Cover
Börja nu gratis 2025 1BPM H.16 - Oligopolie - Afgewerkt.pptx
Summary
# Wat is een oligopolie?
Een oligopolie is een marktvorm die gekenmerkt wordt door een beperkt aantal verkopers die een dominante positie innemen en strategische interactie met elkaar aangaan.
### 1.1 Kenmerken van een oligopolie
Een oligopolie onderscheidt zich van andere marktvormen door de volgende eigenschappen:
* **Beperkt aantal producenten:** De markt wordt gedomineerd door enkele grote spelers. Dit staat in contrast met volledige mededinging (veel kleine spelers) en monopolie (één speler).
* **Gelijkaardige of identieke producten:** De aangeboden goederen of diensten zijn vaak vergelijkbaar, hoewel er soms kleine verschillen zijn.
* **Strategische interactie:** Het gedrag en de beslissingen van één producent hebben een directe invloed op de andere producenten in de markt. Dit leidt tot een constante afweging en voorspelling van elkaars acties.
* **Prijsstelling buiten de producent:** In tegenstelling tot een prijsnemer (zoals bij volledige mededinging), hebben producenten in een oligopolie enige invloed op de prijs, maar deze invloed wordt beperkt door de reacties van concurrenten.
* **Mogelijke toetredingsbarrières:** Er kunnen factoren zijn die het voor nieuwe bedrijven moeilijk maken om de markt te betreden, zoals hoge opstartkosten, technologische vereisten of gevestigde merknamen.
#### 1.1.1 De rol van strategische interactie
Strategische interactie ontstaat wanneer de acties van één partij de beslissingen van andere partijen beïnvloeden. Dit is het kernkenmerk van een oligopolie en verschilt fundamenteel van markten met volledige mededinging of een monopolie, waar deze interactie ontbreekt. De theoretische benadering om dit te analyseren is speltheorie.
> **Tip:** In een oligopolie is het cruciaal om te begrijpen hoe concurrenten reageren op prijsveranderingen, productlanceringen of reclamecampagnes. Dit 'interdependent gedrag' vormt de basis van strategische besluitvorming.
##### 1.1.1.1 Speltheorie als analysetool
Speltheorie biedt een raamwerk om strategische interacties te bestuderen. Een 'spel' in deze context omvat:
* **Spelregels:** De omstandigheden en beperkingen binnen de markt.
* **Strategieën:** De mogelijke acties die een producent kan ondernemen.
* **Pay-off matrix:** Een overzicht van de uitkomsten (bijvoorbeeld winst) voor elke combinatie van strategieën van de spelers.
* **Keuze:** De beslissing van een speler om een bepaalde strategie te volgen, rekening houdend met de verwachte keuzes van anderen.
Het doel is vaak het bereiken van een **Nash-evenwicht**, een situatie waarin geen enkele speler zijn uitkomst kan verbeteren door eenzijdig van strategie te veranderen, gegeven de strategieën van de andere spelers.
> **Voorbeeld:** In een simpel reclamespel tussen twee telecomproviders kan het Nash-evenwicht erin bestaan dat beide bedrijven adverteren, zelfs als een situatie waarin geen van beide adverteert hogere gezamenlijke winsten zou opleveren. De angst om marktaandeel te verliezen als de ander wel adverteert, dwingt beide bedrijven tot adverteren.
#### 1.1.2 Determinanten van marktvormen
De vorming van markten, inclusief oligopolies, wordt beïnvloed door fundamentele vragen:
* Aantal kopers en verkopers.
* Identiteit van de producten/diensten.
* Prijsnemerschap van de producent.
* Mogelijkheid tot vrije markttoetreding en -verlating.
### 1.2 Soorten oligopolies
Oligopolies kunnen op verschillende manieren opereren, afhankelijk van de mate van samenwerking of concurrentie tussen de spelers:
#### 1.2.1 Niet-samenwerkende oligopolies
In dit scenario beconcurreren de producenten elkaar om klanten. Er zijn geen expliciete of impliciete afspraken. Belangrijke modellen die dit bestuderen zijn:
* **Bertrand-competitie:** Producenten concurreren op prijs.
