Cover
Börja nu gratis Samenvatting - GvB.docx
Summary
# Beginselen van behoorlijk bestuur
Hier is een gedetailleerde samenvatting van de Beginselen van behoorlijk bestuur, opgesteld als een examengeklaarde studiegids.
## 1. Beginselen van behoorlijk bestuur
De beginselen van behoorlijk bestuur vormen de ongeschreven rechtsbeginselen die de rechtsbescherming van burgers tegen willekeurige overheidsbeslissingen waarborgen en de kwaliteit van overheidsoptreden sturen.
### 1.1 Begripsomschrijving en situering
Algemene rechtsbeginselen zijn denkregels die, hoewel ze op zichzelf geen recht vormen, wel de grondslag van ons recht vormen. Ze worden door rechters afgeleid uit het geldende recht en zijn vaak verankerd in de Grondwet of specifieke wetten. De beginselen van behoorlijk bestuur vormen een bijzondere categorie binnen deze algemene rechtsbeginselen. Het zijn criteria waaraan behoorlijk – met name discreet – overheidshandelen moet voldoen en getoetst wordt. Deze beginselen zijn niet per se gewoonterecht, maar veelal 'praetoriaanse' criteria die door de rechtspraak zijn ontwikkeld. Hoewel ze ongeschreven zijn, worden ze steeds vaker gecodificeerd in wetgeving, waarbij ze echter als vormvereisten worden opgenomen, wat betekent dat er in principe niet van afgeweken kan worden, in tegenstelling tot de algemene beginselen zelf.
**Kenmerken van beginselen van behoorlijk bestuur:**
* **Algemeen karakter:** Ze gelden ongeacht het specifieke beleidsdomein.
* **Toepasbaarheid:** Ze zijn van toepassing wanneer de overheid optreedt als bestuurlijke overheid en een discretionaire bevoegdheid uitoefent. Ze gelden niet voor rechtscolleges die optreden in betwiste zaken, hoewel beginselen als onpartijdigheid hier wel van toepassing zijn, maar dan via specifieke procedurele regels zoals wraking.
* **Scheiding tussen bestuur en rechtspraak:** Een bestuursorgaan van een universiteit valt wel onder de beginselen van behoorlijk bestuur, terwijl een Raad voor examenbetwistingen, functionerend als rechtscollege, dat niet doet.
> **Tip:** Begrijp het onderscheid tussen een discretionaire bevoegdheid (waar de overheid beleidsvrijheid heeft) en een gebonden bevoegdheid (waar de inhoud van de beslissing vaststaat). De beginselen van behoorlijk bestuur zijn primair relevant bij de uitoefening van discretionaire bevoegdheden.
#### 1.1.1 Doel: Rechtsbescherming en Kwaliteitsverbetering
Het voornaamste doel van de beginselen van behoorlijk bestuur is de rechtsbescherming van burgers tegen willekeur van de overheid. Daarnaast dragen ze bij aan de kwaliteitsverbetering van het overheidsoptreden door een norm te stellen voor zorgvuldigheid, redelijkheid en efficiëntie.
### 1.2 De Beginselen van Behoorlijk Bestuur
De belangrijkste beginselen van behoorlijk bestuur zijn:
#### 1.2.1 Het zorgvuldigheidsbeginsel
Dit beginsel houdt in dat elk bestuur zich moet gedragen zoals een normaal voorzichtig en zorgvuldig handelend bestuur, geplaatst in dezelfde omstandigheden, zou handelen. De mate van zorgvuldigheid varieert naargelang de toepasselijke regelgeving en de concrete omstandigheden.
* **Zorgvuldige voorbereiding van een beslissing:**
* Beslissingen moeten steunen op werkelijk bestaande, concrete feiten die met de vereiste zorgvuldigheid werden vastgesteld.
* Dit impliceert het rekening houden met alle relevante aspecten van het dossier.
* Het inwinnen van adviezen die zelf zorgvuldig tot stand zijn gekomen, kan onderdeel zijn van deze zorgvuldigheid.
* Het organiseren van getuigenverhoren of het consulteren van belanghebbenden kan eveneens vereist zijn.
* Rekening houden met actuele gegevens is essentieel.
* **Zorgvuldige afweging van belangen:** De beslissing moet een zorgvuldige afweging bevatten van de bij het besluit betrokken belangen. Het afwijken van een ingewonnen (niet-bindend) advies is niet per definitie onzorgvuldig, maar moet wel redelijkerwijs te verantwoorden zijn, in samenhang met de motiveringsplicht.
* **Zorgvuldige bekendmaking of kennisgeving:** Het bestuur mag het voor een belanghebbende niet bemoeilijken om van een beslissing kennis te nemen. Een bewuste vertraging in de bekendmaking zonder redelijke verantwoording schendt dit beginsel. De onzorgvuldigheid van de kennisgevingsbrief zelf tast echter de wettigheid van de beslissing niet aan.
* **Zorgvuldige uitvoering van een beslissing:** Het niet zorgvuldig uitvoeren van een beslissing kan leiden tot aansprakelijkheid voor schade (art. 1382 Burgerlijk Wetboek).
* **Organisatie van het bestuur:** Het bestuur moet zich zodanig organiseren dat het zijn bevoegdheden conform de regels en beginselen kan uitoefenen.
#### 1.2.2 De hoorplicht
De overheid is verplicht om belanghebbenden individueel te horen alvorens een eenzijdige beslissing te nemen die hen rechtstreeks treft.
* **Evolutie:** Oorspronkelijk enkel van toepassing bij ernstige maatregelen gegrond op persoonlijk gedrag, nu erkend als algemeen rechtsbeginsel, ook binnen het EU-recht, en als onderdeel van de zorgvuldigheidsplicht.
* **Modaliteiten:**
* De bestuurde moet op een nuttige wijze voor zijn belangen kunnen opkomen.
* Vereist een behoorlijke oproeping, mededeling van de voorgenomen maatregel en juridische grondslag.
* Mogelijkheid tot kennisname van het dossier en een redelijke termijn om verweer voor te bereiden.
* Recht op bijstand of vertegenwoordiging door een raadsman.
* Schriftelijk 'horen' volstaat, met een verslag van de hoorzitting.
* **Uitzonderingen:**
* **Dringend karakter:** Wanneer snel handelen primeert op het individuele belang van de bestuurde (bv. bij onmiddellijke bedreiging voor volksgezondheid of openbare veiligheid). Het dringende karakter moet gemotiveerd worden en mag niet door eigen talmen van het bestuur worden tegengesproken.
* **Gebonden bevoegdheid met vaststaande feiten:** Als de feiten vaststaan en er geen beleidsvrijheid is (bv. weigering wapenvergunning na strafrechtelijke veroordeling). Echter, zelfs bij vaststaande feiten, dient soms gehoord te worden indien er keuze is tussen verschillende maatregelen.
* De bestuurde is onbereikbaar binnen een redelijke termijn.
#### 1.2.3 Het onpartijdigheidsbeginsel
Iemand met een rechtstreeks en persoonlijk belang bij een zaak mag zich niet mengen in het besluitvormingsproces.
* **Vereiste:** Pas sprake van partijdigheid indien de betrokkene invloed kon uitoefenen op de beslissing.
* **Toepassingsgebied:** Besturen die beslissingen nemen, adviesorganen, en bestuursorganen die voorstellen formuleren.
* **Vormen van partijdigheid:**
* **Morele/subjectieve partijdigheid:** Persoonlijke betrokkenheid of animositeit (bv. een lid van een tuchtorgaan dat persoonlijk betrokken is bij de feiten).
* **Structurele/functionele partijdigheid:** Vooringenomenheid ingevolge de organisatie, procedure of totstandkoming van beslissingen (bv. cumul van functies, beleidsmatige vooringenomenheid door voorafgaande verbintenissen).
* **Gevolgen:** Een schending leidt niet altijd tot onwettigheid, vooral niet bij gebonden bevoegdheden. Bij collegiale organen is er een dubbele bewijslast om aan te nemen dat het college een lid slaafs volgt.
#### 1.2.4 Het motiveringsbeginsel
Elke bestuurshandeling moet gedragen zijn door motieven die feitelijk en juridisch correct en deugdelijk zijn, en die blijken uit het dossier.
* **Toepassingsgebied:** Geldt voor elke bestuurshandeling, zowel individueel als reglementair.
* **Materiële motivering:** De motieven moeten in rechte en feite aanvaardbaar zijn en controleerbaar.
* **Formele motivering:** De motieven moeten worden opgenomen in de beslissing zelf of door verwijzing, mits de inhoud van het verwezen stuk bekend is, afdoende gemotiveerd is, en er geen tegenstrijdige stukken of adviezen zijn.
* **Afdoende motivering:** De motivering moet evenredig zijn aan de zwaarte van de sanctie of de omvang van de bevoegdheid, draagkrachtig zijn (niet tegenstrijdig, pertinent) en soms verstrengd indien er wordt afgeweken van een advies of beleidslijn.
#### 1.2.5 De beginselen van redelijkheid en evenredigheid
Deze beginselen begrenzen de discretionaire beslissingsbevoegdheid van het bestuur.
* **Redelijkheidsbeginsel:** Een discretionaire bevoegdheid heeft steeds de redelijkheid als grens. Bij een gebonden bevoegdheid kan dit beginsel niet geschonden worden. De toetsing gebeurt aan de hand van het gedrag van een zorgvuldige overheid in dezelfde omstandigheden.
* **Evenredigheidsbeginsel:** De verhouding tussen de aard van de beslissing en de voorliggende feiten moet proportioneel zijn, rekening houdend met het doel van de beslissing. De Raad van State toetst of het bestuur redelijkerwijs tot de beslissing is gekomen, niet de opportuniteit ervan.
#### 1.2.6 Het gelijkheidsbeginsel en non-discriminatiebeginsel
Personen in dezelfde omstandigheden moeten gelijk behandeld worden, en personen in wezenlijk verschillende omstandigheden anders. Dit is een fundamenteel beginsel, verankerd in de Grondwet (art. 10 en 11).
* **Vereiste voor ongelijke behandeling:** Er moet een objectieve verantwoording zijn, een wettig doel dat nagestreefd wordt, en de beslissing moet een middel zijn om dit doel te realiseren.
