Cover
Börja nu gratis Cursus jeugdcriminologie.pdf
Summary
```
## Inleiding tot Jeugdrecht en Criminologie
Deze cursus verkent het spanningsveld tussen "law in books" (theorie, wetteksten) en "law in action" (praktische toepassing van jeugdrecht). Centraal staat de figuur van de jeugddelinquent, die als aparte categorie wordt beschouwd. Het interventionistische karakter van het systeem, dat ingrijpt op jongeren, wordt kritisch geanalyseerd, inclusief de consequenties en maatschappelijke reacties.
## Hoofdstuk I. De ontdekking van de jeugddelinquent
### Waarom een apart jeugdrecht?
De noodzaak van een apart jeugdrecht is historisch gegroeid en geen natuurlijk gegeven. Veel landen kennen geen apart jeugdrechtssysteem, waarbij jongeren als volwassenen worden behandeld binnen het juridische kader. De leeftijd van meerderjarigheid verschilt internationaal. Criminologisch gezien is het apart zetten van jongeren een vorm van maatschappelijke categorisering, ook wel "othering" genoemd, vergelijkbaar met de behandeling van ouderen of personen met een beperking.
### Hoe kon het zo ver komen?
Het huidige jeugdrechtsysteem, dat sinds 1912 bestaat, is het resultaat van een langdurige maatschappelijke, juridische, gerechtelijke en pedagogische apartzetting van jeugdigen. De discussie over jeugdcriminaliteit, aparte gevangenissen voor jongeren en een andere omgang met hen ontstond geleidelijk. De evidentie van een apart systeem moet historisch worden geplaatst als een constructie van een "specifiek probleem" dat vraagt om een aangepaste maatschappelijke reactie op minderjarigen in de strafrechtelijke context. Wetenschappelijke concepten zoals "uithandengeving" zijn juridische mechanismen die hierin een rol spelen.
### De ontdekking van een probleem (en van haar oplossing)
De aandacht voor jeugdcriminaliteit, versterkt door statistieken en sociale enquêtes, leidde tot de juridische apartzetting van minderjarigen. Deze ontwikkeling vond plaats in de 19e eeuw, een periode van fundamentele maatschappelijke veranderingen.
#### Fundamentele maatschappelijke veranderingen: context (19e eeuw)
1. **Kapitalisme:** De 19e eeuw zag de consolidatie van natiestaten en de opkomst van het kapitalisme. Industrialisering leidde tot proletarisering, armoede en kinderarbeid. Deze economische en sociale transformatie had ingrijpende gevolgen voor het gezinsleven en de manier waarop inkomen werd verworven.
2. **Keerzijde van het kapitalisme:** De armoede en verpaupering, gevolgen van industrialisering, werden snel gelinkt aan criminaliteit ("classes laborieuses = classes dangereuses").
3. **Moderniteit:** Veranderingen in de maatschappelijke structuur en het gezinsbeeld, met de burgerij als nieuwe norm, beïnvloedden de kijk op kinderen. Het fabriekskind werd afgezet tegenover het burgerlijke modelkind. Filantropische bewegingen, zoals de "child-save movement", ontstonden om kinderen te beschermen.
4. **Politieke en sociale bewegingen:** De opkomst van politieke partijen en vakbonden droeg bij aan de aandacht voor het "kindervraagstuk".
### Vier specifieke 19e-eeuwse ontwikkelingen apartstelling minderjarige daders
Vier belangrijke ontwikkelingen in de 19e eeuw droegen bij aan de discussie die leidde tot de wet op de kinderbescherming van 1912:
1. **‘Ontdekking’ jeugdcriminaliteit:**
* **Statistieken en sociale parameters:** Statistieken toonden een significant aandeel van jongeren in vervolgingen. Sociale enquêtes legden de link tussen miserabele omstandigheden ("classes laborieuses = classes dangereuses") en jeugdcriminaliteit. Statistieken werden een politiek instrument.
* **Verzachting van het strafklimaat:** Voor 1860 werden kinderen voor het Hof van Assisen vervolgd. De "correctionalisering" bracht hen voor een professionele rechter, wat leidde tot meer vervolgingen en straffen, omdat eerdere vrijspraken vaak gebaseerd waren op algemeen aanvaarde motieven. Kinderen kwamen vaker in het penitentiaire systeem terecht.
* **Hervorming van het penitentiair systeem:** Edouard Ducpétiaux, inspecteur-generaal van het Belgisch gevangeniswezen, pleitte voor en implementeerde aparte secties voor minderjarigen.
2. **Sociale enquêtes (pre-sociologisch):** Deze enquêtes analyseerden de oorzaken van jeugdcriminaliteit en verbonden deze met de werkende klasse ("criminele klasse = gevaarlijke klasse"). Ducpétiaux stelde dat jeugdgevangenissen een combinatie moesten zijn van gevangenis en strenge school.
3. **Van straffen naar heropvoeden:**
* **Een straf op maat van de jeugddelinquent?:** Het "oordeel des onderscheids" (onderscheid tussen goed en kwaad) was een sleutelelement in het 19e-eeuwse Strafwetboek. De correctionele rechter moest toetsen of het kind dit oordeel had. De wet van 1912 generaliseerde dit: minderjarigen werden geacht geen oordeel des onderscheids te hebben, wat juridisch leidde tot onbekwaamheid en strafrechtelijke onverantwoordelijkheid. In plaats van straf, kon de rechter terugsturen naar huis of plaatsing in een hervormingsschool bevelen.
* **Probleem van recidive:** De criminologische focus op recidive voedde het "sociaal verweer denken". Dit denken problematiseerde de klassieke strafrechtelijke verantwoordelijkheid. Het doel was jongeren zo te straffen dat ze geen recidivisten werden.
* **Pedagogisering van de straf:** Straf werd gezien als pedagogisch, met een link naar onderwijs. Instellingen werden gezien als scholen, en bestraffing als heropvoeding en individualisering. Plaatsing in een heropvoedingsgesticht duurde tot volwassenheid, tenzij heropvoeding succesvol was.
4. **Child-saving movement (filantropie, moreel perspectief op structureel probleem dat individueel wordt vertaald):** Bescherming van het kind werd ook gezien als bescherming van de samenleving. Interventie ten aanzien van jongeren gebeurde met hun eigen belang én het maatschappelijk belang in gedachten.
### Kentering in klassiek juridisch denken = Sociaal verweer denken
Het sociaal verweer denken, dat aan het einde van de 19e eeuw ontstond, problematiseerde de klassieke rechtsprincipes. Adolphe Prins was een voortrekker. Criminologie werd een belangrijke sociale wetenschap die beloofde criminaliteit wetenschappelijk op te lossen. Lombroso's ideeën over aangeboren delinquenten botsten met het klassieke strafrecht gebaseerd op vrije wil.
