Cover
Börja nu gratis MSE sociologie 3 (Gift en reciprociteit).pptx
Summary
# De oorsprong en aard van reciprociteit en giften
Hier is een uitgebreide samenvatting voor het onderwerp "De oorsprong en aard van reciprociteit en giften", gestructureerd als een examengericht studieonderdeel.
## 1. De oorsprong en aard van reciprociteit en giften
Dit onderwerp onderzoekt de theoretische fundamenten van reciprociteit en giften, inclusief antropologische voorbeelden en de functies ervan binnen en buiten kapitalistische systemen.
### 1.1 Inleiding: de (in)efficiëntie van Kerstmis
Het concept van giften en reciprociteit wordt door veel economen als onbelangrijk beschouwd of gereduceerd tot een vorm van ruil (reductio ad venalicium). Een bekende discussie in de economische literatuur betreft de "deadweight loss" van kerstgeschenken, waarbij de marktwaarde van geschenken lager werd ingeschat dan de emotionele waarde. Latere analyses, die emotionele voldoening wel meenemen, suggereren dat kerstgeschenken wel degelijk efficiënt kunnen zijn. Deze economische debatten negeren echter vaak de rijke sociologische en antropologische erfenis van het denken over giften.
### 1.2 De oorsprong van reciprociteit: Mauss over de gift
De socioloog Marcel Mauss is een sleutelfiguur in het theoretisch kader van giften en reciprociteit. Hij onderzocht antropologische casussen om de aard van deze economische relaties te duiden.
#### 1.2.1 Kula-ring en potlatch
Mauss bespreekt twee prominente antropologische voorbeelden:
* **De potlatch:** Dit zijn plechtige rituelen waarbij giften worden uitgedeeld aan genodigden. Het is een sterk competitief systeem dat gericht is op het vergaren van status en prestige.
* **De Kularing:** Dit is een circuit van uitwisseling van goederen, waarbij schelpen (armbanden en halskettingen) als een speciaal soort "geld" fungeren. De objecten blijven binnen een ceremonieel systeem van uitwisseling. De latente functie hiervan is dat deelname aan zo'n geschenkketen een voorgeschreven sociale vertrouwensband creëert, die vervolgens ruil mogelijk maakt.
#### 1.2.2 Aard en functies van de gift
Reciproque relaties komen naast en tezamen met ruil voor. Giften zijn geen belangeloze, eenzijdige handelingen, maar eerder wederzijdse of reciproque. Het centrale verschil met ruil is dat de gift *belangeloos moet lijken*.
In reciproque relaties is er sprake van een drievoudige verplichting:
1. **Geven:** De plicht om een gift te verstrekken.
2. **Ontvangen:** De plicht om een gift te accepteren.
3. **Retourneren:** De plicht om iets terug te geven.
Deze tijdige cyclus creëert een permanent "onevenwicht" in de relatie, waardoor deze in principe kan voortduren (in tegenstelling tot een eenmalige ruil).
De gift heeft twee soorten functies:
* **Manifeste functies:** De expliciete, bewust erkende redenen waarom iets gebeurt. Voorbeelden zijn de voorziening van gewilde goederen of het verwerven van status en prestige (zoals bij de potlatch).
* **Latente functies:** De positieve, vaak onbewuste, gevolgen voor de groep of het systeem. Bij giften omvat dit het creëren van relationele banden die sociale cohesie, vertrouwen en daarmee ook ruil mogelijk maken. Dit sluit aan bij de Durkheimiaanse kritiek op de economie: marktransacties vloeien voort uit bestaande sociale verbanden, niet andersom.
Durkheim verzette zich tegen het idee dat de samenleving gebaseerd is op het contractdenken. Hij stelde dat de samenleving eerst consequenties moet verbinden aan wilsovereenstemming voordat er sprake kan zijn van een contract. Economische ruilverhoudingen zijn dus afhankelijk van bestaande relaties en regels, die door giften worden geproduceerd.
### 1.3 Types van reciprociteit
Volgens het invloedrijke model van Sahlins bestaat er een continuüm van reciprociteit, dat de sociale afstand tussen betrokkenen weerspiegelt:
* **Veralgemeende reciprociteit:** Dit is sterk altruïstisch en kenmerkt nauwe sociale relaties.
