Cover
Börja nu gratis Basisbegrippen Deel 2.pdf
Summary
# handelingsonbekwaamheid en de beschermingsmaatregelen
### Kernidee
* Handelingsonbekwaamheid beperkt de mogelijkheid om zelfstandig rechtshandelingen te stellen.
* Beschermingsmaatregelen bieden rechtszekerheid voor de onbekwame en derden.
### Belangrijkste feiten
* Minderjarigen zijn handelingsonbekwaam vanaf de geboorte, tenzij ontvoogd [9](#page=9).
* Meerderjarigen kunnen gerechtelijk handelingsonbekwaam verklaard worden [10](#page=10).
* De onbekwaamheid werkt in de tijd terug tot aanvang van de procedure [11](#page=11).
* Rechtshandelingen gesteld door een handelingsonbekwame zijn in principe relatief nietig [11](#page=11).
* Nietigheid wegens benadeling vereist bewijs van nadeel voor de onbekwame [12](#page=12).
* Regels inzake bekwaamheid raken de openbare orde [13](#page=13).
### Belangrijkste concepten
* **Vertegenwoordiging**: Een aangewezen persoon treedt op voor rekening van de beschermde persoon [9](#page=9).
* **Bijstand**: De beschermde persoon kan zelf handelen, maar niet zelfstandig; de bijstandsverlener treedt samen op [9](#page=9).
* **Relatieve nietigheid**: Kan enkel gevorderd worden door de beschermde persoon of diens vertegenwoordiger [11](#page=11).
* **Absolute nietigheid**: Kan door iedereen en door de rechter ambtshalve gevorderd worden [11](#page=11).
* **Nietigheid rechtens**: Volstaat de loutere overtreding van de beschermingsregels [12](#page=12).
* **Nietigheid wegens benadeling**: Vereist bewijs dat de rechtshandeling in het nadeel van de onbekwame werd gesteld [12](#page=12).
* **Wilsdefficiëntie**: Verstoring van het bewustzijn (feitelijke toestand), anders dan handelingsonbekwaamheid [17](#page=17).
* **Wilsgebreken**: Gebreken in de wilsvorming (dwaling, bedrog, geweld, misbruik van omstandigheden) [17](#page=17).
### Gevolgen
* Rechtshandelingen die in strijd met de beschermingsregels worden gesteld, kunnen nietig verklaard worden [10](#page=10).
* Voor machtigingbehoevende handelingen is publiciteit in het Belgisch Staatsblad vereist [10](#page=10).
* Bij minderjarigen is voor nietigverklaring van niet-machtigingbehoevende handelingen bewijs van benadeling vereist [11](#page=11).
* Bij meerderjarigen is benadeling enkel vereist voor niet-machtigingbehoevende vermogensrechtelijke handelingen [11](#page=11).
### Mogelijke valkuilen
* Verwarring tussen handelingsbekwaamheid en toereken(ingsvat)baarheid [16](#page=16).
* Verwarring tussen wilsdefficiëntie en handelingsonbekwaamheid [17](#page=17).
---
# Geldigheid en nietigheid van rechtshandelingen
### Kernidee
* Een rechtshandeling is geldig indien ze voldoet aan alle wettelijke vereisten voor haar bestaan en uitvoering [17](#page=17).
* Nietigheid treedt in wanneer een rechtshandeling niet aan deze vereisten voldoet, waardoor ze geacht wordt nooit te hebben bestaan [20](#page=20).
* Nietigheid kan absoluut of relatief zijn, afhankelijk van de geschonden rechtsregel [21](#page=21).
### Sleutelbegrippen
* **Wilsgebreken:** Verstoringen in de wilsvorming die leiden tot nietigheid.
* Dwaling: Verkeerde voorstelling van een doorslaggevend element [17](#page=17).
* Bedrog: Misleiding door opzettelijke kunstgreep [17](#page=17).
* Geweld: Onrechtmatige dwang die vrees aanjaagt [17](#page=17).
* Misbruik van omstandigheden: Onevenwicht door misbruik van zwakke positie [17](#page=17).
* **Inhoud (voorwerp):** De prestatie moet geoorloofd zijn [18](#page=18).
* **Oorzaak:** De moverende reden die zinvol is voor de rechtssubject [18](#page=18).
* **Dwingend recht:** Regels waarvan niet mag worden afgeweken, ter bescherming van particuliere belangen [18](#page=18).
* **Openbare orde:** Regels die het algemeen belang beschermen en de juridische grondslagen van de maatschappij raken [19](#page=19).
### Wettelijke vereisten voor geldigheid
* Wilsovereenstemming (bekwame personen, geen wilsgebreken) [17](#page=17).
* Bekwaamheid van de handelende personen [17](#page=17).
* Geoorloofde inhoud (voorwerp) [18](#page=18).
* Geoorloofde beweegredenen (oorzaak) [18](#page=18).
* Conformiteit met dwingend recht en openbare orde [18](#page=18).
### Gevolgen van nietigverklaring
* Werkt retroactief (ex tunc) en voor de toekomst (ex nunc) [20](#page=20).
* De rechtshandeling wordt geacht nooit te hebben bestaan [20](#page=20).
* Wederkerige volledige restitutieplicht tussen partijen [20](#page=20).
* Gunstregime voor handelingsonbekwamen: enkel restitutie voor verkregen voordeel [20](#page=20).
* Nietigheid kan de geldigheid van voortbouwende rechtshandelingen in het gedrang brengen [21](#page=21).
### Onderscheid tussen nietigheden
* **Absolute nietigheid:** Bij strijd met openbare orde, ongeldig voorwerp, gebrek aan beweegreden; niet vatbaar voor bevestiging [21](#page=21).