* **Gelijk(lasten)beginsel voor de openbare lasten (GBOL):** De overheid mag zonder vergoeding niet meer lasten opleggen dan een burger in het algemeen belang kan worden geacht te moeten verdragen. Vergoeding kan via de burgerlijke rechter.
#### 1.2.7 Het rechtszekerheidsbeginsel
Het recht moet voorzienbaar en toegankelijk zijn, zodat burgers de gevolgen van handelingen redelijkerwijs kunnen voorzien. De overheid mag niet zonder objectieve en redelijke verantwoording van een vaste gedragslijn afwijken.
* **Verbod op retroactieve werking:** Uitzonderingen zijn mogelijk indien er een wettelijke grondslag is, de retroactiviteit voordelen toekent met inachtneming van het gelijkheidsbeginsel, en geen verkregen situaties aantast.
* **Vertrouwensbeginsel:** Kan worden ingeroepen wanneer de overheid afwijkt van een constante gedragslijn of duidelijke beloftes, zonder duidelijk motief, waarop de burger rechtmatig kon vertrouwen.
### 1.3 Openbaarheid van bestuur
Dit beginsel, een concrete toepassing van transparantie, houdt in dat bestuursdocumenten toegankelijk zijn voor burgers.
* **Passieve openbaarheid:** Documenten worden ter beschikking gesteld op verzoek. Dit is een grondrecht (art. 32 GW).
* **Regelgeving:** Vlaams Bestuursdecreet, Wet van 11 april 1994, Gezamenlijk decreet en ordonnantie van 16 mei 2019.
* **Uitzonderingen:** Gelden voor specifieke materies en kunnen absoluut, relatief (met belangenafweging) of facultatief zijn.
* **Beoordelingselementen:** Gaat het om een bestuursdocument? Welke vorm van openbaarheid wordt gevraagd? Betreft het informatie van persoonlijke aard? Is een belang aangetoond?
* **Actieve openbaarheid:** Documenten worden automatisch ter beschikking gesteld.
### 1.4 Bestuurlijke beroepen
Een beroep dat wordt ingesteld bij een orgaan van actief bestuur tegen een beslissing van een ander bestuur, met het oog op intrekking, wijziging of vernietiging.
* **Kenmerken:**
* **Georganiseerd beroep:** Vastgelegd door regelgeving (bij wie, vorm, termijn). Vereist uitputting alvorens naar de rechter te stappen. In principe devolutieve werking (volledige beslissingsmacht gaat over naar beroepsinstantie).
* **Niet-georganiseerd beroep:** Kan altijd worden ingesteld (bv. willig beroep, hiërarchisch beroep, beroep bij toezichthoudend bestuur). Kan stuitende werking hebben op de termijn voor een jurisdictioneel beroep onder bepaalde voorwaarden.
* **Gevolgen van het beroep:** In principe geen schorsende werking, tenzij specifiek voorzien in de regelgeving.
### 1.5 Jurisdictionele beroepen
Een beroep dat wordt ingesteld bij een rechtscollege (rechterlijke macht, administratieve rechtscolleges, buitengerechtelijke rechtscolleges) om een geschil definitief te beslechten.
* **Rechtsmachtverdeling:** Gevolgen van art. 144-146 GW. Onderscheid tussen subjectief (burgerlijke en politieke rechten) en objectief contentieux (rest).
* **Toetsingsmogelijkheid (art. 159 GW):** Hoven en rechtbanken toetsen besluiten en verordeningen aan de wet.
* **Rechtsbescherming tegen overheidsaansprakelijkheid:**
* **Foutaansprakelijkheid (art. 1382 BW):** Ook de overheid kan aansprakelijk zijn voor foutief handelen, inclusief schending van beginselen van behoorlijk bestuur.
* **Foutloze aansprakelijkheid:** In specifieke gevallen (bv. onteigening) of op basis van het GBOL-beginsel.
### 1.6 Bestuurlijke handhaving
Het geheel van maatregelen en sancties om de naleving van regels af te dwingen, verboden gedrag te ontraden en publieke schade te voorkomen of te herstellen.
* **Instrumentarium:**
* **Bestuurlijke sanctie:** Oplegd door een bestuur aan een bestuurde wegens een inbreuk, bedoeld als straf.
* **Bestuurlijke (politie)maatregel:** Meestal met een preventief doel.
* **Kwalificatie en EVRM:** De toepassing van waarborgen uit het EVRM hangt af van de kwalificatie van een maatregel als 'straf'.
* **Lokale bestuurlijke handhaving:** Bevoegdheden van lokale besturen ter bescherming van de openbare orde (rust, veiligheid, gezondheid, overlast).
* **Rechtsgronden:** o.a. art. 119, 119bis, 135 §2 Nieuwe Gemeentewet.
* **Vormen:** Administratieve geldboete, schorsing/intrekking vergunning, sluiting, dwangsommen.
* **Kaderdecreet Vlaamse Handhaving (KVH):** Stroomlijnt de Vlaamse handhavingsregels en omvat toezicht, opsporing, sanctionering, herstel en beveiliging.
### 1.7 De Raad van State als bestuursrechter
De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (RvS) behandelt beroepen tot nietigverklaring en schorsingsvorderingen.
* **Bevoegdheden:** Annulatie-, schorsings-, cassatiebevoegdheid, toekennen van schadevergoedingen.
* **Procedure:** Schriftelijk, met mogelijkheid tot een mondelinge zitting. Strikte termijnen zijn van toepassing.
* **Ontvankelijkheidsvoorwaarden:**
* **Voorwerp:** Een griefhoudende, definitieve administratieve rechtshandeling.
* **Partij:** De verzoeker moet belang hebben bij het beroep.
* **Termijn:** Meestal zestig dagen na bekendmaking of betekening.
* **Gevolgen van vernietigingsarresten:** Gezag van gewijsde erga omnes, met mogelijke handhaving van gevolgen of rechtsherstel door het bestuur. De RvS kan ook een injunctie of dwangsom opleggen.
### 1.8 Vlaamse Ombudsdienst
Een parlementscommissie die klachten over 'onbehoorlijk overheidsgedrag' behandelt.
* **Rol:** Bemiddelen, aanbevelingen formuleren (individueel en structureel). Beschikt niet over bindende beslissingsbevoegdheid.
* **Toetsingscriteria:** Voldoen aan wet, motivering, gelijke behandeling, rechtszekerheid, redelijkheid, correcte bejegening, etc.
> **Examentip:** Ken de verschillende soorten beroepen en de bijbehorende termijnen en gevolgen. Begrijp de rol van de Raad van State en de Vlaamse Ombudsdienst. Wees in staat om de beginselen van behoorlijk bestuur toe te passen op concrete casuïstiek.
---
# Bestuurlijke handhaving en sancties
Dit gedeelte verkent de verschillende mechanismen die de overheid gebruikt om de naleving van rechtsregels te waarborgen, inclusief bestuurlijke sancties, maatregelen, handhavingsactoren en specifieke regels voor lokale handhaving.
## 2. Bestuurlijke handhaving en sancties
### 2.1 Bestuurlijke handhaving: een overzicht
Bestuurlijke handhaving omvat elke handeling die gericht is op het bevorderen van de naleving van rechtsregels of het beëindigen van een overtreding. Dit kan preventief, herstellend of sanctionerend zijn. In tegenstelling tot gerechtelijke handhaving, wordt bestuurlijke handhaving door het bestuur zelf uitgevoerd, zonder voorafgaande rechterlijke toetsing, maar met de mogelijkheid van rechterlijke controle achteraf. Het belangrijkste verschil met gerechtelijke handhaving is dat bestuurlijke handhaving niet tot vrijheidsberoving kan leiden.
#### 2.1.1 Rechtsgrondslag en doelen
Het algemene juridische kader voor bestuurlijke handhaving ontbreekt in veel gevallen, en steunt voornamelijk op bestuursrechtelijke principes zoals het legaliteitsbeginsel en de beginselen van behoorlijk bestuur. Dit wordt aangevuld met specifieke federale en Vlaamse regelgeving per sector.
De doelen van bestuurlijke handhaving zijn divers:
* Een preventief of ontradend effect creëren.
* Overtredingen stoppen en terugkeren naar de wettelijke toestand.
* Schade vergoeden of herstellen.
* Bestraffen van overtredingen.
#### 2.1.2 Bestuurlijke sanctie versus bestuurlijke maatregel
* **Bestuurlijke sanctie:** Een sanctie die op grond van een wettelijke basis wordt opgelegd door een bestuursorgaan aan een bestuurde wegens een inbreuk op een publiekrechtelijk voorschrift. Het neemt de vorm aan van een eenzijdige bestuurlijke rechtshandeling met individuele strekking en is bedoeld als straf of leedtoevoeging. Voorbeelden zijn GAS-boetes, de intrekking van een vergunning of een tuchtstraf.
* **Bestuurlijke (politie)maatregel:** Vergelijkbaar met een bestuurlijke sanctie wat betreft wettelijke grondslag en oplegging door het bestuur met mogelijke rechterlijke controle. Het hoofddoel is echter voornamelijk preventief, gericht op het vrijwaren van de openbare orde of de goede werking van de dienst. Voorbeelden zijn aanmaningen, waarschuwingen, of ordemaatregelen zoals een preventief huisarrest.
> **Tip:** Het is cruciaal om het onderscheid te kennen tussen een bestuurlijke sanctie en een bestuurlijke maatregel, zeker in het licht van de waarborgen die het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) biedt bij 'straffen'. Wanneer een maatregel als een 'straf' wordt gekwalificeerd (bv. via de Engel-criteria), zijn de waarborgen zoals het vermoeden van onschuld en de rechten van verdediging van toepassing.
#### 2.1.3 Handhavingsactoren
De handhavingsactoren variëren sterk per beleidsdomein en omvatten onder meer:
* **Toezichthouders (inspectie):** Met specifieke toezichtsbevoegdheden.
* **Sanctionerende instanties:** Zoals de sanctionerend ambtenaar voor GAS-boetes of het college van burgemeester en schepenen (CBS) voor de schorsing of intrekking van vergunningen.
