Cover
Börja nu gratis 11 Academiejaar 2024-2025 (werkloosheid - overbruggingsrecht).pptx
Summary
# Organisatie en beheer van werkloosheidsuitkeringen
Dit topic behandelt de organisatie en het beheer van werkloosheidsuitkeringen, met een focus op de rol van overheidsinstanties en uitbetalingsinstellingen.
## 1. Rol van overheidsinstanties
### 1.1 Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA)
De RVA is de centrale overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor het beheer van werkloosheidsuitkeringen. Haar takenpakket omvat:
* Beslissen over het recht op werkloosheidsuitkeringen.
* Vaststellen van de hoogte van de werkloosheidsuitkeringen.
* Controleren van de naleving van de verplichtingen door werklozen.
* Opleggen van sancties bij niet-naleving van deze verplichtingen, wat kan leiden tot uitsluiting van het recht op uitkeringen.
* Controleren van de betalingen die door de uitbetalingsinstellingen worden verricht.
### 1.2 Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB)
In Vlaanderen speelt de VDAB een cruciale rol in de begeleiding van werklozen naar werk. De VDAB faciliteert dit proces door:
* Het aanbieden van opleidingen, begeleide tewerkstelling en stages.
* Het matchen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.
* Het toekennen van premies aan werkgevers en werkzoekenden.
* Sinds 1 juli 2014 is de VDAB, via haar Controledienst, ook bevoegd voor de controle op de 'werkwilligheid' van werklozen en kan zij sancties opleggen bij 'niet-werkwilligheid', wat kan resulteren in uitsluiting van het recht op werkloosheidsuitkeringen.
## 2. Uitbetalingsinstellingen
Werklozen hebben de keuze om zich aan te sluiten bij een van de drie representatieve werknemersorganisaties (ACV, ABVV of ACLVB) of bij de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW). Dit systeem van institutioneel pluralisme zorgt ervoor dat de uitbetalingen via deze uitbetalingsinstellingen verlopen.
De taken van een uitbetalingsinstelling zijn:
* Het indienen van dossiers bij de RVA.
* Het uitbetalen van de werkloosheidsuitkeringen aan de werkloze, conform de beslissingen van de RVA.
Het is belangrijk te benadrukken dat uitbetalingsinstellingen zelf geen beslissingen nemen over het recht of de hoogte van de uitkeringen.
## 3. Soorten werkloosheidsregimes
Er zijn verschillende regimes voor werkloosheidsuitkeringen:
### 3.1 Volledige werkloosheid
Dit regime is van toepassing wanneer een werknemer na een voltijdse of deeltijdse tewerkstelling volledig werkloos is. Ook pas afgestudeerden die nog onvoldoende werkervaring hebben om recht te maken op uitkeringen na het beëindigen van hun studies, kunnen hieronder vallen, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan.
#### 3.1.1 Toelaatbaarheidsvereisten voor volledige werkloosheid
Deze vereisten zijn opgedeeld in twee categorieën:
**a) Op basis van arbeid:**
* **Bewijs van voldoende arbeids- of gelijkgestelde dagen:** Dit betreft dagen van effectieve tewerkstelling als werknemer, waarbij loon werd betaald en sociale zekerheidsbijdragen werden ingehouden, alsook bepaalde dagen van inactiviteit direct voorafgaand aan de aanvraag (de referteperiode).
* **Aantal dagen en duur van de referteperiode:** Dit is afhankelijk van de leeftijd van de aanvrager op de datum van de aanvraag:
* Jonger dan 36 jaar: 312 dagen in 21 maanden.
* Tussen 36 en 49 jaar: 468 dagen in 33 maanden.
* Ouder dan 50 jaar: 624 dagen in 42 maanden.
* **Behoud van toelaatbaarheid:** De toelaatbaarheid blijft behouden gedurende 3 jaar na de laatste dag van uitkering.
**b) Op basis van studies (inschakelingsuitkering):**
* **Studies afgerond:** Er moet een diploma van secundair onderwijs zijn behaald.
* **Beroepsinschakelingsperiode:** Na het beëindigen van de studies moet er een periode van 310 dagen worden overbrugd, hetzij door tewerkstelling als werknemer, hetzij door inschrijving als werkzoekende bij de VDAB, of een combinatie van beide.
* **Leeftijdsvoorwaarde:** De aanvrager moet jonger zijn dan 25 jaar op de datum van de aanvraag.
* **Actief zoeken naar werk:** De jongere moet gedurende 36 maanden actief naar werk hebben gezocht, met minstens twee positieve evaluaties door de VDAB. De jongere wordt opgevolgd door de VDAB.
* **Duur:** De jongere heeft gedurende 36 maanden recht op een forfaitaire inschakelingsuitkering.
#### 3.1.2 Toekenningsvoorwaarden voor volledige werkloosheid
Om recht te hebben op een werkloosheidsuitkering, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
* **Zonder arbeid zijn:**
* **Arbeid voor zichzelf:** Enkel beheer van eigen vermogen is toegestaan, mits deze activiteit niet gericht is op winstoogmerk, geen waardevermeerdering van bezit veroorzaakt, en het zoeken en uitoefenen van arbeid niet in gevaar brengt. Het uitoefenen van een mandaat in een vennootschap met winstoogmerk (bv. zaakvoerder) wordt beschouwd als arbeid voor zichzelf en is niet toegestaan. De uitoefening van een bestaand bijberoep voor zichzelf is onder strikte voorwaarden mogelijk. Arbeid voor zichzelf moet worden aangeduid op het controledocument, anders volgt verlies van uitkeringen.
* **Arbeid voor een derde (als werknemer of zelfstandige):** Elke arbeid voor een derde met materieel voordeel is verboden. Er geldt een vermoeden dat elke arbeid voor een derde materieel voordeel oplevert. Vrijwilligerswerk en gratis werk voor privépersonen zijn toegestaan mits voorafgaande toestemming. De uitoefening van een bestaand bijberoep voor derde is onder bepaalde voorwaarden mogelijk. Ook hier geldt de plicht om arbeid voor derden aan te duiden op het controledocument, met sanctie van verlies van uitkeringen.
* **Zonder loon zijn:** Dit betreft het recht op loon in de brede zin, inclusief opzeggingsvergoedingen en vakantiegeld. Als de werkgever het loon niet betaalt, kan de werkloze wel voorlopige uitkeringen bekomen. Het niet hebben van een recht op loon is een voorwaarde voor uitkeringen.
* **Onvrijwillig werkloos zijn:**
* **Bij aanvang van de werkloosheid:** Ontslag nemen of akkoord gaan met beëindiging zonder wettige reden leidt tot uitsluiting. Ontslag door de werkgever omwille van foutief gedrag van de werknemer leidt eveneens tot uitsluiting. Ontslag door de werkgever om andere redenen geeft recht op uitkeringen.
* **Tijdens de duur van de werkloosheid:** Het weigeren van passend werk, niet ingaan op uitnodigingen van werkgevers of de VDAB, of niet meewerken aan re-integratiemaatregelen kan leiden tot uitsluiting. De VDAB controleert en legt sancties op.
* **Passende arbeid:** Hierbij wordt rekening gehouden met functie, loon en plaats van tewerkstelling, maar persoonlijke voorkeuren of vooruitzichten op ander werk zijn irrelevant.
* **Beschikbaar zijn op de arbeidsmarkt:**
* **Fysieke beschikbaarheid:** Onbeschikbaarheid (bv. door detentie of verblijf in het buitenland buiten redelijke vakantieperiodes) leidt tot verlies van uitkeringen.