Het sociaal verweer verplaatste de focus van gedrag naar het risico dat iemand met zich meedraagt, met als doel de samenleving te beschermen. Dit leidde tot de introductie van de "gevaarsnotie" en de volledige individualisering van de strafmaat, ten koste van proportionaliteit en gelijkheid. Jongeren die samen een misdrijf pleegden, kregen elk een persoonlijk dossier en werden niet gezamenlijk beoordeeld. Het "oordeel des onderscheids" werd losgelaten voor beschermingszaken.
### Wet van 5 mei 1912 - Carton de Wiart
De wet van 1912, beïnvloed door het sociaal verweer denken en Adolphe Prins, was een typische wet uit de 19e eeuw op het gebied van jeugd. Het centrale concept was "in het belang van het kind", wat tot op heden een rode draad vormt voor jeugdrechters. Het systeem beoogde recidive te voorkomen door vroegtijdig in te grijpen.
De wet van 1912 beperkte zich tot gerechtelijke kinderbescherming en introduceerde:
* Strafrechtelijke meerderjarigheid.
* De kinderrechter.
* Interventiegronden (criteria voor gerechtelijke tussenkomst).
* Maatregelen (in plaats van straffen), met als doel heropvoeding.
### De figuur van de jeugddelinquent
De jeugddelinquent is een criminologische constructie, een meerlagige figuur die niet enkel een minderjarige dader is, maar ook iemand die "slecht gedrag" vertoont. Dit omvat zowel dader- als slachtofferperspectieven. Het misdrijf werd gezien als een symptoom van een problematische situatie. Kinder- en jeugdrechters mochten lange tijd geen rekening houden met de ernst van de feiten, wat leidde tot vervolging op basis van wie men is, niet op wat men gedaan heeft.
#### Wie zijn de kinderen van de kinderbescherming (= interventiegronden)?
De wet van 1912 kende verschillende interventiegronden:
1. **Wangedrag (tot 18 jaar):** Ouders konden een klacht indienen bij de rechter wegens wangedrag van hun kinderen.
2. **Misdrijf omschreven feiten (tot 16 jaar):** Een juridische truc om minderjarigen die geacht werden wilsonbekwaam te zijn, te kunnen aanpakken, ondanks het ontbreken van een "oordeel des onderscheids".
3. **Predeliquentie (premisdrijf gedrag):** Gedrag dat kan leiden tot delinquentie (bv. prostitutie, ontucht), gericht op preventief ingrijpen.
4. **Landlopers en bedelaars (tot 18 jaar):** Vandaag vergelijkbaar met hangjongeren.
5. **Overtredingen leerplicht (6-14 jaar):**
**Belangrijk:** Het "ongelukkige" kind (kind slachtoffer) was op dat moment niet gedekt door een interventiegrond, wat leidde tot discussie.
### Casus Rosalie - Kinderbescherming in actie
De casus van Rosalie, een 15-jarig meisje, illustreert de praktijk van de vroege kinderbescherming. Haar ouders dienden een klacht in wegens nachtelijk wegblijven en het niet afgeven van haar "pree". De kinderrechter voerde een moreel onderzoek naar de ouders en verhoorde Rosalie. Het wangedrag leidde tot haar plaatsing in een gesticht tot haar meerderjarigheid. De casus toont de rol van de kinderrechter als onderzoeks- en strafuitvoeringsrechter, de evaluatie van gedrag, de rol van rapportages uit het werkveld en de impact van plaatsing.
#### De atypische kinderstrafrechter
De kinderrechter was een uniek figuur: een alleen zetelende rechter die betrokken was bij alle procedures (onderzoek, vonnis, uitvoering). Hij had veel macht en grote discretionaire bevoegdheid in maatregelen. De link tussen interventiegrond en maatregel lag bij de rechter, die werd gezien als een "verlicht despoot". Hij werd bijgestaan door afgevaardigden die informatie verzamelden. Het "mystificatie van de taal" (verbloemende termen) werd gebruikt om de praktijk te versluieren. De procedure was gesloten en niet publiek, wat leidde tot gebrek aan transparantie.
### Welke beschermingsmaatregelen?
1. **Ten aanzien van minderjarigen:**
* Berisping: Een formele maatregel, een herinnering aan de wet.
* Plaatsing: Vrijheidsberoving, weggehaald uit het milieu, plaatsing in een instelling of gezin.
* Ter beschikkingstelling van de regering: Een vervolgmaatregel na meerderjarigheid, met justitiële controle.
2. **Ten aanzien van de ouders:**
* Ontzetting uit de ouderlijke macht: Een burgerrechtelijke maatregel waarbij ouders het juridisch ouderschap verliezen.
### Principes van de maatschappelijke reactie t.a.v. minderjarigen
Maatregelen, geen straffen, waren gebaseerd op sociaal verweer principes, gericht op de persoon, de persoonlijkheid en het milieu, niet op het misdrijf. De reactie werd geïndividualiseerd. De noodzaak van deskundigen werd erkend.
### Praktijk van groeiend interventionisme
Na de Tweede Wereldoorlog nam het aantal dossiers en interventies sterk toe, mede door de wet op de leerplicht en verkeersmisdrijven. Verkeersmisdrijven door minderjarigen werden uit het jeugdrecht gehaald. Deze groei werd gezien als "groeiend interventionisme".
#### Kenmerken van groeiend interventionisme
1. **Meer ouderlijke klachten:** Vooral voor 16-18 jarigen, om vervolging door de strafrechter te vermijden.
2. **Interventiegrond "het kind in gevaar":** Verhoogde aandacht voor slachtofferkinderen en onwaardige ouders, leidend tot een pleidooi voor het aanpassen van deze grond.
3. **Naoorlogse context:** Babyboom, groeiende jeugdsubculturen en angst voor "losgeslagen jeugd". De wet op de zedelijke bescherming van de jeugd en de oprichting van een "kinderpolitie" waren hieraan gerelateerd [1960](#page=1960).
#### Kritieken
* Algemeen uitgangspunt
* Gelaagde figuur van de "jeugddelinquent"
* Strafrechtelijke (on)verantwoordelijkheid
* Straffen beschermen (modellendiscussie)
* De kinderrechter (gespecialiseerd?)
* Premie-voor-delict
* Rechtsbeginselen probleem van rechtsbescherming
* Gebrek aan sociale preventie
* Grens strafrechtelijke meerderjarigheid
* Mogelijke maatregelen te beperkt
### Hervorming van de wet in 1965
#### Wet op de Jeugdbescherming 1965
De wet van 1965, unaniem aangenomen, was een voortzetting van de wet van 1912, met vernieuwingen.
#### Zes belangrijke vernieuwingen
1. **Introductie van sociale jeugdbescherming:** Buitengerechtelijk circuit voor hulpverlening via comités. "Verbonden vaten" tussen buitengerechtelijk en gerechtelijk circuit.
2. **Nieuw sociaal verweer denken:** Herdenking van sociaal verweer na WO II, met nadruk op rechten van minderjarigen en gezinnen.
3. **Leeftijdsgrens naar 18 jaar:** Van kinderrechter naar jeugdrechter. Strafrechtelijke onverantwoordelijkheid opgetrokken van 16 naar 18 jaar. "Uithandengeving" als achterpoort.
