Cover
Börja nu gratis eerste deel mensenrechten.pdf
Summary
# Begrip, kenmerken en soorten mensenrechten
Dit gedeelte van de studiehandleiding biedt een gedetailleerd overzicht van het concept mensenrechten, inclusief hun definitie, inherente eigenschappen en verschillende classificaties.
### 1.1 Begrip van mensenrechten
Mensenrechten worden gedefinieerd als rechten die inherent zijn aan alle menselijke wezens, ongeacht hun nationaliteit, verblijfplaats, geslacht, nationale of etnische afkomst, kleur, religie, taal of enige andere status. Ze hebben tot doel de voorwaarden te creëren en te garanderen die individuen in staat stellen op een vrije en waardige manier te functioneren. Er bestaan twee fundamentele theoretische benaderingen: de vrijheidstheorie, die de nadruk legt op bescherming tegen willekeurige staatsinmenging, en de rechten-gebaseerde theorie, die stelt dat individuen inherente rechten hebben die door de staat gerespecteerd moeten worden [1](#page=1) [2](#page=2).
### 1.2 Kenmerken van mensenrechten
Mensenrechten bezitten diverse essentiële kenmerken die hun aard en toepassing bepalen:
#### 1.2.1 Inherent karakter
Het inherente karakter van mensenrechten houdt in dat ze eigen zijn aan het mens-zijn en niet door een externe macht worden toegekend, maar enkel erkend en bevestigd. Dit impliceert hun onvervreemdbaarheid; mensen kunnen hun rechten niet verliezen, er geen afstand van doen, noch kunnen ze van hen worden ontnomen. Hoewel onvervreemdbaar, kunnen mensenrechten onder specifieke omstandigheden en voorwaarden wel beperkt worden [2](#page=2).
* **Voorbeeld:** Het recht op leven is een fundamenteel recht, maar het Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) staat de doodstraf toe in bepaalde contexten. Protocol 6 EVRM heeft echter de afschaffing van de doodstraf voor ondertekenende landen bewerkstelligd. Het verbod op foltering, onmenselijke en vernederende behandeling wordt beschouwd als een van de meest absolute rechten [2](#page=2).
#### 1.2.2 Gelijkheid
Mensenrechten moeten voor alle individuen op gelijke wijze worden gegarandeerd. Dit betekent echter niet dat kwetsbare groepen geen specifieke rechten kunnen toekomen die hun bijzondere behoeften aanpakken. Dit principe van gelijkheid vloeit voort uit het inherente karakter van mensenrechten [2](#page=2).
#### 1.2.3 Universeel karakter
Het universele karakter van mensenrechten stelt dat deze rechten voor alle mensen, overal en te allen tijde (zouden) moeten gelden. Dit concept is echter onderwerp van discussie, met kritiek die stelt dat mensenrechten een westerse uitvinding zijn die niet in alle culturen en tradities aanwezig is. Desondanks hebben alle lidstaten van de Verenigde Naties zich in 1948 aangesloten bij het universele karakter van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Dit kenmerk is eveneens een gevolg van het inherente karakter van mensenrechten [2](#page=2).
### 1.3 Basisprincipes als grondslag van mensenrechten
Fundamentele beginselen zoals gelijkheid en menselijke waardigheid vormen de kern van mensenrechten en zijn verankerd in tal van internationale mensenrechteninstrumenten [2](#page=2).
#### 1.3.1 Menselijke waardigheid
Menselijke waardigheid, voortkomend uit diverse juridische en culturele tradities, verwijst naar de inherente, gelijke waarde van individuen en de verplichting van derden om deze waarde te respecteren. Het dient als een belangrijk interpretatiebeginsel bij het begrijpen van rechten, zoals het verbod op foltering en onmenselijke behandeling [2](#page=2).
### 1.4 Soorten mensenrechten
Mensenrechten kunnen worden ingedeeld in verschillende categorieën en generaties, die de evolutie van het concept weerspiegelen.
#### 1.4.1 Categorieën van mensenrechten
* **Burgerlijke rechten:** Deze rechten beschermen burgers tegen onrechtmatig en ongeoorloofd overheidsoptreden en worden ook wel afweerrechten genoemd. Voorbeelden zijn het recht op persoonlijke vrijheid, het recht op leven, het verbod op foltering en het recht op eerbiediging van het privéleven, gezinsleven, briefwisseling en woning [3](#page=3).
* **Politieke rechten:** Deze rechten stellen burgers in staat deel te nemen aan het staatsgezag. Voorbeelden omvatten het recht op vrije en geheime verkiezingen, vrije meningsuiting, vrijheid van vereniging en vrijheid van vergadering [3](#page=3).