* **Burgemeester:** Die optreedt ter handhaving van de openbare orde op basis van de Nieuwe Gemeentewet.
### 2.2 Lokale bestuurlijke handhaving
Lokale bestuurlijke handhaving is het geheel van preventieve en repressieve bevoegdheden die lokale besturen hebben om de openbare orde te beschermen of te herstellen. Dit omvat het doen naleven van regels via politiereglementen en administratieve sancties.
#### 2.2.1 Openbare orde als kernbegrip
De openbare orde omvat traditioneel openbare rust, veiligheid en gezondheid. Sinds 1999 is hier ook openbare overlast aan toegevoegd. De handhaving richt zich voornamelijk op de materiële openbare orde (tastbare verstoringen), niet op de morele openbare orde (zedelijkheid, normen en waarden).
#### 2.2.2 Rechtsgronden voor lokale handhaving
De belangrijkste rechtsgronden zijn:
* **Artikel 119 Nieuwe Gemeentewet (NGW):** Voor gemeentelijke politieverordeningen.
* **Artikel 119bis NGW:** Voor gemeentelijke administratieve sancties (GAS).
* **Artikel 135 §2 NGW:** Algemene bestuurlijke politiebevoegdheid, waarbij gemeenten als bestuurlijke politieoverheid moeten handhaven.
#### 2.2.3 Algemene versus bijzondere bestuurlijke politie
* **Algemene bestuurlijke politie (art. 135 §2 NGW):** Gericht op de bescherming van de openbare orde in het algemeen. Dit is een discretionaire bevoegdheid, wat betekent dat het bestuur beoordelingsvrijheid heeft, maar proportioneel moet handelen.
* **Bijzondere bestuurlijke politie:** Gebaseerd op specifieke wetgeving per sector (bv. Drugswet, milieuwetgeving). Dit is een gebonden bevoegdheid en heeft voorrang op de algemene politiebevoegdheid.
> **Tip:** Bij het toepassen van lokale handhaving moet steeds rekening worden gehouden met de grenzen van deze bevoegdheid. Zo vereist het wettelijke grondslag, respect voor grondrechten, mag het geen absolute of permanente verboden opleggen, is het beperkt tot de materiële openbare orde en moet het wijken voor bijzondere wetgeving.
#### 2.2.4 Handhavingsactoren op lokaal niveau
* **Gemeenteraad:** Stelt politiereglementen vast en bepaalt sancties.
* **College van burgemeester en schepenen (CBS):** Legt administratieve sancties op en kan vergunningen schorsen, opheffen of inrichtingen sluiten.
* **Burgemeester:** Centrale figuur in de bestuurlijke politie, met uitvoerende, verordenende en vorderende bevoegdheden.
#### 2.2.5 Gemeentelijke administratieve sancties (GAS)
GAS maakt het voor gemeentebesturen mogelijk om zelf storende fenomenen en ongewenst gedrag aan te pakken, met meer armslag voor hun eigen beleid.
* **Sancties:** Administratieve geldboete, schorsing of intrekking van een vergunning, sluiting van een inrichting. Alternatieven zoals bemiddeling en gemeenschapsdienst zijn ook mogelijk.
* **Bestuurlijke dwangsom en verzegeling:** Financiële of materiële middelen om naleving af te dwingen, waarbij de overheid de maatregel zelf kan uitvoeren op kosten van de betrokkene.
### 2.3 Vlaamse Handhaving (Kaderdecreet Vlaamse Handhaving)
Het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving (KVH) stroomlijnt de Vlaamse handhavingsregels en heeft als doelstellingen:
* Uniformisering van handhavingsregels.
* Digitalisering via het Vlaams Handhavingsplatform (VHP).
* Uitbreiding met een herstel- en beveiligingsluik.
#### 2.3.1 Begrippenkader KVH
* **Verboden gedragingen:** Kunnen strafrechtelijk of via alternatieve bestuurlijke sancties worden gesanctioneerd, vastgesteld via proces-verbaal.
* **Inbreuken:** Exclusief bestuurlijk gesanctioneerd, vastgesteld via een verslag van vaststelling.
* **Normschendingen:** Geen sancties, enkel maatregelen, vastgesteld via een verslag van vaststelling.
#### 2.3.2 Handhavingsfuncties
* **Toezicht:** Controle op naleving van regelgeving.
* **Opsporing:** Bewijs verzamelen voor vervolging.
* **Sanctioneren:** Opleggen van bestuurlijke sancties.
* **Herstellen:** Ongedaan maken van publieke schade.
* **Beveiligen:** Voorkomen van verder verboden gedrag of publieke verliezen.
#### 2.3.3 Handhavingsinstrumentarium
* **Bestuurlijke geldboete:** Als hoofdsanctie, bepaald in het decreet.
* **Aanvullende sancties:** Verbeurdverklaring, uitsluiting van steun, afroming van vermogensvoordeel, expertisekosten.
* **Herstel:** Gericht op terugkeer naar de referentietoestand of een feitelijk gelijkwaardige toestand, of financiële compensatie.
* **Beveiligingsbeslissing:** Preventieve maatregel om verdere schade te voorkomen of verboden gedrag stop te zetten (bv. sluiting, toegangsverbod).
#### 2.3.4 Rechtsbescherming binnen het KVH
De standaardrechtsbescherming is via de Raad van State met reformatiebevoegdheid. Sanctiebeslissingen kunnen via een schorsend beroep worden aangevochten. Een optioneel Handhavingscollege (HHC) kan ook een rol spelen, alhoewel de verwijzingen hiernaar door het Grondwettelijk Hof zijn vernietigd.
### 2.4 De Raad van State als bestuursrechter
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (RvS) fungeert als belangrijkste bestuursrechter.
#### 2.4.1 Bevoegdheden van de Afdeling Bestuursrechtspraak
* **Annulatiebevoegdheid (art. 14, §1 RvS-wet):** Vernietigen van onwettige administratieve rechtshandelingen.
* **Nevenbevoegdheden:** Schorsingsbevoegdheid en bevoegdheid tot het bevelen van voorlopige maatregelen (art. 17 RvS-wet).
* **Cassatiebevoegdheid (art. 14, §2 RvS-wet):** Beoordeling van rechtspraak in laatste aanleg.
* **Volle rechtsmacht (art. 16 RvS-wet):** Beslissen in bepaalde zaken met volledige beoordelingsmacht.
* **Schadevergoeding:**
* Bij buitengewone schade wegens rechtmatige overheidsdaad (art. 11 RvS-wet).
* Tot herstel na vaststelling van onwettigheid (art. 11bis RvS-wet).
* **Attributieconflicten (art. 13 RvS-wet):** Beslechten van geschillen tussen administratieve rechtscolleges.
#### 2.4.2 Procedurele kenmerken
* **Objectief contentieux:** De RvS is primair een wettigheidsrechter.
* **Autonomie:** Eigen procedurele regels, die afwijken van gerechtelijke procedures.
* **Inquisitoriaal en schriftelijk:** De procedure is ambtshalve en hoofdzakelijk schriftelijk, met een mondelinge fase.
* **Strikte termijnen:** Belang van het respecteren van de procedureregels en termijnen.
#### 2.4.3 Ontvankelijkheidsvoorwaarden
* **Betreffende de bestreden beslissing:** Moet een definitieve, griefhoudende administratieve rechtshandeling zijn. Complexe administratieve rechtshandelingen en impliciete beslissingen zijn hierbij relevant.
* **Betreffende de verzoekende partij:** Moet procesbevoegdheid en een voldoende belang hebben.
* **Betreffende de termijn:** Tijdige indiening van het beroep (in principe 60 dagen). De bekendmaking of betekening van de beslissing is cruciaal voor de aanvang van de termijn.
#### 2.4.4 De procedure: van verzoekschrift tot arrest
De procedure omvat de schriftelijke fase (verzoekschrift, memories, auditeurverslag) en een mondelinge fase (zitting). Belangrijk is de uiteenzetting van het middel, het belang bij het middel en de wettigheidskritiek.
* **Het verzoekschrift:** Moet de identiteit van partijen, feiten, middelen en belang bevatten.
* **De middelen:** Kunnen betrekking hebben op schending van substantiële vormen, machtsoverschrijding of machtsafwending.
* **Auditeurverslag:** Geeft een standpunt over ontvankelijkheid en gegrondheid.
* **Arrest:** Kan vernietigend, verwerpend of schorsend zijn.
#### 2.4.5 Bijzonderheden van het administratief kort geding
* **Spoedeisend karakter:** Vereist een dringende noodzaak voor een snelle beslissing.
* **Schorsingsbevoegdheid:** De tenuitvoerlegging van de beslissing kan worden geschorst.
* **Procedurekalender:** Korte en strikte termijnen.
#### 2.4.6 Gevolgen van vernietigingsarresten
* **Gezag van gewijsde:** Vernietiging werkt erga omnes en ex tunc.
* **Rechtsherstel:** Het bestuur moet de procedure heropenen of een nieuwe beslissing nemen.
* **Injunctiebevoegdheid:** De RvS kan het bestuur bevelen een beslissing te nemen of in te trekken.
* **Indeplaatsstelling:** De RvS kan in de plaats treden van het bestuur bij gebonden bevoegdheid.
* **Dwangsom:** Kan worden opgelegd bij niet-nakoming van een bevel.
* **Schadevergoeding:** Mogelijk na vaststelling van onwettigheid.
### 2.5 De Vlaamse Ombudsdienst
De Vlaamse Ombudsdienst is een para-parlementaire instelling die klachten van burgers en bedrijven behandelt over onbehoorlijk overheidsgedrag.
#### 2.5.1 Bevoegdheden en taken
* **Klachtenbehandeling:** Onderzoek naar de werking van de overheid.
* **Bemiddeling:** Zoeken naar een billijke oplossing.
* **Aanbevelingen:** Formuleren van niet-afdwingbare aanbevelingen voor individueel en structureel herstel.
* **Kwaliteitscontrole:** Beoordelen van de dienstverlening van de overheid.