* **Relatieve nietigheid:** Bij strijd met dwingend recht, handelingsonbekwaamheid, wilsgebreken; vatbaar voor bevestiging [21](#page=21).
- > **Tip:** De rechter kent het recht (jura novit curia), wat betekent dat hij ambtshalve rechtsregels kan opwerpen, zelfs als partijen dit niet doen [19](#page=19)
---
# Tegenwerpelijkheid van rechtshandelingen aan derden
### Kernidee
* Rechtshandelingen binden in principe enkel de partijen die ze hebben afgesloten [22](#page=22).
* Derden worden door rechtshandelingen in beginsel niet geraakt, tenzij de wet dit bepaalt [22](#page=22).
* Tegenwerpelijkheid houdt in dat derden een rechtshandeling moeten eerbiedigen of erdoor geraakt worden [21](#page=21).
### Belangrijke feiten
* Het beginsel van relativiteit van rechtshandelingen stelt dat enkel partijen gebonden zijn [22](#page=22).
* Uitzonderingen op de relativiteit zijn het derdenbeding en de rechtstreekse vordering [22](#page=22).
* Sterkmaking is geen uitzondering op de relativiteit, maar een verbintenis van de sterkmaker zelf [22](#page=22).
* Een rechtshandeling dringt zich als feit op aan derden en moet door hen gerespecteerd worden [23](#page=23).
* Subjectieve goede trouw (kennisnorm) is van belang voor derden [23](#page=23).
* Wettelijke vermoedens van instemming ter goeder trouw beschermen derden [23](#page=23).
* Rechtshandelingen kunnen feitelijke gegevens vormen die andere rechtsregels voor derden beïnvloeden [24](#page=24).
* Diverse publicatievoorschriften zijn bijkomende voorwaarden voor tegenwerpelijkheid [24](#page=24).
### Belangrijke concepten
* **Derdenbeding:** Een overeenkomst waarbij een derde, die geen partij is, toch gebonden is of rechten verkrijgt [21](#page=21).
* **Rechtstreekse vordering:** Een wettelijke uitzondering die een derde toelaat de nakoming van een verbintenis te vorderen van de schuldenaar van zijn schuldenaar [22](#page=22).
* **Sterkmaking:** Een overeenkomst waarbij een partij belooft dat een derde, die niet aanwezig is, zal instemmen met een transactie [22](#page=22).
* **Objectieve goede trouw:** Een gedragsnorm die voorschrijft hoe een rechtssubject zich redelijk en zorgvuldig moet gedragen [23](#page=23).
* **Subjectieve goede trouw:** De kennis die een persoon heeft of behoort te hebben van de relevante feiten en omstandigheden [23](#page=23).
* **Publiciteitsvoorschriften:** Wettelijke vereisten om bepaalde rechtshandelingen kenbaar te maken aan derden [24](#page=24).
### Gevolgen
* Derden moeten bestaande rechtshandelingen respecteren en kunnen zich ertegen beroepen [23](#page=23).
* Men moet te goeder trouw handelen en een onderzoeksplicht hebben indien omstandigheden daartoe aanleiding geven [23](#page=23).
* Rechtshandelingen in de patrimoniale sfeer kunnen invloed hebben op de mogelijkheid van derden om hun eigen verplichtingen na te komen [24](#page=24).
* Registratie in centrale registers (CRH, CER, CRT, CRL, CRV) is essentieel voor de tegenwerpelijkheid van bepaalde overeenkomsten [24](#page=24).
* Publicatie in het Belgisch Staatsblad is vereist voor bepaalde vonnissen en akten [25](#page=25).
* Mededeling per aangetekende brief, betekening van een akte of vonnis, en overschrijving op het bevoegde kantoor van de hypotheekbewaarder zijn vormen van publiciteit [25](#page=25).
### Tip
* Nietigheid van een rechtshandeling kan de geldigheid van rechtshandelingen die erop voortbouwen in het gedrang brengen [21](#page=21).
* Goede trouw wordt vermoed; ter kwader trouw moet bewezen worden [23](#page=23).
---
# vertegenwoordiging bij rechtshandelingen
### Kernidee
* Vertegenwoordiging staat een persoon (vertegenwoordiger) toe om rechtshandelingen te verrichten voor rekening van een ander (vertegenwoordigde) met een derde [25](#page=25).
* Het doel is om rechtsgevolgen te creëren en deze toe te rekenen aan de vertegenwoordigde of de vertegenwoordiger [28](#page=28).
* Nietig als er geen bevoegdheid is, tenzij bekrachtigd of er sprake is van schijnvertegenwoordiging [28](#page=28).
### Belangrijke feiten
* Onmiddellijke (volkomen) vertegenwoordiging: optreden in naam én voor rekening van de vertegenwoordigde [26](#page=26).
* Middellijke (onvolkomen) vertegenwoordiging (commissaris): optreden in eigen naam, maar voor rekening van de vertegenwoordigde [26](#page=26).
* Vertegenwoordigingsbevoegdheid kan voortvloeien uit een rechtshandeling, een gerechtelijke beslissing, de wet of statuten van rechtspersonen [27](#page=27).
* Lastgeving is een overeenkomst waarbij de lasthebber rechtshandelingen stelt in naam en voor rekening van de lastgever [27](#page=27).
* Voorbeelden van gerechtelijk georganiseerde vertegenwoordiging zijn ontvangstmachtigingen [27](#page=27).
* De wet regelt de omvang van de vertegenwoordigingsbevoegdheid, o.a. bij beschermingsstatuten [28](#page=28).
* Organieke vertegenwoordiging betreft organen van rechtspersonen die hen vertegenwoordigen [28](#page=28).
* Binnen de perken van de bevoegdheid worden rechtsgevolgen toegerekend aan de vertegenwoordigde bij onmiddellijke vertegenwoordiging [29](#page=29).