* **Morele beschikbaarheid:** Het stellen van onaanvaardbare voorwaarden voor weder-tewerkstelling is niet toegestaan. De VDAB controleert en legt sancties op.
* **Inschrijving als werkzoekende bij de VDAB:** Dit is een verplichte stap.
* **Arbeidsgeschikt zijn:** Werkloosheidsuitkeringen zijn niet cumuleerbaar met ziekteuitkeringen.
* **Minimale en maximale leeftijd:** Uitkeringen zijn mogelijk na einde leerplicht en niet na het bereiken van de pensioenleeftijd.
* **Hoofdverblijfplaats in België:** Dit is vereist.
* **Zich onderwerpen aan controle en begeleiding:** Werklozen moeten zich aanmelden bij de VDAB, in het bezit zijn van een controlekaart, schrappingen aanbrengen en meewerken aan begeleiding en evaluatie door de VDAB. Sancties hierbij kunnen uitsluiting of vermindering van uitkeringen zijn.
### 3.2 Werkloosheidsuitkeringen voor deeltijdse werknemers
Dit betreft specifieke regelingen voor werknemers die deeltijds tewerkgesteld waren.
### 3.3 Tijdelijke werkloosheid
Dit regime geldt wanneer een werknemer een arbeidsovereenkomst heeft, maar deze tijdelijk niet kan worden uitgevoerd. De werkgever is in dit geval niet verplicht loon te betalen, en de werknemer treft geen schuld. Voorbeelden zijn:
* Schade aan het bedrijf waardoor heropbouw nodig is.
* Niet kunnen werken tijdens de coronapandemie wegens verplichte quarantaine.
* Een specifieke Belgische regeling die werkgevers toelaat de arbeidsovereenkomst te schorsen wegens 'gebrek aan werk'.
### 3.4 Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT)
Dit stelsel, voorheen bekend als brugpensioen, biedt een uitkering aan werknemers die aan bepaalde leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voldoen en hun loopbaan beëindigen vóór de normale pensioenleeftijd.
## 4. Omvang van werkloosheidsuitkeringen
De hoogte van de werkloosheidsuitkering wordt bepaald op basis van:
### 4.1 Laatst verdiende brutoloon
Het brutoloon is begrensd. Er zijn verschillende grensbedragen, een hoogste en een laagste. In sommige gevallen wordt een forfaitair bedrag toegekend dat niet afhankelijk is van het laatste loon.
### 4.2 Werkelijke gezinssituatie
Er wordt rekening gehouden met de gezinssituatie:
* Gezinshoofd: ontvangt de hoogste uitkering.
* Samenwonende: ontvangt de laagste uitkering.
* Alleenstaande: een tussenliggende uitkering.
Situaties zoals cohousing worden geval per geval beoordeeld om te bepalen of iemand als alleenstaande of samenwonende wordt beschouwd. Domiciliefraude wordt actief opgespoord.
### 4.3 Duur van de werkloosheid
De uitkering daalt naarmate de werkloosheid langer duurt. Dit is een complex systeem met verschillende vergoedingsperiodes die afhankelijk zijn van de gezinssituatie:
* **Periode 0 tot 3 maanden:** 65% voor alle werklozen (met een maximumbedrag).
* **Periode 4 tot 12 maanden:** 60% voor alle werklozen (met een variabel grensbedrag).
* **Vanaf de 13e tot maximaal 24 maanden:** 60%, 55% of 40%, afhankelijk van de gezinssituatie. Deze periode is langer naarmate het beroepsverleden langer is.
* **Vanaf 25 maanden:** Verdere daling naar een uiteindelijke forfaitaire uitkering, waarvan het bedrag afhangt van de gezinssituatie (met een minimumbedrag).
Kenmerkend is de **degressiviteit** van de uitkeringen, hoewel er voorlopig geen beperking in de tijd geldt.
## 5. Omvang van de inschakelingsuitkering
De hoogte van de inschakelingsuitkering hangt af van de gezinssituatie (gezinshoofd, alleenstaande, samenwonende) en de leeftijd van de jongere (jonger dan 18 jaar, tussen 18 en 20 jaar, ouder dan 20 jaar). Deze uitkering is forfaitair en is niet afhankelijk van een verdiend loon. Het bedrag varieert van een minimum tot een maximum per maand.
## 6. Overbruggingsrecht voor zelfstandigen
Dit is een vorm van werkloosheidsuitkering voor zelfstandigen die hun activiteit gedwongen stopzetten of om economische redenen.
### 6.1 Rechthebbenden
Zelfstandigen komen in aanmerking indien zij hun activiteit stopzetten door:
* Faillissement of onverwachte omstandigheden (natuurramp, brand, beschadiging, allergie).
* Een beslissing van een derde of een gebeurtenis met economische impact.
* Economische redenen of tijdens een door de overheid erkende crisis (bv. coronacrisis).
### 6.2 Voorwaarden
* **Zelfstandige in hoofdberoep:** Gedurende 4 kwartalen zelfstandige activiteit met betaalde bijdragen.
* **Geen beroepsactiviteit meer uitoefenen:** Ook geen recht op een ander vervangingsinkomen (bv. ziekteuitkering).
* **Hoofdverblijfplaats in België.**
* **Geen bedrog gepleegd hebben.**
### 6.3 Bedrag
Het bedrag is forfaitair en maandelijks, afhankelijk van de gezinssituatie:
* Zelfstandige met gezinslast: een bepaald bedrag.
* Zelfstandige zonder gezinslast: een lager bepaald bedrag.
### 6.4 Beperking in de tijd
Het overbruggingsrecht wordt toegekend voor 12 maanden. Na stopzetting van een nieuwe activiteit die opnieuw wordt onderbroken, kan opnieuw overbruggingsrecht worden verkregen, afhankelijk van de periode van activiteit sinds de vorige stopzetting, met een maximum van nog eens 12 maanden.
### 6.5 Bijkomend voordeel
Gedurende de periode van het overbruggingsrecht behouden zelfstandigen het recht op terugbetaling van ziektekosten en gezinsbijslag. De organisatie en uitbetaling van het overbruggingsrecht gebeurt door de verzekeringskas voor zelfstandigen of de Hulpkas voor Zelfstandigen (HSV), waarbij de zelfstandige is aangesloten.
---
# Soorten werkloosheidsregimes en toelaatbaarheidsvereisten
Dit topic behandelt de verschillende vormen van werkloosheid en de voorwaarden waaraan men moet voldoen om in aanmerking te komen voor werkloosheidsuitkeringen, gebaseerd op arbeid of studies.
### 2.1 Organisatie van werkloosheidsuitkeringen
De organisatie van werkloosheidsuitkeringen in België omvat verschillende instanties die elk een specifieke rol spelen:
* **RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening):** De RVA is de centrale instantie die beslist over het recht op en de hoogte van werkloosheidsuitkeringen. Daarnaast controleert de RVA de naleving van de verplichtingen door werklozen en legt sancties op bij niet-naleving, wat kan leiden tot uitsluiting van uitkeringen. De RVA controleert ook de betalingen die door de uitbetalingsinstellingen worden verricht.
* **VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding - in Vlaanderen):** De VDAB begeleidt werklozen naar werk door middel van opleidingen, begeleide tewerkstelling en stages. De VDAB brengt vraag en aanbod op de arbeidsmarkt samen en kan premies toekennen. Vanaf een bepaald moment is de VDAB ook verantwoordelijk voor de controle op 'werkwilligheid' en kan sancties opleggen bij 'niet-werkwilligheid'.