* **Symmetrische reciprociteit:** De relatie is meer gelijkwaardig, waarbij er een verwachting is van terugkeer binnen een redelijke termijn.
* **Negatieve reciprociteit:** Dit is de meest maximaliserende vorm, waarbij men probeert te profiteren en de sociale afstand het grootst is. Hier is er sprake van concurrentie en potentieel bedrog.
> **Tip:** Het onderscheid tussen manifeste en latente functies is cruciaal voor het begrijpen van de diepere, vaak onbedoelde, sociale gevolgen van economische transacties, inclusief giften.
### 1.4 Grootschalige giftsystemen: evergetisme
Evergetisme is een publiek systeem van giften waarbij individuen uit de elite schenken aan de bredere collectiviteit. Dit kon de vorm aannemen van het aanbieden van voedsel, feesten, evenementen (zoals gladiatorenspelen) of het bouwen van publieke gebouwen (zoals tempels).
Kenmerken van evergetisme:
* Het is een gift aan de *hele stad* of gemeenschap, niet aan specifieke groepen of individuen, wat het onderscheidt van latere systemen zoals cliëntelisme en christelijke liefdadigheid.
* **Cliëntelisme:** Kenmerkt zich door een ongelijke relatie tussen patroon en cliënt, met een neiging tot symmetrische reciprociteit (stemgedrag, steunbetuigingen in ruil voor bescherming of gunsten).
* **Christelijke caritas (liefdadigheid):** Is specifiek gericht op "de arme" en kent een sterke Joodse worteling.
Evergetisme bloeide in drie periodes:
1. **Griekse stadstaten (vanaf ca. 350 v.Chr.):** Ontstond toen notabelen de directe democratie overnamen en het publieke leven depolitiseerden.
2. **Romeinse republiek:** Oligarchen kochten hiermee steun van kiezers, en het breidde zich uit naar de gehele stad.
3. **Romeinse keizerrijk:** De keizer kreeg een quasi-monopolie op prestigieuze spelen, wat belangrijk werd voor populaire legitimering.
Hoewel het begon als een vrijwillig systeem, evolueerde evergetisme al snel naar een publieke verwachting en zelfs een afgedwongen regime. De primaire motivatie was prestige, niet zozeer materieel belang.
> **Belangrijk:** Evergetisme transformeerde van een vrijwillige daad van altruïsme tot een geïnstitutionaliseerd systeem dat door het publiek werd verwacht en soms zelfs geëist.
### 1.5 Giften onder het kapitalisme
De vraag naar de plaats van gifteconomieën binnen het kapitalisme is complex. De dominantie van marktruil vermindert de noodzaak van reciprociteit voor materiële behoeftebevrediging. Dit gaat samen met een groeiende waardering voor de immateriële betekenis van giften, los van hun nut – dit wordt wel de "ideologie van de gift" genoemd.
#### 1.5.1 De ‘ideologie’ van de gift
Dit concept leidt tot systematisch denken over de relatie tussen gift en ruil. Reciproque instituties interageren met ruil op verschillende manieren:
* Objecten hebben een "biografie" en wisselen voortdurend van statuut, ook tussen ruil- en giftcirculatie (bijvoorbeeld: geschenken worden op de markt gekocht).
* Het uitwisselen van giften maakt steun- en ruilrelaties mogelijk.
#### 1.5.2 Functies van reciprociteit in het kapitalisme
Ondanks de dominantie van ruil, blijven er minstens drie functies van reciprociteit overeind:
1. **Emotionele gratificatie:** Giften als gespecialiseerde coördinatie binnen primaire groepen.
2. **Relationele fundering:** Het creëren en onderhouden van sociale banden (voorbeeld: Gwembe Tonga in Zambia).
3. **Statusreproductie:** Het consolideren van sociale posities (toepassingen: huwelijksfeesten, VIP-bijeenkomsten).
#### 1.5.3 Concurrentie tussen gift en ruil
De vraag naar efficiëntie van giftsystemen ten opzichte van ruilsystemen blijft relevant. Hoewel giftsystemen doorgaans minder efficiënt zijn voor grootschalige materiële distributie, kunnen ze wel degelijk efficiënte rollen spelen in kleinschalige coördinatie en soms ook in grotere systemen.