4. **Nieuwe interventiegrond kind in gevaar:** Inclusief slachtofferkinderen en een gevaarlijk kind.
5. **Uitbreiding van de maatregelen:** Inclusief "ondertoezichtstelling" als paraplumaatregel.
6. **Opvoedingsbijstand:** Maatregelen voor ouders.
#### De remake van de kinderrechter?
De jeugdrechter kreeg meer interventiebevoegdheid en een uitgebreider arsenaal aan interventiegronden. De procedure bleef een "verlichte despoot" model, met één rechter van begin tot einde. De jeugdrechter was niet onafhankelijk van het dossier en sterk geïmpliceerd.
#### De remake van de figuur van de jeugddelinquent
Meer interventiegronden, een "matroesjka" figuur, met nadruk op vroege interventie bij de minste symptomen. De "gevaarsnotie" werd een containerbegrip. De "uithandengeving" werd ingeschreven voor 16-18 jarigen als het antwoord van het systeem ontoereikend was.
## Hoofdstuk II. Wat is jeugd?
### Jeugd in constructie context, discours, gehanteerd perspectief
Jeugd is een maatschappelijk geconstrueerde categorie, gevormd door context, discours en perspectieven. De naoorlogse periode kenmerkte zich door culturele ontwikkeling, autonomie en emancipatie-eisen van jongeren. Publicaties problematiseerden jongerengedrag, wat leidde tot een maatschappelijke "proef" op de visie op jeugd.
### Visie op jeugd uitdrukking in beleid
De maatschappelijke visie op jeugd structureert het beleid ten aanzien van leeftijdsgroepen.
### Transitie volwassenheid niet (louter) juridisch
### Paradox van de adolescentie
Adolescentie, een biologische ontwikkelingsfase, kenmerkt zich door tegenstrijdige verwachtingen. Jongeren bezitten deels autonomie, maar worden nog als niet autonoom en afhankelijk beschouwd. Dit leidt tot een "jojo-transitie" tussen onafhankelijkheid en afhankelijkheid. Arnett spreekt van "emerging adulthood" of uitgestelde volwassenheid, een verlengd jeugdmoratorium. De paradox ligt in de verwachting van volwassen keuzes met behoud van onderwerping.
**Belangrijk:** De paradox geldt niet voor iedereen; "fast track" en "slow track" jongeren kennen verschillende transities, vaak beïnvloed door klasseverschillen.
### Adolescentie (kan) een zeer kwetsbare, moeilijke periode zijn
Adolescentie is een kwetsbare fase waarin het toekomstperspectief gevormd wordt. Negatieve ervaringen met onderwijs, politie of justitie kunnen leiden tot problematisch gedrag en delinquentie.
### Maatschappelijke situatie jeugd
#### Rondere sociale problematieken geïndividualiseerde etiologische visie
Het jeugdbeschermingssysteem is sterk geïndividualiseerd, waarbij de oorzaak van problemen bij het individu wordt gelegd. Maatschappelijke problemen zoals armoede en sociale uitsluiting hebben echter een grote impact op de ontwikkeling van jongeren. Contact met het jeugdbeschermingssysteem kan negatieve gevolgen hebben, zelfs met goede bedoelingen.
#### Profiel cliënteel jeugdbescherming
Gezinnen met een lage scholingsgraad en maatschappelijk kwetsbare gezinnen zijn oververtegenwoordigd, een trend die teruggaat tot 1912.
#### Maatschappelijke kwetsbaarheid (Vettenburg en Walgrave)
Maatschappelijke kwetsbaarheid omvat armoede, maar ook een cumulatie van risicofactoren (voeding, huisvesting, vrije tijd, schoolopvolging). Kwetsbare gezinnen lopen een hoger risico op negatieve gevolgen van interacties met instituties, omdat de insteek vaak repressief is.
#### Mainstream visie dat die contexten bron zijn van problematisch, afwijkend of delinquent gedrag
Criminologisch is het cruciaal de maatschappelijke situatie van jongeren te bestuderen, voorbij het individu. De context bepaalt mede wie in het systeem terechtkomt.
#### Onderwijs
Onderwijs, oorspronkelijk bedoeld als motor voor sociale ontwikkeling, reproduceert vaak de sociale situatie van ouders. De democratisering van onderwijs heeft vooral de middenklasse bevoordeeld. Het "watervalsysteem" in het onderwijs leidt tot selectiviteit. Het schoolklimaat en het schooltraject zijn belangrijk voor het toekomstperspectief van jongeren.
#### (Geestelijke) Gezondheidszorg
Toegang tot geestelijke gezondheidszorg is moeilijk voor jongeren. De nadruk op psychologische aspecten kan leiden tot labeling. Diagnostiek is vaak nodig voor toegang tot zorg, wat een stigmatiserend effect kan hebben. Jongeren die nergens hun plek vinden, worden vaak "moeilijk begeleidbaar" genoemd.
#### Diversiteit van jeugd
Etnische diversiteit en migratieachtergrond bepalen het contact met instituties. Jongeren met een migratieachtergrond zijn oververtegenwoordigd in justitie en problematiseringsprocessen.
### Jeugdbeleid?
#### De regulering van het leven van jongeren
Jeugdbeleid structureert jeugd als een maatschappelijke en sociologische categorie. Juridische leeftijdsgrenzen variëren per levensdomein, wat de maatschappelijke en politieke acceptatie van jeugd als deel van de volwassenheid weerspiegelt. Jeugdbeleid oefent ook sociale controle uit.
#### Socialisering/Opvoeding
Jeugdbeleid ziet de transitie naar volwassenheid als een lineariserend socialiseringsproces, gericht op het vormen van "goede burgers". Afwijkingen worden gesanctioneerd. Problematisering van jongeren gebeurt vaak wanneer zij buiten het zicht van toezicht tredenn. Precaire situaties en jeugdarmoede worden echter te weinig erkend.
Vanaf de jaren '70/'80 verschoof de focus naar verantwoordelijkheid en "responsabilisering", wat kan leiden tot uitsluiting van maatschappelijk kwetsbare jongeren. Dit beleid gaat hand in hand met criminaliseringsbeleid, waarbij gedragsproblemen geïndividualiseerd worden.
#### Voor wat, hoort wat
Participatie en betrokkenheid worden gewaardeerd als jongeren zich conformeren aan regels. Verzet leidt echter snel tot gerechtelijke interventie. Dit is een dubbele beleidsbeweging: participatie met dwang.
#### Kind van de morele bewapening
Dit concept verwijst naar een nieuw kindbeeld dat focust op de gevolgen van maatschappelijke kwetsbaarheid en deze aanpakt met een beleid gericht op normalisering. Sociale ongelijkheid wordt zo op de rug van gezinnen en jongeren afgewenteld.
#### Problematisering
Jeugdbeleid heeft een ambigu karakter: enerzijds ondersteunend bij participatie, anderzijds problematiserend en repressief bij afwijking. Dit sluit aan bij de jeugdcriminologische visie.