* **Uitbetalingsinstellingen:** Werklozen kunnen kiezen uit een van de drie representatieve werknemersorganisaties (ACV, ABVV, ACLVB) of de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW). Deze instellingen dienen het dossier in bij de RVA, betalen de uitkeringen uit volgens de beslissing van de RVA en nemen zelf geen beslissingen over het recht op uitkeringen.
### 2.2 Soorten werkloosheidsregimes
Er worden verschillende regimes van werkloosheid onderscheiden:
#### 2.2.1 Volledige werkloosheid
Volledige werkloosheid treedt op wanneer een werknemer, na voltijdse tewerkstelling, zonder werk valt. Dit kan ook het geval zijn voor deeltijdse werknemers, maar dit wordt hier niet verder besproken. Daarnaast kan volledige werkloosheid optreden na het beëindigen van studies voor pas afgestudeerden die nog niet of onvoldoende lang gewerkt hebben.
#### 2.2.2 Werkloosheidsuitkeringen voor deeltijdse werknemer
Dit regime wordt in dit document niet verder uitgediept.
#### 2.2.3 Tijdelijke werkloosheid
Bij tijdelijke werkloosheid blijft de arbeidsovereenkomst bestaan, maar wordt deze tijdelijk niet uitgevoerd. De werkgever is niet verplicht loon te betalen, en de werknemer treft geen schuld. Dit kan voorkomen in situaties zoals een bedrijf dat tijdelijk niet kan opereren door bijvoorbeeld brand, overheidsmaatregelen (zoals tijdens de coronapandemie) of ziekte van een gezinslid waardoor de werknemer niet kan werken. In België kan een werkgever de arbeidsovereenkomst schorsen wegens 'gebrek aan werk'.
#### 2.2.4 Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT)
Dit regime wordt in dit document niet verder uitgediept.
### 2.3 Toelaatbaarheidsvereisten voor werkloosheidsuitkeringen (volledige werkloosheid)
Om in aanmerking te komen voor werkloosheidsuitkeringen bij volledige werkloosheid, moet men voldoen aan bepaalde toelaatbaarheidsvereisten, die gebaseerd kunnen zijn op arbeid of studies.
#### 2.3.1 Op basis van arbeid
Om uitkeringen te ontvangen op basis van arbeid, moet men bewijs leveren van voldoende arbeidsdagen of gelijkgestelde dagen in een specifieke referteperiode die onmiddellijk voorafgaat aan de aanvraag.
* **Arbeidsdagen:** Dit zijn dagen van effectieve tewerkstelling als werknemer, waarbij minimaal het minimumloon werd betaald en socialezekerheidsbijdragen werden ingehouden.
* **Gelijkgestelde dagen:** Dit zijn bepaalde dagen van inactiviteit die meetellen als arbeidsdagen, zoals periodes van ziekte, moederschapsrust, of arbeidsongevallen.
Het aantal te bewijzen dagen en de duur van de referteperiode variëren naargelang de leeftijd van de aanvrager op de datum van de aanvraag:
* **Jonger dan 36 jaar:** 312 dagen in een periode van 21 maanden.
* **Tussen 36 en 49 jaar:** 468 dagen in een periode van 33 maanden.
* **50 jaar en ouder:** 624 dagen in een periode van 42 maanden.
> **Tip:** Er bestaan diverse uitzonderingsregels met betrekking tot het aantal te bewijzen dagen en de referteperiode. Het recht op toelaatbaarheid blijft behouden gedurende drie jaar na de laatste dag van uitkeringen. Er wordt standaard gerekend met 6 dagen per week.
#### 2.3.2 Op basis van studies (inschakelingsuitkering)
Werkzoekenden die bepaalde studies hebben afgerond en nog niet aan de arbeidsvoorwaarden voldoen, kunnen in aanmerking komen voor een inschakelingsuitkering.
* **Studies afgerond:** Dit geldt voor studies van secundair onderwijs of hoger onderwijs.
* **Beroepsinschakelingsperiode:** Na het beëindigen van de studies volgt een beroepsinschakelingsperiode van 310 dagen. Gedurende deze periode moet men ofwel tewerkgesteld zijn geweest als werknemer, ofwel ingeschreven zijn als werkzoekende bij de VDAB, of een combinatie van beide.
* **Leeftijdsvoorwaarde:** Men moet ouder zijn dan 18 jaar en jonger dan 25 jaar op de datum van de aanvraag.
* **Activiteit:** Gedurende 36 maanden moet men actief op zoek zijn gegaan naar werk, wat wordt ondersteund door minimaal twee positieve evaluaties door de VDAB. De jongere wordt opgevolgd door de VDAB.
* **Duur van de uitkering:** Jongeren hebben gedurende 36 maanden recht op een forfaitaire inschakelingsuitkering.
> **Tip:** Bij afstuderen in juni of juli kan men vanaf 1 augustus van dat jaar een aanvraag indienen.
### 2.4 Toekenningsvoorwaarden werkloosheidsuitkeringen
Naast de toelaatbaarheidsvereisten moet men ook voldoen aan de toekenningsvoorwaarden om daadwerkelijk werkloosheidsuitkeringen te ontvangen.
#### 2.4.1 Zonder arbeid zijn
Werklozen mogen geen arbeid voor zichzelf uitoefenen. Enkel het beheer van eigen vermogen, zonder winstoogmerk of waardevermeerdering, en zonder het zoeken of uitoefenen van arbeid in gevaar te brengen, is toegelaten.
* **Niet toegelaten:** Het uitoefenen van een mandaat in een vennootschap met winstoogmerk (bv. zaakvoerder of bestuurder) of het starten van een nieuwe zelfstandige activiteit.
* **Voorwaarden voor bestaand bijberoep:** Het uitoefenen van een bestaand bijberoep als zelfstandige is onder strikte voorwaarden toegelaten.
* **Sanctie:** Werklozen die voor zichzelf werken, lopen het risico op verlies van uitkeringen voor de dagen waarop deze activiteit werd uitgeoefend.
Elke arbeid voor een derde (als werknemer of zelfstandige) met materieel voordeel is verboden. Er geldt een vermoeden dat elke arbeid voor een derde materieel voordeel oplevert.
* **Toegelaten:** Vrijwilligerswerk en gratis werk voor privépersonen zijn toegelaten mits voorafgaande toestemming.
* **Voorwaarden voor bestaand bijberoep:** Het uitoefenen van een bestaand bijberoep als werknemer is onder bepaalde voorwaarden toegelaten.
* **Sanctie:** Werklozen die voor een derde werken, lopen het risico op verlies van uitkeringen voor de dagen waarop deze activiteit werd uitgeoefend.
> **Tip:** Arbeid voor zichzelf of voor een derde moet worden aangeduid op het controledocument.
#### 2.4.2 Zonder loon zijn
Het hebben van recht op loon, zelfs indien dit niet wordt uitbetaald door de werkgever (bv. bij een opzeggingsvergoeding of vakantiegeld), verhindert het recht op uitkeringen. Indien de werkgever het loon niet betaalt, kan de werkloze wel voorlopige uitkeringen bekomen.
#### 2.4.3 Onvrijwillig werkloos zijn
Bij de aanvang van de werkloosheid moet de reden van het arbeidsverlies onvrijwillig zijn.
* **Recht op uitkeringen:** Als de werknemer ontslagen wordt door de werkgever en dit niet omwille van foutief gedrag van de werknemer.
