Cover
Börja nu gratis Module 7 - Conjunctuur en economische groei.docx
Summary
# De conjunctuurbeweging en economische cycli
Het onderwerp "De conjunctuurbeweging en economische groei" behandelt de schommelingen in de economische activiteit op korte termijn en de langetermijntrend van economische expansie.
## 1. De conjunctuurbeweging
De conjunctuurbeweging, ook wel economische cyclus genoemd, beschrijft de systematische afwisseling van periodes van snellere en tragere groei van de productie op korte termijn, of zelfs een daling van de algemene economische bedrijvigheid. De gemiddelde groei over de lange termijn wordt de trend genoemd.
### 1.1 Fasen van de conjunctuurbeweging
De conjunctuur kent verschillende fasen, die worden gekenmerkt door een zekere cyclische regelmaat:
#### 1.1.1 Hoogconjunctuur
Dit is de opgaande fase in de conjunctuurbeweging waarin de productiegroei groter is dan de trendmatige groei. Kenmerken van een hoogconjunctuur zijn:
* Grote economische bedrijvigheid.
* Lage werkloosheid.
* Grote koopdrang onder consumenten.
**Gevaren van hoogconjunctuur:**
Een oververhitting van de economie kan optreden wanneer de vraag groter wordt dan de productiecapaciteit. Dit leidt tot prijsstijgingen (bestedingsinflatie) en kan de economie doen omslaan naar een neergang, ook wel een recessie genoemd.
#### 1.1.2 Laagconjunctuur
Dit is de neergaande fase waarin de productiegroei achterblijft bij de trendmatige groei. Kenmerken van een laagconjunctuur zijn:
* Hoge werkloosheid.
* Kleine economische bedrijvigheid.
* Voorzichtige bestedingsneiging van consumenten.
**Depressie:**
Wanneer een laagconjunctuur langdurig en bijzonder diepgaand is, spreekt men van een depressie.
#### 1.1.3 Bestedingsevenwicht
Dit is het punt waarop de conjunctuurbeweging samenvalt met de trendmatige groei. Het doel is om dit evenwicht te bereiken, aangezien dit de nadelige gevolgen van zowel laag- als hoogconjunctuur vermijdt.
### 1.2 Oorzaken van de conjunctuurbeweging
De conjunctuurbeweging wordt beïnvloed door veranderingen in de productie (aanbod) en de vraag naar goederen. Er worden zowel uitwendige als inwendige oorzaken onderscheiden:
#### 1.2.1 Uitwendige (exogene) oorzaken
Deze factoren vallen buiten het economische systeem, maar kunnen wel economische gevolgen hebben:
* Technologie
* Klimaat
* Psychologie (bijvoorbeeld consumenten- en producentenvertrouwen)
* Politiek
#### 1.2.2 Inwendige (endogene) oorzaken
Deze factoren vinden plaats binnen de economie zelf:
* Overproductie
* Onderproductie
* Inflatie
* Deflatie
### 1.3 Meting van de conjunctuurbeweging
De conjunctuur kan worden gemeten met behulp van verschillende indicatoren:
#### 1.3.1 Leading indicatoren
Deze indicatoren veranderen *voorafgaand* aan veranderingen in de economie en hebben een voorspellend karakter.
* **Voorbeeld:** Bouwaanvragen, invoer van goederen.
#### 1.3.2 Lagging indicatoren
Deze indicatoren veranderen *nadat* de economie is veranderd.
* **Voorbeeld:** Werkloosheid, investeringen, onroerende voorheffing.
#### 1.3.3 Coïncidente (gelijklopende) indicatoren
De verandering in deze indicatoren valt samen met de wijziging in de economie.
* **Voorbeeld:** Elektriciteitsverbruik.
#### 1.3.4 Synthetische indicatoren
Omdat één enkele indicator onvoldoende is om de economie te beoordelen, worden synthetische indicatoren ontwikkeld die meerdere indicatoren samenvoegen.
* **Voorbeeld in België:** De Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België (NBB), die kwalitatieve gegevens uit enquêtes onder bedrijfsleiders synthetiseert en daardoor meestal enkele maanden voorloopt op de werkelijke activiteitsontwikkeling.