* Buiten de perken van de bevoegdheid worden rechtsgevolgen in principe niet toegerekend aan de vertegenwoordigde [29](#page=29).
### Kernconcepten
* Maatschappelijk nut: afzwakking van wilsautonomie noodzakelijk voor juridische/praktische redenen, o.a. bescherming onbekwamen [26](#page=26).
* Strikinpersoonlijke rechtshandelingen (bv. huwelijk, testament) kunnen niet via vertegenwoordiging [26](#page=26).
* Grondslagen van bevoegdheid: conventioneel, gerechtelijk, wettelijk, organiek [27](#page=27).
* Schijnvertegenwoordiging: ondanks onregelmatige vertegenwoordiging toch toerekening van rechtsgevolgen door gewekte schijn [29](#page=29).
* Niet-tegenwerpelijkheid interne beperkingen: beperkingen van bevoegdheid van organen zijn niet tegenwerpelijk aan derden te goeder trouw [30](#page=30).
* Tegenstrijdige belangen: vertegenwoordiger mag niet optreden als tegenpartij of bij belangenconflict zonder instemming [31](#page=31).
### Gevolgen en uitzonderingen
* Bij onregelmatige onmiddellijke vertegenwoordiging is de vertegenwoordigde niet verbonden, tenzij bekrachtiging [29](#page=29).
* De "vertrouwensleer" is een uitzondering op de strikte wilsleer, die toerekening van rechtsgevolgen mogelijk maakt bij schijnmandaat [29](#page=29).
* Bij overschrijding van interne bevoegdheidsgrenzen door organen zijn de organen aansprakelijk jegens de rechtspersoon [30](#page=30).
* Een rechtshandeling met tegenstrijdige belangen is nietig, tenzij uitdrukkelijk of stilzwijgend ingestemd [31](#page=31).
- > **Tip:** Het onderscheid tussen onmiddellijke en middellijke vertegenwoordiging is cruciaal voor de toerekening van rechtsgevolgen
- > **Voorbeeld:** Een vastgoedmakelaar die optreedt voor een verkoper (onmiddellijke vertegenwoordiging) zal een verkooptransactie direct laten plaatsvinden tussen de verkoper en de koper
- Een commissaris die namens een veilinghuis handelt, treedt in eigen naam op, maar de uiteindelijke koper is de opdrachtgever (middellijke vertegenwoordiging)
---
# Bewijs en vormen van rechtshandelingen
### Kernidee
* Rechtshandelingen kunnen nietig zijn bij belangenconflicten, tenzij de vertegenwoordigde instemt [31](#page=31).
* Het beginsel van consensualisme stelt dat de loutere wil volstaat voor de geldigheid van een rechtshandeling [31](#page=31).
* Formalisme vereist specifieke wettelijke vormen voor de geldigheid van rechtshandelingen [32](#page=32).
### Belangrijke feiten
* Een vertegenwoordiger mag niet optreden als tegenpartij van de vertegenwoordigde of in geval van belangenconflicten [31](#page=31).
* Instemming van de vertegenwoordigde kan een rechtshandeling met belangenconflict geldig maken; anderszins is deze nietig [31](#page=31).
* Consensualisme betekent vormvrijheid; de wilsovereenstemming is voldoende [31](#page=31).
* Formalisme koppelt de geldigheid aan het naleven van wettelijk bepaalde vormvereisten [32](#page=32).
* Een authentieke akte wordt opgesteld door een openbare ambtenaar en heeft een sterke bewijswaarde [33](#page=33).
* Een onderhandse akte is een door partijen ondertekend geschrift dat rechtsgevolgen beoogt [34](#page=34).
* Een akte is een ondertekend geschrift opgesteld met het doel een rechtshandeling te bewijzen [33](#page=33).
* Vormen kunnen vereist zijn voor geldigheid, bewijslevering, tegenwerpelijkheid aan derden, of consumentenbescherming [35](#page=35).
### Belangrijke concepten
* **Belangenconflict**: Situatie waarbij de vertegenwoordiger tegengestelde belangen heeft ten opzichte van de vertegenwoordigde [31](#page=31).
* **Consensualisme**: Principe dat de loutere wilsovereenstemming volstaat voor het tot stand komen van een rechtshandeling [31](#page=31).
* **Formalisme**: Principe dat de geldigheid van een rechtshandeling afhankelijk is van het naleven van specifieke vormvereisten [32](#page=32).
* **Uitdrukkelijke wilsuiting**: Wil die expliciet wordt geuit, bijvoorbeeld door gesproken of geschreven woorden of een handtekening [32](#page=32).
* **Stilzwijgende wilsuiting**: Wil die wordt afgeleid uit handelingen, of uitzonderlijk uit louter zwijgen, dat geïnterpreteerd kan worden als toestemming [32](#page=32).
* **Authentieke akte**: Schriftelijk bewijsstuk opgesteld door een notaris of andere bevoegde ambtenaar, met sterke bewijskracht [33](#page=33).
* **Onderhandse akte**: Door partijen ondertekend geschrift dat geen authentieke akte is, met eigen vormvereisten voor bewijs [34](#page=34).
* **Vaste datum**: Datum van een onderhandse akte die tegenwerpelijk is aan derden, verkregen door registratie of andere wettelijke middelen [34](#page=34).
* **Geldigheidsvereiste**: Vorm die noodzakelijk is voor de geldigheid van de rechtshandeling zelf [35](#page=35).
* **Bewijsfunctie**: Vorm die dient om het bestaan en de inhoud van een rechtshandeling te bewijzen [35](#page=35).
* **Tegenwerpelijkheidsvereiste**: Vorm die vereist is om de rechtshandeling inroepbaar te maken ten aanzien van derden [36](#page=36).