#### De preventieve logica = passe-partout voor interventionisme
De preventieve logica, ingebed in het systeem, legitimeert vroegtijdige interventie en dwang om jongeren op het "rechte pad" te brengen. Dit kan echter leiden tot labeling en een "iatrogeen effect". Orthopedagogisering kan snel psychiatrisering worden.
#### Eeuw van het risico kind: kind in gevaar naar kind als gevaar
Het risicodenken, aanwezig sinds de invoering van kinderbescherming, ziet jongeren als dragers van risico's. "Kind in gevaar" kan ook "kind als gevaar" betekenen, met nadruk op jongeren die als gevaarlijk worden beschouwd. Beleid richt zich op regulering en sociale controle van jongeren, een "beheersgerichte benadering". Dit evolueert van "post-crime" naar "pre-crime".
#### Beheersgerichte benadering … repressie
De beheersgerichte benadering, of "pre-repressie", is ingebakken in het jeugdbeschermingssysteem. De criminalisering van spijbelen en overlast, zoals avondklokken, illustreert deze trend.
#### Maatschappelijke indicatoren kwetsbaarheid
Onderwijs, scholing en verbondenheid met het onderwijsaanbod zijn cruciaal. Het "watervalsysteem" in het onderwijs, PISA-resultaten die de kloof tussen goede en slechte leerlingen aantonen, en de achterstand van leerlingen met migratieachtergrond onderstrepen maatschappelijke kwetsbaarheid.
#### NEET-jongeren
Jongvolwassenen die geen aansluiting vinden bij opleiding of werk, de "NEET-populatie", vallen tussen de mazen van het net. Ze leven vaak in precaire situaties en zijn onzichtbaar voor instituties. Dit fenomeen wordt geassocieerd met "new precariat".
#### Aandeel van de 0-17 jaren in de totale bevolking [2021](#page=2021).
Jonge populaties bevinden zich vaak in de armste delen van steden, zoals Brussel.
#### Gemiddeld belastbaar inkomen per aangifte (inkomensklassen) [2019](#page=2019).
Er is een duidelijk territoriaal verband tussen de woonplaats van jongeren en sociaaleconomische indicatoren.
#### Aandeel minderjarigen dat in een huishouden zonder inkomen uit arbeid leeft [2016](#page=2016).
Kinderen in Brussel groeien vaker op in gezinnen zonder inkomsten uit arbeid, wat duidt op kwetsbaarheid.
#### Aandeel jongeren binnen de werkzoekenden [2021](#page=2021).
Werkloosheid is territoriaal gestructureerd en weerspiegelt sociaaleconomische kwetsbaarheid.
### Het gezin als sociologische hoeksteen
Het gezin is de hoeksteen van de maatschappij, een burgerlijk-liberaal model uit de 19e eeuw. Problematisch gedrag van jongeren wordt snel gekoppeld aan de gezinssituatie en ouderlijke verantwoordelijkheid, wat leidt tot een "slechte ouder" figuur.
#### Problematisering het ‘probleem kind’
Afwijkende gezinsvormen en opvoedingspraktijken worden criminologisch meegenomen in de verklaring van jongerengedrag. De discussie over "wanneer mag een kind buiten spelen" is normatief. Ouders worden mede-verantwoordelijk gesteld voor het gedrag van hun kinderen.
## Hoofdstuk III. De jeugd van tegenwoordig
### Diversiteit in SR-verantwoordelijkheid = diversiteit in jeugdcriminaliteit
De strafrechtelijke verantwoordelijkheidsgrens (doli incapax) verschilt internationaal, wat aantoont dat de figuur van de jeugddelinquent een maatschappelijke constructie is. Deze variatie weerspiegelt maatschappelijke visies op jeugd en de overgang naar volwassenheid.
### Jeugdcriminaliteit (in België)
Statistieken over jeugdcriminaliteit meten vooral geregistreerde criminaliteit ("dark numbers"). Deze cijfers zijn geconstrueerd door het systeem zelf en vertegenwoordigen niet de volledige realiteit. Ze bieden wel inzicht in het cliënteel dat in contact komt met het systeem.
### Fenomeen jeugdcriminaliteit onderzoeken
Het onderzoeken van jeugdcriminaliteit is complex vanwege de constructie van de statistieken. Beschikbare bronnen omvatten self-reports, politiedata (beperkt toegankelijk), parketstatistieken (beste bron) en jeugdrechtbankbeslissingen.
#### Kenmerkend voor geregistreerde jeugdcriminaliteit
1. **Jeugdcriminaliteit is een zaak van jongens (geregistreerd):** Dit is een genderprakrijk, waarbij jongens oververtegenwoordigd zijn in MOF-dossiers.
2. **Leeftijdgebonden karakter:** Een curve die piekt tussen 12 en 13 jaar, afnemend na de adolescentie ("maturiteitsthese", "desistance factoren").
3. **Piek in adolescentie:** Gedrag dat grenzen uittest, geassocieerd met puberteit en de wens om volwassen te lijken.
Deze kenmerken zijn stabiel, maar de omgang van het systeem ermee is cruciaal. De oververtegenwoordiging van jongeren uit minderheidsgroepen en het debat over etniciteit en criminaliteit is hieraan toe te voegen.
### Het afkomst (etniciteit) criminaliteitsdebat - Pleyzier
#### Is dit een non-discussie?
In West-Europa wordt "ras" vaak vervangen door "etniciteit" of "migratieachtergrond". Terughoudendheid om oorzakelijke verbanden tussen etniciteit en criminaliteit te onderzoeken, wordt soms toegeschreven aan "politieke correctheid". De politieke context van vraagstellingen is echter essentieel in criminologisch onderzoek. Het doel om een oorzakelijk verband te leggen tussen afkomst, ras en criminaliteit is een geïndividualiseerd perspectief op daderschap.
#### Onderzoek naar ‘afkomst’ en delinquentie
* **Vaststelling:** Oververtegenwoordiging in officiële statistieken.
* **Probleem van selectiviteit:** Diverse oververtegenwoordiging naar soorten delicten.
* **Valkuilen:** Onderzoek naar de relatie is complex en de gebruikte statistische bronnen zijn problematisch.
#### Definiëren van betrokken begrippen is problematisch onmogelijk
* **Criminaliteit:** Het definiëren van criminaliteit is een fundamenteel criminologisch discussiepunt. Terugvallen op geregistreerde criminaliteit is een gemakzuchtige oplossing.
* **Afkomst:** Het operationaliseren van "afkomst" is problematisch. Wetenschappelijk onderzoek wordt gehanteerd met een cultureel en identiteitsgerichte invalshoek, wat kan leiden tot homogenisering en stereotypering.
#### Racialisering, oververtegenwoordiging en het probleem van selectiviteit - Cunneen
Cunneen analyseert hoe "ras" betekenis krijgt in het jeugdbeschermingssysteem, wat leidt tot oververtegenwoordiging van minderheidsgroepen. Selectiviteit is subtiel maar doordringend, ingebed in praktijken en beslissingsprocessen. Dit gebeurt via "administratieve" categorieën en een "neutraal" risk-assessment dat rasspecifieke kenmerken maskeert.