### 1.4 Conjunctuur en de overheid: conjunctuurpolitiek
Overheden streven naar een stabiele economie en zetten fiscale (budgettaire) en monetaire instrumenten in om inflatie en deflatie tegen te gaan. Dit beleid wordt conjunctuurpolitiek genoemd.
#### 1.4.1 Anticyclisch beleid
Volgens de traditionele economische logica voert de overheid een anticyclisch beleid:
* **Expansief beleid:** Stimuleren van de economie bij laagconjunctuur.
* **Restrictief beleid:** Afremmen van de economie bij hoogconjunctuur.
#### 1.4.2 Maatregelen bij hoogconjunctuur (restrictief beleid)
* **Budgettair:** Verhoging van belastingen, verlaging van overheidsuitgaven, verlaging van inkomensoverdrachten.
* **Monetair:** Verhoging van de rente.
#### 1.4.3 Maatregelen bij laagconjunctuur (expansief beleid)
* **Budgettair:** verlaging van belastingen, verhoging van overheidsuitgaven, verhoging van inkomensoverdrachten.
* **Monetair:** verlaging van de rente.
## 2. Economische groei
Economische groei wordt gedefinieerd als een toename van de economische activiteit in de tijd.
### 2.1 Meten van economische groei
De meest gebruikte indicator voor economische groei is de procentuele toename van het Bruto Binnenlands Product (BBP).
#### 2.1.1 Reëel BBP versus Nominaal BBP
* **Reëel BBP:** Wordt berekend met prijzen van een basisjaar, waardoor inflatie buiten beschouwing wordt gelaten en een goed beeld wordt gegeven van de groei van de productie.
$$ \text{Reëel BBP} = \sum_{i=1}^{n} \text{Prijs}_{\text{basisjaar}, i} \times \text{Hoeveelheid}_i $$
* **Nominaal BBP:** Wordt berekend op basis van de werkelijke prijzen van het betreffende jaar.
$$ \text{Nominaal BBP} = \sum_{i=1}^{n} \text{Prijs}_{\text{huidig jaar}, i} \times \text{Hoeveelheid}_i $$
#### 2.1.2 Formule voor economische groei
De groeivoet wordt berekend als de procentuele verandering van het BBP ten opzichte van het voorgaande jaar.
$$ \text{Groeivoet} = \frac{\text{BBP}_{\text{huidige periode}} - \text{BBP}_{\text{voorgaande periode}}}{\text{BBP}_{\text{voorgaande periode}}} \times 100\% $$
### 2.2 Voordelen van economische groei
* Toename van beschikbare producten, wat leidt tot betere behoeftebevrediging.
* Toename van werkgelegenheid.
* Toename van consumenten- en producentenvertrouwen, wat leidt tot meer consumptie en investeringen.
* Stijging van de levensstandaard.
### 2.3 Nadelen van economische groei
* Ongelijke inkomensverdeling: de voordelen worden niet gelijk verdeeld.
* Toenemende milieuvervuiling (luchtvervuiling, geluidsoverlast).
* Uitputting van niet-hernieuwbare grondstoffen.
## 3. Duurzame ontwikkeling
Als reactie op de nadelen van economische groei is het concept van duurzame ontwikkeling naar voren gekomen.
### 3.1 Definitie
Duurzame ontwikkeling is "een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de noden van het heden zonder de behoeftevoorziening van de komende generaties in het gedrang te brengen".
### 3.2 Drie pijlers van duurzame ontwikkeling
* **Economie:** Economische vitaliteit moet verzekerd zijn zonder uitputting van natuurlijke hulpbronnen.
* **Sociaal:** Rijkdom en welzijn moeten eerlijk verdeeld worden, en de solidariteit tussen continenten moet versterkt worden.
* **Milieu:** Het milieu moet beschermd worden door vervuiling te beperken, waterkwaliteit te waarborgen en biodiversiteit te behouden.
### 3.3 Principes van duurzame ontwikkeling
* **Voorzorg:** Bij onbekende sociale of milieugevolgen van een actie, terughoudendheid betrachten.