#### 2.5.2 Ombudsnormen
De ombudsnormen omvatten o.a. overeenstemming met de wet, voldoende motivering, gelijke behandeling, rechtszekerheid, redelijkheid en proportionaliteit, correcte bejegening, actieve dienstverlening en bereikbaarheid.
> **Tip:** De Vlaamse Ombudsdienst is geen beroepsinstantie met bindende beslissingen, maar een bemiddelaar en aanbevelingsorgaan.
### 2.6 De rol van de burgemeester in bestuurlijke handhaving
De burgemeester is een centrale figuur in de bestuurlijke politie en heeft diverse bevoegdheden:
* **Politierechterlijke rol:** Handhaving van de openbare orde.
* **Verordenende bevoegdheid:** Uitvaardigen van politiebesluiten.
* **Informatieve rol:** Inwinnen van informatie.
Hij kan bijvoorbeeld een bevel uitvaardigen ter handhaving van de openbare orde, en dit bevel kan, indien onvoldoende nageleefd, worden versterkt met een bestuurlijke dwangsom.
### 2.7 Juridische basis van de Bestuurlijke Handhaving en Sancties
De juridische basis is divers en verspreid:
* **Nieuwe Gemeentewet (NGW):** Artikel 119 (politieverordeningen), 119bis (GAS), 133ter (dwangsom), 135§2 (algemene bestuurlijke politie).
* **Kaderdecreet Vlaamse Handhaving:** Biedt een uniform kader voor handhaving in Vlaanderen.
* **Specifieke sectorale wetgeving:** Vb. Drugswet, stedenbouwwetgeving.
### 2.8 Verschil tussen bestuurlijke beroepen en jurisdictionele beroepen
| Kenmerk | Bestuurlijk beroep | Jurisdictioneel beroep |
| :--------------------------- | :-------------------------------------------------- | :--------------------------------------------------- |
| **Bij welk orgaan?** | Bij een bestuur (hoger orgaan of toezichthoudend) | Bij een rechter (rechtbank, hof, RvS) |
| **Grondwettelijke verankering** | Geen expliciete grondwettelijke verankering | Grondwettelijk verankerd (art. 142, 144 e.v., 160, 161 GW) |
| **Soort toezicht** | Opportuniteitstoezicht (algemeen belang) | Legaliteitstoezicht |
| **Werking** | Devolutieve werking (meestal) | In principe geen ultra petita beoordeling |
| **Beginselen** | Beginselen van behoorlijk bestuur | Beginselen van behoorlijke rechtsbedeling |
| **Uitspraakverplichting** | Niet altijd verplicht tot uitspraak | Verplicht tot uitspraak (op straffe van rechtsweigering) |
| **Behandeling** | In principe niet openbaar | In principe openbaar |
| **Invloed op beslissing** | Mogelijkheid tot opheffing of intrekking | Gezag van gewijsde belet terugkomen op uitspraak |
> **Tip:** Let bij het beoordelen van de effecten van bestuurlijke beroepen op de termijn voor het instellen van een jurisdictioneel beroep. Een willig of hiërarchisch beroep kan een stuitende werking hebben, wat betekent dat de termijn opnieuw begint te lopen.
### 2.9 Integriteitsonderzoek en ondermijnende criminaliteit
* **Ondermijnende criminaliteit:** Criminaliteit die maatschappelijke structuren of vertrouwen schaadt.
* **Integriteitsonderzoek (art. 119ter NGW):** Preventief of reactief onderzoek bij risicovolle economische activiteiten, met mogelijke gevolgen zoals weigering van een vergunning, schorsing of sluiting. Het advies van de Dienst Integriteit en Ondermijning (DIO) is hierbij verplicht maar niet bindend.
---
# Jurisdictioneel en bestuurlijk beroep
Dit hoofdstuk gaat over de verschillende manieren waarop burgers zich kunnen verzetten tegen beslissingen van het bestuur, enerzijds via administratieve beroepen bij het bestuur zelf, en anderzijds via jurisdictionele beroepen bij een rechter.
## 3 Jurisdictioneel en bestuurlijk beroep
### 3.1 Inleiding tot beroepswegen
Een geschil ontstaat wanneer er een onenigheid is tussen een burger en het bestuur. Om deze geschillen te vermijden, moet het bestuur zorgvuldig besluitvorming toepassen en beginselen van behoorlijk bestuur respecteren. Wanneer een geschil zich toch voordoet, kan men zich wenden tot het bestuur via administratieve weg (klacht, ombudsdienst, bestuurlijk beroep, bestuurlijke handhaving) of via de gerechtelijke weg (jurisdictioneel beroep). Er bestaat ook een buitengerechtelijke weg zoals bemiddeling.
### 3.2 Bestuurlijk beroep
#### 3.2.1 Kenmerken van bestuurlijke beroepen
Bestuurlijke beroepen worden ingesteld bij een orgaan van het actief bestuur, in tegenstelling tot jurisdictionele beroepen die bij een rechter worden ingesteld. Ze zijn gericht tegen een (reële of fictieve) beslissing van een ander bestuur, met als doel de intrekking, wijziging, vernietiging of niet-goedkeuring ervan.
**Kernkenmerken:**
* **Opportuniteitstoezicht:** Bestuurlijke beroepen toetsen niet enkel de wettigheid, maar ook de opportuniteit van de beslissing. Het beroepsorgaan beoordeelt het algemeen belang en kan de beslissing dus wijzigen op basis van beleidsmatige overwegingen.
* **Devolutieve werking:** In principe gaat de volledige beslissingsmacht over naar de beroepsinstantie. De beslissing van de beroepsinstantie treedt in de plaats van de oorspronkelijke beslissing. Er zijn echter uitzonderingen op deze devolutieve werking.
* **Beginselen van behoorlijk bestuur:** Bestuurlijke beroepen zijn, net zoals de oorspronkelijke beslissingen, onderworpen aan de beginselen van behoorlijk bestuur en de formele motiveringsplicht. De beslissing op het beroep moet dus ook gemotiveerd zijn.
* **Verplichting tot beslissen:** In principe is de beroepsinstantie verplicht een beslissing te nemen, op straffe van rechtsweigering.
* **Geen openbare behandeling:** In tegenstelling tot de meeste gerechtelijke procedures, is er bij bestuurlijke beroepen doorgaans geen openbare behandeling.
* **Opheffing of intrekking mogelijk:** De beroepsinstantie kan de oorspronkelijke beslissing opheffen of intrekken.
* **Geen absolute gezag van gewijsde:** Hoewel de beslissing van een beroepsinstantie bindend is, is het niet uitgesloten dat er later opnieuw beroep kan worden ingesteld, bijvoorbeeld indien nieuwe feiten zich voordoen.
#### 3.2.2 Soorten bestuurlijke beroepen
Men onderscheidt georganiseerde en niet-georganiseerde bestuurlijke beroepen.
##### 3.2.2.1 Georganiseerd bestuurlijk beroep
Dit type beroep is 'georganiseerd' door de regelgeving, wat betekent dat de wet voorschrijft bij welk orgaan, onder welke vorm en binnen welke termijn beroep ingesteld kan worden. Een belangrijke ontvankelijkheidsvereiste voor het instellen van een jurisdictioneel beroep bij de bestuursrechter is de uitputting van het georganiseerd bestuurlijk beroep.
* **Bijkomende voorwaarden:** Het beroep moet tijdig worden ingesteld en aan de vormvoorschriften voldoen.
* **Schorsende werking:** In principe heeft een georganiseerd bestuurlijk beroep geen schorsende werking ten aanzien van de uitvoerbaarheid van de bestreden beslissing. Er zijn echter uitzonderingen voorzien in specifieke regelgeving.
* **Verplichting tot vermelden:** Besturen zijn vaak verplicht om de mogelijkheid van een beroep te vermelden bij beslissingen met individuele strekking, inclusief de beroepsinstantie, de termijn en de vormvoorschriften.
##### 3.2.2.2 Niet-georganiseerd bestuurlijk beroep
Dit beroep kan altijd worden ingesteld en is facultatief. Het bestuur is niet verplicht om erop te beslissen, en het hoeft niet vermeld te worden in het kader van actieve openbaarheid.
* **Soorten niet-georganiseerde beroepen:**
* **Willig beroep (verzoek tot heroverweging):** Een verzoek aan het bestuur om zijn eigen beslissing te heroverwegen.
* **Beroep bij de hiërarchische overste:** Beroep binnen dezelfde rechtspersoon, tenzij het een rechtstreeks toegewezen bevoegdheid betreft.
* **Beroep bij het toezichthoudend bestuur:** Beroep bij een ander rechtspersoon, enkel bij gedecentraliseerde besturen, met het oog op schorsing of vernietiging.
* **Stuitende werking op jurisdictioneel beroep:** Een niet-georganiseerd bestuurlijk beroep heeft onder bepaalde voorwaarden een stuitende werking op de beroepstermijn voor de bestuursrechter. Dit is het geval indien het beroep tijdig wordt ingesteld bij een bevoegde instantie, er nieuwe gegevens worden aangebracht, en het bestuur heeft toegezegd het dossier opnieuw te bekijken. Bij een beroep bij de toezichthoudende overheid is dit eveneens het geval indien het beroep tijdig is aangetekend verzonden en binnen de termijn waarover de toezichthoudende overheid beschikt om toezicht uit te oefenen.
### 3.3 Jurisdictioneel beroep
#### 3.3.1 Definitie en rechtsmachtverdeling
Een jurisdictioneel beroep wordt ingesteld bij een rechtscollege, waaronder de rechterlijke orde, administratieve rechtscolleges, of buitengerechtelijke rechtscolleges. Dit kan leiden tot een beslissing met gezag van gewijsde die een einde maakt aan een geschil. De rechtsmachtverdeling in België is gebaseerd op de Grondwet:
* **Subjectief contentieux (art. 144-145 Gw):** Geschillen over burgerlijke en politieke rechten behoren in principe tot de bevoegdheid van de rechtbanken van de rechterlijke orde. De wet kan echter bepalingen bevatten waarbij de Raad van State of federale administratieve rechtscolleges bevoegd worden gemaakt voor de burgerrechtelijke gevolgen van hun beslissingen.