* **Uitsluiting:** Als de werknemer zelf ontslag neemt zonder wettige reden, of als de werkgever de werknemer ontslaat omwille van foutief gedrag. De RVA controleert het ontslagmotief.
> **Voorbeeld:** Een verhuizing omwille van de job van de partner kan een wettige reden zijn voor ontslag, afhankelijk van de specifieke omstandigheden.
Tijdens de duur van de werkloosheid mag een werkloze geen passend werk weigeren en moet hij/zij ingaan op uitnodigingen om zich aan te bieden bij een werkgever of de VDAB. Ook het niet meewerken aan re-integratiemaatregelen leidt tot uitsluiting. De VDAB controleert dit en kan sancties opleggen.
"Passende arbeid" houdt rekening met functie, loon, plaats van tewerkstelling en arbeidsvoorwaarden. Persoonlijke voorkeuren of vooruitzichten op ander werk zijn irrelevant.
#### 2.4.4 Beschikbaar zijn op de arbeidsmarkt
Werklozen moeten fysiek en moreel beschikbaar zijn op de arbeidsmarkt.
* **Fysieke beschikbaarheid:** Onbeschikbaarheid (bv. door detentie of verblijf in het buitenland buiten een redelijke vakantieperiode) leidt tot verlies van uitkeringen.
* **Morele beschikbaarheid:** Het stellen van onaanvaardbare voorwaarden voor weder-tewerkstelling leidt tot uitsluiting.
* **Sanctie:** Uitsluiting voor de duur van de onbeschikbaarheid. De VDAB controleert dit en legt sancties op.
#### 2.4.5 Inschrijving als werkzoekende bij de VDAB
Dit is een voorwaarde voor het ontvangen van uitkeringen, met name voor de uitoefening van controle en begeleiding door de VDAB.
#### 2.4.6 Arbeidsgeschikt zijn
Werkloosheidsuitkeringen zijn niet cumuleerbaar met ziekteuitkeringen.
#### 2.4.7 Minimale en maximale leeftijd
Werkloosheidsuitkeringen zijn mogelijk vanaf het einde van de leerplicht en niet na het bereiken van de pensioenleeftijd.
#### 2.4.8 Hoofdverblijfplaats in België
De werkloze moet zijn hoofdverblijfplaats in België hebben.
#### 2.4.9 Zich onderwerpen aan controle en begeleiding
Werklozen moeten zich onderwerpen aan de controles, zich aanbieden bij de VDAB, de controlekaart in bezit hebben en de schrappingen aanbrengen. Ook moeten zij zich onderwerpen aan de begeleiding en evaluatie door de VDAB.
* **Sanctie:** Uitsluiting of vermindering van werkloosheidsuitkeringen.
### 2.5 Omvang van de werkloosheidsuitkering
De omvang van de werkloosheidsuitkering wordt bepaald door verschillende factoren:
#### 2.5.1 Op basis van het laatst verdiende brutoloon
Het brutoloon is weliswaar de basis, maar er geldt een begrenzing van het brutoloon waarover uitkeringen berekend worden. Deze grensbedragen worden periodiek aangepast. Er bestaan een hoogste en een laagste grensbedrag. In sommige gevallen ontvangt men een forfaitair bedrag dat niet afhankelijk is van het laatste loon.
#### 2.5.2 Op basis van de werkelijke gezinssituatie
De gezinssituatie van de werkloze is bepalend voor de hoogte van de uitkering:
* **Gezinshoofd:** Ontvangt de hoogste uitkering.
* **Samenwonende:** Ontvangt de laagste uitkering.
* **Alleenstaande:** Een tussenliggende uitkering.
Er wordt rekening gehouden met de feitelijke situatie, wat kan leiden tot complexe gevallen (bv. cohousing). Domiciliefraude wordt actief opgespoord.
#### 2.5.3 Op basis van de duur van de werkloosheid
De vergoeding daalt naarmate de werkloosheid langer duurt. Dit is een complex systeem met verschillende vergoedingsperiodes die afhangen van de gezinssituatie.
* **Periode 0 tot 3 maanden:** 65% van het loon (met een maximumbedrag).
* **Periode 4 tot 12 maanden:** 60% van het loon (met een verschillend grensbedrag door de loongrens).
* **Vanaf de 13e tot maximaal 24 maanden:** 60%, 55% of 40% afhankelijk van de gezinssituatie. De periode kan langer zijn naarmate het beroepsverleden langer is.
* **Vanaf 25 maanden:** Verdere daling naar een uiteindelijk forfaitair bedrag, waarvan de hoogte afhangt van de gezinssituatie (met een minimumbedrag).
> **Kenmerkend:** Degressiviteit van de uitkeringen. Voorlopig is er geen algemene beperking in de tijd van de uitkeringen.
#### 2.5.4 Inschakelingsuitkering
De hoogte van de inschakelingsuitkering is forfaitair en hangt af van de gezinssituatie (gezinshoofd, alleenstaande of samenwonende) en de leeftijd van de jongere (jonger dan 18, tussen 18 en 20, of ouder dan 20). Deze uitkering is niet afhankelijk van een eerder verdiend loon.
> **Bedragen:** Minimaal 390 euro tot maximaal 1.730,82 euro per maand.
### 2.6 Overbruggingsrecht voor zelfstandigen
Het overbruggingsrecht is een vorm van werkloosheidsuitkering voor zelfstandigen die hun activiteit gedwongen moeten stopzetten.
#### 2.6.1 Rechthebbenden
Zelfstandigen die hun activiteit stopzetten wegens faillissement, onverwachte omstandigheden (natuurramp, brand, beschadiging, allergie), een beslissing van een derde met economische impact, economische redenen, of een crisis erkend door de overheid (bv. coronacrisis).
#### 2.6.2 Voorwaarden
* **Zelfstandige in hoofdberoep:** Gedurende vier kwartalen zelfstandige activiteit en bijdragen betaald hebben.
* **Geen beroepsactiviteit meer uitoefenen.**
* **Geen recht op ander vervangingsinkomen:** Zieke zelfstandigen kunnen bijvoorbeeld geen ziekteuitkering cumuleren met het overbruggingsrecht.
* **Hoofdverblijfplaats in België.**
* **Geen bedrog gepleegd hebben.**
#### 2.6.3 Bedrag
Het bedrag is forfaitair en maandelijks, en varieert naargelang de gezinssituatie:
* **Zelfstandige met gezinslast:** 2.007,06 euro.
* **Zelfstandige zonder gezinslast:** 1.606,15 euro.
#### 2.6.4 Beperking in de tijd
Het overbruggingsrecht geldt initieel voor 12 maanden. Bij een nieuwe stopzetting na een onderbreking kan opnieuw een recht op overbruggingsrecht worden toegekend, afhankelijk van de periode van activiteit sinds de vorige stopzetting, met een maximum van nog eens 12 maanden.
#### 2.6.5 Bijkomende voordelen
Behoud van het recht op terugbetaling van ziektekosten en gezinsbijslag.
#### 2.6.6 Organisatie
De uitbetaling en beslissing gebeuren door de verzekeringskas voor zelfstandigen of de HVZ waarbij de zelfstandige is aangesloten.
---
# Toekenningsvoorwaarden voor werkloosheidsuitkeringen
Dit hoofdstuk behandelt de essentiële criteria die iemand moet vervullen om in aanmerking te komen voor een werkloosheidsuitkering.
