Cover
Börja nu gratis Forensische hulpverlening 2526-Les 1 (2).pptx
Summary
# Definitie en scope van forensische hulpverlening
Forensische hulpverlening opereert op het snijvlak van welzijnswerk en justitie, en richt zich op het bieden van ondersteuning aan daders, slachtoffers en hun naasten binnen het strafrechtelijk systeem.
### 1.1 Het begrip "forensisch"
Het woord "forensisch" is afgeleid van het Latijnse "forum", de centrale marktplaats in het oude Rome waar ook rechtspraak plaatsvond. Hieruit is de betekenis "gerechtelijk" of "justitieel" ontstaan. Het verwijst dus naar alles wat met rechtspraak en het strafrechtelijk onderzoek te maken heeft.
### 1.2 Definitie van forensische hulpverlening
Forensische hulpverlening kan worden gedefinieerd als hulpverlening aan daders, slachtoffers en hun nabestaanden, binnen de context van het strafrechtelijk systeem. Dit kan zowel gedwongen (gemandateerd) als vrijwillig (niet-gemandateerd) plaatsvinden. Het betreft situaties waar hulpverlening en politie/justitie op elkaar aansluiten. Een strikte afbakening van wat wel of niet tot forensische hulpverlening behoort, is niet altijd mogelijk.
> **Tip:** De achtergrondkleur van de lesdia's kan aangeven in welk deel van de lessen je je bevindt.
### 1.3 Scope van deze lessen
Gezien het beperkte tijdsbestek van de lessen, ligt de focus op de begeleiding van slachtoffers en meerderjarige daders binnen het forensische welzijnswerk. Hulpverlening aan minderjarige delinquenten of omtrent verontrustende opvoedingssituaties wordt elders behandeld. Het forensische werkveld is breder dan enkel werken binnen een gevangenis, sociale dienst van de politie of een justitiehuis.
### 1.4 Het spanningsveld tussen hulpverlening en strafrecht
Forensische hulpverlening bevindt zich op het snijvlak van welzijnswerk en justitie. Deze twee werelden streven verschillende doelen na: justitie richt zich op de bescherming van de maatschappij, terwijl welzijnswerk het welzijn van het individu nastreeft. Het boeiende binnen forensische hulpverlening is het zoeken naar een evenwicht, waarbij mens en maatschappij opnieuw in balans zijn.
#### 1.4.1 De invloed van maatschappelijke visie
Het maatschappijbeeld, inclusief cultuur, waarden en normen, bepaalt de visie op wat strafbaar is en hoe er op misdrijven gereageerd moet worden. Dit beïnvloedt zowel de justitie als de strafuitvoering en daarmee de forensische hulpverlening.
#### 1.4.2 Gemandateerde versus niet-gemandateerde hulpverlening
* **Gemandateerde voorzieningen** (zoals gevangenissen, justitiehuizen) hebben vaak een meldingsplicht als sociaal werker.
* **Niet-gemandateerde voorzieningen** hebben deze meldingsplicht niet.
Dit verschil kan leiden tot conflicten rond beroepsgeheim en meldingsplicht in de praktijk.
### 1.5 Evolutie van het strafrecht en de rol van hulpverlening
#### 1.5.1 Ancien Régime
In deze periode was straffen het alleenrecht van de koning, met een focus op vergelding en afschrikking door middel van wrede en publieke straffen. Er was sprake van willekeur en wrede onderzoeksmethoden.
#### 1.5.2 Verlichtingsfilosofen (Voltaire, Montesquieu, Locke, Rousseau)
Denkers uit de Verlichting streden tegen willekeur en almacht van de koning. Dit leidde tot het Magna Charta van het strafrecht met de beginselen van legaliteit, proportionaliteit en subsidiariteit:
* **Legaliteitsbeginsel:** Misdrijven en straffen moeten vooraf in de wet worden vastgelegd.
* **Proportionaliteitsbeginsel:** Straffen moeten in verhouding staan tot de ernst van het misdrijf.
* **Subsidiariteitsbeginsel:** Strafrecht wordt gezien als ultimum remedium, de overheid mag slechts ingrijpen waar nodig.
#### 1.5.3 Het klassieke strafrecht
Dit model ging uit van een rationeel mensbeeld, waarbij men ervan uitging dat iedereen bewust de wet overtreedt. Rechters hadden geen interpretatievrijheid en pasten de wet enkel toe. Het rationele mensbeeld leidde tot uitzonderingen voor ontoerekeningsvatbaren en jongeren.
#### 1.5.4 Het sociaal verweer
Met een nieuw mensbeeld van de "gedetermineerde mens" werd het misdrijf gezien als een resultaat van oorzakelijke factoren (ras, milieu, biogenetische factoren). De schuldnotie maakte plaats voor de gevaarsnotie. De straf werd niet vooraf bepaald, maar door de rechter tijdens de straftoemeting. De focus lag op individuele noden voor re-integratie en bijzondere preventie.
#### 1.5.5 Start van het welzijnswerk binnen justitiële context
Geïnspireerd door het sociaal verweer, werd sociale hulpverlening ingezet om mensen te laten conformeren aan heersende maatschappelijke normen. Werkverschaffing en heropvoeding waren belangrijke interventies.
#### 1.5.6 Intrede van hulpverlening binnen justitie
Na de Tweede Wereldoorlog groeide de aandacht voor mensenrechten en resocialisatie. Hulpverlening binnen justitie werd gangbaarder, met de invoering van de Wet op de Jeugdbescherming en de Probatiewet.
#### 1.5.7 Sociaal verweer met een menselijk gelaat en kritieken
Na de oorlog kreeg het sociaal verweer een menselijker gelaat, met meer aandacht voor de rechten van de mens en resocialisatie. Kritiek op het sociaal verweer wees op mogelijke misbruiken. Hulpverlening trad meer uit de schaduw van het strafrecht en profileerde zich als autonome waarde en kritische spiegel voor justitie.