* **Cournot-competitie:** Producenten concurreren op hoeveelheid.
#### 1.2.2 Samenwerkende oligopolies
Hierbij maken de producenten afspraken om hun gezamenlijke winst te maximaliseren, vaak door zich te gedragen als een monopolist.
##### 1.2.2.1 Collusie en kartels
Collusie is het proces waarbij producenten in een oligopolie coördineren, bijvoorbeeld door afspraken te maken over productiehoeveelheden of prijzen. Een **kartel** is een georganiseerd collectief dat deze afspraken implementeert. Het doel is gemeenschappelijke winstmaximalisatie, wat leidt tot hogere prijzen en lagere productie dan bij concurrentie.
> **Tip:** Hoewel kartels theoretisch de winst maximaliseren, zijn ze vaak instabiel omdat individuele leden een sterke prikkel hebben om de afspraken te schenden en meer te produceren om hun eigen winst te vergroten. Dit leidt ertoe dat kartels niet altijd een Nash-evenwicht vormen.
* **Europese regelgeving:** Kartels die de concurrentie beperken en consumenten benadelen, zijn in Europa verboden. De Europese Commissie handhaaft mededingingsbeleid en legt boetes op. Een melder van een kartel kan vrijgesteld worden van boetes.
* **Voorbeelden van illegale afspraken:** Prijsafspraken, beperking van productie, en marktverdelingen.
##### 1.2.2.2 Prijsleiderschap
Prijsleiderschap treedt op wanneer een dominante producent met een groot marktaandeel de prijs bepaalt, en de kleinere concurrenten deze prijs volgen. De dominante speler schat de marktvraag en het aanbod van de kleinere spelers in om zijn eigen optimale prijs en hoeveelheid te bepalen. De kleinere aanbieders passen zich vervolgens aan deze prijs aan en bepalen hun productiehoeveelheid.
### 1.3 Voorbeelden van oligopolies
* **Telecommarkt in België:** Enkele grote spelers zoals Proximus, Telenet en Orange domineren de markt voor vast internet en mobiele telefonie. De komst van nieuwe spelers kan de concurrentie en prijzen beïnvloeden.
* **Biermarkt in België:** AB InBev heeft een dominante positie, gevolgd door Alken-Maes en andere kleinere brouwerijen.
* **Internationale oliemarkt:** De OPEC (Organisation of the Petroleum Exporting Countries) is een voorbeeld van een internationaal kartel waar olie-exporterende landen de productie coördineren om de prijs te beïnvloeden.
### 1.4 Toezicht en mededingingsbeleid
Overheden en mededingingsautoriteiten spelen een cruciale rol in het bewaken van oligopolistische markten. Ze grijpen in om concurrentie te bevorderen, misbruik van marktmacht te voorkomen en fusies of overnames die de concurrentie significant kunnen verminderen, te beoordelen. In België is de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) een belangrijke speler.
> **Voorbeeld:** De BMA onderzoekt fusies en overnames, zoals de overname van Pukkelpop door Live Nation, om te voorkomen dat er te veel controle bij één partij komt te liggen, wat de prijzen voor consumenten kan opdrijven en de diversiteit kan verminderen.
---
# Strategische interactie en speltheorie in oligopolies
Dit hoofdstuk behandelt de strategische interactie tussen bedrijven in een oligopolistische markt en introduceert speltheorie als een analytisch kader om dit fenomeen te begrijpen, inclusief het concept van het Nash-evenwicht.
### 2.1 De aard van strategische interactie in oligopolies
Een oligopolie is een marktvorm die wordt gekenmerkt door een beperkt aantal producenten die vergelijkbare of identieke producten verkopen en de markt domineren. In tegenstelling tot monopolies of perfect concurrerende markten, leidt deze situatie tot strategische interactie, waarbij de beslissingen en het gedrag van één producent direct de beslissingen en het gedrag van andere producenten beïnvloeden.