* **Integratie:** Sociaal, economisch en milieubeleid moeten op elkaar worden afgestemd.
* **Solidariteit:** Een rechtvaardige verdeling tussen alle bewoners is essentieel.
* **Differentiële verantwoordelijkheid:** Groepen die meer verbruiken en vervuilen, moeten grotere inspanningen leveren.
* **De vervuiler betaalt:** De kosten van vervuiling moeten gedragen worden door de veroorzaker.
* **Participatie:** Deelname van burgers aan het besluitvormingsproces is cruciaal.
---
# Conjunctuurpolitiek van de overheid
De overheid speelt een cruciale rol in het stabiliseren van de economie door middel van anticyclisch beleid, waarbij ze expansieve en restrictieve budgettaire en monetaire instrumenten inzet om de conjunctuur te beïnvloeden.
### 2.1 Inleiding tot conjunctuurpolitiek
Conjunctuurpolitiek omvat de inspanningen van de overheid om de economie te stabiliseren door middel van fiscale (budgettaire) en monetaire instrumenten. Het hoofddoel is het tegengaan van extreme schommelingen in de economische activiteit, zoals inflatie en deflatie. Volgens de traditionele economische theorie dient de overheid een anticyclisch beleid te voeren: stimulerend beleid bij laagconjunctuur en remmend beleid bij hoogconjunctuur.
### 2.2 Instrumenten van conjunctuurpolitiek
#### 2.2.1 Budgettair beleid (fiscale instrumenten)
Budgettair beleid richt zich op de inkomsten en uitgaven van de overheid.
* **Restrictief budgettair beleid (bij hoogconjunctuur):**
* Verhogen van belastingen.
* Verlagen van overheidsuitgaven.
* Verlagen van inkomensoverdrachten.
* Een combinatie van deze maatregelen.
* **Expansief budgettair beleid (bij laagconjunctuur):**
* Verlagen van belastingen.
* Verhogen van overheidsuitgaven.
* Verhogen van inkomensoverdrachten.
* Een combinatie van deze maatregelen.
#### 2.2.2 Monetair beleid (monetaire instrumenten)
Monetair beleid wordt meestal gevoerd door de centrale bank en richt zich op de geldhoeveelheid en de rente.
* **Restrictief monetair beleid (bij hoogconjunctuur):**
* Verhogen van de rente.
* **Expansief monetair beleid (bij laagconjunctuur):**
* Verlagen van de rente.
> **Tip:** Het anticyclische karakter van de conjunctuurpolitiek houdt in dat de overheid tegengesteld aan de conjunctuurbeweging handelt om deze te stabiliseren.
### 2.3 Conjunctuur en economische groei
Economische groei verwijst naar de toename van de economische activiteit over een bepaalde periode. Het wordt doorgaans gemeten als de procentuele verandering van het Bruto Binnenlands Product (BBP).
#### 2.3.1 Meten van economische groei
De belangrijkste indicator voor economische groei is het BBP. Om de werkelijke productiegroei te meten en inflatie-effecten uit te sluiten, wordt gebruik gemaakt van het **reële BBP**. Dit wordt berekend met prijzen van een basisjaar, waardoor de prijzen constant blijven. Het **nominale BBP** daarentegen wordt berekend op basis van de actuele prijzen van het desbetreffende jaar.
De formule voor economische groei (groeivoet) is:
$$ \text{Groeivoet} = \frac{\text{BBP}_{t} - \text{BBP}_{t-1}}{\text{BBP}_{t-1}} $$
waarbij:
* $\text{BBP}_{t}$ het BBP in de huidige periode is.
* $\text{BBP}_{t-1}$ het BBP in de voorgaande periode is.
#### 2.3.2 Relatie tussen conjunctuur en economische groei
* **Hoogconjunctuur:** Gekenmerkt door een sterke economische groei, waarbij de productiegroei groter is dan de trendmatige groei.
* **Laagconjunctuur:** Gekenmerkt door trage of negatieve economische groei, waarbij de productiegroei achterblijft bij de trendmatige groei.