#### 1.5.8 Conclusie historiek
De evolutie van het strafrecht laat zien hoe maatschappelijke tendensen, beleid en hulpverlening met elkaar verweven zijn. Hoewel hulpverlening en strafrecht steeds meer los van elkaar kwamen te staan, blijven ze in verbinding. Dit leidt tot diensten met en zonder een gerechtelijk mandaat, en bemoeilijkt een strikte afbakening van de sector.
### 1.6 Invloedrijke gebeurtenissen en actuele tendensen
#### 1.6.1 Gebeurtenissen in de jaren '80-'90
Zaken zoals de Bende van Nijvel, CCC, het Heizeldrama en de Dutroux-affaire leidden tot hervormingen in justitie en politie, met invloed op sociaal werk, zoals de opvolging van ex-gedetineerden en bijstand aan slachtoffers.
#### 1.6.2 Actuele tendensen en beleid
Het huidige beleid in België toont een complexe bevoegdheidsverdeling tussen de federale overheid en de Vlaamse overheid, wat invloed heeft op de verschillende onderdelen van de strafuitvoering en hulpverlening.
* **Politie:** Onder ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken.
* **Gevangenissen:** FOD Justitie.
* **Hulpverlening in gevangenissen:** Vlaamse overheid.
* **Justitiehuizen:** Vlaamse overheid (Departement Justitie en Handhaving).
* **Hulpverlening (bv. CAW):** Vlaamse overheid (Departement Welzijn).
### 1.7 De rol van sociaal werkers in het strafrechtelijk proces
Sociaal werkers spelen een rol in diverse diensten binnen het strafrechtelijk proces:
* **Gemandateerde diensten (rood):** Politie, Rechtbank/Jeugdrechtbank, Gevangenis (PSD), Justitiehuis, Sociale dienst JRB.
* **Niet-gemandateerde diensten (groen):** CAW, CGG, Drughulpverlening, Fides, Moderator, Avansa, De Rode Antraciet, VDAB, Basiseducatie.
#### 1.7.1 Justitiële diensten met een gerechtelijk mandaat
Een **gerechtelijk mandaat** betekent dat er een schriftelijke opdracht is van een rechtbank, de Procureur des Konings, etc. Dit brengt een meldingsplicht met zich mee naar de opdrachtgever, maar behoud van beroepsgeheim naar externen. Inzage in het gerechtelijk dossier en kennis van strafbare feiten is mogelijk. Het zoeken naar een evenwicht tussen melden, informatie vergaren en rapporteren, is cruciaal voor de justitieassistent of sociaal werker. De eindverantwoordelijkheid voor de beslissing blijft bij de opdrachtgever.
### 1.8 Slachtofferzorg
#### 1.8.1 Definitie slachtoffer
Een slachtoffer is een natuurlijke persoon, of diens nabestaanden, die schade, aantasting van lichamelijke of geestelijke integriteit, moreel leed of materieel verlies heeft geleden dat rechtstreeks werd veroorzaakt door handelingen of nalatigheden die strijdig zijn met de strafwetgeving.
#### 1.8.2 Beleid rond slachtofferzorg
De aandacht voor slachtoffers in het Belgische gerechtelijk systeem is de laatste 20 jaar toegenomen, onder meer door de Wet Franchimont. Er is meer aandacht voor rechten van slachtoffers, zoals inzage in het strafdossier en het vragen van bijkomende onderzoeksdaden.
#### 1.8.3 Algemene rechten van slachtoffers
Slachtoffers hebben recht op:
* Informatie krijgen en geven.
* Correcte en zorgvuldige behandeling.
* Juridische bijstand en rechtsbijstand.
* Herstel.
* Hulp.
* Bescherming van de privacy en privéleven.
Deze rechten worden verzorgd door diensten zoals slachtofferbejegening (politie), slachtofferonthaal (justitiehuis) en slachtofferhulp (CAW), evenals diensten als Moderator voor bemiddeling.
#### 1.8.4 Wat als je zelf slachtoffer wordt?
Er zijn diverse diensten waar slachtoffers terechtkunnen, variërend van tele-onthaal tot gespecialiseerde diensten voor traumaverwerking. Het is belangrijk dat sociaal werkers de juiste informatie kunnen verstrekken en correcte doorverwijzingen kunnen doen om secundaire victimisering te vermijden.
#### 1.8.5 Hulpverlening aan slachtoffers: indeling van organisaties
* **Slachtofferbejegening politie:** Eerste opvang, praktische bijstand, informatieverstrekking, doorverwijzing, opstellen PV, her-contactname.
* **Slachtofferonthaal Justitiehuis:** Opgericht in 1993, ressorteert onder het justitiehuis maar is werkzaam bij het parket van de Procureur des Konings. Doel is het toegankelijk en humaan maken van justitie. Tussenkomst kan gevraagd worden door de magistraat of het slachtoffer zelf.
* **Onthaal CAW/slachtofferhulp:** Biedt gratis emotionele, administratieve, praktische en juridische ondersteuning aan slachtoffers, nabestaanden en getuigen. Hulp is vertrouwelijk.
#### 1.8.6 Moderator vzw
Moderator vzw biedt bemiddeling aan slachtoffers en daders van misdrijven die herstel wensen. Dit gebeurt in een vertrouwelijke sfeer met de hulp van een meerzijdig partijdige bemiddelaar. Bemiddeling is gratis en beschikbaar in elk gerechtelijk arrondissement.
* * *
# Historische evolutie van het strafrecht en de hulpverlening
Deze samenvatting beschrijft de historische ontwikkeling van het strafrecht en de intrede van hulpverlening binnen de justitiële context, van het Ancien Régime tot na de Tweede Wereldoorlog.
## 2\. Evolutie van het strafrecht in vogelvlucht
De geschiedenis van het strafrecht wordt bepaald door maatschappelijke visies op gedrag dat als onaanvaardbaar wordt beschouwd, en de wijze waarop daarop gereageerd moet worden. Hulpverlening en strafrecht hebben verschillende doelen, en het vinden van een evenwicht daartussen is cruciaal.