* **Economische, sociale en culturele rechten (ECOSOC-rechten):** Deze rechten verplichten de overheid tot het scheppen van voorwaarden die een waardig leven mogelijk maken. Voorbeelden zijn het recht op behoorlijke huisvesting en gezondheidszorg (sociaal), vrijheid van handel en arbeid (economisch), en het recht op activiteiten in de eigen taal (cultureel). De oorsprong hiervan ligt in de Middeleeuwen met de verplichte juridische aanspraak op sociale bijstand voor de armen [3](#page=3).
* **Solidariteitsrechten:** Deze rechten waarborgen een bepaalde globale toestand voor specifieke groepen personen en hebben een collectief karakter. Ze vereisen actieve medewerking van de gehele staatsgemeenschap. Voorbeelden zijn het recht op vrede, ontwikkeling en een gezond leefmilieu [3](#page=3).
#### 1.4.2 Generaties van mensenrechten
* **Eerste generatie-rechten:** Dit zijn de burgerlijke en politieke rechten, die voortkwamen uit de Franse en Amerikaanse revoluties in de 18e eeuw als reactie op vorstelijk absolutisme. Kritiek op deze rechten omvatte kwesties als slavernij, racisme, discriminatie van vrouwen en klassisme, wat leidde tot de erkenning van de noodzaak van positief overheidsoptreden en de ontwikkeling van tweede-generatie rechten [3](#page=3).
* **Tweede generatie-rechten:** Dit zijn de ECOSOC-rechten, die tot stand kwamen na revoluties in de vroege 20e eeuw, zoals in Mexico, Rusland (Oktoberrevolutie), en de Weimarrepubliek. Ze kregen een nieuwe impuls tijdens de dekolonisatie in de jaren 1960, gesteund door leiders uit Afrikaanse landen [4](#page=4).
* **Derde generatie-rechten:** Deze rechten, ook wel solidariteitsrechten genoemd, zijn ontstaan sinds 1977 als gevolg van de wens tot verdere emancipatie van derde-wereldlanden. Deze landen verweten westerse industrielanden 'intellectueel neokolonialisme' omdat zij bepaalde rechten oplegden, terwijl mondiale problemen gezamenlijke inspanningen vereisen [4](#page=4).
* **Vierde generatie-rechten:** Deze relatief nieuwe rechten zijn ontstaan door technologische ontwikkelingen op het gebied van informatietechnologie, biotechnologie en orgaantransplantatie. Ze omvatten onder andere communicatie- en informatierechten in de informatiemaatschappij (zoals het recht op internettoegang), rechten met betrekking tot genetische manipulatie en transplantatie (zoals het verbod op klonen van mensen), en het recht van toekomstige generaties op intergenerationele rechtvaardigheid. Er is echter nog geen duidelijke overeenstemming over de precieze inhoud van deze rechten [4](#page=4).
### 1.5 Proliferatie van mensenrechten
De groeiende lijst van mensenrechten, inclusief rechten voor dieren en de natuur, leidt tot kritiek dat de bredere toepassing van het mensenrechtenbegrip de oorspronkelijke rechten kan verzwakken. Het argument is dat als alle rechten als mensenrechten worden beschouwd, het concept aan betekenis kan inboeten. Daarnaast kan de proliferatie van mensenrechten leiden tot een democratisch deficit, waarbij de ruimte voor democratisch verkozen wetgevers wordt ingeperkt, en kan het leiden tot meer conflicten tussen mensenrechten onderling, wat de oplossing van deze conflicten complexer maakt [4](#page=4).
> **Tip:** Bij het bestuderen van mensenrechten is het cruciaal om de onderlinge samenhang tussen de verschillende generaties en categorieën te begrijpen, evenals de historische en politieke context waarin ze zijn ontstaan.
> **Voorbeeld:** Het conflict tussen het recht op een gezond leefmilieu en de economische belangen van bedrijven illustreert hoe verschillende mensenrechten met elkaar in strijd kunnen komen, wat de toepassing en handhaving bemoeilijkt [4](#page=4).
---
# Historische evolutie en ontwikkeling van mensenrechten
Dit deel onderzoekt de historische factoren en juridische ontwikkelingen die hebben geleid tot de opkomst en internationale erkenning van mensenrechten, met speciale aandacht voor de rol van de Verenigde Naties en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
### 2.1 Factoren die de opkomst van mensenrechten hebben beïnvloed
De ontwikkeling van mensenrechten is beïnvloed door diverse religieuze, filosofische en juridische stromingen.
#### 2.1.1 Religieuze basis
Verschillende religies leggen de nadruk op principes zoals de Gouden Regel ("je moet de ander behandelen zoals je zelf behandeld wil worden"), de inherente waardigheid van het leven, gelijkheid en vrijheid. Hoewel deze religieuze concepten vaak uitdrukking gaven aan plichten ten opzichte van een godheid, legden ze wel de kiem voor het idee van subjectieve rechten die centraal staan in moderne mensenrechtenconcepten [5](#page=5).
#### 2.1.2 Filosofische basis
De filosofische onderbouwing van mensenrechten kent een lange geschiedenis, met bijdragen uit zowel westerse als niet-westerse tradities.