* **Consumentenbescherming**: Vormvereisten ter bescherming van consumenten bij bepaalde rechtshandelingen [36](#page=36).
### Gevolgen
* Niet-naleving van vormvereisten voor geldigheid leidt tot nietigheid van de rechtshandeling [35](#page=35).
* Een authentieke akte biedt voordelen zoals uitvoerbare kracht, maar brengt kosten met zich mee [33](#page=33).
---
# Gevolgen van buitencontractuele aansprakelijkheid en rechtsmisbruik
### Kernidee
* Buitencontractuele aansprakelijkheid beoogt herstel van geleden schade door fout, wanprestatie of risico, met integrale schadeloosstelling als doel [49](#page=49).
* Rechtsmisbruik sanctioneert de kennelijk grensoverschrijdende uitoefening van een subjectief recht [51](#page=51).
### Gevolgen van buitencontractuele aansprakelijkheid
#### Integrale schadeloosstelling
* De aansprakelijke partij is gehouden tot integrale schadeloosstelling van de geleden schade [49](#page=49).
* Dit herstel houdt rekening met de concrete toestand van de benadeelde [49](#page=49).
* Schadeloosstelling kan bestaan uit herstel in natura of schadevergoeding [49](#page=49).
* Beide wijzen van schadeloosstelling kunnen gelijktijdig worden toegepast indien nodig [49](#page=49).
* De omvang van de schade wordt bepaald op de datum die het tijdstip van effectieve schadeloosstelling zo dicht mogelijk benadert [50](#page=50).
#### Doelstellingen van schadeloosstelling
* Voor patrimoniale schade: de benadeelde plaatsen in de toestand waarin hij zich zou hebben bevonden zonder het schadetoebrengende feit [50](#page=50).
* Voor extrapatrimoniale schade: de benadeelde een billijke en passende vergoeding toekennen [50](#page=50).
#### Afschrikwekkende werking
* Bepaalde vormen van aansprakelijkheid, zoals bij roddelbladen, kunnen een afschrikwekkende werking hebben door het bevoegdelijk profiteren van netto winst [50](#page=50).
### Rechtsmisbruik
#### Criteria voor rechtsmisbruik
* Traditioneel: uitoefenen van recht zonder nut voor zichzelf en enkel schade brengend voor een ander [51](#page=51).
* Traditioneel: kiezen voor een optie met gelijk nut maar meer last voor een ander [51](#page=51).
* Traditioneel: wanverhouding tussen eigen nut en last voor een ander (bv. 3cm schending eisen, garage afbreken) [51](#page=51).
* Hof van Cassatie: kennelijk de grenzen te buiten gaan van de normale rechtsuitoefening [51](#page=51).
* Wettelijk: uitoefening die kennelijk de grenzen te buiten gaat van een zorgvuldig en redelijk persoon [51](#page=51).
* Manifest afwijken van het gedrag van een goede huisvader [51](#page=51).
#### Sancties voor rechtsmisbruik
* Matiging van het recht tot zijn normale rechtsuitoefening [52](#page=52).
* Geen rechtsgevolgen voor het misbruikte deel van het recht [52](#page=52).
* De rechter kan de mogelijkheid ontzeggen om zich op het recht te beroepen [52](#page=52).
* Veroordeling tot schadevergoeding voor de geleden schade [52](#page=52).
* Casus: opeisen van alimentatie na pensionering door ex-echtgenoot kan rechtsmisbruik zijn, met als sanctie het verval van het recht op inning [52](#page=52).
---
# Internationaal en federaal juridisch kader voor duurzame ontwikkeling
### Kernidee
* Duurzame ontwikkeling voorziet in huidige behoeften zonder toekomstige generaties te compromitteren [1](#page=1).
* Centraal staan de concepten "behoeften" (needs) en "grenzen" (limitations) [2](#page=2).
### Internationaal kader
* **Rio de Janeiro:** United Nations Conference on Environment and Development (UNCED) formuleerde 27 basisprincipes en Agenda 21 [1](#page=1).
* **Johannesburg:** World Summit on Sustainable Development (WSSD) legde meer nadruk op economische en sociale ontwikkeling [1](#page=1) .
* **Rio de Janeiro+20:** United Nations Conference on Sustainable Development (UNCSD) herbevestigde Agenda 21 en kondigde SDG's aan [1](#page=1) .
* **Agenda 2030:** Resolutie nr. 70/1 bevat 17 Sustainable Development Goals (SDG's) met 5 pijlers (people, planet, prosperity, peace, partnership) en 169 subdoelstellingen [1](#page=1) .
* **Overkoepelende doelstellingen:** Uitroeiing van armoede, wijziging van niet-duurzame consumptie/productiepatronen, bescherming natuurlijke hulpbronnen [3](#page=3).
### Federaal juridisch kader
* **Artikel 7bis Grondwet:** Federaal, gemeenschappen en gewesten streven duurzame ontwikkeling na in sociale, economische en milieuaspecten, met rekening houding van intergenerationele solidariteit [1](#page=1).
* **Verplichtingen:** Negatieve (beleid niet in strijd met DO) en positieve (maatregelen ter bevordering van DO) [2](#page=2).
* **Federale Beleidsvisie op lange termijn:** KB 18 juli 2013 met 55 doelstellingen in vier domeinen (sociale cohesie, economie, leefmilieu, federale overheid) [1](#page=1).
* **Actoren op federaal niveau:** Federaal Instituut voor DO, Interdepartementale Commissie voor DO, Federaal Planbureau, Federale Raad voor DO, Cellen DO van elke FOD [1](#page=1).
### Federale plannen en rapporten
* **Federale plannen:** In cycli van vijf jaar, opgesteld na advies en goedgekeurd door de Ministerraad [3](#page=3).
