Cover
Börja nu gratis Bestuurlijke handhaving.pptx
Summary
# Wat is bestuurlijke handhaving?
Bestuurlijke handhaving omvat elke handeling die erop gericht is de naleving van rechtsregels te bevorderen of een overtreding te beëindigen, uitgevoerd door het bestuur in plaats van door een rechter, en kan zowel preventieve, herstellende als sanctionerende doelen dienen.
## 1.1 Algemene betekenis en reikwijdte van handhaving
Handhaving, in de breedste zin, kan gedefinieerd worden als elke handeling die gericht is op het bevorderen van de naleving van rechtsregels of het beëindigen van een overtreding. Deze handelingen kunnen worden onderverdeeld in drie categorieën:
* **Preventieve handelingen:** Gericht op het voorkomen van overtredingen of het beperken van de gevolgen ervan.
* **Herstellende handelingen:** Gericht op het in de oorspronkelijke staat herstellen van de situatie na een overtreding.
* **Sanctionerende handelingen:** Gericht op het opleggen van een straf of leedtoevoeging als reactie op een overtreding.
## 1.2 Bestuurlijke handhaving versus rechterlijke handhaving
Het kernelement van bestuurlijke handhaving is dat deze wordt uitgevoerd door het bestuur (de overheid, niet-rechterlijke instanties) en niet door de rechter. Hoewel de rechter achteraf een controle kan uitoefenen, geschiedt de initiële oplegging van sancties of maatregelen door een bestuursorgaan.
## 1.3 Regelgevend kader voor bestuurlijke handhaving
Er bestaat geen algemeen juridisch kader dat alle aspecten van bestuurlijke handhaving omvat. De rechtsgrond hiervoor steunt op:
* **Bestuursrechtelijke principes:** Zoals de beginselen van behoorlijk bestuur en het legaliteitsbeginsel, wat inhoudt dat het bestuur slechts bevoegdheden uitoefent die wettelijk zijn toegekend.
* **Algemene strafrechtelijke beginselen:** Zoals *nullum crimen sine lege* (geen misdrijf zonder wet) en *nulla poena sine lege* (geen straf zonder wet).
Deze algemene principes worden aangevuld door specifieke federale en Vlaamse (sectorale) regelgeving, waaronder:
* De Nieuwe Gemeentewet (bepalingen betreffende ondermijnende criminaliteit en algemeen bestuur).
* De Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sanctie (de GAS-wet).
* De Vlaamse Codex Wonen van 2021.
* De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
* De Drugwet.
In Vlaanderen zijn de algemene regels voor toezicht, opsporing, bestuurlijke sancties en bestuurlijke maatregelen met betrekking tot herstel en beveiliging uitgewerkt in het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving. Dit decreet heeft een aanvullend karakter, waardoor sectoren de mogelijkheid hebben om toe te treden tot deze regeling.
### 1.3.1 De bestuurlijke sanctie (maatregel)
Een bestuurlijke sanctie wordt gedefinieerd als een sanctie die, op grond van een wettelijke basis, door een bestuur wordt opgelegd aan een bestuurde wegens een inbreuk op een publiekrechtelijk voorschrift. Deze sanctie neemt de vorm aan van een eenzijdige bestuurlijke rechtshandeling met individuele strekking.
Kenmerken van een bestuurlijke sanctie:
* Opgelegd door een bestuur.
* Vindt plaats zonder voorafgaande controle door de rechter.
* Er is wel een mogelijkheid tot rechterlijke controle achteraf.
* De sanctie is bedoeld als straf, met andere woorden, als leedtoevoeging.
**Voorbeelden van bestuurlijke sancties:**
* Een GAS-boete (gemeentelijke administratieve sanctie).
* De definitieve sluiting van een inrichting op grond van de GAS-wet.
* De afbraak van een woning na een stedenbouwkundig misdrijf.
* Een tuchtsanctie voor een ambtenaar.