##### 2.1.2.1 Vroege denkbeelden
* **Hsün Tzu (ca. 310-220 v.C.)** pleitte voor een geordende samenleving gebaseerd op de erkenning van individuele rechten om angst en strijd te voorkomen [5](#page=5).
* **Griekse filosofie (Natuurrecht):**
* **Plato** stelde dat de natuur normatieve standaarden voor menselijk gedrag creëert en dat wetgeving bedoeld is om mensen rationeel, deugdzaam en rechtvaardig te laten handelen ten opzichte van elkaar. Hij erkende dat vrouwen dezelfde capaciteiten bezitten als mannen en dus recht hebben op hetzelfde onderwijs en bestuurstaken [5](#page=5).
* **Aristoteles** benadrukte de noodzaak van een rechtsstaat voor de bescherming van individuele belangen en de nauwe band tussen rechtvaardigheid en wetgeving. Hij meende dat natuurlijke rechtvaardigheid en natuurlijke rechten voortvloeien uit de natuurwet en door de mens gemaakte wetten [5](#page=5).
* De **Stoïcijnen** (Seneca, Cicero, Marcus Aurelius) geloofden in een universele wet van de natuur of god, die regels voorschreef voor goed menselijk handelen, hoewel dit niet noodzakelijk absolute gelijkheid inhield [5](#page=5).
##### 2.1.2.2 Natuurrecht en contractdenkers
* **John Locke** wordt beschouwd als een geestelijke vader van de mensenrechten. Hij stelde dat een universele natuurwet boven iedereen staat en dat mensen in hun natuurlijke staat natuurlijke vrijheid en natuurlijke rechten bezitten, waaronder het recht op leven, vrijheid en eigendom. Mensen behouden deze rechten wanneer zij een sociaal contract aangaan met de overheid, wiens primaire taak het beschermen van deze rechten is. Als de overheid haar plichten verzaakt, heeft het volk het recht van verzet (ius resistendi) [6](#page=6).
* **Thomas Paine**, met zijn pamflet *Common Sense*, steunde de Amerikaanse Revolutie en stelde dat de enige taak van de overheid het beschermen van de inherente, onvervreemdbare rechten van individuen is. Hij gebruikte voor het eerst het woord "mensenrechten" en waarschuwde dat deze rechten makkelijk konden worden afgenomen [6](#page=6).
* **Thomas Hobbes**, daarentegen, had een pessimistischer mensbeeld. Hij zag de natuurlijke staat als een strijd op leven en dood. Mensen dragen hun natuurlijke rechten over aan een sterke overheid in ruil voor veiligheid, zoals beschreven in zijn werk *Leviathan*. De absolute heerser garandeert veiligheid en naleving van de wet, en is zelf onverantwoordelijk [6](#page=6).
* **Jean-Jacques Rousseau** beschreef in *Contrat social* de natuurlijke staat als die van de "edele wilde" met natuurlijke vrijheid. Hij geloofde dat de samenleving mensen afhankelijk maakt en hun natuurlijke vrijheid uitholt. Het sociaal contract transformeert natuurlijke vrijheid naar zelfbepaling of zelfwetgeving, waarbij men onderworpen is aan de *volonté générale* (algemene wil) [6](#page=6).
##### 2.1.2.3 Vrijheidsfilosofie en kritiek
* **Immanuel Kant** benadrukte het menselijk plichtsbesef en de fundamentele vrijheid van de mens om te kiezen hoe te handelen. Hij introduceerde het concept van de categorische imperatief: een rechtsregel die zonder tegenspraak voor iedereen kan gelden. Hij zag de mens als een redelijk wezen met recht op waardigheid, en definieerde mensenrechten als vrijheid, gelijkheid en economische autonomie [7](#page=7).
* **Edmund Burke** verzette zich tegen het abstracte natuurrecht, maar niet tegen mensenrechten an sich. Hij zag rechten als een evolutie van tradities en was kritisch over de Franse Revolutie, die volgens hem door abstracte rechtenmassaal leidde tot geweld [7](#page=7).
* **Jeremy Bentham** (rechtspositivisme) verwierp het concept van natuurlijke rechten als "nonsens upon stilts" en stelde dat rechten enkel bestaan omdat de overheid ze verleent. Na de Tweede Wereldoorlog werd echter teruggegrepen op het natuurrecht [7](#page=7).
### 2.2 De juridische arena en evolutie
De juridische erkenning en codificatie van rechten kent een lange geschiedenis, die zich vanaf de 18e eeuw internationaliseerde.
#### 2.2.1 Vóór de 18e eeuw
Diverse oude wetscodes en documenten bevatten al principes die later als mensenrechten erkend zouden worden:
* **Code van Ur-Nammu, Lipit-Ishtar, Codex Hammurabi:** deze wetscodes bevatten bepalingen over gelijkheid voor de wet, eigendomsrecht, vrouwenrechten en kinderrechten [7](#page=7).