## 3.1 Algemene principes van werkloosheidsuitkeringen
Werkloosheidsuitkeringen zijn bedoeld als een tijdelijke financiële ondersteuning voor werknemers die onvrijwillig hun werk verliezen. De organisatie die beslist over het recht op en de hoogte van deze uitkeringen is de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). De feitelijke uitbetaling wordt verzorgd door erkende uitbetalingsinstellingen, waaruit de werkloze kan kiezen: een van de werknemersorganisaties (ACV, ABVV, ACLVB) of de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW). De VDAB (in Vlaanderen) speelt een cruciale rol in de begeleiding van werklozen naar werk, inclusief de controle op 'werkwilligheid' en het opleggen van sancties bij niet-naleving.
## 3.2 Vereisten voor toelaatbaarheid
Voordat de toekenningsvoorwaarden worden getoetst, moet men voldoen aan de toelaatbaarheidsvereisten, die gebaseerd zijn op arbeidsdagen of studies.
### 3.2.1 Vereisten op basis van arbeid
Om in aanmerking te komen, moet men bewijs leveren van voldoende arbeids- of gelijkgestelde dagen in een specifieke referteperiode voorafgaand aan de aanvraag.
* **Arbeidsdagen:** Dagen van effectieve tewerkstelling met betaling van minstens het minimumloon en inhouding van socialezekerheidsbijdragen.
* **Gelijkgestelde dagen:** Bepaalde dagen van inactiviteit in de referteperiode.
De duur van de referteperiode en het vereiste aantal dagen hangen af van de leeftijd op de datum van de aanvraag:
* **Jonger dan 36 jaar:** 312 dagen in 21 maanden.
* **Tussen 36 en 49 jaar:** 468 dagen in 33 maanden.
* **Ouder dan 50 jaar:** 624 dagen in 42 maanden.
> **Tip:** Deze cijfers zijn een richtlijn en er kunnen uitzonderingsregels gelden. Het recht op toelaatbaarheid blijft drie jaar behouden na de laatste uitkeringsdag.
### 3.2.2 Vereisten op basis van studies (inschakelingsuitkering)
Jongeren die bepaalde studies hebben afgerond, kunnen recht hebben op een inschakelingsuitkering.
* **Studies:** Afgerond secundair onderwijs.
* **Periode:** 310 dagen van beroepsinschakeling, bestaande uit tewerkstelling als werknemer, inschrijving als werkzoekende bij de VDAB, of een combinatie hiervan.
* **Leeftijd:** Ouder dan 18 jaar en jonger dan 25 jaar op de datum van de aanvraag.
* **Activiteit:** Actief op zoek gegaan naar werk, met minstens twee positieve evaluaties door de VDAB.
* **Duur:** Recht op een forfaitaire inschakelingsuitkering gedurende 36 maanden.
## 3.3 Toekenningsvoorwaarden
Naast de toelaatbaarheidsvereisten, moet de werkloze aan diverse toekenningsvoorwaarden voldoen.
### 3.3.1 Zonder arbeid zijn
Activiteiten die als arbeid voor zichzelf worden beschouwd, zijn over het algemeen niet toegelaten. Enkel beheer van eigen vermogen dat niet is ingeschakeld in het economisch ruilverkeer, zonder winstoogmerk, zonder waardevermeerdering van bezit en zonder het zoeken of uitoefenen van arbeid in gevaar te brengen, is toegestaan.
* **Niet toegelaten:** Uitoefening van een mandaat in een vennootschap met winstoogmerk (bv. zaakvoerder, bestuurder).
* **Onder voorwaarden toegelaten:** Bestaand bijberoep voor zichzelf. In dit geval moet de arbeid worden aangeduid op het controledocument.
* **Sanctie:** Verlies van werkloosheidsuitkeringen voor de dagen waarop men voor zichzelf werkt.
### 3.3.2 Zonder arbeid voor een derde te zijn
Elke arbeid voor een derde met materieel voordeel is verboden. Er bestaat een vermoeden dat elke arbeid voor een derde materieel voordeel oplevert.
* **Toegelaten:** Vrijwilligerswerk en gratis werk voor privépersonen, mits voorafgaande toestemming.
* **Onder voorwaarden toegelaten:** Uitoefenen van een bestaand bijberoep voor derden. Ook hier is het aanduiden van de arbeid op het controledocument vereist.
* **Sanctie:** Verlies van werkloosheidsuitkeringen voor de dagen waarop men voor een derde werkt.
### 3.3.3 Zonder loon te zijn
Het hebben van recht op loon, in brede zin (inclusief opzeggingsvergoedingen of vakantiegeld), volstaat om geen recht op uitkeringen te hebben. Indien de werkgever het loon niet uitbetaalt, kan de werkloze wel voorlopige uitkeringen bekomen.
* **Sanctie:** Verlies van werkloosheidsuitkeringen.
### 3.3.4 Onvrijwillig werkloos zijn
De werkloosheid moet onvrijwillig zijn, zowel bij de aanvang als tijdens de duur van de werkloosheid.
* **Bij aanvang:**
* Ontslag nemen of akkoord gaan met beëindiging zonder wettige reden leidt tot uitsluiting.
* Ontslag door de werkgever, tenzij dit is wegens foutief gedrag van de werknemer, leidt tot recht op uitkeringen.
* Ontslag omwille van foutief gedrag van de werknemer leidt tot uitsluiting. De RVA controleert het ontslagmotief.
* **Tijdens de duur van de werkloosheid:**
* Het passend werk weigeren leidt tot uitsluiting.
* Niet ingaan op een uitnodiging om zich aan te bieden bij een werkgever of de VDAB leidt tot uitsluiting.
* Niet meewerken aan maatregelen gericht op re-integratie op de arbeidsmarkt leidt tot uitsluiting. Dit wordt gecontroleerd en gesanctioneerd door de VDAB.
> **Tip:** De RVA onderzoekt het ontslagmotief om te bepalen of de werkloosheid als onvrijwillig kan worden beschouwd.
#### 3.3.4.1 Passende arbeid
De beoordeling van onvrijwillige werkloosheid wordt getoetst aan het concept van "passende arbeid". Hierbij wordt rekening gehouden met:
* Functie
* Loon
* Plaats van tewerkstelling
* Arbeidsvoorwaarden
Persoonlijke voorkeur, familiale omstandigheden of vooruitzichten op ander werk zijn hierbij irrelevant.
### 3.3.5 Beschikbaar zijn op de arbeidsmarkt
De werkloze moet zowel fysiek als moreel beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt.
* **Fysieke beschikbaarheid:** Onbeschikbaarheid (bv. door detentie, verblijf in het buitenland buiten redelijke vakantieperiodes) leidt tot verlies van uitkeringen.
* **Morele beschikbaarheid:** Het stellen van onaanvaardbare voorwaarden voor weder-tewerkstelling leidt tot uitsluiting voor de duur van de onbeschikbaarheid. Dit wordt gecontroleerd en gesanctioneerd door de VDAB.
### 3.3.6 Ingeschreven zijn als werkzoekende
De inschrijving als werkzoekende bij de VDAB is een essentiële voorwaarde.
### 3.3.7 Arbeidsgeschikt zijn
Werkloosheidsuitkeringen zijn niet cumuleerbaar met ziekteuitkeringen.
### 3.3.8 Leeftijdsgrenzen
De werkloze mag niet jonger zijn dan de leeftijd na het einde van de leerplicht en niet ouder dan de pensioenleeftijd.