### 1.3.2 Het handhavingsinstrumentarium: Bestuurlijke (politie)maatregel
Een bestuurlijke (politie)maatregel is een instrument dat, net als een bestuurlijke sanctie, een wettelijke grondslag vereist en door een bestuur wordt opgelegd zonder voorafgaande rechterlijke tussenkomst, maar met mogelijke rechterlijke controle achteraf. Deze maatregel neemt doorgaans de vorm aan van een eenzijdige bestuurlijke rechtshandeling.
Het belangrijkste onderscheid met een bestuurlijke sanctie ligt in het **preventieve doel** van een bestuurlijke maatregel. Preventief optreden kan verschillende vormen aannemen:
* **Politiemaatregelen:** Gericht op het waarborgen van de openbare orde, zoals preventief huisarrest op oudejaarsavond, een plaatsverbod, of de sluiting van een inrichting ter voorkoming van verdere verstoring van de openbare orde.
* **Ordemaatregelen:** Gericht op het bevorderen van de goede werking van de dienst, zoals de overplaatsing van een dienst.
* **Aanmaningen en waarschuwingen:** Deze worden doorgaans niet als tuchtsanctie beschouwd.
## 1.4 Belang van kwalificatie in het licht van het EVRM
De kwalificatie van een maatregel als een "straf" in de zin van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) is cruciaal, omdat dit leidt tot de toepassing van specifieke waarborgen. Deze waarborgen omvatten:
* Het vermoeden van onschuld (artikel 6.2 EVRM).
* De rechten van de verdediging (artikel 6.3 EVRM).
* Het recht om niet tweemaal voor hetzelfde feit te worden bestraft (*non bis in idem*) (artikel 4.1 van het zevende protocol bij het EVRM).
De vraag wanneer er sprake is van een "straf" in de zin van het EVRM wordt beoordeeld aan de hand van de zogenaamde **Engel-criteria** (gebaseerd op het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 8 juni 1976, Engel e.a. t. Nederland). Deze criteria zijn:
* **Internrechtelijke kwalificatie:** Hoe de nationale wetgeving de maatregel classificeert (dit is echter niet doorslaggevend).
* **Aard van de maatregel:** Is de maatregel primair preventief van aard, of eerder punitief (leedtoevoegend)?
* **Zwaarte van de sanctie:** De ernst van de sanctie is een belangrijke, en potentieel doorslaggevende, factor.
Het is belangrijk te realiseren dat de kwalificatie geen strikt "zwart-wit"-kwestie is. Uiteindelijk is het de (supranationale) rechter die beslist of een maatregel onder de definitie van "straf" valt in de zin van het EVRM.
> **Tip:** Bij het analyseren van bestuurlijke handhavingsmaatregelen is het essentieel om te onderzoeken of deze als "straf" in de zin van het EVRM kunnen worden beschouwd, gezien de aanzienlijke procedurele waarborgen die dan van toepassing zijn.
## 1.5 Handhavingsactoren
De specifieke actoren die betrokken zijn bij bestuurlijke handhaving variëren sterk per beleidsdomein en moeten worden nagegaan in de betreffende regelgeving. Veelvoorkomende handhavingsactoren zijn:
* **Toezichthouders (inspecties):** Deze beschikken over specifieke toezichtsbevoegdheden binnen hun domein.
* **Sanctionerende instanties:** Dit kunnen sanctionerende ambtenaren zijn (bv. voor GAS-boetes), college's die bevoegd zijn voor schorsing of intrekking van vergunningen, of de burgemeester die optreedt ter handhaving van de openbare orde op basis van de Nieuwe Gemeentewet.
## 1.6 Evolutie richting gewapend bestuursrecht
Er is een tendens waarneembaar richting een "gewapend bestuursrecht", waarbij het bestuur meer instrumenten krijgt om handhaving effectief door te voeren. De redenen en bedenkingen hieromtrent zijn onderwerp van discussie en worden onder andere belicht in rapporten zoals "De rechtsstaat en mensenrechten in België" van het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens.
