Cover
Börja nu gratis Deel 1 - HF 3 - DADING (3).docx
Summary
# Definitie en kenmerken van dading
De definitie en kenmerken van een dadingsovereenkomst vormen de kern van dit studietopic, waarbij de essentie van het beëindigen van geschillen door wederzijdse toegevingen centraal staat.
## 1. Dadingsovereenkomst
### 1.1 Definitie en wettelijke basis
Een dading is een contract waarbij partijen een gerezen geschil beëindigen of een toekomstig geschil voorkomen. Dit wordt geregeld in artikel 2044 van het Burgerlijk Wetboek. Het kernprincipe van een dading is de beëindiging of voorkoming van een geschil door middel van wederzijdse concessies of toegevingen van de betrokken partijen.
> **Tip:** Het spreekwoord "water bij de wijn doen" vat de essentie van wederzijdse toegevingen perfect samen.
### 1.2 Kenmerken van een dadingsovereenkomst
Ondanks dat het Burgerlijk Wetboek specifieke bepalingen bevat, wordt een dading beschouwd als een consensuele overeenkomst en geen plechtige overeenkomst. De schriftelijke vorm is primair een bewijsvereiste, en niet zozeer een geldigheidsvereiste, hoewel overeenkomsten boven een bepaald bedrag in het algemeen schriftelijk moeten worden vastgelegd voor bewijsdoeleinden. Bij een dading is dit echter altijd van toepassing.
Essentiële bestanddelen van een dading zijn:
* **Gerezen of toekomstig geschil:** Er moet een concreet geschil bestaan of de dreiging van een toekomstig geschil.
* **Wederzijdse toegevingen:** Beide partijen moeten iets opgeven of toegeven om tot een akkoord te komen. Deze toegevingen hoeven niet gelijkwaardig te zijn.
* **Animus transactionis:** De wil om het geschil definitief te beslechten moet aanwezig zijn.
#### 1.2.1 Dading als vaststellingsovereenkomst
Een dading kan worden gezien als een specifieke toepassing van een ruimere categorie, namelijk de vaststellingsovereenkomst. Het doel is om onzekerheid of een geschil te beëindigen door de juridische waarheid vast te stellen. Eenmaal een dading is gesloten, is tegenbewijs over het vastgestelde geschil in principe niet meer mogelijk.
#### 1.2.2 Verschil met andere overeenkomsten
Een dading is een **benoemd contract** met eigen regels in het Burgerlijk Wetboek (art. 2044-2058). Een vaststellingsovereenkomst daarentegen is een **onbenoemd contract** en valt onder het gemeen verbintenissenrecht, met slechts beperkte afwijkingen van de algemene regels.
### 1.3 Geldigheidsvereisten van een dading
Net als bij andere overeenkomsten, moeten voor de geldigheid van een dading aan bepaalde vereisten worden voldaan:
#### 1.3.1 Bekwaamheid
Partijen moeten juridisch bekwaam zijn om de dading aan te gaan. Een dading wordt beschouwd als een daad van beschikking, wat betekent dat de algemene bevoegdheidsregels van toepassing zijn.
#### 1.3.2 Toestemming
De toestemming van de partijen moet vrij en weloverwogen zijn.
* **Geen dwaling over het objectieve recht:** Het is niet mogelijk om een beroep te doen op dwaling met betrekking tot het recht zelf, aangezien juist de onzekerheid over het recht het voorwerp van de dading is. Dit is vastgelegd in artikel 2052, tweede lid BW.
* **Dwaling en bedrog:** Gewone dwalingen, bedrog en geweld kunnen wel leiden tot de nietigheid of vernietigbaarheid van de dading.
* **Benadeling:** Benadeling is geen grond voor nietigheid van een dading, omdat het juist de bedoeling is om de onzekerheid van een mogelijk onevenwichtige situatie te beëindigen door toegevingen.