Een klassiek onderzoek hiernaar is dat van Titmuss over de organisatie van bloedinzameling. Titmuss vergeleek systemen in de VS, de toenmalige Sovjet-Unie en het Verenigd Koninkrijk. Hij stelde dat vrije giften van bloed efficiëntere resultaten opleveren dan systemen waarvoor betaald wordt.
Redenen voor deze efficiëntiewinst:
* **Informatie-asymmetrie:** Bij een bloedmarkt is er een risico op misinformatie over de levensstijl van de donor/verkoper.
* **Negatieve selectie:** Wanneer betaling plaatsvindt, hebben donoren minder belang bij het verstrekken van correcte informatie.
* **"Crowding out":** Een gemengd systeem (betalen én vrijwilligheid) kan de vrijwillige motivatie ondergraven en de bereidheid om te geven uit altruïsme verminderen.
> **Conclusie:** Het betalen voor een goed, zoals bloed, kan de vrijwillige motivatie om dat goed te geven doden, wat kan leiden tot een minder efficiënt systeem.
---
# Types van reciprociteit en grootschalige giftsystemen
Dit onderdeel bespreekt verschillende vormen van reciprociteit, variërend van het Sahlins' continuüm van altruïsme tot maximalisering, en analyseert grootschalige giftssystemen zoals evergetisme, cliëntelisme en christelijke liefdadigheid.
### 2.1 De oorsprong van reciprociteit: Mauss over de gift
Marcel Mauss' werk over de gift legt de basis voor het begrijpen van reciprociteit. Hij illustreert dit aan de hand van antropologische casussen zoals de potlatch en de Kula-ring.
#### 2.1.1 Potlatch en Kula-ring
* **Potlatch:** Een reeks plechtige rituelen waarbij geschenken worden uitgedeeld aan genodigden in een sterk competitief systeem.
* **Kula-ring:** Een systeem van uitwisseling van goederen in twee circuits, waarbij schelpen (halskettingen en armbanden) centraal staan. Deze objecten circuleren binnen een ceremonieel systeem van uitwisseling.
#### 2.1.2 Aard en functies van de gift
Reciproque relaties zijn wederkerig, hoewel de gift belangeloos moet lijken. Er is een drievoudige verplichting: geven, ontvangen en retourneren. De tijdsdimensie creëert een permanent 'onevenwicht' dat de relatie in stand houdt, in tegenstelling tot een eenmalige ruil.
Giften hebben zowel manifeste (directe redenen voor handelen) als latente (positieve gevolgen voor het systeem zonder bewuste intentie) functies. Manifeste functies kunnen het voorzien in goederen en het verwerven van status zijn. Latente functies omvatten het creëren van relationele banden die sociale cohesie en vertrouwen bevorderen, wat essentieel is voor ruil. Dit onderstreept Durkheims kritiek op economisch denken, waarbij sociale verbanden de mogelijkheid van markttransacties creëren, en niet omgekeerd.
### 2.2 Types van reciprociteit
Marcel Sahlins heeft een invloedrijk model voorgesteld dat reciprociteit weergeeft als een continuüm dat varieert van altruïstisch tot maximaliserend. Dit continuüm weerspiegelt ook de sociale afstand tussen betrokkenen, van emotionele identificatie tot groeiende sociale afstand. De typen binnen dit continuüm zijn:
* **Geveraliseerde reciprociteit:** Overwegend altruïstisch, kenmerkend voor nauwe relaties.
* **Symmetrische reciprociteit:** Wederkerigheid waarbij de waarde van de gift ongeveer gelijk is en de ruil binnen een redelijke termijn plaatsvindt.
* **Negatieve reciprociteit:** Maximaliserend, waarbij elke partij streeft naar het eigen voordeel, soms ten koste van de ander. Dit staat symbool voor grote sociale afstand.
### 2.3 Grootschalige giftsystemen
Dit zijn systemen waarbij giften op een publiek niveau worden georganiseerd.