* **Wetten van de Hethieten:** kende verschillende straffen voor verkrachting afhankelijk van de locatie [7](#page=7).
* **Cilinder van Cyrus:** erkende vrijheid, veiligheid, eigendomsrecht, godsdienstvrijheid, vrijheid van beweging en sociaal-economische rechten [7](#page=7).
* **Edicten van Ashoka:** bevorderden godsdienstvrijheid [8](#page=8).
* **Grondwet van Medina:** garandeerde minderheden het recht op eigen godsdienst en cultuur [8](#page=8).
* **Edict van Galerius:** verleende godsdienstvrijheid [8](#page=8).
* **Koning van Leon (Spanje):** erkende het recht op proces, onschendbaarheid van leven, eer en woning, en eigendomsrecht [8](#page=8).
* **Magna Carta:** introduceerde het recht op beoordeling door peers, eigendomsrecht en godsdienstvrijheid [8](#page=8).
* **Gouden Bul:** erkende het recht om koninklijke beslissingen die in strijd waren met de wet te negeren [8](#page=8).
* **Engelse Bill of Rights:** garandeerde onder andere het recht op verkiezingen, verbood wrede straffen en erkende vrije meningsuiting in het parlement [8](#page=8).
#### 2.2.2 Vanaf de 18e eeuw
De 18e eeuw markeerde een keerpunt met de opkomst van revolutionaire verklaringen:
* **Declaration of Independence:** Verklaarde de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten en benadrukte inherente, onvervreemdbare rechten [8](#page=8).
* **Déclaration des Droits de l'Homme et du Citoyen:** Erkende gelijkheid voor de wet, eigendomsrecht, stemrecht, persoonlijke vrijheid, vermoeden van onschuld, vrijheid van gedachte en godsdienst, vrije meningsuiting en deelname aan het politieke gebeuren [8](#page=8).
* **US Constitution & Bill of Rights (1787 & 1791):** Verder uitgewerkt en gecodificeerd rechten zoals godsdienstvrijheid, vrije meningsuiting, persvrijheid, bescherming tegen huiszoekingen, recht op leven, vrijheid en eigendom, eerlijk proces, trial by jury en het verbod op wrede straffen [8](#page=8).
#### 2.2.3 Vanaf de 19e eeuw
De 19e eeuw zag verdere ontwikkeling en strijd voor rechten:
* **Haïtiaanse Grondwet Belgische Grondwet Grondwet van de St. Paul Kirche:** Deze grondwetten weerspiegelden de groeiende nadruk op constitutionele rechten [8](#page=8).
##### 2.2.3.1 Strijd voor specifieke rechten
* **Feministische strijd:** Documenten zoals de *Declaration des Droits de la Femme et de la Citoyenne* van Olympe de Gouges en *A Vindication of the Rights of Woman* van Mary Wollstonecraft pleitten voor de rechten van vrouwen [9](#page=9).
* **Abolitionistische beweging (19e eeuw):** De trans-Atlantische strijd tegen slavernij en slavenhandel leidde tot de oprichting van organisaties zoals de British and Foreign Anti-Slavery Society. Deze beweging gebruikte morele, filosofische en utilitaristische argumenten, en sensibiliseringscampagnes. Internationale druk, verdragen zoals de Vrede van Gent en het Congres van Wenen en bilaterale verdragen droegen bij aan de afschaffing van de slavenhandel en slavernij in vele landen. De Conferentie van Brussel richtte zich op de afschaffing van de Afrikaanse slavenhandel [9](#page=9).
* **Humanitair oorlogsrecht:** Tijdens de Krimoorlog (1853-1856) zetten Florence Nightingale en Henri Dunant zich in voor humanere oorlogsvoering. De oprichting van het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) in 1863 en de Eerste Conventie van Genève legden de basis voor de bescherming van gewonden en krijgsgevangenen. Verdere verdragen in Den Haag (1899, 1907) en de Conventies van Genève (1909, 1929, 1949) breidden deze bescherming uit, met speciale aandacht voor burgers en de neutraliteit van medisch personeel [10](#page=10) .
* **Minderheden en diplomatiek recht:** Na de val van het Ottomaanse Rijk leidde de bescherming van minderheden tot internationale interventies en verdragen, zoals op de Conferentie van Berlijn die rechten toekende aan christelijke minderheden [10](#page=10) .
#### 2.2.4 Mensenrechten op internationaal vlak vóór WOII
De Volkenbond, opgericht na WOI, had als primair doel internationale vrede en veiligheid te waarborgen, maar had geen expliciet mensenrechtenmandaat. Wel werden er verdragen gesloten inzake slavernij en richtte men een Hoge Commissaris voor Vluchtelingen op (Nansen). De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) had wel een mensenrechtenmandaat gericht op arbeidsnormen en sociale rechten. Mandaatgebieden kregen bepaalde rechten, maar het toezicht bleef zwak. Minderhedenverdragen na WOI trachtten minderheidsgroepen te beschermen, maar het toezichtmechanisme was eveneens zwak [11](#page=11) [12](#page=12) .