> **Voorbeeld:** Je hebt een geschil met een leverancier over de prijs van geleverde goederen. Na onderhandelingen sluiten jullie een dading waarbij jij een lager bedrag betaalt dan oorspronkelijk geclaimd, en de leverancier afziet van verdere vorderingen. Achteraf blijkt dat de leverancier juridisch gezien geen sterke zaak had, maar je kunt dit niet aanvoeren als grond voor nietigheid van de dading op basis van benadeling.
#### 1.3.3 Voorwerp
Het voorwerp van de dading moet voldoen aan de algemene voorwaarden van het verbintenissenrecht: het moet bestaan, bepaald of bepaalbaar zijn, mogelijk, wettelijk en in de handel. Rechten die de openbare orde raken, kunnen principieel geen voorwerp uitmaken van een dading.
#### 1.3.4 Vorm en bewijs
Een dading is een consensuele overeenkomst, maar artikel 2044, tweede lid BW stelt een schriftelijke vorm voor als bewijsregel. Dit geldt ook voor overeenkomsten onder een bedrag van 3.500 euro, wat een afwijking is van het gemeen recht.
* **Gewoon geschrift:** Een gewoon geschrift als bewijs van de dading leidt niet automatisch tot een uitvoerbare titel.
* **Authentieke akte of akkoordvonnis:** Een dading kan wel een uitvoerbare titel zijn indien deze wordt vastgelegd in een authentieke akte (bijvoorbeeld via een notaris) of als een akkoordvonnis door de rechter.
### 1.4 Interpretatie van dadingen
De interpretatie van dadingsovereenkomsten, zoals geregeld in de artikelen 2048 en 2049 BW, is cruciaal voor casusvragen.
* **Restrictieve interpretatie:** Dadingen worden restrictief geïnterpreteerd. Dit betekent dat alleen de geschillen en de toegevingen die expliciet in de dadingsovereenkomst zijn opgenomen, definitief zijn beslecht.
* **Feitenrechter beoordeelt:** De feitenrechter beoordeelt de werkelijke wil van de partijen in plaats van enkel de uitgedrukte wil.
> **Voorbeeld:** Een dading is gesloten tussen twee voetbalclubs over de transfer van een speler. Als de dading enkel de transfersom regelt, dan zijn eventuele latere geschillen over bijvoorbeeld achterstallige winstpremies die niet expliciet in de dading zijn genoemd, nog steeds aanhangig en niet door de dading afgedekt.
### 1.5 Gevolgen van een dading
De belangrijkste gevolgen van een dading zijn:
#### 1.5.1 Bindende kracht en exceptie van dading
Een dading heeft bindende kracht tussen de partijen (art. 2051 BW, vergelijkbaar met art. 1165 BW). Zodra een dading is gesloten, kunnen de oorspronkelijke geschilpunten niet meer worden heropend. Als een partij toch probeert een reeds beslecht geschil opnieuw aan te vechten, kan de andere partij de "exceptie van dading" inroepen. Dit betekent dat de dading de verdere rechtsvordering uitsluit.
> **Tip:** Het spreekwoord "geen oude koeien uit de gracht halen" illustreert dat men niet kan terugkomen op een eenmaal gesloten dading.
#### 1.5.2 Niet-nakoming van een dading
Indien een partij de dadingsovereenkomst niet naleeft, zijn er verschillende opties:
* **Ontbinding:** De overeenkomst kan worden ontbonden, waardoor het oorspronkelijke geschil weer kan worden aangevochten bij de rechter. Dit kan zowel via een uitdrukkelijk ontbindend beding als via de toepassing van artikel 1184 BW.
* **Contractueel schadebeding:** Het is verstandig om in de dadingsovereenkomst een contractueel schadebeding op te nemen (art. 2047 BW). Dit bepaalt dat bij niet-nakoming van de dading (bijvoorbeeld het niet tijdig betalen van een afgesproken bedrag), een bijkomend, vooraf bepaald bedrag verschuldigd zal zijn. Dit kan een effectief middel zijn om de nakoming van de dading af te dwingen.
---
# Geldigheidsvereisten van een dadingsovereenkomst
Hieronder volgt een gedetailleerde samenvatting van de geldigheidsvereisten van een dadingsovereenkomst, opgesteld conform de vereisten van een studiehandleiding.