* **Objectief contentieux:** Geschillen die buiten de toepassing van de artikelen 144 en 145 Gw vallen, komen in beginsel toe aan de administratieve rechtscolleges, waaronder de Raad van State.
De bevoegdheid van rechtscolleges is verankerd in de Grondwet (art. 146 Gw voor de rechterlijke macht, art. 161 Gw voor administratieve rechtscolleges).
#### 3.3.2 Bepaling van de bevoegde rechter
De bevoegdheid om te oordelen welk orgaan (justitieel of administratief) bevoegd is, hangt af van het "werkelijk en rechtstreeks voorwerp van de vordering". Hierbij wordt rekening gehouden met:
* **Het voorwerp van de vordering:** Wordt de erkenning of vaststelling van een subjectief recht gevorderd? Dit is vaak het geval bij beslissingen over een gebonden bevoegdheid, waaruit een subjectief recht rechtstreeks kan worden afgeleid.
* **De inhoud van de middelen:** Middelen die steunen op de schending van rechtsregels die een verplichting voor het bestuur vestigen, kunnen relevant zijn.
De scheidingslijn tussen bevoegdheden kan onduidelijk zijn, wat kan leiden tot forumshopping. Het Hof van Cassatie treedt op als attributierechter voor conflicten tussen de Raad van State en de justitiële rechter.
#### 3.3.3 Rechtsbescherming tegen overheidsaansprakelijkheid
* **Artikel 159 Gw:** Hoven en rechtbanken passen besluiten en verordeningen enkel toe in zoverre ze met de wet overeenstemmen. Dit geldt ook voor de Raad van State.
* **Artikel 1382 BW (foutaansprakelijkheid):** De overheid kan aansprakelijk zijn voor foutief stilzitten, feitelijk handelen of handelen via besluitvorming. Een door de bestuursrechter vastgestelde onwettigheid kan een fout opleveren die leidt tot aansprakelijkheid, afhankelijk van de aard van de geschonden rechtsnorm. Schending van beginselen van behoorlijk bestuur kan als een rechtsnorm worden beschouwd.
* **Foutloze overheidsaansprakelijkheid:** In bepaalde gevallen kan de overheid aansprakelijk zijn, zelfs zonder fout, bijvoorbeeld bij rechtmatig handelen dat nadeel berokkent (bv. onteigening). Het beginsel van gelijkheid van de burgers voor de openbare lasten (GBOL) speelt hierbij een rol.
### 3.4 De Raad van State als bestuursrechter
#### 3.4.1 Bevoegdheden van de Afdeling Bestuursrechtspraak
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (RvS) beschikt over diverse bevoegdheden:
* **Annulatiebevoegdheid (art. 14, §1 RvS-wet):** Vernietigen van administratieve rechtshandelingen. Hieraan gekoppeld zijn de schorsingsbevoegdheid en de bevoegdheid tot het bevelen van voorlopige maatregelen (art. 17 RvS-wet).
* **Cassatiebevoegdheid (art. 14, §2 RvS-wet):** Toetsen van uitspraken van lagere administratieve rechtscolleges op wettigheid.
* **Volledige rechtsmacht (art. 16 RvS-wet):** In bepaalde gevallen (bv. verkiezingsgeschillen) kan de RvS met volle rechtsmacht uitspraak doen.
* **Schadevergoeding:**
* **Buitengewone schadevergoeding wegens rechtmatige overheidsdaad (art. 11 RvS-wet):** Vergoeding voor rechtmatig toegebrachte schade, met inachtneming van het GBOL-beginsel.
* **Schadevergoeding tot herstel na vaststelling onwettigheid (art. 11bis RvS-wet):** Vergoeding voor nadeel geleden door een vastgestelde onwettigheid.
* **Attributieconflicten (art. 13 RvS-wet):** Beslechten van conflicten tussen administratieve rechtscolleges.
#### 3.4.2 Procedureregeling
De procedure bij de RvS wordt geregeld door verschillende wetten en koninklijke besluiten, waaronder de Wetten op de RvS, het Algemeen Procedurereglement (APR) en specifieke regels voor kort geding en cassatie.
**Kernkenmerken van de procedure:**
* **Objectief contentieux (wettigheidsrechter):** De RvS toetst primair de wettigheid van beslissingen.
* **Autonomie van de administratieve rechtspleging:** Specifieke regels en termijnen gelden.
* **Schriftelijke aard met mondelinge fase:** De procedure start schriftelijk, maar kent ook een mondelinge zitting.
* **Strikte termijnen:** Belangrijk om de termijnen voor het instellen van beroep nauwkeurig te respecteren.
* **Verplichting tot vermelden beroepsmogelijkheden:** Beslissingen moeten de beroepsmogelijkheden, termijnen en vormvereisten vermelden.
#### 3.4.3 Ontvankelijkheidsvoorwaarden
Om ontvankelijk te zijn bij de RvS, moet aan bepaalde voorwaarden worden voldaan:
* **Betreffende de bestreden beslissing:**
* Het moet gaan om een **administratieve rechtshandeling** die de rechtszoekende onmiddellijk en effectief kan benadelen. Zuiver informatieve of voorbereidende handelingen zijn in beginsel niet vatbaar voor beroep.
* De beslissing moet **definitief** zijn, dat wil zeggen dat er geen georganiseerd bestuurlijk beroep meer mogelijk is of dat dit is uitgewerkt. Bij **complexe administratieve rechtshandelingen** kan de onwettigheid van een voorbereidende handeling worden aangevochten via de eindbeslissing.
* Bij **impliciete beslissingen** (stilzwijgen van het bestuur na een aanmaning) wordt het stilzwijgen geacht een afwijzende beslissing te zijn die kan worden aangevochten, tenzij specifieke regelgeving anders bepaalt.
* **Betreffende de verzoekende partij:**
* **Procesbevoegdheid (hoedanigheid):** De verzoeker moet de wettelijke hoedanigheid hebben om het geschil aanhangig te maken. Dit geldt voor natuurlijke personen en rechtspersonen die via hun wettelijke vertegenwoordigers optreden. Feitelijke verenigingen kunnen onder bepaalde voorwaarden ontvankelijk zijn.
* **Belang:** De verzoeker moet door de bestreden beslissing een persoonlijk, direct, zeker, actueel en wettig nadeel lijden, en de nietigverklaring moet haar een direct en persoonlijk voordeel verschaffen. Bij beroep tegen een reglementaire akte wordt het belang soepeler beoordeeld.
* **Betreffende de termijn:**
* De algemene termijn voor een annulatieberoep is **60 dagen** na bekendmaking of betekening van de bestreden akte of reglement.
* Bekendmaking en betekening zijn cruciaal voor het aanvangen van de termijn. Indien een beroepsmogelijkheid wordt vermeld, is deze vermelding bindend voor de berekening van de termijn.
* De termijnberekening volgt specifieke regels (bv. weekeinden en feestdagen).
* **Stuiting en schorsing van de termijn** zijn mogelijk onder specifieke voorwaarden (bv. bij klacht bij toezichthoudend bestuur of ombudsman).
#### 3.4.4 Het verzoekschrift en de middelen
Het verzoekschrift moet de identiteit van de partijen, de feiten en de middelen uiteenzetten.
* **Middel:** Een middel bestaat uit de vermelding van de geschonden rechtsregel en de wijze waarop deze is overtreden. De schending moet een invloed kunnen hebben op de draagwijdte van de beslissing, een waarborg ontnemen, of de bevoegdheid van de steller beïnvloeden.
* **Vernietigingsgronden:** Middelen kunnen betrekking hebben op:
* Overtreding van substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen.
* Machtsoverschrijding (onbevoegdheid, schending van de wet in materiële zin).
* Machtsafwending (gebruik van bevoegdheid voor een ander doel dan beoogd).
* **Tijdstip aanvoeren van middelen:** Middelen moeten in beginsel binnen de verjaringstermijn worden aangevoerd, met uitzonderingen voor middelen die de openbare orde raken of gebaseerd zijn op informatie die pas later bekend werd.
#### 3.4.5 Procedurele fasen en arrest
De procedure kent een schriftelijke en een mondelinge fase. Na het auditoraatverslag volgt de zitting en het arrest.
* **Arrest:** Kan vernietigend (erga omnes, ex tunc), verwerpend (relatief gezag van gewijsde) of schorsend (ex nunc) zijn.
* **Gevolgen van vernietigingsarresten:** Vernietiging heeft in principe geen terugwerkende kracht, maar er zijn milderingen mogelijk. Het bestuur moet de procedure in principe herbeginnen. De RvS kan ook verduidelijkingen geven of een injunctie bevelen (dwingende beslissing binnen een termijn). Bij niet-nakoming kan een dwangsom worden opgelegd.
#### 3.4.6 Kort Geding en andere bijzondere procedures
* **Schorsingsprocedure (kort geding):** Gericht op de schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing. Vereist spoedeisendheid en een ernstig middel dat de nietigverklaring prima facie verantwoordt.
* **Vorderingen tot schadevergoeding tot herstel:** Na vaststelling van onwettigheid.
* **Doelloze vorderingen/korte debatten:** Snelle uitspraak bij duidelijk gegronde of ongegronde middelen.
### 3.5 Bestuurlijke handhaving
#### 3.5.1 Begrip en instrumentarium
Bestuurlijke handhaving omvat alle maatregelen en sancties om de naleving van rechtsregels af te dwingen, verboden gedrag te ontraden, publieke schade te voorkomen of te herstellen, en rechtszekerheid en rechtsgelijkheid te waarborgen. Dit gebeurt door het bestuur zelf, zonder voorafgaande rechterlijke toetsing, maar met mogelijke rechterlijke controle achteraf.
* **Instrumentarium:**
* **Bestuurlijke sanctie:** Een door een bestuur opgelegde sanctie wegens een inbreuk, met een straffend karakter (bv. GAS-boete, intrekking vergunning).
* **Bestuurlijke (politie)maatregel:** Een preventieve maatregel ter vrijwaring van de openbare orde of ter bevordering van de goede werking van de dienst (bv. preventief huisarrest, waarschuwing).
* **Bestuurlijke dwangsom:** Een financieel drukmiddel om naleving af te dwingen.