> **Example:** Een gemeente die geconfronteerd wordt met repetitieve geluidsoverlast uit een bepaalde inrichting, kan na het uitvaardigen van waarschuwingen en eventuele boetes (bestuurlijke sancties) besluiten tot een tijdelijke sluiting van de inrichting (bestuurlijke maatregel) om verdere overlast te voorkomen, wat een preventief doel dient.
---
# Regelgevend kader van bestuurlijke handhaving
Dit onderwerp verkent de juridische fundamenten en instrumenten van bestuurlijke handhaving, met aandacht voor zowel algemene beginselen als specifieke wetgeving.
### 2.1 De betekenis van handhaving en bestuurlijke handhaving
Handhaving, in een brede zin, omvat elke actie gericht op het bevorderen van naleving van rechtsregels of het beëindigen van overtredingen. Dit kan preventief, herstellend of sanctionerend van aard zijn. Bestuurlijke handhaving verwijst specifiek naar handhaving die door het bestuur wordt uitgevoerd, in tegenstelling tot handhaving door een (straf)rechter.
### 2.2 Juridisch kader
Er bestaat geen algemeen juridisch kader voor bestuurlijke handhaving dat alle aspecten dekt. De basis wordt gevormd door algemene bestuursrechtelijke principes, waaronder de beginselen van behoorlijk bestuur en het legaliteitsbeginsel. Het legaliteitsbeginsel impliceert dat het bestuur enkel bevoegdheden mag uitoefenen die hem wettelijk zijn toegekend, en dat er geen straf zonder wet ($ \text{nullum crimen sine lege} $) en geen straf zonder wettelijke grondslag ($ \text{nulla poena sine lege} $) mag zijn.
Dit algemene kader wordt aangevuld door specifieke federale en Vlaamse (sector)regelgeving. Voorbeelden hiervan zijn:
* De Nieuwe Gemeentewet (met bepalingen betreffende ondermijnende criminaliteit en algemene bevoegdheden van de burgemeester).
* De Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sanctie (de GAS-wet).
* De Vlaamse Codex Wonen van 2021.
* De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
* De Drugswet.
In Vlaanderen zijn de algemene regels voor toezicht, opsporing, bestuurlijke sancties en bestuurlijke maatregelen voor herstel en beveiliging uitgewerkt in het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving. Dit decreet heeft een aanvullend karakter, wat betekent dat specifieke sectoren de mogelijkheid hebben om hierbij aan te sluiten.
### 2.3 Bestuurlijke sanctie versus bestuurlijke maatregel
#### 2.3.1 Bestuurlijke sanctie
Een bestuurlijke sanctie wordt gedefinieerd als een sanctie die op grond van een wettelijke grondslag wordt opgelegd door een bestuur aan een bestuurde wegens een inbreuk op een publiekrechtelijk voorschrift. Deze sanctie neemt de vorm aan van een eenzijdige bestuurlijke rechtshandeling met individuele strekking.
Kenmerken van een bestuurlijke sanctie:
* Opgelegd door het bestuur.
* Geen voorafgaande controle door de rechter, maar wel mogelijke rechterlijke controle achteraf.
* Bedoeld als straf, in de zin van leedtoevoeging.
Voorbeelden van bestuurlijke sancties zijn: GAS-boetes, de definitieve sluiting van een inrichting op grond van de GAS-wet, de afbraak van een woning na een stedenbouwkundig misdrijf, of een tuchtsanctie voor een ambtenaar.
#### 2.3.2 Bestuurlijke (politie)maatregel
Een bestuurlijke maatregel vertoont gelijkenissen met een bestuurlijke sanctie (wettelijke grondslag, opgelegd door bestuur zonder voorafgaande rechterlijke tussenkomst, mogelijke rechterlijke controle achteraf, meestal eenzijdige bestuurlijke rechtshandeling). Het belangrijkste onderscheid is het doel: een bestuurlijke maatregel heeft hoofdzakelijk een preventief doel.