* **Bestedingsevenwicht:** Het punt waar de economische groei samenvalt met de trendmatige groei. Dit wordt als wenselijk beschouwd om de nadelen van zowel hoog- als laagconjunctuur te vermijden.
#### 2.3.3 Voordelen van economische groei
* Toename van beschikbare en technologisch betere producten, wat leidt tot betere behoeftebevrediging.
* Toename van de werkgelegenheid.
* Verhoging van het consumenten- en producentenvertrouwen, wat leidt tot meer consumptie en investeringen.
* Stijging van de levensstandaard.
#### 2.3.4 Nadelen van economische groei
* Ongelijke inkomensverdeling.
* Toenemende milieuvervuiling (luchtvervuiling, geluidsoverlast).
* Uitputting van niet-hernieuwbare grondstoffen.
> **Voorbeeld:** In de periode 2021-2022, waarbij de prijzen van bier en pizza verdubbelden maar de geproduceerde hoeveelheden gelijk bleven, steeg het nominale BBP met 100%. Het reële BBP (gemeten in 2020-prijzen) bleef echter onveranderd, wat aangeeft dat de werkelijke productie, en dus de economische welvaart, niet was toegenomen. Dit illustreert het belang van het onderscheid tussen nominaal en reëel BBP voor het correct beoordelen van economische groei.
### 2.4 Conjunctuurindicatoren
Om de conjunctuur te meten en te voorspellen, worden diverse indicatoren gebruikt:
* **Leading indicatoren:** Wijzigen vóór de economie verandert, met een voorspellend karakter (bv. bouwaanvragen, invoer van goederen).
* **Lagging indicatoren:** Wijzigen nádat de economie is veranderd (bv. werkloosheid, investeringen).
* **Coïncidente indicatoren:** Wijzigen gelijktijdig met de economie (bv. elektriciteitsverbruik).
Synthetische indicatoren, zoals de Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België, combineren meerdere indicatoren om een samenvattend beeld te geven van de economische toestand en de psychologische stemming van bedrijfsleiders.
---
# Economische groei: definitie, meting en impact
Economische groei verwijst naar de toename van de economische activiteit over een bepaalde periode, primair gemeten aan de hand van het Bruto Binnenlands Product (BBP), en omvat zowel de voordelen als de nadelen ervan.
### 3.1 Definitie van economische groei
Wanneer de evolutie van de economische activiteit een toename over tijd vertoont, spreekt men van economische groei. Dit concept is essentieel voor het begrijpen van de langetermijnontwikkeling van een economie.
### 3.2 Meting van economische groei
De meest gebruikte indicator om de groeivoet te berekenen is de procentuele toename van het Bruto Binnenlands Product (BBP).
#### 3.2.1 Bruto Binnenlands Product (BBP)
Economische groei wordt doorgaans gemeten op nationaal niveau met behulp van het BBP. Om een accuraat beeld te krijgen van de groei van de productie, waarbij inflatie buiten beschouwing wordt gelaten, wordt het **reële BBP** gehanteerd. Het reële BBP wordt berekend met prijzen van een basisjaar, waardoor de prijzen constant blijven en inflatie geen rol speelt. Het **nominale BBP** daarentegen wordt berekend op basis van de actuele prijzen van het betreffende jaar.
De formule voor het berekenen van de economische groei (groeivoet) is:
$$ \text{Groeivoet} = \frac{\text{BBP van een bepaalde periode} - \text{BBP van de voorgaande periode}}{\text{BBP van de voorgaande periode}} \times 100\% $$
#### 3.2.2 Indicatoren van economische activiteit
Naast het BBP worden ook verschillende conjunctuurindicatoren gebruikt om de economische activiteit te meten en de conjunctuurbeweging te analyseren:
* **Leading indicatoren:** Deze indicatoren veranderen voorafgaand aan veranderingen in de economie en hebben daardoor een voorspellend karakter. Voorbeelden zijn bouwaanvragen en de invoer van goederen.
* **Lagging indicatoren:** Deze indicatoren veranderen nadat de economie reeds veranderd is. Voorbeelden zijn werkloosheid, investeringen en onroerende voorheffing.
* **Coïncidente indicatoren:** De veranderingen in deze indicatoren vallen samen met de wijzigingen in de economie. Een voorbeeld is het elektriciteitsverbruik.