### 2.1 Historiek: Ancien Régime
Tijdens het Ancien Régime was de macht van de koning absoluut. Straffen waren het alleenrecht van de koning en dienden primair om te vergelden en af te schrikken. Dit ging gepaard met willekeur van rechters, wrede onderzoeksmethoden en ongelijke straffen. Straffen werden vaak publiekelijk uitgevoerd ter afschrikking.
### 2.2 Historiek: Verlichtingsfilosofen
Filosofen zoals Voltaire, Montesquieu, Locke en Rousseau streefden naar een beperking van de willekeur en almacht van de koning. Dit leidde tot de ontwikkeling van fundamentele beginselen voor het strafrecht:
* **Legaliteitsbeginsel**: Dit principe, ook wel bekend als \_'nulla poena sine lege, nulla poena sine crimine, nullum crimen sine poena legali', stelt dat misdrijven en straffen vooraf in de wet moeten worden vastgelegd. Dit beschermt burgers tegen willekeur en de rechter wordt gezien als 'de mond van de wet'.
* **Proportionaliteitsbeginsel**: Strafen moeten in verhouding staan tot de ernst van het misdrijf.
* **Subsidiariteitsbeginsel**: De overheid mag slechts optreden waar het noodzakelijk is. Strafrecht wordt beschouwd als \_ultimum remedium (het uiterste redmiddel).
### 2.3 Historiek: Het klassieke strafrecht
Het klassieke strafrecht ging uit van een rationeel mensbeeld. Men nam aan dat iedereen bewust afweegt of gedrag strafbaar is en de consequenties van de straf kan inschatten. Rechters hadden geen interpretatievrijheid en moesten de wet enkel toepassen zoals deze was vastgelegd. De Franse Code Pénal van 1810 vormde de basis voor het huidige Belgische Strafwetboek. Binnen dit kader kon men niet veroordelen wie niet bewust handelde, wat leidde tot de erkenning van ontoerekeningsvatbaarheid en de bescherming van jongeren.
### 2.4 Historiek: Opvattingen over schuld en straf binnen het klassieke SR
Het klassieke strafrecht ging ervan uit dat de mens een rationeel wezen is dat bewust de wet overtreedt. Later ontstonden echter opvattingen over de 'gedetermineerde mens', waarbij een misdrijf werd gezien als het resultaat van een reeks oorzakelijke factoren, zowel in de persoon zelf (ras, milieu, biogenetische factoren) als in de sociale context.
### 2.5 Historiek: Het sociaal verweer
In navolging van het sociaal verweer, dat uitging van een gedetermineerd mensbeeld, werd de notie van schuld ingeruild voor de notie van gevaar. De straf werd niet meer vooraf vastgelegd, maar de rechter bepaalde deze op het moment van straftoemeting. De focus verschoof naar individuele behoeften aan re-integratie, met de overtuiging dat repressie niet werkt, maar bijzondere preventie wel.
### 2.6 Historiek: Start van het welzijnswerk binnen justitiële context
Geïnspireerd door het sociaal verweer, werd in 1888 de wet op de voorwaardelijke invrijheidstelling (wet Lejeune) ingevoerd. In deze periode, gekenmerkt door een 'caritasdenken', werd sociale hulpverlening ingezet ter ondersteuning van de strafrechtsdoelen. Werkverschaffing en heropvoeding waren belangrijke interventie-instrumenten om individuen te laten conformeren aan de heersende maatschappelijke normen. Het politieke model was dat van de 'nachtwakerstaat'.
### 2.7 Historiek: Intrede van hulpverlening binnen justitie
Naar aanleiding van de wet Lejeune werden Beschermingscomités opgericht met als doel gedetineerden tot inkeer en morele verbetering te brengen ter voorbereiding van hun voorwaardelijke en vervroegde vrijlating. Aanvankelijk waren dit vrijwilligers. Pas in 1920 deden psychiaters en maatschappelijk werkers hun intrede in gevangenissen. Hun takenpakket omvatte diagnose, behandeling en sociale wederaanpassing. Samenwerking met externe maatschappelijke voorzieningen werd gezocht, maar steeds vanuit de prioriteiten die door justitie werden gesteld, met de nadruk op preventie en controle van afwijkend gedrag.
### 2.8 Historiek: De periode na de tweede wereldoorlog: sociaal verweer met menselijk gelaat
Na de Tweede Wereldoorlog ontstond er meer aandacht voor mensenrechten en een sterker geloof in de mogelijkheden tot resocialisatie van daders. Er was ook meer aandacht voor het legaliteitsbeginsel. Het gevaar van het sociaal verweer, dat had geleid tot misbruiken door autoritaire regimes, werd erkend. Hulpverlening binnen en door justitie werd algemeen meer aanvaard en gepromoot. In deze context ontstonden de Wet op de Jeugdbescherming en de Probatiewet.
### 2.9 Historiek: Universele verklaring van de rechten van de mens
De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens had een grote invloed op het strafrechtsysteem. De Europese Minimumregels voor de Behandeling van Gedetineerden stellen dat gevangenen aanspraak moeten kunnen maken op een menswaardige behandeling, inclusief sociaal contact, behoud van familiebanden en ontplooiingskansen door hulpverlening en vorming. De gedetineerde heeft recht op maatschappelijke dienstverlening om een leven te leiden dat beantwoordt aan menselijke waardigheid. Hulpverlening trad hierdoor uit de schaduw van het strafrecht en profileerde zich als een autonome waarde en als een kritische spiegel voor justitie.
### 2.10 Historiek: Kritieken op het nieuw sociaal verweer
De geschiedenis van het strafrecht en de hulpverlening is dynamisch, met verbanden tussen maatschappelijke tendensen, strafrechtelijk beleid en hulpverlening. Hulpverlening en strafrecht kwamen geleidelijk losser te staan van elkaar, maar blijven onderling verbonden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen diensten met een gerechtelijk mandaat (gedwongen hulpverlening) en diensten zonder mandaat (vrijwillige hulpverlening). De afbakening van de sector is echter complex.