#### 2.3.1 Evergetisme
Evergetisme is een publiek systeem van giften door individuen uit de elite aan de collectiviteit. Dit uit zich in het schenken van voedsel, het organiseren van feesten en evenementen, of het bouwen van publieke gebouwen. Het is een gift aan de gehele gemeenschap, wat het onderscheidt van latere systemen zoals cliëntelisme en christelijke liefdadigheid.
Evergetisme bloeide in drie periodes:
1. **Griekse stadstaten (vanaf ca. 350 v.Chr.):** Ontstond toen notabelen de directe democratie overnamen.
2. **Romeinse republiek:** Oligarchen kochten steun van kiezers.
3. **Romeinse keizerrijk:** De keizer had een quasi-monopolie op prestigieuze spelen, wat cruciaal was voor hun legitimering.
Hoewel het vrijwillig begon, evolueerde evergetisme naar een publieke verwachting en zelfs een afgedwongen regime. De motivatie lag voornamelijk in het verwerven van prestige, in verschillende vormen: sociale afstand voor Griekse notabelen, publieke bijval voor oligarchen, en bevestiging van keizerlijke superioriteit voor keizers.
De centrale kenmerken van evergetisme zijn:
* De stedelijke elite schenkt aan de collectiviteit van burgers.
* De manifeste functie is het creëren van sociaal prestige.
* Het evolueerde van een vrijwillig fenomeen naar een verwacht en zelfs afgedwongen regime.
#### 2.3.2 Cliëntelisme
Dit systeem kenmerkt zich door een ongelijke relatie tussen gever (patroon) en ontvanger (cliënt). Het neigt echter naar symmetrische reciprociteit, waarbij de cliënt de patroon reciproceert met bijvoorbeeld stemgedrag of steunbetuigingen.
#### 2.3.3 Christelijke caritas (liefdadigheid)
Dit is specifiek gericht op 'de arme'. Het concept van liefdadigheid zoals we dat kennen, bestond in de klassieke oudheid niet en is sterk geworteld in het Joodse volksethos.
### 2.4 Giften onder het kapitalisme en de 'ideologie' van de gift
Vragen rijzen over de rol van gifteconomieën binnen het kapitalisme. De dominantie van marktruil heeft de noodzaak aan reciproque transacties voor materiële behoeften verminderd. Er is een groeiende afkeuring van instrumentele rationaliteit in giftcirculatie; de nadruk ligt op immateriële betekenis in plaats van nut. Dit fenomeen wordt de 'ideologie van de gift' genoemd.
Reciprociteit interageert met ruil op de volgende wijzen:
* **Objecten hebben een 'biografie':** Ze wisselen voortdurend van statuut, ook tussen ruil- en giftcirculatie (bijvoorbeeld gekochte geschenken).
* **Onderlinge afhankelijkheid:** Door giften uit te wisselen, worden steun- en ruilrelaties mogelijk gemaakt.
### 2.5 Functies van reciprociteit in het kapitalisme
Ondanks de dominantie van ruil, blijven er minstens drie functies van reciprociteit intact in het kapitalisme:
1. **Emotionele gratificatie:** Giften als gespecialiseerde coördinatie binnen primaire groepen.
2. **Relationele fundering:** Het opbouwen van sociale banden en vertrouwen.
3. **Statusreproductie:** Het handhaven of verbeteren van sociale status (bijvoorbeeld via huwelijksfeesten of VIP-evenementen).
### 2.6 Concurrentie tussen gift en ruil
De vraag of giftsystemen efficiënter kunnen zijn dan ruilsystemen, zelfs los van emotionele aspecten, is complex. Over het algemeen zijn ze minder efficiënt voor grootschalige coördinatie, behalve in specifieke contexten.
Een klassieke studie hierover is Titmuss' onderzoek naar bloedinzameling. Hij vergeleek systemen waar bloed werd verkocht (VS, USSR) met systemen waar het vrijwillig werd gegeven (VK). Titmuss stelde dat gratis giften van bloed efficiëntere resultaten opleveren.
Redenen hiervoor zijn:
* **Informatie-asymmetrie:** In een bloedmarkt hebben verkopers geen belang om correcte informatie te geven over hun levensstijl.
* **Negatieve selectie:** Betaling kan leiden tot verkopers die minder betrouwbare informatie verstrekken.