Omdat het gebruik van slechts één indicator onvoldoende is voor een accurate beoordeling, worden synthetische indicatoren ontwikkeld die meerdere indicatoren combineren. De Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België is een bekend voorbeeld, die kwalitatieve gegevens uit enquêtes onder bedrijfsleiders samenvat om het psychologisch klimaat en de verwachte economische ontwikkeling weer te geven. Deze barometer loopt doorgaans enkele maanden voor op de werkelijke activiteitsontwikkeling.
> **Tip:** Het is belangrijk om zowel het nominale als het reële BBP te analyseren om een onderscheid te kunnen maken tussen prijsstijgingen (inflatie) en werkelijke productiegroei.
#### 3.2.3 Oefening: BBP berekening en groei
Beschouw de volgende gegevens voor een economie:
| Jaar | Prijs bier ($P_{\text{bier}}$) | Hoeveelheid bier ($Q_{\text{bier}}$) | Prijs pizza ($P_{\text{pizza}}$) | Hoeveelheid pizza ($Q_{\text{pizza}}$) |
| :--- | :--------------------------- | :--------------------------------- | :--------------------------- | :-------------------------------- |
| 2020 | 1 dollar | 100 | 2 dollar | 50 |
| 2021 | 1 dollar | 200 | 2 dollar | 100 |
| 2022 | 2 dollar | 200 | 4 dollar | 100 |
**Berekeningen:**
* **Nominaal BBP:**
* 2020: $(1 \text{ dollar} \times 100) + (2 \text{ dollar} \times 50) = 100 \text{ dollar} + 100 \text{ dollar} = 200 \text{ dollar}$
* 2021: $(1 \text{ dollar} \times 200) + (2 \text{ dollar} \times 100) = 200 \text{ dollar} + 200 \text{ dollar} = 400 \text{ dollar}$
* 2022: $(2 \text{ dollar} \times 200) + (4 \text{ dollar} \times 100) = 400 \text{ dollar} + 400 \text{ dollar} = 800 \text{ dollar}$
* **Reëel BBP (basisjaar 2020):**
* 2020 (basisjaar): $(1 \text{ dollar} \times 100) + (2 \text{ dollar} \times 50) = 200 \text{ dollar}$
* 2021: $(1 \text{ dollar} \times 200) + (2 \text{ dollar} \times 100) = 400 \text{ dollar}$
* 2022: $(1 \text{ dollar} \times 200) + (2 \text{ dollar} \times 100) = 400 \text{ dollar}$
* **Procentuele veranderingen (groeivoet):**
* **Nominale groei:**
* 2021 t.o.v. 2020: $(\frac{400 - 200}{200}) \times 100\% = 100\%$
* 2022 t.o.v. 2021: $(\frac{800 - 400}{400}) \times 100\% = 100\%$
* **Reële groei (basis 2020):**
* 2021 t.o.v. 2020: $(\frac{400 - 200}{200}) \times 100\% = 100\%$
* 2022 t.o.v. 2021: $(\frac{400 - 400}{400}) \times 100\% = 0\%$
> **Analyse:**
> * Tussen 2020 en 2021 bleven de prijzen constant, terwijl de productie verdubbelde. Zowel het nominale als het reële BBP stegen daardoor met 100%.
> * Tussen 2021 en 2022 verdubbelden de prijzen, terwijl de productie gelijk bleef. Het nominale BBP steeg met 100% door de prijsstijgingen, maar het reële BBP (productie op basis van vaste prijzen) bleef onveranderd (0% groei). Dit illustreert dat economische welvaart (gemeten in reëel BBP) meer steeg in 2021 dan in 2022.
### 3.3 Impact van economische groei: voordelen en nadelen
Economische groei heeft zowel positieve als negatieve gevolgen voor een samenleving.
#### 3.3.1 Voordelen van economische groei
Historisch gezien lag de focus voornamelijk op de voordelen van economische groei, aangezien dit streven tot het begin van de jaren zeventig dominant was. Deze voordelen omvatten:
* **Toename van beschikbare producten:** Meer en technologisch geavanceerdere producten kunnen worden geproduceerd, wat leidt tot een betere bevrediging van behoeften.