### 2.11 Conclusie historiek: Evolutie van het strafrecht
De historische evolutie laat zien hoe maatschappelijke visies bepalen hoe naar misdrijven en straffen wordt gekeken. Het forensisch welzijnswerk bevindt zich op het snijvlak van de werelden van welzijnswerk en justitie, elk met hun eigen doelen: individueel welzijn versus bescherming van de maatschappij.
## 3\. Invloedrijke gebeurtenissen en actuele tendenzen
### 3.1 Gebeurtenissen in jaren '80-'90
Grote gebeurtenissen zoals de Bende van Nijvel (1982-1985), de CCC (1984-1985), het Heizeldrama (1985) en de Dutroux-affaire (1996, met zijn ontsnapping in 1998) leidden tot het Octopusakkoord en een dringende hervorming van justitie en politie. Dit had directe invloed op het sociaal werk, met een grotere nadruk op de opvolging en begeleiding van ex-gedetineerden en bijstand aan slachtoffers en nabestaanden.
### 3.2 Actuele tendenzen en beleid
De huidige justitie-infrastructuur kent een complexe bevoegdheidsverdeling. De politie valt onder de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken. Gevangenissen vallen onder de FOD Justitie (Minister van Justitie). De Vlaamse overheid is bevoegd voor hulpverlening in gevangenissen, voor Justitiehuizen en voor welzijnsdiensten zoals het CAW. Deze gelaagde structuur vereist duidelijke afspraken en samenwerking.
## 4\. Rol van sociaal werkers in het strafrechtelijk proces
De diensten die betrokken zijn bij het strafrechtelijk proces kunnen worden onderverdeeld in gemandateerde (met een gerechtelijk mandaat) en niet-gemandateerde (vrijwillige hulpverlening) diensten. Gemandateerde diensten, zoals de Psychosociale Dienst (PSD) in de gevangenis en het Justitiehuis, werken opdracht van de rechtbank of de Procureur des Konings. Dit brengt een meldingsplicht naar de opdrachtgever met zich mee, naast het beroepsgeheim naar externen. Sociaal werkers binnen deze diensten moeten een evenwicht vinden tussen melden, informatie vragen, rapporteren en het vertrouwen van de cliënt behouden. De uiteindelijke beslissing blijft echter bij de opdrachtgever. Niet-gemandateerde diensten, zoals het CAW, werken op vraag van de cliënt en kennen geen meldingsplicht.
### 4.1 Justitiële diensten met een gerechtelijk mandaat
Een "gerechtelijk mandaat" houdt in dat een dienst optreedt in opdracht van de rechtbank of de Procureur des Konings, vaak vastgelegd in een vonnis. Dit creëert een meldingsplicht naar de opdrachtgever, terwijl het beroepsgeheim ten opzichte van externen behouden blijft.
## 5\. Slachtofferzorg
### 5.1 Definitie slachtoffer
De definitie van een slachtoffer is niet eenduidig. Een omzendbrief omschrijft het slachtoffer als een natuurlijke persoon, en diens nabestaanden, die schade hebben geleden, inclusief lichamelijke of geestelijke integriteit, moreel leed of materieel verlies, rechtstreeks veroorzaakt door handelingen of nalatigheden die strijdig zijn met de strafwetgeving.
### 5.2 Beleid rond slachtofferzorg
De aandacht voor slachtoffers en hun rechten is de laatste twintig jaar toegenomen in het Belgische gerechtelijk systeem. De Wet Franchimont heeft de rechten van slachtoffers versterkt, onder meer door het recht op inzage van het strafdossier. Desondanks is er nog steeds ruimte voor verbetering in de informatievoorziening en signalering naar overheden.
### 5.3 Algemene rechten van slachtoffers
Slachtoffers hebben recht op informatie, correcte en zorgvuldige behandeling, juridische bijstand, herstel, hulp en bescherming van hun privacy. Deze rechten worden door verschillende diensten waargenomen.
### 5.4 Wat als je zelf slachtoffer wordt van een strafbaar feit?
Er zijn talrijke diensten waar slachtoffers terechtkunnen, variërend van algemene hulplijnen tot gespecialiseerde diensten. De drie belangrijkste pijlers van slachtofferzorg binnen de politie, het justitiehuis en het CAW, aangevuld met diensten zoals Moderator vzw, bieden een breed spectrum aan ondersteuning.
### 5.5 Hulpverlening aan slachtoffers: indeling van organisaties
* **Slachtofferbejegening politie**: De politie komt als eerste in contact met slachtoffers en nabestaanden. Taken omvatten eerste opvang, praktische bijstand, informatieverstrekking, verwijzing naar gespecialiseerde diensten en het opstellen van PV's.
* **Slachtofferonthaal Justitiehuis**: Opgericht in 1993 en ressorterend onder het Justitiehuis, treedt de bevoegde justitieassistent op als brug tussen het gerechtelijk apparaat en het slachtoffer. Zij bieden algemene informatie, specifieke inlichtingen over het dossier, ondersteuning tijdens de procedure en verwijzen zo nodig door. Tussenkomst is verplicht bij dodelijke ongevallen of ernstige misdrijven, maar de magistraat kan ook op andere gronden bijstand verlenen.
* **Slachtofferhulp Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW)**: CAW-diensten bieden gratis, vertrouwelijke hulp aan alle slachtoffers, nabestaanden en getuigen, ongeacht of er een klacht werd ingediend. Ze bieden emotionele, administratieve, praktische en juridische ondersteuning en begeleiding bij de verwerking van de gebeurtenis.
### 5.6 Wanneer daders en/of slachtoffers herstel wensen: Moderator vzw
Moderator vzw is een dienst voor herstelbemiddeling die slachtoffers en daders de kans biedt om in een vertrouwelijke sfeer in dialoog te gaan over de feiten en de gevolgen ervan. De bemiddelaar faciliteert dit proces en kan, indien gewenst, de uitkomst van de bemiddeling aan Justitie overmaken. Bemiddeling is gratis en beschikbaar in elk gerechtelijk arrondissement.