## 2. Geldigheidsvereisten van een dadingsovereenkomst
Om een dadingsovereenkomst geldig te laten zijn, moeten aan diverse juridische vereisten worden voldaan, waarbij zowel algemene principes van contractenrecht als specifieke regels voor dadingen in acht genomen moeten worden.
### 2.1 Essentiële bestanddelen van een dading
De kern van elke dadingsovereenkomst bestaat uit drie essentiële bestanddelen:
* **Gerezen of toekomstig geschil:** Er moet een actueel of potentieel geschil bestaan tussen partijen dat men wenst te beëindigen of te voorkomen.
* **Wederzijdse toegevingen:** Beide partijen dienen concessies te doen om tot een akkoord te komen. Deze toegevingen hoeven niet gelijkwaardig te zijn. Indien er geen sprake is van wederzijdse toegevingen, kan dit leiden tot herkwalificatie van de overeenkomst in plaats van nietigheid.
* **Animus transactionis (wil om geschil te beslechten):** Partijen moeten de wil hebben om door middel van de overeenkomst een geschil definitief te regelen en dus geen grond meer te geven voor verdere betwisting.
> **Tip:** Het spreekwoord "water bij de wijn doen" illustreert perfect het principe van wederzijdse toegevingen die kenmerkend zijn voor een dading.
### 2.2 Kenmerken van de dading als overeenkomst
Een dading vertoont specifieke kenmerken die haar onderscheiden van andere overeenkomsten:
* **Consensuele overeenkomst:** Hoewel de wet een schriftelijke vorm voorschrijft voor het bewijs, is de dading op zich een consensuele overeenkomst, die tot stand komt door de loutere wilsovereenstemming van partijen.
* **Wederkerige overeenkomst:** In tegenstelling tot een eenzijdige schulderkenning, verbindt een dading beide partijen tot wederzijdse prestaties. Dit is vergelijkbaar met de algemene regels omtrent wederkerige overeenkomsten.
> **Voorbeeld:** Een verzekeringsmaatschappij en een slachtoffer van een verkeersongeval sluiten een dading waarbij het slachtoffer een lager bedrag aanvaardt dan gevorderd, in ruil voor een onmiddellijke betaling en het vermijden van een langdurige juridische procedure.
### 2.3 Geldigheidsvereisten
Voor de geldigheid van een dading gelden specifieke vereisten met betrekking tot bekwaamheid, toestemming, voorwerp en vorm/bewijs.
#### 2.3.1 Bekwaamheid
* **Daad van beschikking:** Een dading wordt in beginsel beschouwd als een daad van beschikking. Dit betekent dat partijen die een dading aangaan, juridisch bekwaam moeten zijn om over hun vermogen te beschikken. De algemene bevoegdheidsregels uit het gemeen recht zijn hierop van toepassing.
#### 2.3.2 Toestemming
Bij dadingsovereenkomsten gelden specifieke regels met betrekking tot toestemming:
* **Geen dwaling over het objectieve recht:** Het inroepen van dwaling omtrent het recht is uitgesloten, aangezien het recht juist het voorwerp van de dading is. Partijen komen overeen omtrent de juridische situatie.
* **Geldigheid van gewone dwaling:** Niettemin kan een gewone dwaling, die betrekking heeft op feitelijke omstandigheden die aan de basis liggen van het geschil, wel leiden tot de nietigheid van de dading, indien deze essentieel is voor de wilsovereenstemming.
* **Bedrog en geweld:** Net als bij andere overeenkomsten, kan toestemming gebrekkig zijn bij bedrog of geweld, wat kan leiden tot de nietigheid van de dading.
* **Benadeling:** Benadeling kan niet worden ingeroepen tegen een dading, omdat dit juist het gevolg is van de wederzijdse toegevingen die inherent zijn aan de dading.
> **Voorbeeld:** Een partij kan een dading niet laten vernietigen op grond van benadeling, zelfs indien achteraf blijkt dat hij veel meer heeft toegegeven dan de andere partij, zolang er maar sprake was van wederzijdse toegevingen en de wil om het geschil te beëindigen.