* **Federale beleidsnota's:** Moeten een impacthoofdstuk bevatten [3](#page=3).
* **Federale rapporten:** Bestaan uit "stand van zaken en evaluatie" en "toekomstverkenning" [4](#page=4).
* **Evaluatie stand van zaken:** 51 indicatoren, waarvan 26 met cijferdoel; 6 doelen bereikt, 10 in goede richting, 3 in verkeerde richting, 12 neutraal [5](#page=5).
### Duurzame ontwikkelingseffectbeoordeling
* **Regelgevingsimpacten (RIA):** Evaluatie van potentiële gevolgen van voorontwerpen van wetten en ontwerpen van KB's/MB's op economie, leefmilieu, sociale aspecten en overheidsdiensten [1](#page=1).
* **Impactanalyse:** Gebeurt via een standaardformulier dat aan het dossier wordt toegevoegd [1](#page=1).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Handelingsonbekwaamheid | De juridische toestand waarin een persoon niet zelfstandig rechtshandelingen mag stellen, omdat zijn wilsvorming of beoordelingsvermogen onvoldoende is. Dit kan voortvloeien uit minderjarigheid of een rechterlijke verklaring. |
| Vertegenwoordiging | Een systeem waarbij een aangewezen persoon (de vertegenwoordiger) namens een beschermde persoon (de vertegenwoordigde) rechtshandelingen verricht. De beschermde persoon kan hierbij niet zelfstandig optreden. |
| Bijstand | Een beschermingsmaatregel waarbij de beschermde persoon samen met een bijstandsverlener optreedt. De beschermde persoon kan zelf handelen, maar niet zonder de toestemming van de bijstandsverlener. |
| Wettige vertegenwoordiging | Vertegenwoordiging die door de wet is bepaald, zoals de ouders die wettige vertegenwoordigers zijn van niet-ontvoogde minderjarigen. |
| Rechterlijke vertegenwoordiging | Vertegenwoordiging die door een rechter wordt aangewezen, bijvoorbeeld een voogd of bewindvoerder voor een handelingsonbekwaam verklaarde persoon. |
| Conventionele vertegenwoordiging | Vertegenwoordiging die voortvloeit uit een overeenkomst, zoals een zorgvolmacht. |
| Niettigverklaring | De juridische procedure waarbij een rechtshandeling ongeldig wordt verklaard omdat deze is gesteld in strijd met beschermingsstatuten, zoals die voor handelingsonbekwamen. |
| Relatieve nietigheid | Een vorm van nietigheid die enkel kan worden ingeroepen door de beschermde persoon of diens vertegenwoordiger. Dit is van toepassing bij schending van regels inzake handelingsbekwaamheid. |
| Absolute nietigheid | Een vorm van nietigheid die door elke belanghebbende kan worden ingeroepen en die de rechter ambtshalve moet uitspreken. Dit is van toepassing bij schending van regels inzake rechtsbekwaamheid. |
| Nietigheid wegens benadeling | Een nietigheidsgrond die vereist dat bewezen wordt dat de rechtshandeling nadelig was voor de handelingsonbekwame. Dit is van toepassing bij bepaalde rechtshandelingen van minderjarigen en meerderjarigen. |
| Intrinsieke benadeling | Benadeling die voortvloeit uit de rechtshandeling zelf, doordat de prestaties onevenwichtig zijn. |
| Extrinsieke benadeling | Benadeling die ontstaat in het licht van de vermogenstoestand van de betrokkene, ook al is de rechtshandeling op zich niet nadelig. |
| Wilsdeficiëntie | Een verstoring van het bewustzijn of wilsonvermogen, die onderscheiden moet worden van handelings(on)bekwaamheid. |
| Wilsgebreken | Situaties waarin de wil van een partij gebrekkig is gevormd, zoals bij dwaling, bedrog, geweld of misbruik van omstandigheden. |
| Dwaling | Een verkeerde voorstelling van een doorslaggevend element dat een partij ertoe brengt een rechtshandeling te stellen die ze anders niet zou hebben gesteld, indien ze de juiste toedracht van zaken had gekend. |
| Bedrog | Het misleiden van een partij door een opzettelijk aangewende kunstgreep van de wederpartij. |
| Geweld | Onrechtmatige dwang, zowel fysiek als moreel, die doet vrezen voor een aanzienlijke aantasting van de fysieke of morele integriteit of het vermogen van een partij of haar naasten. |
| Misbruik van omstandigheden | Een kennelijk onevenwicht tussen de prestaties als gevolg van misbruik door de ene partij van de omstandigheden verbonden aan de zwakke positie van de andere. |
| Dwingend recht | Rechtsregels waarvan niet rechtsgeldig kan worden afgeweken, vaak ter bescherming van particuliere belangen van een partij die de wet als zwakker beschouwt. |
| Openbare orde | Rechtsregels die een algemeen belang beschermen, de essentiële belangen van de staat of gemeenschap raken, of de juridische grondslagen waarop de maatschappij berust bepalen. |
| Bevestiging | Het volledig uitvoeren van een rechtshandeling die vatbaar is voor nietigverklaring, wat mogelijk is bij relatieve nietigheid om de nietigheid te "indekken". |
| Ex tunc | Een gevolg dat terugwerkt tot het moment van het stellen van de rechtshandeling, waardoor de rechtshandeling geacht wordt nooit te hebben bestaan. |
| Tegenwerpelijkheid | Het principe dat rechtshandelingen, hoewel primair tussen partijen, ook gevolgen kunnen hebben voor of gerespecteerd moeten worden door derden die geen directe partij zijn bij de rechtshandeling. |
| Beginselen van relativiteit van rechtshandelingen | Het principe dat rechtshandelingen in principe alleen verbintenissen doen ontstaan tussen de partijen die de rechtshandeling hebben aangegaan; derden zijn hierdoor in beginsel niet gebonden. |