* **Toename van werkgelegenheid:** Economische groei creëert doorgaans meer banen.
* **Toename van consumenten- en producentenvertrouwen:** Een bloeiende economie bevordert het vertrouwen, wat kan leiden tot hogere consumptie en investeringen, wat de economie verder stimuleert.
* **Toename van de levensstandaard:** Over het algemeen verbetert economische groei de levensstandaard van de bevolking.
#### 3.3.2 Nadelen van economische groei
Sinds de jaren zeventig is men zich echter meer bewust geworden van de nadelen die continue economische groei met zich meebrengt:
* **Ongelijke inkomensverdeling:** De voordelen van groei worden niet altijd evenredig verdeeld over de bevolking.
* **Toenemende milieuvervuiling:** Hogere productie en consumptie leiden vaak tot meer luchtvervuiling, geluidsoverlast en andere milieuschade.
* **Uitputting van niet-hernieuwbare grondstoffen:** Continue groei kan leiden tot een versnelde uitputting van eindige natuurlijke hulpbronnen.
#### 3.3.3 Duurzame ontwikkeling
Gezien de nadelen van economische groei is het concept van **duurzame ontwikkeling** steeds belangrijker geworden. Duurzame ontwikkeling wordt gedefinieerd als 'een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de noden van het heden zonder de behoeftevoorziening van de komende generaties in het gedrang te brengen'. Dit concept rust op drie pijlers:
* **Economie:** Economische vitaliteit moet verzekerd zijn zonder de natuurlijke hulpbronnen uit te putten.
* **Sociaal:** Rijkdom en welzijn moeten eerlijk verdeeld worden, en solidariteit tussen gemeenschappen moet versterkt worden.
* **Milieu:** Het milieu moet beschermd worden door vervuiling te beperken, de biodiversiteit te behouden, enzovoort.
Zes principes liggen aan de basis van duurzame ontwikkeling: voorzorg, integratie, solidariteit, differentiële verantwoordelijkheid, 'de vervuiler betaalt', en participatie.
> **Tip:** De overgang van enkel economische groei naar duurzame ontwikkeling reflecteert een bredere maatschappelijke verschuiving naar een meer holistische kijk op welvaart en vooruitgang.
### 3.4 Conjunctuurpolitiek en economische groei
Overheden streven naar economische stabiliteit en hanteren conjunctuurpolitiek om inflatie en deflatie tegen te gaan, en economische groei te sturen. Dit gebeurt door middel van budgettaire (fiscale) en monetaire instrumenten. Het principe van **anticyclisch beleid** houdt in dat de overheid bij laagconjunctuur stimulerend (expansief beleid) optreedt en bij hoogconjunctuur remmend (restrictief beleid).
* **Bij hoogconjunctuur:**
* Restrictief budgettair beleid: verhoging belastingen, verlaging overheidsuitgaven.
* Restrictief monetair beleid: verhoging rente.
* **Bij laagconjunctuur:**
* Expansief budgettair beleid: verlaging belastingen, verhoging overheidsuitgaven.
* Expansief monetair beleid: verlaging rente.
---
# Duurzame ontwikkeling
Dit onderwerp introduceert het concept van duurzame ontwikkeling als een antwoord op de nadelen van economische groei, waarbij de balans tussen economie, sociaal welzijn en milieu centraal staat.
## 4.1 Concept van duurzame ontwikkeling
Het concept van duurzame ontwikkeling is ontstaan als reactie op de steeds duidelijker wordende nadelen van continue economische groei. Het besef dat grondstoffen eindig zijn en dat milieuvervuiling toenemen, heeft geleid tot een bredere kijk op economische vooruitgang.
### 4.1.1 Definitie
Duurzame ontwikkeling wordt gedefinieerd als:
> 'een ontwikkeling die tegemoet komt aan de noden van het heden zonder de behoeftevoorziening van de komende generaties in het gedrang te brengen'.