#### 2.3.3 Voorwerp
Het voorwerp van de dading, d.w.z. de verbintenissen die eruit voortvloeien, moet voldoen aan de algemene vereisten van het contractenrecht:
* **Bestaan, bepaaldheid/bepaalbaarheid:** Het voorwerp moet bestaan en bepaald of bepaalbaar zijn.
* **Mogelijkheid:** Het voorwerp moet mogelijk zijn.
* **Wettelijkheid en in de handel:** Het voorwerp mag niet strijdig zijn met de openbare orde of de goede zeden, en moet in de handel zijn.
* **Rechten die openbare orde raken:** Het is principieel onmogelijk om dadingen te sluiten over rechten die de openbare orde raken.
#### 2.3.4 Vorm en bewijs
* **Consensueel contract met bewijsvereiste:** Hoewel de dading een consensuele overeenkomst is, schrijft artikel 2044, tweede lid van het Burgerlijk Wetboek (BW) voor dat een dading schriftelijk moet worden opgesteld. Dit is echter enkel een **bewijsvereiste** en geen geldigheidsvereiste in stricte zin.
* **Afwijking van gemeen recht:** In tegenstelling tot de meeste overeenkomsten waarvoor een schriftelijk bewijs enkel vereist is boven een bedrag van 3500 euro, geldt voor dadingen altijd een schriftelijkheidsvereiste voor het bewijs.
* **Executietitel:** Een gewoon geschrift dat een dading vaststelt, is op zich geen uitvoerbare titel. Om een uitvoerbare titel te verkrijgen, dient de dading te geschieden bij authentieke akte of tot stand te komen middels een akkoordvonnis. Dit betekent dat bij vastgoedtransacties de dading eerst door een notaris moet worden omgezet in een authentieke akte om geregistreerd te kunnen worden.
> **Tip:** Zorg er steeds voor dat een dadingsovereenkomst schriftelijk wordt vastgelegd, zelfs voor kleine geschillen, om bewijsproblemen te voorkomen en de rechtszekerheid te garanderen.
### 2.4 Interpretatie van een dading
De interpretatie van dadingsovereenkomsten volgt specifieke regels:
* **Restrictieve interpretatie:** Dadingen worden restrictief geïnterpreteerd. Dit betekent dat de overeenkomst enkel de geschillen omvat die partijen expliciet hebben beoogd te regelen.
* **Feitenrechter beoordeelt:** De feitenrechter heeft de bevoegdheid om de werkelijke wil van de partijen te beoordelen en na te gaan wat er exact in de overeenkomst is genoteerd.
* **Enkel wat genoteerd staat:** Enkel de zaken die expliciet in de dadingsovereenkomst zijn opgenomen, worden als beslecht beschouwd. Andere, niet genoemde geschillen, blijven daardoor openstaand.
> **Voorbeeld:** Indien een dading tussen een speler en een voetbalclub enkel de betwisting over de beëindiging van het contract regelt, kan de speler later nog steeds eventuele achterstallige winstpremies opeisen, aangezien dit niet expliciet in de dading was opgenomen.
### 2.5 Gevolgen van een dading
De gevolgen van een dadingsovereenkomst zijn ingrijpend en definitief:
* **Autoriteit van gewijsde:** Zodra een dading is gesloten, heeft zij de kracht van gewijsde met betrekking tot het geregelde geschil. Dit houdt in dat er niet meer op teruggekomen kan worden.
* **"Geen oude koeien uit de gracht halen":** De dading beëindigt definitief het geschil. Indien een partij toch probeert het reeds beslechte geschil opnieuw aan te kaarten, kan de andere partij de exceptie van dading opwerpen.
* **Niet-nakoming van de dading:** Bij niet-nakoming van de dading door een van de partijen, heeft de andere partij twee mogelijkheden:
* De dading ontbinden en alsnog het oorspronkelijke geschil voorleggen aan de rechter.
* Een contractueel schadebeding inroepen dat in de dadingsovereenkomst is opgenomen, of de dading ontbinden met een vordering tot schadevergoeding op basis van de gemeenrechtelijke regels (artikel 1184 BW).