Preventieve maatregelen kunnen verschillende vormen aannemen:
* **Politiemaatregel:** Gericht op het vrijwaren van de openbare orde. Voorbeelden zijn preventief huisarrest op oudejaarsavond, een plaatsverbod, of de sluiting van een instelling ter voorkoming van verdere verstoring van de openbare orde.
* **Ordemaatregel:** Gericht op het bevorderen van de goede werking van een dienst. Een voorbeeld is de overplaatsing van een dienst.
* **Aanmaningen en waarschuwingen:** Deze worden niet beschouwd als tuchtsancties.
### 2.4 Belang van de kwalificatie in het licht van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
Wanneer een bestuurlijke maatregel of sanctie als een "straf" wordt gekwalificeerd in de zin van het EVRM, dan gelden de waarborgen die dit verdrag biedt. Dit omvat onder meer:
* Het vermoeden van onschuld (artikel 6.2 EVRM).
* De rechten van de verdediging (artikel 6.3 EVRM).
* Het recht om niet tweemaal te worden bestraft (non bis in idem) (artikel 4.1 van het zevende protocol bij het EVRM).
De vraag of er sprake is van een "straf" wordt beoordeeld aan de hand van de Engel-criteria (gebaseerd op een arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 8 juni 1976, Engel e.a. tegen Nederland):
* **Internrechtelijke kwalificatie:** De wijze waarop de maatregel binnen het nationale recht wordt benoemd, is niet doorslaggevend.
* **Aard van de maatregel:** Is de maatregel primair preventief, of heeft deze een punitief karakter (leedtoevoegend)? Dit is een belangrijke factor.
* **Zwaarte van de sanctie:** De ernst van de opgelegde sanctie is eveneens een belangrijke, en potentieel doorslaggevende, factor bij de kwalificatie.
De kwalificatie is niet altijd eenduidig; uiteindelijk beslist de (supranationale) rechter over de aard van de maatregel.
### 2.5 Handhavingsactoren
De specifieke handhavingsactoren variëren sterk per beleidsdomein. Het is daarom essentieel om de desbetreffende regelgeving te raadplegen. Over het algemeen kunnen we onderscheid maken tussen:
* **Toezichthouders/Inspectiediensten:** Deze beschikken over specifieke toezichtsbevoegdheden om de naleving van wetten en regels te controleren.
* **Sanctionerende instanties:** Dit kunnen bijvoorbeeld de sanctionerende ambtenaar voor GAS-boetes zijn, het college van burgemeester en schepenen (CBS) dat bevoegd is voor de schorsing of intrekking van een vergunning of de sluiting van een inrichting (onder de GAS-wet), of de burgemeester die optreedt ter handhaving van de openbare orde op basis van bepalingen in de Nieuwe Gemeentewet.
De mogelijkheid tot rechterlijke controle biedt een belangrijke waarborg tegen willekeur.
### 2.6 Evolutie naar "gewapend bestuursrecht"
De discussie over een mogelijke evolutie naar een "gewapend bestuursrecht", waarbij het bestuur meer en meer ingrijpende handhavingsinstrumenten ter beschikking krijgt, is relevant. Redenen en bedenkingen hieromtrent worden onder andere verkend in rapporten zoals "De rechtsstaat en mensenrechten in België" van het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens.
> **Tip:** Bij het bestuderen van dit onderwerp is het cruciaal om de specifieke bevoegdheden en instrumenten van de verschillende bestuursniveaus (federaal, Vlaams, lokaal) en de relevante wetgeving nauwkeurig te analyseren. Het onderscheid tussen sanctie en maatregel is fundamenteel, zeker in het licht van de EVRM-waarborgen.