* * *
# Structuur en organisaties binnen de forensische sector
Dit deel beschrijft de organisatiestructuur van de forensische sector, de rol van verschillende overheidsinstanties en hulpverleningsorganisaties, en de samenwerking daartussen, met een focus op de hulpverlening aan slachtoffers en meerderjarige daders binnen het forensische welzijnswerk.
### 3.1 De forensische sector: een overzicht
De forensische sector opereert op het snijvlak van welzijnswerk en justitie. Dit spanningsveld ontstaat doordat deze twee werelden verschillende, soms conflicterende, doelen nastreven. Justitie richt zich primair op de bescherming van de maatschappij en het handhaven van de rechtsorde, terwijl welzijnswerk het welzijn van het individu centraal stelt. Desondanks is deze scheiding niet altijd scherp, aangezien welzijnswerk ook bijdraagt aan maatschappelijke belangen en justitie streeft naar een humane strafuitvoering met aandacht voor de belangen van het individu.
#### 3.1.1 Overheidsinstanties en hun rol
Verschillende overheidsinstanties spelen een cruciale rol binnen de forensische sector:
* **Politie:** De politie is onder meer verantwoordelijk voor het handhaven van de openbare orde en veiligheid, het opsporen van strafbare feiten en het verlenen van eerste hulp aan slachtoffers. Ze brengen slachtoffers in contact met gespecialiseerde diensten en verstrekken basisinformatie.
* **Openbaar Ministerie (OM):** Het OM is verantwoordelijk voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten en neemt beslissingen over het al dan niet starten van een strafprocedure.
* **Rechtbank/Jeugdrechtbank:** De rechtbank is bevoegd voor het berechten van strafzaken en het opleggen van straffen. De jeugdrechtbank behandelt zaken met minderjarigen.
* **Federale Overheid:** Via de FOD Justitie is de federale overheid verantwoordelijk voor de gevangenissen en de tenuitvoerlegging van straffen.
* **Vlaamse overheid:** De Vlaamse overheid is bevoegd voor de hulpverlening binnen de gevangenissen en is verantwoordelijk voor de Justitiehuizen en welzijnswerk zoals CAW.
#### 3.1.2 Justitiële diensten met een gerechtelijk mandaat
Diensten met een gerechtelijk mandaat opereren op basis van een schriftelijke opdracht van bijvoorbeeld een rechtbank of de Procureur des Konings. Dit brengt specifieke consequenties met zich mee:
* **Meldingsplicht:** Er bestaat een meldingsplicht naar de opdrachtgever.
* **Beroepsgeheim:** Er geldt een beroepsgeheim naar externen.
* **Gerechtelijke informatie:** Toegang tot gerechtelijke informatie, zoals het strafdossier en kennis van de strafbare feiten, is mogelijk.
Binnen deze diensten is het cruciaal om een evenwicht te vinden tussen het delen van informatie, het behouden van het vertrouwen van de cliënt en het rapporteren aan de opdrachtgever. De uiteindelijke beslissingsbevoegdheid blijft echter bij de opdrachtgever, ook al wordt er advies ingewonnen bij de justitieassistent.
#### 3.1.3 Hulpverleningsorganisaties (zonder gerechtelijk mandaat)
Naast gemandateerde diensten zijn er tal van niet-gemandateerde hulpverleningsorganisaties die hulp bieden op vrijwillige basis. Deze diensten werken op vraag van de cliënt en hebben geen meldingsplicht naar justitie, tenzij in specifieke wettelijk bepaalde gevallen.
#### 3.1.4 Samenwerking en afbakening
De forensische sector kent een complexe structuur met veel verschillende diensten en organisaties, zowel gemandateerd als niet-gemandateerd. Dit leidt soms tot onduidelijkheden over takenpakketten en verantwoordelijkheden, zowel voor slachtoffers als voor hulpverleners zelf. Goede onderlinge afspraken en samenwerkingsakkoorden zijn essentieel om secundaire victimisatie te vermijden en ervoor te zorgen dat slachtoffers de juiste hulp op de juiste plaats krijgen.
### 3.2 De rol van de sociaal werker in het strafrechtelijk proces
Sociaal werkers spelen een diverse rol binnen het forensische veld, afhankelijk van de organisatie waarbinnen zij werkzaam zijn.
#### 3.2.1 Gevangeniswezen en Justitiehuizen
* **Psychosociale Dienst (PSD) in gevangenissen:** Sociaal werkers binnen de PSD hebben een gemandateerde rol. Hun werkzaamheden omvatten diagnostiek, behandeling en sociale re-integratie van gedetineerden. Ze werken samen met externe, niet-gemandateerde hulpverlening om de strafuitvoering humaan te laten verlopen en re-integratie te bevorderen.
* **Justitiehuizen:** Justitiehuizen, die ressorteren onder de Vlaamse overheid, spelen een sleutelrol in de brugfunctie tussen het gerechtelijk apparaat en de burger. Ze bieden hulp aan slachtoffers, daders en hun nabestaanden. De justitieassistenten die er werkzaam zijn, hebben vaak een gemandateerde rol en werken nauw samen met het parket.
#### 3.2.2 Andere hulpverleningsdiensten
Naast de gemandateerde diensten zijn er diverse andere organisaties waar sociaal werkers werkzaam zijn, vaak met een focus op specifieke doelgroepen of problematieken:
* **CAW (Centrum Algemeen Welzijnswerk) - Slachtofferhulp:** Het CAW biedt gratis en vertrouwelijke hulp aan slachtoffers, nabestaanden en getuigen van misdrijven, ongeacht of er een klacht werd ingediend. Ze bieden emotionele, administratieve, praktische en juridische ondersteuning.
* **Moderator vzw:** Deze dienst richt zich op bemiddeling tussen daders en slachtoffers wanneer zij herstel wensen. Een meerzijdig partijdige bemiddelaar creëert een veilige ruimte voor dialoog over de feiten en de gevolgen.
* **Slachtofferbejegening Politie:** De politie verleent eerste opvang, praktische bijstand, informatie en verwijst slachtoffers naar gespecialiseerde diensten. Sociaal werkers binnen de politie kunnen ook ondersteuning bieden aan andere kwetsbare groepen en fungeren als aanspreekpunt voor collega's.