### 4.1.2 De drie pijlers van duurzame ontwikkeling
Duurzame ontwikkeling is een totaalconcept dat steunt op drie onderling verbonden elementen:
* **De economie:** Economische vitaliteit moet verzekerd zijn zonder de natuurlijke hulpbronnen uit te putten. Dit betekent dat productie en consumptieprocessen voortgezet moeten kunnen worden, maar op een manier die de ecologische basis niet ondermijnt.
* **Het sociale:** Rijkdom en welzijn moeten eerlijk verdeeld worden onder de huidige bevolking en de solidariteit tussen continenten moet versterkt worden. Dit omvat gelijke kansen, toegang tot basisvoorzieningen en sociale rechtvaardigheid.
* **Het milieu:** Het milieu moet beschermd worden door vervuiling in te perken, de waterkwaliteit te waarborgen, biodiversiteit in stand te houden en ecosystemen te herstellen.
## 4.2 Principes van duurzame ontwikkeling
Er zijn zes grote principes die aan de basis liggen van duurzame ontwikkeling:
### 4.2.1 Het voorzorgsprincipe
Indien de sociale of milieugevolgen van een bepaalde actie niet volledig gekend zijn, is het beter om zich te onthouden van die actie. Het principe 'voorkomen is beter dan genezen' staat hier centraal.
### 4.2.2 Het integratieprincipe
Het sociale, economische en milieubeleid van de overheid moeten op elkaar afgestemd worden. Verschillende beleidsterreinen, zoals mobiliteit, ruimtelijke ordening en economische ontwikkeling, zijn nauw met elkaar verweven en moeten gecoördineerd worden om duurzaamheidsdoelstellingen te bereiken.
### 4.2.3 Het solidariteitsprincipe
Een rechtvaardige verdeling van middelen en kansen is essentieel voor alle bewoners, zowel binnen een land als wereldwijd. Dit omvat solidariteit tussen generaties (zodat toekomstige generaties niet minder middelen hebben) en tussen verschillende bevolkingsgroepen.
### 4.2.4 De differentiële verantwoordelijkheid
Groepen of landen die het meest verbruiken en daardoor de grootste vervuilers zijn, moeten ook grotere inspanningen leveren om de duurzaamheidsdoelstellingen te bereiken dan degenen die minder verbruiken.
### 4.2.5 De vervuiler betaalt
De kosten die voortvloeien uit vervuiling moeten gedragen worden door degenen die de vervuiling veroorzaken. Dit principe wordt reeds toegepast in sectoren zoals waterbeheer (belasting op waterzuivering) en zou breder toegepast moeten worden in sectoren als transport en huisvesting.
### 4.2.6 Het participatieprincipe
Duurzame ontwikkeling is een aangelegenheid die iedereen aangaat. De deelname van burgers aan het besluitvormingsproces is onmisbaar om hervormingen succesvol te implementeren. Dit kan via diverse raadpleegprocedures zoals opiniepeilingen, referenda, openbare enquêtes en lobbying.
> **Tip:** Het succes van duurzame ontwikkeling hangt sterk af van de synergie tussen economische activiteit, sociaal welzijn en milieubescherming. Geen van deze pijlers mag ten koste gaan van de andere.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Conjunctuur | De systematische afwisseling van periodes van snellere en tragere groei van de productie op korte termijn, of soms zelfs een daling van de algemene economische bedrijvigheid. |
| Trend | De gemiddelde groei van de economische productie over een langere periode, onafhankelijk van kortetermijnschommelingen. |
| Hoogconjunctuur | De opgaande fase van de conjunctuurbeweging, waarin de productiegroei groter is dan de trendmatige groei, gekenmerkt door hoge economische bedrijvigheid en lage werkloosheid. |
| Laagconjunctuur | De neergaande fase van de conjunctuurbeweging, waarin de productiegroei achterblijft bij de trendmatige groei, gekenmerkt door hoge werkloosheid en lage economische bedrijvigheid. |
| Bestedingsevenwicht | Het punt waarop de conjunctuurbeweging samenvalt met de trendmatige groei, wat wordt nagestreefd om de nadelige gevolgen van conjunctuurschommelingen te vermijden. |