* **Crowding out:** Een gemengd systeem van betaling en vrijwilligheid kan de vrijwillige motivatie ondermijnen.
Concluderend: betaling kan de vrijwillige motivatie om te geven 'doden'.
---
# Giften in het kapitalisme en de concurrentie tussen gift en ruil
Dit deel behandelt de plaats van giften binnen het kapitalisme, de evoluerende functies van reciprociteit, en de concurrentie en interactie tussen gift- en ruileconomieën, geïllustreerd met de casus van bloeddonatie.
### 3.1 De oorsprong van reciprociteit: Mauss over de gift
Reciprociteit, of het geven en ontvangen van giften, wordt gezien als een fundamenteel coördinatiemechanisme in de economie, dat echter door veel economen onderbelicht blijft of gereduceerd wordt tot een vorm van ruil. Deze benadering, het zogenaamde 'ruil-fundamentalisme', negeert de specifieke effecten van reciprociteit.
#### 3.1.1 Potlatch en Kula-ring
Marcel Mauss' analyse van antropologische illustraties zoals de potlatch en de Kula-ring benadrukt de complexiteit van giftrelaties.
* **De potlatch:** Dit zijn plechtige rituelen waarbij schenkingen worden gedaan aan genodigden. Het is een sterk competitief systeem dat status en prestige verleent aan de gever.
* **De Kula-ring:** Dit betreft een circuit van uitwisseling van goederen, met name schelpen in de vorm van armbanden en halskettingen die in tegengestelde richtingen circuleren. Objecten blijven binnen een ceremonieel systeem van uitwisseling. De latente functie hiervan is het creëren van een voorgeschreven sociale vertrouwensband die ruil mogelijk maakt.
#### 3.1.2 Aard en functies van de gift
Giften zijn geen belangeloze, eenzijdige handelingen, maar wederkerige of reciproque handelingen. Het centrale verschil met ruil is dat de gift belangeloos *lijkt*. In reciproque relaties bestaat een drievoudige verplichting: (1) geven, (2) ontvangen, en (3) retourneren. De tijdsdimensie tussen deze handelingen creëert een permanent 'onevenwicht' in de relatie, wat de voortduring ervan waarborgt, in tegenstelling tot een eenmalige ruil.
Giften hebben zowel manifeste als latente functies:
* **Manifeste functies:** Dit zijn de directe, beoogde redenen voor een gift, zoals het voorzien in goederen die gewild zijn of het verkrijgen van status en prestige (vergelijkbaar met ruil).
* **Latente functies:** Dit zijn positieve, onbewuste gevolgen voor de groep of het systeem, zoals het creëren van relationele banden die sociale cohesie, vertrouwen en daarmee ook ruil mogelijk maken.
> **Tip:** Het onderscheid tussen manifeste en latente functies is cruciaal voor het begrijpen van vele vormen van sociaal en economisch handelen, inclusief de rol van werk. De mogelijkheid van markttransacties volgt uit bestaande sociale verbanden en regels, niet andersom, wat een Durkheimiaanse kritiek op het economische contractdenken vormt.
#### 3.1.3 Types van reciprociteit
Een invloedrijk model beschrijft reciprociteit als een continuüm tussen altruïsme en maximalisering, waarbij ook de sociale afstand tussen de betrokkenen een rol speelt:
* **Veralgemeende reciprociteit:** Dit is de meest altruïstische vorm, dicht bij onbaatzuchtigheid.
* **Symmetrische reciprociteit:** Hierbij is er een meer directe, evenwichtige uitwisseling, maar nog steeds met een element van belangeloosheid.
* **Negatieve reciprociteit:** Dit staat het dichtst bij maximalisering, waarbij het eigenbelang dominant is en de sociale afstand groot is.
#### 3.1.4 Grootschalige giftsystemen: evergetisme
Evergetisme is een publiek systeem van giften door individuen uit de elite aan de collectiviteit, zoals het schenken van voedsel, het organiseren van feesten, of het bouwen van publieke werken. Dit onderscheidt zich van latere systemen zoals cliëntelisme en christelijke liefdadigheid door zijn algemeenheid.
* **Bloeiperiodes:** Evergetisme kende drie belangrijke periodes: de Griekse stadstaten (vanaf ca. 350 v.Chr.), de Romeinse republiek, en het Romeinse keizerrijk.