* **Overige diensten:** Afhankelijk van de specifieke problematiek kunnen ook CGG (Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg), drughulpverlening, VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding), basiseducatie, en andere gespecialiseerde diensten betrokken zijn.
### 3.3 Slachtofferzorg
Slachtofferzorg heeft de afgelopen decennia meer aandacht gekregen binnen het Belgische gerechtelijk systeem, mede onder invloed van gebeurtenissen zoals de Bende van Nijvel en de Dutroux-affaire.
#### 3.3.1 Definitie en rechten van slachtoffers
Een slachtoffer wordt gedefinieerd als een natuurlijke persoon, alsook hun nabestaanden, die schade hebben geleden, waaronder lichamelijke of geestelijke integriteit, moreel leed of materieel verlies, rechtstreeks veroorzaakt door handelingen of nalatigheden die strijdig zijn met de strafwetgeving.
Slachtoffers hebben een reeks rechten, waaronder:
* Recht op informatie (over rechten, procedure, dossierinzage).
* Recht op een correcte en zorgvuldige behandeling.
* Recht op juridische bijstand en rechtsbijstand.
* Recht op herstel.
* Recht op hulp.
* Recht op bescherming van de privacy en het privéleven.
#### 3.3.2 Organisatie van slachtofferhulp
De hulp aan slachtoffers wordt georganiseerd door verschillende diensten:
* **Slachtofferbejegening bij de politie:** Biedt eerste opvang, praktische bijstand, informatie en doorverwijzing.
* **Slachtofferonthaal bij het Justitiehuis (Parket van de Procureur des Konings):** Een justitieassistent fungeert als brug tussen het gerechtelijk apparaat en het slachtoffer, biedt informatie over de procedure, deelt specifieke inlichtingen over het dossier en ondersteunt tijdens het gerechtelijk traject.
* **Slachtofferhulp via het CAW:** Biedt emotionele, administratieve, praktische en juridische ondersteuning, evenals informatie over rechten en procedures.
#### 3.3.3 Belang van samenwerking en preventie van secundaire victimisatie
Het is cruciaal dat deze diensten nauw samenwerken en duidelijke afspraken maken om een efficiënte en cliëntgerichte aanpak te waarborgen. Slachtoffers mogen niet van het kastje naar de muur gestuurd worden. Het voorkomen van secundaire victimisatie, waarbij slachtoffers door het hulpverleningssysteem verder worden geschaad, is een prioriteit.
### 3.4 De evolutie van het strafrecht en hulpverlening
De forensische hulpverlening is mee geëvolueerd met de veranderingen in het strafrecht.
#### 3.4.1 Historische context
* **Ancien Régime:** Gekenmerkt door de absolute macht van de koning, vergeldende en afschrikwekkende straffen, willekeur van rechters en wrede onderzoeksmethoden.
* **Verlichtingsfilosofen:** Pleitten voor bescherming tegen willekeur via het legaliteits-, proportionaliteits- en subsidiariteitsbeginsel.
* **Klassiek strafrecht:** Gestoeld op het idee van de rationele mens en de strikte toepassing van de wet.
* **Sociaal verweer:** Een verschuiving naar een gedetermineerd mensbeeld, waarbij het misdrijf wordt gezien als een resultaat van oorzakelijke factoren. De focus verschoof van schuld naar gevaar en van repressie naar bijzondere preventie.
* **Start van welzijnswerk binnen justitie:** Geïnspireerd door het sociaal verweer, werd sociale hulpverlening ingezet voor werkverschaffing en heropvoeding. Beschermingscomités werden opgericht ter voorbereiding op voorwaardelijke invrijheidstelling.
#### 3.4.2 Hulpverlening na de Tweede Wereldoorlog
Na de Tweede Wereldoorlog nam de aandacht voor mensenrechten en resocialisatie toe. Hulpverlening binnen en door justitie werd meer aanvaard en gepromoot, wat leidde tot wetgeving zoals de Wet op de Jeugdbescherming en de Probatiewet. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens had een significante invloed, met het principe van een menswaardige behandeling van gedetineerden en hun recht op maatschappelijke dienstverlening. Hulpverlening begon zich te profileren als een autonome waarde en als een kritische spiegel naar justitie.
#### 3.4.3 Actuele tendenzen
Huidige tendensen in de forensische sector omvatten onder meer een blijvende link tussen maatschappelijke tendensen, strafrechtelijk beleid en hulpverlening. De samenwerking tussen de Federale overheid en de Vlaamse Gemeenschap is van belang, evenals de continue afbakening van de sector en de relatie tussen gemandateerde en niet-gemandateerde hulpverlening. Grote gebeurtenissen zoals de Bende van Nijvel en de Dutroux-affaire hebben geleid tot hervormingen in justitie en politie, met directe invloed op het sociaal werk, met name op het gebied van opvolging van ex-gedetineerden en bijstand aan slachtoffers en nabestaanden.
* * *
# Slachtofferzorg en rechten van slachtoffers
Dit gedeelte behandelt de definitie van slachtoffers, het beleid rond slachtofferzorg, de algemene rechten van slachtoffers en de specifieke diensten die hulp en bijstand verlenen.
### 4.1 Definitie van een slachtoffer
De definitie van een slachtoffer is niet eenduidig. Omzendbrief GPI 58 omschrijft een slachtoffer als: "de natuurlijke persoon, alsook zijn naasten, die schade hebben geleden, zulks met inbegrip van een aantasting van zijn lichamelijke of geestelijke integriteit, die, dan wel een moreel leed of materieel verlies hebben geleden dat rechtstreeks werd veroorzaakt door handelingen of nalatigheden welke strijdig zijn met de strafwetgeving."
De aandacht voor slachtoffers in het Belgisch gerechtelijk systeem is de laatste twintig jaar toegenomen, mede onder invloed van dramatische gebeurtenissen zoals de Bende van Nijvel en de Dutroux-affaire.