> **Tip:** Strategische interactie ontstaat wanneer de acties van een agent invloed hebben op de uitkomsten voor andere agenten, en vice versa. Dit is kenmerkend voor oligopolies.
#### 2.1.1 Kenmerken van een oligopolie
De kernkenmerken van een oligopolie zijn:
* **Veel kopers, enkele verkopers:** De vraagzijde kan groot zijn, maar het aanbod wordt geconcentreerd bij een klein aantal aanbieders.
* **Gelijksoortige of identieke goederen:** De producten zijn vaak substitueerbaar, hoewel er ook differentiatie kan zijn.
* **Niet prijsnemer, maar beïnvloeder:** Producenten hebben marktmacht en kunnen prijzen beïnvloeden, maar dit is niet zo absoluut als bij een monopolist.
* **Mogelijke belemmeringen voor toetreding:** Het kan moeilijk zijn voor nieuwe bedrijven om de markt te betreden, wat de bestaande structuur in stand houdt.
Het aantal spelers is dus meer dan één, maar niet veel. Dit leidt tot een gradatie van concurrentie die tussen perfecte concurrentie en monopolie in ligt. De mate van interactie kan variëren van bijna perfect samenwerkend (alsof er één monopolist is) tot nauwelijks interactie (vrijwel perfect concurrerend).
#### 2.1.2 De rol van strategische interactie
Strategische interactie is cruciaal in een oligopolie omdat de optimale beslissing van een bedrijf afhangt van de verwachte beslissingen van zijn concurrenten. Dit proces kan leiden tot verschillende marktuitkomsten, afhankelijk van de mate van samenwerking of concurrentie.
* **Niet-samenwerkende oligopolies:** Bedrijven concurreren direct met elkaar om klanten te winnen. Modellen zoals Bertrand-competitie en Cournot-competitie analyseren dit type interactie.
* **Samenwerkende oligopolies:** Bedrijven maken afspraken om de winst te maximaliseren, wat leidt tot collusie, kartels of prijsleiderschap. Het doel is om gezamenlijk te opereren als een monopolist.
### 2.2 Speltheorie als analytisch kader
Speltheorie biedt een formeel raamwerk om strategische interactie tussen besluitvormende agenten te analyseren. Het stelt ons in staat om de mogelijke uitkomsten van interacties te voorspellen wanneer het resultaat voor elke deelnemer afhangt van de acties van alle deelnemers.
#### 2.2.1 Kenmerken van een spel
Een spel in de context van speltheorie heeft de volgende kenmerken:
* **Spelregels:** Deze definiëren hoe de interactie verloopt, bijvoorbeeld de volgorde van beslissingen of beperkingen op acties.
* **Strategieën:** Dit zijn de mogelijke acties die een speler kan ondernemen, gegeven het verwachte gedrag van de tegenstander(s).
* **Pay-off matrix:** Dit is een tabel die de uitkomsten (winst, nut, etc.) weergeeft voor elke mogelijke combinatie van strategieën die de spelers kiezen.
* **Keuze:** Het proces waarbij spelers hun strategie selecteren om hun eigen uitkomst te maximaliseren.
#### 2.2.2 Nash-evenwicht
Het Nash-evenwicht is een centraal concept in de speltheorie. Het beschrijft een situatie waarin geen enkele speler zijn eigen uitkomst kan verbeteren door eenzijdig van strategie te veranderen, gegeven de strategieën van de andere spelers.
> **Definitie:** Een Nash-evenwicht is een situatie waarin economische agenten die met elkaar interageren, allemaal individueel hun beste strategie kiezen, gegeven de (verwachte) keuzes van alle andere agenten.
In een oligopolie betekent dit dat elke producent zijn optimale actie kiest, aannemende dat de concurrenten ook hun optimale actie kiezen. Dit evenwicht is echter niet noodzakelijk optimaal voor de groep als geheel.
