 3 of 4 maanden).
* **Onderbreking tot de helft:** gedurende maximaal 8 maanden, opdeelbaar per periode van 2 maanden of veelvoud ervan (dus 2, 4, 6 of 8 maanden).
* **1/5 onderbreking:** gedurende maximaal 20 maanden, opdeelbaar per periode van 5 maanden of veelvoud ervan (dus 5, 10, 15 of 20 maanden).
* **1/10 onderbreking:** gedurende maximaal 40 maanden, opdeelbaar per periode van 10 maanden of veelvoud ervan (dus 10, 20, 30 of 40 maanden).
Bij overgang van de ene vorm van onderbreking naar de andere gelden volgende omrekeningen:
* 1 maand volledige onderbreking komt overeen met 2 maanden onderbreking tot de helft.
* 1 maand volledige onderbreking komt overeen met 5 maanden 1/5 onderbreking.
* 1 maand volledige onderbreking komt overeen met 10 maanden 1/10 onderbreking.
#### 5.2.6 Formaliteiten bij aanvraag
* De werknemer moet de werkgever schriftelijk (aangetekend of met ontvangstbewijs) verwittigen, bij voorkeur 2 tot 3 maanden vooraf. In de openbare sector of het onderwijs kunnen andere termijnen gelden.
* De aanvragen voor de uitkering moeten gebeuren bij de RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening).
* De werkgever mag ouderschapsverlof **niet** weigeren. Wel heeft de werkgever het recht om de ingangsdatum uit te stellen met maximaal 6 maanden omwille van de goede werking van de dienst, mits er gegronde redenen worden aangevoerd.
#### 5.2.7 Bescherming tegen ontslag
De werknemer is beschermd tegen ontslag vanaf de datum van de aanvraag tot 3 maanden na het einde van het ouderschapsverlof.
#### 5.2.8 Casus: Overbruggen periode na geboorte
Een zwangere vrouw (Michelle Vrancken) verwacht een kind op 1 april 2025. De crèche kan pas opgestart worden op 1 december 2026. De periode tussen de geboorte en de start van de crèche moet overbrugd worden.
**Advies:**
* **Postnataal verlof:** De vrouw heeft recht op 14 weken postnataal verlof na de bevalling.
* **Ouderschapsverlof:** Zowel zij als haar partner kunnen gebruik maken van ouderschapsverlof om de resterende periode te overbruggen. Zij kunnen kiezen voor een voltijdse of deeltijdse onderbreking (halftijds, 1/5 of 1/10). De partner kan dit verlof ook opnemen, tenzij hij/zij zelfstandige is.
### 5.3 Verlof om medische bijstand
Dit verlof is bedoeld voor werknemers die zorg verlenen aan een familielid of een persoon die tot dezelfde huishouding behoort, en die ernstig ziek is, een handicap heeft, of palliatieve zorgen nodig heeft. De specifieke regels hiervoor zijn niet gedetailleerd in dit specifieke gedeelte van de documentatie, maar het valt onder de bredere noemer van thematisch verlof.
### 5.4 Palliatief verlof
Dit verlof is bedoeld voor werknemers die palliatieve zorg verlenen aan een patiënt. Net als bij verlof om medische bijstand, zijn de specifieke details buiten het kader van dit specifieke ouderschapsverlof-gerichte gedeelte gevallen.
### 5.5 Ouderschapsverlof versus tijdskrediet
Hoewel beide stelsels gericht zijn op het combineren van werk en gezin, zijn er duidelijke verschillen:
* **Doelgroep:** Ouderschapsverlof is er enkel voor werknemers; zelfstandigen vallen hier niet onder. Tijdskrediet kan ook door zelfstandigen opgenomen worden onder bepaalde voorwaarden.
* **Voorwaarden:** De anciënniteitsvoorwaarden voor ouderschapsverlof in de privésector zijn strikter dan bij sommige vormen van tijdskrediet.