| Derdenbeding | Een overeenkomst waarbij een derde, die geen partij is bij de overeenkomst, toch rechten kan ontlenen aan die overeenkomst, zonder zelf gebonden te zijn. |
| Rechtstreekse vordering | Een wettelijk bepaalde uitzondering op het beginsel van relativiteit van overeenkomsten, waarbij een derde het recht heeft om rechtstreeks een vordering in te stellen tegen de schuldenaar van zijn eigen schuldenaar. |
| Sterkmaking | Een overeenkomst waarbij een partij zich ertoe verbindt dat een derde, die geen partij is bij de overeenkomst, een bepaalde handeling zal verrichten of een bepaalde verbintenis zal aangaan; indien de derde dit niet doet, draait de sterkmaker ervoor op. |
| Objectieve goede trouw | Een gedragsnorm die voorschrijft hoe een redelijk en zorgvuldig persoon zich zou moeten gedragen in het rechtsverkeer, ongeacht specifieke kennis van de omstandigheden. |
| Subjectieve goede trouw | De feitelijke kennis of behoren te weten van een persoon met betrekking tot de rechtmatigheid van zijn gedrag of een bepaalde situatie; het is een kennisnorm. |
| Publiciteitsvoorschriften | Wettelijke regels die bepalen hoe bepaalde rechtshandelingen kenbaar gemaakt moeten worden aan derden, bijvoorbeeld door registratie in een openbaar register of publicatie in het Staatsblad, om tegenwerpelijkheid te bewerkstelligen. |
| Patrimoniale rechtshandelingen | Rechtshandelingen die betrekking hebben op het vermogen van een persoon, zoals overeenkomsten die financiële verplichtingen of rechten creëren. |
| Extrapatrimoniale rechtshandelingen | Rechtshandelingen die geen directe financiële gevolgen hebben voor het vermogen, maar wel invloed kunnen hebben op de persoonlijke of familiale sfeer, zoals het huwelijk. |
| Registratie in een centraal register | Het inschrijven van bepaalde akten of verklaringen in een openbaar register, beheerd door bijvoorbeeld het notariaat, om deze kenbaar te maken aan derden en zo tegenwerpelijkheid te verzekeren. |
| Publicatie in het Belgisch Staatsblad | Het bekendmaken van bepaalde juridische informatie, zoals vonnissen of uittreksels van akten, in het officiële publicatieblad van de Belgische overheid om derden te informeren. |
| Vertegenwoordiger | Een persoon die gemachtigd is om namens een ander rechtshandelingen te verrichten. |
| Vertegenwoordigde | De persoon voor wiens rekening rechtshandelingen worden verricht door een vertegenwoordiger. |
| Belangenconflict | Een situatie waarin de belangen van de vertegenwoordiger strijdig zijn met de belangen van de vertegenwoordigde, waardoor loyaliteit aan beide partijen moeilijk is. |
| Nietigheid | De juridische status van een rechtshandeling die ongeldig is en geen rechtsgevolgen heeft. |
| Consensualisme | Het principe dat de loutere wil van partijen, ongeacht de vorm waarin deze wordt geuit, volstaat voor de totstandkoming van een rechtshandeling. |
| Vormvrijheid | Het principe dat rechtshandelingen in beginsel geen specifieke vorm vereisen om geldig te zijn. |
| Formalisme | Het principe dat de geldigheid van bepaalde rechtshandelingen afhankelijk is van het naleven van door de wetgever voorgeschreven vormvereisten. |
| Authentieke akte | Een geschrift opgesteld door een openbare of ministeriële ambtenaar, dat een sterke bewijswaarde heeft en uitvoerbare kracht kan verlenen. |
| Onderhandse akte | Een geschrift dat rechtsgevolgen beoogt en door de partij(en) is ondertekend, maar niet door een openbare ambtenaar is opgesteld. |
| Uitvoerbare kracht | De mogelijkheid om de inhoud van een akte gedwongen ten uitvoer te leggen, bijvoorbeeld via een gerechtelijke procedure. |
| Buitencontractuele aansprakelijkheid | Een rechtsgebied dat de regels omvat die bepalen in welke gevallen geleden schade moet worden vergoed, wie tot schadeloosstelling moet overgaan en op welke wijze de schade moet worden vergoed, ook wanneer er geen contractuele relatie tussen de partijen bestaat. |
| Rechtsmisbruik | Het uitoefenen van een subjectief recht op een wijze die kennelijk de grenzen van de normale uitoefening van dat recht te buiten gaat, zoals een voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde omstandigheden geplaatst zou doen. |
| Schuldaansprakelijkheid | Een vorm van aansprakelijkheid waarbij de schadeveroorzaker, indien hij toerekeningsvatbaar is en een fout heeft begaan, in beginsel gehouden is de geleden schade te vergoeden. |
| Objectieve aansprakelijkheid | Een vorm van aansprakelijkheid die iemand verplicht schade te vergoeden, ook al heeft hij deze niet door een foutieve gedraging veroorzaakt of helemaal niet veroorzaakt; dit wordt ook wel foutloze aansprakelijkheid genoemd. |
| Zorgvuldigheidsnorm | Een abstract referentiecriterium dat inhoudt dat men zich moet gedragen als een normaal en omzichtig persoon die in dezelfde omstandigheden verkeert, waarbij de voorzienbaarheid van de schade een bepalende factor is. |
| Toerekeningsvatbaarheid (schuldbekwaamheid) | Het vermogen van een persoon om zich bewust te zijn van het schadeverwekkende karakter van zijn daden en de draagwijdte ervan te beseffen, waardoor de fout aan de schadeverwekker verweten kan worden. |
| Patrimoniale schade | De economische gevolgen van de aantasting van een juridisch beschermd persoonlijk belang, waaronder verliezen, kosten, winstderving en waardevermindering vallen. |