* **Bestuursdwang:** Het bestuur voert de maatregel zelf uit op kosten van de betrokkene.
#### 3.5.2 Lokale bestuurlijke handhaving
Gemeenten beschikken over algemene en bijzondere bestuurlijke politiebevoegdheden om de openbare orde te beschermen.
* **Rechtsgronden:** o.a. art. 119, 119bis, 135 §2 NGW.
* **Openbare orde:** Omvat rust, veiligheid, gezondheid en sinds 1999 ook overlast.
* **Handhavingsactoren:** Gemeenteraad (politiereglementen), College van Burgemeester en Schepenen (CBS) (opleggen sancties, sluiten inrichtingen), Burgemeester (centrale figuur in bestuurlijke politie).
* **Gemeentelijke administratieve sancties (GAS):** Geldboetes, schorsing/intrekking vergunningen, sluiting inrichtingen, alternatieven zoals bemiddeling en gemeenschapsdienst.
#### 3.5.3 Vlaamse handhaving
Het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving (KVH) stroomlijnt de Vlaamse handhavingsregels en voorziet in digitalisering en een herstel- en beveiligingsluik.
* **Handhavingsfuncties:** Toezicht, opsporing, sanctioneren, herstellen, beveiligen.
* **Functiehouders:** Toezichthouder, beboetingsinstantie, herstelinstantie. Er geldt een verbod op cumul in hetzelfde dossier.
* **Bestuurlijke sancties:** Geldboete, verbeurdverklaring, uitsluiting van steun, expertisekosten.
* **Herstel en beveiliging:** Gericht op het ongedaan maken van publieke schade en het voorkomen van verdere schade.
### 3.6 Openbaarheid van bestuur
#### 3.6.1 Passieve openbaarheid
Het recht van burgers om bestuursdocumenten te raadplegen. Dit is een grondrecht (art. 32 Gw).
* **Regelgevend kader:** Bestuursdecreet (Vlaanderen), Wet van 11 april 1994 (federaal), Gezamenlijk decreet en ordonnantie (Brussel).
* **Belangrijke beoordelingselementen:** Is het een bestuursdocument? Gaat het om informatie van persoonlijke aard? Is er een belang aangetoond (vooral bij persoonlijke informatie)?
* **Soorten uitzonderingen:** Absolute, relatieve en facultatieve uitzonderingen, met telkens een andere mate van belangenafweging.
* **Administratieve procedure:** Beroep bij een beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur.
#### 3.6.2 Actieve openbaarheid
De overheid stelt bestuursdocumenten automatisch ter beschikking.
* **Verplichting tot vermelden beroepsmogelijkheden:** Cruciaal bij beslissingen met individuele strekking.
### 3.7 De Vlaamse Ombudsdienst
De Vlaamse Ombudsdienst is een para-parlementaire instelling die klachten over 'onbehoorlijk overheidsgedrag' onderzoekt.
* **Taken:** Klachtenbehandeling, formuleren van aanbevelingen (individueel en structureel), bemiddeling.
* **Instrumenten:** Geen bindende beslissingen, maar een onderzoeks-, bemiddelings- en aanbevelingsbevoegdheid.
* **Ombudsnormen:** Toetsing aan wetgeving, beginselen van behoorlijk bestuur, rechtszekerheid, redelijkheid, proportionaliteit en correcte bejegening.
---
**Belangrijke tabellen en schema's ter samenvatting:**
| Bestuurlijk beroep | Jurisdictioneel beroep |
| :------------------------------------------------------- | :--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| Bij bestuur | Bij rechter |
| Geen grondwettelijke verankering | Grondwettelijke verankering (art. 142, 144 e.v., 160, 161 Gw) |
| Principe: opportuniteitstoezicht | Legaliteitstoezicht |
| Devolutieve werking | In principe geen ultra petita beoordeling (nuance: ambtshalve excepties, middelen RvS) |
| Beginselen van behoorlijk bestuur | Beginselen van behoorlijke rechtsbedeling |
| Niet altijd verplicht om uitspraak te doen | Verplicht uitspraak te doen, op straffe van rechtsweigering |
| Geen openbare behandeling | In principe openbare behandeling |
| In principe mogelijkheid tot opheffing of intrekking | Gezag van gewijsde belet dat er op uitspraak wordt teruggekomen (instellen rechtsmiddelen wel mogelijk) |
| Algemene bestuurlijke politie | Bijzondere bestuurlijke politie |
| :--------------------------------------------------------- | :------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| Nieuwe gemeentewet | Bijzondere wetgeving/sectoraal |
| Niet alle gedragingen in regelgeving vastleggen | Gedragingen precies vastgelegd in verboden en geboden |
| Handhaving openbare orde op algemene manier | Handhaving openbare orde in bijzondere domeinen (milieu, wegverkeer, stedenbouw, etc.) |
| Openbare orde | Ook andere doelen dan openbare orde: esthetiek, economische, morele orde, openbare zedelijkheid |
| Discretionaire bevoegdheid | Toegewezen/gebonden bevoegdheid |
| Als gemeentelijk orgaan | Als orgaan van het centrale bestuur |
| Aansprakelijkheid gemeente | Aansprakelijkheid centrale bestuur |
| Procedure rechtbank | Ombudsdienst |
| :--------------------------------------- | :--------------------------------------------------------------------------- |
| Procedureregels | Informele methode |
| Bijstand van een advocaat | Niet nodig |
| Rechter kan bemiddelaar aanstellen | 'Bemiddelt' zelf |
| Toepassing wet en B.B.B. | Ombudsnormen |
| Uitspraak + beroepsmogelijkheden | Beoordeling - verzoening |
| Afdwingbaar – zo nodig gedwongen uitvoering | Niet afdwingbaar (verslag aan de minister en voorlegging aan parlementaire commissie) |
| Geen precedentenwerking | Conflictoverschrijdende effecten: Aanbeveling om regelgeving/werking te verbeteren |
| | Jaarverslag van de ombudsman of -vrouw |
| | Weinig conflict-overschrijdend effect |
| | Wat | Wie |
| :----------- | :---------------------------------------------- | :------------------------------------------------ |
| Nulde lijn | Informatie | Vlaamse infolijn |
| Eerste lijn | Interne klachtenbehandeling | Klachtenvoorziening Vlaamse overheid |
| Tweede lijn | Externe klachtenbehandeling | Vlaamse ombudsdienst |
---
# Openbaarheid van bestuur
Het principe van openbaarheid van bestuur is een hoeksteen van democratische rechtsstaten, dat erop gericht is transparantie te waarborgen en burgers in staat te stellen deel te nemen aan en controle uit te oefenen op overheidsoptreden. Dit deelonderwerp behandelt de passieve en actieve openbaarheid, de juridische grondslagen, de uitzonderingen en de procedures voor het verkrijgen van bestuursdocumenten, alsmede de beroepsmogelijkheden tegen weigeringen.
## 4.1 Grondslag en beginselen van openbaarheid van bestuur
Openbaarheid van bestuur is een concrete toepassing van het transparantiebeginsel, dat essentieel is voor goed bestuur. Het principe is verankerd in de Grondwet en wordt verder uitgewerkt in specifieke wetgeving.
### 4.1.1 Constitutionele grondslag
Artikel 32 van de Grondwet stelt dat **ieder het recht heeft om elk bestuursdocument te raadplegen**. Dit grondrecht vormt de basis voor de openbaarheid van bestuur.
### 4.1.2 Passieve openbaarheid van bestuur
Passieve openbaarheid betekent dat de overheid bestuursdocumenten ter beschikking stelt **op verzoek** van de burger. Dit vereist dat de burger zelf actie onderneemt om de informatie op te vragen.
#### 4.1.2.1 Juridische kaders
Verschillende rechtsnormen regelen de passieve openbaarheid:
* **Bestuursdecreet van 7 december 2018 (Vlaanderen):** Titel II, Hoofdstuk 3 regelt de openbaarheid van bestuur met betrekking tot Vlaamse bevoegdheden. Het organieke toepassingsgebied (art. II.28 juncto art. I.3) bepaalt op welke organen de wetgeving van toepassing is.
* **Wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur (Federaal):** Regelt de openbaarheid op federaal niveau (organiek toepassingsgebied, art. 1).
* **Gemeenschappelijk decreet en ordonnantie van 16 mei 2019 betreffende de openbaarheid van bestuur bij de Brusselse instellingen:** Regelt de openbaarheid voor Brusselse instellingen (organiek toepassingsgebied, art. 3).
#### 4.1.2.2 Criteria voor een bestuursdocument
Om als bestuursdocument te worden beschouwd en dus onder de openbaarheidsregels te vallen, moet aan de volgende criteria worden voldaan:
* **"In bezit" van de overheid:** Het document moet zich bevinden in de administratie.
* **Ongeacht de auteur:** De oorsprong van het document is niet doorslaggevend.
* **Ongeacht de vorm:** Zowel geschreven documenten, digitale bestanden als andere dragers kunnen bestuursdocumenten zijn.
#### 4.1.2.3 Vorm van de aanvraag
De aanvrager kan de openbaarheid vragen op verschillende wijzen:
* Het verlenen van inzage.
* Het verschaffen van uitleg.
* Het overhandigen van een afschrift.
De aanvrager mag de vorm kiezen, tenzij de gevraagde wijze redelijkerwijs onverantwoord is.
#### 4.1.2.4 Uitzonderingen op de openbaarheid
Er gelden specifieke uitzonderingen op het recht op openbaarheid. Deze uitzonderingen kunnen worden ingedeeld in:
* **Absolute uitzonderingen:** Hierbij is geen belangenafweging vereist en moet de openbaarheid automatisch worden geweigerd.
* **Relatieve uitzonderingen (verplichte belangenafweging):** De overheid moet een reële belangenafweging maken die moet blijken uit de motivering van de weigeringsbeslissing.
* **Facultatieve uitzonderingen (discretionaire beoordeling):** De overheid heeft een keuze om openbaar te maken, maar is niet verplicht dit te weigeren.