### 4.2 Beleid rond slachtofferzorg
Het beleid rond slachtofferzorg omvat de volgende algemene rechten:
* **Recht op informatie krijgen:** Slachtoffers hebben recht op informatie over hun rechten en de gerechtelijke procedure.
* **Recht op informatie geven:** Slachtoffers kunnen informatie verstrekken, bijvoorbeeld met het verzoek om extra onderzoeksdaden.
* **Recht op een correcte en zorgvuldige behandeling:** Alle betrokken diensten dienen slachtoffers correct en zorgvuldig te benaderen.
* **Recht op juridische bijstand en rechtsbijstand:** Slachtoffers hebben recht op hulp bij het begrijpen van hun rechten en procedures.
* **Recht op herstel:** Dit kan onder meer bemiddeling tussen dader en slachtoffer omvatten.
* **Recht op hulp:** Zowel directe hulp als doorverwijzing naar gespecialiseerde diensten.
* **Recht op bescherming van de privacy en privéleven:** Dit is essentieel en vereist waakzaamheid van alle betrokken diensten.
Ondanks de groeiende aandacht en rechten voor slachtoffers, blijft er ruimte voor verbetering in de informatievoorziening en signalering naar overheden.
### 4.3 Algemene rechten van slachtoffers
De algemene rechten van slachtoffers worden ondersteund door diverse diensten, waaronder gespecialiseerde hulpverleningsorganisaties en herstelbemiddelingsdiensten. Voor minderjarigen wordt herstelgericht werken tussen daders en slachtoffers verzorgd door specifieke diensten.
> **Tip:** Een gedetailleerde beschrijving van deze rechten is te vinden in brochures zoals "uw rechten als slachtoffer van een misdrijf".
### 4.4 Hulpverlening aan slachtoffers: indeling van organisaties
Er zijn verschillende diensten die hulp en bijstand verlenen aan slachtoffers. Deze kunnen worden onderverdeeld in drie hoofdlijnen:
#### 4.4.1 Slachtofferbejegening door de politie
De politie speelt een cruciale rol als eerste contactpunt voor slachtoffers of nabestaanden. Hun taken omvatten:
* **Eerste opvang:** Directe ondersteuning na een misdrijf of schokkende gebeurtenis.
* **Praktische bijstand:** Ondersteuning bij concrete problemen die voortvloeien uit het misdrijf.
* **Gericht verwijzen:** Doorverwijzen naar gespecialiseerde hulpverleningsdiensten.
* **Informatie verstrekken:** Basis- en correcte informatie over rechten en procedures.
* **Opstellen van een proces-verbaal:** Registratie van de schade en het misdrijf.
* **Her-contactname:** Opvolging tijdens het verloop van de procedure.
De organisatie van slachtofferbejegening kan variëren per politiezone, maar de kern blijft het bieden van psychosociale ondersteuning, crisisopvang en doorverwijzing.
> **Tip:** Onderzoek welke specifieke dienst slachtofferbejegening bevoegd is in uw woonplaats.
#### 4.4.2 Slachtofferonthaal bij het justitiehuis
Slachtofferonthaal, opgericht in 1993 en versterkt door de Wet Franchimont in 1998, resorteert onder het justitiehuis, maar de bevoegde justitieassistent werkt bij het Parket van de Procureur des Konings. Het doel is om justitie toegankelijker en humaner te maken door een brug te slaan tussen het gerechtelijk apparaat en het slachtoffer.
**Wanneer komt Slachtofferonthaal tussenbeide?**
* **Verplicht:** Bij opzettelijke misdrijven die leiden tot overlijden (inclusief poging), onopzettelijke misdrijven met dodelijke afloop (bv. verkeersongeval), verdachte overlijdens, en specifieke gevallen voorzien in de wet.
* **Beoordeling door magistraat:** Bij andere gevallen, afhankelijk van de ernst van de lichamelijke, psychologische, materiële of sociale gevolgen.
* **Zelf contact opnemen:** Slachtoffers kunnen ook zelf contact opnemen met een justitieassistent, waarna toestemming aan de magistraat wordt gevraagd.
**Taken van Slachtofferonthaal:**
* Algemene informatie verstrekken over rechten en procedures.
* Specifieke inlichtingen geven over het dossier, onderzoeksdaden en beslissingen.
* Optreden als tussenpersoon voor vragen van het slachtoffer aan de magistraat.
* Ondersteuning bieden tijdens inzage van het dossier, zittingen, teruggave van voorwerpen, en opmaak van verklaringen.
* Doorverwijzen naar gespecialiseerde diensten.
* Signaleren aan bevoegde instanties ter bescherming van slachtofferrechten.
#### 4.4.3 Onthaal CAW / slachtofferhulp (Centrum voor Algemeen Welzijnswerk)
Het CAW biedt gratis en vertrouwelijke slachtofferhulp aan alle slachtoffers, nabestaanden en getuigen, ongeacht of er klacht werd ingediend. Dit omvat:
* **Emotionele ondersteuning en begeleiding:** Hulp bij de verwerking van de gebeurtenis door opgeleide hulpverleners.
* **Administratieve en praktische ondersteuning:** Begeleiding naar politie, rechtbank, dokter, etc.
* **Juridische informatie en advies:** Uitleg over rechten en mogelijke procedures.
CAW slachtofferhulp richt zich op een bredere doelgroep, ook bij minder ernstige delicten zoals portefeuille-diefstal.
#### 4.4.4 Moderator vzw: Bemiddeling bij herstel
Moderator vzw richt zich op bemiddeling tussen daders en slachtoffers wanneer beiden herstel wensen. De dienst biedt een veilige ruimte voor dialoog over de feiten en de gevolgen ervan, met hulp van een onafhankelijke bemiddelaar. Bemiddeling is gratis en beschikbaar in elk gerechtelijk arrondissement. Moderator draagt ook bij aan het lokale debat over dienstverlening aan burgers.
> **Tip:** Het vermijden van secundaire victimisering – het gevoel van slachtoffers van het kastje naar de muur te worden gestuurd – is cruciaal. Zorg voor correcte informatie en verwijzing naar de juiste diensten.