| Exogene oorzaken | Factoren die buiten de economie zelf liggen, maar wel economische gevolgen kunnen hebben, zoals technologie, klimaat, psychologie en politiek. |
| Endogene oorzaken | Factoren die binnen de economie zelf ontstaan en de conjunctuur beïnvloeden, zoals overproductie, onderproductie, inflatie en deflatie. |
| Leading indicatoren | Indicatoren die wijzigen voordat de economie verandert, waardoor ze een voorspellend karakter hebben, zoals bouwaanvragen en de invoer van goederen. |
| Lagging indicatoren | Indicatoren die veranderen nadat de economie is veranderd, zoals werkloosheid en investeringen. |
| Coïncidente indicatoren | Indicatoren waarvan de verandering samenvalt met de wijziging in de economie, zoals elektriciteitsverbruik. |
| Synthetische indicatoren | Kunstmatige indicatoren die meerdere individuele indicatoren samenvatten tot één getal om de economische toestand te beoordelen, zoals de Conjunctuurbarometer. |
| Conjunctuurpolitiek | Het beleid van de overheid om de conjunctuur te beïnvloeden met behulp van fiscale en monetaire instrumenten, met als doel een stabiele economie te bereiken. |
| Anticyclisch beleid | Een conjunctuurpolitiek waarbij de overheid de economie stimuleert bij laagconjunctuur (expansief beleid) en afremt bij hoogconjunctuur (restrictief beleid). |
| Expansief beleid | Economisch beleid gericht op het stimuleren van de economie, bijvoorbeeld door het verlagen van belastingen of het verhogen van overheidsuitgaven bij laagconjunctuur. |
| Restrictief beleid | Economisch beleid gericht op het afremmen van de economie, bijvoorbeeld door het verhogen van belastingen of het verlagen van overheidsuitgaven bij hoogconjunctuur. |
| Bruto binnenlands product (BBP) | De totale waarde van alle goederen en diensten die in een land gedurende een bepaalde periode zijn geproduceerd. |
| Reëel BBP | Het BBP gecorrigeerd voor inflatie, berekend met de prijzen van een basisjaar, waardoor het een beter beeld geeft van de groei van de productiehoeveelheid. |
| Nominaal BBP | Het BBP berekend op basis van de actuele prijzen van het betreffende jaar, inclusief inflatie-effecten. |
| Economische groei | De toename van de economische activiteit over tijd, meestal gemeten als de procentuele verandering van het reële BBP. |
| Duurzame ontwikkeling | Een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de noden van het heden zonder de behoeftevoorziening van de komende generaties in het gedrang te brengen, gebaseerd op economische, sociale en ecologische pijlers. |
| Milieuvervuiling | Schade aan het milieu veroorzaakt door menselijke activiteiten, zoals luchtvervuiling, watervervuiling en geluidsoverlast, vaak een gevolg van productie en consumptie. |
| Uitputting van grondstoffen | Het verbruik van natuurlijke hulpbronnen in een tempo dat sneller is dan hun natuurlijke vernieuwing, wat leidt tot schaarste op lange termijn. |
| Voorzorgsprincipe | Een principe binnen duurzame ontwikkeling dat stelt dat bij onzekerheid over mogelijke sociale of milieugevolgen van een actie, men beter voorzichtig kan zijn en de actie kan achterwege laten. |
| Principe van integratie | Het principe dat sociaal, economisch en milieubeleid op elkaar afgestemd moeten worden om duurzame ontwikkeling te bereiken. |
| Principe van solidariteit | Het principe van een rechtvaardige verdeling van rijkdom en welzijn tussen alle mensen, zowel binnen een samenleving als tussen verschillende gemeenschappen. |
| Principe van differentiële verantwoordelijkheid | Het principe dat groepen die meer verbruiken en dus meer vervuilen, ook grotere inspanningen moeten leveren om milieuproblemen aan te pakken. |
| Principe van de vervuiler betaalt | Het principe dat de kosten van vervuiling gedragen moeten worden door degenen die de vervuiling veroorzaken. |
| Principe van participatie | Het principe dat de betrokkenheid van burgers bij het besluitvormingsproces essentieel is voor het succes van duurzame ontwikkeling. |