* **Risk-assessments:** Gebaseerd op populaties binnen justitie, verzamelen kenmerken en zetten deze om in een tool die beslissingen legitimeert. Dit kan leiden tot een "self-fulfilling prophecy".
### Conclusie
De contacten met het systeem vormen een selectieproces met impact op jongeren. Het begrip "law in books" versus "law in action" is hierbij cruciaal. Politiepraktijken, zoals "stop & search", dragen bij aan de constructie van de "criminal other" en de selectiviteit in het systeem.
## Hoofdstuk IV. The usual suspects
### Praktijken van maatschappelijke reactie
#### Youngsters in conflict with the law
Dit is de groep waar het justitieel systeem zich mee bezighoudt. Contact met justitie is niet toevallig, maar geprofileerd en geselecteerd.
#### Wetgevend kader dagelijkse praktijk van beslissingen nemen
De focus ligt op de dagelijkse praktijk van beslissingsneming door politie en jeugdrechters, niet enkel op de wet ("law in action"). Deze beslissingspraktijken zijn actief en worden gebruikt als een "toolbox" door professionals. De specificiteit van jeugdrecht ten opzichte van volwassenenrecht is echter betwistbaar, aangezien verhoren van minderjarigen vaak lijken op die van meerderjarigen.
#### Beslissingspraktijken van actoren selectiviteit
De beslissingspraktijken van actoren zijn selectief, met criteria die de selectie bepalen.
#### Rechtspleging (praktijk) inzake jeudzaken
Op elk moment in de keten van rechtspleging vinden selecties plaats. Elk contact met het systeem heeft impact op de jongere en beïnvloedt hun beeld van justitie. De oververtegenwoordiging van jongeren die in gemeenschapsinstellingen terechtkomen of uit handen gegeven worden, is het resultaat van beslissingen en selectieprocessen.
#### Van contact naar beslissing naar uitvoeren - impact?
Elk contact met het systeem heeft impact. De impactvraag is maatschappelijk en economisch relevant. Impact wordt kwalitatief begrepen, gericht op de persoon die "wordt" en de mogelijke persoon die een jongere kan worden. Verschillen tussen "stated goals" (officiële doelstellingen) en "real goals" (praktische doelstellingen) zijn aanwezig.
#### Noodzakelijke reflecties bij klassieke impactstudies JB interventies?
Impactmeting is essentieel, vaak via een "nulmeting", interventie en "outcome". De duurzaamheid van effecten is ook belangrijk.
#### Probleem van medisch/diagnostisch model denken
Het jeugdhulpverleningssysteem hanteert een medisch model, waarbij misdrijven symptomen zijn. Vragen over de finaliteit van bescherming, bestraffing en herstel zijn wisselend.
#### Finaliteit of wat is de bedoeling van jeugdbescherming?
De bedoeling van jeugdbescherming, vastgelegd sinds 1912, omvat ouderlijke opvoeding, vorming tot "goede burgers" en het oplossen van sociale problemen binnen het gezin.
#### Sociale problemen slechte ouders /opvoeding behandeld/gezien als probleem van (her)opvoeding
Sociale problemen worden geïndividualiseerd tot gezins- en opvoedingsproblemen. Beschermen wordt gezien als heropvoeden.
#### Jeugdbeschermingsinterventie: preventie door (her)opvoeding gewenst burgerschap en bevestiging sociale orde
Jeugdbescherming beoogt preventie door (her)opvoeding en sociale ordehandhaving. Dit is een systeem van sociale regulering en controle, met een "externe probleemdefiniëring".
#### Welfare model (sinds 1912) 2023 hybride model … hybride praktijken
Verschillende modellen van jeugdbescherming zijn door de tijd heen aanwezig, resulterend in hybride systemen en praktijken.
#### Maatschappelijk multi-textured JJ policies (Mc Ara, 2010)
Verschillende beleidsvisies zijn door de tijd en op verschillende niveaus aanwezig, wat leidt tot gelaagde jeugdbeleid.
#### Beschermen is heropvoeden, is genezen, is redden, is straffen is herstellen, is ...
De vermenging van finaliteiten maakt het onduidelijk wat een "succes story" inhoudt.
### Conclusie
De impact van interventies op jongeren is cruciaal, inclusief de subjectieve ervaringen en het "iatrogene effect". Longitudinaal onderzoek, zoals dat van McAra & McVie, toont aan dat justitieel ingrijpen vaak een negatieve impact heeft op het levenspad van jongeren. De stem van jongeren ("voicing") en het doen van onderzoek "met" hen is essentieel om hun ervaringen te begrijpen.
## Hoofdstuk V. Beslissingspraktijk parket
### Jongeren komen in contact met justitie
Contact met justitie is geprofileerd en selectief. De parketstatistieken zijn de meest consistente bron voor het analyseren van de instroom van jongeren in het justitieel systeem.
### Gedrag wordt geproblematiseerd, gedefinieerd en geherkwalificeerd
Gedrag van jongeren wordt geherkwalificeerd als interventiegrond. De kwalificatie door het parket bepaalt het verdere justitiële traject. Parketmagistraten kunnen beslissingen nemen die wettelijk niet voorzien zijn, zoals herinneringen aan de wet.
### Aanmelding bij het parket = vervolgingsmonopolie
Het parket heeft een monopolie op de vervolging in jeugdzaken, in het belang van het kind.
### Het (criminologisch) belang van de kwalificatie als basis voor de interventie
De kwalificatie van gedrag is cruciaal voor de legitimiteit van interventie. Dit is een juridische lezing van het feitenverhaal, waarbij het verhaal wordt gereduceerd tot juridische termen. Dit ontdoet de minderjarige van zijn eigen verhaal en betekenis.
### Daarom, (ouder)onderzoek naar rechtsplegingen en beslissingen
Er is nood aan hedendaags onderzoek naar beslissingspraktijken, gezien het ontbreken van publieke beslissingsstatistieken en maatschappelijke veranderingen.
### Onderzoek Vanneste - Kenmerken van profiel MOF dossiers op parket en JRB [2001](#page=2001).
Dit onderzoek vergeleek dossiers op parketniveau en jeugdrechters, waarbij selectie plaatsvond op basis van dossierkenmerken. Diefstal, druggebruik en geweld waren vaker aanwezig in dossiers bij de jeugdrechtbank. Georganiseerde bendes en cumulatie van feiten leidden tot hogere vervolgingskansen.
### Selectie rol en functie van het parket - Beoordelingselementen MOF
Vanneste's onderzoek toonde aan dat parketmagistraten een strafrechtslogica hanteren, waarbij het type delict primair is. Jeugdrechters daarentegen kijken eerst naar het gedrag van de minderjarige en de familiale dynamiek.
### Parket beslissingspraktijken vandaag?
* **MOF vorderingsbeleid:** De aard van het delict, pluriforme delinquentie, gezinsproblemen en ouderlijke reacties beïnvloeden de kans op vordering.