| Extrapetrimoniale schade | De niet-economische gevolgen van de aantasting van een juridisch beschermd persoonlijk belang, waaronder pijn, leed en psychische aandoeningen, die vergoedbaar zijn voor rechtspersonen voor zover verenigbaar met hun aard. |
| Integrale schadeloosstelling | De verplichting van degene die aansprakelijk is voor schade om deze volledig te herstellen, rekening houdend met de concrete toestand waarin de benadeelde zich bevindt, hetzij door herstel in natura, hetzij door schadevergoeding, of een combinatie van beide. |
| Herstel in natura | Het terugbrengen van de benadeelde of de schade in de toestand waarin deze zich bevonden zou hebben indien het schadeveroorzakende feit zich niet had voorgedaan, bijvoorbeeld door een defect te repareren. |
| Schadevergoeding | Een financiële compensatie die wordt toegekend aan de benadeelde partij om de geleden schade te herstellen, zowel op patrimoniaal als op extrapetrimoniaal vlak. |
| Wettig bevel | Een handeling die wordt uitgevoerd op basis van een door de overheid verstrekt bevel, en die, indien het bevel onrechtmatig was, kan leiden tot aansprakelijkheid voor de schade die hierdoor is veroorzaakt. |
| Term | Definitie |
| Duurzame ontwikkeling | De ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheden in het gedrang te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. Dit concept omvat de integratie van sociale, economische en ecologische dimensies. |
| Internationaal kader voor duurzame ontwikkeling | Verwijst naar de internationale conferenties en resoluties die de principes en doelstellingen van duurzame ontwikkeling hebben vastgelegd, zoals de United Nations Conference on Environment and Development (1992) met Agenda 21, de World Summit on Sustainable Development (2002), en de 2030 Agenda for Sustainable Development met de 17 Sustainable Development Goals (SDG's). |
| Federaal juridisch kader voor duurzame ontwikkeling | Het juridische raamwerk op federaal niveau dat de doelstellingen van duurzame ontwikkeling nastreeft in sociale, economische en milieugebonden aspecten, met aandacht voor intergenerationele solidariteit. Dit wordt onder meer vastgelegd in Artikel 7bis van de Grondwet en de Wet van 5 mei 1997. |
| Sustainable Development Goals (SDG's) | Zeventien wereldwijde doelstellingen, aangekondigd in de 2030 Agenda for Sustainable Development, die gericht zijn op het aanpakken van mondiale uitdagingen op het gebied van duurzame ontwikkeling. Ze omvatten vijf pijlers: people, planet, prosperity, peace en partnership, met 169 subdoelstellingen. |
| Negatieve verplichtingen inzake duurzame ontwikkeling | Verplichtingen die stellen dat beleid niet in strijd mag zijn met de principes van duurzame ontwikkeling. Dit betekent dat bestaande of nieuwe maatregelen geen negatieve impact mogen hebben op de sociale, economische of milieudimensies van duurzaamheid. |
| Positieve verplichtingen inzake duurzame ontwikkeling | Verplichtingen die vereisen dat er actief maatregelen worden genomen om duurzame ontwikkeling te bevorderen. Dit houdt in dat de overheid proactief beleid moet ontwikkelen en implementeren dat bijdraagt aan de realisatie van duurzaamheidsdoelstellingen. |
| Federale Beleidsvisie op lange termijn | Een strategisch document dat de federale doelstellingen en indicatoren voor duurzame ontwikkeling uiteenzet, gericht op het creëren van een maatschappij die sociale cohesie bevordert, de economie aanpast aan uitdagingen, het leefmilieu beschermt en ondersteund wordt door een verantwoordelijke federale overheid. |
| Duurzame ontwikkelingseffectbeoordeling (RIA) | Een proces waarbij de potentiële gevolgen van voorontwerpen van wetten en ontwerpen van koninklijke en ministeriële besluiten worden geëvalueerd op economische, milieugerelateerde en sociale aspecten, evenals op overheidsdiensten, alvorens deze aan de Ministerraad worden voorgelegd. |
| Rechtsbekwaamheid | De bevoegdheid om titularis te zijn van rechten en plichten; dit wordt ook wel genotsbekwaamheid genoemd en vormt de passieve component van bekwaamheid. De rechtsbekwaamheid is verbonden aan de unieke staat van een persoon en kan evolueren. |
| Handelingsbekwaamheid | De bevoegdheid om de rechten en plichten waarvan men titularis is zelf en zelfstandig uit te oefenen; dit is de actieve component van bekwaamheid. Iemand die volledig handelingsbekwaam is, kan rechten zelf en zelfstandig uitvoeren. |
| Algemene handelingsonbekwaamheid | Een situatie waarin een persoon in geen enkel geval zelfstandig in het rechtsverkeer kan optreden. Dit is de regel voor niet-ontvoogde minderjarigen en een uitzondering voor beschermde meerderjarigen. |
| Gedeeltelijke handelingsonbekwaamheid | Een situatie waarin iemand enkel onbekwaam is voor specifieke rechtshandelingen waarvoor de wet of de rechter de handelingsbekwaamheid uitdrukkelijk heeft ingeperkt of uitgeschakeld. Dit is het principe voor meerderjarige onbekwamen. |
| Zorgvolmacht | Een vorm van buitengerechtelijke bescherming voor meerderjarigen, waarbij men zelf een lastgeving regelt om de eigen belangen waar te nemen wanneer men daartoe niet meer in staat is. Dit is een vorm van vertegenwoordiging die men zelf regelt. |