---
# Het handhavingsinstrumentarium en kwalificatie onder het EVRM
Dit deel behandelt het onderscheid tussen bestuurlijke maatregelen en sancties, hun preventieve en punitieve doelen, en de criteria die bepalen wanneer een maatregel als een straf in de zin van het EVRM wordt beschouwd, inclusief de Engel-criteria.
### 3.1 Bestuurlijke handhaving: Een algemene introductie
Handhaving, in brede zin, omvat elke handeling gericht op het bevorderen van naleving van rechtsregels of het beëindigen van overtredingen. Dit kan preventief, herstellend of sanctionerend van aard zijn. Bestuurlijke handhaving vindt plaats door het bestuur zelf, in plaats van door een rechter.
Het juridische kader voor bestuurlijke handhaving is niet uniform, maar steunt op algemene bestuursrechtelijke principes zoals beginselen van behoorlijk bestuur en het legaliteitsbeginsel. Dit wordt aangevuld met specifieke federale en Vlaamse sectorregelgeving, zoals de Nieuwe Gemeentewet, de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sanctie (GAS-wet), de Vlaamse Codex Wonen en de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. In Vlaanderen zijn algemene regels voor toezicht, opsporing, bestuurlijke sancties en maatregelen uitgewerkt in het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving, dat een aanvullend karakter heeft.
### 3.2 Bestuurlijke sanctie versus bestuurlijke maatregel
Een **bestuurlijke sanctie** wordt gedefinieerd als een sanctie die, op grond van een wettelijke basis, door een bestuur aan een burger wordt opgelegd wegens een inbreuk op een publiekrechtelijk voorschrift. Het is een eenzijdige bestuurlijke rechtshandeling met individuele strekking, die door het bestuur wordt opgelegd zonder voorafgaande rechterlijke controle, maar met mogelijke rechterlijke controle achteraf. Het voornaamste doel van een bestuurlijke sanctie is leedtoevoeging, waardoor het in de zin van het EVRM als een straf kan worden beschouwd.
**Voorbeelden van bestuurlijke sancties zijn:**
* GAS-boetes
* Definitieve sluiting van een inrichting op grond van de GAS-wet
* Afbraak van een woning na een stedenbouwkundig misdrijf
* Een tuchtstraf voor een ambtenaar
Een **bestuurlijke (politie)maatregel** deelt enkele kenmerken met een bestuurlijke sanctie: beide hebben een wettelijke grondslag, worden door het bestuur opgelegd zonder voorafgaande rechterlijke tussenkomst (wel achterafse controle mogelijk) en nemen meestal de vorm aan van een eenzijdige bestuurlijke rechtshandeling. Het cruciale onderscheid ligt echter in het **preventieve doel** van de bestuurlijke maatregel.
**Preventief optreden kan via bestuurlijke maatregelen, waaronder:**
* **Politiemaatregelen:** Gericht op het vrijwaren van de openbare orde.
* Voorbeelden: preventief huisarrest op oudejaarsavond, plaatsverboden, of sluiting van een inrichting om verdere verstoring van de openbare orde te voorkomen.
* **Ordemaatregelen:** Ter bevordering van de goede werking van de dienst.
* Voorbeeld: overplaatsing van een dienst.
* **Aanmaningen en waarschuwingen:** Deze worden niet als tuchtsancties beschouwd.
### 3.3 Het belang van kwalificatie onder het EVRM
De kwalificatie van een maatregel als een 'straf' is van cruciaal belang in het kader van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Wanneer een maatregel onder de definitie van 'straf' valt, zijn bepaalde waarborgen van het EVRM van toepassing, waaronder:
* Het vermoeden van onschuld (artikel 6.2 EVRM)
* De rechten van de verdediging (artikel 6.3 EVRM)
* Het recht om niet tweemaal voor hetzelfde feit bestraft te worden (ne bis in idem) (artikel 4.1 van het Zevende Protocol EVRM)
De vraag wanneer een maatregel als een 'straf' in de zin van het EVRM wordt beschouwd, wordt beantwoord aan de hand van de **'Engel'-criteria**, zoals vastgesteld door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak Engel e.a. tegen Nederland. Deze criteria zijn:
1. **Internrechtelijke kwalificatie:** De wijze waarop de maatregel nationaal wordt gekwalificeerd, is niet doorslaggevend.