* **VOS (POS) vorderingsbeleid:** Inschatting van gevaarssituaties, voorgeschiedenis in hulpverleningstrajecten en verzet tegen hulpverlening spelen een rol. De context en aanmeldende actoren zijn belangrijk. Er is geen systematische communicatie tussen parket en jeugdrechters.
### Algemene inzichten parket fase?
Historisch bestaat er een aanzienlijk sepot op parketniveau. De lokale context en beleidsprioriteiten sturen de vorderingsbeslissingen van het parket. Samenwerking met andere actoren (politie, hulpverleners) is essentieel.
## Hoofdstuk VI. De juiste maatregel = Beslissingspraktijken
### Verschijnen voor de jeugdrechter - Françoise, C. & Christiaens, J [2015](#page=2015).
De procedure voor de jeugdrechter kent drie fasen: onderzoeksfase, vonnisfase en uitvoering. Het onderzoek van Françoise & Christiaens focuste op de gespecialiseerde rol van de jeugdrechter en de kenmerken van de rechtspleging. De rechtspleging verloopt consensueel, met de jeugdrechter als behoeder van "in het belang van het kind".
### Invoering hoorrecht [1994](#page=1994).
Het hoorrecht, formeel ingevoerd in 1994, stelt de vraag hoe dit in de praktijk wordt georganiseerd en of "horen" gelijkstaat aan "luisteren".
### Onverantwoordelijke minderjarige
De capaciteit van minderjarigen om te "stand trial" is een complex vraagstuk. Leeftijd is geen accurate indicator voor deze capaciteit. Het is essentieel om de praktijken van de jeugdrechter te onderzoeken.
### Belang van onderzoek naar de praktijk?
Het onderzoek illustreert het belang voor criminologen om praktijken te bestuderen.
### In court communicatie of interactie
De communicatie in zittingen is formalistisch, met specifieke rollen en regels. Jeugdrechters proberen begrijpelijke taal te spreken, maar de interactie blijft vaak formeel.
### Welfare model JBW
De interactie in het welfare model is paternalistisch, met een hiërarchische machtsverhouding tussen rechter en minderjarige.
#### Gespecialiseerde rechter - Rechter
Jeugdrechters doen moeite om begrijpelijke taal te gebruiken, maar hebben moeite om van het formele af te stappen.
#### Is de interactie een illustratie van de specificiteit?
De pedagogische missie van het jeugdrecht komt tot uiting in de communicatie van de jeugdrechter. De berisping als sanctie is interessant om te analyseren hoe parketmagistraten jongeren herinneren aan de wet.
### Kinderrechten?
De praktische invulling van kinderrechten en het "recht om gehoord te worden" blijft een uitdaging. Weerstand of tegenspraak door jongeren wordt vaak negatief geïnterpreteerd.
### Onderzoeksopzet en methodologie
Etnografische observaties in de zaal en interviews met jeugdrechters, jongeren en ouders vormen de basis. De observaties focusten op de vonnisfase, omdat de onderzoeksfase niet toegankelijk was.
#### The construction of meaning in the moment of interaction
1. **De situatie:** Jeugdrechters gebruiken toegankelijke taal, maar de echte communicatie gebeurt tussen professionals. Jongeren en ouders kunnen de kern van de boodschap missen ("court room deafness").
2. **Grote verschillen:** Er zijn verschillen in aanpak tussen arrondissementen en tussen MOF/VOS-zaken.
3. **De situatie getekend door machtsverhouding:** Dominantie en onderwerping zijn evident. Jongeren hebben moeite met de asymmetrische relatie.
4. **Problemen als minderjarige zich niet onderwerpt:** Weerstand leidt tot conflictsituaties en begrenzing van het spreken van de jongere.
5. **Weerstand:** Wordt niet getolereerd en kan leiden tot verdere stigmatisering.
### De jeugdrechter
De jeugdrechter is de "dirigent" van het proces, bepaalt de spreekruimte en stuurt het dossier. Bij twijfel over schuld van de jongere, wordt het recht om te ontkennen beperkt. De jeugdrechter zoekt naar schuldinzicht, wat in tegenspraak is met het principe van juridische onverantwoordelijkheid.
### De rol van de jeugdadovcaat?
De rol van de jeugdadvocaat is om de minderjarige te verdedigen, maar moet tegelijkertijd conflict met de jeugdrechter vermijden.
### Sentencing discours
Jeugdrechters motiveren maatregelen vanuit hun analyse van de jongere, waardoor de verantwoordelijkheid voor de maatregel bij de jongere wordt gelegd. De maatregel wordt soms als een "gunst" gepresenteerd.
### Interactie
* **Constante aanwezige berisping moreel appel:** Retorische vragen en moralisering maken jongeren onzeker.
* **De ‘waarom’ vraag:** Wordt gesteld voor diagnostische doeleinden, om de jongere te dwingen tot reflectie.
* **Het dossier = personage = de jongere:** Het dossier en de jongere worden in de interactie tegen elkaar uitgespeeld.
* **Responsabiliseringstechnieken:** Jeugdrechters gebruiken technieken om de verantwoordelijkheid van jongeren aan te spreken, met de bedoeling een bekentenis te verkrijgen.
* **Minderjarige geconfronteerd met complexe situatie:** Het verschijnen voor de jeugdrechter vereist strategische communicatie en een positieve uitstraling.
### Conclusie
Het verschijnen voor de jeugdrechter is een praktijk van assessments en responsabilisering, met een directieve rol van de jeugdrechter. Het hoorrecht wordt functioneel gebruikt en het dossier is de centrale referentie voor "de waarheid".
## Hoofdstuk VII. Praktijken van maatschappelijke reactie
### Uitvoering van beslissingen: afhandelingen, maatregelen en sancties MOF
De uitvoering van maatregelen is bevoegdheid van de Vlaamse Overheid. Er is een gebrek aan heldere en consistente statistische gegevens over de jeugdbescherming.
#### Jaarlijkse instroom dossiers delict bij Vlaamse jeugdparketten
In 2022 werden 36.600 jongeren aangemeld voor een misdrijf omschreven feit. Het proces van besluitvorming blijft een "black box".
#### Aantal jongeren met een lopend dossier jeugddelict per provincie
Antwerpen kent de meeste lopende MOF-dossiers. Het grote verschil tussen aangemelde dossiers en lopende dossiers suggereert een selectief proces, mogelijk door sepot of een snellere parketafhandeling.
#### Van beslissing naar uitvoering
De stap van beslissing naar uitvoering omvat verschillende dimensies, waaronder de finaliteit van de maatregel, de impact op de jongere en de rol van de beslissingspraktijk.
#### Beslissingspraktijk en waaier maatregelen
Jeugdrechters beslissen vaak aanbodgericht in plaats van vraaggericht, beïnvloed door de beschikbaarheid van plaatsen en diensten.