### 3.3.9 Hoofdverblijfplaats in België
De hoofdverblijfplaats van de werkloze moet in België zijn.
### 3.3.10 Zich onderwerpen aan controle en begeleiding
De werkloze moet zich onderwerpen aan de controlesystemen en begeleiding:
* Zich aanbieden bij de VDAB.
* In het bezit zijn van een controlekaart en de schrappingen hierop aanbrengen.
* Zich onderwerpen aan de begeleiding en evaluatie door de VDAB.
> **Tip:** Niet-naleving van deze verplichtingen kan leiden tot uitsluiting of vermindering van de werkloosheidsuitkeringen.
## 3.4 Omvang van de werkloosheidsuitkering
De hoogte van de werkloosheidsuitkering wordt bepaald op basis van verschillende factoren.
### 3.4.1 Basis van het laatst verdiende brutoloon
De uitkering is in beginsel gebaseerd op het laatst verdiende brutoloon, dat echter begrensd is. Er zijn twee grensbedragen per maand: een hoogste van 3.365,16 euro en een laagste van 2.930,88 euro. In specifieke gevallen is de uitkering een forfaitair bedrag dat niet afhangt van het laatste loon.
### 3.4.2 Basis van de gezinssituatie
De uitkering is afhankelijk van de werkelijke gezinssituatie:
* Gezinshoofd (hoogste uitkering)
* Samenwonende (laagste uitkering)
* Alleenstaande
Situaties zoals cohousing kunnen complex zijn en worden geval per geval beoordeeld. Domiciliefraude wordt actief opgespoord.
### 3.4.3 Basis van de duur van de werkloosheid (degressiviteit)
De uitkering daalt naarmate de werkloosheid langer duurt. Dit is een complex systeem met verschillende vergoedingsperiodes die variëren op basis van de gezinssituatie:
* **Periode 0 tot 3 maanden:** 65% van het loon, met een maximum van 2.187,38 euro.
* **Periode 4 tot 12 maanden:** 60% van het loon, met een variabel grensbedrag.
* **Vanaf de 13e maand tot maximaal 24 maanden:** 60%, 55% of 40% van het loon, afhankelijk van de gezinssituatie. De periode kan langer zijn naarmate het beroepsverleden langer is.
* **Vanaf 25 maanden:** Verdere daling naar een forfaitair bedrag, afhankelijk van de gezinssituatie, met een minimum van 717,08 euro.
> **Tip:** De degressiviteit van de uitkeringen is kenmerkend, hoewel er voorlopig geen beperking in de tijd is aan de duur van het recht op uitkeringen zelf.
## 3.5 Inschakelingsuitkering (jongeren)
De hoogte van de inschakelingsuitkering voor jongeren hangt af van:
* Gezinssituatie (gezinshoofd, alleenstaande, samenwonende).
* Leeftijd van de jongere (jonger dan 18 jaar, tussen 18 en 20 jaar, of ouder dan 20 jaar).
De uitkering is forfaitair en bedraagt minimaal 390 euro tot maximaal 1.730,82 euro per maand.
## 3.6 Overbruggingsrecht voor zelfstandigen
Dit is een specifieke vorm van werkloosheidsuitkering voor zelfstandigen die hun activiteit gedwongen moeten stopzetten.
### 3.6.1 Rechthebbenden
Zelfstandigen die hun activiteit stopzetten wegens:
* Faillissement of onverwachte omstandigheden (bv. natuurramp, brand, allergie).
* Een beslissing van een derde of een gebeurtenis met economische impact.
* Economische redenen.
* Een door de overheid erkende crisis (bv. coronacrisis).
### 3.6.2 Voorwaarden
* Zelfstandige in hoofdberoep gedurende minstens 4 kwartalen met betaalde bijdragen.
* Geen beroepsactiviteit meer uitoefenen.
* Geen recht op een ander vervangingsinkomen (bv. ziekte-uitkering).
* Hoofdverblijfplaats in België.
* Geen bedrog gepleegd hebben.
### 3.6.3 Bedrag
Het bedrag is forfaitair en maandelijks, naargelang van de gezinssituatie:
* Zelfstandige met gezinslast: 2.007,06 euro.
* Zelfstandige zonder gezinslast: 1.606,15 euro.
### 3.6.4 Beperking in de tijd
Het overbruggingsrecht geldt in principe voor 12 maanden. Na stopzetting van een nieuwe activiteit kan opnieuw recht op overbruggingsrecht ontstaan, afhankelijk van de periode van activiteit sinds de vorige stopzetting, met een maximum van nog eens 12 maanden.
### 3.6.5 Bijkomende voordelen
Recht op terugbetaling van ziektekosten en gezinsbijslag wordt behouden.
### 3.6.6 Organisatie
De verzekeringskas voor zelfstandigen of de Hulpkas voor Zelfstandige Zaken (HSVZ) beslist en betaalt het overbruggingsrecht uit.
---
# Omvang en bepaling van werkloosheidsuitkeringen
Dit topic beschrijft de factoren die de hoogte van een werkloosheidsuitkering bepalen, waaronder het eerdere brutoloon, de gezinssituatie en de duur van de werkloosheid, evenals de specifieke regels voor inschakelingsuitkeringen.
### 4.1 Organisatie en toekenning van werkloosheidsuitkeringen
De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) is verantwoordelijk voor de beslissing over het recht op, en de hoogte van werkloosheidsuitkeringen, alsook voor de controle op de naleving van de verplichtingen door werklozen en het opleggen van sancties bij niet-naleving. De VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) begeleidt werklozen naar werk door middel van opleidingen en stages en controleert op 'werkwilligheid'. Uitbetalingsinstellingen, zoals vakbonden of de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW), dienen het dossier in bij de RVA en betalen de uitkeringen uit volgens de beslissing van de RVA.
Er zijn verschillende soorten werkloosheidsregimes, waaronder:
* Volledige werkloosheid
* Werkloosheidsuitkeringen voor deeltijdse werknemers
* Tijdelijke werkloosheid
* Stelsel van werk-ongelijkheid met bedrijfstoeslag (SWT)
#### 4.1.1 Toelaatbaarheidsvereisten voor werkloosheidsuitkeringen
Om recht te hebben op een werkloosheidsuitkering voor volledige werkloosheid (voltijdse werknemers), moet men voldoen aan bepaalde toelaatbaarheidsvereisten op basis van arbeid of studies, en aan de toekenningsvoorwaarden.
##### 4.1.1.1 Vereisten op basis van arbeid
Men moet bewijs leveren van voldoende arbeids- of gelijkgestelde dagen in een specifieke referteperiode die afhangt van de leeftijd:
* Minder dan 36 jaar: 312 dagen in 21 maanden
* 36 tot 49 jaar: 468 dagen in 33 maanden
* 50 jaar of ouder: 624 dagen in 42 maanden
Er gelden diverse uitzonderingsregels voor het aantal te bewijzen dagen en de referteperiode. Het recht op toelaatbaarheid blijft behouden gedurende drie jaar na de laatste uitkeringsdag.
##### 4.1.1.2 Vereisten op basis van studies (inschakelingsuitkering)
Deze vereisten zijn van toepassing op pas afgestudeerden die nog niet of onvoldoende hebben gewerkt:
* Afgeronde studies van secundair onderwijs of hoger onderwijs.
* Een beroepsinschakelingsperiode van 310 dagen waarin men tewerkgesteld was, ingeschreven was als werkzoekende bij de VDAB, of een combinatie van beide.