Deze uitzonderingen zijn materiegebonden en worden aangevuld met bepalingen uit specifieke wetten, decreten en ordonnanties. Bij informatie van persoonlijke aard wordt een strikte interpretatie van het vereiste belang toegepast. Milieuinformatie kent specifieke regels.
#### 4.1.2.5 Administratieve procedure (eerste aanleg)
De procedure voor het aanvragen en verkrijgen van bestuursdocumenten is uitgewerkt in de toepasselijke organieke regelgeving.
* **Bestuurlijk beroep:**
* **In Vlaanderen:** Bij de Beroepsinstantie inzake de openbaarheid van bestuur (art. II.48 e.v. Bestuursdecreet).
* **Op grond van de Openbaarheidswet:** Verzoek tot heroverweging en advies bij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten (art. 8).
* **Stilzwijgende weigering:** Een stilzwijgende weigering is mogelijk indien er niet tijdig wordt geantwoord.
### 4.1.3 Actieve openbaarheid van bestuur
Actieve openbaarheid betekent dat de overheid bestuursdocumenten **automatisch ter beschikking stelt**, zonder dat dit op verzoek gebeurt. Dit gebeurt via publicatie op officiële kanalen. De verspreiding is beperkt tot informatie die niet onder de uitzonderingen valt.
### 4.1.4 Verplichting tot vermelden van beroepsmogelijkheden
Bij beslissingen met individuele strekking is het bestuur verplicht om de beroepsmogelijkheden correct te vermelden, inclusief de beroepsinstanties, de beroepstermijn en de vormvoorschriften.
* **Sanctie bij niet-vermelding (Federaal):** De beroepstermijn neemt geen aanvang.
* **Sanctie bij niet-vermelding (Decretaal):** De beroepstermijn neemt een aanvang vier maanden na betekening.
## 4.2 Bestuurlijke en jurisdictionele beroepen tegen weigeringsbeslissingen
Wanneer een aanvraag tot openbaarmaking wordt geweigerd, kan de burger zowel bestuurlijke als jurisdictionele beroepen instellen.
### 4.2.1 Bestuurlijke beroepen
Bestuurlijke beroepen worden ingesteld bij een orgaan van actief bestuur, tegen een beslissing van een ander bestuur. Ze controleren zowel de rechtmatigheid als de opportuniteit van de beslissing.
* **Kenmerken:**
* Ingesteld bij een orgaan van actief bestuur.
* Tegen een (reële of fictieve) beslissing van een (ander) bestuur.
* Doel: intrekking, wijziging, vernietiging of niet-goedkeuring.
* Rechtmatigheids- en opportuniteitscontrole (in principe devolutieve werking).
* Volledige beslissingsmacht gaat over naar de beroepsinstantie.
* Onderworpen aan beginselen van behoorlijk bestuur en formele motiveringsplicht.
* **Soorten:**
* **Georganiseerd beroep:** Uitgewerkt door de regelgeving (bij wie, onder welke vorm, termijn). Een uitputtingsvereiste is vaak een ontvankelijkheidsvereiste voor de bestuursrechter.
* **Niet-georganiseerd beroep:** Kan altijd worden ingesteld en is facultatief. Dit omvat:
* Willig beroep (verzoek tot heroverweging).
* Beroep bij de hiërarchische overste.
* Beroep bij het toezichthoudend bestuur.
* **Werking op jurisdictioneel beroep:**
* Een niet-georganiseerd bestuurlijk beroep heeft in principe geen schorsende noch stuitende werking ten aanzien van de jurisdictionele beroepstermijn, tenzij aan specifieke voorwaarden is voldaan (bv. bij willeg of hiërarchisch beroep indien nieuwe gegevens werden aangebracht).
### 4.2.2 Jurisdictionele beroepen
Jurisdictionele beroepen worden ingesteld bij een rechtscollege, zoals de Raad van State of een administratief rechtscollege.
* **Definitie:** Een beroep ingesteld bij een rechtscollege dat leidt tot een beslissing met het gezag van gewijsde en die een einde maakt aan een geschil.
* **Rechtsmachtverdeling:** Het Belgische rechtssysteem maakt een onderscheid tussen:
* **Subjectief contentieux:** Geschillen over burgerlijke en politieke rechten, in beginsel bevoegd voor de rechtbanken.
* **Objectief contentieux:** Geschillen die geen betrekking hebben op subjectieve rechten, in beginsel bevoegd voor de administratieve rechtscolleges zoals de Raad van State.
* **Bevoegde rechter:** De bevoegdheid van de rechter wordt bepaald aan de hand van het "werkelijk en direct voorwerp van de vordering".
* **Rechtsbescherming:**
* **Artikel 159 Grondwet:** Hoven en rechtbanken passen besluiten en verordeningen toe voor zover ze met de wet overeenstemmen.
* **Aansprakelijkheid overheid:** Op grond van art. 1382 BW (foutieve handelingen) en soms foutloze aansprakelijkheid.
* **Raad van State als bestuursrechter:**
* **Bevoegdheden:** Annulatie, schorsing, bewarende maatregelen, cassatie, schadevergoeding.
* **Procedure:** Schriftelijk, met een mogelijke mondelinge fase. Strikt getimed.
* **Ontvankelijkheidsvoorwaarden:**
* **Voorwerp:** Een administratieve rechtshandeling die definitief is en de verzoeker benadeelt.
* **Verzoekende partij:** Moet over procesbevoegdheid en een rechtens vereist belang beschikken (persoonlijk, direct, zeker, actueel, wettig nadeel).
* **Termijn:** Meestal zestig dagen na bekendmaking of betekening.
#### 4.2.2.1 Gevolgen van vernietigingsarresten
Een vernietigingsarrest van de Raad van State werkt in principe *erga omnes* (tegenover iedereen) en met terugwerkende kracht (*ex tunc*). De gevolgen kunnen echter worden beperkt op grond van het continuïteitsbeginsel en rechtszekerheid. De overheid kan verplicht worden een nieuwe beslissing te nemen.
#### 4.2.2.2 Kort geding
In spoedeisende gevallen kan een vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging of tot het bevelen van voorlopige maatregelen worden ingesteld. Hierbij wordt een belangenafweging gemaakt.
> **Tip:** De specifieke termijnen en procedures voor beroepen zijn cruciaal. Controleer altijd de geldende regelgeving voor het concrete geval.
> **Voorbeeld:** Een burger vraagt een bouwvergunning aan. De gemeente weigert deze. De burger kan eerst een bestuurlijk beroep instellen bij een hogere overheid. Indien dit beroep wordt afgewezen, kan hij vervolgens een jurisdictioneel beroep instellen bij de Raad van State om de beslissing van de gemeente te laten vernietigen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Geschil | Een meningsverschil of ruzie, vaak tussen partijen met tegengestelde belangen. In de context van bestuursrecht verwijst het naar een conflict tussen een burger en een bestuurlijke overheid. |
| Behoorlijk bestuur | Een reeks ongeschreven rechtsbeginselen die de overheid moet naleven bij haar besluitvorming en handelen om willekeur te voorkomen en rechtsbescherming te bieden aan burgers. |
| Besluitvorming | Het proces waarbij een bestuurlijke instantie tot een definitieve beslissing komt, rekening houdend met feiten, rechtsregels en beginselen van behoorlijk bestuur. |
| Regelgeving | Verzameling van wettelijke voorschriften, decreten, ordonnanties, besluiten en andere bindende regels die van toepassing zijn op een bepaald rechtsgebied of een onbepaald aantal personen. |
| Wet in materiële zin | Een bepaling met een algemeen, abstract en onpersoonlijk karakter die van toepassing is op een onbepaald aantal personen en/of zaken, ongeacht of deze afkomstig is van de wetgevende of de uitvoerende macht. |
| Individueel besluit | Een beslissing die specifiek gericht is op één of meerdere welbepaalde personen of entiteiten, zoals een vergunning die aan een specifieke aanvrager wordt verleend. |
| Bestuurlijke sanctie | Een straf die wordt opgelegd door een bestuursorgaan, zonder tussenkomst van een rechter, als reactie op een inbreuk op publiekrechtelijke voorschriften. |
| Bestuurlijk beroep | Een rechtsmiddel waarbij een beslissing van een lager bestuursorgaan kan worden aangevochten bij een hoger bestuursorgaan of een specifieke beroepsinstantie. |
| Jurisdictioneel beroep | Een beroep dat wordt ingesteld bij een rechtscollege (gerechtelijk of administratief) om een beslissing van de overheid te laten toetsen aan het recht. |
| Buitengerechtelijke weg | Methoden om een geschil op te lossen buiten de formele gerechtelijke procedures om, zoals bemiddeling of arbitrage. |
| Rechtspersoon | Een entiteit die door de wet wordt erkend als drager van rechten en plichten, vergelijkbaar met een natuurlijk persoon. Dit kan een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke entiteit zijn. |
| Specialiteitsbeginsel | Het principe dat een rechtspersoon, met name een publiekrechtelijke, handelt binnen de grenzen van haar statutaire doelstellingen of de wettelijke bevoegdheden die haar zijn toegekend. |
| Publiekrechtelijke rechtspersoon | Een rechtspersoon die door de overheid is opgericht met het oog op het vervullen van een taak van algemeen belang, zoals gemeenten, provincies of autonome overheidsdiensten. |
| Privaatrechtelijke rechtspersoon | Een rechtspersoon die onderworpen is aan het privaatrecht, zoals een vennootschap (nv, bv) of een vereniging (vzw), ook al kan deze taken van publiek belang uitvoeren. |
| Administratieve overheid | Een orgaan van de uitvoerende macht, met uitzondering van de rechterlijke en wetgevende macht, dat belast is met een openbaar dienstverlening en het nemen van bestuurlijke beslissingen. |
| Raad van State (RvS) | Het hoogste administratieve rechtscollege in België, met een belangrijke rol in het toetsen van bestuurshandelingen aan de wet en het oplossen van geschillen tussen burgers en de overheid. |
| Jurisprudentiële criteria | Regels en interpretaties die rechters ontwikkelen via hun uitspraken om de toepassing van juridische begrippen in concrete gevallen te bepalen. |
| Zorgvuldigheidsbeginsel | Een algemeen rechtsbeginsel dat vereist dat de overheid zich gedraagt zoals een normaal voorzichtig en zorgvuldig handelend bestuur, geplaatst in dezelfde omstandigheden, zou handelen. |