2. **Aard van de maatregel:** Is de maatregel primair preventief van aard, of neigt deze meer naar 'punitief' (leedtoevoegend)?
3. **Zwaarte van de sanctie:** De zwaarte van de opgelegde maatregel is een belangrijke, en potentieel doorslaggevende, factor.
Het is belangrijk te beseffen dat de kwalificatie niet altijd 'zwart-wit' is. Uiteindelijk is het de (supranationale) rechter die de definitieve beslissing neemt over de aard van de maatregel.
### 3.4 Handhavingsactoren
De actoren die bevoegd zijn voor handhaving variëren sterk per beleidsdomein. Over het algemeen kunnen de volgende actoren worden onderscheiden:
* **Toezichthouders (inspecties):** Bezitten specifieke toezichtsbevoegdheden binnen hun domein.
* **Sanctionerende instanties:**
* **Sanctionerend ambtenaar:** Voor het opleggen van GAS-boetes.
* **College van Burgemeester en Schepenen (CBS):** Kan schorsing of intrekking van een vergunning bevelen, of een sluiting uitvoeren (op grond van de GAS-wet).
* **Burgemeester:** Treedt op ter handhaving van de openbare orde op basis van bepalingen in de Nieuwe Gemeentewet.
Ondanks de bestuurlijke aard van deze handhaving, is er altijd mogelijkheid tot **rechterlijke controle** achteraf.
### 3.5 Evolutie richting gewapend bestuursrecht
Er is een tendens merkbaar naar een meer 'gewapend' bestuursrecht, waarbij het bestuur meer instrumenten krijgt voor handhaving. Dit wordt deels gedreven door de noodzaak om efficiënt om te gaan met complexe maatschappelijke problemen en criminaliteit, zoals ondermijnende criminaliteit. De redenen en bedenkingen bij deze evolutie worden verder onderzocht in rapporten zoals "De rechtsstaat en mensenrechten in België".
---
# Handhavingsactoren en de evolutie naar gewapend bestuursrecht
Dit gedeelte onderzoekt de verschillende actoren betrokken bij bestuurlijke handhaving en stelt de vraag of er een evolutie plaatsvindt naar een meer 'gewapend' bestuursrecht, refererend aan een rapport over de rechtsstaat.
### 4.1 Definitie en scope van bestuurlijke handhaving
Bestuurlijke handhaving omvat elke handeling gericht op het bevorderen van de naleving van rechtsregels of het beëindigen van een overtreding. Dit kan preventief, herstellend of sanctionerend van aard zijn. Het onderscheidt zich van rechtelijke handhaving doordat het door het bestuur zelf, en niet door een (straf)rechter, wordt uitgevoerd.
### 4.2 Regelgevend kader
Hoewel er geen algemeen juridisch kader voor bestuurlijke handhaving bestaat, steunt het op bestuursrechtelijke principes zoals de beginselen van behoorlijk bestuur en het legaliteitsbeginsel. Deze principes stellen dat het bestuur alleen bevoegdheden kan uitoefenen die wettelijk zijn toegekend. De algemene beginselen van het strafrecht, zoals *nullum crimen sine lege* (geen straf zonder wet) en *nulla poena sine lege* (geen misdrijf zonder wet), zijn hierop van toepassing.
De handhaving wordt verder aangevuld door specifieke federale en Vlaamse sectorale regelgeving, waaronder:
* De Nieuwe Gemeentewet (met bepalingen over ondermijnende criminaliteit en artikel 134 en verder).