> **Tip:** Het is raadzaam om bij het opstellen van een dadingsovereenkomst een contractueel schadebeding op te nemen voor het geval van niet-nakoming. Dit biedt een snellere en duidelijkere oplossing bij een eventuele geschilshersing.
---
# Interpretatie en gevolgen van dading
Een dadingsovereenkomst beëindigt een bestaand geschil of voorkomt een toekomstig geschil door wederzijdse toegevingen, en eenmaal gesloten, kan op de beslechting ervan niet meer worden teruggekomen.
### 3.1 Definitie en kenmerken van dading
Dading wordt gedefinieerd in artikel 2044 van het Burgerlijk Wetboek als een contract waarbij partijen een gerezen geschil beëindigen of een toekomstig geschil voorkomen, en dat schriftelijk moet worden opgemaakt.
Kenmerkend voor een dading zijn:
* Het beëindigen of voorkomen van een geschil.
* Wederzijdse concessies of toegevingen door de partijen. Dit wordt treffend samengevat in het spreekwoord "water bij de wijn doen".
* De dading is een consensuele overeenkomst, ook al vereist de wet een schriftelijke vorm voor het bewijs. Dit geldt ongeacht het bedrag van de overeenkomst, wat een afwijking is van het gemeen recht.
#### 3.1.1 Dading als vaststellingsovereenkomst
Dading kan beschouwd worden als een specifieke toepassing van de ruimere categorie van vaststellingsovereenkomsten. Het doel is het vaststellen van een "juridische waarheid" ter beëindiging of voorkoming van onzekerheid of geschil. Eenmaal vastgesteld, is tegenbewijs niet meer mogelijk. Dading is een benoemd contract met specifieke regels in het Burgerlijk Wetboek (art. 2044-2058), terwijl vaststellingsovereenkomsten een onbenoemd contract zijn binnen het verbintenissenrecht.
#### 3.1.2 Essentiële bestanddelen van een dading
Om te spreken van een geldige dadingsovereenkomst, zijn de volgende elementen noodzakelijk:
* **Gerezen of toekomstig geschil:** Er moet sprake zijn van een bestaande onenigheid of de dreiging van een toekomstige onenigheid.
* **Wederzijdse toegevingen:** Beide partijen moeten iets opgeven of toegegeven. Deze toegevingen hoeven niet gelijkwaardig te zijn; een benadelingsvordering is bij dading niet mogelijk. Het is belangrijk om de aard van de toegevingen duidelijk vast te leggen in de overeenkomst. Het niet nakomen van deze toegevingen leidt niet tot nietigheid, maar kan herkwalificatie van de overeenkomst tot gevolg hebben.
* **Animus transactionis:** De wil van de partijen om het geschil definitief te beslechten.
> **Tip:** Zorg ervoor dat de wederzijdse toegevingen en het geschil dat wordt opgelost, duidelijk en ondubbelzinnig worden geformuleerd in de dadingsovereenkomst.
### 3.2 Kenmerken van de dading als overeenkomst
Dading vertoont diverse kenmerken van een overeenkomst:
* **Consensuele overeenkomst:** De overeenkomst komt tot stand door de loutere wilsovereenstemming van de partijen.
* **Wederkerige overeenkomst:** In tegenstelling tot een eenzijdige schulderkenning, verbinden beide partijen zich ertoe iets te doen of na te laten. Dit is in lijn met artikel 1184 van het Burgerlijk Wetboek (artikel 5.90 NBW).
#### 3.2.1 Geldigheidsvereisten
Voor een geldige dadingsovereenkomst gelden de algemene geldigheidsvereisten van contracten, met specifieke aandachtspunten:
* **Bekwaamheid:** Dading wordt beschouwd als een daad van beschikking, wat betekent dat partijen handelingsbekwaam moeten zijn om deze aan te gaan.