#### 2.2.5 Mensenrechten op internationaal vlak na WOII
De gruwelen van WOII leidden tot een sterke internationale impuls voor mensenrechten, met als centraal punt de Verenigde Naties.
##### 2.2.5.1 Rol van de Verenigde Naties
* **"Vier Vrijheden" van Roosevelt:** In zijn State of the Union speech in 1941 benoemde president Roosevelt vier fundamentele vrijheden: vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst, vrijheid van gebrek (armoede) en vrijheid van vrees (oorlog) [13](#page=13).
* **Atlantisch Handvest:** Dit document, ontwikkeld door Roosevelt en Churchill, vormde de basis voor de geallieerde strijd en nam de vier vrijheden en het zelfbeschikkingsrecht op [13](#page=13) .
* **VN-Handvest:** Hoewel het VN-Handvest geen expliciete rechten en vrijheden bevat, vermeldt het in de preambule en in artikelen 1 55(c) en 56 het bevorderen van eerbied voor mensenrechten en fundamentele vrijheden. Artikel 2 erkent echter de interne rechtsorde van lidstaten [13](#page=13) [3](#page=3) [7](#page=7).
##### 2.2.5.2 Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM, 1948)
De UVRM, aangenomen door de Algemene Vergadering, was een cruciaal document in de ontwikkeling van mensenrechten [14](#page=14).
* **Totstandkoming:** Een nucleair comité en een mensenrechtencommissie, met leden zoals Eleanor Roosevelt, Charles Malik en René Cassin, werkten de tekst uit [14](#page=14).
* **Inhoud:** De UVRM omvat een breed scala aan rechten, waaronder het algemene beginsel van menselijke waardigheid en gelijkheid (Art. 1), het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel (Art. 2), burgerlijke en politieke rechten (Art. 3-21), en economische, sociale en culturele rechten (Art. 22-27). Daarnaast worden een sociale en internationale orde (Art. 28), verplichtingen en beperkingen (Art. 29) en het verbod op misbruik van rechten (Art. 30) behandeld [14](#page=14).
* **Aanname en onthoudingen:** De UVRM werd aangenomen als resolutie, waarbij 8 landen zich onthielden. De USSR en Oostbloklanden hadden kritiek op de nadruk op individuele rechten en het gebrek aan erkenning van nationale soevereiniteit. Zuid-Afrika verzette zich tegen het non-discriminatiebeginsel wegens het apartheidsregime, en Saoedi-Arabië tegen godsdienstvrijheid en gelijkheid van man en vrouw [14](#page=14).
* **Juridische waarde:** Hoewel de UVRM als resolutie niet juridisch bindend is, heeft het wel aanzienlijke juridische en politiek-morele waarde. Het wordt beschouwd als een uitwerking van het VN-Handvest, internationaal gewoonterecht, een weergave van algemene beginselen, en sommige rechten worden gezien als *jus cogens*. Het dient als referentiedocument voor VN-toezichtprocedures en heeft de inhoud van latere mensenrechtenverdragen en grondwetten beïnvloed [14](#page=14).
##### 2.2.5.3 VN Covenants en de International Bill of Rights
Na de UVRM volgden twee verdragen die samen met de UVRM de "International Bill of Rights" vormen:
* **International Covenant on Civil and Political Rights (ICCPR, 1966):** Bevat onder andere het recht op leven, verbod op foltering, vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid, vrijheid van vereniging en rechten van minderheden [15](#page=15).
* **International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights (ICESCR, 1966):** Omvat onder andere het recht op werk, huisvesting, onderwijs, voedsel en sociale zekerheid [15](#page=15).
Deze covenants vereisen ratificatie door lidstaten om juridisch bindend te worden [15](#page=15).
#### 2.2.6 Factoren die de ontwikkeling van mensenrechten van 1950-1980 hebben beïnvloed
* **Koude Oorlog:** De politisering van mensenrechten, met een nadruk op burgerlijke en politieke rechten door het Westen en economische, sociale en culturele rechten door het Oostblok en ontwikkelingslanden, vertraagde de implementatie. De slotakte van Helsinki nam mensenrechten op en zorgde voor een belofte van de Sovjet-Unie om hier meer aandacht aan te besteden, ondanks behoud van nadruk op nationale soevereiniteit [15](#page=15) .
* **Dekolonisatie:** Nieuwe onafhankelijke staten, vooral uit het Globale Zuiden, initieerden mensenrechtenkwesties, met een focus op antiracisme (bv. Anti-apartheidverdrag, VN-antiracismeverdrag). Zij legden meer nadruk op ECOSOC-rechten en derde-generatie mensenrechten, zoals het recht op ontwikkeling [15](#page=15).
* **Carter Administration:** De Amerikaanse president Carter maakte mensenrechten voor het eerst een cruciaal criterium in buitenlands beleid [15](#page=15).