* * *
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
* Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
* Let op formules en belangrijke definities
* Oefen met de voorbeelden in elke sectie
* Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Forensische Hulpverlening | Het werkveld dat zich bezighoudt met hulpverlening aan daders, slachtoffers en hun nabestaanden binnen de context van het strafrechtelijk systeem. Dit kan zowel gedwongen als vrijwillige hulpverlening omvatten, waar hulpverlening en justitie op elkaar aansluiten. |
| Gerechtelijk mandaat | Een officiële opdracht die wordt gegeven door de rechtbank, de Procureur des Konings of een andere justitiële autoriteit, meestal in schriftelijke vorm. Dit brengt een meldingsplicht naar de opdrachtgever met zich mee en geeft de hulpverlener toegang tot gerechtelijke informatie over het dossier. |
| Ancien Régime | De politieke en sociale structuur die bestond in Frankrijk en andere Europese landen vóór de Franse Revolutie, gekenmerkt door absolute monarchie en feodale privileges. In de context van het strafrecht hield dit in dat straffen willekeurig waren en dienden ter vergelding en afschrikking. |
| Verlichtingsfilosofen | Invloedrijke denkers uit de 18e eeuw, zoals Voltaire, Montesquieu, Locke en Rousseau, die pleitten voor rede, individuele rechten en beperking van absolute macht. Hun ideeën vormden de basis voor het klassieke strafrecht met beginselen als legaliteit en proportionaliteit. |
| Legaliteitsbeginsel | Een fundamenteel principe in het strafrecht dat stelt dat misdrijven en straffen vooraf wettelijk vastgelegd moeten zijn. Dit beschermt burgers tegen willekeur en zorgt ervoor dat niemand gestraft kan worden zonder een wet die het strafbare feit en de bijbehorende straf definieert. |
| Proportionaliteitsbeginsel | Het principe dat straffen in verhouding moeten staan tot de ernst van het begane misdrijf. Dit betekent dat zwaardere misdrijven strenger bestraft moeten worden dan lichtere, en dat de straf niet excessief mag zijn ten opzichte van de schade die is aangericht. |
| Subsidiariteitsbeginsel | Het principe dat de overheid slechts mag optreden wanneer dit strikt noodzakelijk is en wanneer particuliere initiatieven of lagere bestuurslagen tekortschieten. In het strafrecht betekent dit dat alleen gedragingen strafbaar gesteld mogen worden waarvan de bestraffing essentieel is voor de maatschappelijke orde. |
| Klassiek strafrecht | Een juridische stroming die uitging van het principe dat de mens een rationeel wezen is dat bewust afwegingen maakt tussen gedrag en mogelijke straffen. Strafrechtelijke aansprakelijkheid lag bij de intentie van de dader, en straffen moesten proportioneel zijn en de wet naleven. |
| Sociaal verweer | Een opvatting binnen het strafrecht die de nadruk legt op de oorzaken van criminaliteit, zowel in de persoon van de dader als in diens sociale omgeving. De focus verschuift van schuld naar gevaarlijkheid, en straffen worden meer gericht op preventie en re-integratie. |
| Wet Lejeune | De wet van 31 mei 1888, die de voorwaardelijke invrijheidstelling regelde en een belangrijke stap markeerde in de invoering van welzijnswerk binnen de justitiële context. Deze wet introduceerde het concept van werkverschaffing en heropvoeding als interventie-instrumenten. |
| Beschemingscomités | Comités die werden opgericht na de invoering van de Wet Lejeune om gedetineerden voor te bereiden op hun voorwaardelijke invrijheidstelling. De leden waren oorspronkelijk vrijwilligers en hadden als taak om gedetineerden tot inkeer en morele verbetering te brengen. |
| Slachtofferzorg | Het geheel van hulp, ondersteuning en dienstverlening aan slachtoffers van misdrijven en hun nabestaanden. Dit omvat emotionele, praktische en juridische bijstand, en richt zich op het bevorderen van herstel en het waarborgen van hun rechten. |
| Wet Franchimont | Een wet uit 1998 die tot doel had de strafrechtspleging te verbeteren, met name met betrekking tot de rechten van slachtoffers en hun nabestaanden tijdens het opsporings- en gerechtelijk onderzoek. Dit omvatte onder andere het recht op inzage van het strafdossier. |
| Slachtofferbejegening politie | De dienstverlening door de politie aan slachtoffers van misdrijven en schokkende gebeurtenissen, waarbij de eerste opvang, het verstrekken van basisinformatie en het doorverwijzen naar gespecialiseerde hulp centraal staan. Dit gebeurt vaak door een team met speciaal opgeleide agenten. |
| Slachtofferonthaal justitiehuis | Een dienst die resorteert onder het justitiehuis en waar een justitieassistent werkzaam is bij het Parket van de Procureur des Konings. Het doel is om justitie toegankelijk, humaan en efficiënt te maken door een brug te slaan tussen het gerechtelijk apparaat en het slachtoffer. |
| CAW (Centrum Algemeen Welzijnswerk) | Een organisatie die algemene welzijnswerk verleent, waaronder specifieke hulp en dienstverlening aan slachtoffers, nabestaanden en getuigen van misdrijven. Deze hulp is gratis en vertrouwelijk, en omvat emotionele, administratieve en juridische ondersteuning. |
| Moderator vzw | Een organisatie die bemiddeling aanbiedt tussen daders en slachtoffers van misdrijven, en betrokkenen uit hun omgeving. Het doel is om in een vertrouwelijke sfeer een dialoog te faciliteren en, indien gewenst, de uitkomst van de bemiddeling over te maken aan Justitie. |
| Secundaire victimisering | Het proces waarbij slachtoffers, door de reacties van de omgeving of het systeem, nogmaals benadeeld of beschadigd worden na het oorspronkelijke misdrijf. Dit kan gebeuren wanneer slachtoffers niet goed worden geholpen, van het kastje naar de muur worden gestuurd of onjuiste informatie ontvangen. |