* **Toestemming:**
* **Dwaling:** Er kan geen beroep worden gedaan op dwaling over het objectieve recht (art. 2052, tweede lid BW). Dit is logisch, aangezien het recht juist het voorwerp van het geschil is dat door de dading wordt opgelost. Dwalen over feitelijke omstandigheden die aanleiding gaven tot het geschil is wel mogelijk.
* **Bedrog en geweld:** Deze wilsgebreken kunnen wel worden ingeroepen.
* **Benadeling:** Zoals eerder vermeld, is benadeling geen grond voor nietigheid bij dading, aangezien de kern van de dading juist ligt in de wederzijdse toegevingen, die per definitie niet gelijkwaardig hoeven te zijn.
#### 3.2.2 Voorwerp
Het voorwerp van de dading betreft de verbintenissen die de dading uitmaken. Deze verbintenissen moeten voldoen aan de algemene vereisten: bestaan, bepaald of bepaalbaar, mogelijk en wettelijk en in de handel. Rechten die de openbare orde raken, kunnen principieel niet het voorwerp uitmaken van een dading.
#### 3.2.3 Vorm en bewijs
Dading is een consensuele overeenkomst, maar artikel 2044, tweede lid BW bepaalt dat de overeenkomst schriftelijk moet worden opgesteld, louter als bewijsregel. Dit wijkt af van het gemeen recht, waar voor overeenkomsten onder een bepaald bedrag (3500 euro) geen schriftelijke vorm vereist is voor het bewijs.
Een gewoon geschrift dat een dading vaststelt, levert geen uitvoerbare titel op. Om een uitvoerbare titel te verkrijgen, is een authentieke akte of een akkoordvonnis vereist.
> **Tip:** Hoewel een dading consensueel is, is het schriftelijkheidsvereiste cruciaal voor het bewijs. Zorg dat de overeenkomst alle relevante afspraken nauwkeurig vastlegt.
### 3.3 Interpretatie van dading
De interpretatie van een dadingsovereenkomst is aan strikte regels gebonden, met name uiteengezet in artikelen 2048 en 2049 van het Burgerlijk Wetboek, wat van groot belang is voor casusvragen op het examen.
* **Restrictieve interpretatie:** De interpretatie van een dading is restrictief. Dit betekent dat enkel de geschilpunten die expliciet in de dading zijn opgenomen, definitief zijn beslecht.
* **Feitenrechter beoordeelt:** De beoordeling van de werkelijke wil van de partijen ligt bij de feitenrechter.
* **Werkelijke wil > uitgedrukte wil:** Hoewel de interpretatie restrictief is, zal de rechter de werkelijke wil van de partijen trachten te achterhalen en deze laten prevaleren boven de letterlijke bewoordingen, indien de uitgedrukte wil onduidelijk is.
* **Enkel wat is genoteerd:** Andere geschillen die niet expliciet in de dadingsovereenkomst zijn vermeld, blijven daarbuiten vallen en kunnen later nog aan de orde worden gesteld.
> **Voorbeeld:** Stel, er is een dadingsovereenkomst gesloten tussen een werknemer en een werkgever betreffende een verbrekingsvergoeding bij ontslag. Indien de dading enkel de financiële compensatie voor het ontslag regelt, maar er ook nog een geschil bestaat over achterstallige vakantiedagen, dan kan dat laatste geschil nog afzonderlijk worden behandeld omdat het niet expliciet in de dading is opgenomen.
### 3.4 Gevolgen van dading
De belangrijkste gevolgen van een dadingsovereenkomst zijn het definitief beëindigen van het geschil en het principe van "geen oude koeien uit de gracht halen".
#### 3.4.1 Het principe van "geen oude koeien uit de gracht halen"
Artikel 2051 van het Burgerlijk Wetboek, in samenhang met artikel 1165 BW (artikel 5.103 NBW), bepaalt dat een dading de partijen bindt en dat er niet meer op kan worden teruggekomen. Dit impliceert dat een geschil dat door een dading is beslecht, niet opnieuw kan worden opgeworpen.
* **Exceptie van dading:** Indien een partij toch probeert een reeds beslecht geschil opnieuw aan te vechten, kan de andere partij de "exceptie van dading" inroepen. Dit is een verweermiddel dat de verdere procedure stillegt.