* Leeftijdsvoorwaarde: ouder dan 18 jaar en jonger dan 25 jaar op de datum van de aanvraag.
* Actief gezocht hebben naar werk met twee positieve evaluaties door de VDAB.
* Jongeren hebben gedurende 36 maanden recht op een forfaitaire inschakelingsuitkering.
#### 4.1.2 Toekenningsvoorwaarden voor werkloosheidsuitkeringen
Naast de toelaatbaarheidsvereisten, moet men ook voldoen aan de volgende toekenningsvoorwaarden:
* **Zonder arbeid zijn:** Activiteiten voor eigen rekening of voor derden zijn in principe niet toegelaten, behalve het beheer van eigen vermogen onder strikte voorwaarden. Het uitoefenen van een mandaat in een vennootschap met winstoogmerk wordt beschouwd als arbeid voor eigen rekening. Vrijwilligerswerk en gratis werk voor privépersonen zijn toegelaten mits voorafgaande toestemming. Bestaande bijberoepen mogen onder bepaalde voorwaarden worden voortgezet.
> **Tip:** Het aanduiden van arbeid voor eigen rekening of voor derden op het controledocument is cruciaal. Niet-naleving kan leiden tot verlies van uitkeringen.
* **Zonder loon zijn:** Men mag geen recht hebben op een loon, inclusief opzeggingsvergoedingen of vakantiegeld. Indien de werkgever het loon niet betaalt, kan men onder bepaalde voorwaarden voorlopige uitkeringen bekomen.
* **Onvrijwillig werkloos zijn:** Dit betekent dat men niet zelf ontslag heeft genomen zonder wettige reden, en dat men niet ontslagen is omwille van eigen foutief gedrag. Het weigeren van passend werk, het niet verschijnen op uitnodigingen van werkgevers of de VDAB, of het niet meewerken aan re-integratiemaatregelen kan leiden tot uitsluiting.
> **Tip:** "Passend werk" houdt rekening met functie, loon en plaats van tewerkstelling, maar persoonlijke voorkeuren of familiale omstandigheden zijn irrelevant.
* **Beschikbaar zijn op de arbeidsmarkt:** Dit omvat zowel fysieke als morele beschikbaarheid. Onbeschikbaarheid, zoals gedetineerd zijn of verblijven in het buitenland buiten een redelijke vakantieperiode, leidt tot verlies van uitkeringen. Het stellen van onaanvaardbare voorwaarden voor wedertewerkstelling wordt ook gesanctioneerd. De VDAB controleert op deze beschikbaarheid.
* **Ingeschreven zijn als werkzoekende bij de VDAB.**
* **Arbeidsgeschikt zijn:** Werkloosheidsuitkeringen zijn niet cumuleerbaar met ziekteuitkeringen.
* **Minimale en maximale leeftijd:** Men moet de leerplicht voltooid hebben en mag de pensioenleeftijd nog niet bereikt hebben.
* **Hoofdverblijfplaats in België hebben.**
* **Zich onderwerpen aan controle en begeleiding:** Dit omvat het verschijnen bij de VDAB, het bijhouden van de controlekaart en het meewerken aan begeleiding en evaluatie. Sancties kunnen uitsluiting of vermindering van uitkeringen zijn.
### 4.2 Omvang van werkloosheidsuitkeringen
De omvang van een werkloosheidsuitkering wordt bepaald door een combinatie van factoren.
#### 4.2.1 Bepaling op basis van brutoloon
De hoogte van de uitkering is in principe gebaseerd op het laatst verdiende brutoloon. Dit brutoloon is echter begrensd. Er zijn verschillende grensbedragen, met het hoogste grensbedrag op 3.365,16 euro per maand en het laagste grensbedrag op 2.930,88 euro per maand. In bepaalde gevallen wordt een forfaitair bedrag toegekend dat niet afhangt van het laatste loon.
#### 4.2.2 Bepaling op basis van gezinssituatie
De uitkering wordt aangepast aan de feitelijke gezinssituatie van de werkloze. De categorieën zijn:
* Gezinshoofd (hoogste uitkering)
* Alleenstaande
* Samenwonende (laagste uitkering)
Onduidelijke situaties, zoals cohousing, worden geval per geval beoordeeld. Controle op domiciliefraude wordt actief uitgevoerd.
#### 4.2.3 Bepaling op basis van duur van werkloosheid
De uitkering daalt naarmate de werkloosheid langer duurt. Dit is een complex systeem met verschillende vergoedingsperiodes die afhankelijk zijn van de gezinssituatie:
* **Periode 0 tot 3 maanden:** 65% van het loon, met een maximum van 2.187,38 euro.
* **Periode van 4 tot 12 maanden:** 60% van het loon, met een aangepast grensbedrag afhankelijk van de loongrens.
* **Vanaf de 13e maand tot maximaal 24 maanden:** De uitkering daalt naar 60%, 55% of 40%, afhankelijk van de gezinssituatie. De periode kan langer zijn naarmate het beroepsverleden langer is.
* **Vanaf de 25e maand:** Verdere daling naar een forfaitair bedrag dat afhangt van de gezinssituatie, met een minimum van 717,08 euro.
> **Tip:** Kenmerkend voor het systeem is de degressiviteit van de uitkeringen over de tijd, met voorlopig geen beperking in de totale duur van de uitkering.
### 4.3 Inschakelingsuitkering
De inschakelingsuitkering is bedoeld voor jongeren na het beëindigen van studies en heeft een forfaitair karakter. De hoogte van de uitkering hangt af van de gezinssituatie (gezinshoofd, alleenstaande of samenwonende) en de leeftijd van de jongere (jonger dan 18 jaar, tussen 18 en 20 jaar, en ouder dan 20 jaar). De bedragen variëren van minimaal 390 euro tot maximaal 1.730,82 euro per maand.
### 4.4 Overbruggingsrecht voor zelfstandigen
Het overbruggingsrecht is een vorm van werkloosheidsuitkering voor zelfstandigen die hun activiteit gedwongen of om economische redenen stopzetten.
#### 4.4.1 Rechthebbenden en voorwaarden
Zelfstandigen komen in aanmerking indien zij hun activiteit gedwongen hebben stopgezet (bv. faillissement, natuurramp) of indien zij hun activiteit stopzetten om economische redenen, zoals tijdens een door de overheid erkende crisis.
Voorwaarden zijn onder andere:
* Zelfstandige in hoofdberoep zijn gedurende vier kwartalen met betaalde bijdragen.
* Geen beroepsactiviteit meer uitoefenen en geen recht hebben op een ander vervangingsinkomen.
* Hoofdverblijfplaats in België hebben en geen bedrog hebben gepleegd.
#### 4.4.2 Bedrag en duur
Het bedrag is een forfaitair maandelijks bedrag, afhankelijk van de gezinssituatie: 2.007,06 euro voor zelfstandigen met gezinslast en 1.606,15 euro voor zelfstandigen zonder gezinslast. Het overbruggingsrecht is in principe beperkt tot 12 maanden. Een nieuwe aanvraag is mogelijk na een nieuwe onderbreking van een hervatte activiteit, met een maximum van nog eens 12 maanden.
#### 4.4.3 Bijkomende voordelen
Gedurende het overbruggingsrecht behoudt de zelfstandige het recht op terugbetaling van ziektekosten en gezinsbijslag. De organisatie en uitbetaling gebeurt door de verzekeringskas voor zelfstandigen of het sociaal verzekeringsfonds waar de zelfstandige is aangesloten.