* **Opkomst van NGO's en massacommunicatie:** Belangrijke mensenrechtenorganisaties en de toenemende invloed van massacommunicatie droegen bij aan bewustwording en actie [15](#page=15).
---
# Kritieken op en hedendaagse uitdagingen van mensenrechten
Dit onderdeel behandelt diverse kritieken op het concept van mensenrechten en de hedendaagse uitdagingen waarmee de mensenrechtenpraktijk wordt geconfronteerd.
## 3 Kritieken op en hedendaagse uitdagingen van mensenrechten
### 3.1 Evolutie en invloeden op mensenrechten
#### 3.1.1 Factoren die de ontwikkeling van mensenrechten beïnvloedden (1950-1980)
De ontwikkeling van mensenrechten in deze periode werd sterk beïnvloed door de Koude Oorlog. Dit resulteerde in een trage implementatie van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM). Regionaal werd in Europa de Raad van Europa opgericht om mensenrechten te bevorderen. De politisering van mensenrechten leidde tot een verschil in focus: het Westen benadrukte burgerlijke en politieke rechten (BUPO), terwijl het Oosten meer aandacht vroeg voor economische, sociale en culturele rechten (ECOSOC). De onderhandelingen tussen de Sovjet-Unie en West-Europese landen resulteerden in de Slotakte van Helsinki in 1975, waarin mensenrechten werden opgenomen, hoewel de Sovjet-Unie de nadruk bleef leggen op nationale soevereiniteit. De Koude Oorlog zette ook een rem op de ontwikkeling van internationaal strafrecht na de Neurenberg- en Tokyo-processen [15](#page=15).
Dekolonisatie bracht nieuwe onafhankelijke staten met leiders die initiatieven namen op het gebied van mensenrechten, met name antiracisme, zoals het Anti-apartheidverdrag en het VN-antiracismeverdrag. Deze landen waren echter ook beducht voor neokoloniale regimes en benadrukten nationale soevereiniteit. Landen uit het Globale Zuiden legden meer nadruk op ECOSOC-rechten en derde-generatie mensenrechten, zoals het recht op ontwikkeling [15](#page=15) .
De Carter-administratie in de Verenigde Staten introduceerde mensenrechten als een criterium voor buitenlands beleid, een tendens die later door andere presidenten minder werd voortgezet. De opkomst van belangrijke mensenrechten-NGO's in de jaren '60 en '70, evenals de ontwikkeling van massacommunicatie, speelden eveneens een rol [15](#page=15).
#### 3.1.2 De Wereldconferentie Mensenrechten in Wenen .
De Wereldconferentie Mensenrechten in Wenen in 1993 stelde de rechten van alle staten gelijk en produceerde de Vienna Declaration and Program of Action. Deze verklaring benadrukte dat alle mensenrechten universeel, ondeelbaar en onderling afhankelijk zijn. Hoewel nationale en regionale bijzonderheden in acht genomen moeten worden, is het de plicht van staten, ongeacht hun politieke, economische en culturele systemen, om alle mensenrechten en fundamentele vrijheden te bevorderen en te beschermen. Dit resulteerde in een geïntegreerde kijk op de eerste, tweede en derde generatie mensenrechten. Het concept van cultureel relativisme werd hier ook verkend, waarbij erkend werd dat regionale verschillen in acht genomen moeten worden, hoewel de essentie van mensenrechten behouden moet blijven [16](#page=16).
#### 3.1.3 Solidariteitsrechten
Naast de traditionele rechten ontstonden solidariteitsrechten, die een collectief karakter hebben en de medewerking van de gehele statengemeenschap vereisen voor het creëren van een globale toestand voor volkeren of burgers. Voorbeelden hiervan zijn het recht op ontwikkeling en het recht op vrede [16](#page=16).
#### 3.1.4 Factoren die de ontwikkeling van mensenrechten beïnvloedden (2000+)
De periode na 2000 werd gekenmerkt door belangrijke ontwikkelingen en terugvallen. De aanslagen van 11 september 2001 en de daaropvolgende "oorlog tegen terrorisme" onder de Bush-administratie leidden tot de opsluiting en mishandeling van vele mensen in geheime gevangenissen, wat een terugval voor mensenrechten betekende. De Trump I-administratie kende eveneens een terugval, met arbitraire opsluitingen, terugtrekking uit de VN-mensenrechtenraad en bedreigingen tegen het Internationaal Strafhof [16](#page=16).
Massacommunicatie en kunstmatige intelligentie maakten mensenrechtenschendingen zichtbaarder. Migratie en de uitdagingen om opvang te voorzien, leidden tot spanningen. Hoven en rechtbanken werden soms als schietschijf behandeld vanwege hun evolutieve interpretatie van rechten, wat het beginsel van de rechtsstaat ondermijnde. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) paste het non-refoulementbeginsel soepeler toe, maar voorlopige maatregelen van internationale rechtbanken werden niet altijd uitgevoerd [16](#page=16).