| Hoorplicht | Het beginsel dat de overheid verplicht is om een individu de gelegenheid te geven om zijn standpunt kenbaar te maken voordat een beslissing wordt genomen die individuele belangen raakt. |
| Onpartijdigheidsbeginsel | Het beginsel dat vereist dat de besluitvormende ambtenaren vrij zijn van enige directe of indirecte invloed die hun oordeel zou kunnen kleuren, en dat zij geen persoonlijk of rechtstreeks belang hebben bij de zaak. |
| Motiveringsbeginsel | Het principe dat elke bestuurshandeling moet worden onderbouwd met redenen (motieven) die feitelijk en juridisch correct en deugdelijk zijn en die blijken uit het dossier. |
| Redelijkheidsbeginsel | Een beginsel dat het discretionaire optreden van de overheid begrenst door te eisen dat de beslissing logisch en aanvaardbaar is in het licht van de feiten en het nagestreefde doel. |
| Evenredigheidsbeginsel | Het beginsel dat stelt dat een overheidsmaatregel niet verder mag gaan dan noodzakelijk is om het nagestreefde doel te bereiken; er moet een redelijke verhouding bestaan tussen het middel en het doel. |
| Gelijkheidsbeginsel | Het principe dat gelijke gevallen gelijk behandeld moeten worden en ongelijke gevallen ongelijk, mits er een objectieve rechtvaardiging voor het verschil is. |
| Non-discriminatiebeginsel | Een specifieke uiting van het gelijkheidsbeginsel dat verbiedt te discrimineren op basis van beschermde kenmerken zoals ras, geslacht, leeftijd, etc. |
| Rechtszekerheidsbeginsel | Het principe dat het recht voorspelbaar en toegankelijk moet zijn, zodat burgers de gevolgen van hun handelen redelijkerwijs kunnen voorzien en de overheid niet zonder objectieve reden van bestaande regels mag afwijken. |
| Vertrouwensbeginsel | Het principe dat burgers erop mogen vertrouwen dat de overheid zich houdt aan duidelijke beloftes of een consistente gedragslijn, tenzij er gewichtige redenen zijn om hiervan af te wijken. |
| Openbaarheid van bestuur | Het recht van burgers om toegang te krijgen tot bestuursdocumenten en informatie van de overheid, als uitdrukking van transparantie en democratische controle. |
| Passieve openbaarheid | De plicht van de overheid om op verzoek informatie en documenten ter beschikking te stellen aan burgers. |
| Actieve openbaarheid | De plicht van de overheid om proactief bepaalde informatie en documenten automatisch publiek te maken, zonder dat er een specifiek verzoek voor nodig is. |
| Bestuursdocument | Elk document, ongeacht de vorm of auteur, dat in het bezit is van de overheid en gerelateerd is aan haar taken en bevoegdheden. |
| Bestuurlijke handhaving | Het geheel van maatregelen en sancties die de overheid inzet om de naleving van rechtsregels te bevorderen, overtredingen te beëindigen of te voorkomen, en publieke schade te herstellen. |
| Bestuurlijke sanctie | Een maatregel die door een bestuur wordt opgelegd aan een persoon of entiteit als reactie op een overtreding van een publiekrechtelijk voorschrift, bedoeld als bestraffing. |
| Bestuurlijke maatregel | Een door het bestuur opgelegde handeling die voornamelijk gericht is op het voorkomen van verder nadeel of het herstellen van de openbare orde, en die niet primair bestraffend is. |
| Openbare orde | Een breed concept dat de rust, veiligheid, gezondheid en in bredere zin ook de overlast binnen een gemeenschap omvat, en dat door de overheid beschermd moet worden. |
| GAS-boete | Een gemeentelijke administratieve sanctie die kan worden opgelegd voor bepaalde overtredingen die de openbare orde verstoren, zoals sluikstorten of geluidsoverlast. |
| Dwangsom | Een financiële sanctie die wordt opgelegd om naleving van een bestuurlijke beslissing of bevel af te dwingen. |
| Bestuursdwang | Een bevoegdheid van de overheid om een bepaalde maatregel zelf uit te voeren op kosten van de betrokkene, indien deze nalaat de maatregel uit te voeren. |
| Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) | De hoogste administratieve rechter die bevoegd is om beslissingen van bestuursorganen te vernietigen, schorsen of voorlopige maatregelen te bevelen. |
| Annulatieberoep | Een rechtsmiddel bij de Raad van State gericht op de vernietiging van een onwettige bestuurshandeling. |
| Schorsingsbevoegdheid | De bevoegdheid van de Raad van State om de uitvoerbaarheid van een bestreden beslissing tijdelijk te schorsen in afwachting van een definitieve uitspraak. |
| Cassatieberoep | Een beroep bij het Hof van Cassatie dat gericht is op de wettigheid van de uitspraak van een lagere rechter, niet op de feiten. |
| Ombudsdienst | Een onafhankelijke instelling die klachten van burgers over het optreden van de overheid onderzoekt en aanbevelingen doet ter verbetering van de dienstverlening en ter voorkoming van geschillen. |
| Bemiddeling | Een vorm van buitengerechtelijke geschillenbeslechting waarbij een neutrale derde partij partijen helpt om tot een wederzijds aanvaardbare oplossing te komen. |
| Rechtsmiddel | Een wettelijk voorzien middel om op te komen tegen een beslissing van een overheid of rechtscollege. |
| Rechtsonderhorige | Een persoon of entiteit die onderworpen is aan het recht en de beslissingen van de overheid. |
| Beslissing | Een eenzijdige rechtshandeling van de overheid die rechtsgevolgen beoogt te creëren of te wijzigen. |
| Bevoegdheidsoverschrijding | Het optreden van een bestuursorgaan buiten de grenzen van de wettelijk toegekende bevoegdheden. |
| Machtsafwending | Het gebruiken van een toegekende bevoegdheid voor een ander doel dan waarvoor deze oorspronkelijk is verleend. |
| Gevolgenschade | Schade die voortvloeit uit een onwettige beslissing van de overheid, waarvoor de overheid aansprakelijk kan worden gesteld. |
| Rechtmatige overheidsdaad | Een overheidsactie die, hoewel wettig uitgevoerd, toch leidt tot schade voor burgers, waarvoor in bepaalde gevallen een vergoeding kan worden toegekend. |
| Participatie | Het betrekken van burgers en belanghebbenden bij de besluitvorming van de overheid. |
| Integriteit | Het handelen van de overheid conform de geldende normen, waarden en wettelijke bepalingen, zonder corruptie of belangenverstrengeling. |
| Ondermijnende criminaliteit | Criminaliteit die maatschappelijke structuren, het vertrouwen in instituties of de rechtsstaat aantast. |
| Wettigheidscontrole | De toetsing door een rechtscollege of een bestuurshandeling in overeenstemming is met de geldende rechtsregels. |
| Opportuniteitscontrole | De beoordeling door de overheid of een bepaalde beslissing wenselijk is in het algemeen belang, rekening houdend met beleidsmatige overwegingen. |
| Devolutieve werking | Het principe dat bij een bestuurlijk beroep de volledige bevoegdheid om te beslissen overgaat op de beroepsinstantie, die de beslissing van de eerste instantie volledig vervangt. |
| Rechtsweigering | Het weigeren door een rechter om uitspraak te doen in een zaak waarvoor hij bevoegd is, wat in principe niet mag. |
| Prejudiciële vraag | Een vraag die een rechtscollege stelt aan een ander rechtscollege (bv. Grondwettelijk Hof) over de interpretatie van een wettelijke bepaling, alvorens zelf uitspraak te doen. |
| Openbaar onderzoek | Een procedure waarbij burgers de mogelijkheid krijgen om hun mening te geven over een voorgesteld plan of besluit van de overheid. |
| Bestuursdwang | Een maatregel waarbij de overheid een bepaalde handeling uitvoert op kosten van de betrokkene, indien deze nalaat dit zelf te doen. |
| Dwangsom | Een financiële sanctie die wordt opgelegd om naleving van een bestuurlijke beslissing of bevel af te dwingen. |
| Rechtsherstel | Het terugbrengen van de situatie naar de toestand zoals die zou zijn geweest indien de onwettige beslissing niet was genomen, of het compenseren van geleden schade. |
| Vergoeding tot herstel | Schadevergoeding toegekend na een vastgestelde onwettigheid, gericht op het herstellen van de schade veroorzaakt door de onwettige handeling. |
| Gelijkheidsbeginsel van de burgers voor de openbare lasten (GBOL) | Het principe dat de overheid geen buitensporige lasten mag opleggen aan individuen zonder vergoeding, en dat de lasten billijk verdeeld moeten worden. |
| Attributieconflict | Een conflict over de bevoegdheid tussen verschillende rechtscolleges of overheidsinstanties. |
| Rechtspleging | De procedurele gang van zaken voor een rechtscollege of een administratieve instantie. |
| Inquisitoriale procedure | Een procedure waarbij de rechter een actieve rol speelt in het verzamelen van bewijs en het vaststellen van de feiten. |
| Autonomie van de administratieve rechtspleging | Het principe dat de procedurele regels voor administratieve rechtscolleges (zoals de Raad van State) grotendeels eigen zijn en afwijken van de civiele procedure. |
| Kort geding | Een versnelde gerechtelijke of administratieve procedure voor dringende zaken. |
| Ambtshalve | Van ambtswege; de rechter of instantie treedt uit eigen beweging op, zonder dat een partij erom vraagt. |
| Openbare orde (als grond voor handhaving) | De fundamentele beginselen van orde, veiligheid en rust in de samenleving die door de overheid beschermd moeten worden. |
| Materiële openbare orde | Verstoringen van de openbare orde die tastbaar en direct schadelijk zijn voor personen of goederen, zoals lawaai, onveiligheid of hygiëneproblemen. |
| Morele openbare orde | Verstoringen van de openbare orde die verband houden met zedelijkheid, normen en waarden, die over het algemeen niet door lokale bestuurlijke handhaving kunnen worden aangepakt. |