* De Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sanctie (GAS-wet).
* De Vlaamse Codex Wonen van 2021.
* De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
* De Drugwet.
In Vlaanderen zijn algemene regels voor toezicht, opsporing, bestuurlijke sancties en herstel- en beveiligingsmaatregelen uitgewerkt in het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving. Dit decreet heeft een aanvullend karakter, waardoor sectoren de mogelijkheid hebben om ermee in te treden.
### 4.3 Bestuurlijke sanctie versus bestuurlijke maatregel
Een **bestuurlijke sanctie** is een sanctie die op grond van een wettelijke basis door een bestuur aan een burger wordt opgelegd wegens een overtreding van een publiekrechtelijk voorschrift. Het neemt de vorm aan van een eenzijdige bestuurlijke rechtshandeling met individuele strekking, wordt opgelegd zonder voorafgaande rechterlijke controle, maar met mogelijke rechterlijke controle achteraf. Bestuurlijke sancties zijn bedoeld als straf, met het oog op leedtoevoeging. Voorbeelden hiervan zijn een GAS-boete, de definitieve sluiting van een inrichting onder de GAS-wet, de afbraak van een woning na een stedenbouwkundig misdrijf, of een tuchtsanctie voor een ambtenaar.
Een **bestuurlijke maatregel** deelt veel kenmerken met de bestuurlijke sanctie: het heeft een wettelijke grondslag, wordt door het bestuur opgelegd zonder voorafgaande rechterlijke tussenkomst (maar met mogelijke rechterlijke controle achteraf), en neemt meestal de vorm aan van een eenzijdige bestuurlijke rechtshandeling. Het belangrijkste onderscheid is dat een bestuurlijke maatregel hoofdzakelijk een **preventief doel** dient.
Preventief optreden kan onder meer door:
* **Politiemaatregelen:** Ter vrijwaring van de openbare orde, zoals preventief huisarrest op oudejaarsavond, een plaatsverbod, of een sluiting om verdere verstoring van de openbare orde te voorkomen.
* **Ordemaatregelen:** Ter bevordering van de goede werking van de dienst, zoals de overplaatsing van een dienst.
* **Aanmaningen en waarschuwingen:** Deze gelden niet als tuchtsanctie.
### 4.4 Kwalificatie in het licht van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
Indien een bestuurlijke sanctie of maatregel als een 'straf' in de zin van het EVRM wordt beschouwd, verleent dit de betrokkene specifieke 'waarborgen'. Deze omvatten het vermoeden van onschuld (artikel 6.2 EVRM), de rechten van de verdediging (artikel 6.3 EVRM), en het recht om niet tweemaal te worden bestraft (*non bis in idem*) (artikel 4.1 van het zevende protocol bij het EVRM).
De vraag wanneer sprake is van een 'straf' in de zin van het EVRM wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria uit de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM, 8 juni 1976, Engel e.a. t. Nederland):
* **Internrechtelijke kwalificatie:** De manier waarop de maatregel in het nationale recht wordt benoemd, is niet doorslaggevend.
* **Aard van de maatregel:** Of de maatregel preventief of eerder punitief (leedtoevoegend) van aard is.
* **Zwaarte van de sanctie:** Dit is een belangrijke en potentieel doorslaggevende factor.
De kwalificatie is geen 'zwart-wit' kwestie; uiteindelijk beslist de (supranationale) rechter over de precieze aard van de opgelegde sanctie of maatregel.
### 4.5 Handhavingsactoren
De specifieke handhavingsactoren variëren sterk per beleidsdomein en dienen te worden nagegaan in de desbetreffende regelgeving. Over het algemeen kunnen de volgende actoren worden onderscheiden:
* **Toezichthouders (inspectiediensten):** Deze beschikken over specifieke toezichtsbevoegdheden.
* **Sanctionerende instanties:**
* De sanctionerend ambtenaar voor GAS-boetes.