#### 3.1.5 Recente evolutie en terugval
De mensheid heeft een evolutie doorgemaakt van nationale mensenrechten naar versnelde internationalisering na WOII. Momenteel is er deels sprake van een terugval, met landen die zich terugtrekken uit verdragen (bv. het VK dat overweegt zich terug te trekken uit het EVRM) [17](#page=17).
#### 3.1.6 Vierde generatie mensenrechten
Er wordt gesproken over een vierde generatie mensenrechten, vaak gelinkt aan technologische en biotechnologische ontwikkelingen. Dit omvat rechten op toegang tot internet, rechten met betrekking tot klonen, en het recht van toekomstige generaties [17](#page=17).
### 3.2 Kritieken op mensenrechten
#### 3.2.1 Utilitarisme
Het utilitarisme, met Jeremy Bentham als voorstander, beschouwt natuurlijke rechten als ficties. Volgens deze visie leiden natuurlijke rechten tot burgerlijke onrust, ongehoorzaamheid en revolutie. Rechten en vrijheden worden gezien als een vrucht van de wet (positief recht), wat betekent dat er geen rechten buiten de wet bestaan en dat rechten democratisch kunnen worden ingeperkt. Handelingen moeten beoordeeld worden op basis van hun nut (utility) voor mensen. Sinds John Stuart Mill worden mensenrechten echter als compatibel met utilitarisme beschouwd, wanneer ze bijdragen aan het algemeen welzijn. Tegenwoordig worden de meeste mensenrechten als relatieve rechten gezien die aan beperkingen onderworpen kunnen worden [17](#page=17).
#### 3.2.2 Marxisme
Vanuit marxistisch perspectief wordt de "Déclaration des droits de l’homme et du Citoyen" gezien als een product van een burgerlijk samenlevingsmodel dat niet leidde tot de emancipatie van de mens. Liberale mensenrechten worden bekritiseerd omdat ze geen emancipatie bieden en het egoïstische individu benadrukken. De rechten van de bourgeoisie zouden de ongelijkheid en repressie verbergen. Het recht op vrijheid, dat inhoudt dat men alles mag doen wat niet hindert, het eigendomsrecht, en het recht op veiligheid worden gezien als instrumenten die egoïsme garanderen en de heersende klasse dienen [17](#page=17).
#### 3.2.3 Cultureel relativisme
Cultureel relativisme stelt dat mensenrechten niet universeel zijn en niet aan elk land mogen worden opgelegd. Bepaalde culturele gebruiken zouden geen mensenrechtenschending uitmaken. Een discussie in 1947 door antropologen in de VS vroeg zich af hoe de voorgestelde Verklaring van de Rechten van de Mens van toepassing kon zijn op alle mensen, en niet slechts een reflectie van de waarden van West-Europa en Amerika. Hoewel culturen zelden homogeen zijn en de bevolking vaak steun biedt aan mensenrechten, pleit men voor een gedifferentieerde toepassing van mensenrechten in verschillende culturele contexten, mits de essentie behouden blijft. De "margin of appreciation" (beoordelingsmarge van staten) bij het interpreteren en implementeren van rechten wordt hierbij erkend, maar er is een "rode lijn" waarbinnen bepaalde praktijken, zoals vrouwenbesnijdenis en discriminatie, niet getolereerd worden [18](#page=18).
#### 3.2.4 Feminisme
Verschillende feministische stromingen bekritiseren de traditionele mensenrechten [18](#page=18).
* **Liberaal feminisme:** Streeft naar gelijke behandeling van vrouwen en mannen en wetgeving die sekse- en gendergelijkheid garandeert [18](#page=18).
* **Cultureel feminisme:** Stelt dat mannen en vrouwen verschillende denkpatronen hebben (mannen: logisch, abstract, deductief; vrouwen: emotioneel, concreet, contextueel). Mensenrechtenrecht, dat gericht is op individuen en decontextualiseert is, moet worden aangepast aan het vrouwelijke denken [18](#page=18).
* **Radicaal feminisme:** Ziet vrouwen als lustobjecten en onderdrukten. Mensenrechten worden gezien als een door mannen gecreëerd, niet-neutraal gegeven dat de noden van vrouwen niet adequaat aanpakt, waardoor seksuele subordinatie voortduurt. Huiselijk geweld is een voorbeeld dat pas recent meer aandacht krijgt, met verdragen zoals het Istanbulverdrag [18](#page=18).
* **Postmoderne feminisme:** Erkent dat niet alle vrouwen in een marginale positie verkeren en dat factoren zoals rijkdom, huidskleur, nationaliteit en beperkingen een rol spelen. Dit perspectief pleit voor het transformatieve potentieel van feministische mensenrechtenpraktijken ten gunste van collectieve rechtvaardigheid [18](#page=18).