#### Praktijk van uitvoering
De uitvoering van maatregelen blijft grotendeels gebaseerd op klassieke methoden: plaatsing in gemeenschapsinstellingen, ambulante afhandeling en uithandengeving.
#### 1. Geplaatst = opgesloten = in detentie?
Plaatsing in gemeenschapsinstellingen, met een penitentiaire geschiedenis, wordt nog steeds gezien als een vorm van detentie. De capaciteit van deze instellingen is een historisch discussiepunt, met een mix van delinquente en niet-delinquente jongeren, hoewel de focus verschuift naar delictplegers.
#### Capaciteit gemeenschapsinstellingen
In 2024 bedroeg de capaciteit 324 plaatsen, verdeeld over campussen met gesloten regimes voor jongens en meisjes, inclusief korte verblijven en "time-out" plaatsen.
#### Verhouding jeugddelict, verontrusting en kortverblijf in gemeenschapsinstelling
1734 opnames in gemeenschapsinstellingen in 2022, met een gemiddelde verblijfsduur die afneemt bij meer opnames. Ongeveer 75% van de jongeren met een MOF-dossier wordt geplaatst.
#### Bedeningen bij de praktijk
* **MOF én VOS maar VOS weg uit gemeenschapsinstellingen?:** Pogingen om VOS-jongeren uit gemeenschapsinstellingen te halen, via "veilig verblijf", lopen nog niet volledig geslaagd [2023](#page=2023).
* **Opnameplicht overheid monopolie op vrijheidsberoving:** Gemeenschapsinstellingen hebben een opnameplicht, in tegenstelling tot private, gesubsidieerde sectoren. Dit leidt tot een heterogene populatie in de instellingen.
* **Plaatsing blijft een opsluiting en/of een vrijheidsberoving:** Controlepraktijken lijken op die in penitentiaire contexten.
#### Jeugd-criminologische bedenkingen bij de praktijk
Er is weinig onderzoek naar de beleving van plaatsing. De institutionalisering en de hiërarchie tussen volwassenen en kinderen zijn belangrijke aspecten.
* **Periodes van langdurige plaatsing:** Vroeger normaal, nu afgenomen door de-institutionalisering.
* **Nazorg/Post-traject:** Nu hervormd tot contextbegeleiding en ambulante omkadering.
* **Spanningsveld:** Tussen gemeenschapsinstellingen en jeugdrechters over autonomie en controle.
#### Citaat uit de beleidsnota over de controles en fouilles in de GI
Controles worden gerechtvaardigd met termen als "orde, veiligheid en hygiëne", maar lijken op penitentiaire detentie.
#### Probleem van de rechtspositie Commissies van toezicht (!)
Jongeren hebben beperkte inspraakmogelijkheden. Commissies van toezicht bieden een kanaal voor klachten, maar de invulling van kinderrechten blijft uitdagend.
#### Onderwijs in samenwerking met school/scholengroep buiten instelling = individueel traject
Nieuwe samenwerkingsvormen met het onderwijs trachten jongeren in instellingen te integreren in hun onderwijstraject.
#### 2. Alternatief & ambulant HR afhandelingen minderjarigen
Alternatieve en ambulante afhandelingen, sinds de jaren '90 officieel geregeld, omvatten herstelbemiddeling, gemeenschapsdiensten en leerprojecten. De herstelbemiddeling domineert dit aanbod.
#### Belang van HR-bemiddeling
Meer dan 70% van de afhandelingen bij HCA-diensten gebeurt via het parket, voornamelijk herstelbemiddeling.
#### Herstelrecht
Herstelrecht focust op de gevolgen van delicten en de toekomst, met bemiddeling als kern. Het juridisch ingebedde herstelrecht bij minderjarigen kent uitdagingen qua vrijwilligheid, erkenning van feiten en de rol van het parket.
#### Vele criminologische vragen bij HR praktijk?
* **Vrijwilligheid en rol van het parket:** Integratie in het juridisch circuit, met vragen over verval van strafvordering na bemiddeling.
* **Rol van de bemiddelaar:** Meerwaarde en neutraliteit van bemiddelaars zijn van belang.
* **Vlaams succes story?:** Hoewel Vlaanderen als succesverhaal wordt gepresenteerd, ontbreekt diepgaand kwalitatief onderzoek naar machtsdynamieken.
* **Dader-slachtoffer bemiddeling = communicatie?:** Indirecte bemiddeling domineert, waarbij dader en slachtoffer elkaar niet ontmoeten.
* **Kunnen jongeren bemiddelen?:** De capaciteit van jongeren, met name onder 12 jaar, om te bemiddelen is een vraagstuk.
* **Wie is het slachtoffer?:** Rechtspersonen als slachtoffer en de hiërarchische verhoudingen bemoeilijken het proces.
* **Het bemiddelingsproces?:** Slechts 30% van de opgestarte bemiddelingen wordt volledig doorlopen. Slachtofferwil is cruciaal.
#### Herstel van de schade?
Herstel richt zich op materiële schadevergoeding en excuses, wat impliceert dat het gaat om kleinere delicten. Dit reflecteert een pedagogische benadering, vergelijkbaar met de berisping.
#### Vragen voor reflectie?
* In naam van het slachtoffer?
* Informaliteit van de procedure en rechten van jongeren.
* De rol van het dossier en de betwisting ervan.
* Diversiteit van jongeren en de selectie voor bemiddeling.
* Leeftijdsondergrens voor bemiddeling.
* Bemiddeling met rechtspersonen.
* Klassieke uitkomsten: financieel herstel en excuses.
#### Algemeen criminologische reflecties
* Grenzen aan inzet herstelrecht.
* Controle op overeenkomsten buiten het justitiële circuit.
* Neutraliteit van bemiddelaars.
* Punitieve aard van herstelrecht.
* De rol van de gemeenschap als slachtoffer.
## Hoofdstuk VIII. Wat doet dat ‘alles’ met een jongere?
### Daderschap slachtofferschap
De klassieke, binaire visie op dader en slachtoffer is problematisch in jeugdcriminologie. Jongeren kunnen zowel dader als slachtoffer zijn, en deze ervaringen beïnvloeden hun ontwikkeling. Trauma-ervaringen worden zelden benaderd vanuit een trauma-perspectief voor delinquente jongeren.
### Slachtofferschap van minderjarigen?
#### Klassiek criminologisch slachtofferschap?
Jeugdcriminologisch onderzoek toont aan dat jongeren slachtoffer worden van gedrag van anderen, zowel in publieke als private ruimtes. Leeftijd is een risicofactor voor slachtofferschap. Victimologisch onderzoek mist echter aandacht voor machtsrelaties in victimisering.
#### Diverse pedagogische praktijken met een impact op kinderen/jongeren
Jeugdrechtpraktijken met een pedagogisch karakter kunnen ook negatieve, iatrogene effecten hebben. Institutionalisering en machtsrelaties spelen hierbij een rol.
#### Diverse vormen van (institutioneel) victimisering
Institutioneel geweld, zoals in Australischeinternaten, kan vergelijkbare patronen vertonen als in het jeugdrecht en de jeugdbescherming. Dit omvat discriminatie en racisme in pedagogische praktijken.