* **Flexibiliteit:** De flexibiliteit in opname van ouderschapsverlof is sinds 2019 significant toegenomen, met verschillende modaliteiten van onderbreking. Tijdskrediet kent ook flexibele opnamemogelijkheden.
* **Leeftijdsgrenzen:** Ouderschapsverlof heeft specifieke leeftijdsgrenzen voor het kind, die bij tijdskrediet kunnen verschillen afhankelijk van het motief (bv. zorg voor een gehandicapt kind tot 21 jaar).
**Tip:** Raadpleeg altijd de meest recente wetgeving en de cao's die van toepassing zijn in uw sector, aangezien de regels omtrent verlofstelsels regelmatig kunnen wijzigen en er specifieke sectorale afspraken kunnen bestaan.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Wettelijke bepalingen | Regels en wetten die vastgesteld zijn door de overheid en van toepassing zijn op specifieke situaties, zoals verlofstelsels. |
| Zwangerschapsonderzoeken | Medische onderzoeken die worden uitgevoerd om de gezondheid van de zwangere vrouw en de foetus te controleren en eventuele risico's vroegtijdig op te sporen. |
| Nachtarbeid | Werk dat wordt verricht tussen 20 uur en 6 uur, wat voor zwangere werknemers onder bepaalde omstandigheden verboden is of aan strenge regels gebonden is vanwege gezondheidsrisico's. |
| Profylactisch verlof | Verlof dat wordt opgenomen ter preventie van mogelijke gezondheidsrisico's tijdens de zwangerschap, vaak voorgeschreven door een arts om de werknemer thuis te laten blijven. |
| Moederschapsverlof | Een periode van wettelijk betaald verlof voor vrouwen na de bevalling, bestaande uit zwangerschapsverlof (voor de bevalling) en moederschapsrust (na de bevalling). |
| Borstvoedingspauzes | Korte periodes tijdens de werkdag waarin moeders de mogelijkheid hebben om borstvoeding te geven aan hun kind of melk af te kolven. |
| Arbeidsvoorwaarden | De voorwaarden waaronder arbeid wordt verricht, zoals loon, werktijden, vakantiedagen en andere rechten en plichten die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst. |
| Bescherming tegen ontslag | Wettelijke regels die voorkomen dat een werknemer zonder geldige reden ontslagen kan worden, met name tijdens periodes van zwangerschap, bevalling, adoptie of ziekte. |
| forfaitaire vergoeding | Een vastgesteld bedrag dat wordt uitgekeerd als compensatie, bijvoorbeeld bij een onterecht ontslag, ongeacht de daadwerkelijk geleden schade. |
| Arbeidsovereenkomst (AOK) | Een juridisch bindend contract tussen een werknemer en een werkgever waarin de afspraken over de arbeidsrelatie worden vastgelegd. |
| Ziekte en Invaliditeitsverzekering (ZIVverz) | Een verzekeringssysteem dat voorziet in uitkeringen voor personen die door ziekte of invaliditeit niet kunnen werken en inkomen mislopen. |
| Moederschapsvergoeding | Een financiële uitkering die de werkneemster ontvangt tijdens haar moederschapsverlof, doorgaans uitgekeerd door het ziekenfonds. |
| Geboorteattest | Een officieel document dat de geboorte van een kind bevestigt, uitgegeven door de burgerlijke stand en nodig voor administratieve procedures zoals het aanvragen van een moederschapsuitkering. |
| Postnatale rust | De verplichte periode van rust na de bevalling, waarin de moeder zich kan herstellen en zorgen voor de pasgeborene. |
| Facultatief verlof | Een verlof dat de werknemer naar eigen keuze kan opnemen, naast de verplichte verlofstelsels, en dat in bepaalde gevallen kan worden overgedragen. |
| Overdraagbaar | Een recht of periode die kan worden verschoven naar een later tijdstip of kan worden overgedragen aan een andere persoon, zoals verlofdagen. |