| Vrederechterlijke bescherming | Een vorm van rechterlijke bescherming voor meerderjarigen, waarbij de vrederechter een bewindvoerder aanstelt die bevoegd is voor de goederen en/of de persoon van de beschermde meerderjarige. Dit kan gepaard gaan met een bewind. |
| Nietigverklaring | Het ongeldig verklaren van een rechtshandeling die is gesteld met miskenning van de bijzondere beschermingsstatuten. Dit kan gevorderd worden door de beschermde persoon of diens vertegenwoordiger. |
| Onmiddellijke vertegenwoordiging | Een vorm van vertegenwoordiging waarbij de vertegenwoordiger optreedt in naam én voor rekening van de vertegenwoordigde. De rechtshandelingen die de vertegenwoordiger verricht, hebben rechtstreeks rechtsgevolgen voor de vertegenwoordigde ten opzichte van de derde partij. |
| Middellijke vertegenwoordiging | Een vorm van vertegenwoordiging, ook wel commissiehandel genoemd, waarbij de vertegenwoordiger optreedt in eigen naam, maar wel voor rekening van de vertegenwoordigde. De rechtshandelingen creëren in eerste instantie rechtsgevolgen tussen de vertegenwoordiger en de derde, waarna deze intern worden doorgeschoven naar de vertegenwoordigde. |
| Lastgeving | Een overeenkomst waarbij de lasthebber zich ertoe verbindt om rechtshandelingen te stellen in naam en voor rekening van de lastgever. Dit is een veelvoorkomende grondslag voor vertegenwoordigingsbevoegdheid, waarbij de lasthebber handelt binnen de door de lastgever bepaalde grenzen. |
| Organieke vertegenwoordiging | De vertegenwoordiging die voortvloeit uit de hoedanigheid van orgaan van een rechtspersoon. De organen, zoals bestuurders, treden op namens de rechtspersoon en hun bevoegdheden worden zowel door de wet als door de statuten van de rechtspersoon geregeld. |
| Schijnvertegenwoordiging | Een uitzondering op de algemene regel dat er geen rechtsgevolgen worden toegerekend bij het ontbreken van vertegenwoordigingsbevoegdheid. Indien de vertegenwoordigde bij derden de rechtmatige schijn heeft gewekt dat de vertegenwoordiging regelmatig was, kunnen de rechtsgevolgen toch aan de vertegenwoordigde worden toegerekend. |
| Niet-tegenwerpelijkheid van interne beperkingen | Een principe waarbij interne beperkingen van de wettelijke vertegenwoordigingsbevoegdheid van organen van rechtspersonen (zoals NV, BV, VZW) niet tegenwerpelijk zijn aan derden te goeder trouw. De rechtspersoon blijft gebonden, ook al heeft het orgaan de interne bevoegdheidsgrenzen overschreden. |
| Publiekrechtelijke rechtspersoon | Een rechtspersoon die is opgericht bij of krachtens de wet en die publieke taken uitvoert, zoals de staat, gewesten, gemeenschappen of gemeenten. |
| Privaatrechtelijke rechtspersoon | Een rechtspersoon die is opgericht door particulieren en die zich richt op het nastreven van een belangeloos of winstgevend doel, zoals verenigingen, stichtingen of vennootschappen. |
| Vereniging zonder winstoogmerk (VZW) | Een privaatrechtelijke rechtspersoon die een belangeloos doel nastreeft. Hoewel winst maken is toegestaan, is deze winst niet bedoeld voor de leden, maar kan deze worden aangewend voor het realiseren van het doel van de vereniging. |
| Private stichting | Een privaatrechtelijke rechtspersoon die bestaat uit een afgescheiden vermogen dat wordt ingezet ter verwezenlijking van een bepaald belangeloos doel. Het belangrijkste verschil met een VZW is dat een private stichting geen leden heeft. |
| Stichting van openbaar nut (SON) | Een privaatrechtelijke rechtspersoon met een afgescheiden vermogen, gericht op de verwezenlijking van een werk van filantropische, levensbeschouwelijke, religieuze, wetenschappelijke, artistieke, pedagogische of culturele aard. |
| Vennootschap | Een privaatrechtelijke rechtspersoon die gericht is op het maken van winst om deze vervolgens aan de deelnemers uit te keren. Vennootschappen kunnen verschillende vormen aannemen, met of zonder beperkte aansprakelijkheid. |
| Vennootschap onder firma (VOF) | Een vennootschap waarbij de vennoten onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schulden van de vennootschap. Dit betekent dat elke vennoot voor het volledige bedrag van de schuld kan worden aangesproken. |
| Besloten vennootschap (BV) | De basisvorm voor vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid. Deze vorm kan ook voor grotere structuren worden gebruikt en is de meest voorkomende vorm voor entiteiten met beperkte aansprakelijkheid. |
| Naamloze vennootschap (NV) | De meest geavanceerde vennootschapsvorm, waarbij de identiteit van de aandeelhouders minder belangrijk is dan de kapitaalverstrekking en de vrije overdraagbaarheid van aandelen. Er is een aanzienlijk startkapitaal vereist. |
| Coöperatieve vennootschap (CV) | Een vennootschap met een alternatieve bedrijfsvoering, die naast klassieke winstverdeling ook voordeelverstrekking aan de deelnemers beoogt. Deze vennootschap heeft beperkte aansprakelijkheid. |
| Rechtspersoonlijkheid | Het vermogen om zelfstandig rechten en plichten te hebben en hierover te kunnen beschikken, zoals het aangaan van contracten of het voeren van rechtsgedingen. Dit ontstaat bij de oprichting van een rechtspersoon. |
| Rechtsbekwaamheid (genotsbekwaamheid) | De bevoegdheid om titularis te zijn van rechten en plichten. Dit is de passieve component van bekwaamheid en is verbonden aan de unieke staat van een persoon. |