* **Motivatie:** Hoewel het systeem vrijwillig begon, evolueerde het naar een publieke verwachting. De drijfveren waren voornamelijk prestige en sociale status, naast het verkrijgen van publieke bijval en de bevestiging van superioriteit.
* **Kenmerken:** Stedelijke elites schonken aan de gehele burgergemeenschap, wat leidde tot sociaal prestige en de institutionalisering van een door het publiek verwacht regime.
### 3.2 Giften onder het kapitalisme
Hoewel de hierboven besproken casussen premodern zijn, blijft de vraag naar de plaats van gifteconomieën binnen het kapitalisme relevant.
#### 3.2.1 De 'ideologie' van de gift
Door de dominantie van marktruil zijn de functies van reciprociteit veranderd. Er is minder materiële behoefte aan reciproque transacties, maar tegelijkertijd groeit de afkeuring van instrumentele rationaliteit in giftcirculatie. De waardering richt zich meer op de immateriële betekenis dan op het nut, wat de 'ideologie van de gift' wordt genoemd. Reciproque instituties interageren met ruil doordat objecten een 'biografie' hebben en voortdurend van statuut wisselen, en door het uitwisselen van giften steun- en ruilrelaties worden mogelijk gemaakt.
#### 3.2.2 Functies van reciprociteit in het kapitalisme
Reciprociteit blijft ook binnen het kapitalisme om minstens drie redenen relevant als economisch coördinatiemechanisme:
* **Emotionele gratificatie:** Giften fungeren als gespecialiseerde coördinatie binnen primaire groepen, wat leidt tot emotionele voldoening.
* **Relationele fundering:** Giften dragen bij aan het onderhouden van sociale banden en vertrouwen.
* **Statusreproductie:** Giften kunnen een rol spelen bij het in stand houden van sociale posities en status, bijvoorbeeld bij huwelijksfeesten of VIP-evenementen.
#### 3.2.3 Concurrentie tussen gift en ruil
De discussie over de efficiëntie van kerstgeschenken, waar de marktwaarde lager wordt ingeschat dan de waarde die de ontvanger eraan toekent (behoudens geld of cadeaubonnen), illustreert de concurrentie tussen gift en ruil. Hoewel giftsystemen doorgaans niet efficiënter zijn dan ruil voor materiële behoeftebevrediging, kunnen ze in specifieke contexten wel een efficiënte rol spelen, met name in kleinschalige coördinatie en soms ook in grootschalige coördinatie.
##### 3.2.3.1 Casus: Bloeddonatie
Een klassieke studie in dit domein is Richard Titmuss' onderzoek naar de organisatie van bloedinzameling in de VS, de USSR en het VK. Titmuss stelt dat vrije giften van bloed efficiëntere resultaten opleveren dan systemen waarbij voor bloed wordt betaald.
* **Informatie-asymmetrie:** De bloedmarkt kent een belangrijke informatie-asymmetrie, aangezien betalende verkopers mogelijk minder belang hebben bij het verstrekken van correcte informatie over hun levensstijl dan vrijwillige donoren.
* **Negatieve selectie:** Door bloed te betalen, ontstaat negatieve selectie, waarbij individuen die geld nodig hebben eerder geneigd zijn bloed te verkopen, wat de kwaliteit kan beïnvloeden.
* **'Crowding out' effect:** Een gemengd systeem van betaling en vrijwilligheid kan leiden tot een 'crowding out' effect, waarbij de vrijwillige motivatie om te geven wordt ondermijnd door financiële prikkels.
> **Voorbeeld:** In een systeem waar bloed wordt gekocht, kan dit leiden tot een lagere kwaliteit van het bloed en een minder betrouwbaar aanbod, omdat de incentives voor verkopers anders liggen dan voor vrijwillige donoren.