> **Voorbeeld:** In een spel tussen twee bedrijven die beslissen om al dan niet te adverteren, kan het Nash-evenwicht zijn dat beide bedrijven adverteren, zelfs als ze beiden meer winst zouden maken als geen van beiden adverteert. Dit komt doordat, als de ene niet adverteert en de ander wel, degene die adverteert een significant marktaandeel wint. Aannemende dat de concurrent adverteert, is adverteren de beste individuele strategie.
#### 2.2.3 Toepassing op oligopolies
Speltheorie wordt gebruikt om verschillende oligopolistische modellen te analyseren, zoals:
* **Kartels:** Waarbij bedrijven samenwerken en zich gedragen als een monopolist. Een kartelafspraak is echter zelden een Nash-evenwicht, omdat individuele leden vaak een prikkel hebben om de afspraak te schenden om hun eigen winst te verhogen.
* **Prijsleiderschap:** Waarbij één dominant bedrijf (de prijsleider) de prijs vaststelt, die door andere, kleinere bedrijven wordt gevolgd. Dit kan leiden tot een stabielere situatie dan hevige concurrentie, maar is nog steeds onderhevig aan strategische overwegingen.
### 2.3 Soorten oligopolies en hun modellen
Oligopolies kunnen worden onderverdeeld in samenwerkende en niet-samenwerkende vormen, elk met hun eigen analysemodellen.
#### 2.3.1 Niet-samenwerkende oligopolies
Hierbij is er geen expliciete afspraak tussen de bedrijven. Ze concurreren met elkaar, vaak op prijs of hoeveelheid.
* **Cournot-competitie:** Analyseert de interactie waarbij bedrijven tegelijkertijd beslissen over de te produceren hoeveelheid.
* **Bertrand-competitie:** Analyseert de interactie waarbij bedrijven tegelijkertijd beslissen over de te hanteren prijs. Dit leidt vaak tot prijzen die zeer dicht bij de marginale kosten liggen, tenzij er productdifferentiatie is of capaciteitsbeperkingen.
#### 2.3.2 Samenwerkende oligopolies
In deze gevallen maken bedrijven afspraken om hun gezamenlijke winst te maximaliseren.
* **Collusie en kartels:** Hierbij coördineren bedrijven hun productie en prijszetting om als één monopolist op te treden. Een kartel is een georganiseerd collectief van producenten. De Europese Commissie treedt streng op tegen illegale kartels, prijsafspraken en marktverdelingen, vanwege de negatieve impact op concurrentie en consumenten.
* **Verleiding om afspraken te schenden:** Zelfs binnen een kartel bestaat er een sterke prikkel voor individuele leden om meer te produceren dan afgesproken, omdat dit de eigen winst verhoogt, terwijl de negatieve impact op de totale winst (en dus de winst van het kartel) wordt gedeeld met anderen. Dit maakt kartels inherent instabiel en zelden een Nash-evenwicht.
* **Prijsleiderschap:** Een dominant bedrijf met een groot marktaandeel bepaalt de marktprijs, die vervolgens door kleinere concurrenten wordt gevolgd. Het dominante bedrijf schat de totale marktvraag en het aanbod van de rest van de markt in om zijn eigen winst te maximaliseren.
De marktmacht in een oligopolie, hoe beperkt ook door de aanwezigheid van concurrenten, kan aanzienlijk zijn en vereist daarom toezicht door mededingingsautoriteiten om concurrentie te waarborgen en misbruik van marktmacht tegen te gaan.
---
# Vormen van oligopolies: collusie, kartels en prijsleiderschap
Dit gedeelte behandelt de verschillende vormen van oligopolies, met een focus op de samenwerkende varianten zoals kartels en prijsleiderschap, inclusief de regelgeving en voorbeelden.
## 3. Vormen van oligopolies: collusie, kartels en prijsleiderschap
Oligopolie is een marktvorm die gekenmerkt wordt door een beperkt aantal producenten die gelijkaardige of identieke producten verkopen en de markt domineren. Dit leidt tot strategische interactie tussen de marktspelers, aangezien het gedrag van één producent het gedrag van de andere beïnvloedt. Afhankelijk van de mate van interactie, kunnen oligopolies worden ingedeeld in niet-samenwerkende en samenwerkende vormen.