#### 3.2.5 Post-kolonialisme
Postkolonialisme bekritiseert de liberale traditie waarin het individu centraal staat als drager van mensenrechten. De koloniale logica van 'civiliseren' door rechten en gendergelijkheid te brengen, wordt gezien als een rechtvaardiging voor interventies. Er is te weinig aandacht voor groepsrechten en het multinationale karakter van postkoloniale staten wordt niet altijd adequaat meegenomen. Mensenrechten worden als gebrekkig beschouwd, maar nuttig mits er aandacht is voor uitgesloten groepen [18](#page=18).
### 3.3 Hedendaagse uitdagingen en terugvallen
De hedendaagse uitdagingen op het gebied van mensenrechten omvatten de terugtrekking van landen uit internationale verdragen, zoals de mogelijke terugtrekking van het VK uit het EVRM. Dit wordt aangevuld met de toegenomen zichtbaarheid van schendingen door massamedia en de impact van migratie. De druk op internationale rechtbanken en de uitdagingen om het beginsel van de rechtsstaat te handhaven zijn ook actuele kwesties. De mensheid bevindt zich in een periode van gedeeltelijke terugval, ondanks de hoop op een toekomstige opleving [16](#page=16) [17](#page=17).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Mensenrechten | Fundamentele rechten die inhereren aan alle menselijke wezens, ongeacht hun nationaliteit, verblijfplaats, geslacht, etniciteit, kleur, religie of taal. Ze zijn erop gericht de voorwaarden te scheppen en te garanderen voor een vrije en waardige levenswijze. |
| Inherent karakter | Het kenmerk dat mensenrechten intrinsiek zijn aan de mens; ze kunnen niet worden toegekend, maar slechts worden erkend en bevestigd. Dit impliceert ook hun onvervreemdbaarheid, wat betekent dat men ze niet kan verliezen of afstand ervan kan doen. |
| Universeel karakter | Het beginsel dat mensenrechten universeel gelden voor alle mensen, overal en te allen tijde. Hoewel dit beginsel wordt betwist als een westerse uitvinding, werd het in 1948 door de VN-lidstaten onderschreven. |
| Gelijkheid en menselijke waardigheid | Twee fundamentele beginselen die ten grondslag liggen aan mensenrechten. Gelijkheid houdt in dat iedereen dezelfde rechten moet hebben, terwijl menselijke waardigheid verwijst naar de inherente gelijke waarde van personen en de plicht om deze te respecteren. |
| Burgerlijke rechten | Rechten die individuen beschermen tegen ongeoorloofd overheidsoptreden, zoals het recht op persoonlijke vrijheid en het verbod op foltering. Dit worden ook wel afweerrechten genoemd. |
| Politieke rechten | Rechten die burgers in staat stellen deel te nemen aan het staatsgezag, zoals het recht op vrije verkiezingen en vrije meningsuiting. |
| Economische, sociale en culturele rechten (ECOSOC-rechten) | Rechten die de overheid verplichten voorwaarden te scheppen voor een waardig bestaan, waaronder het recht op huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs. |
| Solidariteitsrechten (derde generatie rechten) | Collectieve rechten die gericht zijn op het waarborgen van een globale toestand voor bepaalde groepen of gemeenschappen, zoals het recht op vrede en ontwikkeling. |
| Natuurrecht | Een filosofische stroming die stelt dat er universele, inherente wetten bestaan die voortvloeien uit de natuur of rede, en waaraan menselijke wetten getoetst moeten worden. |
| Rechtspositivisme | Een juridische filosofie die stelt dat rechten bestaan omdat ze door de overheid of wetgever zijn vastgelegd, in tegenstelling tot het natuurrecht dat rechten als inherent beschouwt. |
| Algemene Verklaring van de Rechten van de Mens (AVRM) | Een belangrijke VN-resolutie uit 1948 die de fundamentele rechten en vrijheden van de mens vastlegt, hoewel juridisch niet bindend, heeft het grote morele en politieke invloed. |
| VN Covenants (BUPO en ECOSOC) | Twee verdragen uit 1966 die voortvloeien uit de AVRM en die specifiek burgerlijke en politieke rechten (BUPO) respectievelijk economische, sociale en culturele rechten (ECOSOC) uitwerken. Ze zijn juridisch bindend voor ondertekenende staten. |
| Cultureel relativisme | De opvatting dat mensenrechten niet universeel toepasbaar zijn, maar moeten worden geïnterpreteerd binnen de context van specifieke culturele, historische en religieuze achtergronden. |
| Feminisme | Een reeks bewegingen en ideologieën die streven naar gelijke rechten en kansen voor vrouwen. In de context van mensenrechten bekritiseert het vaak de mannelijke bias in traditionele mensenrechtenconcepten. |
| Postkolonialisme | Een kritische benadering die de langdurige impact van kolonialisme op maatschappelijke structuren, machtsverhoudingen en culturele identiteiten onderzoekt, met specifieke aandacht voor de rol van mensenrechten in deze context. |