> **Tip:** Het 'crowding out' effect is een belangrijk concept dat aangeeft hoe externe prikkels, zoals geld, de intrinsieke motivatie voor altruïstische handelingen kunnen aantasten. Dit is van toepassing op diverse domeinen, niet alleen op bloeddonatie.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Reciprociteit | Een sociaal mechanisme waarbij goederen of diensten worden uitgewisseld met de impliciete of expliciete verwachting van wederkerigheid, wat leidt tot het opbouwen en onderhouden van sociale banden. |
| Giftrelatie | Een sociale interactie die gebaseerd is op het geven en ontvangen van geschenken, waarbij de uitwisseling verder gaat dan louter materiële waarde en vaak sociale verplichtingen, status en afhankelijkheid creëert. |
| Mauss | Marcel Mauss, een Franse socioloog en antropoloog, wiens invloedrijke werk 'Essai sur le don' (Essay on the Gift) de basis legde voor veel antropologisch en sociologisch onderzoek naar giften en reciprociteit. |
| Potlatch | Een rituele competitie in sommige inheemse culturen van Noordwest-Amerika, waarbij stamhoofden hun rijkdommen vernietigen of weggeven om status en prestige te verwerven en hun macht te demonstreren. |
| Kula-ring | Een ritueel uitwisselingssysteem van sieraden (schelpenarmbanden en halskettingen) onder de Trobriand-eilanders in Melanesië, dat dient om politieke en sociale allianties te creëren en te versterken. |
| Manifeste functie | De expliciet verklaarde of bedoelde redenen waarom een individu of groep deelneemt aan een bepaalde activiteit of sociaal fenomeen, zoals het geven van een gift om iemands verjaardag te vieren. |
| Latente functie | De onbedoelde of onbewuste positieve gevolgen van een activiteit voor de groep of het systeem, zoals de versterking van sociale cohesie die voortkomt uit het geven van giften, zelfs als dit niet de primaire intentie was. |
| Deadweight loss | Een economisch concept dat het verlies aan economische efficiëntie aangeeft wanneer de markt niet in evenwicht is, vaak gemeten als het verschil tussen de optimale allocatie van middelen en de werkelijke situatie, zoals bij inefficiënte kerstgeschenken. |
| Evergetisme | Een sociaal-economisch systeem, vooral in de klassieke oudheid, waarbij welgestelde burgers (elite) publieke werken financieren of evenementen organiseren ten behoeve van de gemeenschap om prestige en politieke steun te verwerven. |
| Cliëntelisme | Een relatie van wederzijdse verplichtingen tussen een patroon (vaak iemand met macht of middelen) en een cliënt, waarbij de patroon bescherming of diensten biedt in ruil voor loyaliteit, steun of arbeid van de cliënt. |
| Christelijke caritas | Christelijke naastenliefde, die de nadruk legt op onbaatzuchtige zorg en hulp aan de armen en behoeftigen, een concept dat sterk afwijkt van de wederkerigheid die centraal staat in veel andere giftsystemen. |
| Ruil | Een economische transactie waarbij goederen of diensten direct worden uitgewisseld tegen andere goederen of diensten, vaak gebaseerd op marktwaarde en rationele eigenbelang. |
| Ideologie van de gift | Het geheel van ideeën, overtuigingen en normen die betrekking hebben op het geven van giften, en die de interpretatie en de sociale betekenis van giftuitwisselingen beïnvloeden, vooral in het kader van kapitalistische systemen. |
| Negatieve selectie | Een fenomeen waarbij een markt inefficiënt wordt doordat verkopers met minder wenselijke kenmerken (bv. slechte gezondheid) meer geneigd zijn deel te nemen, zoals bij het verkopen van bloed, wat leidt tot risico's voor kopers. |
| Crowding out | Het effect waarbij de invoering van marktmechanismen (bv. betaling voor een dienst) de vrijwillige, niet-monetaire motivatie voor die dienst ondermijnt, zoals bij bloeddonatie waar betaling de altruïstische motivatie kan vervangen. |
| Sahlins | Marshall Sahlins, een Amerikaanse antropoloog die een invloedrijk model voor het categoriseren van reciprociteit ontwikkelde, variërend van altruïsme tot maximalisering, afhankelijk van de sociale afstand tussen betrokkenen. |
| Durkheimiaanse kritiek | Kritiek op de economische theorie die menselijk gedrag primair verklaart vanuit individueel eigenbelang, in plaats van de sociale en collectieve aard van menselijke relaties en instituties, zoals benadrukt door Émile Durkheim. |