| Vaderschapsverlof | Een wettelijk recht voor vaders (of gelijkgestelde personen) op een periode van verlof om de partner te ondersteunen na de geboorte van een kind. |
| Mee-ouderschapsverlof | Een verlofstelsel voor de partner van de moeder die niet de wettelijke afstammingsband met het kind heeft, maar wel een sterke affectieve en leefband met de moeder en het kind. |
| Adoptieverlof | Een periode van wettelijk verlof die aan adoptieouders wordt toegekend om zich te kunnen ontfermen over hun geadopteerde kind. |
| Pleegouderverlof | Een verlofstelsel voor personen die een kind in hun gezin opvangen als pleegouder, ter ondersteuning van de integratie en zorg voor het kind. |
| Thematisch verlof | Een verzamelnaam voor specifieke soorten loopbaanonderbreking of verlof met een bepaald motief, zoals zorg voor kinderen, medische bijstand of palliatieve zorg. |
| Ouderschapsverlof | Een vorm van thematisch verlof die ouders toestaat om hun arbeidsprestaties tijdelijk te verminderen of te schorsen voor de opvoeding van hun kinderen. |
| Zorgkrediet | Een regeling binnen het thematisch verlof die het mogelijk maakt om de arbeidsprestaties te verminderen voor zorgtaken, los van het traditionele tijdskrediet. |
| Medische bijstand (zorgverlof) | Verlof dat wordt opgenomen om medische hulp te verlenen aan een gezinslid dat ernstig ziek is of een handicap heeft. |
| Palliatief verlof | Een specifieke vorm van thematisch verlof die werknemers de mogelijkheid biedt om palliatieve zorg te verlenen aan een persoon aan het einde van zijn leven. |
| Loopbaanonderbreking | Een periode waarin een werknemer zijn normale werkzaamheden tijdelijk stopzet of vermindert, vaak om persoonlijke redenen zoals zorgtaken of verder studeren. |
| Tijdskrediet | Een wettelijk kader dat werknemers de mogelijkheid biedt om hun loopbaan te onderbreken of te verkorten, meestal met het oog op zorgtaken, opleiding of om tijd te creëren voor persoonlijke projecten. |
| Uitkering RVA | Financiële tegemoetkoming die door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) wordt uitgekeerd aan personen die tijdelijk hun loopbaan onderbreken voor specifieke motieven. |
| Flexibilisering | Het proces van het aanpassen van regels en procedures om meer keuzevrijheid en aanpassingsmogelijkheden te bieden, bijvoorbeeld bij de opname van verlof. |
| Anciënniteit | De duur van de dienst bij een bepaalde werkgever, wat van invloed kan zijn op de rechten en voordelen van een werknemer, zoals de toekenning van verlof. |
| Bescherming tegen ontslag | Wettelijke regels die voorkomen dat een werknemer zonder gegronde reden ontslagen kan worden, met name tijdens periodes van verlof of kwetsbaarheid. |
| Inschrijving hoofdverblijfplaats | De officiële registratie van iemands woonadres bij de gemeente, wat een vereiste kan zijn voor bepaalde wettelijke procedures of rechten. |
| Wettelijke samenwoonst | Een juridische status die wordt toegekend aan koppels die wettelijk samenwonen, wat hen bepaalde rechten en plichten verleent, vergelijkbaar met het huwelijk. |
| Medisch-sociale schaal | Een classificatiesysteem dat wordt gebruikt om de ernst van een medische aandoening of handicap te beoordelen, met name in het kader van kinderbijslagreglementeringen. |
| Biologische afstamming | De genetische relatie van een kind met zijn biologische ouders. |
| Adoptieouders | Personen die wettelijk de rol van ouders op zich nemen voor een kind dat niet hun biologische kind is. |
| Meemoeder | De vrouwelijke partner van de moeder van een kind, die wordt erkend als een ouderfiguur, zelfs zonder biologische of wettelijke afstamming. |