#### De plaatsing en detentie en haar gevolgen
Detentieschade, hoewel zelden zo benoemd in gemeenschapsinstellingen, is een gevolg van pedagogische detentie en het gebruik van legitieme macht.
#### Pedagogische detentie en koloniale praktijken
Koloniale praktijken, zoals de plaatsing van inheemse kinderen in internaten, tonen parallellen met het jeugdrecht, waarbij opvoeding als instrument wordt gebruikt voor integratie en moralisering.
#### Praktijken van gezinsplaatsing
Plaatsing in pleeggezinnen kan leiden tot slachtofferschap en negatieve gevolgen, mede door de scheiding van het eigen gezin. Adoptiepraktijken kunnen de kinderwens van adoptieve ouders primair maken, ten koste van het kind welzijn.
#### Migratie, asiel, vluchtelingen en opvang maatschappelijk klimaat
Kinderen worden vaak gezien als vluchtelingen, waardoor hun kind-zijn overschaduwd wordt door hun migratieachtergrond en de daarmee gepaard gaande problematiek zoals racisme en discriminatie.
#### Institutioneel geweld
Institutioneel geweld is de uitoefening van macht binnen instituties, vaak via huishoudelijke reglementen en disciplinerende maatregelen. Het is vaak onzichtbaar en continu.
#### Problemen en kenmerken van institutionele (pedagogische) settings
* **Kinderrechten:** Het hoorrecht bij de jeugdrechter is formeel, maar de praktijk van het gehoord worden is anders. "In het belang van het kind" is een centraal, maar ambigu concept.
* **Klimaat in instellingen:** De openheid van het klimaat bepaalt de effectiviteit van kinderrechten.
* **Macht en hiërarchie:** Leidt soms tot straffeloosheid voor opvoeders en victimisering van jongeren.
#### Wat is de impact van interventies & pedagogische praktijken?
Impactonderzoek focust vaak op de daling van recidive. Een nulmeting, interventie en resultaat is het klassieke model. De "zwarte doos" van het systeem, de finaliteit van maatregelen, het aanbod, de doelgroep en de uitvoering zelf zijn cruciaal voor het begrijpen van impact.
#### Wat is de (historische) bedoeling van jeugdbescherming finaliteit?
De jeugdbescherming beoogt, sinds 1912, het opvoeden van goede burgers, waarbij problemen geïndividualiseerd worden tot gezins- en opvoedingsproblemen. Sanctie is binnengeslopen, wat leidt tot hybride praktijken.
#### Maatschappelijk “multi-textured JJ policies” (McAra, 2010)
Verschillende, elkaar versterkende finaliteiten bepalen het jeugdbeleid.
#### Beschermen is heropvoeden, genezen, redden, straffen, herstellen, …
De vaagheid van de finaliteit maakt het meten van impact complex, rekening houdend met subjectieve ervaringen en iatrogene effecten.
#### Divers onderzoek
Longitudinaal onderzoek toont aan dat justitieel contact een negatief effect heeft op jongeren. Het belang van "voicing" en onderzoek "met" jongeren is essentieel. Desistance onderzoek focust op het opbouwen van een niet-delinquente identiteit.
#### Waarom belangrijk?
* **Voicing = een stem geven:** Onderzoek met jongeren doorbreekt de objectivering en biedt inzicht in hun ervaringen.
* **Doing research with (!) not on?:** Jongeren zijn geen objecten van onderzoek, maar actieve participanten.
* **Waarom is impact/belevingonderzoek moeilijk?** Het onderzoek is kwetsbaar voor zowel onderzoeker als participant, met ethische overwegingen rond trauma en emoties.
#### Ervaring met jeugdrecht
Jongeren hebben gemengde gevoelens over justitie, ervaren "courtoom stupidity" en beperkte participatie.
#### Er alleen voor staan
Jongeren in jeugdhulpverlening ervaren vaak onderbroken zorgrelaties en het ontbreken van echte menselijke relaties. Het sociaal netwerk is beperkt door institutionele regels.
#### Ervaren van het stigma (labelling & identiteit)
Stigmatisering beïnvloedt het CV en de identiteitsvorming van jongeren. De institutionalisering leidt tot een "nummer" zijn, aangeleerde afhankelijkheid en een problematisch zelfbeeld.
#### Impact van jeugdbescherming op ‘self’ en ‘worden’
Participanten ervaren drie dimensies: het collectieve zelf (deel van de groep, maar onvoldoende autonomie), het problematische zelf (interiorisering van het dossier) en het resistente zelf (veerkracht en copingstrategieën).
#### Aanbevelingen
1. Focus op "wie je kan worden", niet op het probleem.
2. Aandacht voor nazorg en opvolging in de transitie naar volwassenheid.
#### Toekomstperspectief (Sharon Van Audenhove)
* **Positieve toekomst:** Kleine groep, wil jeugdhulpverlening verlaten.
* **Positieve toekomst met problemen:** Grootste groep, draagt rugzak mee.
* **Negatieve toekomst:** Vooral uit handen gegeven jongeren, fatalistisch perspectief.
Belangrijke factoren voor een positieve toekomst: studies, diploma, persoonlijk kapitaal en sociaal kapitaal. Sociale werkers worden vaak niet als steunfiguren gezien.
#### Transitie volwassenheid = kwetsbaar
De transitie naar volwassenheid is kwetsbaar, met een abrupt einde aan hulpverlening en een gebrek aan begeleiding. Het "premie-voor-delict mechanisme" keert terug naar het justitiesysteem. Jeugdbeschermingsinterventies versterken maatschappelijke kwetsbaarheid en bereiden jongeren onvoldoende voor op volwassenheid.
---
### Common mistakes to avoid
* **Onderschatten van de impact van het systeem:** Elk contact met justitie, hoe klein ook, heeft een impact.
* **Focussen enkel op het misdrijf:** De bredere context van maatschappelijke kwetsbaarheid en de persoonlijkheid van de jongere zijn cruciaal.
* **Negeer de "law in action":** Theorie is belangrijk, maar de praktijk van besluitvorming is doorslaggevend.
* **Vergeten van de historische context:** De evolutie van jeugdrecht en de onderliggende maatschappelijke ideeën zijn essentieel voor begrip.
* **Gebruik maken van verouderde definities:** Terminologie en juridische kaders evolueren.
* **Denken in zwart-wit categorieën:** Daderschap en slachtofferschap zijn complex en overlappend.
* **Onderschatten van de rol van de jeugdrechter als "verlicht despoot":** De discretionaire bevoegdheid en de paternalistische houding zijn belangrijke elementen.
* **Negeer de subjectieve ervaring van jongeren:** Hun perspectief is cruciaal voor het begrijpen van de impact van interventies.
* **Verwarring tussen preventie en repressie:** Vroege interventie kan een repressief karakter krijgen.
* **Staar je niet blind op statistieken:** Begrijp de beperkingen en de constructie van data.
```