---
# Overbruggingsrecht voor zelfstandigen
Dit topic bespreekt het overbruggingsrecht, een financiële ondersteuning voor zelfstandigen die hun activiteit gedwongen moeten stopzetten.
### 5.1 Wat is het overbruggingsrecht?
Het overbruggingsrecht is een vorm van werkloosheidsuitkering specifiek bedoeld voor zelfstandigen die hun zelfstandige activiteit niet vrijwillig, maar gedwongen moeten stopzetten.
### 5.2 Rechthebbenden
De rechthebbenden op het overbruggingsrecht zijn zelfstandigen die hun activiteit gedwongen stopzetten. Dit kan het gevolg zijn van diverse situaties, waaronder:
* **Faillissement:** De zelfstandige wordt failliet verklaard.
* **Onverwachte omstandigheden:** Dit omvat gebeurtenissen zoals een natuurramp, brand, beschadiging van infrastructuur, of het oplopen van een allergie die verdere uitoefening van de activiteit verhindert.
* **Beslissing van een derde of gebeurtenis met economische impact:** Externe factoren die de activiteit onmogelijk maken.
* **Stopzetting om economische redenen:** Zelfstandigen die hun activiteiten stoppen wegens economische noodzaak, met name in geval van een door de overheid erkende crisis, zoals de coronacrisis.
### 5.3 Voorwaarden voor het overbruggingsrecht
Om in aanmerking te komen voor het overbruggingsrecht, dient de zelfstandige aan de volgende voorwaarden te voldoen:
* **Zelfstandige in hoofdberoep:** De aanvrager moet gedurende de vier kwartalen onmiddellijk voorafgaand aan de aanvraag als zelfstandige in hoofdberoep gewerkt hebben en de bijdragen betaald hebben.
* **Geen beroepsactiviteit meer uitoefenen:** De zelfstandige mag momenteel geen enkele beroepsactiviteit meer verrichten.
* **Geen recht op ander vervangingsinkomen:** De zelfstandige mag geen recht hebben op een ander vervangingsinkomen. Zo kan een zieke zelfstandige de uitkering van het overbruggingsrecht niet cumuleren met een ziekteuitkering.
* **Hoofdverblijfplaats in België:** De aanvrager moet zijn hoofdverblijfplaats in België hebben.
* **Geen bedrog gepleegd:** De zelfstandige mag geen frauduleuze praktijken hebben toegepast.
### 5.4 Bedrag van het overbruggingsrecht
Het bedrag van de uitkering is forfaitair en afhankelijk van de gezinssituatie van de zelfstandige:
* **Zelfstandige met gezinslast:** De uitkering bedraagt **2.007,06 euro** per maand.
* **Zelfstandige zonder gezinslast:** De uitkering bedraagt **1.606,15 euro** per maand.
### 5.5 Beperking in de tijd
Het overbruggingsrecht wordt toegekend voor een periode van **12 maanden**.
* **Nieuw overbruggingsrecht na nieuwe onderbreking:** Indien na de initiële stopzetting een nieuwe activiteit wordt gestart die vervolgens opnieuw wordt onderbroken, kan opnieuw een overbruggingsrecht worden toegekend. De duur hiervan hangt af van de periode van activiteit sinds de vorige stopzetting, met een maximum van nog eens 12 maanden.
### 5.6 Bijkomende voordelen
Naast de financiële uitkering, geniet de zelfstandige die gebruikmaakt van het overbruggingsrecht van bijkomende voordelen:
* **Behoud van het recht op terugbetaling van ziektekosten:** De ziektekosten blijven gedekt.
* **Behoud van gezinsbijslag:** De gezinsbijslagen blijven doorlopen.
### 5.7 Organisatie
De organisatie en uitbetaling van het overbruggingsrecht gebeurt door de verzekeringskas voor zelfstandigen of de Hulpkas voor Zelfstandigen en Vakbonden (HSVZ) waarbij de zelfstandige is aangesloten. Deze instanties beslissen over het recht en zorgen voor de betaling.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening) | Een overheidsinstantie die beslist over het recht en de hoogte van werkloosheidsuitkeringen, controles uitvoert en sancties oplegt bij niet-naleving van verplichtingen door werklozen. |
| VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) | In Vlaanderen verantwoordelijk voor de begeleiding van werklozen naar werk via opleidingen, stages, en het samenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Voert ook controle uit op de ‘werkwilligheid’. |
| Uitbetalingsinstellingen | Organisaties, waaronder werknemersorganisaties (ACV, ABVV, ACLVB) en de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW), die dossiers indienen bij de RVA en uitkeringen betalen aan werklozen volgens de beslissingen van de RVA. |
| Volledige werkloosheid | Een regime waarbij een werknemer na voltijdse of deeltijdse tewerkstelling of na het beëindigen van studies zonder werk valt en recht kan hebben op werkloosheidsuitkeringen. |
| Tijdelijke werkloosheid | Een situatie waarbij een werknemer wel een arbeidsovereenkomst heeft, maar deze tijdelijk niet uitgevoerd kan worden, zonder schuld van de werknemer, wat leidt tot schorsing van de arbeidsovereenkomst. |
| Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) | Een specifiek regime dat oudere werknemers toelaat om met vervroegd pensioen te gaan onder bepaalde voorwaarden, als alternatief voor ontslag. |
| Referteperiode | De periode die onmiddellijk voorafgaat aan de aanvraag tot werkloosheidsuitkeringen, waarin het bewijs van voldoende arbeids- of gelijkgestelde dagen geleverd moet worden. |
| Gelijkgestelde dagen | Bepaalde dagen van inactiviteit die meetellen als werkdagen voor de toelaatbaarheidsvereisten voor werkloosheidsuitkeringen, mits ze zich binnen de referteperiode bevinden. |
| Inschakelingsuitkering | Een uitkering die pas afgestudeerden kunnen ontvangen na het beëindigen van hun studies, mits ze voldoen aan bepaalde leeftijds- en inspanningsvoorwaarden om werk te zoeken. |
| Passende arbeid | Werk dat als redelijk wordt beschouwd voor een werkloze om te aanvaarden, waarbij rekening wordt gehouden met functie, loon, plaats van tewerkstelling en arbeidsvoorwaarden, maar persoonlijke voorkeur of familiale omstandigheden zijn irrelevant. |
| Beschikbaarheid op de arbeidsmarkt | De eis dat een werkloze fysiek en moreel beschikbaar moet zijn om werk te aanvaarden, wat betekent dat men geen onaanvaardbare voorwaarden mag stellen voor wedertewerkstelling en zich niet onredelijk mag onbeschikbaar maken. |
| Overbruggingsrecht | Een financiële tegemoetkoming voor zelfstandigen die gedwongen hun activiteit moeten stopzetten, bedoeld als tijdelijk inkomen en om de continuïteit van hun sociale rechten te waarborgen. |
| Degressiviteit van uitkeringen | Het principe waarbij de hoogte van de werkloosheidsuitkering daalt naarmate de periode van werkloosheid langer duurt, om zo de prikkel tot re-integratie op de arbeidsmarkt te verhogen. |
| Werkwilligheid | De verplichting van een werkloze om actief te zoeken naar werk en redelijke aanbiedingen te aanvaarden, een voorwaarde die door instanties zoals VDAB wordt gecontroleerd. |
| Institutioneel pluralisme | Het systeem waarbij de keuze van de werkloze tussen verschillende uitbetalingsinstellingen (werknemersorganisaties of de HVW) centraal staat in de uitbetaling van werkloosheidsuitkeringen. |