### 3.1 Niet-samenwerkende oligopolies
Bij niet-samenwerkende oligopolies beconcurreren de producenten elkaar om consumenten af te snoepen. De twee belangrijkste modellen die deze interactie bestuderen zijn de Bertrand-competitie en de Cournot-competitie. Deze modellen analyseren hoe producenten hun prijzen of hoeveelheden aanpassen in reactie op elkaars beslissingen.
### 3.2 Samenwerkende oligopolies
Bij samenwerkende oligopolies maken de producenten afspraken over prijs, productiehoeveelheid of marktdeling. Het doel hiervan is om de collectieve winst te maximaliseren, wat vaak leidt tot gedrag dat vergelijkbaar is met dat van een monopolist. Deze samenwerking kan verschillende vormen aannemen:
#### 3.2.1 Collusie en kartels
Collusie is het proces waarbij producenten in een oligopolistische markt gezamenlijk optreden als een monopolist door middel van gecoördineerde productie en prijszetting. Een kartel is het georganiseerde collectief van producenten dat deze afspraken realiseert.
* **Doel:** Het maximaliseren van de gezamenlijke winst door middel van prijsafspraken, productiebeperking of marktdeling.
* **Gevolgen:**
* Verstoring van de concurrentie.
* Minder stimulans voor productontwikkeling, kwaliteitsverbetering en lage prijzen.
* Hogere prijzen voor consumenten en minder keuze.
* **Regelgeving:** Kartels zijn in Europa verboden omdat ze de economie negatief beïnvloeden. De Europese Commissie legt geldboetes op, de hoogte waarvan afhangt van het nadeel voor de consument en de duur van het kartel. De rol van de individuele producent binnen het kartel kan de boete verzwaren of verlichten. Een melder van een kartel kan vrijgesteld worden van boetes.
* **Voorbeelden van illegale afspraken:**
* Prijsafspraken (bijvoorbeeld in de vrachtwagenbouw).
* Productiebeperking (bijvoorbeeld OPEC, garnalenvissers).
* Markten of consumenten verdelen.
* **Verleiding tot schending:** Een kartelafspraak is geen Nash-evenwicht. Individuele producenten binnen een kartel hebben de prikkel om meer te produceren dan afgesproken, omdat dit hun individuele winst kan verhogen, zelfs als dit de totale kartelwinst vermindert.
> **Tip:** Het Nash-evenwicht in de speltheorie illustreert waarom individuele rationaliteit kan leiden tot suboptimale collectieve uitkomsten. In een kartelsituatie kan de prikkel om "te bedriegen" de stabiliteit van de samenwerking ondermijnen.
#### 3.2.2 Prijsleiderschap
Prijsleiderschap ontstaat wanneer één dominante producent met een aanzienlijk marktaandeel de prijs op de markt bepaalt, en de kleinere producenten met een beperkter marktaandeel deze prijs volgen.
* **Werking:** De prijsleider (bijvoorbeeld ABInBev in de Belgische biermarkt) schat de totale marktvraag en het aanbod van de concurrenten. Op basis hiervan leidt de prijsleider de vraag naar zijn eigen product af en bepaalt de prijs en hoeveelheid die de eigen winst maximaliseert. De kleinere aanbieders passen zich aan deze prijs aan en bepalen hun eigen productiehoeveelheid.
* **Voorbeeld:** ABInBev, met een marktaandeel van 55% in de Belgische biermarkt, kan de prijzen zetten. Kleinere brouwerijen zoals Alken-Maes, Palm, Haacht en Duvel-Moortgat volgen de prijsstelling van ABInBev, omdat het uit de markt drukken van deze grote speler door de kleinere concurrenten niet loont en het marktaandeel van ABInBev niet significant aantasten.
### 3.3 De rol van speltheorie
Speltheorie is een cruciaal theoretisch kader voor het analyseren van strategische interactie in oligopolistische markten. Het bestudeert hoe economische agenten elkaars gedrag proberen te voorspellen en wat de mogelijke gevolgen hiervan zijn voor hun eigen gedrag.