* Instanties die bevoegd zijn voor schorsing of intrekking van een vergunning, of sluiting (onder de GAS-wet).
* De burgemeester, die optreedt ter handhaving van de openbare orde op basis van bepalingen in de Nieuwe Gemeentewet.
### 4.6 Evolutie richting gewapend bestuursrecht
De vraag of er een evolutie plaatsvindt richting een 'gewapend' bestuursrecht wordt onderzocht, mede gebaseerd op bedenkingen uit het rapport 'De rechtsstaat en mensenrechten in België' van het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens. De redenen en implicaties van deze potentiële evolutie zijn hierbij relevant.
> **Tip:** Let bij het bestuderen van handhavingszaken op het onderscheid tussen sancties (punitief) en maatregelen (preventief), zeker in relatie tot de waarborgen van het EVRM. De *Engel*-criteria zijn cruciaal voor deze kwalificatie.
> **Voorbeeld:** Een gemeentelijke beslissing tot onmiddellijke sluiting van een horecazaak wegens vermeende ernstige inbreuken op de veiligheidsvoorschriften kan, afhankelijk van de zwaarte van de inbreuk en het preventieve karakter van de sluiting, door een rechter worden getoetst aan de 'straf'-criteria van het EVRM.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Bestuurlijke handhaving | Handhaving van rechtsregels door het bestuur, in plaats van door een (straf)rechter. Dit kan preventieve, herstellende of sanctionerende handelingen omvatten om de naleving van regels te bevorderen of overtredingen te beëindigen. |
| Beginselen van behoorlijk bestuur | Algemene rechtsbeginselen die het handelen van het bestuur sturen om te zorgen voor een eerlijke en redelijke besluitvorming en uitvoering van regelgeving, zoals het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel. |
| Legaliteitsbeginsel | Een fundamenteel rechtsbeginsel dat stelt dat het bestuur alleen bevoegdheden mag uitoefenen die expliciet aan hem zijn toegekend door de wet. Elk bestuurlijk optreden moet dus een wettelijke grondslag hebben. |
| Bestuurlijke sanctie | Een sanctie die door een bestuur wordt opgelegd aan een burger wegens een inbreuk op een publiekrechtelijk voorschrift. Deze sanctie wordt opgelegd op basis van een wettelijke grondslag en neemt de vorm aan van een eenzijdige bestuurlijke rechtshandeling. |
| Bestuurlijke maatregel | Een door het bestuur opgelegde maatregel die voornamelijk een preventief doel dient, ter vrijwaring van de openbare orde, de goede werking van de dienst of ter voorkoming van verdere problemen. |
| EVRM (Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens) | Een internationaal verdrag dat fundamentele rechten en vrijheden waarborgt. Bepaalde waarborgen uit het EVRM, zoals het vermoeden van onschuld, zijn van toepassing wanneer een bestuurlijke maatregel als een "straf" in de zin van het verdrag wordt beschouwd. |
| Engel-criteria | Criteria vastgesteld door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) om te bepalen of een opgelegde maatregel als een "straf" in de zin van het EVRM moet worden beschouwd. Deze criteria kijken onder meer naar de aard en de zwaarte van de sanctie. |
| Non bis in idem | Een juridisch beginsel dat bepaalt dat niemand tweemaal kan worden gestraft of berecht voor dezelfde feiten. Dit beginsel is verankerd in het zevende protocol van het EVRM. |
| Toezichthouders | Ambtenaren of instanties belast met het controleren van de naleving van specifieke wetten en regelgeving binnen hun domein. Zij hebben vaak speciale bevoegdheden voor inspectie en opsporing. |
| Gewapend bestuursrecht | Een term die mogelijk verwijst naar een bestuursrecht dat meer proactieve en dwingende middelen bevat om de naleving van wetten af te dwingen, mogelijk met ingrijpendere maatregelen. |