#### 3.4.2 Niet-nakoming van de dading
Indien een partij de bepalingen van de dadingsovereenkomst niet naleeft, zijn er verschillende mogelijkheden:
* **Ontbinding:** De benadeelde partij kan de dadingsovereenkomst ontbinden. Dit kan gebeuren op basis van een uitdrukkelijk ontbindend beding in de dading, of via de algemene regel van artikel 1184 BW (artikel 5.90 NBW) voor wederkerige overeenkomsten. Na ontbinding kan de zaak alsnog aan de rechter worden voorgelegd.
* **Contractueel schadebeding:** Het is raadzaam om in de dadingsovereenkomst een contractueel schadebeding op te nemen (art. 2047 BW). Dit beding specificeert een vooraf vastgelegde vergoeding die betaald moet worden bij niet-nakoming door een van de partijen. Dit biedt een snellere en duidelijkere oplossing dan een gerechtelijke procedure tot ontbinding en schadevergoeding.
> **Voorbeeld:** Een dadingsovereenkomst tussen een werkgever en een werknemer voorziet in een betaling van 5000 euro door de werkgever aan de werknemer als afkoopsom. In de dading is tevens een contractueel schadebeding opgenomen: indien de werkgever de 5000 euro niet binnen de gestelde termijn betaalt, zal hij daarenboven nog eens 1000 euro verschuldigd zijn als schadevergoeding. Als de werkgever niet betaalt, kan de werknemer de 5000 euro eisen, vermeerderd met de 1000 euro van het schadebeding, zonder dat hij de dading hoeft te laten ontbinden en het hele geschil opnieuw aan de rechter moet voorleggen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Dading | Een contract waarbij partijen een gerezen geschil beëindigen of een toekomstig geschil voorkomen door middel van wederzijdse concessies of toegevingen. Het dient schriftelijk te worden opgemaakt voor het bewijs, maar is een consensuele overeenkomst. |
| Geschil | Een onenigheid of conflict tussen twee of meer partijen dat juridische of feitelijke implicaties heeft en waarvoor een oplossing gezocht wordt. Een dading is specifiek bedoeld om een bestaand geschil te beëindigen of een potentieel geschil te voorkomen. |
| Wederzijdse toegevingen | De essentie van een dading, waarbij elke partij afstand doet van een deel van haar aanspraken of een concessie doet om tot een overeenkomst te komen. Deze toegevingen hoeven niet gelijkwaardig te zijn. |
| Consensuele overeenkomst | Een contract dat tot stand komt door de enkele wilsovereenstemming van partijen, zonder dat daarvoor specifieke vormvereisten gelden, behalve voor het bewijs zoals bij dading. |
| Vaststellingsovereenkomst | Een ruimere categorie van overeenkomsten die tot doel heeft onzekerheid of een geschil te beëindigen door de juridische waarheid vast te stellen. Dading is een specifieke toepassing hiervan. |
| Animus transactionis | De wil of intentie van partijen om een geschil te beslechten middels wederzijdse concessies. Dit is een essentieel element voor het bestaan van een dadingsovereenkomst. |
| Daad van beschikking | Een handeling die een significant deel van het vermogen van een persoon aantast en daardoor een hogere bekwaamheid vereist. Een dading wordt in principe als een daad van beschikking beschouwd. |
| Exceptie van dading | Een juridisch verweer dat kan worden ingeroepen wanneer een geschil dat reeds door een dading is beslecht, opnieuw wordt aangevochten. Het voorkomt dat men terug kan komen op een reeds gesloten dading. |
| Contractueel schadebeding | Een bepaling in een contract die voorziet in een vooraf vastgestelde vergoeding voor het geval een van de partijen zijn verplichtingen niet nakomt. Bij een dading kan dit dienen om niet-nakoming te sanctioneren. |
| Dwaling over het recht | Een vergissing met betrekking tot de geldende rechtsregels. In het kader van een dading kan men zich hier niet op beroepen, omdat het vaststellen van het recht juist het voorwerp van de dading is. |