* **Spel:** Een formele voorstelling van een interactiesituatie met strategische afhankelijkheid.
* **Elementen van een spel:**
* **Spelregels:** Hoe de interactie verloopt.
* **Strategieën:** De mogelijke acties die agenten kunnen ondernemen.
* **Pay-off matrix:** De uitkomsten (bijvoorbeeld winst) voor elke mogelijke combinatie van strategieën.
* **Keuze:** De strategie die leidt tot de beste uitkomst voor de agent.
* **Nash-evenwicht:** Een situatie waarin alle agenten individueel hun beste strategie kiezen, gegeven de verwachte keuzes van de anderen. Zelfs als dit niet het collectief optimale resultaat is, kan geen enkele agent zijn positie verbeteren door eenzijdig van strategie te veranderen.
> **Voorbeeld:** Een klassiek voorbeeld is de strategische keuze om wel of niet te adverteren. Als beide producenten adverteren, zijn de winsten lager dan wanneer ze beiden niet adverteren. Echter, als de ene adverteert en de ander niet, profiteert de adverteerder enorm van marktaandeelwinst, terwijl de niet-adverteerder veel marktaandeel verliest. Dit kan leiden tot een Nash-evenwicht waarbij beide partijen adverteren, ondanks de hogere gezamenlijke winst die mogelijk zou zijn bij niet-adverteren.
De Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) en de Europese Commissie spelen een cruciale rol in het handhaven van mededinging door toezicht te houden op fusies, overnames en eventuele kartelvorming om excessieve marktmacht te voorkomen en concurrentie te waarborgen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Oligopolie | Een marktvorm waarbij enkele producenten gelijkaardige of identieke producten verkopen en de markt domineren, wat leidt tot strategische interactie tussen de marktspelers. |
| Strategische interactie | Ontstaat wanneer het gedrag of de beslissingen van één producent het gedrag of de beslissingen van de andere producent(en) beïnvloedt, wat kenmerkend is voor oligopolies. |
| Determinanten van marktvormen | Factoren die bepalen welke marktvorm dominant is, zoals het aantal kopers en verkopers, de identiteit van goederen en diensten, en de mate van markttoetreding en -verlating. |
| Prijsnemer | Een producent die de marktprijs niet kan beïnvloeden en de prijs moet accepteren zoals deze door de markt wordt bepaald. |
| Nash-evenwicht | Een situatie in de speltheorie waarin alle economische agenten die met elkaar interageren, individueel hun beste strategie kiezen, gegeven de verwachte keuzes van de anderen. |
| Speltheorie | Een theoretisch kader dat bestudeert hoe rationele agenten beslissingen nemen in situaties van strategische afhankelijkheid, waarbij ze proberen elkaars gedrag te voorspellen en de gevolgen daarvan voor hun eigen acties te overwegen. |
| Kartel | Een georganiseerd collectief van producenten binnen een oligopolistische markt die afspraken maken over productie en prijszetting om gezamenlijk de winst te maximaliseren, vaak met gedrag dat vergelijkbaar is met dat van een monopolist. |
| Collusie | Het proces waarbij producenten in een oligopolistische markt gezamenlijk gedrag vertonen, meestal door middel van coördinatie van productie en prijszetting, om zich als een monopolist te gedragen. |
| Prijsleiderschap | Een situatie in een oligopolie waarbij één producent met een significant marktaandeel de prijs bepaalt, die vervolgens door de andere producenten met kleinere marktaandelen wordt gevolgd. |
| Mededingingsbeleid | Het overheidsingrijpen in de markt om concurrentie te bevorderen of te vrijwaren en misbruik van marktmacht tegen te gaan, zoals het instellen van regels voor fusies en overnames. |
| Marktmacht | Het vermogen van een producent om prijzen te beïnvloeden zonder dat dit leidt tot een significante daling van de vraag of een toename van het aanbod, wat vaak voorkomt in markten met weinig concurrentie. |